woensdag 29 juni 2011

Ruben Poppelaars: Op dood spoor

Met enige trots kan ik u vandaag attent maken op een intressant boek dat afgelopen weken op de markt is gekomen van de jonge forensisch onderzoeker/adviseur Ruben Poppelaars van forensisch adviesbureau Poppelaars & De Jong - Forensic Consultancy. Nadat advocaat Mr. Jan Hein Kuijpers mij tijdens een zitting in de Bunker te Osdorp tipte, nam ik in december 2009 contact op met Ruben. Sindsdien is er een leuk contact onstaan en heeft Ruben een aantal keren zijn visie gegeven in zijn columns op dit weblog.


Bestellen? Klik op kaft of de banner rechts.

Ik herinner u aan dit eerste artikel waarin ik kennismaakte met Ruben. Maar ook aan de rechtszaak in verband met 'De kastmoord te Nuth' waarbij ikzelf aanwezig was in rechtbank Den Bosch, en waaruit prompt vrijspraak volgde voor de hoofdverdachte. Alle artikelen en columns vindt u HIER. U ziet het al, Ruben is een druk baasje, maar is desondanks weer volledig opgegaan in een nieuwe studie rechten nadat hij afgelopen jaar al met sucses is afgestudeerd als forensisch onderzoeker.

Als columnist was Ruben vanwege de werkzaamheden in zijn bedrijf, aan het boek en studies wat minder beschikbaar, maar zal aankomende tijd zijn pen weer wat regelmatiger proberen op te pakken. Tussen de drukke bedrijvigheden en studie door, zal hij ons na de zomer weer voorzien van columns over zijn professie Forensisch onderzoek.

Tot die tijd, raad ik u sterk aan 'Op dood spoor' te lezen. Lees hieronder alvast de inleiding van Ruben Poppelaars en het voorwoord van Mrs. Kuijpers en Van der Biezen.

De uitgever schrijft:
De jonge forensisch onderzoeker Ruben Poppelaars reconstrueert in Op dood spoor 13 recente cases uit de Nederlandse misdaadpraktijk. Nadat hij eerst de gepleegde misdaad heeft beschreven gaat Poppelaars uitgebreid in het onderzoek en de daaropvolgende straf zaak. Hij schuwt het niet om daarbij scherpe kritiek te uiten op de rechtsgang en de uitkomsten daarvan.

Dankzij goed gekozen terzijdes met inside informatie krijgt de lezer in Op dood spoor een uitstekend beeld van de forensische onderzoekspraktijk in Nederland. Poppelaars behandelt o.a.: de kastmoord te Nuth, een Nijmeegse zedenzaak, de Puttense moordzaak, twee roofmoorden en een liquidatie in het criminele milieu. Met een voorwoord door Mrs. Jan Hein Kuijpers en Arthur van der Biezen.

Inleiding door Ruben:
In dit boek worden dertien strafzaken behandeld, bestaande uit zeden-, moord- en doodslagzaken waarbij ik betrokken ben. Iedere strafzaak is anders en in iedere strafzaak worden andere fouten gemaakt. Dit boek behandelt dertien zaken waarin fouten gemaakt zijn. De zaken, gerangschikt op complexiteit, geven inzicht in het brede scala van fouten die in iedere fase van het forensisch onderzoek gemaakt kunnen worden. Het begint met het onderzoek op de plaats delict, gevolgd door onderzoek aan de veiliggestelde sporen en de resultaten hiervan, en eindigt met de interpretatie van de onderzoeksresultaten.

Na het lezen van dit boek zult u merken dat forensisch onderzoek niet zo eenvoudig is als televisieprogramma’s zoals CSI en Bones doen vermoeden. Forensisch onderzoek blijkt niet alleen maar vragen te beantwoorden. Het levert ook vaak niet-te-beantwoorden vragen op. Zo kan het forensisch onderzoek voor onverwachte problematiek in een strafzaak zorgen. Deze problematiek wordt in lang niet alle gevallen herkend, zelfs niet als men erop gewezen wordt. Dit kan rechterlijke uitspraken tot gevolg hebben, die op verkeerde gronden genomen zijn.

Op dood spoor probeert u bewust te maken van de waarde van het forensisch onderzoek. Het laat u zien hoe in dertien zaken het forensisch onderzoek is uitgevoerd en hoe het Openbaar Ministerie vervolgens tot de conclusie komt dat een bepaalde verdachte de dader is. De advocaat van de verdachte dient aan te tonen dat de verdachte onschuldig is. Ik heb bij deze zaken van de advocaat het verzoek gekregen of de forensisch technische sporen de onschuld van de verdachte kunnen aantonen. Werkend vanuit deze aanname leg ik het antwoord op deze vraag uit en kom ik vaak tot een andere conclusie dan het Openbaar Ministerie.
Dat zorgt soms voor verrassende resultaten.
Ruben Poppelaars

VOORWOORD   Door mr. Arthur van der Biezen

Mede als gevolg van verschillende rechtelijke dwalingen waarbij personen verdacht van zware levensdelicten, geheel ten onrechte, jarenlang onschuldig achter slot en grendel hebben moeten doorbrengen, staat het strafrecht enorm in de belangstelling en is het onderwerp van publiek debat en discussie. Meer en meer wordt de samenleving zich ervan bewust dat het strafrecht "mensenwerk" is en dat daar fouten gemaakt worden, soms zelfs grove fouten, waardoor mensen enorm onrecht wordt aangedaan. Het beeld van de alwetende vertrouwenwekkende rechter op wie blind gevaren kan worden, ligt inmiddels ver achter ons. Ter voorkoming van fouten en misslagen zoekt het rechtsbedrijf meer en meer zijn heil in "meetbare" en schijnbaar "objectieve" informatie, de modernste technische (opsporings)middelen worden gehanteerd bij de waarheidsvinding.  Het boek van de forensisch onderzoeker Ruben Poppelaars biedt een heldere kijk in de keuken van de praktijk van de "waarheidsvinding". Hoe gaat men in de praktijk van de opsporing nu met al die mooie technieken om die de wetenschap ons biedt? Wat blijft er van die "objectieve" betrouwbaarheid van sporen en technieken over als er op de werkvloer niet goed en zorgvuldig mee omgegaan wordt? Vragen die in dit boek aan de orde komen.

VOORWOORD   Door mr. Jan-Hein L.C.M. Kuijpers

Ruben Poppelaars, jong, enthousiast en eager. Zo kwam hij al weer enkele jaren geleden bij ons, Kuijpers & Van der Biezen Advocaten te 's-Hertogenbosch en Amsterdam, op gesprek. Ruben zocht een stageplaats in Amsterdam in het verband van zijn studie Forensisch Onderzoek. Van der Biezen en ik hadden nog nooit van die studie gehoord, maar toen Ruben had uitgelegd wat hij had geleerd en nog zou gaan leren, wisten we genoeg. Gezien zijn persoonlijkheid en achtergrond twijfelden Van der Biezen en ik geen moment. Wij wilden hem er graag bij hebben. Wij legden hem talloze strafzaken voor waar DNA-problematiek en de chain of proof, de bewijsvergaring, aan de orde waren. Hij controleerde, specificeerde en analyseerde en liet vervolgens zien waar de technische recherche en/of het NFI naar zijn inzicht steken hadden laten vallen. Ruben bleek, zo merkten wij, behalve jong, enthousiast en eager ook nog eens slim en creatief te zijn. Onontbeerlijke eigenschappen in de wereld van dood en verderf, onze wereld van het strafrecht.

Op ons adres in 's-Hertogenbosch richtte hij zijn forensisch adviesbureau Poppelaars & De Jong- Forensic Consultancy op. Naar mijn bescheiden mening een kantoor met een specialisme dat in de wereld van de strafrechtadvocatuur wel eens een gat in de markt zou kunnen invullen. Het is immers van belang, dat aanklagers en rechters er zoveel mogelijk van doordrongen raken dat de bewijskracht van een DNA-spoor in veel gevallen maar heel relatief is. Wij, raadslieden in strafzaken, hebben de indruk dat aanklagers en rechters soms worden verblind door de "1 op de miljard"- frase die in vele DNA-rapportages opdoemt. Daar moeten we vanaf en Ruben kan daarbij helpen. Tot op heden is Ruben verbonden aan ons kantoor en nu willen we hem niet meer kwijt. Hij is te waardevol gebleken. Als mens, maar ook als onze deskundige.

Het feit dat hij nu een boek heeft geschreven zegt veel. Over Ruben en over de materie die hij zich eigen gemaakt heeft. Maar ook over de kracht en het nut van die materie. Het is een naar mijn oordeel belangrijk boek dat in geen enkele strafrechtpraktijk zou mogen ontbreken. Aan de hand van praktijkvoorbeelden bestrijkt Ruben een groot deel van de biologische bewijsvergaring en de interpretatie van de resultaten van onderzoeken naar dat soort bewijs. Tenslotte sluit hij het af met rechterlijke beslissingen in zware strafzaken.

Zeer de moeite waard dus.



  Op dood spoor   € 19,95

Bondtehond

dinsdag 28 juni 2011

'We houden het heel wel voor mogelijk dat u cliënt gaat vrijspreken'

Op de laatste zitting voor het zomerreces maakte de rechtbank de tussenbeslissing bekend in verband met de onderzoekswensen die de verdediging van Dino Soerel eerder had ingediend. Tevens deed de rechtbank uitspraak over de onderzoekswensen met betrekking tot de zaken Bethlehem en Kaale. Deze laatste waren ingediend door de verdediging van Remmers, Soerel, Akgün en Burger. (Lees beneden de integrale versies van deze tussenbeslissingen.)




Rechtbankvoorzitter Mr. Lauwaars wilde na de tussenbeslissingen tijdens de zitting van vandaag eigenlijk ingaan op de Hollowpoint-patronen die door een vooralsnog geheim gehouden persoon zouden zijn geleverd aan Peter La Serpe. De kroongetuige zelf had echter afstand getekend en bleek met griepverschijnselen op bed te zijn gebleven. "Het lijkt om een licht griepje te gaan, maar zodanig dat ik liever niet met hem in de box zou willen zitten", aldus Mr. Jan Peter van Schaik, de raadsman van La Serpe die dit keer gewoon achter in de rechtszaal zat. Hij had het natuurlijk over de gepantserde getuige-cabine waar de raadsman normaliter in zit naast de kroongetuige.

Het zou allemaal wat lastig zijn voor de planning en daarom wilde de rechtbank dit thema toch het liefste voor het zomerreces behandeld zien. Mr. Lauwaars vroeg aan Jesse Remmers of deze dan niet toch zelf de naam bekend zou willen maken van de Hollowpoint-leverancier, aangezien Jesse eerder had aangegeven de naam wel te weten, maar deze niet op zitting wilde zeggen vóór Peter La Serpe de naam bekend had gemaakt. Hij reageerde toen ietwat geïrriteerd: "Ja, laat La Serpe even de naam noemen van wie hij de Hollowpoints heeft gekregen!" en "Ja halloo, La Serpe hoeft toch ook geen namen te noemen." Het gaat erom dat Jesse Remmers niet wil dat de F-getuigen bekend worden.

Jesse Remmers: Ik heb verteld dat de F-getuigen die persoon kennen. Als de anonimiteit gewaarborgd zou kunnen zijn is het geen probleem. Als er op toegezien kan worden dat de anonimiteit van de F-getuigen verzekerd is, wil ik de naam wel noemen. Deze persoon heeft ook meer dingen verteld. Die persoon heeft me verteld dat Bethlehem letterlijk in zijn broek had gescheten en ik figuurlijk. Ik zou bang zijn voor Bethlehem. Maar ik was juist bang voor La Serpe. Ik zie echter niet zo dat ik het zo snel in mijn broek zou doen, maar goed. Ikzelf denk dat ik de naam gewoon zou kunnen zeggen, maar ik wil er toch eerst even met mijn advocaten overleggen.

Mr. Lauwaars besloot een korte koffiepauze te houden voor een kort beraad. Na deze pauze maakte Jesse Remmers zelf bekend wat hij en zijn raadslieden Mrs. Janssen en Waarts besloten hadden.

Mr. Lauwaars: Mijnheer Remmers, u heeft erover nagedacht?
Jesse Remmers: Ik heb ervoor gekozen dat de naam bekend gaat worden. We willen echter niet dat de naam op een openbare zitting bekend gaat worden. We kiezen ervoor om hem niet op dit moment bekend te maken. Het verzoek zal zijn om het bij de rechter-commissaris neer te leggen om de persoon daar te horen.
Mr. Sander Janssen: U zou kunnen denken aan horen dat niet de personalia bekend gaan worden.
Mr. Lauwaars: Ik kan me daar iets bij voorstellen. Ik kijk maar even naar het OM.
Officier van justitie Mr. Betty Wind: Wel in aanwezigheid van procespartijen?
Mr. Janssen: Ja, ja, de procespartijen zullen erbij aanwezig mogen zijn.
Mr. Lauwaars: Ok, we zullen er even over beraden of wij het goed vinden dat het op die manier gebeurt.

Mr. Janssen: Even iets anders. Ik heb gehoord dat dhr. René Pouw is aangehouden. We zouden Pouw mogen horen. Wat ik gehoord heb, is dat hij is aangehouden. Om die reden persisteren we bij het verzoek om hem te mogen horen. Ik weet natuurlijk dat de zaak Kaale geen deel uitmaakt van het Passage-dossier. Ik zie echter wel grote belangen om hem te mogen horen. Één aanvullig: De heer Pouw zou niet gehoord moeten worden zonder audiovisuele vastlegging.

Mr. Lauwaars: Wil het OM hier op reageren?
Ovj. Mr. Betty Wind: Het voorstel om de naam van die/dit/deze persoon anoniem te horen, verzetten we ons niet tegen. We zijn geneigt te schikken. De aanhouding van René Pouw, dat klopt. Hij is inderdaad aangehouden. Er loopt een EAB (Europees Aanhoudings Bevel) om hem naar Nederland te krijgen. Voor de advocaten van het Passage-proces zal dat vastgelegd worden.

Mr. Lauwaars: De meneer van de Hollowpoints zal gehoord mogen worden, aldus de verdediging. Hoe de RC hierop reageert, of het binnen de (juridische) kaders valt, daar moeten we nog maar zien wat er van komt.

Later, na een kort beraad, kwam Mr. Lauwaars met twee beslissingen over het voorgaande.
Mr. Lauwaars: Mijnheer Janssen, de rechtbank vindt het prima dat u zich tot de RC richt en die mijnheer hoort in aanwezigheid van de procespartijen. En dan maar zien wat hij over die Hollowpoints te zeggen heeft. Pouw dat houden we maar aan. Hij moet nog uitgeleverd worden. Dus... We houden de zaak aan tot dinsdag 6 september. We zeggen iedereen aan. La Serpe wordt ook opgeroepen als getuige.

*
Er zijn van die zittingsdagen dat zelf de doorgewinterde procesbezoekers de draad wel even kwijtraken. Ogenschijnlijk simpele verzoekjes door de verdediging of de afwijzing daarvan door het OM lijken de themperatuur ondanks de tropische themperatuur buiten soms te doen dalen tot het vriespunt binnen de Bunker-rechtszaal.Vandaag was weer zo'n dag. De sfeer tussen de advocaten en de leden van het openbaar ministerie is de laatste tijd toch al niet opperbest te noemen, maar je hebt van die momenten dan is de sfeer echt om te snijden.

Mr. Lauwaars vroeg opheldering over een brief tussen verdediging van Soerel en het openbaar ministerie. Het gaat erom dat de verdediging verzoekt Peter 'Peerke' S. te horen bij de rechtbank of bij de rechter-commissaris en om een Foslo-confrontatie met foto's waar Peter S. de foto van La Serpe tussenuit zou kunnen pikken. De raadslieden van Soerel gaven aan geen bezwaar te hebben dat Peter S. bij de recherche gehoord gaat worden, maar dan moet dat wel via de rechtbank. Mr. Meijering stelde voor dat Mr. Lauwaars middels een 170-bevoegdheid, indien de rechtbankvoorzitter die heeft, een opdracht uitzet tot het horen van Peter S. bij de recherche.

Het verzoek tot een Foslo-confrontatie stuitte niet op verzet bij de raadsman van Peter La Serpe, mits het volgens de regels gebeurt die er voor staan.Wel zou Mr. Van Schaik er bezwaar tegen hebben als de foto's in het openbaar terecht zouden komen, aangezien de verdediging had aangegeven over eigen foto's te beschikken van La Serpe.

Het OM echter was een ander verhaal. Elk verzoek stuitte op verzet uit de hoek van het OM. Na een kort overleg volgde op ieder verzoek een eensluidend antwoord: Nee!

Mr. Betty Wind voerde het woord (samgevat): Het antwoord is, nee. Het past in het onderzoek Bethlehem. We willen S. confronteren met de audio en tapgesprekken. Het is ook in belang van de getuige, zodat hij weet wat er aan tapgegevens is. Is het de bedoeling de resultaten schimmig te laten zijn?: Nee. Het is de bedoeling dat alles in beeld en geluid vastgelegd wordt, zodat de verdediging dit later terug kan zien. Is dat inefficiënt?: Nee. Het is vele malen inefficiënter als alles weer in aanwezigheid van de verdediging moet worden gedaan. De Cd-rom heeft de heer Meijering al gekregen. Het lijkt in het kader van werkverschaffing dat de verdediging dit ook nog van ons wil ontvangen.
Subsidiair: We zien niet dat de rechtbank dit zou moeten kunnen gelasten. We zien praktische problemen. De RC gaat een tijd op valantie. Het gaat dus heel lang duren.

De Foslo-confrontatie: Het antwoord is: Nee! Hoewel La Serpe en zijn verdediging aangeeft geen principiële bezwaren te hebben. Het probleem is dat Peter S. helemaal geen signalement heeft kunnen geven. De lengte was het enige. De kleur ogen of haar heeft hij niet kunnen geven. Hij gaf zelf al aan dat hij foto's van La Serpe heeft gezien. Hij volgde het in de media. Een Foslo-confrontatie heeft dan nul en generlei waarde. Het is een exercitie waar we überhaupt niet aan zouden moeten beginnen.

Lauwaars vroeg vervolgens om een reactie van de verdediging. Mr. Nico Meijering gaf deze.
Mr. Meijering (samengevat): Ik begin hier zo moe van te worden. Eigenlijk zou S. bij u moeten worden gehoord. Hij is al twee maal gehoord op zitting. Dit is zooo Passage. Dit is niet meer alleen Bethlehem. U heeft al beslist dat dossier Bethlehem moet worden toegevoegd. We zijn toch altijd transparant en duidelijk geweest?

Waar is het OM toch bang voor? Er wordt extra moeite gedaan om een nieuw speelveld klaar te krijgen. Het OM begrijpt er niets van! Het afluisteren van die DVD's is ongelofelijk veel werk. We hebben zo'n stapel DVD's. (ik kon helaas niet zien hoe groot de raadsman de stapel duidde aan de rechtbank, maar het was groot, zo klonk het) Je kunt niet snel van hoofdstuk naar hoofdstuk bladeren, aldus Meijering, dat kan de recherche wél. Wij kunnen dat niet. Je wordt horendol van al die losse delen.

Geen OVC-gesprekken. Laten we niet op dit niveau gaan. Kennelijk heeft men gesprekken die strijdig zijn met wat de heer Schoofs op zitting vertelde. Ik wordt er wel een beetje flauw van hoor: Oh jee, de RC gaat met vakantie... Niemand zal er moeite mee hebben als dat gewoon bij de recherche zal plaatsvinden.

Het Foslo-onderzoek. Er worden weer allerlein obstakels opgeworpen om maar zo dicht mogelijk bij de waarheid te komen. Schoofs heeft alleen gebalkte foto's gezien. Hij heeft gezegd: Ik zou hem in een vol stadion herkennen. Wat is er op tegen om dat dan na te gaan? Het V-woord wensen wij niet steeds mee te worden geconfronteerd. (V-woord = in het kader van 'veiligheid' - red.)

Mr. Betty Wind: Kort samengevat kan het verhoor niet bij de politie plaasvinden. Het zijn maar kleine verhoorkamertjes.

Mr. Meijering: Overigens is het geen enkel probleem om enkel alleen op audio op te nemen. Als ik mij niet vergis, is geen enkel verhoor in Passage visueel vastgelegd.

De rechtbank besliste uiteindelijk als volgt:
Mr. Lauwaars: Foslo wijst de rechtbank af. Als dit niet volgens de juridische regels kan, heeft dat toch geen zin. Audio-visuele opnames wijst men in eerste instantie ook (nog) af.

*
De tussenbeslissing m.b.t. de onderzoekswensen inzake Dino Soerel leest u HIER.

De tussenbeslissing m.b.t. de onderzoekswensen inzake Bethlehem en Kaale leest u HIER.

*
Mr. Nico Meijering vroeg de voorlopige hechtenis van Dino Soerel voor Passage op te heffen, zodat de hechtenis voor 'Zuil', de zaak van Soerel waarin hij reeds is veroordeeld en die momenteel in Hoger Beroep verkeerd, in werking treed.
Mr. Meijering: We zouden willen dat de voorlopige hechtenis voor Zuil nu in werking gaat. Dat zouden we willen, omdat: Waarom zouden we dit bevel in stand houden terwijl juist daar veel op af te dingen valt? Ik vraag de rechtbank de voorlopige hechtenis te schorsen. Tot aan het bevel van het Hof niet meer van kracht zal zijn.

Mr. Betty Wind: Het antwoord is alweer: Nee. Dat gaan we niet doen. Er waren goede argumenten om het zo te doen. We gaan er dus niet in mee. Bij Saez is dit verzoek eerder gedaan. De beslissing van het Hof was dat dat niet mocht.  (met andere woorden:  dan heeft het bij Soerel ook geen zin)

Mr.Wind: Wat is nu het belang om dit zo snel behandeld te krijgen? Het lijkt ons veel beter de tijd te benutten aan andere dingen.

Mr. Nico Meijering: Ik zal het wel uitleggen. We houden het heel wel voor mogelijk dat u cliënt gaat vrijspreken. Als het in die andere zaak wel tot een veroordeling gaat komen, kan cliënt alvast aftellen in die zaak. Anders niet. Ik zou ruzie met mijn cliënt krijgen als ik dit niet zou vragen.

Mr. Wind: De toezegging willen we wel doen, dat er een verrekening zal plaatsvinden.

Mr. Meijering: Dat snap ik. Ik zal het er nog even met mijn cliënt over hebben.

*
De rechtbank heeft zich afgelopen tijd gebogen over een nieuw zittingsschema.

De inhoudelijke behandeling van de zaak Soerel staat nu gepland voor 22 september. De uitspraak wordt verwacht voor de zomer van 2012.

Morgen komt de rechtbank met het nieuw rooster.
Lauwaars merkte op: En we hopen dat we ons hier aan kunnen houden.

6 September, na het zomerreces, gaat het liquidatieproces verder.

Bondtehond

zaterdag 18 juni 2011

Uitspraak Kort geding: 'Foto's kroongetuige Peter La Serpe moeten gebalkt'

Vrijdag deed voorzieningenrechter mr. P.A. Koppen uitspraak in het kort geding die kroongetuige Peter La Serpe had aangespannen tegen misdaadsite Camilleri. Peter La Serpe had vier eisen in geding gebracht. (1a) Het verwijderen en verwijderd houden van foto’s van Peter La Serpe waarop zijn ogen te zien zijn. (1b) Het verwijderen en verwijderd houden van linken cq. embedded afbeeldingen van foto’s van Peter La Serpe waarop eveneens zijn ogen te zien zijn. (2) Het aanschrijven van Google, MSN en Ilse, om foto’s waarop Peter La Serpe zijn ogen te zien zijn te laten verwijderen door deze zoekmachines. (3) Het betalen van een voorschot van € 10.000 op door Peter La Serpe reeds geleden en nog te lijden schade door de onrechtmatige publicatie van het gewraakte beeldmateriaal, alsmede een dwangsom bij het in gebreke blijven van de hierboven beschreven punten 1a, 1b en 2.


“Eiser is zowel verdachte als getuige in het Passageproces, heeft de status van bedreigde getuige en is opgenomen in een getuigenbeschermingsprogramma. Ter beoordeling ligt voor of gedaagde mogelijk in de toekomst, door op zijn website (een link naar) ongebalkte foto’s van eiser te plaatsen, onrechtmatig zou handelen jegens eiser. De beantwoording van deze vraag ligt in het spanningsveld tussen het recht op vrijheid van meningsuiting enerzijds en het recht op persoonlijke levenssfeer, waaronder de onaantastbaarheid van het menselijk lichaam, anderzijds. In verhouding tot het gewicht van het recht van eiser is dat van gedaagde naar het oordeel van de voorzieningenrechter gering. De voorzieningenrechter komt tot de conclusie dat gedaagde onrechtmatig jegens eiser zou handelen indien hij toelaat dat ongebalkte foto’s van eiser op zijn website worden gepubliceerd. Gedaagde wordt geboden ongebalkte foto’s van eiser van zijn website verwijderd te houden.”

De voorzieningenrechter oordeelde dat in het geval van een beschermde kroongetuige er een belang kan zijn om deze alleen met gebalkte foto op Camilleri te publiceren. Camilleri mag dan ook volgens het vonnis geen afbeeldingen zonder balk van Peter La Serpe op haar server plaatsen. Doet Camilleri dat toch dan kan zij een dwangsom opgelegd krijgen, die telkens voor matiging door een rechter vatbaar is. Op punt 1 heeft Peter La Serpe gelijk gekregen echter zonder dat de rechter vindt dat Camilleri tot op heden onrechtmatig tegen de kroongetuige heeft gehandeld. Punt 1b, 2 en 3 heeft voorzieningenrechter mr. P.A. Koppen afgewezen. Zowel Peter La Serpe als Camilleri moeten de kosten voor deze principiële kwestie ieder voor zich zelf dragen.

Lees het vonnis LJN: BQ8288 -Rechtbank ‘s-Gravenhage-   HIER

De redactie van Camilleri.nl liet aan Bondtehond weten dat men tevreden is met de uitspraak.

Bondtehond

vrijdag 17 juni 2011

'De rechtbank komt tot het volgende besluit: Heft voorlopige hechtenis op'

Een blijde gebeurtenis donderdagochtend in de Bunker voor verdachte Pinny Song en haar familieleden. Na ruim 3,5 jaar is zij dan eindelijk vrijgelaten uit voorlopige hechtenis. De rechtbank begon de zitting met deze uitspraak en meteen daarop werd Pinny Song gefeliciteerd door haar raadsman Mr. Stijn Franken. Op de tribune werd vooral gejuicht door een zoon en de man van Pinny. Hier en daar werd vervolgens een traantje weggepinkt van opluchting. Pinny was er zelf ietwat beduusd onder en liep bijna in trance en zonder om te kijken de rechtszaal uit, maar niet voordat zij de andere aanwezigen in de zaal, Dino Soerel en zijn raadslieden Mrs. Nico Meijering en Leon van Kleef, ook nog even de hand had geschud.


Rechtbankvoorzitter Mr. Lauwaars zei: De rechtbank komt tot het volgende besluit: Heft de voorlopige hechtenis op. U mag uw rechtszaak in vrijheid afwachten.

De rechtbank kwam tot dit besluit omdat Pinny uitsluitend op grond dat de rechtsorde ernstig geschokt zou zijn vastzit. De rechtbank vindt dit niet voldoende. Tevens vindt de rechtbank van belang dat de onderwerpen steeds verder van de Song verweten gedragingen verwijderd raken naarmate de voorlopige hechtenis langer voortduurt.

Na de uitspraak van deze tussenbeslissing ging de zitting verder met de reactie van het openbaar ministerie op de onderzoekswensen die Mrs. Meijering en Van Kleef hadden voorgedragen tijdens de zitting van donderdag 9 juni.

Officier van justitie Mr. Michiel van IJzendoorn nam het eerste gedeelte voor zijn rekening.

Gewenste/ongewenste stukken. (samenvatting)

Het OM reageert op het verzoek van de verdediging om geen acht te slaan op sommige stukken uit het Kolbak-dossier. Men is daar nogal verbaast over omdat de verdediging eerder had gevraagd het totale Kolbak-dossier toe te voegen. In het korte tijdsbestek dat men had, heeft het OM gedacht er goed aan te doen het 'kantoor-incident' met betrekking tot 'afpersing Endstra' uit Kolbak-dossier in zijn geheel toe te voegen. Daar maakt de verdediging nu dus bezwaar tegen, maar volgens het OM zou dat niet goed onderbouwd zijn. Ook is het lastig een grens te trekken omdat er verklaringen zijn afgelegd over meerdere thema's. Daar komt bij dat de verwachting is dat welke selectie het OM ook zou maken dat die keuze op bezwaren van de verdediging zal stuiten, aldus Mr. Van IJzendoorn.

I Toevoeging stukken (integraal)

De verdediging van Dino Soerel heeft tijdens de zitting 9 juni de rechtbank verzocht het OM op te dragen om een reeks stukken toe te voegen. Deze stukken staan onder Stukken I genoemd.

Lees hier de reactie van het OM. 

Vervolgens ging Mr. Michiel van IJzendoorn in op de verzoeken tot het het horen van de diverse getuigen.

II  Getuigen. (samenvatting)
a De heer Abraham Moszkowicz.
Omdat Mr. Moszkowicz op 3 februari 2006 schreef niets met 'het kantoorincident' van doen te hebben gehad, kan er, zonder dat er een verdedigingsbelang wordt geschaad, van de getuigen worden afgezien.

b De anonieme getuige C.
Omdat de rechtbank reeds heeft bepaald dat zij de verklaring van anonieme getuige C niet ambtshalve zal gebruiken, kan afgezien worden van het verhoor van deze getuige.

c De heer J.G. van der Bijl op ziting.
Deze getuige is recentelijk (12 mei 2012) gehoord bij de rechter-commissaris. Er is op punten niet doorgevraagd waar de verdediging Van der Bijl nu over wil horen op zitting. Het OM is van mening dat van de getuige, zonder dat er een verdedigingsbelang wordt geschaad, kan worden afgezien.

d De verbalisant B. Gietema.
De verdediging voerde een aantal redenen aan om Dhr. Gietema als getuige te horen, onder meer over de vraag wanneer het Baja/BED onderscheid en het feit dat La Serpe sprak over BED bekend is geworden bij de recherche en het OM. Het OM is van oordeel dat met hetgeen ter zitting is medegedeeld en wat Gietema daarover heeft geverbaliseerd al duidelijk maakt hoe de gang zan zaken is geweest. Er is een en ander uitgezocht, maar dat is niet of onvoldoende naar de teamleiding doorgekoppeld en daarmee is het belang destijds onvoldoende onderkend. Uit de woordkeuze 'het is ergens blijven zweven' volgt al het antwoord op de vraag wanneer het bekend is gemaakt bij het Openbaar Ministerie, namelijk: niet. Een nader verhoor van de heer Gietema kan daar volgens het OM niets aan toevoegen. Het verhoor moet worden afgewezen, aldus Mr. Van IJzendoorn.

e De Baja Beach Club verbalisant.
Wat zojuist is aangevoerd bij dhr. Gietema geldt evenzo zeer voor het verzoek tot het horen van deze getuige. Het verzoek moet worden afgewezen.

De heer Danny Kuiters
+
g De heer Dick Vrij.
Dino Soerel stelt zich te kunnen herinneren dat de heren Kuiters en Vrij iets kunnen verklaren over de gestelde afloop van de relatie tussen Holleeder en Soerel. Dit vormt volgens het OM geen reden om deze personen in het Passage-proces als getuige te horen. Gesteld noch gebleken is dat deze getuigen iets kunnen verklaren dat in ontlastende zin, rechtstreeks èn concreet van belang is in het licht van de aan Soerel in Passage verweten gedragingen.

h De heer F.H (Ferry) de Kok.
Het Om stelt voor dat eerst de gevraagde RC-verklaringen van 2 december 2010 aan de verdediging wordt verstrekt. Als er dan nog vragen resteren, kan de verdediging gemotiveerd alsnog verzoeken om een verhoor van getuige De Kok.

III
Mr. Van IJzendoorn: Onder III heeft de raadsman een uitgebreid betoog gehouden over naar zijn oordeel werkende 'mechanismen', die maken dat het water hem aan de lippen staat en dat de verdediging van Soerel goeddeels onmogelijk is. Dit betoog behoeft naar ons oordeel thans geen verdere bespreking. Het gestelde oogt als een eenzijdige perceptie en selectieve weergave van hetgeen tot dusverre in het Passage-proces aan de orde is geweest.

Aan het gestelde worden geen nadere concrete verzoeken gekoppeld zodat ook om die reden verdere bespreking achterwege zal blijven., behoudens de opmerking dat de in dit deel verwerkte notie als zou er 'zo veel mogelijk richting een veroordeling gewerkt worden' volslagen misplaatst is. In het licht van de wijze waarop de verdediging de afgelopen jaren gevoerd is, past de geschetste rol van (vermeende) 'underdog' ook bepaald niet.

Mr. Hans Oppe ging tot slot nog in op het Baja/BED onderscheid. Lees hierover op Crimesite.

Na een beraad werd er nog stevig gediscussiëerd over de onderzoekswensen, maar vooral ook over de 'afbakening van het speelveld', 'de inkleuring' en het 'scherp afpalen van het speelveld'. En hoe dit binnen het kader van het procesveld zou moeten/kunnen vallen. Of over stukken waar de rechtbank wel of geen acht op zou kunnen slaan en van welke stukken het OM al dan niet van voornemens is die te gebruiken voor de bewijslast. Het was de verdediging, maar ook de rechters allemaal niet duidelijk. Rechtbankvoorzitter Lauwaars verzuchtte op een gegeven moment zelfs dat hij er behoorlijk wanhopig werd van de uitleg die het OM gaf en sprak dat ook uit: "Het is allemaal nog niet duidelijk. Ik spreek wanhoop uit."

Dino Soerel vroeg via Mr. Meijering ook even het woord aan de rechtbank, en dat kreeg hij ook. Het ging over stukken in verband met de aanslag op John Mieremet.

Dino Soerel: Ik wil iets opmerken over de aanslag op John Mieremet in 2002. Hij heeft in een interview gezegd in De Telegraaf dat hij Willem Holleeder en Willem Endstra verdacht van de aanslag. Na een gesprek met Endstra had hij ie het ineens over een groep. Later had ie het weer over Haico Endstra, dat ze hem wilden naaien. Later zegt Eelzak dat als Mieremet wat zou overkomen, dat het dan uit de hoek van Holleeder komt. Welke kant moet ik nou op? Het blijft zo mistig. De voorgeleidingsmappen, en in de gevangenhouding, daar staat toch echt in:  'de problemen die wij hadden met', en 'de motieven voor Houtman' (de liquidatie) Daar wil ik toch wel duidelijkheid in.

Dino Soerel: En welke twee precies, die Woelders of Van Doorn, één van de twee gaf aan of dat het eigen wetenschap was of het van Holledeer had. Wat ik maar wil zeggen: Het is onduidelijk. Daarom wil ik dat dát stuk gevoegd wordt.
Mr. Nico Meijering viel zijn cliënt bij: Ja, dat was ook de heer Woelders. Daarom is hij ook gehoord in Kolbak. Er zou gezegd zijn: Er zijn wel 25 moorden gepleegd. Daarover zegt Woelders dat dat toch iets genuanceerder moet worden gezien.

Dino Soerel: Wat ik gelezen heb. Friedländer zou afgeperst zijn. Sam Klepper en John Mieremet zouden betrokken zijn. Nou is Holleeder wel veroordeeld. Er is wel bewezen verklaard dat hij is afgeperst. Jesse Remmers had er alleen niets mee te maken. Hetgeen hij heeft verteld is ook niet gebeurd. Daar zit de waarachtigheid van zijn verklaring in.

De rechtbank hield het hierbij voor de zitting van donderdag. De rechter deed nog wel wat mededelingen over de planning. Deze wordt weer herzien. Er volgt wederom een roosterwijziging. Er volgt (waarschijnlijk) nog één zitting voor de zomervakantie, op 27 juni. Na de zomervakantie begint dan de inhoudelijke behandeling van de zaak Soerel.

De laatste woorden van de jongste rechter waren wel opmerkelijk: We hebben ook aan de deal gedacht. De hele zaak Bethlehem. Daar kun je niet omheen dat er wel opinie-veranderingen zullen plaatsvinden. Gezien de nieuwe ontwikkelingen zal dat waarschijnlijk niet plaatsvinden vóór de zomervakantie. We proberen de 27e een nieuwe schema op tafel te leggen.

Bondtehond

zaterdag 11 juni 2011

'Wij luiden de noodklok: verdediging praktisch onmogelijk'

De verdediging van Dino Soerel luidde Donderdag de noodklok. Raadslieden Mrs. Nico Meijering en Leon van Kleef zijn van mening dat de verdediging van hun cliënt hen praktisch onmogelijk wordt gemaakt. Het grote probleem voor de verdediging kan worden gevonden in kennelijk spelende krachtige mechanismen die het liquidatieproces slechts één richting in wil leiden: de richting van een veroordeling. Aldus Mr. Meijering in de inleiding van zijn pleitnota van 64 pagina's. Onder hoofdstuk III gaat de verdediging in op die 'mechanismen'.


[De verdediging had reeds op 6 juni in een brief aan de rechtbank aangegeven welke onderzoekswensen zij nog heeft. Ik zal dit keer alleen de hoofdpunten benoemen uit de pleitnota. Iets anders dan u wellicht gewend bent. De reden is tijdgebrek. Volgende keer weer wat uitgebreider.]

De pleitnota die Mr. Nico Meijering voordroeg, bestaat uit 4 hoofdstukken. De verdediging had eerder gevraagd om toevoeging van het volledige Kolbak-dossier. Het OM wilde echter alleen stukken voegen die naar mening van de officieren van justitie relevant zijn. Echter naar mening van de verdediging is dat niet voldoende. Daarom wordt de rechtbank verzocht te bevelen dat het OM de hieronder genoemde stukken zal toevoegen aan het dossier.

I Stukken
1 Alle verbalen van zittingen R(H)C-verhoren in Kolbak, zowel in eerste als in tweede aanleg.
2 Overzicht van al die verbalen.
3 Overige stukken kantoorincident.
4 Dossiers Van Hout, Imaç, Hingst en Mieremet.
5 Verklaringen van Mieremet.
6 Overzicht van verklaringen Mieremet.
7 Aantekeningen John van den Heuvel gesprek Mieremet.
8 Verklaring(en) mevrouw Eelzak (partner Mieremet)
9 Proces-verbaal uitwerking (en bijbehorend stuk) opname gesprek Haico Endstra en Mieremet.
10 Verhoren politieambtenaren Olierook, Woelders en Van Doorn.
11 Vancouver stukken.
12 OVC-gesprekken Mink Kok en Linda van S.
13 Overige "lekstukken".
14 Friedländer-stukken.
15 Verklaring(en) Ad G.C. van Hout.
16 Geluidsopname verhoor Van Hout 15 november 2005.
17 Verklaringen Erna Britta van D.
18 A Ontbrekende verho(o)r(en) F.H. de Kok.
      B Audio-opname verhoor F.H. de Kok
19 Alle verklaringen afgelegd door getuige C.
20 De processen-verbaal (van tapgesprekken) waaruit zou blijken dat Soerel en Ali Akgün met elkaar semeafoneerden.
21 De processen-verbaal van verhoren van Kees Houtman (zo die bestaan) als anonieme getuige.

II Getuigen
a De heer Abraham Moszkowicz.
b De anonieme getuige C
c De heer J.G. van der Bijl op zitting.
d De verbalisant B. Gietema.
e De Baja Beach Club-verbalisant.
f  De heer Danny Kuiters.
g De heer Dick Vrij.
h De heer F.H. de Kok.

Het volgende thema gaat in op de mechanismen die volgens de advocaten van Dino Soerel spelen en het verdomde moeilijk maken (mijn woorden) hun cliënt goed bij te kunnen staan.

III We luiden de noodklok: verdediging praktisch onmogelijk.

Hoofdstuk III:  HIER INTEGRAAL TE LEZEN

Mr. Nico Meijering: Wij ronden af.


IV Slot.
Wij luiden als gezegd de noodklok aangezien de werkzame mechanismen om koste wat kost cliënten veroordeeld te krijgen, ons het op normale wijze verdedigen onmogelijk maakt.

Wij hebben nog een een zestal fronten benoemd waarop die mechanismen zonder uitzondering hun schadelijke uitwerking hebben op een eerlijk proces. En dat in een zaak als deze waar de belangen voor cliënten gigantisch zijn.

Mischien wel het grootste probleem is de onverteerbare onzekerheid dat deze mechanismen al lang en breed hun werk elders in dit proces en dossier hebben gedaan, maar dat we daar geen enkele grip op kunnen krijgen. De krachten zijn immers zodanig dat de misstanden verborgen moeten blijven. De mechanismen werken zowel bij de recherche als het OM. Dus wat is er nog meer verborgen? Hoe moeten cliënten zich daar tegen verdedigen?

Op dit moment is het enige dat we uw rechtbank kunnen vragen om nog ruimhartiger dan tevoren onze onderzoekswensen te honoreren.

Vertrouwen hebben we namelijk wel in u.

Raadslieden.

*
De rechtbank zal 16 juni een reactie geven op de verzoeken van de verdediging. Tevens wordt er uitspraak gedaan in het opheffingsverzoek voorlopige hechtenis van Pinny Song.

De inhoudelijke behandeling van de zaak Dino Soerel stond aanvankelijk gepland voor 27 juni. Er is echter nogal wat oponthoud geweest, dus de rechtbank weet nog niet of dat gaat lukken. De rechters gaan de planning nog eens bekijken.

Bondtehond

Zie ook Camilleri: "Topadvocaat onttroont vermeende misdaadkoning Dino Soerel"

vrijdag 10 juni 2011

'Ja, de hulzen zijn weg, alleen zitten er nog wat bloedspatjes op de muur'

Het was weer eens een langdurige zitting donderdag in de Bunker te Osdorp. Het liquidatieproces Passage wordt er niet eenvoudiger op. Soms hoor je dat mensen de draad al lang kwijt zijn. Er gebeurt ook veel. Wat dat betreft is het begrijpelijk. Zo kwam Jesse Remmers vandaag pas rond 13:00 de rechtszaal binnen wandelen. Er stond toch op de planning dat hij in de ochtend gehoord zou worden in verband met de afspraak bij het AC-Restaurant Lage Weide waar Peerke S. gisteren zo uitgebreid over had verklaard?


De uitleg van Jesse's advocaat Mr. Paul Waarts was simpel. Jesse had het vanwege erge vermoeidheid niet op kunnen brengen weer vier uur op te moeten staan en in alle vroegte op het gebruikelijke speciale transport te worden gezet met het BOT-team. Later zou hij daar zelf een verklaring voor geven aan de rechtbank.

Mr. Nico Meijering was net 20 minuten op weg met een betoog van meer dan 2 uur, waarin de raadsman de noodklok luidde ivm 'kennelijk spelende mechanismen waardoor het de verdediging praktisch onmogelijk wordt gemaakt cliënt Dino Soerel goed te kunnen verdedigen'. De rechtbank vond het echter zinvol om eerst Jesse Remmers te gaan horen volgens de eigenlijke planning die er lag. De jongste rechter vroeg of Mr. Meijering, omdat hij toch nog aan het begin van zijn betoog was, even wilde wachten. Dat kon, zei de raadsman van Dino Soerel: Ik ben nog maar in de opwarmingsfase.

De rechter richtte zich tot Jesse Remmers.
Rechter: U bent toch gekomen?
Jesse: Dat klopt.
Rechter: We wilden het hebben over de verklaringen van S. We hadden begrepen dat u geen vragen van La Serpe wilde beantwoorden?
Jesse: Dat zou ik wel kunnen, echter niet rechtsteeks.
Rechter: Ik geef het openbaar ministerie gelegenheid vragen te stellen.
Officier van justitie Mr. Hans Oppe: Mijnheer Remmers, wij hebben een aantal vragen in verband met de heer Peter S. Waar heeft u de heer S. voor het eerst ontmoet?
Jesse: Ik kan het uitleggen. Kaale sr. had Joegoslaven geactiveerd om geld terug te krijgen van La Serpe en mij. Ik heb dat een tijd kunnen uitstellen. Totdat het te dichtbij kwam. Ik zei tegen La Serpe dat ik via bepaalde mensen die Joegoslaven op andere gedachten wilde brengen. S. heeft de naam al genoemd. Ik sprak de heer Charles Zwolsman. S. kon er niets aan doen. Hij kende ze niet. Een ander heeft het zo gebracht: Wie heeft dat geld nou gegeven, van Kaale of van jullie? Ja, nee, dat is zo, dus die Joegoslaven trokken zich terug. Dat was mooi, want ze dreigden echt met de dood.
Mr.Oppe: U noemt dat niet zakelijk?
Jesse: Nee, niet echt. Ik wil niet andere namen noemen. Ik heb er verder niet over door gesproken.
Mr.Oppe: Dan zit u in welke tijdspanne?
Jesse: Ongeveer in Juni 2002, denk ik.
Mr.Oppe: Kunt u aangeven waar en hoe vaak u de heer S heeft ontmoet?
Jesse: Nou, niet zo vaak. Minder dan 10 keer. Hooguit 6 a 7 keer.
Mr.Oppe: Heeft u telefoongesprekken gehad?
Jesse: Ja.

Mr.Oppe: Die afspraken, was dat op vaste plaatsen, of ook op andere plaatsen.
Jesse: Dat kan ik me niet zo goed herinneren. Zou kunnen vaker bij het AC, of de Residence. Komt wel vaak voor hè, de Residence?
Mr.Oppe: Bij Lage Weide?
Jesse: Ik weet die naam niet, we zeiden bij 'Kop en Schotel'.
Mr.Oppe: Er loopt een snelweg langs?
Jesse: Ja, de A2.
Mr.Oppe: We gaan naar de ontmoeting. Kunt u in uw visie vertellen hoe het ging? Wie was het eerst? Wie waren er?
Jesse: Ebeli en La Serpe. Ik kwam van Vinkeveen.
Mr.Oppe: Welke adressen?
Jesse: Momentje... (overlegt met zijn advocaten Waarts en Janssen) Ik denk dat het duidelijk is, maar ik ga er op dit moment niet op in.

Mr.Oppe: Als u nou alleen het adres noemt?
Jesse: Daar kan ik het belang niet van inzien.
Mr.Betty Wind reageert: Dat criterium is nu niet aan de orde, of u het belang er van inziet of niet.
Jesse: Ik kwam van (adres) nr17. Ik denk dat het bekend was waar ik verbleef. Ook met La Serpe op de avond voor het incident.
Mr.Oppe: Ebeli en La Serpe kwamen uit IJsselstein of stonden er al. U ging ervan uit dat ze van de loods in IJsselstein kwamen?
Jesse: Ik trok de conclusie. U zegt het nu zelf.
Mr.Oppe: Het was in uw beleving dat ze uit IJsselstein kwamen?
Jesse: Ja, in mijn herinnering wel.
Mr.Oppe: En vervolgens, wat deden jullie?
Jesse: We gingen direct wandelen. Ebeli sprak met S. Het ging over een heel ander onderwerp. Pas veel later heb ik de sleutel gevraagd.
Mr.Oppe: Wat werd er besproken?
Jesse: Ebeli had iemand nodig om aan geld te komen. Ik vroeg aan S. of hij iemand kende. S. heeft toen antwoord gegeven en twee personen in contact gebracht. Ik wil niet zeggen waar dat over ging.
Mr.Oppe: Stonden ze er al?
Jesse: Nou, ze waren bezig met uitstappen.
Mr.Oppe: Was u met de auto?
Jesse: Jep.
Mr.Oppe: Hoe lang was het in totaal?
Jesse: Nee, dat weet ik niet precies. Ik was helemaal kapot moe die dag.
Mr.Oppe: U zegt: Ik was er korter dan de anderen.
Jesse: Ongeveer 5 minuten ben ik erbij geweest.
Mr.Oppe: Vooraf aan het gesprek over de sleutel. Heeft Ebeli wat besproken met S.? U was er 5 minuten en bent weggegaan?
Jesse: Pin me er niet op vast. Zo'n 5 minuten.
Mr.Oppe: 5 Minuten. Het gesprek vond plaats bij het viaduct. En toen?
Jesse: Ik ben weggelopen toen we niet bij de auto stonden.
Mr.Oppe: U bent naar de auto gelopen en weggereden?
Jesse: Ja.
Mr.Oppe: Waarheen?
Jesse: IJsselstein.
Mr.Oppe: De loods?
Jesse: Ja.
Mr.Oppe: U bent alleen naar de loods gegaan. Heeft u terug gereden?
Jesse: Ja.

Mr.Oppe: Als ik het goed begrijp bent u naar een adres gegaan in Vinkeveen?
Jesse: Dat klopt, maar het is iets anders gegaan.
Mr.Oppe: Oh, ik had het dinsdag zo begrepen.
Jesse: Dat komt, ik was dinsdag erg moe en het kwam nogal onverwacht.
Mr.Oppe: Bent u naar Vinkeveen naar een bepaald persoon gegaan?
Jesse: Nee, ik ben naar (adres) gegaan en heb onderweg een persoon gebeld. Ik vroeg of hij naar een adres in Vinkeveen kon komen. Dat gebeurde niet. Ik leg het uit. Richard Ebeli had een woning gehuurd in De Ronde Venen. La Serpe is naar de woning gegaan. Ebeli is naar de woning gegaan. Daar trof hij La Serpe aan in plaats van die persoon. Ebeli had ik gevraagd naar IJsselstein te gaan. De loods lag vlak bij woningen. We hielden het voor mogelijk dat personen hadden gehoord dat er geschoten was in de loods. Ik had een persoon die bij Sjarrel de Groot hoort gebeld. Ik vroeg de persoon door de straat te rijden en te kijken of er wat te zien was.

Rechter: Kunnen we de personen met letters aangeven? Anders wordt het wel heel verwarrend. Persoon in Vinkeveen: X, en persoon met Sjarrel de Groot: Y.
Jesse: Ehm... nou dan kunnen we dat beter andersom doen. De persoon in Vinkeveen heeft een XY in de 23e chromosoom. Die bij Sjarrel de Groot heeft een XX in de 23e chromosoom. De persoon in Vinkeveen is een man. De persoon bij Sjarrel de Groot een vrouw.
Rechter: Oh, nou ja, laten we het dan maar zo zeggen, man en vrouw.
Jesse: De persoon in Vinkeveen kende die vrouw. Hij zag alleen het nut er niet van in de vrouw te bellen. Ik vertelde toen: Er ligt een lijk in de loods. Toen was het wel belangrijk ineens. Toen hielden we het voor mogelijk dat buurtbewoners de politie hadden gebeld. Ik vroeg dus of ze er heen wilden gaan. Dan zouden ze er langs rijden en het kunnen zien.

Jesse veranderde plotseling even van onderwerp: Als u de namen intikt op uw laptop: Mango, Guis en Rico.
Er komen dan 2 bestanden te vooschijn. 1 Laptop van Ebeli. 1 Laptop van mij in Marokko. Mango slaat op S. De fruitmand, zeg maar. (gelach op tribune)
(Daar werd dinsdag een vraag over gesteld door Mr, Waarts aan S., of de naam 'Mango' bekend was bij hem, naast zijn gebruikelijke naam 'Peer' of 'Peerke'. Waarts grapte toen: Ik zal maar niet de hele fruitmand opnoemen. - red)
Rico staat voor Ebeli, legt Jesse uit, van Richard, in het Portugees is dat Ricardo, of van Porto Rico. Guis voor La Serpe, van Giuseppe.
Mr.Oppe: Bent u klaar met dit antwoord?
Jesse: Ja, mischien levert het wat op.
Mr.Oppe: Wat zou dat opleveren?
Jesse: Nou, met de tapgegevens van de heer S. Het zit zo. Richard had foto's gemaakt. Hij vroeg of ik eens bestanden mee wilde nemen. Ik had een DVD en heb dat vanuit 'Mijn Documenten' gesleept en gekopiëerd.
Rechter: Dat zou in die laptop van 2003 moeten zitten?
Jesse: Ja.

Mr.Oppe ging verder: U heeft de nadruk er nogal op gelegd dat de loods leegemaakt moest worden. Ik rijm dat niet zo goed als u zegt La Serpe en Ebeli kwamen vanaf de loods. Daar zit toch een flinke tijd tussen?
Jesse: Nou nee, zo lang duurde het dus kennelijk. Je zou het zo kunnen zien.
Mr.Betty Wind: U noemde AC-restaurant.
Jesse: "Kop en Schotel" noemde ik het altijd.
Mr.Wind: Wanneer was dat? Welke tijd?
Jesse: In ieder geval in de avond.
Mr.Wind: Waarom weet u dat zeker?
Jesse: Er staat mij van bij. Ik durf het niet precies te zeggen.
Mr.Wind: Was het licht of donker.
Jesse: Ik zou zeggen donkerder. Niet al te licht. Daarom denk ik dat het avond was.

Mr.Wind: Wat was nu de reden om in aanwezigheid van S. om te vragen om die sleutel?
Jesse: Nou, die loods moest schoon.
Mr.Wind: Jawel, maar het accent van mijn vraag ligt ergens anders.
Jesse: Het zou er bij gebleven zijn, ware het niet dat La Serpe niet gezegd zou hebben: Ja, de hulzen zijn weg, alleen zitten er nog wat bloedspatjes op de muur. Anders zouden we er niet over zijn doorgegaan.

Mr.Wind: Hebben jullie het er later nog over gesproken?
Jesse: Ik heb het er nooit één fractie meer over gehad
Mr.Wind: Mogen we er vanuit gaan dat u er geen...(niet verstaan)
Jesse: Daar heb ik nooit bij stilgestaan.
Mr.Wind: Bleef u erbij dat u de sleutel kreeg van Ebeli?
Jesse: Ja, daar blijf ik bij.
Mr.Wind: U zei dat u de sleutel aan een aannemer moest geven. Waarom verteld u de naam niet?
Jesse licht geïrriteerd: Ja, laat La Serpe even de naam noemen van wie hij de Hollowpoints heeft gekregen!
Mr.Wind: Ja, daar gaat het niet over.
Jesse: Ja halloo, La Serpe hoeft toch ook geen namen te noemen? Laten we altstublieft niet verder gaan over de naam van een aannemer als La Serpe de Hollowpoints niet noemt.
Mr.Wind: Wat voor auto reed u? Van wie?
Jesse: Het was een grijze Opel Corsa. Ik zie het nut er niet van in om te noemen van wie die was. Ze wordt lastig gevallen, mischien zegt ze: Ik weet het niet meer.
Mr.Wind: U zou in het kader van de waarheid de naam kunnen noemen.
Jesse: Nee!
Mr.Wind: Heeft u een beschrijving van de loods, met name van binnen?
Jesse: Leidingen, slangen, grind, potten, pallets, dozen. Dat moest allemaal weg. Boven zat de kantine-ruimte.
Mr.Wind: Het was herkenbaar als de restanten van een hennep-kwekerij?
Jesse: Ja, dat was duidelijk. Ik heb de persoon (de aannemer -red) rondgeleid, dingen afgesproken, een prijs afgemaakt, betaald, etc. etc. Ik ben zo een paar dagen voor dat incident daar geweest.
Mr.Wind: Waarom u? Gaat u voor Sjarrel de Groot dat dan opknappen?
Jesse: Ja, ik zou dat doen. De ruimte zou ergens anders voor gebruikt worden.

Mr.Wind: Zegt de naam Michelin u iets?
Jesse: Die naam is ontstaan tussen Rob de W. en mij. Hij noemde Ebeli zo. Ebeli zei toen ie het hoorde: Ik weet niet of ik daar zo blij mee ben. Haha. Het zit zo. Hij was nogal corpulent, dik, korter, zijn voorhoofd was nogal kort en laag. Achter had hij in die tijd zijn haar nog langer van achteren.
Mr.Wind: U bent stellig?
Jesse: Daar ben ik stellig in, anders had ik wel gezegd: Rossig met krulletjes.
Mr.Wind: Hoe zag u die jongen? S. zei rossig met krulletjes.
Jesse: Nou nee. Ik geef juist een verklaring die afwijkt van S. Dat is wel zo eerlijk.
Mr.Wind: U zegt dat u S. 6 a 7 keer gezien heeft?
Jesse: Nou ja, dat moet u zo zien. In een jaar tijd zo'n 7 keer.
Mr.Wind: Ja. Waren dat afspraken of gewoon ontmoetingen voor die AC-ontmoeting?
Jesse: Ja, ik heb hem voor die tijd ontmoet.
Mr.Wind: Had u een telefoonnummer?
Jesse: Ja, die had ik.
Mr.Wind: Één of meerdere?
Jesse: Nou, dat weet ik niet meer. Denk wel meer. Ik had voor zover ik kan overzien wel meer nummers. Staan mischien in de laptop.
Mr.Wind: Over die laptop moeten we het nog maar eens een keer hebben.
Jesse: Sorry?
Mr.Wind: Over die laptop moeten we het nog maar eens een keer hebben. Ik wil uw reactie. U zei op zitting dat u nooit meer aan Ebeli of La Serpe heeft gevraagd over de loods. We stelden nog dat het wel vreemd is. Nu zegt u dat u er niet op vertrouwde dat de loods schoon was. Kunt u.... nee, laat ik het anders doen. Een heel open vraag: Reageet u daar eens op?
Jesse: Ik zie geen tegenspraak. Ik heb het er niet zo goed over gehad. Ik ben er zelf heen gereden. Als ik erop vertrouwd had, was ik zelf niet naar de loods gereden.
Mr.wind: U heeft ook gezegd dat u er nooit meer geweest bent.
Jesse: Nee, dat kan niet dat ik dat gezegd heb.
Mr.Wind: Sorry, ik corrigeer. Dat had ik fout.
Jesse: Kan gebeuren.

Mr.Wind: Heeft u het er nog over gehad? Met La Serpe?
Jesse: Ja, we zaten op een bed in een hotelkamer, 2½ jaar later.
Mr.Wind: 2½ Jaar later?
Jesse: Nee, nee, nee, het hoofdonderwerp was dat hij nog veel geld tegoed had aan allerlei mensen. Ik ben nog een antwoord schuldig aan de jongste rechter. La Serpe vertelde dat hij het aan de F-getuigen had verteld. Dat kan ik niet verder uitdiepen, anders wordt duidelijk wie de F-getuigen zijn. La Serpe had een afspraak geregeld. Daar kan ik verder niet over praten. Dat met die andere F-getuige in verband met Peter R. de Vries. Hij vertelde dat hij het aan diegene had verteld. Hij zei: Maak je niet druk, hij loopt niet naar de politie. Hij zei, je kan er wel op vertrouwen dat de persoon niet naar de politie gaat, gezien het feit dat ik voortvluchtig was. Hetgeen er met Gerrie gebeurt is, heb ik aan die persoon verteld. Dat vond ik waanzinnig!
Die persoon kwam naar een cafeetje in Hoofddorp. Daar heeft ie toen verteld wat deze persoon ook verteld heeft aan de rechter-commissaris.

Mr. Wind: Ik heb er nog twee. (vragen) U heeft onthuld met welke auto u mee kwam. De auto van Ebeli, die noemt u echter niet.
Jesse: Oh, dat was een donkerkleurige Mercedes. Ik weet niet hoe ie hieraan kwam.
Mr.Wind: Was het een huurauto?
Jesse: Dat weet ik niet. Ebeli kwam er zelf mee.
Mr.Oppe: Hoe weet u wat de F-getuige heeft gezegd? U weet te vertellen dat de F-getuige de leverancier van de Hollowpoint-munitie heeft ontmoet.
Jesse: Daarmee heb ik niet gezegd wie het is.
Mr.Oppe: Hoe weet u wat de F-getuigen bij de rechter-commissaris hebben gezegd?
Jesse: Dat weet ik niet.
Mr.Oppe: Mij staat bij dat als bekend zou zijn bij wie de Hollowpoint zijn geleverd, zou kunnen blijken wie de F-getuigen zijn?
Jesse: Van mij mag bekend worden wie dat was. Een freefighter en portier. Maar, als ik de naam zeg, heb ik kans dat de F-getuigen bekend worden.
Mr.Wind: Het punt blijft bestaan.
Jesse: Daar betreed ik het pad van de intuïtie en moet ik eerst een lezing geven over intuïtieve eigenschappen.
Mr.Wind: Doe maar niet. Het rijmt voor mij niet met elkaar.
Jesse: Das mooi.
Mr.Wind: Dan stellen we vast: U wilt niet dat de F-getuigen bekend raken.
Jesse: Nou, van mij mag het, maar....
Mr.Wind: U verteld net dat La Serpe dat hele verhaal heeft verteld aan de F-getuige.
Jesse cynisch: Als La Serpe dat doet, dan eh.... Nou ja, met de back-up van het OM komt ie daar ook wel uit....

Rechter richting Mr.Jan Peter van Schaik: Heeft u nog vragen?
Mr.Van Schaik: Ik heb 6 vragen.
Rechter: Dat moet dan via ons.
Jesse vult de rechter aan: Ik heb het eerder meegemaakt met mevrouw Malika Nasri, omdat ze anders niet goed in staat was onbevangen te getuigen, dat ik buiten de zaal moest plaatsnemen. Ik neem vanuit die cabine nog wel eens wat vileine woede en negatieve energie waar. Mischien zou mijnheer La Serpe achter in zijn hok kunnen zitten, uit het zicht?
Mr.Van Schaik: Ik wil gerust in de zaal komen zitten.
Jesse: Laat mijnheer La Serpe helemaal uit beeld graag.
Peter La Serpe klinkt ineens over de speakers: Ik wil wel voortaan altijd via een video-verbinding getuigen. Als dat zou kunnen.....

(Er klinkt wat gerommel in het gepanserde getuigenhokje. Kennelijk wisselen La Serpe en zijn raadsman van zitplaats)
Mr.Van Schaik begint: Heeft u op enige wijze al kennis kunnen nemen met de DVD's die bij de heer Meijering zijn?
Jesse: Nee, ik was er helemaal niet van bewust. Ik vernam van mijn advocaat hoe het zat met de DVD's.
Mr.Van Schaik: Weet u of de verhuurder een sleutel had van de loods?
Jesse: Nou, ik had begrepen dat de loods gehuurd was en dat de vader van Sjarrel de Groot een sleutel moest hebben.
Mr.Van Schaik: Was dat de enige sleutel, of waren er meer sleutels?
Jesse: Ja, ik dacht dat dat laatste het geval was. Dat was ook de reden dat ik terug ging.
Mr.Van Schaik: Wanneer is dat idee bij u ontstaan om te gaan kijken in de loods.
Jesse: Er staat me bij dat ik op het moment dat ik de sleutel kreeg het idee kreeg te gaan kijken. Maar ik zei al, ik was erg moe. Kan me dat niet goed herinneren.
Mr.Van Schaik: Was Sjarrel de Groot daarvan op de hoogte.
Jesse: Als ik zijn verklaring lees, verwonder ik me dat hij het nog weet.
Mr. Van Schaik: Waarom wilde u Sjarrel de Groot bellen? U zei dat u Sjarrel probeerde te bereiken.
Jesse: Nou het ging er meer om dat ik het idee zou kunnen pretenderen dat hij de loods in zou gaan en een en ander aan zou treffen.
Mr.Wind merkte op: Waarom zou Sjarrel de Groot überhaupt die loods in gaan? Er was toch niets?
Jesse: Nou, zo vreemd was dat niet, want er was een ruimte waar ze vaker kwamen om wat te drinken.
Mr.Wind: Waarom belde u een ander dan Sjarrel de Groot.
Jesse: Ik kreeg hem zelf niet te pakken.
Mr.Van Schaik: U bent naar de loods gegaan. Wat heeft u gedaan?
Jesse: Ik ben naar de plek gegaan waar Bethlehem is doodgeschoten en zag niks meer van bloedspatten of zo.
Mr.Van Schaik: Heeft u ook andere plekken onderzocht?
Jesse: Nou, dat weet ik niet meer hoor. Ik was moe en die hele periode staat me heel slecht bij van 10 jaar geleden en dat ik zo moe was. Ik heb inderdaad gekeken daar waar Bethelehem gelegen had en zag dat ik in ieder geval de mensen van de aannemer kon laten komen.
Mr. Van Schaik: Geen vragen meer. Dank u.

Mr.Wind: Heeft u nog wat gezien? U heeft toch gezegd dat er bloedspatten op de muur zaten?
Jesse: Nou, het was wel duidelijk dat dat een grapje was. La Serpe lachte op zijn eigen typische manier.
Mr.Wind: U probeerde Sjarrel te bellen. Had u meerdere nummers?
Jesse: Mischien wel twee denk ik.
Mr.Wind: Heeft u het vaker geprobeerd?
Jesse: Ja. Hij stapte bijna iedere dag, alleen die dag bijna nooit, dus ik dacht dat ik hem mischien wel te pakken zou krijgen.
Mr.Wind: Heeft u de foto's gezien van het zeil?
Jesse: Ja, maar ik weet niet of het zeil uit de loods was.
Mr.Wind: Dat was nou net mijn vraag.
Jesse: Het zou kunnen. Er stonden pallets met cellofaan, spullen en dozen. Of ze hebben het gekocht. Of het was uit de loods. Er stonden allerlei spullen. Het zou kunnen dat het uit de loods kwam.
Mr.Wind: Okay.
La Serpe cynisch: Mijn intuïtie zegt dat hij niet antwoord.

Het verhoor van Jesse Remmers zat erop. Er werd nog even over gesproken dat Jesse pas om 13:00 in de rechtszaal kwam. Er was speciaal vervoer geregeld voor Jesse om hem toch nog op zitting te kunnen horen. Volgens Mr. Betty Wind moet dat echter geen gewoonte worden.

Jesse antwoordde: Ik heb de voorzitter wel eens horen zeggen dat de deelnemers zo fit en helder mogelijk zouden moeten verschijnen in de rechtszaal. De kwaliteit van mijn lichamelijke conditie was echter zo gedaald door vermoeidheid, dat het was waar te nemen aan mijn fysionomie. Ik wilde voorkomen dat er wellicht foute conclusies getrokken worden, stel dat mijn emperische denkvermogen me in de steek zou laten.

Tot slot ging Mr. Nico Meijering verder met zijn betoog. Later een verslag daarvan, wellicht nog vandaag, maar waarschijnlijker morgen, gezien de grootte van het betoog.

Bondtehond

woensdag 8 juni 2011

'Is toen de naam van de kroongetuige gevallen?'

Peter 'Peerke' S. is via Hells Angel Willem Pijpker bij Mr. Nico Meijering terecht gekomen. Mr. Meijering had vanwege zijn beroepsgeheim gevraagd aan Pijpker of hij diens naam mocht noemen. Daar had Pijpker geen bezwaar tegen gemaakt. Vandaar dat we nu precies weten hoe Peerke S. op het kantoor van Mr. Meijering terecht is gekomen. Meijering heeft dit in een brief aan de rechtbank kenbaar gemaakt.


De twee mannen hadden in gezelschap ergens een broodje zitten eten en zo kwam het gesprek op het feit dat de aangifte tegen Peter La Serpe niet-ontvankelijk was verklaard. Dat had Peerke S. op Crimesite gelezen. Dit was de tweede keer dat La Serpe kennelijk niet voor de moord op Bethlehem vervolgd zou worden, waardoor Peerke S. vanwege zijn wetenschap zich daar toch enigzins ongemakkelijk bij begon te voelen en erover sprak met mensen, waaronder Willem Pijpker. De Hells Angel adviseerde Peerke S. vervolgens contact op te nemen met het kantoor van Mr. Nico Meijering. Vervolgens is Pijpker voor Peerke S. uit gereden en heeft de Brabander de weg gewezen en voorgesteld aan Mr. Meijering.

Al tijdens de eerste 10 minuten besloot de advocaat op kantoor dat dit toch wel belangrijke informatie was en vroeg aan Peerke S. of hij een geluids-opname mocht maken. Dat mocht van Peerke S. en zodoende komt het dat hij nu voor de tweede keer op zitting in de Bunker was. Nu om zijn verhaal uitgebreider toe te lichten. De eerste keer was daar te weinig tijd voor omdat Mr. Jan Peter van Schaik na een uur al weg moest.

De rechter begon rond 11 uur met de ondervraging, kort nadat ook Dino Soerel inmiddels de rechtszaal was binnengebracht. Soerel zwaaide even snel naar zijn vrienden en familieleden, waarna eerst Jesse Remmers, terwijl Peerke S. nog in de wachtkamer zat, werd ondervraagd. Zo konden de twee in ieder geval niet door elkaar van informatie worden voorzien, of onwillekeurig toch enigzins door de ander worden beïnvloed.

(Wegens plaatsgebrek alleen een verslag van het verhoor van Peerke S. door de rechters)

Rechter: Mijnheer S., de ontmoeting, had u daar herinnering aan?
Peerke: Nee.
Rechter: U had een afspraak met de heer Remmers?
Peerke: Ja.
Rechter: Waar was dat?
Peerke: Parkeerplaats.
Rechter: Met de auto?
Peerke: Ja.
Rechter: Heeft u herinnering aan of de heer Remmers aankwam?
Peerke: Nee, ik weet zelfs niet meer met welke auto ik was.
Rechter: Hoe ging dat? Kwam de heer Remmers aanlopen of rijden?
Peerke: (2e keer) Nee, ik weet zelfs niet meer met welke auto ik was.
Rechter: Weet u nog hoe de heer Remmers kwam?
Peerke: Nee, daar heb ik geen herinnering aan.
Rechter: Wat deed u?
Peerke: We zijn een stukje gaan lopen.
Rechter: Was u met Remmers en anderen? Een derde persoon?
Peerke: Dat weet ik niet meer precies. Ik dacht van wel.
Rechter: U zei dat u er geen herinnering aan had?
Peerke: Klopt. Het enige was dat de derde iets kleiner was.
Rechter: Kende u die derde persoon? Deed u zaken met hem?
Peerke: Nee.
Rechter: Heeft u zich voorgesteld?
Peerke: Ik kan het me echt niet herinneren.
Rechter: Heeft u hem eerder gezien?
Peerke: Ik weet het niet.
Rechter: Sluit u het niet uit?
Peerke: Nee, ik sluit het niet uit.
Rechter: Vroeg u iets aan hem?
Peerke: Nee, dat is onbeleefd.
Rechter. Onbeleefd?
Peerke: Ja.
Rechter: U zegt de derde persoon kende ik niet. En de heer Remmers? Kunt u daar iets over vertellen?
Peerke: Remmers wel ja. Ik heb ze wel eens eerder samen gezien. (Remmers + La Serpe -red)
Rechter: Richard Ebeli, kent u die?
Peerke: Nee.
Rechter: Een Richard Ebeli kent u dus niet?
Peerke: Nee, ik weet niet wie die 'Ebelieng' is. Laat maar een foto zien.

Rechter: Ja maar, u weet niets over een wietplantage en een sleutel?
Peerke: Als ik het wist, had ik me beroepen op mijn zwijgrecht.
Rechter: U moet antwoorden.
Peerke: Ik ken hem niet.
Rechter: U had op Crimesite gelezen. U volgt het wel es op Crimesite, zei u?
Peerke: Ja.
Rechter: U kent hem niet zegt u?
Peerke: Als u me tien foto's laat zien....
Rechter: De naam zegt u niets. Ebeli zegt u niets?
Peerke: Ik ben niet goed in namen.
Rechter: De kleine man met de krulletjes, heeft u niet later nog gezien?
Peerke: Nee.

Rechter: En de wat langere man? (La Serpe -red)
Peerke: Nee.
Rechter: Ze waren iets te laat?
Peerke: Ja, klopt.
Rechter: Toen heeft u lopen vissen?
Peerke: Ja.
Rechter: Wat vertelde ze?
Peerke: Dat er een lijk in het water was gegooit.
Rechter: Is dat zo gezegd?
Peerke: Ja.
Rechter: Details?
Peerke: Dat ie in plastic was gewikkeld en iets over een Rolex. Dat die was afgedaan of juist niet.
Rechter: Wie vertelde dat?
Peerke: Ik denk in samenspraak.
Rechter: Als u het weet, moet u het zeggen.
Peerke: Jawel.
Rechter: Dat was met dat groepje?
Peerke: Ja.
Rechter: U zegt dat was met dat groepje van drie. Wie zei dat?
Peerke: Wie het precies heeft gezegd, weet ik niet meer.
Rechter: Dat weet u niet meer. U heeft behoorlijk veel details verteld. Rolex, dozen, wietkwekerij, etc. etc. Alles is besproken?
Peerke: Ja.

Rechter: Werd dat verteld aan iemand anders, of aan u?
Peerke: Aan mij.
Rechter: Was dat omdat ze te laat waren?
Peerke: Ja, ik weet het niet. Ik had het liever niet geweten.
Rechter: Bent u niet naar de politie gegaan?
Peerke: Nee. Waarom?
Rechter: Waarom bent u hier dan?
Peerke: Ik wil dat het recht geschiedt.
Rechter: Ja, maar....
Peerke: Nou, er is twee keer gevraagd om vervolging en dat is afgewezen. Ik ben zonder verklaringen veroordeeld.
Rechter: Begrijp ik het nou goed dat de heer La Serpe vervolgd moet woorden?
Peerke: Ja.
Rechter: En de heer Remmers?
Peerke: Daar ga ik niet over.
Rechter: U heeft een hekel aan justitie?
Peerke: Ja.
Rechter: U heeft ten onrechte vast gezeten?
Peerke: Ja, dat kun je wel stellen.
Rechter: Dat is niet de reden dat u hier zit?
Peerke: Niet echt.
Rechter: Wat dan? U bent niet op verzoek?
Peerke: Ik ben geen hoer. Ik ben uit vrije wil. Niemand heeft het me gevraagd.
Rechter: U volgt het op internet en u denkt dan ga ik me melden om het recht te zetten?
Peerke: Ja.
Rechter: En de foto van La Serpe zag u in een blad?
Peerke: Ja.
Rechter: Waar heeft u voor vastgezeten.
Peerke: Onschuldig.
Rechter: Ja, maar kunt u zeggen waarvoor?
Peerke: XTC.
Rechter: Wanneer zag u voor het eerst de foto? Dat moet een bijzonder moment geweest zijn?
Peerke: Dat weet ik niet meer precies.

(2 vragen gemist) :-(
Peerke: Als je me in de Arena neerzet met 10.000, pik ik hem er zo uit.
Rechter: Ja, maar u zag het in een blad?
Peerke: Ja.
Rechter: De foto cirkuleert wel. U kunt hem ook ergens anders hebben gezien.
Peerke: Ik zag hem in een blad.
Rechter: U heeft erover gesproken de kwestie?
Peerke: Nee.
Rechter: Ik heb een verslag van de heer Meijering. Dat was de heer Pijpker. Pijpker is nu bekend.

Mr. Nico Meijering: Ik heb met oog op mijn beroepsgeheim gevraagd aan de heer Pijpker of ik zijn naam mocht noemen.

Rechter: Weet hij dat u hier zit?
Peerke: Dat gaat hem niets aan.
Rechter: Nee, maar u komt met de heer Pijpker naar kantoor. Wat heeft u gezegd?
Peerke: Nee, niks.
Rechter: U komt hem een half jaar daarna tegen en u besluit om samen naar het kantoor te gaan?
Peerke: Ja.

Rechter: Heeft u met de heer Remmers nog over gesproken?
Peerke: Ja, het lijk was boven water gekomen en toen hebben we het er nog even over gehad.
Rechter: Wanneer was dat?
Peerke: Kan kort daarna zijn geweest.
Rechter: Kort nadat het lijk was gevonden?
Peerke: Ja.
Rechter: U had een afspraak met de heer Remmers. Kunt u nog zeggen waarom?
Peerke: Nee, dat kan ik niet zeggen.
Rechter: De derde persoon herkende u. Kunt u nog zeggen hoe u die heeft leren kennen?
Peerke: Samen met de heer Remmers.
Rechter: Wanneer?
Peerke: Kort voor die tijd.
Rechter: U kende de derde persoon?
Peerke: Dat zegt u. U zegt Ebeli.
Rechter: U heeft Ebeli leren kennen via Remmers? Is hij aan u voorgesteld?
Peerke: Zou kunnen, maar minimaal.
Rechter: Heeft u het gevoel dat hij geïntroduceerd is bij u?
Peerke: Zou kunnen.
Rechter: Kunt u nog even terug gaan? Er was een lijk in het kanaal gegooit. Was dat dezelfde dag gebeurd?
Peerke: Ja, zo kwam het op mij over.
Rechter: Hoe kwam dat ter sprake?
Peerke: Zo is het verteld aan me.
Rechter: Nadat er over de loods is verteld?
Peerke: Ja.
Rechter: Er waren geen anderen bij?
Peerke: Het zou kunnen zijn dat er mensen weg zijn gegaan, maar in mijn herinneringen waren het drie personen.
Rechter: De heer Remmers zegt dat u een afspraak had met de heer Ebeli.
Peerke: Zou kunnen.
Rechter: Dat is een beetje lastig. U zegt dat u afgesproken had met de heer Remmers.
Peerke: Ik heb de tapgesprekken aan de heer Meijering gegeven.
Rechter: Ik hou u maar voor dat de heer Remmers wat anders verklaard.
Peerke: Ik weet niet precies wat er is verteld.
Rechter: Ik wil u erop wijzen dat u zegt dat u een gesprek had met de heer Remmers.
 
Mr. Waarts: Volgens mij verklaarde hij dat hij dacht dat hij met de heer Remmers had afgesproken.
Rechter: We kunnen het teruglezen in het verslag van de zitting.
Peerke: U brengt me onder twijfel.
Rechter: Nou ja, ik hou u maar voor dat u eerst heel stellig bent en nu weer dingen afzwakt.
Peerke: Nou ja, ik weet zeker dat hij er was.
Rechter: U heeft iets voorbij horen komen over een sleutel. Heeft u iets opgevangen? Wat voor gesprek was dat?
Peerke: We hebben er met z'n vieren gestaan. Wat voor gesprek over een sleutel? Dat weet ik niet precies.
Rechter: Dat u wegloopt. Weet u dat nog precies?
Peerke: Nee.

Rechter richting Jesse Remmers: Wilt u nog iets zeggen?
Jesse Remmers: Mijnheer S. verklaard kennelijk wel naar eer en geweten naar waarheid, maar mischien zijn zijn herinneringen niet helemaal correct?
Rechter: We proberen de vraagstelling af te krijgen.  
 
Hierna konden de andere procesdeelnemers vragen stellen.
Officier van justitie Mr. Hans Oppe beet de spits af.
 
Mr.Oppe vroeg over het moment waarop Peerke S. op het kantoor van Mr. Meijering kwam.
Mr. Hans Oppe: Op pagina 1 staat (van het verslag van Mr. Meijering -red): Cliënt werd 10 minuten na binnenkomst ondervraagd.  U komt binnen met Pijpker. Hoe ging dat?
Peerke: Ik nam koffie, en heb even gewacht. Meijering zei: Dit is zo belangrijk, ik pak even opname-apparatuur. We zaten met z'n drieën.
Mr.Oppe: Is toen de naam van de kroongetuige gevallen?
Peerke: Dat zou best kunnen.
Mr.Oppe: Kent u La Serpe? De namen La Serpe en Bethlehem vallen. Verteld u een wat er in die 10 minuten is plaatsgevonden?
Peerke: Ik vertelde dat ik wist wie Bethlehem dood had geschoten.
Mr.Oppe: En toen heeft Meijering La Serpe en Bethlehem genoemd?
Peerke: Nee, nee, nee, nee, ik ben zelf gekomen met die namen!
Mr.Oppe cynisch: U had geen zaken-contacten met Soerel. U heeft een drankje gedronken en gebowld?
Peerke cynisch terug: U heeft het precies goed. U kunt dat zo integraal neerzetten.

Mr.Betty Wind: U bent geen fan van justitie. U zei dat u de zaak wilde helpen oplossen. Wilt u op een later moment eventueel bij de politie nog vragen komen beantwoorden?
Peerke grappend: U kunt mij altijd bellen! 24 Uur per dag!
Mr.Wind: We weten dat er op uw woning is geschoten. Heeft dat iets te maken met dit proces of dat u hier nu zit?
Peerke: Nee! Niet dat ik weet. Ik weet niet wie er achter die schietpartij zit. 
Mr. Wind: We hebben gekeken naar de taps uit het oude onderzoek en de dagen dat u verteld. U belt een slag in de rondte. U wordt een tijd getapt en we kunnen niet één gesprek linken aan u.
Mr. Meijering: Ho, ho, ho! Ik hoor dat het nu over stukken gaat die nog niet ingebracht zijn. Voorzitter, ik wil dat u opdraagt de stukken eerst te overhandigen.

De rechter verbood Mr. Wind verder te gaan met stukken die ook de rechtbank nog niet heeft.

Mr.Nico Meijering maakte later ook bezwaar tegen het plan van het OM om Peerke S. wellicht op een later tijdstip buiten de verdediging om bij de politie te ondervragen. De advocaat wil daar dan bij aanwezig zijn.

Er komt waarschijnlijk een Foslo-confrontatie met de foto's van kroongetuige. De verdediging heeft de beschikking over een fors aantal foto's van Peter La Serpe. De bedoeling is natuurlijk dat Peerke S. de foto van La Serpe tussen een aantal foto's van andere personen weet aan te wijzen.

Er werden gedurende de zitting veel meer vragen gesteld, ook aan Jesse Remmers. Het voorval bij AC-restaurant Lage Weide houdt de gemoederen nog wel even bezig.

Donderdag gaat men echter eerst verder met de overige zaken. Op de planning staat nu de zaak Bethlehem en de Art.140 dossier.

Bondtehond

dinsdag 7 juni 2011

'Laten we niet komen met vervelende benamingen als 'loktefefoontje'

Na lange tijd afwezig te zijn geweest, was verdachte Mevr. Chai Pin 'Pinny' Song weer eens aanwezig in de Bunker te Osdorp. Dit maal geflankeerd door haar twee nieuwe advocaten, Mr. Stein Franken en Mr. Chrisje Zuur van kantoor Franken, Zuur, Van Baarlen, Van Kampen, Advocaten. We kennen dit team onder meer als de advocaten van Willem Holleeder in zijn Hoger Beroep. De reden waarom Pinny Song opnieuw van advocaat heeft gewisseld, werden verder geen mededelingen over gedaan. De raadslieden deden tijdens hun eerste zitting in de zaak van Pinny Song meteen een verzoek tot opheffing voorlopige hechtenis.

                                      
Pinny Song verblijft intussen (totaal) al meer dan 3 jaar in voorlopige hechtenis op verdenking van uitlokking van de moord op Tonny van Maurik, de Amsterdamse sportschoolhouder die op 19 april 1993 bij het Altea-hotel werd geliquideerd in zijn Fort Escort. Dit terwijl zij in de jaren '90 al eerder was gearresteerd, echter weer in vrijheid werd gesteld en in '97 een kennisgeving van niet verdere vervolging kreeg.

Song kwam destijds als verdachte in beeld door de verklaring van ene Karin Swager, een inmiddels overleden oud collega prostituee van Pinny. Deze verklaarde dat zij door Pinny Song gevraagd zou zijn of zij iemand wist die Tonny van Maurik dood kon schieten. Als tweede pijler waarop de verdenkingen zijn gebaseerd, is het telecommunicatie-onderzoek, waaruit contacten tussen Song en Van Maurik zijn afgeleid, alsmede met telefoonnummers die toegeschreven werden aan Moppie Rasnabe, Jesse Remmers en Freek Stevens.

Pas in 2008, zo'n 10 jaar later dus, wordt het onderzoek heropend op basis van de verklaringen van Peter La Serpe. De kroongetuige in Passage noemde de naam van Pinny Song echter niet. Hij had juist van Jesse Remmers begrepen dat Henk Rommy degene is geweest die opdracht tot liquidatie van Van Maurik had gegeven. Het OM heeft tot op heden groot gewicht toegekend aan de verklaringen van La Serpe. Dat maakt het vreemd dat het OM een ontlastende verklaring nu toch als belastend kenmerkt. Pinny Song komt namelijk opnieuw als verdachte in beeld. Ditmaal in het nieuwe onderzoek Opa.

In de jaren '90 had men door onbekende oorzaak, zo wordt in het huidige dossier gesteld, geen onderzoek gedaan naar of analyse verricht van de zogenoemde printlijsten van telecommunicatie. Daaruit zou nu blijken dat twee mobiele telefoons - die zouden zijn gebruikt door Remmers, Rasnabe en/of Stevens - rondom de liquidatie in de buurt van de plaats delict waren en frequent contact met elkaar hadden. Daarnaast zou uit printgegevens blijken dat Pinny Song contact heeft gehad met de telefoon van Remmers en/of Rasnabe, rondom het moment dat zij op 19 april 1993 met Van Maurik zou hebben afgesproken elkaar die avond te ontmoeten bij het Altea-hotel.

Er bevindt zich veel meer materiaal in het dossier. Er zijn verklaringen afgelegd over mogelijke motieven. Er is onder meer gesproken over de slechte wijze waarop Pinny Song door Van Maurik zou zijn behandeld. En er is een financieel motief gesuggereerd, dat verband houdt met waardepapieren. Voor de ernstige bezwaren kunnen de verklaringen geen betekenis hebben. De verdediging was verheugd te lezen in het dossier dat het OM zich op hetzelfde stanpunt heeft gesteld. Over de verklaringen van getuigen K. en Van H. heeft de officier van justitie opgemerkt dat deze slechts hun eigen ideeën verwoorden en niet uit wetenschap verklaren. Daar kan het OM niet zoveel mee is er toen gezegd op zitting. Het lijkt de verdediging van Song dat dit evenzeer moet gelden voor de andere verklaringen die speculeren over de rol van Pinny Song.

Volgens de raadslieden van Song is er bar weinig veranderd ten opzichte van de situatie in de jaren '90 en spreekt daar haar verbazing over uit. Een contact tussen een telefoon die aan Remmers en/of Rasnabe wordt toegeschreven op de dag van de liquidatie. Dat is het wel zo'n beetje. Of dat gesprek daadwerkelijk betrekking heeft op het ten laste gelegde feit kan niet meer dan speculatie zijn. De inhoud van het gesprek is immers niet bekend.

De voorlopige hechtenis van Pinny Song, zoals gezegd in totaal meer dan 3 jaar, is gebaseerd op één grond: die van de geschokte rehtsorde. Voor het laatst is er een verzoek gedaan op 21 oktober 2010. Dit verzoek is afgewezen omdat er naar oordeel van de rechtbank op dat moment geen sprake van schending van het recht op een redelijke termijn was. Thans, ruim een half jaar later, zijn er goede redenen om daar anders over te denken. De rechtbank overwoog dat volgens de bestendige jurisprudentie het bestaan van ernstige bezwaren en gronden kritischer moet worden beoordeeld naarmate het voorarrest langer duurt. Uit die jurisprudentie volgt bovendien dat de toepassing van voorarrest een strikte uitzondering moet zijn, en dat het harde uitgangspunt is dat een verdachte in vrijheid de berechting moet kunnen afwachten.

Mr. Stijn Franken ging vervolgens in op verschillende jurisprudentie. Onder andere verwijst Mr. Franken in dit verband expliciet op de uitspraak van het EHRM (Europees Hof voor de Rechten van de Mens) in de zaak Letellier. Mevrouw Letellier zat drie jaar in voorarrest op verdenking van uitlokking van moord op haat tweede echtgenoot. Het EHRM oordeelde dat de voorlopige hechtenis van bijna drie jaar een schending van Art. 5 EVRM (Europees verdrag voor de rechten van de mens) opleverde. De paralellen met de zaak van Pinny Song zijn duidelijk. Ook zij wordt beschuldigd van uitlokking tot moord, en zij zit inmiddels ook drie jaar in voorarrest.

Mr. Stijn Franken: Het zal niet verbazen dat ik me dan ook op de uitspraak in de zaak Letellier baseer, als ik uitspreek dat Art. 5 lid 3 EVRM wordt geschonden indien de voorlopige hechtenis van Pinny Song niet wordt opgeheven. Ik werk dat hieronder uit.
(Lees hier die 'uitwerking')

Rechtbankvoorzitter Mr. Lauwaars vroeg of het OM meteen kon reageren. Dat kon omdat de verdediging de pleitnota beschikbaar had gesteld aan het OM.

OvJ Mr. Hans Oppe nam de reactie voor zijn rekening. (een aantal opvallende punten en uitspraken samengevat):
- Het Hof heeft een interessant arrest gelezen: De-auditu verklaringen kunnen als nieuwe bezwaren worden aangemerkt. De verklaringen van La Serpe spelen ook in dit deelonderzoek. La Serpe neemt aan dat de opdracht door Rommy is gegeven. De waarde ligt ergens anders. Met de nieuwe printlijstgegevens kunnen drie zaken uit 1993 worden gekoppeld. Mevrouw Song belt 5 minuten met 'toestel 1810'. Deze gegevens kunnen als novem worden aangenomen. Song heeft uitgebreidt gesproken met AT's (autotelefoons). De AT's kunnen worden toegekend aan Remmers, Rasnabe en/of Stevens. Ze zijn kort rondom de liquidatie bij het Altea-hotel.
- Een telefoontje met Van Maurik wordt 'loktelefoontje' genoemd.
- De verklaring van Karin Swager wordt nog eens aangehaald. Song zou Swager ook verteld hebben dat ze Moppie Rasnabe benaderd had omdat ze nog wat tegoed had van Moppie.
- Over de redelijke termijn: Passage is uitermate complex en zeer omvangrijk. Het tijdsverloop is te wijten aan laakbaar gedragingen van de verdediging, waardoor het proces langer duurt dan verwacht.
- Het OM vindt de verklaring die Pinny Song op zitting gaf ongeloofwaardig. Song heeft zich lange tijd op haar zwijgrecht beroepen. Ze doet er in die zin nu ook weer het zwijgen toe. Dat doet de zaak er niet eenvoudiger op maken.
- Van het OM hoeft niet verwacht te worden dat er telkens nieuwe ernstige bezwaren worden benoemd.

Kortom: De conclusie van het OM is dat de verzoeken moeten worden afgewezen.

Mr. Lauwaars gaf nog het woord aan de verdediging.
Mr. Stijn Franken (punten samengevat): 
-We kunnen onbevangen kijken en oprecht verbaast zijn over het betoog van het OM. Het kan toch niet zo zijn dat een ontlastende verklaring van La Serpe als bezwarend wordt gebruikt, als bezwaar om Song vast te houden?!
-De inhoud van het gesprek (met Van Maurik -red.) is simpelweg onbekend. Laten we niet komen met vervelende benamingen als 'loktelefoontje'.
- Door u rechtbank is gezegd: Van verlenging in verband met Soerel is nog geen sprake. Dat is inmiddels wel anders. (Soerel keeg 7 maanden verlenging -red.). Dank u.

Op 16 juni doet de rechtbank uitspraak.

(Morgenmiddag een verslag van het 2e verhoor van getuige Peter 'Peerke' S.)

Bondtehond

maandag 6 juni 2011

Kort geding Peter La Serpe vs misdaadsite Camilleri

Vandaag was ik bij het kort geding te Den Haag wat door de advocaat Mr. Jan Peter van Schaik namens Kroongetuige Peter La Serpe was aangespannen tegen misdaadsite Camilleri. Ondanks dat ik iets later dan de aanvang van 12:00 kwam aanzetten, kon ik een aardig beeld krijgen van een toch wel bijzonder schouwspel. Misdaadsite Camilleri liet zich bijstaan door een autoriteit op het gebied van het mediarecht, Mr. Mathijs Resink van het Amsterdamse advocatenkantoor Kalff-Katz, bekend van hun grote schare clientèle onder de bekende Nederlanders. Vanzelfsprekend was Peter La Serpe niet ter zitting aanwezig. De hoofdredacteur van Camilleri met heuse Siciliaanse roots, Vito Tieke, alsmede een juridische adviseur van de Camilleri redactie, wel.

Mr. Mathijs Resink - La Serpe - Mr. Jan Peter van Schaik

Peter La Serpe: Mr. Jan Peter van Schaik
Allereerst was het woord aan Mr. Jan Peter van Schaik. Onder verwijzing naar de dagvaarding en kleine wijziging van eis, herhaalde hij namens zijn cliënt de standpunten. Het leven van Peter La Serpe en zijn familie, zou door het afleggen van verklaringen in het Passage proces (in de volksmond: het Liquidatieproces) gevaar lopen. Daarom heeft Peter La Serpe de status van "bedreigde getuige" en is hij opgenomen in een "getuigenbeschermingsprogramma". Mede daarom is Peter La Serpe gedetineerd op een veilige geheime plaats. Omdat Peter La Serpe een "bedreigde getuige" is, zou het van groot belang zijn dat zijn persoonlijke gegevens in verband met zijn identiteit, waaronder met name zijn uiterlijk niet publiekelijk bekend of verspreid worden. Volgens Mr. Jan Peter van Schaik zou elke media die ongebalkte foto's van Peter La Serpe hebben gepubliceerd, dit materiaal op zijn sommaties hebben verwijderd.

Op 15 maart 2011 zou Camilleri een foto van Peter La Serpe zonder balk hebben gepubliceerd. Daarnaast op 24 maart 2011 een geluidsfragment waarop Peter La Serpe was te horen. Op 29 maart 2011 stuurde Mr. Jan Peter van Schaik een brief naar Camilleri om deze foto en audio te verwijderen, waaraan Camilleri in ieder geval op 5 april 2011 gehoor aan heeft gegeven. Volgens Mr. Jan Peter van Schaik heeft Camilleri altijd professioneel gecorrespondeerd en ontving hij zelfs op 6 april in het kader van "hoor en wederhoor" de tekst van het artikel: "Advocaat beschermt kroongetuige als kroonjuweel".

Op 7 april heeft Camilleri het bewuste artikel gepubliceerd, voorzien van het commentaar van Mr. Jan Peter van Schaik. Camilleri had daarbij een screen van de uitzending van Pauw & Witteman geplaatst, waarin Peter La Serpe zonder balk te zien is. Dit laatste was tegen het zere been van Peter La Serpe, waardoor Mr. Jan Peter van Schaik zich genoodzaakt achtte Camilleri aldus te dagvaarden. Een andere foto die ergens op Camilleri “embedded” van Crimesite had gestaan, was doordat Crimesite deze door ene Letterman op 20 mei 2011 (15:01 uur) op verzoek van Mr. Jan Peter van Schaik verwijderd inderdaad niet meer te zien op Camilleri.

Mr. Jan Peter van Schaik resumeerde zijn eisen. Louter omdat Peter La Serpe en zijn familie gevaar zou lopen bij ongebalkte afbeeldingen van zijn portret, wil Mr. Jan Peter van Schaik dat het Camilleri verboden wordt ooit foto’s zonder balk cq. geluidsmateriaal van zijn cliënt te openbaren. Dit op straffe van een dwangsom van € 5.000 per dag. Ook dient op straffe van een dwangsom van € 5.000 per dag zolang daar geen gehoor aan wordt gegeven, de drie zoekmachines Google, MSN en Ilse door Camilleri worden aangeschreven de foto’s van Peter La Serpe uit hun zoekindexen te verwijderen. Door geleden- en te lijden schade dient Camilleri een voorschot van € 10.000 op een toekomstige schadevergoeding te betalen inzake de extra kosten die Peter La Serpe ooit moet maken om zich extra te beschermen voor zijn veiligheid. Omdat Camilleri schuldig zou zijn aan de beschadigde identiteit van Peter La Serpe, horen de proceskosten ook bij Camilleri.

Camilleri: Mr. Mathijs Resink
De advocaat van Camilleri had wat langer nodig dan zijn confrère Mr. Jan Peter van Schaik. Middels een lijvige pleitnota met 58 aandachtspunten, begon hij met: “De vandaag aan u voorgelegde kwestie is principieel van aard. Kern van de zaak is immers of op de website Camilleri fotografische afbeeldingen mogen worden getoond, waarop – zij het met moeite – het vermeende portret van Peter La Serpe te zien is. Peter La Serpe meent dat dit niet mag en beroept zich daarbij onder andere op zijn privacybelang. Camilleri is van oordeel dat in het kader van de vrijheid van meningsuiting openbaarmaking van dergelijke afbeeldingen geoorloofd moet worden geacht. Een klassieke botsing dus van twee grondrechten.”

Mr. Mathijs Resink achtte het kenmerk van het kort geding, het zogenoemde spoedeisende belang, geheel niet aan de orde. In een brief van 29 maart 2011 zou de advocaat van Peter La Serpe aan Camilleri hebben geschreven: "Voor de publicatie van de foto op uw website op 24 maart 2011 was er geen beeldmateriaal c.q. waren er geen foto’s van cliënt gepubliceerd zonder zwarte balk." Volgens Mr. Mathijs Resink pertinent onwaar. Sinds 12 maart 2009 zou het beeldmateriaal van Peter La Serpe die hij van Camilleri verwijderd wenst te zien gewoon voor een ieder beschikbaar via het Internet. Het zou hier gaan om fragmenten uit een uitzending van Pauw en Witteman van 12 maart 2009. Dezelfde uitzending waarvan Camilleri een screenshot heeft gemaakt. Peter La Serpe zou Camilleri een verwijt maken over zijn afbeelding die wellicht door miljoenen mensen inmiddels via Pauw en Witteman zijn gezien. Peter La Serpe had daarom volgende de advocaat zijn pijlen op Pauw en Witteman moeten richtten, en niet op Camilleri.

Dat een ongebalkte foto van Peter La Serpe zijn veiligheid zou schaden noemt de advocaat van Camilleri rondweg naïef: “Voor zover eiser nu van oordeel is dat zijn veiligheid door de publicatie op de website van Camilleri in gevaar wordt gebracht, moet de conclusie zijn dat Peter La Serpe nogal naïef lijkt te zijn. Peter La Serpe kan niet serieus menen dat zijn ‘vijanden’ al die jaren hebben stil gezeten. Dat Peter La Serpe geen vrienden heeft gemaakt, is evident. Deze personen echter zijn natuurlijk al lang bekend met de identiteit van Peter La Serpe. Op de eerste plaats omdat Peter La Serpe jaren lang in de zelfde kringen heeft verkeerd, en velen tegen wie hij nu getuigt kent. Op de tweede plaats zijn er vele andere foto’s van eiser beschikbaar. Foto’s die zijn veronderstelde ‘vijanden’ natuurlijk ook in hun bezit zullen hebben. Tenslotte, moet het er toch voor gehouden worden dat al diegenen die Peter La Serpe mogelijk iets aan zouden willen doen, al lang over de op het internet circulerende beelden van Peter La Serpe beschikken.”

Opvallend was de vraagstelling van Mr. Mathijs Resink of Peter La Serpe nog wel dezelfde persoon is als op de gewraakte afbeelding: Is Peter La Serpe inmiddels niet door plastische chirurgie veranderd? Evenzo opvallend was dat ook mijn site in het betoog van Mr. Mathijs Resink voorbij kwam: “Dat het bovendien maatschappelijk nuttig en wenselijk kan zijn dat afbeeldingen van Peter La Serpe gepubliceerd worden, moge blijken uit het volgende. Op maandag 23 mei 2011 vond er weer een zitting plaats in het proces waar Peter La Serpe als Kroongetuige fungeert. De moord op de heer Gerrie Betlehem stond centraal. Tijdens deze zitting is door Mr. Nico Meijering onverwacht een nieuwe getuige opgevoerd. Deze getuige heeft verklaard over de moord op Betlehem en in het bijzonder over de rol die Peter La Serpe daarbij gespeeld zou hebben.

Een actieve rol volgens deze getuige, hetgeen door Peter La Serpe zelf nooit naar voren was gebracht. Volgens deze getuige zou Peter La Serpe Betlehem hebben doodgeschoten. Indien deze getuige de waarheid spreekt, dan dreigt de grondslag onder de afspraak die Peter La Serpe met Justitie heeft gemaakt weg te vallen. Zo’n afspraak mag immers slechts gemaakt worden, indien een Kroongetuige ‘schoon schip’ maakt en volledig inzicht geeft in alle door hem gepleegde strafbare feiten. Ik haal dit aan, omdat deze getuige ‘Peerke S.’ Peter La Serpe als zijnde Peter La Serpe herkende door publicatie van zijn afbeelding in Panorama of Nieuwe Revu. Een verslag van de zitting is te vinden op http://bondtehond.blogspot.com. Indien geen afbeeldingen van Peter La Serpe zouden zijn gepubliceerd, zou deze getuige zich nimmer hebben gemeld.”

Wat betreft de door Peter La Serpe van Camilleri geëiste bedragen was Mr. Mathijs Resink eveneens uitgebreid: “Peter La Serpe vordert maar liefst € 10.000 als voorschot op geleden en nog te lijden schade. Een geldvordering is in kort geding alleen toewijsbaar, indien voldoende aannemelijk is dat de vordering in een eventuele bodemprocedure zal worden toegewezen en indien van de eisende partij niet gevergd kan worden dat hij de afloop van die procedure afwacht. Op geen enkele wijze is de schade van Peter La Serpe gesubstantieerd. Camilleri moet dus maar gissen waaruit deze schade zou bestaan. Ook staat op geen enkele wijze vast dat, voor zover Peter La Serpe schade zou leiden, deze schade in causaal verband staat met de publicatie van de gewraakte afbeeldingen. Het enkele feit dat Peter La Serpe in de toekomst mogelijk veiligheidsmaatregelen zal moeten nemen en bekostigen staat geheel los van de publicatie van deze afbeeldingen. Deze kosten zou eiser sowieso moeten maken. Bovendien is op geen enkele wijze aangetoond dat dergelijke kosten daadwerkelijk voor rekening van Peter La Serpe komen, nu het immers de Nederlandse Staat is die op kosten van de maatschappij de veiligheid van eiser garandeert.”

De voorzieningenrechter
De president van de Haagse rechtbank deed nog een poging door de advocaten op de gang te laten overleggen, tot een compromis te komen. Ondanks dat dit soort rechtspraak duidelijk niet iets was voor strafpleiter Mr. Jan Peter van Schaik, wilde deze van geen kant wijken en bleef dan maar bij Mr. Mathijs Resink bij de journalistieke principiële standpunten van Camilleri. Met een voorschot op de uitspraak dat in ieder geval een schadevergoeding voor Peter La Serpe er niet in zou zitten en dat de president het behoorlijk wat heisa vond voor een door Camilleri bewust vervaagde en inmiddels op 5 juni 2011 verwijderende screenshot van een 2 jaar oude – en nog altijd voor een ieder online beschikbare (min 3:53) - uitzending van Pauw en Witteman, sloot deze voorzieningenrechter de zitting. Uitspraak op vrijdag 17 juni 2011.

De redactie van Camilleri wil geen commentaar geven over dit kortgeding, maar stelt de uitspraak vol vertrouwen tegemoet te zien. Men verwijst naar Mr. Mathijs Resink, waarmee is afgesproken dat hij als behandelende advocaat eventuele vragen over deze kwestie zal beantwoorden.

Bondtehond