Mr. Nico Meijering: Cliënt Ali Akgün heeft de beschuldigingen van betrokkenheid bij diverse verweten liquidaties van meet af aan altijd krachtig ontkend. Vanuit dat uitgangspunt is reeds in diverse pleitnota's het volgende kortweg gesignaleerd:
- De kroongetuige heeft in essentie verklaard niet te weten of Ali Akgün nu daadwerkelijk in de BBC betrokkenheid heeft gekend bij vermeense aldaar verstrekte opdrachten tot liquidaties. (Van belang is ook te signaleren dat cliënt in de zaken Houtman en van der Bijl ook van gebrek aan bezwaren 'opgeheven' is.);
- Mevrouw Houtman is eerst in een zodanig laat stadium en wel zodanig tegenstrijdig en onwaarachtig over de BBC gaan verklaren, dat het niet anders kan dan dat zij, geïnspireerd door allehande publicaties en de wens om tot een 'oplossing' van de zaak Houtman te komen, 'feiten' in haar hoofd gezet heeft die niet op werkelijkheid gestoeld zijn;
- De heer Teeven moet zich wel heel erg vergist hebben en eveneens publicaties verward hebben met vermeense herinneringen uit het verleden.
Hoewel zeker nog in een later stadium de beantwoording van de vraag aan de orde zal komen in hoeverre Q5 in essentie daadwerkelijk belastend verklaard heeft over cliënt inzake het BBC-verhaal, strekt deze getuige kennelijk tot doel om dit verhaal nog eens zwaarder te accentueren, of dan toch op zijn minst om de drie getuigen uit het moeras van ongeloofwaardigheid vlot te trekken. Cliënt heeft derhalve een onmetelijk belang om aannemelijk te maken dat Q5 onwaarheden in prosessen-verbaal heeft geslingerd en zich minimaal kennelijk ook weer heeft laten inspireren door allerhande BBC-geklets dat de laatste jaren alleen maar meer en meer zich aan het verspreiden is. De wijze waarop Q5 cliënt in strijd met de waarheid hier in beeld tracht te brengen is gebaseerd op:
- De frequentie waarmee cliënt in een bepaalde periode in de Baja zou zijn gekomen;
- Het gezelschap (Holleeder, Soerel en Turkse bodyguards) waarmee cliënt in de Baja zou zijn gekomen/geweest;
- Hetgeen Q5 zou hebben "opgevangen" vanuit/rondom dit gezelschap;
- Wisselende verklaringen omtrent al dan niet bestaande vriendschap tussen cliënt en Holleeder ( hetgeen prominenter in de 2e helft van de 2e ronde-verklaring naar voren komt);
- Hetgeen Q5 zou hebben "opgevangen" van derden.
Meijering: Alleen reeds hetgeen Q5 verklaard heeft omtrent hetgeen achter de eerste 4 gedachtestreepjes is opgetekend is pertinent onjuist en aldus in strijd met de waarheid. Cliënt kwam, zoals hij ook ter zitting heeft verklaard, in de belangrijkste periode waarover Q5 hier spreekt (midden 2005 tot en met Oktober 2005) niet meer malen per week (of maand) in de BBC. Cliënt is daar in die periode hooguit enkele keren op een (halve) hand te tellen geweest. Het staat hem ook bij dat hij daar rond de twee keer in gezelschap van Soerel heeft verkeerd. Cliënt heeft echter daar beslist niet in het gezelschap van Holleeder verkeerd, wat overigens los staat van de vraag of deze persoon mogelijk ook een keer/moment destijds (tegelijkertijd?) in de BBC kan zijn geweest, hetgeen alsdan buiten medeweten van cliënt om moet zijn geweest.
Hetgeen Q5 hieromtrent heeft verklaard is aldus volledig op fantasie/verzinsels gebaseerd. Het betekent dan ook dat al hetgeen Q5 verklaard heeft omtrent het vermeend "opvangen" van beladen uitlatingen afkomstig van dit gezelschap alsmede de aanwezigheid van cliënt daarbij (die zou hebben "geknikt" volstrekt niet op waarheid gebaseerd is. Hetzelfde geldt overigens voor de verklaringen rondom "Turkse bodyguards". Cliënt is nimmer in het gezelschap van een of zogenoemde Turkse bodyguards geweest. Ook andere ogenschijnlijke details als de soort drank (Bacardi-cola) die cliënt zou hebben gedronken zijn onjuist.
Het voorgaande betekent dat cliënt extreem groot belang heeft bij het aannemelijk maken van het feit dat die vier onwaarheden ook daadwerkelijk onwaarheden zijn. Hetgeen Q5 verklaard heeft zoals aangehaald achter het vijfde gedachtestreepje, zal minder gemakkelijk aan de hand van getuigen te betwisten zijn. Wij mogen immers niet weten wie die derden zijn van wie Q5 dit allemaal opgevangen/gehoord zou hebben. Ook dit laatste is een reden om de verdediging des te meer ruimte te bieden om wel de eerste vier onwaarheden aan de hand van getuigen te bestrijden.
Mr. Nico Meijering stond vervolgens stil bij een brief van Officier van Justitie mr. Betty Wind. Zij stelde daarin omtrent de hiervoor aangehaalde betwisting door Ali Akgün over hetgeen Q5 verklaard heeft: Deze betwisting is niet in overeenstemmimg met de verklaring van Akgün ter zitting, waar hij onder meer heeft verklaard dat hij regelmatig in de Baja kwam, dat Dino Soerel een goede vriend van hem s en dat hij Holleeder kent.
Meijering:
- Cliënt heeft inderdaad verklaard dat hij gedurende vele jaren regelmatig de BBC bezocht heeft. Hij heeft zelfs zijn vrouw daar ontmoet. Zulks is echter totaal iets anders dan dat cliënt meermalen per week daar kwam; in gezelschap van Holleeder, Soerel en Turkse bodyguards en daar deel zou hebben genomen aan akelige gesprekken;
- Cliënt heeft inderdaad verklaard over zijn vriendschap met Soerel. cliënt heeft dit ook niet betwist in de motivering van de onderzoekswensen;
- Cliënt heeft verklaard Holleeder te kennen, echter in die zin dat hij weet wie het is en hem wel eens heeft gezien. Cliënt heeft daarbij ook verklaard dat zij niet bevriend zijn en ook overigens niet met elkaar omgingen. Hetgeen aldus door Q5 met betrekking tot cliënt en Holleeder is verklaard wordt met kracht betwist en vindt totaal geen bevestiging in hetgeen cliënt eerder verklaard heeft.
Ook de volgende argumenten in de motivering van mr. Wind kunnen geen doel treffen: Ook de uitgebreidde opsomming van voornamen en functies van personeelsleden lijkt ervan te getuigen dat Akgün een regelmatig bezoeker van de Baja was.
Meijering: Nog even voor de duidelijkheid: cliënt is in het verleden gedurende een flink aantal jaren bezoeker van de BBC geweest. Zulks wordt niet betwist. Wel wordt betwist dat cliënt in gezelschap heeft verkeerd zoals Q5 verklaard heeft terwijl hij in de periode van de 2e helft van 2005 niet meermalen per week in de BBC kwam. Overigens is reeds opmerkelijk te zien hoe Q5 geconfronteerd met zijn uitlatingen ter zake, later probeert terug te sputteren als het gaat om de frequentie waarin het vermeende gezelschap zou verschijnen in de BBC, Weer later blijkt die berekende "34 keer" dat Q5 Holleeder, Soerel en cliënt in elkaars gezelschap zouden zijn geweest toch wel te kloppen.
Q5: Ik kan niet het aantal keren noemen dat ik Holleeder met Ali heb zien praten, maar als ze beiden daar waren dan spraken ze met elkaar. Ook met anderen, ze zonderden zich niet af. Meestal stonden ze bij de bar, of stonden ze op die verhoging. Die 34 keer slaat niet alleen op de Baja, maar ook op ontmoetingen in andere horecazaken.
Meijering: "Die 34 keer slaat dus niet alleen op de Baja, maar ook op ontmoetingen in andere horeca-zaken" Q5 heeft het dus minimaal over 34 keer. Cliënt stelt daarentegen dat hij nul keer in gezelschap van Holleeder heeft verkeerd zoals door Q5 beschreven. Als gezegd: in bedoelde periode 2 á 3 keer in gezelschap van Soerel. Cliënt heeft mischien wel in het gehele proces nimmer zoveel belang gehad bij de (door Rechter-commissaris afgewezen) getuigen om zijn visie aannemelijk te maken en daarmee de verklaringen van Q5 als onaannemelijk.
Het aannemelijk maken van de visie van cliënt op de feiten doet vervolgens de gehele basis onder de ogenschijnlijk belastende verklaringen van Q5 totaal wegslaan.
Mr. Nico Meijering ging nog verder in op de afzonderlijke Baja Beach Club-getuigen en getuige Q5 betreffende zijn/haar geloofwaardigheid. Duidelijk is dat het Mr. Meijering en zijn cliënt Ali Akgün veel aan gelegen is getuige Q5 te ontmaskeren als leugenaar. Niet diens identiteit achterhalen is de opzet, zoals Betty Wind als mogelijkheid opperde in een brief aan de verdediging, wanneer de verdediging getuigen weg zou gaan strepen en waardoor de identiteit van getuige Q5 bekend zou kunnen worden. De verdediging wil echter puur en sec getuigen horen die nu afgewezen zijn en normaliter eenvoudig kunnen worden toegewezen.
Veel wordt de raadslieden nu belet door de anonieme bedreigde getuige-status van getuige Q5. Antwoorden worden niet verkregen, zoals of de getuige het proces heeft bijgewoond, of de getuige media-(voor)kennis had, met andere Passage-betrokkenen heeft gesproken en/of met Teeven heeft gesproken. Deze antwoorden zijn niet aan het proces-verbaal toegevoegd. De 'equality of arms' lijkt ver te zoeken in dit geval, of zoals Mr. Nico Meijering het bewoorde in zijn eindconclusie:
Op basis van het voorgaande mogen de door de rechter-commissaris afgewezen getuigen niet aan de verdediging onthouden worden. Het zou de weegschaal van vrouwe Justitia, die al flink aan het doorhellen is t.b.v het OM in deze, volledig doen doorslaan en onbruikbaar maken.
Bondtehond