donderdag 15 november 2012

'Het laatste woord van kroongetuige La Serpe'

Mr. Jan Peter van Schaik, de raadsman van Peter La Serpe, had de rechtbank verzocht of hij z'n dupliek als laatste mocht voordragen. Dit om de mogelijkheid te behouden eventueel nog te kunnen reageren op de dupliek van zijn confrères die hem voor zouden gaan. Aansluitend zou kroongetuige Peter La Serpe graag gebruik willen maken van de mogelijkheid tot het richten van het laatste woord tot de rechtbank gaf de raadsman aan. Deze laatste woorden zal ik integraal weergeven onderaan dit rechtbankverslag.


Mr. Van Schaik kwam na de uitspraak van het openbaar ministerie: 'In het riool zwemmen geen witte zwanen', zelf met een afbeelding op zijn dupliek-pleitnota van een schilderij van Jan Asselijn: 'De bedreigde zwaan'. Op het schilderij staat een witte zwaan die bedreigd wordt door een hond. Boven de hond staat: 'Vijand van de Staat'. De zwaan wil zich met alle macht verdedigen tegen de vijand.

Mr. Jan Peter van Schaik: 'Dit deed mij onmiddellijk aan het Passageproces denken. Niet in het laatst door de uitspraak: "In het riool zwemmen geen witte zwanen". De zwaan op dit schilderij, wél een witte, wordt net zoals client bedreigd en deze wil zich met alle macht verdedigen tegen de vijand (van de Staat).

Al in mijn pleidooi heb ik aangegeven dat, anders dan in andere strafzaken, client zich meer moet verdedigen tegen de stellingnames van de medeverdachten en hun advocaten, dan tegen die van het zittings-OM. Daarom zal ik in deze dupliek tevens reageren op een aantal door de verdediging van de medeverdachten aangevoerde stellingen, daar waar het de positie van client betreft.

Voor wat betreft het tenlastegelegde persisteer ik bij wat in eerste instantie is gesteld'.

De raadsman besteedde vervolgens nog zo'n 13 pagina's aan dupliek omdat het, zoals hij zelf zegt, van belang is dat de rechtbank, na de zeer uitvoerige pleidooien en duplieken van de medeverdachten, het één en ander in het juiste perspectief blijft bezien.

(Hier volgen enkele samengevatte passages uit de dupliek van Mr. Van Schaik, gevolgd door het laatste woord van kroongetuige Peter La Serpe):

Mr. Van Schaik: Welke uitkomsten de zaken van de medeverdachten ook zullen hebben, uw rechtbank dient geen zwaardere gevangenisstraf aan client op te leggen, dan de door de officier van justitie geeiste acht jaar gevangenisstraf.

Bij pleidooi heb ik al gesteld dat uit de OM-deal geen resultaatsverbintenis, maar een inspanningsverbintenis voortvloeit. Wat dat betreft wijs ik u op de eerste alinea van de inleiding van het repliek d.d. 16 oktober 2012, genaamd "De Sluitklapper". Hierin wordt namens het zittings-OM gesteld dat: "Zonder zijn beslissing om een deal aan te gaan met het OM en zonder zijn verklaringen, was het nooit zover gekomen dat het pakket aan Passage-zaken aan de rechtbank voorgelegd had kunnen worden. Dan wares de onderzoeken die op het moment van zijn aantreden nog liepen waarschijnlijk op een dood spoor geraakt, in ieder geval waar het betreft de opdrachtgevers en waren andere onderzoeken wellicht voor altijd op de plank blijven liggen".

Op basis van wat van de zijde van het OM bij requisitoir en in de repliek is gesteld en op basis van datgene dat ik namens client bij pleidooi heb aangevoerd, kan geconcludeerd worden dat client zich als getuige voldoende inspanningen heeft getroost en dat er voor uw rechtbank in ieder geval geen gronden zijn om hem zwaarder te straffen, dan geeist. De gang van zaken met betrekking tot de documenten uit de laptop van client rechtvaardigt zelfs een lagere straf, of is op zijn minst genomen een extra argument voor het niet opleggen van een zwaardere straf dan geeist.

De raadsman vindt dat de rechtbank rekening moet houden met het zijns inziens onherstelbare vormverzuim nu gebleken is dat het OM, aldus Van Schaik, wel degelijk stukken uit de laptop van La Serpe heeft bekeken en beoordeeld en dat de beoordeling zonder tussenkomst van de Deken is gemaakt en dat geheimhoudersinformatie afkomstig van de laptop van zijn cliënt is ingebracht in het Passage-proces. Hij verzoekt de rechtbank het voorgaande in het voordeel van zijn cliënt mee te laten wegen en La Serpe een lagere straf op te leggen.

[.....]

Mr. Jan Peter van Schaik: Ik zal, zij het niet uitputtend, ingaan op een aantal beweringen van de zij de van de verdediging van de medeverdachten. Er is onder meer een beeld geschetst van mijn client als kroongetuige die zijn hoofd net boven het moeras kan houden. Terugkomend op de afbeelding van het schilderij aan het begin van deze pleitnota, is het juist de op de bedreigde zwaan afkomende hond, die zijn kop net boven het water kan houden en dat is precies wat hier gaande is.

Gebaseerd op onder meer de stukken uit de laptop van client, komt men met een constatering, dat client als kroongetuige in staat is op geraffineerde wijze te liegen. Dit wordt uit en ten treuren herhaald. Nogmaals en ik herhaal, datgene wat mijn client op de zittingen in september van dit jaar diverse malen heeft aangevoerd. Op de tekst van het stuk, genaamd "De Droomgetuige" na, waren de overige teksten absoluut niet bedoeld om het domein van het contact tussen client en zijn raadslieden te verlaten.

Ik heb al eerder aangegeven, wat de context en de achtergrond was van een groot deel van de betreffende documenten. Die zijn opgesteld om de verschillende verdedigingsstrategieën in de strafzaak van client uiteen te zetten en te bespreken. Het is niet client geweest die de betreffende stukken heeft ingebracht. Het betreffen dus geen mededelingen van client als getuige en er kan dus ook niet worden gesteld dat client als getuige heeft gelogen.

Client staat er voor in dat hij als getuige naar beste vermogen heeft verklaard en daar waar het gaat om de ten laste gelegde feiten, hij als getuige met betrekking tot liquidaties nooit bewust onwaarheden heeft verklaard, of zaken zwaarder heeft aangezet. Waarom zou client hierover liegen? Waarom zou hij, terwijl er geen enkele verdenking tegen hem bestond en hij op eigen initiatief contact heeft gezocht met politie/justitie, over dergelijke ernstige feiten liegen? Hoe zou hij er beter van worden? Hij zou zich onverplicht blootstellen aan strafvervolging, gevangenisstraf moeten ondergaan en levenslang gevaar lopen, wat ook geldt voor zijn familie.

Volgens mij heeft mr. Meijering op enig moment het beeld opgeroepen, dat de officieren van justitie met hun kaplaarzen door het riool waadden op zoek naar de zwaan. Echter, heeft deze zwaan het riool zelf kunnen verlaten en heeft deze zelf de weg kunnen vinden naar de politie, zonder dat men naar hem op zoek was. Het hebben van een eigen belang, om er beter van te worden, speelt juist in het geval van client geen rol.

Het argument, dat de kroongetuige een eigen belang heeft bij het afleggen van onjuiste belastende verklaringen, zou wellicht bestaan, als client reeds verdachte zou zijn geweest en reeds vervolgd zou worden, of dat een vervolging aanstaande was. In dat geval zou een beoogd kroongetuigenschap hem in een voordeliger positie kunnen brengen. Nogmaals, daarvan was geen sprake, omdat zonder de verklaringen van client hij zelf nooit zou zijn vervolgd.

Namens de verdediging van de medeverdachten wordt gesteld, dat uit de documenten uit de laptop blijkt, dat client bereid is politiemensen en mensen van het OM op te offeren. Vervolgens wordt daaruit de conclusie getrokken dat cliënt ook bereid zou zijn om de medeverdachten op te offeren en dat dit daarom een aanwijzing is voor het feit dat client niet de waarheid spreekt.

Zoals hiervoor gezegd, heeft client zijn voormalige vrienden en compagnons opgeofferd door de belastende waarheid over hen op tafel te leggen. Client heeft zichzelf daarmee echter vanuit zijn toenmalig perspectief ook opgeofferd, omdat hij daardoor een strafeis van acht jaar gevangenisstraf over zichzelf heeft afgeroepen. Bovendien is hij daardoor zijn leven lang doelwit voor een belangrijk deel van de Nederlandse onderwereld.

*

Tot zover de dupliek van de raadsman van kroongetuige Peter La Serpe. Je kunt er nog lang en uitgebreid over schrijven, echter het meeste is natuurlijk reeds gezegd. Het is nu zoals voorzitter Mr. Lauwaars afgelopen maandag zei: "Er is eindelijk een einde is gekomen aan de materiële behandeling en de rechtbank zal het nu verder moeten doen zonder de adviezen van zowel het openbaar ministerie als de verdediging, want zo schrijft de wet dat nou eenmaal voor. Er breekt nu een tijd aan waarin de bal geheel bij de rechtbank ligt".

Tot slot van de dupliek droeg kroongetuige Peter La Serpe vanuit zijn gepanserde getuigenhokje zelf zijn laatste woord voor.

Lees hier: Laatste woord kroongetuige Peter La Serpe  

(of scroll naar beneden)
 
*
Wat ik later nog wel zal publiceren, zodra ik die teksten uitgewerkt heb, zijn de laatste woorden van zowel Dino Soerel en Ali Akgün. Tenslotte waren zij de enige twee andere verdachten die ook vrij uitgebreid gebruik maakten van hun recht op het laatste woord.

Bondtehond

Laatste woord Peter La Serpe

Laatste woord kroongetuige Peter La Serpe: 

Geachte rechtbank,

Toen ik de keuze heb gemaakt te gaan getuigen en uiteindelijk mijn handtekening onder de kluisverklaringen heb gezet, heb ik mij voorgenomen om koste wat het kost deze weg af te maken. Dat was achteraf gezien zwaarder en moeilijker dan ik in eerste instantie had gedacht.


Wat ik mij toen nog niet helemaal realiseerde was de magnitude van het geheel en de enorme weerstand die ik op mijn weg tegen zou komen. Ook de complexiteit van de dubbele positie waarin ik terecht ben gekomen heb ik schromelijk onderschat. Ik heb mij toen niet gerealiseerd dat justitie zo groot zou uitpakken en ik tot magnus pentitus gebombardeerd zou worden.

Echt veel tijd om dat te verwerken kreeg ik niet omdat vanaf dat moment de aanval door de heren advocaten en de Media was ingezet. Het vrij schieten op de kroongetuige was begonnen en het maakte niet uit of het waar was of niet. Ik had niet kunnen vermoeden wat voor vuiligheid ik over mij heen zou krijgen en in welke mate ik door het slijk gehaald zou worden. Ik heb begrepen dat er 3 whisky stokerijen failliet zijn gegaan sinds mijn aanhouding en dat het cocaïne gebruik in Nederland is gehalveerd. Honderden artikelen en tientallen bedachte theorieën zijn er gewijd aan het laten struikelen van deze kroongetuige terwijl er geen enkele overeind is blijven staan. In de confrontatie met enkele van de advocaten zijn zij meer bezig geweest met het plegen van karaktermoord dan met het aanvallen van de bewijzen. Wellicht omdat daar weinig resultaat te behalen was.

In 1 van de eerste keren dat ik mr. Nico Meijering bij Pauw en Witteman zag zitten zei mr. Meijering; geef mij 20 minuten met deze kroongetuige en hij zakt volledig door het ijs. Nu mr. Meijering, uw bef zal ondertussen wel op de grond liggen want uw 20 minuten zijn voorbij en ik sta nog steeds recht overeind.

In de loop van het proces hebben verschillende advocaten zich van hun slechtste kant laten zien. Zij hebben geen middel geschuwd om mij te bespotten en te beschimpen in de Media en in de rechtbank, in een poging mij als persoon en daarmee de betrouwbaarheid van mijn verklaringen aan te tasten. Ik heb bijnamen gekregen, ben als junk weggezet en ben onterecht van het plegen van verschillende andere moorden beticht.

Toen ook die aanvallen faalden hebben de heren advocaten ervoor gekozen om te pogen mijn betrouwbaarheid te schaden door bewust valse getuigenverklaringen in te brengen met beïnvloede en geregisseerde getuigen. Ik heb de overtuiging dat de advocaten die deze getuigen hebben ingebracht allen op de hoogte waren en zijn van de valsheid van de door hen afgelegde verklaringen. Ik heb het dan over de verklaring van Peter Schoofs, Rob de Wit, F3 en F1.

Ik spreek hier mijn hoop uit dat de rechtbank in zijn eindoordeel niet alleen iets zegt over de bewijswaarde van deze verklaringen of het gebrek daaraan maar ook over de wijze waarop deze getuigen en hun verklaringen zijn ingebracht en de aansturing en beïnvloeding van deze getuigen. Dit omdat ook daardoor bevestiging zou zijn te vinden voor de betrouwbaarheid van mijn verklaringen over liquidaties.

Door pleidooien in te dienen van meer dan 1250 paginas poogt men de oorverdovende waarheid te overstemmen. Die veelheid van woorden zijn er juist een indicatie van dat de verdediging geen valide argumenten heeft om mijn beschuldigingen te weerleggen waardoor men niet anders kan dan verwarring te zaaien door uw rechtbank te overstelpen met een vrachtlading aan ruis, bestaande uit suggestie, aannames en onbewezen theorieën welke dan weer worden onderbouwd met nieuwe suggesties en nieuwe aannames. Volgens de verdediging zijn alle scenarios mogelijk behalve het scenario dat ik de waarheid heb gesproken, terwijl dat toch wel het meest aannemelijke en het meest voor de hand liggende scenario is.

Als uw rechtbank in uw overweging over de betrouwbaarheid van mijn verklaringen over liquidaties logisch redeneert en vervolgens naar de objectieve feiten kijkt dan zult U zien dat dit in elkaars verlengde ligt en dat er geen sprake is van twijfel over de betrouwbaarheid van mijn verklaringen over liquidaties. De waarachtigheid van mijn verklaringen wordt hierdoor juist onderstreept en bevestigd.

De pleidooien zijn tevens zo dik om U ervan te overtuigen dat er fouten zijn gemaakt door betrokken overheidspersoneel en waardoor het openbaar ministerie het recht op vervolging zou hebben verspeeld, alsook omdat ik onbetrouwbaar zou zijn en daarmee mijn verklaringen over liquidaties en waardoor dus niet tot een bewezen verklaring gekomen kan worden en de verdachten daarom zouden moeten worden vrijgesproken.

Geen van de verdachten heeft zichzelf echter verdedigt als ware hij onschuldig.

Laat mij het daarom nog maar eens voor een laatste maal tegen U zeggen zonder de overvloedige en buitengewoon goed geconstrueerde ruis die in het dossier aanwezig is;

Ik, Guiseppe la Serpe, kroongetuige van justitie, heb samen met Jessie Remmers, Cees Houtman van het leven beroofd op de wijze waarop ik vele malen tegen uw rechtbank heb verklaard. Wij hebben dit op instigatie en in opdracht gedaan van Ali Akgun, Dino Soerel en Willem Holleeder. Ik heb aan niemand een hekel en heb ook niemand verwisseld of er voor in de plaats gesteld.

Alle verklaringen die ik verder over liquidaties en/of opdrachten of uitlokkingen daartoe heb afgelegd zijn waar. Alle verklaringen die ik heb afgelegd waar ik zeg zaken van Jessie Remmers gehoord te hebben zijn waar.

Ik ben verantwoordelijk voor alle beslissingen die ik heb genomen en de gevolgen daarvan. Ik externaliseer de verantwoordelijkheid voor al die beslissingen niet, zoals mr. Meijering dat zo eloquent heeft verwoord in zijn pleidooi, maar heb daar volledig, en als enige, verantwoordelijkheid voor genomen. Het zijn juist zijn cliënten en de andere verdachten die geen verantwoordelijkheid willen nemen voor de door hen gepleegde strafbare feiten en zij zijn juist degene die hun verantwoordelijkheid externaliseren.

In deze rechtszaal zitten alleen maar daders en geen slachtoffers, laat daar geen misverstand over bestaan en laat u niet in de luren leggen door het theater van de verdediging want het is de waarheid, samengevat in enkele simpele maar veelzeggende zinnen.

Als ik schuldig in de zaal zou zitten dan zou ik ook mijn mond houden en pogen gezamenlijk de betrouwbaarheid van de kroongetuige te schaden waardoor alle aanklachten op losse schroeven zouden komen te staan. Dat kan ook niet anders, omdat als de verdachten zichzelf individueel zouden gaan verdedigen, zou dat zeker zijn weerslag hebben gehad op hun collega criminelen, die dan op hun beurt weer de bal terug zouden hebben gekaatst. Het is onder de omstandigheden tactisch gezien de enige juiste strategie om gezamenlijk en geregisseerd verdediging te voeren omdat als 1 van de verdachten mijn verklaringen zou bevestigen zou dat gevolgen hebben voor de bewijswaarde van al mijn verklaringen in de strafzaken van alle andere verdachten.

Men zou uit de door de verdediging gekozen strategie, om gezamenlijk en geregisseerd verdediging te voeren, zelfs een vorm van schuld kunnen abstraheren of in ieder geval van een schuldbewustzijn.

In plaats van een ontkenning van de feiten en daarna een motivatie van die ontkenning stottert men als er door de rechtbank vragen worden gesteld of vervalt men in stilzwijgen en valt daarna mij aan door te proberen aan te tonen dat er over de jaren inconsistenties in mijn honderden verklaringen zouden zitten.

Het antwoord van de verdachten op de door mij geuite beschuldigingen was; het niet waar, het is gelogen, ik heb niets gezien en heb niets gehoord, la Serpe is een junk en een fantast en mijn naam is haas. En dat dan elf keer. Ik denk dat dit een redelijke samenvatting is van het standpunt van de verdachten tot nu toe.

Enkel en alleen reacties met de strekking 'dat het allemaal niet waar is' zonder serieus in te gaan op de aangedragen beschuldigingen, stelt dan wel teleur, zoals mr. Meijering eveneens stelt in zijn dupliek.

Als ik echter onschuldig in de zaal zou zitten en er zou een levenslange straf boven mijn hoofd hangen dan zou ik moord en brand schreeuwen. Ik zou zeker de confrontatie zijn aangegaan met de kroongetuige om de rechtbank te overtuigen van mijn onschuld. Als onschuldige verdachte kan ik namelijk niet door de mand vallen en zou ik dus niets te verliezen hebben bij zo'n confrontatie, alleen maar te winnen. De kroongetuige is toch de veronderstelde leugenaar.

Alleen al het gegeven dat men zich niet inhoudelijk heeft durven verdedigen door met mij de confrontatie aan te gaan, is mijns inziens een bijzonder grote ondersteuning voor de betrouwbaarheid van mijn verklaringen over liquidaties.

Ook zou ik Jessie Remmers uitgefoeterd hebben om hem te laten verklaren en te bewijzen dat wat de kroongetuige allemaal zegt over afspraken en moordopdrachten niet waar is. Ik zou er geen genoegen mee hebben genomen dat alleen geprobeerd wordt gezamenlijk verdediging te voeren en te pogen de kroongetuige ongeloofwaardig te maken door karaktermoord te plegen. Ik zou echte getuigen à decharge hebben opgeroepen om mijn onschuld aan te tonen en te bewijzen dat ik op bepaalde tijdstippen geen afspraak had met Jessie Remmers en dus nooit moordopdrachten kan hebben gegeven.

Ik stel me voor dat je om je onschuld aan te tonen en een levenslange straf te voorkomen, dat je dan je eigen agenda, die van je vriendin, je moeder, je tante en die van je schoonmoeder aan de rechtbank voorlegt om aan te tonen dat je op het tijdstip van de moord of van de opdracht van de moord ergens anders was of dat je nooit in Diemen of de oude Baja geweest kan zijn op de door mij genoemde momenten. Geen halfslachtige kletsverhalen dat wat ik zeg niet klopt omdat ik een fantast of een junk zou zijn of dat er sprake is van een persoonsverwisseling.

Wat je ook niet doet als je echt onschuldig bent is geen antwoord geven op vragen van het OM of de rechtbank die proberen de waarheid te achterhalen. Je maakt ook geen gebruik van je zwijgrecht, ook al is dat je recht, omdat daardoor vele vragen open blijven staan en waardoor die onduidelijkheid blijft bestaan en je dus verdachte blijft. Als je écht onschuldig bent dan heb je belang bij meer duidelijkheid en zou je eerder zoveel mogelijk vragen beantwoorden om de rechtbank en het OM ervan te overtuigen dat je onschuldig bent en je vrij gelaten moet worden.

Vervolgens is er natuurlijk de TGB kwestie. Ik kan hier inhoudelijk niet teveel meer over zeggen maar door alle verklaringen over dit onderwerp en de speculaties van de verdediging in de Media wil ik het ook niet helemaal onbesproken laten.

Het feit dat ik mijn conflict met TGB hier in de rechtszaal heb gebracht heeft niets te maken met het waarheidsgehalte van mijn verklaringen over liquidaties maar enkel met gedane toezeggingen die niet werden nagekomen voor de zorg voor de veiligheid van mijn familie en mijzelf na detentie. Het is ook volstrekte lariekoek dat de conflicten voortkwamen uit mijn opgeschroefde financiële eisen. Er is ooit door het college een financieel kader vastgesteld en daar is nooit van afgeweken. Het conflict is nooit een keer over meer geld gegaan.

Dat ik gekozen heb met de staat samen te werken betekent niet dat ik mij daarom aan de TGB kant alles moet laten welgevallen en moet accepteren. Ik werd mijns inziens onrechtvaardig behandeld en kon en wilde mij daar niet bij neerleggen. De enige manier die ik kon bedenken om gehoord te worden was om de rechtszaal als platform te gebruiken. Ook mijn advocaten kregen bij TGB nauwelijks voet aan de grond om mijn belangen te behartigen. Ook met hen werd bijzonder slecht gecommuniceerd.

Mijn strijd met de staat en al mijn verklaringen als verdachte daaromtrent zouden daarom niet hetzelfde moeten worden gewogen als mijn verklaringen over strafbare feiten. Dat mijn verklaringen, die ik heb afgelegd als verdachte, daarna direct als getuige verklaringen in de strafzaken van de anderen zijn gevoegd zou mij als getuige niet moeten mogen worden aangerekend. Dit heeft mijns inziens niets van doen met de afspraken die ik heb gemaakt in de OM deal om alles eerlijk te vertellen over liquidaties. Dat waren 2 verschillende trajecten, om de woorden te gebruiken van de mensen die er verstand van hebben.

De veronderstelling van met name mr. Meijering en mr. Jansen, dat mijn verklaringen over liquidaties onbetrouwbaar zouden zijn omdat ik in de rechtszaal voor mijn TGB belangen ben opgekomen, is onzinnig. Au contraire zou ik zeggen.

Aan mijn gevecht tegen de staat kunt u afleiden dat ik niet bij het OM op schoot heb gezeten en dat ik onafhankelijk van datzelfde OM mijn eigen weg ben gegaan. Die onafhankelijkheid geldt ook voor mijn getuige verklaringen over de liquidaties. Hierdoor zou je eerder kunnen spreken van een bevestiging van mijn betrouwbaarheid.

Men zou kunnen zeggen dat ik op onorthodoxe wijze mijn TGB belangen heb behartigd in de rechtszaal maar om daardoor de betrouwbaarheid van mijn getuige verklaringen over liquidaties ter discussie te stellen is onterecht.

Met de denkpatronen die mij eigen zijn en die tot leven komen als ik onder druk kom te staan heb ik ruim 30 jaar kunnen overleven binnen het milieu. Op dit niveau is deze manier van denken de enige manier om je hoofd boven water te houden. Kijk U naar de andere verdachten, het zijn allen wolven en geen schapen.

Hoewel ik de keuze kroongetuige te worden oprecht heb gemaakt heb ik nog wel dezelfde denkpatronen en verdedigingsmechanismen. Door te kiezen KG te worden zijn niet alle denkpatronen opeens weg. Dit heeft tijd nodig en heeft verder niets met de betrouwbaarheid van mijn getuige verklaringen te maken. Men is juist met mij in zee gegaan omdat ik betrokken ben en omdat ik inzicht kan geven in het milieu en de denkwijze van de mensen die daarin functioneren. Om dan daarna opeens verbaasd te zijn over de wijze waarop ik mijn verdediging voer is op zijn zachtst gezegd naïef te noemen.

Nadat men mij heeft binnen gehaald zou ik opeens niet meer zelfstandig mogen denken en volgzaam en braaf moeten zijn om als getuige geloofwaardig te kunnen zijn en alles wat ik heb geleerd hoe te overleven laten varen. Kolder!

Ik ben gevormd door het leven dat ik heb geleid en kan en wil mijzelf niet ontkennen omdat ik een dramatische keuze heb gemaakt waardoor de richting van mijn leven 180 graden is gedraaid. Deze vorming van mijn karakter zal altijd een deel van mij blijven maar ik hoop in de toekomst wel te kunnen leren om mensen mijn vertrouwen te geven.

Ook het hebben van plan B is onderdeel van deze denkpatronen. Het hebben van een plan B en soms zelfs een plan C heeft mij meerdere keren gered in de periode dat ik in het milieu actief was. Als dit nu tegen mij zou worden gehouden spreekt dat niet van veel realiteitszin. Een ex-boef op niveau, met intellect, en 30 jaar milieu ervaring zonder plan B zou allang het loodje hebben gelegd. Plan B is ontstaan door mijn overtuiging dat de staat zijn afspraken niet nakwam en ik mij realiseerde dat ik er mogelijk na detentie alleen voor zou staan en 16 jaar geëist zou kunnen krijgen. Dit kwam niet overeen met de door mijzelf gestelde doelen.

Om terug te komen op het TGB: Om veiligheid te garanderen voert TGB (begrijpelijk) een gesloten en dominant beleid. Hiervoor wordt vertrouwen en overgave van een kroongetuige verwacht. Het TGB en de officier wisten bijna vanaf het begin dat deze zaken niet verenigbaar waren en zijn met mijn karakter en dat dit de grondslag was voor alle problemen met het TGB maar desondanks hebben zij vastgehouden aan deze voor mij onacceptabele omgangsvorm.

Als ik er nu op terug kijk zou ik zeker dingen anders hebben gedaan maar ik denk dat als je dezelfde vraag aan het TGB zou stellen, dat zij dat dan dezelfde mening zijn toegedaan.

Het lijkt me verstandig om in mijn laatste woord zoveel mogelijk duidelijkheid te creëren over de TGB deal, maar door gemaakte afspraken blijft het behelpen. Door speculaties van de verdediging in de rechtbank en in de Media over dit onderwerp is mogelijk een verkeerd beeld is ontstaan wat gecorrigeerd dient te worden.

In een poging meer duidelijkheid te creëren daarom het volgende: Ik krijg geen 1,4 miljoen Euro. Ik krijg geen zak met geld die ik vrij mag besteden. Over de gelden die ik wel krijg zijn duidelijke afspraken over gemaakt. Alle gelden zijn in het kader van veiligheid toegewezen. Bij het eventueel niet nakomen van de afspraken kan de gesloten overeenkomst per direct worden opgezegd. Dat is de waarheid en dat is waar U het mee moet doen.

Nog een laatste opmerking hierover naar aanleiding van de opmerking van mr. Meijering in zijn pleidooi over mijn psychologische profiel in relatie tot mijn strijd tegen de staat. Hij gebruikte om dit te verduidelijken een metafoor van een gorilla die geen natuurlijke vijand meer heeft. Ik zag daarin de psychologische hand van mr. Benedict Ficq die dit aan mr. Meijering heeft ingefluisterd en gedicteerd. Na het lezen van deze overduidelijk geniale analyse van mijn psyche kreeg ik een onbedwingbare drang om mijn mannelijkheid te bewijzen en met de hele groep sex te hebben en daarna lui achteroverliggend tegen een boom van mijn banaan te genieten. GRR…, zou die blinde eekhoorn dan toch een eikeltje hebben gevonden?

Ik zal in de toekomst al mijn getuige afspraken nakomen en verwacht daarvoor terug dat de staat zijn afspraken met mij nakomt. Verder verwacht ik dat de staat bij het organiseren van eventuele getuigenverhoren in hoger beroep, dat in overleg met mij zal doen en daarnaast alles in het werk zal stellen om dat op een veilige en fatsoenlijke wijze plaats te laten vinden met in achtneming van mijn status als vrij burger.

Over mijn motivatie om kroongetuige te worden kan ik kort zijn. Ter onderbouwing van deze motivatie wil ik nogmaals benadrukken dat ik geen strafeis korting van 8 jaar heb bedongen maar 8 jaar strafeis over mijzelf heb afgeroepen. CIE officier Sander de Haas heeft in de voorfase van het traject mij geen 8 jaar strafeis korting kunnen aanbieden om mij over te halen kroongetuige te worden.

Ik had toen ook al mijn kluisverklaringen afgelegd zonder dat mij door TGB of het OM zaken waren toegezegd waardoor de veronderstelling, dat ik door toezeggingen van de staat gemotiveerd zou kunnen zijn geweest mijn kluisverklaringen af te leggen, ook volledig mank gaat.

Ik was niet in beeld mbt liquidaties en zou daar mijns inziens ook nooit voor zijn aangehouden, laat staan voor worden veroordeeld, als ik mijzelf niet had gemeld. Wat Sander de Haas mij voorhield was dat ik 8 jaar tegen mij geëist zou krijgen als ik uit vrije wil zou besluiten om kroongetuige te worden. Zoals U weet heb ik daarmee ingestemd in mijn brandende wens om het milieu definitief de rug toe te keren.

Ik heb vele vragen moeten beantwoorden met betrekking tot mijn motivatie maar was in het begin toch flink verrast dat hieraan werd getwijfeld.

Men heeft mij aangevallen over het feit dat ik niet met tranen in mijn ogen mijn verhaal heb gedaan in een poging de rechtbank te overtuigen van mijn oprechtheid.

Ik ben van mening dat als ik wel mijn emoties had toegelaten in de rechtszaal dat de advocaten en verdachten daar dan zonder enig pardon misbruik van gemaakt zouden hebben. Ik sta daarom nog steeds achter mijn beslissing om de vragen die mij gesteld zouden worden zo zakelijk als mogelijk te beantwoorden en zal dat ook in de toekomst blijven doen.

Ik was en ben oprecht gemotiveerd en behalve voor de strafmaat zal het me verder een zorg zijn of iemand dat gelooft of niet.

Hoewel er momenten van twijfel zijn geweest en ik verschillende keren spijt heb gehad er ooit aan begonnen te zijn, sta ik nog steeds volledig achter de keuze die ik ruim 5,5 jaar geleden heb gemaakt. Ik sta nog steeds overeind maar heb niet het gevoel een overwinning te hebben behaald. Ik had en heb nog steeds spijt dat ik mij ooit met zaken heb ingelaten waar menselijke slachtoffers bij zijn gevallen en hoop met deze getuigenissen in ieder geval iets te hebben recht gezet. Ondanks mijn getuigenissen besef ik heel goed dat het onrecht dat plaats heeft gevonden niet met getuigenissen is recht te breien. Zij, de slachtoffers, zullen altijd hun dierbaren moeten missen en daar kan ik niets meer aan veranderen. Hoewel te laat heb ik gedaan wat ik kon en meer dan oprechte spijt van mijn handelen kan ik hen niet bieden.

Ik kan met een volledige overtuiging zeggen dat ik nooit meer iets te maken wil hebben met het criminele milieu en alles wat daar mee samen hangt. Mijn 15 minuten bekendheid zitten er op en als het lot mij goed gezind is dan zie ik niemand van U ooit weer.

Hoogachtend,

Peter la Serpe

Bondtehond

dinsdag 13 november 2012

'Liquidatieproces Passage eindelijk afgesloten'

De laatste zitting van het liquidatieproces Passage zit er eindelijk op. Vanmorgen hebben de overige twee raadslieden hun dupliek voorgedragen voor de rechtbank. Eerst was het de beurt aan de raadsman van Sjaak Burger, Mr. Marnix van der Werf en vervolgens aan Mr. Jan Peter van Schaik, de raadsman van kroongetuige Peter La Serpe. Tot slot kregen de verdachten gelegenheid voor het laatste woord, waar alleen Dino Soerel en Peter La Serpe vrij uitgebreid gebruik van maakten. Jesse Remmers sprak slechts enkele woorden. Andere verdachten waren niet aanwezig.


Mr. Marnix van der Werf leidde z'n dupliek in en merkte op dat zijn cliënt Sjaak Burger reeds in 2007 is aangehouden en dat hij, en vast niet hij alleen, niet had kunnen vermoeden dat wij in november 2012 aan het laatste woord zouden toekomen. In eerste instantie niet omdat november 2012 oneindig ver weg leek. Later niet, omdat het er naar uitzag dat er nooit een einde aan de zaak zou komen.

(Hier volgt een samenvatting van nog enkele passages uit de dupliek van Mr. Marnix van der Werf):

Mr. Marnix van der Werf: Uw Rechtbank heeft met de uitvinding van het 'verzwaarde noodzakelijkheidscriterium' uiteindelijk toch een doorbraak kunnen forceren. Er zal in hoger beroep - en wellicht daarna ook nog - nog wel gediscussieerd worden over het door u aangelegde criterium, maar als u die knoop niet doorgehakt had, was het einde waarschijnlijk nog niet in zicht.

De zaak tegen Burger was, samen met de zaak tegen Akgün, de eerste waarin daadwerkelijk actie werd ondernomen. De eerste kennismaking met La Serpe, in mei 2007, staat mij nog helder voor de geest. Ook hij kon toen, net als wij, niet vermoeden dat hij zoveel dagen bij de rechter-commissaris zou doorbrengen en ook nog eens honderden uren bij u ter zitting. ledereen was nog fris en monter en had er zin in. Maar al na een paar dagen verhoor, waarbij ieder verhoor meer vragen opriep dan er beantwoord werden en ieder verhoor leidde tot nadere onderzoekswensen, begon bij mij langzaam te dagen dat het een langdurige kwestie zou worden.

Burger had geen keuze, maar voor La Serpe was het een avontuur dat hijzelf was aangegaan. Ik zou te zijner tijd (als hij geen belangen meer heeft) wel eens van hem willen weten of hij het ook had gedaan als hij geweten had wat hem te wachten stond. Niet alleen is hem door de verdediging en door u langdurig het vuur aan de schenen gelegd, maar daarbuiten moest hij omgaan met de CIE, met de recherche en het OM. Hij moest onderhandelen over zijn deal en zijn toekomst. Hij zat diep weggestopt, wellicht in de EBI, wellicht op een andere onprettige plek. En hij heeft – als we op zijn eigen woorden afgaan – herhaaldelijk kennis gemaakt met de niet altijd betrouwbare overheid.

[......]

Mr. Van der Werf: Naar aanleiding van de repliek van het OM heb ik overwogen of het nog de moeite waard is om daar inhoudelijk op te reageren. Ik was er al aan begonnen, maar ik heb het grootste gedeelte van de tekst weer weggegooid. Eigenlijk vind ik dat uw rechtbank inmiddels wel genoeg papier heeft. De standpunten over en weer zijn duidelijk en het OM en de verdediging worden het toch niet eens.

De dupliek waaraan ik begonnen was te schrijven was ook bijzonder saai en vervelend. Het werd een verhaal dat voornamelijk bestond uit drie elementen:
In de meeste gevallen kwam het neer op:
1. Ik heb dat en dat verweer gevoerd, maar het OM heeft daarop in het geheel niet gereageerd.

In een aantal gevallen waarin wel was gereageerd op gevoerde verweren schreef ik:
2. Dat wat OM zegt dat ik betoogd heb, heb ik niet betoogd. Het OM betwist dus een ander verweer dan het verweer dat ik heb gevoerd.

In de overige gevallen:
3. Het OM kwalificeert de gevoerde verweren als: 'onzin', 'speculatie' of 'gaat niet op', zonder die kwalificaties te onderbouwen of door ze te onderbouwen met een redenering die niet deugt of door mij niet begrepen kan worden.

Naast wat ik zojuist al herhaalde over de kroongetuige heeft het OM niet inhoudelijk gereageerd op mijn betogen in de zaken Houtman en Van der Bijl.
Er is niet inhoudelijk gereageerd op het ontbreken van ieder steunbewijs in de zaak Van der Bijl.
Er is niet gereageerd op het ontbreken van bewijsbaar dubbel opzet in beide zaken.
Er is niet gereageerd op mijn uitnodiging om nader aan te duiden wat de in het requisitoir benoemde irrelevante kennelijke ongerijmdheden in de verklaringen van Burger zouden kunnen bijdragen aan het bewijs. Er is niet gereageerd op mijn betoogoe) inzake het zwijgrecht en de Murray-jurisprudentie.
Er is zelfs niet gereageerd op de door mij uitgebreid aangeduide tegenstrijdigheden in de verklaringen van mevrouw Houtman en mijn conclusie dat hetgeen zij heeft verklaard omtrent het briefje in relatie tot het beweerdelijk leveren van wapens door Burger niet kan kloppen en wordt tegengesproken door de overige getuigen die over het briefje hebben verklaard.

(Mr. Van der Werf ging toch nog (vrij kritisch) in op enkele puntjes uit de repliek van het OM, echter de raadsman hield het kort.)

[.....]

Hij sloot zijn dupliek eveneens af met een dankwoord van Sjaak Burger en hemzelf richting de rechtbank:

Mr. Van der Werf: Ik houd het er dan ook bij dat ik persisteer bij alle gevoerde verweren in alle zaken, zoals in mijn pleitnota neergelegd.

Daarnaast sluit ik mij aan bij de verweren omtrent de ontvankelijkheid van het OM, de totstandkoming van de deal en alles wat daaromheen hangt, en de betrouwbaarheid van de verklaringen van La Serpe, zoals die met name door mr. Meijering en mr. Jansen zijn gevoerd.

Namens Burger kan ik als voorschot op het laatste woord zeggen dat hij blij is dat er nu voorlopig een einde aan de zaak lijkt te komen. Hij bedankt uw rechtbank voor de ruimte die u hem heeft gegeven. Hij is na de opheffing van zijn voorlopige hechtenis niet vaak meer aanwezig geweest. Dat kwam enerzijds doordat wij steeds meer naar de achtergrond verdwenen in het geweld van de zaken van de hoofdverdachten over onderwerpen die hem niet altijd rechtstreeks raakten. Anderzijds — en daar kan hij gewoon eerlijk in zijn — had hij "het ook gewoon helemaal gehad", aan de Bunker heeft hij geen goede herinneringen, en wilde hij zoveel mogelijk tijd aan zijn vader en zijn zoontje besteden.

Tenslotte zou ik uw rechtbank willen bedanken voor al het geduld dat u de afgelopen jaren heeft opgebracht en voor de niet aflatende energie die u in de behandeling van alle zaken heeft moeten steken. Raadsman

*
Mr. Jan Peter van Schaik droeg als laatste van alle raadslieden zijn dupliek voor. Dat was zo besloten door de rechtbank en op verzoek van de raadsman van kroongetuige Peter La Serpe zodat hij eventueel nog kon reageren op de dupliek van de advocaten van alle andere verdachten. Samen met het laatste woord van La Serpe kom ik daar later deze week nog op terug.
Ook van het laatste woord van Dino Soerel en Ali Akgün, voorgedragen door zijn raadsman Mr. Nico Meijering, zal ik later deze week een samenvatting van publiceren. Dat heeft ook nog wel even wat tijd nodig om dat uit te werken.

Ik probeer ook wel wat stukken te bemachtigen. Nee heb je, ja kun je (soms) krijgen. Al moet ik er meteen bijzeggen dat de verdediging regelmatig en het openbaar ministerie soms, (bij belangrijke gelegenheden) zoals bijvoorbeeld de requisitoirs, wel eens stukken ter beschikking stelden aan de pers. Vaak ook alleen aan Bondtehond.nl en dat ervaarde ik als een eer. Het maakte het iets eenvoudige om het schrijven over dit proces 4 jaar lang vol te houden. Iets waar ik natuurlijk bij aanvang ook geen rekening mee had gehouden, dat een belangrijk onderzoek ter zitting zo lang zou (kunnen) gaan duren. Voor het overige, één ding heb ik zeker geleerd tijdens Passage en dat is als een razende schrijven. Ik denk nu dat ik weet (ongeveer) wat de griffiers dagelijks doen... (respect daarvoor).
*
Tot slot van de zitting gaf rechtbankvoorzitter Mr. Frits Lauwaars aan dat er eindelijk einde is gekomen aan de materiële behandeling en dat de rechtbank het nu verder zal moeten doen zonder de adviezen van zowel het openbaar ministerie als de verdediging, want zo schrijft de wet dat nou eenmaal voor, aldus Lauwaars, en er nu een tijd aanbreekt waarin de bal geheel bij de rechtbank ligt.

Hoe lang dat duurt is nog niet precies te zeggen, maar wat de rechtbank nu doet, is de zaak aanhouden tot eind januari 2013. Op 29 januari zal er een formele zitting plaatsvinden waarvan de voorzitter zei dat dat een formele sluitingszitting wordt, dan wel een formele sluitingszitting meteen gevolgd door de uitspraak. De rechtbank houdt iedereen daarvan op de hoogte.

Mr. Lauwaars zei tot slot dat het de rechtbank niet past om bedankjes uit te delen, maar de voorzitter wilde daarop twee uitzonderingen maken. Ten eerste bedankte de rechtbank in het bijzonder het personeel van de bunker.

Mr. Lauwaars: Deze mensen hebben bijzonder veel gedaan om ons in dit toch niet al te aantrekkelijke gebouw overeind te houden. Ik neem aan dat dat ook geldt voor de advocaten en de leden van het openbaar ministerie. Het was altijd tot in de puntjes geregeld, het verliep rustig en als er wat was, werd dat gelijk aangepakt. We zijn daar buitengewoon dankbaar voor. Ook de sfeer waarin dat allemaal gebeurde was heel belangrijk, in ieder geval voor de rechtbank, om dit allemaal vol te kunnen houden.

En dan wil ik nog één uitzondering maken en dat is van de meneer van Bondtehond cq Crimesite, die ook op de dagen dat er helemaal geen belangstelling was voor dit proces altijd trouwhartig achter het raam zat, ons nooit heeft verstoord en nog even afgezien van de inhoud wat ie erover schreef, hahahaha, maar hij heeft ons in ieder geval nooit gehinderd en ik was zo aan hem gewend moet ik zeggen, dat toen hij eens wat later uit de koffiekamer kwam en wij hier al zaten, ik niet wist hoe ik moest beginnen en of ik kon beginnen. Maar toen, gelukkig kwam hij uit de koffiekamer en wist ik weer dat er weer gewoon een rechtszitting was waarmee we gewoon konden beginnen.

Die twee uitzonderingen wilde ik nog maken en ik zei al, ik kan wel aan de gang blijven, maar de rechtbank is mede ook overeind gebleven, dat vond ik nog wel leuk om te zeggen, door enerzijds de deining, de spanning die er telkens weer was in het proces en aan de andere kant toch ook wel het niveau van het debat. Laten we dat wel zeggen en daarmee sluit ik materieel deze zitting en voor de rest wens ik u een buitengewoon prettige tijd in de nabije toekomst. Wij zien elkaar dinsdag 29 januari weer.

Verdere toevoegingen zijn eigenlijk overbodig.

Alleen deze natuurlijk: Edelachtbare, meneer Lauwaars en alle andere leden van de rechtbank, dat vond ik nou eens echt leuk om te horen. Bij deze wil ik u dan ook hartelijk bedanken voor uw aardige woorden.

Bondtehond

vrijdag 9 november 2012

'De verdediging persisteert bij niet-ontvankelijk heid van het OM'

Mr. Sander Janssen, advocaat van Jesse Remmers vanaf het eerste uur, heeft in de Bunker nog één keer het accent kunnen leggen op alle bij repliek geconstateerde onderwerpen die bespreking behoefden volgens de verdediging. Onrechtmatigheden, schendingen, vorm- verzuimen, alles wat zou moeten leiden tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie, passeerden nogmaals waar nodig de revue. De volgende ronde van de dupliek werd na de middagpauze voorgedragen door Mr. Robert Malewicz, de tweede advocaat van Remmers.


Mr. Frits Lauwaars opende de zitting voor de dupliek van Janssen en Malewicz. Hij heette iedere aanwezige hartelijk welkom, ook 'alle' mensen op de publieke tribune. Janssen merkte op: "Alle mensen ?!"..... Dit keer, en eigenlijk al een aantal zittingen, zaten alleen een parketwacht en ik als vaste verslaggever aan de perstafel. Soms waren er nog wel eens 2 tot 4 bezoekers tijdens vorige zittingen, echter dit keer was er verder helemaal niemand meer aanwezig. Alleen één studente en zij mocht op uitnodiging van iemand in de rechtszaal zitten.

Voor de verdediging met de dupliek kon aanvangen vroeg officier van justitie Mr. Betty Wind even het woord voor een mededeling.

Mr. Betty Wind: Ik wil even mededelen dat de heer Siegfried Saez in Hoger Beroep in de zaak 'Valk' opnieuw is veroordeeld tot 17 jaar. Dit lijkt ons wel van belang voor de Passagezaak.

(Deze uitspraak in eerste aanleg is ivm de liquidatie van Ullrich "Ukkie" de Pool bij het brugrestaurant van Van der Valk langs de A4.)

Voorzitter Mr. Lauwaars gaf hierna het woord aan Mr. Sander Janssen.

Mr. Jansen heeft de afgelopen maanden natuurlijk reeds zeer uitgebreid de niet-ontvankelijkheid van het OM bepleit voor de rechtbank en ook deze raadsman was eigenlijk nogal teleurgesteld over de onbevredigende repliek van het OM. Mr. Janssen miste wat hem betreft ook (veel) onderwerpen waar de officieren van justitie totaal niet op in zijn gegaan. 'Geen enkele reactie', aldus Janssen.

Inleidend gaf de raadsman vervolgens een overzicht aan de rechtbank van de onderwerpen waar hij op zou dupliceren donderdag. Om u een idee te geven en zonder teveel in herhaling te vallen, hier het overzicht van de onderwerpen die Mr. gedurende de ochtend zou behandelen:


I De in repliek besproken en onbesproken onderwerpen:
  • I.1 Inleiding: opbouw repliek
  • I.2 (Enkele van) de in repliek onbesproken punten
II Repliek OM deel 1: de ontnemingstoezegging

II.1 Wetshistorische interpretatie en de ontnemingstoezegging in de Aanwijzing
  • II.1.1 Standpunt OM in repliek
  • II.1.2 Zijstap: wetshistorische interpretatie
  • II.1.3 Interpretatie Openbaar Ministerie
  • II.2 De ontnemingstoezegging in de overeenkomst met La Serpe
III Repliek OM deel 2: Getuigenbescherming en de rol van de RC
  • III 1 Getuigenbescherming
  • III.1.1 Standpunt OM: verhoogde zorgplicht
  • III.1.2 Het Stelsel bewaken en beveiligen en de Instructie
  • III. 1.3 Conclusie: rechtmatigheid Instructie
III.2 Toetsing door de rechter-commissaris
  • III.2.1 Betekenis art. 226j Sv.
  • III.2.2 "De Officier kan de RC niet informeren want weet niets"
  • III.2.3 "De RC kan slechts de 'bevorderingstoezegging' toetsen"
  • III.2.4 "Beschermingsmaatregelen moeten onderscheiden worden van toezeggingen"
  • III.2.5 Wetsystematische interpretatie 226g ev Sv door OM
IV Vormverzuimen
  • IV.1 Allereerst: de kwestie Wolzak
  • IV.2 Juridisch kader: vormverzuimen en beginselen behoorlijke procesorde
  • IV.3 Conclusie: vormverzuimen en schendingen in de onderhavige zaak en de gevolgen die dat moet hebben

Ook had de raadsman kritiek op de ongekend nadelige positie waarin de verdediging verkeerde als het gaat om de informatievoorziening. Als je alleen al kijkt naar bepaalde documenten waar men om heeft verzocht, maar die echter nooit zijn gekomen, zoals om maar wat te noemen een bezoeklijst van een Huis van Bewaring waarop de verdediging een verweer had kunnen baseren, kun je niet anders concluderen dat de verdediging als het gaat om het vergaren van (tegen-)bewijsmiddelen bijzonder in het nadeel was. Dat is niet juist geweest, aldus Mr. Janssen.

De advocaat zou daar later op de dag dit nog over zeggen bij aanvang van zijn dupliek en in verband met de zaak Houtman:

Mr. Sander Janssen: Waar de repliek van het Openbaar Ministerie op de door de verdediging van de heer Remmers gevoerde ontvankelijkheidverweren hiervoor als tamelijk teleurstellend en onbevredigend is aangemerkt, geldt dit voor de zaaksinhoudelijke repliek in de zaak Houtman in nog grotere mate.

Daarbij is het uiteraard niet zo dat het Openbaar Ministerie pas als magistratelijk en niet misleidend zou worden aangemerkt wanneer deze het voortdurend met de verdediging eens zou zijn, hetgeen zoals het Openbaar Ministerie ten onrechte en nogal demagogisch stelt door de verdediging feitelijk betoogd zou zijn. Wel is het zo, dat verwacht kan worden dat het Openbaar Ministerie zal reageren op specifieke en gemotiveerde kanttekeningen bij de bewijsmiddelen die door het Openbaar Ministerie zijn aangedragen. Mr. Meijering heeft daar in zijn uitvoerige dupliek al het nodige over gezegd, en ik verwijs daar graag naar.

Het lijkt me dat in deze fase van het proces niemand zit te wachten op een uitvoerige herhaling en onderstreping van die kanttekeningen in het licht van hetgeen het Openbaar Ministerie daar in repliek (niet) tegenover stelt, maar de verdediging nodigt Uw Rechtbank uit de repliek van het Openbaar Ministerie in de zaak Houtman eens met een zwarte stift na te lopen en daar alles uit weg te strepen dat in feite neerkomt op een kale betwisting van hetgeen de verdediging gesteld heeft, al dan niet in combinatie met een sneer richting de verdediging dat deze de zaak simplistisch zou voorstellen (zonder aan te geven wat dan niet juist zou zijn), onjuist zou voorstellen (zonder dat die onjuistheid wordt aangetoond) of wantrouwig zou zijn / ruis zou veroorzaken / misplaatste opmerkingen zou maken / speculatief zou zijn enzovoorts, enzovoorts. U zult constateren dat de toch al summiere 8 pagina's repliek van het Openbaar Ministerie daarmee nog aanzienlijk korter wordt.

*

De zaken Agenda (Kees Houtman) en Perugia (Thomas van der Bijl) werden eveneens behandeld door Mr. Janssen en confrère Mr. Robert Malewicz nam de volgende zaken voor zijn rekening: Tanta (Salim Hadziselimovic en Djordje Ilic), Opa (Tonnie van Maurik), Cobra (Henie Shamel en Anne de Witte)

Na zijn dupliek sloot Mr. Malewicz af met deze afsluiter:

Mr. Robert Malewicz: Cliënt moet in alle zaken worden vrijgesproken..... Ik had een soort beeldspraak bedacht hoe ik uw rechtbank nu zou beschrijven. Op mij laptop heb ik zo'n screensaver met een enorme logge waterschilpad. Af en toe gaat ie naar links, af en toe gaat ie naar rechts, maar uiteindelijk gaat die af en toe het strand op om zijn eieren te leggen. En nu is het volgens mij tijd dat u uw eieren gaat leggen. Ik wens u daarbij veel sucses en wijsheid toe. Dank u.

Mr. Sander Janssen sloot zijn dupliek af met de volgende laatste opmerking:
Mr. Janssen: Een laatste opmerking over de afronding van de pleidooien op 16 juli 2012. De verdediging heeft moeten constateren dat de heer Remmers het uitvoerige betoog ten aanzien van de levenslange gevangenisstraf maar in geringe mate heeft kunnen waarderen. Hij stelt dat het niet aangaat dat er uitvoerige beschouwingen worden gegeven over de op te leggen straf of zelfs maar over de juridische juistheid van de levenslange gevangenisstraf zoals deze in Nederland wordt opgelegd en ten uitvoer gelegd, nu hij zich op het standpunt stelt dat hij van alle aan hem ten laste gelegde feiten dient te worden vrijgesproken.

Voor zo ver daarover verwarring zou zijn ontstaan bij Uw Rechtbank sluit ik dan ook af met naar ik aanneem ten overvloede te benadrukken dat de verdediging het vanuit diens rol als advocaat, zeker in een strafzaak als deze, noodzakelijk achtte om achter alle mogelijke juridische ankers te gaan liggen, maar dat het primaire standpunt van de verdediging luidt dat zou Uw Rechtbank tot afwijzing van de gevoerde ontvankelijkheids-verweren komen, u verzocht wordt de heer Remmers van alle hem ten laste gelegde feiten vrij te spreken.

Ik dank tot slot de Rechtbank voor de ruimte die de verdediging van de heer Remmers de afgelopen jaren is geboden om alle aspecten die van belang werden geacht, zo uitvoerig naar voren te kunnen brengen, en voor de in het meer recente verleden welhaast bovenmenselijke inspanning om vele dagen lang pleidooien en nu weer dupliek met ogenschijnlijk niet aflatende aandacht te beluisteren. De verdediging kan daar alleen maar grote bewondering voor hebben, en het maakt dat het vonnis van deze Rechtbank, ongeacht de uiteindelijke beslissingen op de vele verschillende verweren, met groot vertrouwen tegemoet wordt gezien.

Mr. Lauwaars: Dank u wel, meneer Janssen. Ik laat me niet verleiden tot gevoelige beschouwingen, hoewel ik daar wel zin in heb, moet ik zeggen, hehehe, dat lijkt me niet juist. Maar ik waardeer wat u erover gezegd heeft. En, meneer Remmers, dan kom ik nu tot de vraag die ik mischien wat te vroeg had gesteld: Wilt u gebruik maken van het recht op het laatste woord? Ik neem aan van wel?

Jesse Remmers: Nou, ik heb dit nog niet met mijn advocaat besproken, dus ik zou niet weten wat ik op dit moment zou moeten zeggen.
Mr Lauwaars: Nee, nee, nee, nee, dat is normaal, maar maandag...
Jesse Remmers: Nou, mischien dat ik in de tussentijd wel inspiratie krijg of dat La Serpe met zijn advocaat aan het woord zijn geweest, dat dat me wel zal inspireren om er dan op te reageren, maar op dit moment zal ik niet reageren.
Mr. Lauwaars: Nou ok, dan wachten we rustig maandag af.

Jesse Remmers had wel nog 1 opmerking over een opmerking uit de repliek van het OM over getuigen in de zaak Cobra die in Antwerpen 'negers' had gezien in een groepje. De verdediging zou volgens het OM deze getuigeverklaring in haar voordeel hebben willen gebruiken, echter volgens Remmers klopt dat niet. De getuige heeft nl niet over een Oosters uitziende persoon gesproken en dat zou in die wijk, die niet bepaald als 'China Town' bekend staat daar in Antwerpen, toch wel opgevallen zijn als er een Oosters type zou zijn geweest in het groepje waarover wordt verklaard door de getuige, aldus Jesse.

Jesse bedoelt maar: 'Je moet er toch niet aan denken dat deze getuige tussen neus en lippen door gezegd zou hebben van-eh...ja': "En ik nam ook een Oosters typje waar...."

Mr. Lauwaars: Ja, nee, dat is duidelijk. Nou, dank u wel meneer Remmers, voor deze aanvulling. Nou goed, dan houden we er voor vandaag mee op en dan zie ik u maandag allen terug voor het dupliek van de heer Van der Werf en voor het dupliek van meneer Van Schaik, als laatste. Dat hebben we met hem afgesproken omdat hij dan ook mee kan reageren op alles wat uw collega's hebben gezegd en dan hebben we ook tijd voor het laatste woord. En dan sluiten we alle zittingen af, aanstaande maandag en dan is het het wachten op het leggen van de eieren van de zeeschilpad, zullen we maar zeggen. Ook daar moeten we het nog even over hebben, hahaha, maar dat wordt dan maandag....

Maandag dus verder met:
Dupliek inzake Sjaak Burger door Mr. Marnix van der Werf.
en:
Dupliek inzake kroongetuige Peter La Serpe door Mr. Jan Peter van Schaik.
en:
Tot slot van meer dan 4 jaar procederen: Het laatste woord.

Bondtehond

zaterdag 3 november 2012

'Het OM negeert gewoon zaken keihard'

Mr. Nico Meijering, de advocaat van zowel Dino Soerel als Ali Akgün, trok vrijdag nog een keer alles uit de Passage-kast om zijn cliënten te behoeden voor levenslange gevangenisstraffen. De raadsman was enigzins grieperig, maar dat had hem niet belet tot twee uur 's nachts door te werken. Pas op dat tijstip werd het concept-dupliek dan ook doorgestuurd naar zijn kantoor, zodat een assistent de pleitnota's nog voor de zitting kon uitprinten, om die vervolgens razendsnel naar de Bunker in Osdorp te brengen. Ze waren precies op tijd en de zitting kon dus beginnen.


Dino Soerel was zelf ook aanwezig. Iets naar rechts zat Jesse Remmers tussen zijn beide raadslieden, Mrs. Janssen en Malewicz. In het midden van de zaal zat Mr. Jan Peter van Schaik namens zijn cliënt kroongetuige Peter La Serpe. Rechtbankvoorzitter Mr. Lauwaars heette iedereen welkom en gaf Mr. Meijering het startsein voor zijn dupliek dat de hele verdere dag in beslag zou nemen.

De verdediging, zo stelde Meijering, was zeer teleurgesteld over het level dat het openbaar ministerie in de repliek heeft aangehouden. De grootste teleurstelling treft het overweldigende gebrek aan inhoudelijke reacties op feitelijk en juridisch onderbouwde inhoudelijke verweren. Van bepaalde verweren is slechts gesteld dat men er geen reactie op zou geven en andere verweren zijn zelfs in het geheel niet benoemd door het OM: ze zijn simpelweg doodgezwegen.

Mr. Meijering: 'Een eerste reactie van de verdediging was: dat is mooi want het onweersproken laten van onderbouwde verweren wijst dus op een gebrek aan tegenargumenten.

Toch is er wel degelijk teleurstelling. Ik leg dat direct uit met een voorbeeld maar zal daar verderop nog nader op terugkomen.

Ik stel nog maar eens voorop dat in deze zaak levensbelangen van cliënten op het spel staan: het OM wil (twee van de drie) cliënten levenslang opsluiten. Het kernbewijs dat het OM heeft voorgesteld zou te vinden moeten zijn in de verklaringen van La Serpe. Van een (inderdaad: magistratelijk) OM mag verwacht worden dat -indien er goed onderbouwde argumenten worden aangedragen die de betrouwbaarheid (van de verklaringen) van La Serpe (zouden kunnen) aantasten - het OM daar linksom of rechtsom inhoudelijk op reageert. Verwijzend naar mij eind pleidooi zijn de voorbeelden talloos, maar laat ik nu eens als voorbeeld nemen het pleidooi inzake de zaken Adjoeba en Bosnie.

Het waren zoals bepleit zaken die de verdediging niet eerder grondig tegen het licht had gehouden aangezien uw rechtbank in het voorstadium reeds had bepaald dat er onvoldoende zwaarwegende bezwaren waren en aldus de verdediging in die zin voor was geweest.

In die zaken heeft de verdediging in eindpleidooi uitvoerig gemotiveerd waarom de verklaringen van La Serpe in die zaken onbruikbaar waren: zowel aan de hand van zijn eigen verklaringen als aan de hand van andere feiten die uit het dossier zijn op te maken. De verdediging heeft zelfs meer dan aannemelijk kunnen maken dat La Serpe opzettelijk de waarheid geweld had aangedaan.

Een uiterst belangrijk thema kwam daarbij onder meer voorbij: het thema betreffende vraag of La Serpe cliënt Akgün nu daadwerkelijk ooit ontmoet heeft. Verder heeft de verdediging beargumenteerd betoogd dat de analyse van de verklaringen van La Serpe in die zaken evenzeer van groot belang is voor de beoordeling van zijn verklaringen in de andere zaken. Het zegt immers nogal het een en ander over waartoe deze getuige kennelijk in staat is als het gaat om het weergeven van de werkelijkheid. Het raakt de betrouwbaarheid van de kroongetuige in de kern en het straalt daardoor naar alle deelzaken uit. En het zou dus minst genomen ook iets kunnen zeggen over de bruikbaarheid (van de verklaringen) van deze getuige als het gaat om de vordering van het OM om cliënten levenslang op te sluiten.

Cliënten hebben dan ook in spanning zitten wachten op ook een inhoudelijke reactie van het OM op de verdedigingsbetogen in de zaken Adjoeba en Bosnie. Wat zou het OM daarvan vinden? Ze hebben immers toch recht om te weten wat nu het vijftal staande magistraten dat hen levenslang wil opsluiten hier van vindt. Ziet de verdediging het wel goed? Als de verdediging het niet goed ziet, dan zal het OM het vast wel laten horen. En als de verdediging het goed ziet: wat betekent dat dan voor de betrouwbaarheid van La Serpe? Wat betekent het voor het standpunt van het OM dat die zaken bewijsbaar zouden zijn? De rechtbank heeft immers toch ook al iets gezegd over de bezwaren? Wat betekent het misschien wel voor de eis?

Totaal stilzwijgen van het OM. Geen enkele inhoudelijke reactie. Dat is uiterst teleurstellend. En dat past een OM niet onder de omstandigheden van deze zaak.

Het OM hoeft het zeker niet met de verdediging eens te zijn, zoals het OM - weer totaal voorbijgaand aan de inhoud - de magistratelijk- heidskritiek van de verdediging op het OM heeft getracht te 'downplayen'. Het OM mag het immers zeker ook oneens zijn met de verdediging. Maar dan wel graag inhoudelijk beargumenteren. Zo had het - gelet op de op het spel staande gigantische belangen - ons inziens op de weg van het OM gelegen een keuze te maken: inhoudelijk beargumenteerd oneens of eens zijn.

Als het OM argumenten had gevonden om de betogen in Adjoeba en Bosnie te weerleggen - dan had het OM die argumenten zonder enige twijfel laten horen. Die argumenten waren er derhalve kennelijk niet. En als het OM toch eigenlijk wel vindt dat de verdediging een beetje -of misschien wel meer dan dat- een punt heeft, dan had het OM zulks o.i. evenzeer hardop moeten laten horen. Zwijgen past dan niet. Niet alleen cliënten, maar ook uw rechtbank heeft ineen zaak als deze recht op een dergelijke OM-visie. Het gaat hier nogmaals immers om de geloofwaardigheid van de kroongetuige. En veel meer bewijs is er geloof ik niet.

Zeker in een strafzaak als de onderhavige hebben de andere proces partijen recht op de visie van het OM - ook al is die visie niet in lijn met de weg die met de kroongetuige La Serpe is ingeslagen. Het gaat in dit proces niet om een spelletje poker. Het gaat in dit proces niet alleen om het eindresultaat waar het OM kennelijk zijn zinnen heeft gezet.

Het gaat ook om wat het OM daadwerkelijk vindt. Alleen zwijgen past en voldoet.niet. Het is uiterst teleurstellend.

En net alsof de zaken Adjoeba en Bosnie de enige zaken zijn waarvoor een en ander geldt. We zullen nog zien dat zulks voor vele door de verdediging aan de orde gestelde zaken en thema's geldt. De verdediging zal hierna-per repliekdeel- voor zoveel noodzakelijk reageren. De volgorde zal daarbij niet worden aangehouden al is het alleen reeds dat de onderdelen A en B betreffende "De betrouwbaarheid van de verklaringen van La Serpe" op verschillende repliekdagen zijn uitgesproken, maar gezamenlijke bespreking behoeven. Verder zal ik wat betreft de reactie van het OM op het betoog van Janssen inzake de gesloten deal met La Serpe uiteraard weer verwijzen naar de dupliek van Janssen. Voorts zal nog aan de orde komen de recent ingebrachte stukken uit het onderzoek . Enclave. Niet in de laatste plaats zal worden stilgestaan bij hetgeen niet in de repliek aan de orde is gekomen. Zoveel moge inmiddels wel duidelijk zijn'.

*

De teleurstelling was volgens Mr. Meijering nog het minst over de wijze waarop de verdediging weer onder vuur heeft gelegen en hoever men daarin in deze repliek-termijn is gegaan. Of over hoop dat het OM zich toch ook aan enige introspectie zou wagen. De verdediging heeft zich in pleidooi immers niet alleen kritisch uitgelaten over het OM: de verdediging heeft de kritiek ook zonder uitzondering telkens onderbouwd met feiten en in perspectief van geldend recht geplaatst. Enkel en alleen reacties met strekking 'dat het allemaal niet waar is' zonder in te gaan op de aangedragen argumenten, stelt dan wel teleur, aldus de raadsman.

Mr. Meijering: 'In dezelfde categorie teleurstelling vallen de louter kwalificatieve mededelingen, stellingen en somtijds retoriek. Dat waren er nogal wat (citaat OM): "het OM (heeft) van het begin tot het einde naar eer en geweten gehandeld, binnen de kaders van de wet en met inachtneming van alle in het geding zijnde belangen".

Een OM zou zulks in een strafzaak in het geheel niet hoeven te stellen. Daar is normaliter in het geheel geen reden toe. Daar is eerst reden toe als met argumenten (door de verdediging) wordt betoogd dat rechtens onjuist is gehandeld, en het OM goede argumenten heeft om het tegendeel te beweren. Maar laat die argumenten dan wel horen. Over eer en geweten van het OM heeft de verdediging het trouwens nimmer gehad, maar helaas hebben we vaker moeten zien dat het OM er kennelijk belang bij heeft om de verdediging allerhande uitspraken toe te schrijven. We zullen zulks hierna ook nog zien'.

Mr. Nico Meijering diende het openbaar ministerie vervolgens van dupliek in een wederom behoorlijk lijfig boekwerk van zo'n 154 pagina's dupliek.

Aan de orde kwamen de volgende conclusies van repliek van het OM:

'Laundry' (witwassen)

'Introductie'

'De betrouwbaarheid van de verklaringen van La Serpe, deel B.

'Delen 1 en 2'
In deze delen van repliek is het OM al dan niet ingegaan op het betoog van Mr. Janssen in eerste termijn aangaande de deal(s) die met La Serpe gesloten (is) zijn. Mr. Sander Janssen zal hier volgende week donderdag op ingaan.

'Deel 3': 'Opening van zaken voorafgaand aan de deal'.
Het ging in dit deel van de repliek hoofdzakelijk over de transparantie betreffende de totstandkoming van de deal. En passant werd er ook nog een enkele woord gewijd aan het betoog van de verdediging rondom de onrechtmatigheid van de weglatingsafspraak. (de z.g. Holleeder-weglatingen)

'Vormverzuimen'
-Vormverzuim Van Lent
-Vormverzuim Enclave

'De zaak Adjoeba'

'De zaak Bosnie'

'De zaak Önder'

'De zaak Van der Bijl'

'De zaak Houtman'

'140 Sr-zaak'

'Overige onderwerpen'

*

Tot slot rondde Mr. Meijering zijn dupliek af met (de) 'Afsluiting'. U begrijpt dat 154 pagina's samenvatten niet zou lukken in één weblog-artikel. U heeft nu wel een overzicht van de onderwerpen waarmee Meijering het openbaar ministerie van dupliek diende. Ook heeft u vast meegekregen dat Mr. Nico Meijering z'n teleurstelling niet onder stoelen of banken steekt over het geheel ontbreken van repliek op toch vrij uitgebreid behandelde onderwerpen in het pleidooi van de verdediging. Ik noem eerdergenoemde 'dossiers Adjoeba en Bosnie'. Of het 200 pagina's tellende pleidooi aangaande 'dossier Bethlehem', of breeduit beargumenteerde zaken in dossier Laundry, onder meer betreffende het inkomen van de vrouw van Ali Akgün ter sprake gekomen in dit witwasonderzoek. Meijering verzuchtte op een gegeven moment: "Het OM negeert gewoon zaken keihard".

Verderop in zijn dupliek kwam Mr. Meijering dus uitgebreid terug op: 'De betrouwbaarheid van de verklaringen van La Serpe'. Over het feit dat het OM zelf benoemde, dat kroongetuige Peter La Serpe in staat is het OM te beschadigen en over de uitspraak 'In het riool zwemmen geen witte zwanen', merkte Meijering zelf beeldend op: "Je ziet de officieren al met kaplaarzen door het riool waden".

De kritische noot die Meijering vervolgens uitte was deze: De mogelijkheid op het beschadigen van cliënten komt het OM echter niet op terug. Maar als La Serpe in staat is om het OM te beschadigen, waarom zou hij dan niet in staat zijn cliënten te beschadigen? Het OM gaat er keihard aan voorbij:
Het stormt, het bliksemt en stortregent, maar voor het OM blijft het stralend mooi weer....

*

'Afsluiting'

Mr. Nico Meijering: 'Ik ga afronden.

Teleurstellend was aldus de repliek van het OM.

Ik ben geschrokken van het level waarop de verdediging persoonlijk is aangevallen en heb zulks als minder dan onprofessioneel ervaren.

Van veel groter belang is dat wij uit alles kunnen opmaken dat het OM niet het achterste van de tong heeft laten zien als het gaat om daadwerkelijk bij het OM levende standpunten en meningen over het dossier en vooral de gevoerde verweren.

Die standpunten en meningen hadden wij hier moeten horen.

Uitvoerig heb ik reeds laten zien waarop het OM in het geheel niet gereageerd heeft.

Aparte vermelding verdient nog het uitvoerige betoog van de verdediging inzake Bethlehem. Tweehonderd pagina's lang zijn stap voor stap de feiten geanalyseerd en vooral in het licht geplaatst van hetgeen La Serpe zelf in die zaak verklaard heeft. Aandacht is besteed aan een groot aantal getuigen die in die zaak geloofwaardig belastend verklaard hebben tegen La Serpe. Het betoog van het OM ter zake in requisitoir, is evenzeer tegen het licht gehouden, waarbij ook aandacht is geweest voor het nooit en te nimmer te verklaren feit dat La Serpe niet vervolgd is in die zaak. Het OM wilde niet vervolgen, want het OM wilde kennelijk geen trammelant met La Serpe. Wij kunnen het niet anders uitleggen.

Ook het gehele Bethlehem betoog is aldus door het OM volledig onbesproken gelaten. Kan weerlegging van het betoog van de verdediging gevonden worden in het requisitoir? In het geheel niet.

Door evenmin op dit uiterst belangwekkende thema te reageren, is het OM wat ons betreft verder met La Serpe in het moeras geraakt.

Ik benoem verder nog het niet reageren op de aan het slot van het pleidooi gesignaleerde uitspraken van de hoofdofficier bij Nieuwsuur. Uitspraken die haaks stonden op uitspraken van het OM op zitting.

Uitspraken die in essentie aantonen dat de vervolging van Soerel een willekeurige is geweest nu het OM zelf meent dat er tegen Holleeder te weinig bewijs is en het OM ook uitstekend op de hoogte is van het feit dat er tegen Soerel minder bewijs is aangedragen.

Ook hier betreft het weer een daadwerkelijk bij het OM levend standpunt dat in bedoeld kader van achterste van de tong niet in de rechtszaal op tafel is gekomen. We moesten het vernemen in een uitzending op de televisie.

Uw rechtbank zal zich na het laatste woord terug trekken voor beraadslaging.

Het zal u niet verbazen dat ik als nimmer te voren in spanning zal afwachten wat uw eindvonnis cliënten gaat brengen'.

Raadsman

*

Volgende week donderdag 8 november komen Mrs Janssen en Malewicz de dupliek voordragen met betrekking tot de zaken waarin hoofdverdachte Jesse Remmers een rol zou hebben gespeeld. Maandag 12 november komt Mr. Marnix van der Werf met zijn dupliek en worden de verdachten in de gelegenheid gesteld 'het laatste woord' te voeren als ze dat willen. Dino Soerel gaf reeds aan daar wel gebruik van te zullen maken.

Bondtehond