zondag 9 maart 2014

'Heeft u nooit gehoord dat Rommy in de hasj zat?'

Zoals gisteren gezegd, getuige de heer Huib Noorlander was door een arrestatieteam thuis opgehaald. Een arrestatieteam had met een bevel medebrenging tevergeefs op de deur geklopt, maar Noorlander lag vanwege zijn slaapmedicatie nog in diepe slaap. Het AT heeft daarop de deur ingebeukt, Noorlander wakker gemaakt en meegenomen naar de zitting in het JCS waar hij moest getuigen in de zaken van Siegfried Saez, Jesse Remmers en Moppie Rasnabe. Het ging over de zaak Cobra, de liquidatie van Henie Shamel en Anne de Witte in Antwerpen in 1993.

Siegfried Saez  jong - Jesse Remmers - Moppie Rasnabe - Henk Rommy

Huibertus 'Huib' Noorlander is geboren in 1934 in Rotterdam en woont momenteel in Scheveningen in een huur-appartement. Ondanks zijn slechte gezondheid wilde het Hof Noorlander toch liever op zitting horen, deelde de voorzitter vorige week mede, en niet bij de rechter-commissaris. De getuigenis van Noorlander ging over de periode rond 1993. Hij zou destijds contact hebben gehad met Henk Rommy. Noorlander heeft in het verleden een aantal malen gesproken met de recherche daarover, maar geen verklaringen ondertekend. Rechercheurs uit Utrecht waren 2 keer bij hem thuis geweest en één keer hadden ze hem gesproken in een horecagelegenheid in 2007 waar hij 'gratis' koffie had gedronken met de heren van de recherche. Men had wel processen-verbaal van bevinding opgesteld. Over hetgeen Noorlander destijds heeft gesproken met de recherche wilde het Hof Noorlander nu spreken.

De getuige gaf ook al vrij gauw aan dat zijn geheugen hem op zijn 80-jarige leeftijd en met alle kwalen die hij heeft hem vaak in de steek laat. Eigenlijk moest hij deze middag in het ziekenhuis komen en mogelijk zou hij opgenomen worden. 'Mijn geheugen is heel erg slecht, niet gewoon slecht, maar echt heel erg slecht', gaf Noorlander aan. Het gebeurt wel eens dat hij naar de keuken gaat en daar dan staat en denkt: wat moet ik hier nou ook weer doen? Dan gaat hij maar weer zitten, want dan kan hij er niet meer op komen. Vooral zijn korte termijn-geheugen is erg slecht. Hij slikt 12 soorten medicijnen, onder andere voor zijn hart en zware slaapmedicatie, daarnaast slikt hij medicatie om weer helder te worden.

Dan erbij, de gebeurtenissen waarover het gaat, hebben zich afgespeeld in 1993, meer dan 20 jaar geleden. Ook zijn lange termijn-geheugen is slecht gaf Noorlander aan toen men daar naar vroeg. De kwalen waar Noorlander het over had, onder meer hersenfalen, heeft hij te danken aan een overval in zijn woning waarbij Noorlander en zijn vrouw zwaar zijn mishandeld, vertelde hij later. Zijn vrouw ging de hond uitlaten, toen ze thuiskwam liepen er 4 overvaller mee naar binnen. Zijn vrouw kreeg een pistool in haar mond en het echtpaar is gruwelijk mishandeld. Kennelijk dachten zij dat bij de toenmalig handelaar in goud, diamanten, briljanten en kunst wat te halen viel. Noorlander zelf is onder andere met een ijzeren staaf op zijn hoofd geslagen en daarbij zwaar gewond geraakt. De overvallers hebben hem daarna ook nog vier jaar lang bedreigd en proberen af te persen. Hij heeft destijds doodsangsten uitgestaan.

De meeste vragen werden dan ook beantwoord met: 'Dat kan ik mij echt niet meer herinneren', 'Dat weet ik niet meer hoor' , 'Dat zegt mij niets' of 'Daar kan ik geen zinnig antwoord op geven'. Sommige vragen wist Huib Noorlander nog maar wel te beantwoorden.

Hier volgt een samenvatting van enkele relevante vragen die onder andere zijn gesteld.

De advocaat van Moppie Rasnabe, Mr.Fébe Schoolderman, die al enkele zitting invalt voor Mrs. Jan Hein Kuijpers en Mark Nillesen, begon na de plichtplegingen en wat vragen over het geheugen door het Hof als eerste met de zaaksgerelateerde vragen.

(samengevat)
Mr. Schoolderman: Meneer Noorlander, u heeft gesprekken gehad met rechercheurs, kunt u zich dat herinneren?
Noorlander: Ja, ze zijn een keer bij me thuis geweest.
Mr. Schoolderman: Ze zijn vaker bij u geweest, kunt u zich dat nog herinneren?
Noordlander: Ja, ze zijn twee keer bij me thuis geweest en één keer een afspraak in Scheveningen, ja. Drie keer als ik het me goed herinner. Ja, twee of drie keer.

Mr. Schoolderman: Weet u nog waar het over ging?
Noorlander: Ik denk over koetjes en kalfjes.
Mr. Schoolderman: Weet u nog wat er gezegd is?
Noorlander: Nee, wie, wat, waar en hoe, dat weet ik echt niet meer. Als ik dat moet zeggen, zou ik gaan zitten raden en dat is niet de bedoeling denk ik.
Mr. Schoolderman: Wat was de reden dat ze u wilden spreken?
Noorlander: De reden kan ik u niet zeggen.
Mr. Schoolderman: Wat me opvalt. U zegt: Ik wil niet dat het op papier wordt gezet als verklaring die ik onderteken.
Noorlander: Nee, ja, nee...
Mr. Schoolderman: Ik zal u even helpen. Het gesprek ging over de dubbele moord in België. Dat was in 1993, weet u dat nog?
Noorlander: Nee...nee...
Mr. Schoolderman: Een dubbele moord in Antwerpen, heeft u daar wel eens over gehoord?
Noorlander: Nee, dat gaat over de vroegere jaren, maar daar moet u me niet teveel over vragen, want dan moet ik gaan zitten raden. Ik denk niet dat ik de intentie had om daar iets van te weten. Ik zou het van horen zeggen moeten hebben, dat kan wel...
Mr. Schoolderman: Dus wat u in 2007 heeft verteld, dat heeft u allemaal van horen zeggen?
Noorlander: Ja, dat weet ik echt niet meer.
Mr. Schoolderman: Ik zal even wat met u doornemen. Het eerste is dat u in de jaren '90 wel eens met geld van Henk Rommy naar België bent gereden. Bent u in de jaren '90 wel eens met geld naar België zijn gereden?
Noorlander: Dat weet ik niet meer.

Hier nam het Hof het hier even over.

Raadsheer: Meneer Noorlander, kent u Henie Shamel?
Noorlander: Ja, de naam wel.
Raadsheer: Man of vrouw?
Noorlander: Dat is een man...ja.
Raadsheer: Leeft-ie nog?
Noorlander: Nee, dat weet ik niet... nee.
Raadsheer: Kent u Henk Rommy?
Noorlander: Ja, dat dacht ik wel, de naam ken ik wel.
Raadsheer: Was dat een vriend van u, of een zakenrelatie?
Noorlander: Nee, nee, ik heb vroeger in de antiek gezeten en andere dingen, schilderijen enzo, en hij kocht nog wel eens wat.
Raadsheer: Ja... ja, u zei net: Daar heb ik geen intentie in om daar iets van te weten. Daar ben ik niet bij betrokken geweest.
Noorlander: Nee, en geen wetenschap.
Raadsheer: Die woorden gebruikte u. Toch nog even: De dubbele moord in Antwerpen en Henie Shamel. Kan het zijn dat Henie Shamel daar is vermoord?
Noorlander: Dat zou ik niet weten. Nu u het me zo vraagt, zou ik het niet kunnen zeggen.
Raadsheer: Nee... nee, u weet dat niet?
Noorlander: Nee, misschien, ik ik, ik weet niet wat er in mijn hoofd gebeurd is om daar antwoord op te kunnen geven. Daar kun je dan wel een antwoord op geven, maar...

Raadsheer: Meneer Noorlander, Henie Shamel, die naam kent u. Weet u waar Henie Shamel vroeger de kost mee verdiende?
Noorlander: Ja, dat weet ik wel. Ik weet wel wat ie toentertijd deed, ja... ja, niet precies hoor, maar ongeveer... eh... had hij bemoeienis met drugs of zoiets, dat weet ik wel.
Raadsheer: En weet u wat voor soort drugs dat waren?
Noorlander: Niet punctueel, maar eh...
Raadsheer: Nee niet punctueel, maar zo ongeveer, pillen, heroïne, cocaïne, hasjisch?
Noorlander: Nee, nee, ik denk meer aan hasj...
Raadsheer: U denkt aan hasj.
Noorlander: Daar moet ik iets tussen zeggen, ik heb hem leren kennen, want ik zat vroeger in goud en juwelen. En briljant. En hij kocht briljant van mij. Zo is dat contact vroeger een beetje geweest. En dan moet u me niet op woorden aansluiten, maar ongeveer...
Raadsheer: Maar hij zat dus in de drugs, ongeveer. Voerde hij die in?
Noorlander: Dat zou ik niet weten.
Raadsheer: Waar kwam Henie Shamel vandaan? Uit welk land, buitenland? Nederland?
Noorlander: Buitenland.
Raadsheer: Waar moet ik dan aan denken? Een land waar hasj vandaan kan komen? Niet Scandinavië of zo?
Noorlander: Nee..nee..
Raadsheer: Zat Rommy ook in de hasj?
Noorlander: Nou, dat zou ik niet kunnen zeggen, dan moet ik gaan zitten raden. Dat heb ik nooit gehoord of Rommy in de hasj zat. Nee, ik heb dat nooit openlijk gevraagd.
Raadsheer: Maar nu gebeurd het wel eens dat je iets weet zonder dat je daar openlijk naar hebt gevraagd...
Noorlander: Dat is ook zo, ja.
Raadsheer: Of dat je het gehoord hebt, of gezien hebt?
Noorlander: Ja, maar dan moet ik vermoedens uitspreken en dat wilt u niet.

later:
Raadsheer: Kenden zij elkaar Shamel en Rommy?
Noorlander: Ik kan niet zeggen dat ze elkaar goed of niet goed kenden, Daar zou ik geen antwoord op kenne geven.
Raadsheer: Hadden zij wel eens contact met elkaar, voor zover u weet?
Noorlander: Nou, dan moet ik gaan zitten raden. Ik denk het wel.
Raadsheer: Hebben ze wel eens contact gehad omdat u daar tussen zat?
Noorlander: Nee... nee, absoluut niet.
Raadsheer: Weet u of Rommy geld nog kreeg van Shamel? Begin jaren '90?
Noorlander: Nee, daar staat me niks van bij.
Raadsheer: Nee?
Noorlander: Nee. Als u misschien alles op papier had gezet, dat ik thuis in mijn gedachte alles goed na had kenne gaan... maar zo opeens, als u een eerlijk antwoord wilt, dan zeg ik nee.
Raadsheer: Ja, we vallen met de deur in huis, zeg maar... Ehm... Wat weet u eigenlijk van Rommy?
Noorlander: Niks.
Raadsheer: Helemaal niks?
Noorlander: Nee. Ik zou niet kunnen zeggen dit of dat, of dat... Dan zou ik liegen als ik daar antwoord op geef.
Raadsheer: Had u vaak contact met hem, begin jaren '90?
Noorlander: Nee, want dan zou ik het wel weten.
Raadsheer: U zegt: Nee, want dan zou ik het wel weten...
Noorlander: Ja, als je het hebt over mensen als mijn vader en moeder, mensen die dicht bij je staan, in alle eerlijkheid, ja dan kan ik het zeggen, maar nu zou ik u daar geen antwoord op kenne geven.
Raadsheer: Maar u maakte net wel een onderscheid, meneer Shamel stond dichterbij dan Rommy.
Noorlander: Ja, dat is het gevoel.
Raadsheer: Ja, maar dat gevoel herleidt je tot iets, maar zag u Shamel vaker dan Rommy?
Noorlander: Ja, ik denk haast van wel, aan de ene kant, maar aan de andere kant niet. Je schets je een beeld van dit of dat is leuk en dan weet je dat nog, maar als het weg is, dan is dat ook weg. Daar kan ik geen eerlijk antwoord op geven.

later:
Raadsheer: Volgens de politie zou u tijdens een gesprek met hen op 8 augustus 2007 hebben gezegd dat Henie Shamel is vermoord en dat u weet dat de moord is gepleegd door 2 Schiedammers, en dat u weet dat een van die Schiedammers Saez heet. Als ik u dit zo zeg, wat is dan uw reactie als u dit hoort?
Noorlander: Ja, nee, dat is echt niet zo. Dat denk ik niet. Als ik...
Raadsheer: Wacht even, wat bedoeld u met: dat is echt niet zo? Heeft u dit niet gezegd? Of is dat niet de waarheid?
Noorlander: Nee, dat denk ik niet. Anders had ik het misschien wel geweten, maar er gaat geen belletje rinkelen bij me nu. Als ik een goed antwoord wil geven, dan raad ik ernaar, en dat...
Raadsheer: Dus ik hou het u voor en dan zegt u: 'Er gaat geen belletje bij me rinkelen nu'?
Noorlander, Nee, nee en ik weet niet of dat echt gebeurd is. U leest het me nu voor, maar het is niet iets dat ik nu zeg het is dat en dat.
Raadsheer: Nee...

Raadsheer: U heeft het misschien al gezien, er zit hier iemand naast de advocaat die u vragen stelde zojuist, kent u die meneer?
Noorlander keek richting Moppie Rasnabe: Nou, ik kan het zo niet zeggen.
Noorlander keek nu iets beter met een hand voor zijn ene oog waar hij binnenkort aan geholpen wordt in het ziekenhuis, naar eigen zeggen.
Noorlander: Oh die? Ja eh, dat zie ik echt niet.
Raadsheer: En als u dichterbij gaat staan?
Noorlander: Ja, nee, ik zie het nu. Maar ik ken hem echt niet. Nee.

later:
Raadsheer: Kent u de naam Saez? Siegfried Saez?
Noorlander: Nee.
Raadsheer: Kent u iemand die in de wandelgangen Moppie wordt genoemd? Of werd genoemd? Moppie?
Noorlander: Dat is een hondennaam.
Raadsheer: Misschien dat sommige mensen die naam aan hun hond geven, dat weet ik niet.
Noorlander: Ja, haha... Moppie...
Raadsheer: Maar 'Moppie' zegt u dus niets?
Noorlander: Nee, absoluut niet. Het verleden ligt te ver weg voor me. In het ziekenhuis vragen ze van die dingen om te kijken hoe het met me gaat en nu is het heel erg. Als ik straks thuis ben, dan weet ik niet meer wat u gevraagd heeft.
Raadsheer: Nog één vraag dan van mijn kant. De naam Rommy kent u.
Noorlander: Ja. Daar heb ik wel een herinnering aan.
Raadsheer: Is dat een voornaam of een achternaam?
Noorlander: Dat kan ik zo niet zeggen.
Raadsheer: Een bijnaam?
Noorlander: Nee.
Raadsheer: Als ik nou de naam Henk zeg, Henk Rommy, zegt u dat wat?
Noorlander: Nee... absoluut niet meer... Nee, ik zit zo te graven omdat heel veel weg is.

later:
Raadsheer: Meneer Noorlander, dit wil ik nog graag van u weten. Ik heb de naam 'Moppie' genoemd. U zegt: ik sla daar niet op aan, dat is een hondennaam. 'Rasnabe', zegt u dat iets?
Noorlander: Nee, helemaal niets.
Raadsheer: Nou, dan probeer ik een andere naam: Remmers? Zegt die naam u iets?
Noorlander: Nee, helemaal niets.
Raadsheer: Jesse Remmers?
Noorlander: Helemaal niets.
Raadsheer: Greg Remmers?
Noorlander: Niks, niks, niks, niks!... niks, niks. He-le-maal niks! Dat zeg ik u, ik weet het echt niet.

Zo ging dat nog een poosje door, de andere raadsheren namen het soms over, maar Noorlander z'n geheugen bleek ook een gatenkaas. De man wist nog maar enkele dingen te vertellen. Onder meer dat hij mensen voor zich had werken als controleur in de havens, die goederen controleerden in pakhuizen, wat erin en eruit ging, aldus Noorlander. Jos van der Meer van Club Mayfair kende hij nog wel, althans de naam zei hem wel wat. Sexhuizen riep wel herinneringen bij hem op. Er zouden vroeger gokkasten in de club van Jos van der Meer hebben gestaan van Noorlander. De naam Lonneke T., de ex-vrouw van Henk Rommy, zei hem niets.

De raadsheer confronteerde Noorlander met een tapgesprek waarin Moppie Rasnabe bij hem over de lijn komt en zegt: 'Je bent nog moeilijker bereikbaar dan de Paus'. Maar ook dat zei Noorlander niets. Of hij zelf in de hasj gezeten had vroeger, daar kon hij niet van zeggen in wat voor geest dat gebeurd zou zijn en hoe hij daarover gesproken zou hebben met de politie, zei Noorlander. Wel kon hij zich herinneren dat hij een tijdje had vastgezeten op verdenkingen van hasjtransporten, onder andere in Spanje in de Carabanchel-gevangenis in Madrid. Maar voor die verdenkingen is hij vrijgesproken. Wel heeft dat een grote impact op zijn leven gehad vertelde hij. Die dingen heeft hij dan nog wel herinneringen aan, zoals ook die overval op hem en zijn vrouw.

De advocaten en het OM kregen ook nog ieder een vragenronde, maar ook hen moest Noorlander veel antwoorden verschuldigd blijven.

De voorzitter gaf op een gegeven moment aan dat het hem moeite koste te geloven dat Noorlander niets meer wist van hetgeen hij met de politie over had gesproken in 2007. Niet over de moorden, niet over Rommy en de Schiedammers, of de namen die hij daar destijds aan koppelde, eigenlijk geen één detail wist Noorlander nu nog terug te halen. In zijn woorden: He-le-maal niks! Noorlander kon dat wel verklaren: Inderdaad deed hij dat niet, want als hij halve antwoorden gaat geven of zeggen: ik denk het wel, ik denk het niet, dan is dat niet rechtstreeks eerlijk. En in dit geval weet hij het echt niet. En of dat nou door zijn hersens komt of niet en of het nou allemaal waar is, dat weet hij niet, en de voorzitter moest volgens hem zelf ook weten dat de rechercheurs je woorden in je mond kunnen geven, bij wijze van spreken, en als je dan gaat zitten van: Ja, dat was zo, of dit en dat is gebeurd, om eraf te zijn, ja dan weet ik ervan, maar ik-weet-het-echt-niet, benadrukte de 80-jarige Noorlander.

Tot zover de heer Huib Noorlander. 's Middags was het verhoor van getuige Reginald Theodor B. aka Jake B.. Daar kom ik nog wel eens op terug in de toekomst. Hij had in elk geval veel minder last van geheugenverlies dan de laatste twee.

Maandag staat getuige Malika Nassri op de rol. De weerbarstige getuige zal wel blij zijn Mr. Jan Hein Kuijpers maandag weer te zien sinds de vorige keer. June A. wordt later gehoord.

Bondtehond

vrijdag 7 maart 2014

'Ik mag nog van geluk spreken dat ik er nog zo goed vanaf ben gekomen'

De Passage-getuigenverhoren in het beveiligde Justitiële Complex Schiphol, betrekking hebbende op de zaken van de verdachten Jesse Remmers, Siegfried Saez en Moppie Rasnabe, oftewel deeldossier Cobra, zitten er nog niet op. Afgelopen week heeft het Hof echter wel meters gemaakt en zijn alle getuigen die gepland stonden voor deze week verschenen, sommige wel middels een bevel medebrenging. Zo is bij de heer Huib Noorlander in Scheveningen vanmorgen de deur van zijn huurappartement opengebroken. Noorlander slikt namelijk vanwege uiteenlopende gezondheidsklachten naar eigen zeggen 12 soorten medicatie, waaronder slaapmedicatie, dus hoorde hij niet dat er politie aan de deur was, zo zei hij. Huib Noorlander was als tweede aan de beurt om te getuigen donderdag.


Als eerste was het de beurt aan de Nederlander Emile Frans Weps jr. (51) uit Schiedam. De heer Weps was woensdag ook opgehaald door een arrestatieteam met een bevel medebrenging, zo vertelde hij in de pauze en had overnacht in de cel. Dhr. Weps was dinsdag niet op komen dagen 'omdat zijn chauffeur die zijn auto reeds volgetankt zou hebben niet wakker te krijgen was'. Na een uur had hij het opgegeven. Hij mag zelf niet meer rijden omdat hij een hersenbloeding heeft gehad in 2007. In 2012 was zijn rijbewijs ook afgepakt na een incident in het verkeer. En een telefoon-nummer ontbrak op de oproeping zei hij tegen het Hof, alleen een postbusnummer, dus het was allemaal geen onwil, zei hij later tegen de voorzitter van het Hof Mr. Ruud Veldhuisen. Een telefoonnummer zou wel handig zijn, aldus Weps. De getuige begon met die mededeling en dat zijn geheugen een gatenkaas zou zijn.

Weps had in 1993 contact met Siegfried Saez en is verhoord over een semafoon die hij eind '92 zou zijn kwijtgeraakt. De raadsheren vroegen daarover door. Veel kon Weps zich er echter niet over herinneren. De hersenbloeding was daarvan de oorzaak herhaalde hij keer op keer. Inderdaad had Weps een flink litteken op zijn voorhoofd, net onder de haargrens, ongeveer van oor tot oor. Hij vertelde me in de pauze dat zijn hele schedelpan open heeft gelegen en dat het kantje boord was destijds. Aan het Hof vertelde hij dat het in 2007 in zijn gevangeniscel was gebeurd omdat hij verkeerde medicijnen zou hebben gekregen. Hij had 99,9 % kans dat hij of zou doodgaan. Hij dacht dat hij als een kasplantje zou eindigen voor de rest van zijn leven. 'Zover hebben ze het nog niet voor elkaar gekregen', zei Weps. 'Ik mag nog van geluk spreken dat ik nog zo goed vanaf ben gekomen'. Toch merkte hij op: 'Maar als het nog slechter met me gaat, stap ik eruit. Dan stap ik voor de trein'. Mr. John Silvis was destijds overigens de advocaat van Weps en had het allemaal van dichtbij meegemaakt.

Zo goed en zo kwaad als het ging probeerden de raadsheren Weps dus te horen over de periode rond 1993 en wat hij wist van de Siegfried Saez. De Antilliaan was vroeger bevriend met zijn vader. Die had vroeger een beveiligingsbedrijf, 'iets met vulkanen'. 'Etna-services', vulde de raadsheer hem aan. Dat zou kunnen, dacht Weps, maar welke straat hij woonde destijds kon hij echt niet meer opkomen. Of hij Moppie Rasnabe kende die schuin achter hem zat? Hij keek. Nee, die kende hij niet. En de familie Remmers? Dat is toch een bekende familie, uit de kranten? Jesse Remmers kende hij niet. Hij wist alleen dat Jesse van de beroemde familie Remmers was. De raadsheer confronteerde Weps met een verklaring waarin hij vertelt dat hij bij Greg Remmers op bezoek was geweest in de gevangenis. Weps: 'Zou best kunnen, maar dat weet ik ook niet meer'.

De heer Weps was er op verzoek van de advocaat van Siegfried Saez, Mr. John Silvis. De raadsman stelde onder meer vragen over de semafoon. Over de semafoon kon Weps zich niets herinneren. Hij dacht in elk geval niet dat hij deze aan Saez zou hebben uigeleend. Ook geen telefoon. Als er een mobiele telefoon geweest zou zijn, wat hij wel aannam gezien het bedrijf van zijn vader, had zijn vader er waarschijnlijk als eerste een. Maar uitlenen aan Siegfried Saez klonk hem kennelijk onwaarschijnlijk in de oren.

later:
Advocaat-generaal Posthumus: Had u vroeger een ander postuur? Was u breder of zo?
Weps knikte ja.
AG Mr. Porsthumus: Hoeveel breder als ik vragen mag?
Weps: Ik was iets van 15 kilo zwaarder.
AG: U ziet er nog wel gezond uit, dus dat is moeilijk in te schatten, maar was u vroeger een spierbundel?
Weps: Nou ja, ik woog gewoon 15 kilo zwaarder en door het werk had ik gewoon normale spieren enzo.
AG: Ja ja. En we haddden het net even over meneer Saez. Hoe noemde u hem?
Weps: Siegfried. Zo noemde iedereen hem toch?
AG: Noemde u hem ook wel eens anders?
Weps zweeg.
AG: Sieg of zo?
Weps: Nee Siegfried.
AG: Hoe werd Siegfried door anderen genoemd?
Weps mompelde: Ik weet maar één naam en dat is Siegfried volgens mij.
AG: Misschien had Siegfried een bijnaam?
Weps: Dat weet ik niet.
AG: Dat weet u niet... U ging wel eens wat met hem drinken. Waar ging u dan drinken?
Weps: Bij mijn ouders thuis.
AG: Ging u wel eens uit of zo?
Weps: Nee.
AG: Tot wanneer heeft u bij uw ouders gewoond?
Weps diep dacht na: Tot rond mijn 20e denk ik.
AG: Tot rond u 20e jaar?
Weps: Ja.

later:
AG: Er zijn toch een aantal mensen die zeggen dat u wel meer deed met Sieg dan alleen maar gezellig wat drinken bij uw ouders thuis. Het is niet één persoon die dat zegt, maar dat zijn er wel meer. Kunt u toch nog eens uitleggen hoe de verhouding tussen u en Sieg nu was?
Weps: Die was gewoon goed.
AG: En wat deed u samen?
Weps: Niets. Drinken, gezellig praten, gewone dingen.
AG: En heeft u Siegfried wel eens opgezocht in de gevangenis?
Weps: Dat kan best.
AG: Heeft u hem wel eens opgezocht in Scheveningen? In de gevangenis?
Weps: Zou kunnen, volgens mij heeft hij overal wel gezeten, u mag van mij iedere bajes opnoemen, ik geloof het allemaal wel.
AG: En ging u dan ook altijd bij hem op bezoek als hij vastzat? Nou ja, niet altijd, maar ging u wel eens bij hem op bezoek als hij langere tijd vastzat?
Weps: Dat zal best wel.
AG: Ja, dat zal best wel, of..of..
Weps: Ja, daar ben ik heilig van overtuigd. U moet het me niet meer precies vragen. Ik twijfel. Als er familie vastzat, ging ik wel es op bezoek.
AG: Zag u Siefried ook een beetje als familie?
Weps mompelde wat, niet te verstaan.
AG: Deed u ook klusje voor Siegfried? Dat hoeven niet speciaal criminele klusjes te zijn, maar ging u wel eens iets wegbrengen, het één of het ander, of iets ophalen voor hem?
Weps: Dacht het niet.
AG: Is dat een nee, of zegt u: ik weet het niet?
Weps: Nee.
AG: Dat deed u niet?
Weps zweeg.
AG Cynthia de Jong: Wij hebben ook gekeken naar de feiten die op uw strafblad staan, de zaken waarvoor u vervolgd bent, en mij is opgevallen dat u ook in een aantal zaken tegelijk met Siegfried bent vervolgd. Zelf tegelijk op zitting heeft gestaan, waaronder die schietpartij bij de Euromast. Weet u daar nog iets van?
Voorzitter: Weet u wel waar de AG het over heeft?
Weps: Nee.
Voorzitter: Dat zegt u helemaal niks? De schietpartij bij de Eoromast zegt u helemaal niks? Dat u daar voor vervolgd bent, zegt u ook niks? Zo moet ik het begrijpen?
Weps: Ja.
AG De Jong: U heeft helemaal geen herinneringen aan die zittingen? 1997? De gebeurtenissen zelf? Er is ook een zaak bij dat er iemand ontsnapt is uit de gevangenis. Zegt u dat nog iets?
Weps dacht na.
AG De Jong: Gevangenis de Schie?
Weps: Ben ik daar voor veroordeeld dan voor die gekke zaken allemaal?
AG: Nee, ik vraag of u daar nog iets van weet?
Weps: Ik niet.
AG: Helemaal niets?
Weps: Nee.

Criminele zaken wist Weps niets van te herinneren. Niet met wapens, niet met drugs, niets. Kennelijk was Weps ook een keer samen met Saez opgepakt, maar ook dat wist hij niet meer. De AG probeerde nog of hij nog iets wist van na de hersenbloeding. Het antwoord was negatief.

De voorzitter waagde vervolgens nog één poging over de bezoeken aan Greg Remmers.
Voorzitter Mr.Veldhuisen: Meneer Weps, als ik het onder woorden breng, u weet veel niet meer, sommige dingen wel. Of u de zaak volgt in de media, zei u dat u het wel eens op TV had gezien. U zei over Jesse Remmers: Ja, die is van een beroemde familie. Ik heb u voorgehouden dat u bij de politie heeft gezegd: 'Ja, ik ben meermalen bij Greg Remmers op bezoek geweest'. Maar ik zeg ook dat u bij één van die gelegenheden Jesse Remmers daar heeft ontmoet. Mijn vraag is nu aan u, of u toch nog eens goed na wilt denken of u toch niet iets meer weet van die keer en of daar geen enkele herinnering meer over bestaat?
Weps: Echt niet meer, meneer.
Voorzitter: Dus u bent meermalen bij iemand op bezoek geweest waarvan u zegt: Ik heb geen idee?
Weps: Nee, wat ik belangrijk vind, zijn de herinneringen aan mijn familie en dat soort dingen.
Voorzitter: Ja, en uw gezondheid he, zei u?
Weps: En mijn gezondheid, ja.
Voorzitter: Dan zijn er geen vragen meer. Zijn er nog vragen bij de raadslieden? ... Nee? Dan wordt de zitting voor een kort moment onderbroken om te beraden.

Het Hof besloot na een kort beraad dat het zo wel welletjes was en beëindigde het verhoor van Dhr.Weps. Hij mocht gaan.

Later nog een stukje verhoor van getuige Huib Noorlander. Ik probeer morgen, kan ook later worden vanwege het mooie weer.

Bondtehond

woensdag 5 maart 2014

'Ik vind het wel merkwaardig dat u nu zegt dat u het zich niet kunt herinneren'

Helaas was ik dinsdag verhinderd om de tweede reeks getuigen in de zaak Cobra te kunnen volgen in het extra beveiligde JCS-complex te Schiphol. Maandag waren er echter 4 getuigen, waarvan ik slechts getuige Coby C. eruit heb gepikt. De andere getuigen waren zeker niet minder interessant. Integendeel. De heer R.G.M. zat zelf gedetineerd in de Schie in Rotterdam. Van de dames C.D.W. en M. M. was mevrouw W. huisvrouw en mevrouw M. naar eigen zeggen een ambtenaar op Curaçao. Zij was speciaal overgevlogen om te komen getuigen. 

Siegfried Saez 1993 + 2014

De Antilliaanse getuigen konden zoals iedereen kiezen voor de eed of de belofte en allen kozen voor de eed: 'Zo waarlijk helpe mij God almachtig'. De voorzitter van het Hof Mr. Veldhuisen benadrukte bij iedere getuige dat het van belang is dat ze goed zouden nadenken en niets zouden invullen mocht het geheugen hen in de steek laten. Tenslotte is het ook al 19 jaar geleden waarover zij kwamen getuigen. Als tweede werd R.G.M. gehoord. De heer R.G.M. had geen vaste woon of verblijfplaats en is diverse keren in aanraking gekomen met justitie, onder meer voor drugssmokkel. Hij had Kenny Rampenburg leren kennen in gevangenis Koraalspecht op Curaçao.

Als eerste stelde een van de raadsheren vragen aan R.G.M. Het ging over een gebeurtenis waar R.G.M. in de jaren '90 over heeft verklaard. Later is R.G.M. daar een aantal malen over gehoord door de politie, onder meer over een periode dat hij in Nederland logeerde bij Soraida Maxwell in haar woning te Hoogvliet. Soraida was de toenmalige vriendin van Kenny Rampenburg, die de vriend en partner in crime was van Saez. Soraida is later hoogstwaar-schijnlijk vermoord. Officieel geldt Soraida nog steeds als vermist. Zij is in januari 1994 voor het laatst gezien in haar woning in Hoogvliet. Siegfried Saez is lange tijd verdachte geweest in die zaak, maar is uiteindelijk vrijgesproken bij gebrek aan bewijs.

R.G.M. keek vroeger nogal op tegen Kenny omdat hij een stuk ouder was en veel vrouwen om zich heen had, zo las de raadsheer voor uit een verklaring. Later, in Nederland zou Kenny Rampenburg volgens R.G.M. hem eens een groot geldbedrag in duizendjes hebben laten zien op een slaapkamer, waar de vrouwen niet bij waren. Hij heeft daar destijds over verklaard bij de politie, onder meer dat er toentertijd is gesproken over een schietpartij in België waarbij twee mensen waren doodgeschoten en dat het geld daarvan afkomstig zou zijn. R.G.M. kon zich er nu niet veel meer van herinneren, echter de raadsheer wees hem op verklaringen afgelegd op 2 en 14 augustus 2007, toen de politie bij hem was geweest in HvB De Schie. R.G.M. zou hebben verklaard dat Kenny hem in de woning van ene Marisol Parera in Amsterdam een stapel duizendjes liet zien, ongeveer 20 - 30.000 gulden. Rampenburg zou R.G.M. hebben verteld dat hij en Tochi (broer Kenny Rampenburg), ofwel Sieg (Siefried Saez), twee mensen hadden doodgeschoten. Dit was in de zomer van 1993. R.G.M. antwoordde via de vrouwelijke Antilliaanse tolk nogmaals dat hij zich dit niet kon herinneren. Wel dat hij Kenny 500 gulden had geleend toen deze vast kwam te zitten. Soraida Maxwell had hem later dat geld teruggegeven, waarop hij naar Curaçao terugvloog.
Raadsheer: Dus u zegt eigenlijk: 'Ik kan het mij niet herinneren. Het is niet gebeurd?'
R.G.M. (via tolk): Voor zover ik mij kan herinneren niet.
Raadsheer: Ik vind het wel merkwaardig dat u nu zegt dat u het zich niet kunt herinneren.

De raadsheer ging er toch op door en las vervolgens delen voor uit de verklaringen van toen: In 1996 had R.G.M. vrij uitgebreid verklaard, over drugs dat hij moest vervoeren, over Soraida Maxwell en over de schietpartij in België. Hij had later gehoord van ene Roberto Roosje dat Siegfried Saez ook bij de schietpartij betrokken zou zijn. De reden voor de schietpartij zou een ripdeal geweest zijn, waarbij Saez 600.000 gulden zou hebben buitgemaakt. Ook van andere, maar hij wist niet meer van wie, zou hij hebben gehoord dat Siegfried Saez erbij betrokken was. Ook zou hij Saez wel eens met vuurwapens hebben gezien.

(samenvatting)
Raadsheer: Dat heeft u toen verklaard. U zegt: 'Siegfried Saez droeg altijd twee automatische vuurwapens bij zich en hij droeg altijd een lange jas om die vuurwapens te bedekken'.
R.G.M: (via tolk): Dat was Kenny.
Raadsheer: Heeft de politie dat dan verkeerd opgeschreven, of heeft u dat verkeerd verteld, of...
R.G.M. Dat weet ik niet.
Raadsheer: In een verhoor, 11 jaar later in 2007, bent u weer bij de politie geweest. Weet u dat nog?
R.G.M: (via tolk): De polities zijn bij mij geweest, dat kan ik mij nog wel herinneren, ja.
Raadsheer: Twee augustus 2007 in De Schie in Rotterdam. De politie heeft toen met u gesproken. U heeft niets ondertekend, maar de politie heeft wel dingen opgeschreven.
R.G.M: Ja, ja...
Raadsheer: Over dat u Kenny had leren kennen. Het was in de woning van Marisol. In de zomer van 1993. Kenny zou u een stapel bankbiljetten hebben laten zien. Marisol was er zelf ook bij, en Edine en Edselien ook. Klopt dat?
R.G.M. (via tolk): Ja, dat kan ik mij zelf niet zo herinneren, ik weet alleen dat ik zelf geld aan Kenny heb gegeven omdat hij vast kwam te zitten en Soraida gaf me dat terug en toen ben ik meteen naar Curaçao teruggevlogen.
Raadsheer: Ja, dat vertelde u. Maar ik ga toch even verder daarover. Ik vind het merkwaardig dat u dat toen vertelde en dat u nu niets meer weet. Hoe komt het dat u bij de politie vertelde dat Kenny u had verteld over over Antwerpen?
Getuige R.G.M: Kenny heeft me niet verteld over Antwerpen.
Raadsheer: Hoe kan het gesprek op een schietpartij in België uitkomen?
Getuige R.G.M: (via tolk): Omdat hij geen geld meer had.
Raadsheer: Maar hoe komt het uit op België?
Getuige R.G.M: (via tolk): Nou, hij had verteld dat hij in België problemen had. Misschien hebben ze het verkeerd opgeschreven omdat ik ook niet helemaal goed Nederlands praat. Kenny heeft me niet verteld over Antwerpen, alleen over België. De politie zei Antwerpen.
Raadsheer: U zegt dat Kenny bij de Belgische grens iemand had doodgeschoten. 'Maar hij was niet alleen. Ik herinner me dat ze beide hadden geschoten'. U zegt: Ik herinner me dat ze beide hadden geschoten en dat de auto een Mercedes was.
Getuige R.G.M: (via tolk): Over die Mercedes: De politie liet me foto's zien.
Raadsheer: U zegt ook dat Kenny had geschoten. Dat vind ik dan toch een beetje raar.
Getuige R.G.M: Ik praat niet goed Nederlands. Het kan komen omdat ze het verkeerd hebben begrepen.
Raadsheer: De politie zegt: We lazen de verklaring voor, hij las het na en hij zei dat het klopte.
Getuige R.G.M: (via tolk): Ik heb zelf bedacht dat het Saez geweest moest zijn.
Raadsheer: Waarom dacht u dat?
Getuige R.G.M: Soraida had me dat verteld.
Raadsheer: Wist u iets van Siegfried, of hij gevaarlijk was? U zegt nu: Ik heb zelf de naam van Saez ingevuld dat hij erbij aanwezig was.
Getuige R.G.M: (via tolk): Ja, Kenny vertelde 'een vriend', ik dacht dat Kenny Saez bedoelde.
Raadsheer: Ik lees voor: Enkele weken later vertelde Roberto Roosje me dat Saez aanwezig was.
Getuige R.G.M: (via tolk): Hoe moet ik iets van 20 jaar geleden herinneren??
Raadsheer: U hoeft alleen te antwoorden wat u weet als dat de waarheid is.
Getuige R.G.M: (via tolk): Oké...

Ook bij deze getuige leek zijn geheugen hem soms in de steek te laten. Hij herinnerde zich nog wel dat hij een keer was geript van zijn gouden ketting door Siegfried: 'Toen dat gebeurde, heb ik mijn handen gewassen en ben ik gegaan. Ik heb vanaf toen afstand genomen'.

Het OM stelde de getuige enkele vragen. Een van de vragen was: U zegt dat u zelf heeft ingevuld dat het Saez was. Hoe kwam dat, dat u dat dacht?
Getuige R.G.M: Omdat ze altijd samen waren.
OM: Jawel, maar het is nogal wat...
Raadsheer: En hoe kwam dat?
Getuige R.G.M: Vanaf het moment dat ik mijn ketting kwijt was, dacht ik dat het Saez was.

De advocaat van Siegfried Saez, Mr. Silvis vroeg later onder meer nog even door over die ketting en wie die gestolen zou hebben.
Mr. Silvis: Wie pakte die ketting?
Getuige R.G.M: Lex. Die was een brede man.
Mr. Silvis: Siegfried heeft daar voor gezeten hè?
Getuige R.G.M: Ja.
Mr. Silvis: U vertelt dat iemand over Antwerpen vertelde. Roberto Roosje, heeft die over Antwerpen verteld?
Getuige R.G.M: Ik kan me dat niet herinneren.
Mr. Silvis: U zegt later: Volgens mij hebben ze 125.000 gekregen, Roberto Roosje en Siegfried.
Getuige R.G.M: Dat weet ik niet meer zo.
Raadsheer: Nog even over Antwerpen of België. Heeft de politie het voorgehouden?
Getuige R.G.M: De politie heeft over een man en een vrouw gesproken.
Raadsheer: Dat is niet mijn vraag.
Getuige R.G.M: (via tolk): Het is meer dan 20 jaar geleden. De politie probeerde me dingen te laten herinneren. Daarom zeiden ze dingen.

Het Hof vroeg of Siegfried Saez wilde reageren op wat de getuige vertelde. Saez vond: 'dat de getuige zodanig in de war was, over die paar minuten met die ketting'.
Raadsheer: Was u erbij, bij dat incident met die ketting?
Saez: Ik was daar gereden met Maxwell. Die kreeg ook geld daarvan.
Raadsheer: Soraida Maxwell?
Saez: Ik ben ook even daar geweest.
Raadsheer: Was u erbij?
Saez: Ja, het is gebeurd door een hele andere jongen. Niet Lex.
Raadsheer: Was u aanwezig?
Saez: Nee, ik heb niets daarmee te maken.

Getuige R.G.M kon gaan en werd afgevoerd.

Hierna gaf Saez ook aan dat hij terug wilde: 'Ik heb last van mijn ogen, veel'. Saez werd daarop tevens afgevoerd door de parketwachten.

's Middags kwamen twee vrouwelijke getuigen: C. D.W. en Minouska M. Mevrouw W. had destijds een relatie met Edson Rafaela, een vriend van Kenny Rampenburg en Minouska M. had destijds een relatie met Kenny Rampenburg. De dames leken iets makkelijker te praten dan de heren. Misschien dat dit mede kwam omdat Siegfried Saez intussen niet meer pal achter hen zat, zoals 's ochtends wel het geval was. Maar dat speculeer ik een beetje. Wellicht dat de dames ook minder door de wol geverfd zijn dan de twee heren.

Het komt er nu niet van veel terug te halen, wellicht op een later moment, maar één opmerkelijk feitje kwam wel boven in geval van mevrouw M.M. Gedurende het verhoor van Mr. Silvis gaf zij toe dat ze gesprekken met de 'autoriteiten' had gevoerd waar ze niet over mocht praten. De raadsman verbaasde zich over het feit dat zij met de politie had gesproken, maar niet over Siegfried Saez, terwijl saez toch een niet mis te verstane factor was in het verhaal.
De raadsheer zei: Ze zei geen politie, ze zei autoriteiten.
Mr. Silvis: Oh, dan was dat een 'slip of the tongue'. We houden het dan nu nog even op autoriteiten. Dan vraag ik daarna wel wie dat dan wel mogen zijn.

Daarop sprak de getuige even tot de tolk.
Raadsheer: Bent u nu aan het overleggen?
De tolk reageerde: Ik moet het nog even vertalen.
Getuige M.M. (via tolk): Het is voor mij allemaal heel erg verwarrend. Ik ben ontzettend bang om dingen te zeggen, want ik weet dat meneer Siegfried Saez heel erg gevaarlijk is. Dat met die autoriteiten: Ik ben degene die Kenny Rampenburg heeft aangegeven. Er is mij op het hart gedrukt dat ik dat aan niemand mocht vertellen.

Mr. Silvis: Mevrouw, die autoriteiten in Rotterdam, was dat de politie van Rotterdam? Want het gaat om iets in 1994 en als het dan alleen om Kenny gaat, dan lijkt me dat nu de situatie wat anders ligt, omdat Rampenburg is overleden. Ging het alleen om Kenny, heeft u alleen Kenny toen aangegeven? En met welke autoriteiten heeft u toen gesproken?
Getuige M.M.: Ja, ik mag het niet zeggen met wie ik toen gesproken heb....  Ik heb ervoor getekend.
Mr. Silvis: Maar waren dat justitiële autoriteiten? Of... of was dat de burgermeester?
Getuige M.M. : Nee, dat was niet de burgermeester.
Mr. Silvis: Waren dat justitiële autoriteiten?
Getuige M.M.: Ja.
Mr. Silvis: Was dat de CIE? De politie van Rotterdam?

Advocaat-generaal Mr. Posthumus: Ik vraag u het antwoorden op de vragen te beletten! We weten helemaal niet of mevrouw M.M. contact heeft gehad met de CIE. We weten wel dat ze Kenny Rampenburg weg heeft getipt. Dat staat al in het dossier.
Mr. Silvis: Ja, dat klopt. Maar zojuist heeft zij het wat breder gemaakt. Zojuist sprak zij over ambtelijke mensen?
Mr. Posthumus: Ja, maar dat zijn vragen die voor de zaak Saez niet relevant zijn.
Mr. Silvis: Nou, die relevantie kan ik u wel schetsen hoor. Als nu blijkt dat mevrouw M.M. weet van de conflicten die speelden in de Antilliaanse gemeenschap in die tijd en dat er mensen waren die er belang bij hadden om ten aanzien van meneer Saez strafrechtelijk uit te laten?
Mr. Posthumus: Dan vraagt u daarover. U vraagt nu welke autoriteiten....
Voorzitter: Goed, het antwoorden op die vragen is belet. De vraag is genoteerd. We zullen op een ander moment daarop terugkomen.
Getuige M.M.: Goed.

Tot zover.

Morgen de verhoren van Huib Noorlander en Jake Bosnie.
's Middags gaat het over de voorlopige hechtenis van Fred Ros.


Bondtehond

dinsdag 4 maart 2014

'Als Saez in uw ogen een duivel is, vind ik hem een engel'

Maandag was het vooral een Antilliaanse aangelegenheid in het JCS tijdens getuigenverhoren in de zaken van Siegfried Saez, Jesse Remmers en Moppie Rasnabe. Het betrof voornamelijk de liquidatie van Henie Shamel en Anne de Witte in Antwerpen. Vier Antilliaanse getuigen, allen eerder gehoord over Siegfried Saez en Kenny Rampenburg, werden opnieuw gehoord door alle procespartijen. Voor de getuigenverhoren konden beginnen, waartoe reeds enkele tolken hadden plaatsgenomen buiten de rechtszaal, beraadde het Hof zich eerst over enkele vorderingen door het OM.


De advocaat-generaal Cynthia de Jong lichtte twee vorderingen toe. De eerste vordering betrof psycholoog mevrouw Brouwers, die een getuige onder hypnose had gehoord over de zaak Opa, de liquidatie van Tonny van Maurik bij het Altea-Hotel. Het OM heeft het standpunt ingenomen dat niet helemaal duidelijk is hoe het verhoor is verlopen omdat de verbalisanten niet aanwezig waren bij de inleiding tot het 'diepte-verhoor onder hypnose', zoals het genoemd wordt en op het dossier staat. Het OM wil daarover mevrouw Brouwers horen.

De tweede vordering gaat over het contact dat er is geweest door de voormalige verdediging van Nan Paul de B. met getuigendeskundige professor P.J. van Koppen, waarbij Van Koppen een standpunt heeft ingenomen over de totstandkoning van de compositietekeningen. De voormalige advocaat van Nan Paul de B, Mr. Menno van Gaalen, zou in een email en ook telefonisch allerlei inhoudelijke punten onder de aandacht van Koppen hebben gebracht. Het OM vraagt zich derhalve af of professor Van Koppen onbevooroordeeld genoeg was om in deze zaak ten aanzien van dit specifieke punt een rapport te schrijven. Het OM vraagt het Hof daarom een andere getuigendeskundige dan Van Koppen te benoemen.

De verdediging vroeg afwijzing van de vorderingen. Advocaat van Mr. Post van De B. maakte bezwaar tegen de voorderingen, onder meer omdat het wat de verdediging van De B. betreft 3 maanden te laat komt. Advocaat Mr. Stijn Franken van Pinny Song vond het jammer dat het OM een getuigendeskundige op voorhand verdacht wordt gemaakt door het OM, hij vroeg afwijzing. Advocaat Mr. Robert Malewicz van Jesse Remmers vroeg de vordering ook af te wijzen omdat er volgens hem een begin van aannemelijkheid moet zijn van vooringenomenheid door Van Koppen. Zijns inziens is dat er niet.

Het Hof besliste dat in geval van psycholoog mevrouw Brouwers de vordering wordt toegewezen en zij bij de rechter-commissaris gehoord zal worden over het diepte-verhoor onder hypnose. In geval van de heer professor Van Koppen neemt het Hof (nog) geen beslissing omdat het niet ondenkbaar is dat de resultaten van de verhoren van de getuigen De Wit (de taxi-chauffeur op wiens aanwijzingen de compositietekeningen zijn gemaakt dmv het hypnose-verhoor) en psycholoog Brouwers nopen tot heroverweging van de beslissing als zodanig en van de inhoud daarvan. Dus toewijzing in geval van psycholoog Brouwers en aanhouding van de beslissing in geval van professor Peter van Koppen.

(De raadslieden van De B. en Song vertrokken na deze beslissing van het Hof. Ik zal nu alleen een gedeelte van het eerste getuigenverhoor terughalen.)

Getuige Jacobus 'Coby' C. werd als eerste binnen geroepen van de groep van vier Antilliaanse getuigen: Coby C., R.G.M. (heren), C.D.W. en M.M. (dames). De meeste getuigen kenden Kenny Rampenburg, de tijdens een politie-achtervolging op Curaçao dodelijk verongelukte vriend/partner van Siegfried Saez, die tevens verdacht werd van medeplichtigheid aan de dubbele liquidatie in Antwerpen op Henie Shamel en Anne de Witte, oftewel de zaak Cobra. Getuigen C. en R.G.M kenden Siegfried Saez wel. C.D.W. en M.M. alleen oppervlakkig via hun toenmalige partners. Iedere getuige kende echter de reputatie van Saez. Echt makkelijk praten over Siegfried Saez deden de getuigen niet. Saez zat 's morgens nog achter C. en R.G.M. naast zijn raadsman Mr. Silvis. 's Middags was Saez reeds terug naar het Huis van Bewaring.

Coby C. had duidelijk tegenzin om te moeten getuigen en dat liet hij meermaals merken ook. Het eerste half uur verliep zeer moeizaam. De voorzitter van het Hof riep C. een aantal malen tot de orde, echter de getuige bleef opstandig tot ronduit brutaal. Het Hof onderbrak het verhoor zelfs even nadat men een aantal malen vruchteloos had aangegeven dat C. verplichtingen had en mee diende te werken. Hij was verplicht te antwoorden en te luisteren, kort gezegd. De voorzitter van het Hof Mr. Ruud Veldhuisen gaf na het beraad aan dat C. gegijzeld kon worden als C. zo zou doorgaan. Daar had C. ook geen zin in en vanaf dat moment ging het verhoor ietsje soepeler.

Coby C., die zelf ook 17 jaar gedetineerd heeft gezeten naar eigen zeggen, had Siegfried Saez leren kennen in gevangenis Koraalspecht op Curaçao. Hij was een aantal keren gehoord over Siegfried Saez, in 1996, 2008 en 2009. Hij zou Saez nog twee keer hebben ontmoet. Zijn paspoort was gevonden in een auto van Siegfried Saez. De politie had hem daarmee geconfronteerd en daarna heeft hij wel wat dingen verklaard over Saez. Coby C. zei nu echter: 'Ik heb niets over Saez te zeggen. Het is 19 jaar geleden die zaak, en trouwens dat heb ik die officier ook al eens gezegd: "Als Saez in uw ogen een duivel is, vind ik hem een engel". Ik weet ook waarom ik dat heb gezegd, het moet na vandaag afgelopen zijn, ik ben het moe en zat! En over hem heb ik niets te vertellen'.

Zijn stem klonk hard. Het Hof maande hem tot kalmte, waarop C. vertelde dat hij psychische problemen heeft en opgenomen is geweest in Parnassia. Hij beschuldigde de politie van dwang om te getuigen nadat men hem had geconfronteerd met de foto van zijn paspoort die hij had verloren. Het Hof probeerde te achterhalen wat hij had verklaard in 1996. Hij onkende iets te hebben verklaard, echter het Hof bleef aandringen en confronteerde hem met delen uit een verklaring die hij had afgelegd over een ontmoeting bij een tankstation. Kennelijk heeft C. in '96 verklaard dat hij een hand op zijn schouder voelde, dat hij zich omdraaide en Siegfried Saez zag staan, dat deze hem vertelde over gevaarlijke stoffen die Saez had vervoerd naar Frankfurt in Duitsland, waar hij een miljoen voor zou hebben ontvangen en over een pistool in een schouderholster dat hij had gezien bij Saez en dat Saez in België zou zijn geweest. Saez zou hem een en ander hebben verteld. Of C. zich dat nog kon herinneren? C.: Nee, dat kan ik niet. Het kan best.

De voorzitter las delen voor uit zijn verklaringen: 'Ook vertelde hij over Antwerpen. Hij was daar geweest, maar er was iets misgelopen. Hij heeft daar mensen doodgeschoten' U zei ook: 'Ik zag dat Saez een schouderholster droeg met een wapen erin'.
C.: Nee! Dat weet ik niet meer! Ik herinner me wel van die agent. Hij heette Robert. Als ik het zeg gaat justitie op zijn grondvesten schudden. Hij zei: "We willen hem in de val laten lopen". Dat zijn uw mensen die dat zeiden!
Raadsheer: Heeft hij u gezegd dat u er maar op los mag liegen?
C.: Nee, dat niet.
Raadsheer: Dat u niet de waarheid hoefde te vertellen?
C.: Nee! Maar luister! Deze meneer heeft mij veel geholpen toen ik het vroeger moeilijk had. Wat anderen ook zeggen, hij heeft een goed hart! Wat hij ooit gedaan heeft, Siegfried heeft een
goed hart en hij schiet niemand neer als er geen reden voor is. Ik ken hem!
Raadsheer: Meneer C., vind u het moeilijk om op vragen te antwoorden? Ik vraag u nu: Zou u makkelijker op vragen antwoorden als de heer Saez er niet bij zou zijn?
C. : Ik praat ook waar hij bij is.

Na een paar keer opstandig gedrag en stroef beantwoorden van vragen, wees de voorzitter C. er nog eenmaal op dat hij wel moet antwoorden.
C. : Ik moet niks! Dood moet je gaan! Ik moet niks!
Voorzitter: Meneer C., er zijn verplichtingen, u moet goed luisteren en antwoorden.
C .: Dan kunt u mij vastzetten!
Voorzitter: Dat kunnen we inderdaad. Als u nou gewoon antwoord geeft op de vragen die we stellen en niet steeds gaat dicussiëren...
C. : Ik ga alleen antwoorden met ja en nee. Meer doe ik niet.
Raadsheer: Ok, u zegt: Ik antwoord met ja en nee. Klopt het dat u Siegfried Saez tegenkwam bij een tankstation?
C. : Ja
Raadsheer: Klopt het dat hij zei dat hij iemand had doodgeschoten in Antwerpen?
C. : Nee.
Raadsheer: Klopt het dat u dat wel tegen de politie heeft gezegd in 1996?
C. : Ja.
Raadsheer: Heeft u dan bij de politie gelogen?
C. : Nee.
Raadsheer: Ja kijk, dan begrijp ik het dus al niet meer. Want dat kan niet kloppen...  Als u bij de politie heeft gezegd, het is niet gebeurd...
C. : En als ik u zeg dat ik al 20 jaar verslaafd ben aan cocaïne, dat mijn kop niet goed is, gelooft u mij dan? Zijn de verklaringen van een verslaafde belangrijk? Op de verklaring van een verslaafde kun je niet rekenen.
Raadsheer: Ik geloof dat u heel goed begrijpt, dat als u aan het Hof vraagt of u alleen met ja en nee wilt antwoorden en het blijkt na drie vragen al niet te kloppen...
C.: Ik zei al: Ik wil dit afronden en wegwezen. Ik heb mijn eigen problemen...
De voorzitter was het zat: Ehm, de zitting wordt voor een kort moment onderbroken, we gaan ons even beraden over de vraag wat ons te doen staat. We komen met 5 a 10 minuten weer terug.

Na het beraad zei de voorzitter: U zei het net zelf al, meneer C.. Dat we u dan maar moeten opsluiten. In de wet staat dat u uw plicht moet doen. Als u dat niet nakomt, kunt u gegijzeld worden. Dat is niet leuk. Het Hof heeft nagedacht. Is er een reden om de heer Coby C. te gijzelen? Ik stel de vraag nu aan u: Gaat u meewerken, of gaan we u gijzelen? Denkt u goed na.
C.: Is goed.

Met andere woorden, de heer C. werkte vanaf dit moment wat beter mee en langzamerhand kwamen er toch wat dingetjes boven. Zo zou C. ooit eens zijn ingehaald door Siegfried Saez in een grote Ford Granada met een donkere muts op. Hij gebaarde C. te stoppen en ze hebben toen staan praten langs de kant van de weg. C. zou dus later hebben verklaard dat Saez hem toen vertelde over zaken met de gevaarlijke stoffen naar Duitsland en over iets dat in Antwerpen uit de hand zou zijn gelopen. Iets waarbij mensen waren doodgeschoten.
Voorzitter: "Hoe en waarom zei hij mij niet", dat zei u in 1996. Mijn vraag is nu: Herinnert u zich dat Saez die woorden tegen u gesproken heeft?
C. : Ja.
Voorzitter: Dat heeft hij u gezegd?
C. : Ja.



Tot zover. De verdediging en het OM werden vervolgens in de gelegenheid gesteld vragen te stellen. Later volgt nog een samenvatting van enkele vragen.

Morgen het getuigenverhoor van de getuigen Weps jr., Van Ooijen, Minguel en Molenkamp.

Bondtehond

vrijdag 14 februari 2014

'Is er een naam genoemd namens iemand voor wie zij kwam?'

Donderdag stonden twee getuigenverhoren gepland in het JCS op Schiphol. De vader van Nan Paul de B. en Geurt Roos, de dinsdag verhinderde beruchte voormalig bodyguard van Klaas Bruinsma, werden beide gehoord in de zaak Opa, aangaande de liquidatie van Tonny van Maurik. De enige aanwezige verdachte was Pinny Song. In de zaal zaten natuurlijk wel de raadslieden namens hun cliënten Nan Paul de B., die zelf vanwege een migraine-aanval in het Huis van Bewaring was gebleven, Freek Stevens, Jesse Remmers en Moppie Rasnabe. Als eerste kon de heer Nan Paul de B. sr. de rechtszaal betreden. Geurt Roos was nog onderweg.

Geurt Roos + Tonny van Maurik

De heer Nan Paul de B. is een nette bescheiden man voor wie het beslist geen dagelijkse kost is om in een zaak als Passage te moeten getuigen. De voorzitter nam de eed af en een van de andere raadsheren begon de eerste vragenronde. Veel vragen gingen over de periode dat Nan Paul in Amsterdam aan de Van Woustraat zou wonen. Althans dat was de plaats waar de vader van Nan Paul zijn zoon wel eens afzette bij de woning waar Nan Paul samen zou hebben gewoond in een appartementje met een vriendin, ene Mireille. Dat moet ongeveer zo'n 5 a 6 keer geweest zijn in de periode 1993, aldus de vader. Hij had de vriendin echter nog nooit ontmoet. Ze schijnt wel een keer bij de ouders thuis te hebben geslapen terwijl zij niet thuis waren. Wanneer dat precies was, wist de heer De B. niet precies.

Ook het verhoor van de heer De B. door de raadsheren kun je omschrijven als behoorlijk kritisch. Over de plek waar Nan Paul woonde, over de etage, over de plek waar z'n vader hem had afgezet, over de banen van Nan Paul, hoe Nan Paul op z'n werk kwam, welke wegen hij fietste, wel metrostation hij uitstapte, of hij filtersigaretten rookte, hoe lang Nan Paul zijn haar droeg destijds, zijn haarkleur, over zijn vriendenclubje uit 1993, (Jesse Remmers, Moppie Rasnabe, Freek Stevens, Yehudi S.) en of Nan Paul zijn rijbewijs had en wel eens in auto's reed.

De advocaten-generaal vroegen enkele keren of de heer De B. stukken had ingezien voor dit getuigen-verhoor. De heer de B. had wel zijn eigen verklaring uit 2008 doorgelezen en op een uitrekseltje na zou hij geen inzage hebben gehad in stukken, aldus De B. Het viel op, zo zei een van de raadsheren, dat de getuige aan de ene kant heel veel was vergeten en aan de andere kant dat hij sommige vragen wel precies wist te beantwoorden, terwijl je zou verwachten dat hij die nou juist wel zou moeten weten. Over een briefje dat is gevonden bij zijn zoon wist hij bijna niets te vertellen. (Dat ging over het briefje met de tekst 'Fuck it, life is too tough for me' en tekst die doet vermoeden alsof Nan Paul de B. nadacht over een deal met Justitie.) Het viel een raadsheer kennelijk op dat de vader daar zichtbaar moeite mee had om over te praten. De raadsheer vroeg waarom dat zo lastig was. De B. antwoordde dat dat was omdat hij de inhoud niet kent.

Mr. Geert-Jan Knoops, samen met Steven Post, de nieuwe advocaat van Nan Paul de B. stelde ook enkele vragen. Zou het kunnen dat de heer De B. zich niet zoveel kan herinneren uit die periode omdat het bedrijf waar hij in 1993 werkte failliet raakte en dat een periode was van veel zorgen om zijn baan? Dit ging met name over een verklaring die de heer De B. had afgelegd in 2008. Kennelijk kon de heer De B. zich in 2008 niet veel herinneren uit de periode waarin de liquidatie plaatsvond. De vader had wel gezegd dat hij zich niet kon voorstellen dat zijn zoon tot zo'n misdaad waar hij voor was aangehouden in staat was. Knoops: Wilde u dat daar mee uitdrukken? De B.: Ja, je kent je zoon door en door. Dat is iets waar ik hem niet voor aanzie.

De heer de B. kon gaan en de rechtbank riep Geurt Roos even binnen om te zeggen dat Geurt Roos iets te laat was en het Hof ook, dus dat streepte de voorzitter tegen elkaar weg, en dat het Hof eerst een kwartier ging pauzeren. Geurt Roos had kennelijk nogal moeten zoeken naar het JCS, maar het was uiteindelijk toch gelukt het complex te vinden en was nu aanwezig. Na de pauze werd Geurt Roos binnengeroepen. De grote Geurt was net als Rik Lam gekleed in een dik houthakkershemd. Hij begroette de aanwezigen en nam plaats midden voor het Hof.

Het verhoor van Geurt Roos ging net als bij Rik Lam voornamelijk over de ontmoeting met de prostituee Karin Swager die in café De Moezel kwam vragen of Rik Lam mensen wist om iemand te vermoorden. Geurt Roos gaf aan dat het wel erg lang geleden is. De raadsheer onderkende dat. De voorzitter wees Roos op het belang dat hij alleen dingen zou verklaren die hij nog zeker wist en om dat te onderstrepen liet hij Roos de eed afleggen, aldus de voorzitter. Na de eed vertelde Roos aan het Hof in een notedop wat er die keer gebeurde.

De raadsheer die Roos ging ondervragen zei: Ik neem aan dat u wel weet waarvoor u hier bent?
Geurt Roos: Ja, ik ben ooit een keer benaderd, althans ik zat toen met een toenmalige kennis wat te drinken in een café in Utrecht... ik denk dat het daarover gaat?
Raadsheer: Daar gaat het over ja. Dat is al heel wat jater terug,
Geurt Roos: Dat is mij altijd bij gebleven. Ik zat toen met een toenmalige vriend wat te drinken en toen komt er op een gegeven moment een vrouw binnen en die zegt tegen die andere man: 'Weet je iemand om iemand te vermoorden?' Ik denk: Hè?! Vermoorden?... Toen zeg ik tegen die vrouw: 'Das goed, dat kost 50 ruggen'. Ik denk: Wie komt er nou bij je: wil je iemand vermoorden? En vervolgens is die vrouw weer weggegaan en een maand of wat later moest ik bij de politie komen. Toen had die vrouw ik weet niet wat allemaal verklaard. Dus toen heb ik dat bevestigd, want ik wou natuurlijk niet in een moordonderzoek meedoen zeg maar, hahaha...
Raadsheer: Ja, nou heeft u zonder dat ik eigenlijk verder wat heb gevraagd de film even heel snel afgedraaid en nu wil ik even naar het begin van die film gaan en deze hier en daar even stilzetten en daar dan wat nader vragen over met u doornemen. Ehm, u verteld over de gebeurtenis in dat café, weet u nog wie dat waren die personen?
Geurt Roos: Die ene was Rik Lam en die vrouw, ja dat weet ik niet meer... het was een kennis van Rik. Ik kon haar niet.
Raadsheer: Ja. Toen u met de politie daarover sprak had u een manier om haar aan te duiden, toen noemde u haar 'dat mokkeltje'.
Geurt Roos: Ja, zoiets ja.
Raadsheer: Ja. Wist u wat ze deed voor de kost?
Geurt Roos: Ik hoorde van Rick dat ze prostituee was.
Raadsheer: En wist u wat voor contact zij met Rik had, wat de relatie was?
Roos: Nee, Rik had toentertijd zoveel vrouwen.
Raadsheer: Rik had veel vrouwen?
Roos: Ja.
Raadsheer: Dat café, weet u nog hoe dat heette?
Roos: Moezel.
Raadsheer: Moezel? Dat is in Utrecht?
Roos: Ja.
Raadsheer: Kwam u er vaak?
Roos: Ik kwam er af en toe als ik Rik nodig had, dan spraken we daar regelmatig af.
Raadsheer: Ja. Met wie had u nou die avond die afspraak?
Roos: Met Rik.
Raadsheer: Met Rik, om daar even wat te drinken?
Roos: Ja.
Raadsheer: Had u nog de bedoeling om met Rik daar dingen te bespreken?
Roos: Ook.
Raadsheer: Wat zakelijke dingen?
Roos: Ja.
Raadsheer: Dat moest ook gebeuren die avond?
Roos: Ja. Ik was daar omdat ik een vraag had aan hem, maar dat stond los van die dame.
Raadsheer: Dat stond los van die dame?
Roos: Ja.
Raadsheer: Heeft Rik nog gezegd of hij een afspraak had met haar in dat café?
Roos: Volgens mij niet. Die vrouw kwam uit het niets in ene keer daar zitten.
Raadsheer: Dat is uw beleving dat ze uit het niets kwam?
Roos: Ja.
Raadsheer: Ik vraag het aan u en als dit uw herinnering is, neem ik dat van u aan. Er zijn verschillende dingen over gezegd, en of ze er nu wel of niet was omdat ze een afspraak had....
Roos: Dat staat me niet meer bij.
Raadsheer: Dat staat u niet bij... ehm, dus u zat daar aan het tafeltje met Rik en kwam zij daar bijzitten?
Roos: Ja... letterlijk.
Raadsheer: Ziet u zichzelf daar nog zitten in het café, de plek en al dat soort meer?
Roos: Nee, dat niet meer.
Raadsheer: Dat niet meer?
Roos: Nee.
Raadsheer: Maar u was wel met Rik al in gesprek? Ze herinnert u het zich?
Roos: Ja.
Raadsheer: Ja ehm... en nou vertelde u hoe dat vervolgens ging. Laten we dat nog even rustig doornemen. Wat vroeg ze nou precies?
Roos: Ehm, op een gegeven moment pikte ik uit het gesprek op of hij mensen wist om iemand te vermoorden.
Raadsheer: Of hij mensen wist om iemand te vermoorden?
Roos: Ja. En toen maakte ik een opmerking: Ja, dat kost je 50 ruggen.
Raadsheer: Dat zei u? Nam u deel aan dat gesprek?
Roos: Toen nam ik deel aan het gesprek, ja.
Raadsheer: Meteen van het begin af aan?
Roos: Nee, want Rik was effe met die vrouw bezig en toen hoorde ik dat en ik dacht: 'Het kennie gekker worden'.
Raadsheer: Ja... ja, want ze richtte zich in eerste instantie tot Rik?
Roos: Ja.
Raadsheer: En ehm, heeft ze nog meer dingen gezegd? Wat precies? Om wie bijvoorbeeld zou het gaan?
Roos: Voor zover ik weet niet, bij wat ik nu nog weet. Misschien heb ik toen anders verklaard?
Raadsheer: Maar wat u nu nog weet: Ze vroeg of hij iemand wist?
Roos: Ja, of woorden van die strekking, ik weet het niet precies, maar woorden van die strekking vroeg zij.
Raadsheer: Ja. En vroeg zij ook naar de prijs?
Roos: Nee, op een gegeven moment nam ik deel aan het gesprek, ik denk: wat is dat nou voor een idioot? Wie komt er nou de kroeg inlopen: Hé jongen, weet je iemand om iemand te vermoorden?
Raadsheer: U kende haar niet hè, zei u, heeft u later nog gehoord hoe ze heette?
Roos: Nee ik... ja... nee.
Raadsheer: Nee.Wist u of ze iets had met Rik Lam?
Roos: Nee.
Raadsheer: Wat is er daarna eigenlijk gebeurd?
Roos: Toen zei ik tegen Rik: Als ik die 50 ruggen heb, dan kopen we alletwee een mooie auto, en eh... hahaha! Ik doe helemaal niks voor dat wijf.
Raadsheer: Hm... hoe heeft dat gesprek al met al geduurd, denkt u?
Roos: Ik denk een half uurtje of zo.
Raadsheer: Een half uurtje? Ja. Is het de hele tijd daarover gegaan?
Roos: Ja, toen zij daar was wel ja. Maar helemaal precies weet ik het ook niet meer. Op een gegeven moment moest ik op het bureau komen en toen wisten ze mij precies te vertellen wat daar gebeurd was en ik denk: 'Oh... ik wil niet in een moordonderzoek meelopen'.
Raadsheer: Ja... ja, daar wil ik het zo nog even met u over hebben hoe die ondervraging van u tot stand is gekomen, hoe dat gegaan is, maar u zegt: Dat gesprek heeft een half uurtje geduurd?
Roos: Ja, in mijn beleving...
Raadsheer: Ja, ja... en hoe bent u toen uit elkaar gegaan? Ging zij van tafel? Of één van u, hoe is dat gegaan?
Roos: Volgens mij is ze toen weer weggegaan.
Raadsheer: Het café uit?
Roos: Ja. Als u me nu vraagt, is ze met Rik meegegaan, dan weet ik dat niet meer.
Raadsheer: Nee. Ehm... ik stelde u de vraag net al, maar ik wil nog even precies van u weten of er namen zijn genoemd? Is er een naam genoemd namens iemand voor wie zij kwam? Weet u of het voor haarzelf was, of voor een ander?
Roos: Er staat mij niet bij of zij dat gezegd heeft.
Raadsheer: Eh nee, en de naam die vermoord moest worden, is die genoemd?
Roos: Dat weet ik niet... dat weet ik niet.
Raadsheer: Heeft u later begepen wie het beoogde slachtoffer was?
Roos: Toen ik er op het bureau over gehoord werd ja.
Raadsheer: Toen pas? Toen pas heeft u een naam gehoord?
Roos: Ja.
Raadsheer: Weet u de naam nog?
Roos: Tonny van Maurik?
Raadsheer: Ja. Is dat de naam die u gehoord heeft?
Roos: Voor zover ik mij kan herinneren niet, maar als ik dat toen anders heb gezegd, dan zal iemand die woorden wel in mijn mond hebben gelegd.
Raadsheer: Ja, ja, alles kan natuurlijk, hé, Maar mijn vraag is: Heeft u op een gegeven moment begrepen over wie zij het mogelijk heeft gehad?
Roos: Wat ik mij weet te herinneren, op dat moment niet, maar als ik anders verklaard heb...
Raadsheer: Ja, en begreep ik nou net dat u de naam van het slachtoffer gehoord had op het politiebureau?
Roos: Als ik de naam genoemd heb, dan hebben ze me daar er misschien mee geconfronteerd? Want hun wisten mij te vertellen dat die vrouw het café binnen gekomen was, ze wisten me alles te vertellen, dus wat moet ik dan gaan ontkennen?

Tot zover het verhoor.

De raadsheren gingen nog na bij Geurt Roos hoe dat eerste contact nou tot stand is gekomen, tussen hem en de politie. Roos kon zich namelijk niet herinneren dat hij de politie benaderd zou hebben. In zijn beleving is hij in Utrecht op het politiebureau geconfronteerd en heeft hij niet in Haarlem zelf de politie benaderd omdat 30 dagen verlenging van voorlopige hechtenis hem verkeerd uit zou komen en mogelijk informatie zou hebben over de moord op Tonny van Maurik die 8 dagen daarvoor was geliquideerd. Dat zou in een PV staan van een politieman. Ook Rik Lam beweerde zoiets dinsdag. Maar Geurt Roos kon de hele gang van zaken na bijna 21 jaar echt niet meer reconstrueren.

De advocaten van Pinny Song, Jesse Remmers en Nan Paul de B. hadden ieder nog enkele vragen voor Roos. Veel vragen waren echter al gesteld door het Hof en OM. Belangrijk voor de verdediging van Pinny Song was om donderdag boven water te krijgen of Karin Swager in café de Moezel op verzoek van Pinny Song zou zijn geweest. Uit dit verhoor is daar niets van gebleken. Ook Roos had overigens net als Rik Lam de indruk dat Karin Swager stijf stond van de coke. Roos vertelde dat hij de indruk dat Swager onder het gesprek een keer naar de toilet ging om te snuiven. Namen heeft hij tijdens het gesprek niet gehoord.

Op de vraag van advocaat-generaal Mr. Posthumus hoe Roos had begrepen dat het vandaag over de zaak Tonny van Maurik zou gaan, antwoordde Roos dat hij dat begrepen had uit stukken op internet, met name op Bondtehond. Dat zal ongetwijfeld kloppen. Over de zaak Song heb ik namelijk best veel verslagen gepubliceerd.

Een greep o.a. daaruit: 10 september 2009 , 11 september 2009 , 12 september 2009 , 12 maart 2010 , 19 mei 2010 , 7 juni 2011 , 9 juni 2012 , 7 maart 2013 , 11 februari 2014 .

Overigens had Roos nog niets gelezen over de zitting van dinsdag, omdat hij nogal verbaasd reageerde toen hij in de pauze uit mijn mond vernam dat Rik Lam dinsdag reeds was gehoord. 'Was Rik ook hier?! En, was hij nog groot?', vroeg Roos. Ik grapte: 'Vergeleken bij jou niet'. De brede Roos moest grijnzen...

Het Hof sloot het getuigenverhoor af, bedankte de getuige, waarop Geurt Roos kon vertrekken.

Op 3 maart gaat het proces verder.

Bondtehond