maandag 10 september 2012

'Het moet een keertje ophouden'

Het liquidatieproces zou maandag hervat worden met de repliek van het OM op de pleidooien die kort voor het zomerreces door de verdediging zijn gehouden in de Bunker te Osdorp. Helaas is er wederom vertraging ontstaan. Het OM vroeg namelijk uitstel tot 24 september. Officier van justitie Mr. Betty Wind zei 'dat er iets op het pad van het OM is gekomen' en 'de afgelopen tijd te zijn geconfronteerd met het feit dat er mogelijk nieuwe informatie beschikbaar komt die van wezenlijk belang zou kunnen zijn voor de waarheidsvinding en voor de beoordeling van de door de rechtbank te beantwoorden vragen van art. 348 en art. 350 sv'. Volgens Mr. Wind zou de uitkomst van deze ontwikkelingen bepalend kunnen zijn voor de inhoud van de repliek.  
 

Rechtbankvoorzitter Mr. Frits Lauwaars gaf nadat hij iedere aanwezige in de zaal eerst welkom had geheten aan dat de rechtbank een brief had ontvangen van het OM die nogal abstract was opgesteld. Het OM zou daar gerust wel redenen voor hebben en dat met opzet en doordacht gedaan hebben, aldus Lauwaars, maar de rechtbank wilde wel wat meer duidelijkheid van het OM waar dit nu over ging. Mr. Betty Wind bleef er echter bij dat het OM in deze fase nog geen informatie kan prijsgeven, zelfs kwa formulering een slag om de arm zou moeten houden en dat uit beraad bij het OM is gekomen dat deze ontwikkeling eerst nog nader aandacht vraagt en onderzoek behoeft. 'Één en ander is nog niet helemaal uitgekristalliseerd', zei de officier van justitie. De resultaten kunnen, zo formuleerde ze nogmaals voorzichtig, 'mogelijk' bepalend zijn voor de inhoud van de repliek en voor de door de rechtbank te nemen beslissingen.

Volgens Mr. Wind heeft het OM tijdens een beraad binnen het OM uiteraard de criteria in acht genomen die de rechtbank eerder heeft geformuleerd in de tussenbeslissing van 13 december. "Dat is voor ons een heilig toetsingskader", zo zei ze.

Hoe dan ook, het verzoek bracht nogal wat teweeg bij de verdediging en alle raadslieden maakten dan ook bezwaar tegen uitstel van de repliek en de zekere vertraging die dit opnieuw op zal gaan leveren. De meeste advocaten waren maandag aanwezig, ik telde er sowieso al negen bij aanvang van de zitting. Mr. Sander Janssen, de advocaat van de tevens aanwezige Jesse Remmers, had reeds per brief zijn bezwaar kenbaar gemaakt aan de rechtbank. Mr. Lauwaars verwees als eerste naar die brief.

Mr. Betty Wind reageerde ook op de brief van Mr. Janssen van afgelopen donderdagavond. Janssen had daarin gesteld dat naar zijn oordeel door de rechtbank slechts in zeer uitzonderlijke gevallen zou moeten worden ingestemd met het geheel achterwege blijven van de aanvang van de repliek en dat naar zijn idee in ieder geval een aanvang zou moeten worden gemaakt met de repliek op het gevoerde ontvankelijkheidsverweer.

Officier van justitie Mr. Wind: Dat standpunt kunnen wij niet delen. Los van dat oordelen voor de rechtbank aan de hand van de speculaties die Mr. Janssen in zijn brief opneemt over waar het allemaal over zou gaan weinig zin heeft, kunnen en willen wij ook niet beginnen met een deel van de repliek. De gevoerde verweren grijpen volledig in elkaar. Het één raakt het ander. Wij vinden het van groot belang om onze repliek als één consistent geheel te voeren. Zo zijn de pleidooien ook gevoerd en zo moet de repliek ook worden gevoerd. Repliek is ook de laatste termijn voor het OM en moet niet worden verknipt door een eventueel debat over nog los liggende onderwerpen waarvan de inhoud bepalend kan zijn voor de inhoud van die repliek.

OvJ Mr. Wind lichtte het verzoek om uitstel hierna verder toe.

Mr. Wind: Inhoudelijk kan ik u dus niet meer zeggen dan dat in onze brief staat. Het komt er feitelijk op neer dat een magistratelijk OM op dit moment niet anders kan en dat we eigenlijk zeggen: We kunnen op dit moment vanwege alle in het geding zijnde belangen niet zeggen waar het precies om gaat, maar rechtbank vertrouwt u ons dat het gaat om iets dat tijd en aandacht moet hebben, dat het OM de door de rechtbank geformuleerde criteria in acht neemt en als uitgangspunt neemt en ook heeft voor de belangen van alle procespartijen.

En rechtbank, verleent u ons alstublieft het gevraagde uitstel. Zouden wij u meer opening van zaken geven dan ik u nu geef, dan heeft dat voordelen, want uw nieuwsgierigheid wordt bevredigd. Iedereen kan meedenken over wat voor consequenties dit heeft voor de planning. Het zou als nadeel hebben dat wij andere belangen, die eigelijk nog hoger in het vaandel bij een ieder zou moeten staan, zouden schenden. Ik herhaal nog maar eens: Een magistratelijk OM kan op dit moment eigenlijk niet anders dan hoe wij het nu doen. Er is iets belangrijks, geeft u ons daarvoor de tijd en dan gaan wij op 24 september allemaal toelichten wat hier speelt.

Het verwachtingsmanagement wat we met u willen delen: We verwachten op 24 september een toelichting op dit alles te kunnen geven. En dan ook volledig. Dan willen we ook alle partijen informeren. Wij verwachten ook meteen op die zitting het onderwerp bij de kop te kunnen pakken, daar meteen meer verder te kunnen. We moeten er ook rekening mee houden dat die ene dag niet voldoende zal zijn voor het behandelen van dit onderwerp als u iedereen daar zijn zegje over laat doen. Onze verwachting is dat de 4 zittingsdagen die nu ingepland zijn voor dupliek, en dat zijn zoals het nu is 24 en 27 september en 1 en 4 oktober, dat dat voldoende zou moeten zijn om het onderwerp te behandelen en ook af te behandelen, als ik dat zo mag zeggen.

Nu weten we ook dat het OM soms wat optimistisch is geweest in de planning en daarom zouden wij voor willen stellen om daar ook nog twee uitloopdagen bij te plannen. Dan is de volgende vraag: Als het onderwerp dan uitbehandeld is, wanneer kan het OM dan repliceren? Het is in ieder geval niet zo dat wij niet hard willen werken om dat zo snel mogelijk voor elkaar te krijgen, maar de uitkomst van dit alles kan ook nog bepalend zijn voor de inhoud van onze repliek en dat betekent dat we wel even nodig hebben om de laatste puntjes op de i te zetten. Dus dan zouden wij willen voorstellen om ons na de dagen die wij vragen de rechtbank in te plannen ons 2 weken de tijd te gunnen om onze repliek volledig te schrijven en dan de repliek in te plannen.

Als de rechtbank behoefte zou hebben aan nog meer onzekerheid-dagen in te plannen dan zouden we die mischien over twee weken kunnen plaatsen. Een klein beetje tijd om onze repliek af te ronden, dat bestaat natuurlijk voor het grootste deel wel, hebben wij wel echt nodig. En twee weken lijkt zeker niet ruim, maar zeker wel voldoende te zijn. Dat is kort en goed onze toelichting. Dank u wel.

Vervolgens ging de voorzitter de hele rij aanwezige raadslieden af, te beginnen bij Mrs. Janssen en Nico Meijering die vooraan zaten naast hun cliënten Jesse Remmers en Dino Soerel. Alle advocaten maakten bezwaar op ieder z'n eigen kenmerkende wijze. Een aantal raadslieden bracht zeer plausibel klinkende argumenten naar voren in een poging de rechtbank te bewegen deze zoveelste vertraging van het reeds jaren voortdurende Passageproces te voorkomen.

Enkele argumenten of opmerkingen van Mrs Janssen en Meijering, zonder volledig te (kunnen) zijn:

Mr. Sander Janssen had reeds per brief geprotesteerd en lichtte zijn brief nu toe voor de rechtbank.

Mr. Janssen (Jesse Remmers): Kan het kloppen dat het OM zegt dat alle informatie die het OM nu zegt te hebben alle facetten van de repliek gaat raken op een zodanige wijze dat ze daar nu niet mee kunnen beginnen? En ik zal u eerlijk zeggen, dat gaat er bij mij eenvoudigweg gewoon niet in. Omdat, en dat weet u ook, er een heel pak aan verweren is gevoerd, om het maar eventjes heel plat te zeggen, die op een veelheid van thema's zien. Ik heb net specifiek genoemd de ontvankelijkheidsverweren die er naar voren zijn gebracht, waar het de overeenkomst met de heer La Serpe betreft.

Ik kan mij met alle goede gemoeden niet voorstellen dat het OM tot een paar dagen geleden vrijwel gereed was om te kunnen gaan reageren op al die verweren en dat er toen informatie kwam die zó zwaarwegend is en zo allesbepalend is dat dat een aanvang van die repliek in de weg zou moeten staan. En met name kan ik mij dus moeilijk voorstellen en met name omdat het OM daar geen reactie op wil geven, dat die nieuwe informatie iets zou zeggen hoe die wetsgeschiedenis gezien zou moeten worden, hoe die interpretatie van die bepalingen moet zijn en hoe de vragen beantwoord moeten worden die ik uw rechtbank heb voorgelegd. Ik kan me niet voorstellen dat de informatie daarop ziet en ik geloof dus niet dat het inderdaad zo is dat die informatie van het OM het onmogelijk maakt om niet nu al met een deel van de repliek te kunnen beginnen.

En wat het OM zegt, we kunnen het niet uit elkaar knippen want zo waren de pleidooien ook niet. Ja, zo waren de pleidooien wél. Dat waren ook redelijk op zichzelf staande onderwerpen waarin de eerste twee dagen de ontvankelijkheid aan de orde is geweest, vervolgens de zaaksdossier afzonderlijk van elkaar werden behandeld, dus ik zie werkelijk niet in, met oog op de planning die gemaakt is en met alle mits en maaren die daar in afgelopen jaren bij zijn geweest, dat het OM nu niet zou kunnen beginnen met een deel daarvan. Zou het nu zo zijn dat het alle zaaksdossier betreft en alle invalshoeken in die zaaksdossier, dan denk ik dat het OM als gezegd wel degelijk kan beginnen met de formele kant van de zaken en de gevoerde ontvankelijkheids- verweren, in ieder geval het juridische deel daarvan.

Dat zou als voordeel hebben dat we de komende tijd die wel in vrijgehouden wel kunnen benutten en al zou er op 24 september gezegd worden, 'Oh nee, we hebben toch uiteindelijk niks', dat we dan niet al die tjd volledig kwijt zijn en daarop voortbordurend begrijp ik ook echt niet, dat als er inderdaad geen informatie uitkomt 24 september, dat men niet op die dag kan beginnen met de repliek? Die repliek is toch klaar op dit moment? Die was toch gewoon gereed neem ik aan, enkele dagen geleden met de planning die er was? Daar hebben ze twee maanden de tijd voor gehad en ja, als er een zomervakantie tussendoor komt, ze zitten vast niet met z'n vijfen allemaal tegelijk te schrijven, met alle ondersteuning die het openbaar ministerie heeft, dus ik verzet me tegen het verzoek van het OM.

Ik heb geschreven in de brief, en dat is natuurlijk ook zo, het staat het OM vrij om alles uit te zoeken wat ze belangrijk vinden, laat ze dat vooral ook doen, maar om nu in deze fase van het proces met alles wat er gebeurd is te zeggen nu gaan we twee weken op onze handen zitten, dan krijgen we iets te horen of niet en dan gaan we weer twee weken minimaal op onze handen zitten, dat lijkt mij volstrekt onterecht en ook niet gerechtvaardigd door de omstandigheden die de officier naar voren brengt. Dank u wel.

Mr. Lauwaars: Dank u wel mijnheer Janssen. Ik denk dat ik er verstandiger aan doe alle advocaten even aan het woord te laten en u daar op te laten repliceren. Mijnheer Meijering...

Mr. Meijering: Ja, goeiemorgen. Ehm... het verzet van onze kant is ook groot. Ik kan u twee dingen uit onze raadkamer klappen. Het eerste is dat er wat weddenschappen op ons kantoor zijn gewonnen omdat de voorspelling was: of donderdag, of vrijdag gaat er weer iets nieuws komen, vanuit het openbaar ministerie. Nou, we hebben het dus mogen meemaken dat dat inderdaad het geval is. En een ander punt wat ik u ook nog kan aangeven, is dat de verdediging voor de periode van de requisitoiren geconfronteerd is met een nieuwe getuige betreffende Bethlehem en betreffende de rol van de heer La Serpe daarbij. We hebben daar toen ernstig over gesproken en ook op de wip gezeten, gaan we dit nu inbrengen of niet. Maar wij wisten ons simpelweg al geruime tijd geconfronteerd met het verscherpte noodzaakscriterium zoals dat door uw rechtbank al geruime tijd geleden in aangelegd. In geloof in April is dat al geweest.

En toen hebben wij ook met elkaar gesproken en gezegd, ja wij kunnen dit doen, het is van belang voor de waarheidsvinding, maar het is ook voor een deel niet meer dan een aspect. En gelet op nogmaals dat criterium en de wijze waarop uw rechtbank zich ook altijd heeft opgesteld daarin, behoorlijk rechtlijnig en hard en consequent daar ook in, zagen wij ook wel met elkaar van ja dat gaan wij nu niet redden. We moeten daar niet mee gaan aankomen in dit stadium, want ik zie ook vaak, ik zag dat vanmorgen ook nog even op internet, dat dit proces al vanaf 2009 loopt. Nee, dit proces loopt al sinds 2007. In april 2007 zijn de eerste arrestaties verricht. En de eerste zitting hebben we geloof ik bij u gehad in ik geloof juli 2007. Dus dat is al 5 jaar.

Wat gaat er nu gebeuren? En dat is één ding wat ik al sowieso niet heb begrepen, op de vraag zojuist van de jongste rechter, van ja: 'Als u nou niet over 2 weken met informatie komt, kunt u dan niet requireren?' Nou, daar begrijp ik inderdaad ook even helemaal niks van, want het antwoord was inderdaad: 'Nee, dan kunnen wij niet requireren'. Dan denk ik: Hebben we hier met iets anders van doen? Vraagt het OM hier eigenlijk niet om uitstel? Want dat is eigenlijk wat er aan de hand is, want als we zien hoe vaag die brief is opgesteld, als we zien hoe niet-concreet vandaag ook weer die toelichting is, afgezet nogmaals tegen nogmaals het criterium wat u moet kunnen afwegen, dan moeten we het er voor houden dat het helemaal nog niet zeker is dat er ook daadwerkelijk iets aan informatie gaat komen.

Er ligt dus kennelijk iets van informatie, dat is dan toevallig de afgelopen dagen of de afgelopen weken naar voren gekomen en dat wil men nader uitzoeken, en men kan dus, daar moeten wij mee rekenen, tot de slotsom komen over twee weken, dat het niets is. Maar dan moet er toch gerequireerd kunnen worden? Dus hier begrijp ik even helemaal niets van. Dan kan er nog steeds niet gerequireerd worden, moeten we daaruit opmaken. Dan hebben we het over iets anders. We hebben dan te maken met een openbaar ministerie dat u meer tijd vraagt om te kunnen, en dat klonk ook al een beetje door, we hebben hard gewerkt, de vakantie kwam er doorheen, er is een hoop op ons afgekomen en hoewel we ons best hebben gedaan, is het dan kennelijk niet gelukt.

Dus ik zou wel graag willen dat het openbaar ministerie zich daar heel duidelijk over uitspreekt. Want dan haak ik ook even aan bij wat Mr. Janssen zojuist heeft aangegeven. En overigens voorzitter, wij hebben geen brief gestuurd. Nou die brief die hing al in de steigers om het maar zo te zeggen, afgelopen donderdag, maar we kregen toen van u het bericht van, nou we gaan... want we vreesden even dat er een beslissing zou komen dat er inderdaad twee weken gewacht zou worden, maar toen we dat bericht van u zagen van: 'Nou we gaan er wel degelijk over praten', toen hebben we ons kruit ook droog gehouden voor vandaag, maar Mr. Janssen geeft het ook al even aan, als we alleen al kijken naar het kantoor Hamer van Mr. Janssen en Mr. Malewicz en ons kantoor, dan hebben we een kleine 2200, 2300 pagina's aan argumenten hebben we neergelegd.

Wat ik nu ook weer bespeur bij het openbaar ministerie, van ja, nou het is allemaal zoveel, daar zijn we allemaal poeh... het is allemaal zoveel, en dat is een beetje onze schuld, maar het zijn allemaal thema's die allang en breed bekend waren en dat die ook lang en breed aan de orde kwamen en het zijn ook allemaal thema's die het OM ook zelf heeft aangestipt in het requisitoir in de eerste termijn. En waar dus ook over nagedacht is. Er zaten in die zin niet nieuwe dingen bij en er zijn geen nieuwe dingen van onze kant gekomen. Het is wel juridisch belicht, het is op feiten gericht, dat is wat we gedaan hebben. Nou, als we dan kijken naar die talloze thema's die voorbij zijn gekomen met principiële thema's, maar ook hele feitelijke thema's die al dan niet in elkaars verlengde lagen. Er zijn de '93-zaken als ik denk aan de andere advocaten. En mijn cliënten worden nog verdacht van witwassen en verdacht van criminele organisatie. We weten het natuurlijk allemaal. Het zijn zóveel thema's en het openbaar ministerie gaat dan nu ineens zeggen: 'Wij kunnen helemaal niet requireren en de komende 4 weken kunnen we dat niet'. Dat is onbegrijpelijk. En dat niet nader gemotiveerd dan: 'Vertrouwt u ons'...

We hebben nog niet zolang geleden gezien dat er ook een verzoek kwam aan uw rechtbank in de zaak van mijn cliënten waarbij de rechter-commissaris gevraagd werd om nadere informatie te geven omtrent Q5, zeg ik maar even kortweg. U weet precies, nou daar konden wij het openbaar ministerie ook in vertrouwen, dat men daar iets wilde onderzoeken dat van belang was voor de te nemen beslissingen door uw rechtbank. Maar u heeft het afgewezen. En waarom heeft u het afgewezen? Omdat u weer dat verscherpte criterium nam, omdat u de periode nam waarin we zaten, de fase waarin we zitten, en u vervolgens heeft gezegd, van ja, dat gaat hem dus niet worden.

En nu gaat het openbaar ministerie u een verzoek doen, niet geconcretiseerd. Totaal niet! Waar gaat dit over? En dat heeft niks met speculeren te maken. Gaat het nu over één van de witwaszaken? Gaat het over wat er aan paspoorten is gevonden bij mijn cliënt? Om maar even hele kleine dingen te noemen. Of gaat het over meneer La Serpe? Zit het openbaar ministerie op de wip? Heb ze nu toch zoiets van, ja dat is toch wel een beetje... als waar is wat wij nu weten, dan gaan wij La Serpe terugtrekken? Want ook dat, spreekt u zich daar maar over uit. Gaat het over zoiets principieels, spreekt u zich er maar over uit.

Dan heeft u nog niets... ik praat nu natuurlijk tegen het openbaar ministerie, maar ik praat altijd tegen u, spreekt het openbaar ministerie zich er maar over uit. Gaat het over zoiets? Want dan... dat kan de waarheidsvinding, het onderzoek dat het openbaar ministerie, de tijd dat het OM nu vraagt totaal niet raken als het OM zegt: 'Ja, het gaat inderdaad over La Serpe. Er is iets aan de hand ja'. Dan kunnen wij geen kant nog op om dat onderzoek op de één of andere manier te gaan dwarsbomen... maar dan hebben we iets concreets. Want dan weten we in ieder geval, ja, laten we eerlijk zijn, het gaat wel over iets dat deze zaak in de kern raakt.

Maar dan nog, dan nog heb je de '93-zaken en al die andere thema's die aan de orde zijn gekomen. En dan heb je nog steeds de Holleeder-weglatingen. Die staan daar los van. Laat je, openbaar ministerie, daar maar over uit. Begin vanmiddag maar. Of begin wat mij betreft maar straks om half twaalf. Men heeft alle tijd gehad en men moet nu niet zonder enige concretisering anders dan 'alstublieft gelooft u ons'. Ik verplaats het ook weer eens naar ons. U moet zich voorstellen dat wij naar u toe zouden komen van ja 'alstublieft gelooft u ons'... Ik sta hier, maar wij kunnen dat natuurlijk niet meer vragen. Dat kan niet meer. En u gelooft ons wel. Dat is vaak genoeg gebleken, maar op basis daarvan kunt u in dit stadium, kunt u het niet meer doen, want we zitten aan die eindronde.

We zitten aan die eindfase. Een hele fase van repliek, een hele fase van dupliek wordt weggeslagen. Wat gaat dit voor nader onderzoek opleveren? Niet geconcretiseerd... Komen we dan in maart terecht? Komen we dan in juli terecht? Het moet een keertje ophouden. Onze cliënten die vertrouwen daar ook op, dat het een keertje gaat ophouden. Dat vertrouwen hebben we ook van u gekregen, dat het een keertje gaat ophouden. En zonder enige nadere concretisering mag het openbaar ministerie dit uitstel niet hebben. En al helemaal niet mag men uitstel hebben om alvast te beginnen met die thema's waar men al lang en breed mee kan beginnen. Dat is mijn eerste reactie. Dank u wel.

Mrs. Van der Werf (Sjaak Burger), Kuijpers (Mohammed Rasnabe), Franken: (Pinny Song), Tuinenburg (Freek S.), Hagenaars (Siegfried Saez) en Van Schaik (Peter La Serpe) kwamen eveneens kort aan het woord en verzetten zich allen tegen het verzoek van het openbaar minsterie. Ook werden er enkele vragen gesteld.

De belangrijkste vragen waren wel: 'Is de informatie belastend, dan wel ontlastend?' en: 'Betreft de informatie alle zaken of bv alleen de '93-zaken of de meer recentere zaken?'

Het OM gaf daar nogal vage antwoorden op. Het kwam er op neer dat het OM geen verdere vragen kon beantwoorden zonder inhoudelijk te worden, en dat wilde men koste wat kost voorkomen. Wel kon Mr. Wind de rechtbank verzekeren dat de suggestie dat het OM maar wat deed om zo tijd te rekken omdat het OM nog niet klaar zou zijn met de repliek, gezien de enorme grootte van de pleidooien, op niets gestoeld is en dus ook niet waar is. Het klopt wel volgens Wind dat het OM de rechtbank, de advocaten en ook de verdachten vraagt vertrouwen te hebben dat het om iets belangrijks gaat en dat het niet anders kan. Maar de 24e is wat het OM betreft het afreken-moment.

Mr. Wind: Dan mag u ons afrekenen op wat wij u hier vandaag vragen en betogen. De 24e zijn wij voornemens inzage te geven, volledig in wat er speelt. Dat is wat ander dan wat Mr. Kuijpers suggereert, dat dan de informatie komt. Dat moet zich nog uitkristalliseren. Maar hoe dan ook, zullen wij de 24e een toelichting geven op wat er speelt. (etc...)

De rechtbank besloot hierover in beraad te gaan rond het middaguur. Na het beraad van ruim een half uur gaf voorzitter Lauwaars het verlossende woord, voor het OM wel te verstaan.

Mr. Lauwaars: De beslissing van de rechtbank is om u het gevraagde uitstel te verlenen. U heeft onze bezwaren en zeg maar alle dingen die we hebben verzonnen en die de advocatuur heeft aangevoerd allemaal ons ter harte genomen. De rechtbank vindt dat we er in het belang van een eerlijk proces maar op moet vertrouwen dat u dat goed heeft doorgesproken en ingeschat, dat dat absoluut nodig is om dat uitstel te verlenen en alles wat dat met zich meebrengt. Dat is de beslissing van de rechtbank. Het brengt nogal wat met zich mee aan wijzigingen in het rooster met name. Ik zou iedereen willen verzoeken in ieder geval de volgende dagen vast te houden.

Rechter: Ja houdt u zich vast. Het is zo dat de Bunker in september grotendeels bezet is voor de Rotterdamse zaak, maar de volgende dagen willen we reserveren: De 24e, de 27e, dan 1 en 4 oktober, dan 9 + 11 oktober, dan 16, 18 en 19 oktober, dan 23 + 25 oktober, dan 29 oktober + 1 + 2 november, dan 5 + 8 + 9 november, en 12 november.

Mr. Lauwaars: Nou, dan roep ik iedereen op tot de 24e.
Het is niet anders....

Bondtehond