maandag 3 oktober 2011

'Ik hoorde Holleeder tegen Jesse zeggen: Eerst Osdorp'

Kroongetuige Peter La Serpe wist het verhaal dat hij vrijdag vertelde, dat Jesse Remmers hem in Wilnis zou komen ophalen om café-eigenaar Thomas van der Bijl aan te wijzen in café De Hallen, niet meer helemaal zeker. Hij trok de conclusie dat het om Thomas van der Bijl zou gaan omdat degene die aangewezen moest worden in een café zou zitten. Officier van justitie Mr. Betty Wind bracht de kroongetuige echter aan het twijfelen door enkele vragen te stellen. Mr. Wind vroeg aan La Serpe of hij zeker wist of het wel Thomas van der Bijl betrof die Holleeder aan zou wijzen, omdat de kroongetuige in Augustus 2007 namelijk iets dergelijk had verteld over Kees Houtman. La Serpe werd in die zaak gehoord en zou destijds ook verteld hebben dat Jesse hem mee zou nemen naar een café om het toekomstige doelwit Kees Houtman aan te wijzen.


Mr. La Serpe antwoordde: Oh, dat heb ik dan verkeerd verteld. Dat moet Thomas van der Bijl zijn. Nu ik het u hoor zeggen, begin ik wel te twijfelen.
Mr. Wind: U zegt altijd, 'we gebruikten geen namen', hoe kon u het dan überhaupt over Van der Bijl of Houtman hebben?
La Serpe: Nou, dat is heel makkelijk, ik duid het altijd zo aan.
Mr. Betty Wind: Was het wel duidelijk wie daar bekeken moest worden?
La Serpe: Ja, nu twijfel ik. Één van de twee moest in elk geval.
Mr. Wind: U zou hebben gezegd dat u eerder heeft gezegd dat Holleeder nooit terzake kwam, niet achter liquidaties zou zitten. Hoe kunt u dat verklaren?
La Serpe: Ik heb één verklaring afgelegd over Willem Holleeder. Ik heb afgesproken daar niet over te praten. Ik heb gedacht: Laat ik het achterhouden. Ik was pas aan het verklaren. De media ontploft altijd zodra het Holleeder betreft. Sander de Haas en ik hebben dat besproken. Ik wou dat niet bespreken. Mijn advocaat en ik hebben het erover gehad. Het is toen wel opgenomen op band. Het is 5 jaar geleden opgenomen.
Mr. Wind: Bent u alsnog van plan die in te brengen?
La Serpe: Ja, dat denk ik wel. Ik weet sowieso niet of er wat op papier is gezet. De Haas zou het in ieder geval geheim houden.

Mr. Nico Meijering voelde de bui al enigzins hangen. De inhoudelijke behandeling van de zaak Soerel werd immers onderbroken door deze onverwachte ontboezeming van La Serpe.
Mr. Meijering: Hier ben ik niet zo voor. Mijnheer wordt nu gehoord als getuige. Het lijkt me nu niet dat we nu gaan uitstellen. Ik zou nu wel graag willen doorpakken.

Voorzitter Mr. Lauwaars besloot er toch over door te gaan. Het betreft de criminele organisatie waar zowel Holleeder als Soerel deel van zouden uitmaken.
Rechter: Ik begrijp dat er wel meer te vertellen is over Willem Holleeder, of gaat dat over hetzelfde?
La Serpe: Nee, het gaat over een totaal ander verband. Een geheel op zichzelf staande zaak.
Lauwaars: Ik vind het wel belangrijk.
La Serpe: Dit was mijn antwoord op de vraag over mijn terughoudendheid toen.

Mr. Nico Meijering: U haalt terecht aan dat cliënt verdachte is van een criminele organisatie waarin Holleeder ook verweven is. Wellicht kan La Serpe op zitting nu ook eerst vertellen waar het over gaat.
Mr. Lauwaars: Ik zie wel haken en ogen. Daar moeten we dan eerst maar even over beraden.
Mr. Wind: Het is voor ons net zo'n grote verassing. Het gaat dus kennelijk om een kluisverklaring? We zouden ook graag beraad willen hebben.

Het leek Mr. Meijering zinnig om de heer De Haas 'vers van lever' te laten verklaren en stelde voor dat het OM niet eerst contact met hem zou opnemen. Wellicht kon de heer De Haas naar de bunker gehaald worden om meteen te worden gehoord op zitting?

Mr. Wind: Ik bespeur een groot wantrouwen, dat wij niet met een collega zouden mogen praten. Dat zou wel heel bont worden. Er is een al dan niet uitgewerkte verklaring. We willen een en ander navragen. We wensen daarin niet te worden belemmerd. (Er volgde hierop een pauze voor beraad.)

Mr. Lauwaars gaf na het beraad het woord aan het OM.
Mr. Wind: De suggestie om geen contact te hebben, hebben we niet gevolgd. Voor ons was dit ook nieuw. We hebben contact gehad met de heer De Haas. Hij bevestigt het. Hij zegt dat er niet één verklaring ligt. Het gaat om verschillende opmerkingen op verschillende momenten. Je kunt het niet zomaar even uit de kluis halen. Het moet zorgvuldig gebeuren. Volgende week maandag zou dat kunnen. Hij zegt: Is in belang in het kader van Art.140?  Ja! Had hij bezwaar tegen dat La Serpe het nu verteld?  Nee!

Mr. Lauwaars: Ok. Mijnheer La Serpe, waar moeten we op rekenen ongeveer bij deze verklaring? We zouden willen dat u dat nu op zitting verteld.

Peter La Serpe: Het gaat over de liquidatie van Kees Houtman. De laatste dagen voor Houtman zijn Jesse, Sjaak en ik aan het rijden om kleding te kopen voor de liquidatie op Kees Houtman. We waren bij het winkelcentrum Groot Gelderlandplein. Holleeder parkeerde toevallig daar. Jesse stapte uit. Ik bleef staan. Hij knikte. Hij wenkte. Gaf een hand. Ik hoorde Holleeder tegen Jesse zeggen: Eerst Osdorp. Hij bedoelde Houtman. We zeiden nog dat het dom was om zo alleen te rijden omdat ie ook op een dodenlijst zou staan. Jesse zei: Die auto is gepantserd.
Rechter: Tot wie richtte Holleeder zich?
La Serpe: Tot Jesse richtte hij zich.
Rechter: Heeft u nog meer van Holleeder opgevangen?
La Serpe: Nou, ik stond dubbel geparkeerd. Ik kon niet horen waar het over ging. Dat Holleeder betrokken was bij de liquidatie op Houtman was algemeen bekend bij ons. Ik kan nu niet precies terughalen wat precies.

Mr. Lauwaars: Werd er nog iets gezegd over de volgorde? De prioriteit?
La Serpe: Eerst Kees Houtman ja. We hadden nog geen gegevens over Thomas van der Bijl.
Rechter: U refereert als logisch aan de lijst Houtman, Hilligers en Van der Bijl. U associeert mijnheer Soerel als vanzelf met deze lijst. Hoe dan?
La Serpe: Voor ons was het 'common knowlegde'. Het was een common knowlegde dat Holleeder betrokken was. Je spreekt over de slachtoffers, maar niet over de opdrachtgevers. Ik kreeg het geld bij Reggy voor de deur.
Rechter: Heeft hij u verteld waar dat geld vandaan kwam?
La Serpe: Nee.
Rechter: Dat dat van Holleeder was, was dat bekend of kwam dat nu bij u op?
La Serpe: Holleeder beschuldigen van iets is natuurlijk heel iets anders dan vertellen over zo'n ontmoeting met Peter R. de Vries. (bij Naarden-Vesting) Ik dacht dat wat ik vertelde al groot genoeg was en ik dacht ik kijk later wel of ik dit in zou brengen.

Rechter: De concrete vraag is dus of het Holleeder was die dingen kwam aanwijzen? Heeft u bewust die naam niet genoemd?
La Serpe: Dat verhaal blijf ik bij en dat kunnen we zo ook teruglezen. Ik ben tegen Sander de Haas volledig open geweest.
De officieren en Mr. Meijering stelden nog wat vragen, echter de vragenronde wilde de rechtbank uitstellen tot maandag, dus hij onderbrak de vragenstellers. Wel wist Mr. Meijering nog antwoord te krijgen op de vraag of dit ongeveer is wat we kunnen verwachten. Het antwoord van La Serpe was: Ja.
Meijering: Jesse, Sjaak en ik?
La Serpe: Klopt.
Meijering tot slot: Dit is allemaal buiten Sjaak om gegaan?
La Serpe: Ja, dat is allemaal buiten Sjaak omgegaan. Hij zat te bellen.

Wel kon Mr. Sander Janssen tot slot nog een vraag stellen: Ik begrijp dat de heer La Serpe zei dat het een gesprek was tussen De Haas en hemzelf. Is in dat gesprek aan de orde gekomen hoe het aan de orde zou komen? Hoe dit besproken of aan de orde zou komen op het proces?
La Serpe: De beslissing is uiteindelijk van mij.
Mr. Janssen: Is er in dat gesprek met mijnheer De Haas aan de orde gekomen hoe u dan om zou moeten gaan met vragen die mogelijk gesteld zouden worden over mijnheer Holleeder? Waar gaat die opname over, waar ziet hij op toe?
La Serpe: Sander de Haas en mij.
Mr. Janssen: Op die vraag zou ik wel graag een antwoord willen hebben.
Mr. Meijering: Ik sluit mij graag aan bij de heer Janssen.
Mr Lauwaars: We hebben het over Holleeder, die hier niet terechtstaat, wil ik bij iedereen in herinnering roepen. We gaan verder met Soerel.

De zitting werd voortgezet met de inhoudelijke behandeling van Soerel. Ik kom hier zeker later op terug met een verslag van die zitting.

Morgen verder.

Bondtehond