Dag 4: 22 mei 2012
Onderzoek Perugia: slachtoffer Thomas van der Bijl
Onderzoek Nicht: slachtoffer Atilla Önder
Onderzoek Neef 1: slachtoffer Leendert Bosnie
Onderzoek Neef 2: slachtoffer August Adjoeba
De officieren van justitie wisselen elkaar af waarbij iedere officier steeds een "eigen" deeldossier voor zijn/haar rekening neemt. Mr. Betty Wind nam deze week op maandag deeldossier 'Agenda' (de liquidatie van Kees Houtman) voor haar rekening, Mr. Hans Oppe dinsdag 'Perugia' (de liquidatie van Thomas van der Bijl) Deze twee moordzaken hebben veel met elkaar gemeen.
De liquidaties van Kees Houtman en Thomas van der Bijl zijn sowieso nauw met elkaar verbonden. Niet alleen vanwege dezelfde verdachten die voorkomen in deze onderzoeken. De twee bevriende mannen zouden beiden op dezelfde dodenlijst hebben gestaan volgens kroongetuige Peter La Serpe. Deze denkbeeldige/mondelinge moordlijst zou opgehaald zijn door Jesse Remmers bij een horecazaak in Rotterdam terwijl La Serpe in de buurt wachtte.
Om u een idee te geven van de zaak Houtman, zal ik hier de inleiding van het requisitoir plaatsen. Vindt het OM vast niet erg voor een keer. Het requisitoir in de zaak van Thomas van der Bijl werd vandaag gevolgd door de enkele broers en zusters en twee vrienden van Thomas van der Bijl. De broer van Thomas van der Bijl, Jopie van der Bijl, heb ik nog even gesproken. Aardige vent, maar nog steeds erg boos. Begrijpelijk. Al de familieleden en twee vrienden mochten achter in de beveiligde zaal plaatsnemen. Er waren ook veel OM-leden en politiemensen in de zaal en op de tribune aanwezig.
Alleen Dino Soerel en Jesse Remmers en zaten zoals gewoonlijk vooraan met aan hun zijde respectievelijk de raadslieden Mr. Nico Meijering en Mrs Sander Janssen en Robert Malewicz. Ook Mr. Marnix van der Werf was aanwezig i.v.m zijn (afwezige) cliënt Sjaak Burger.
Officier van justitie Mr. Betty Wind las het requisitoir dat voor haar op een hoog tafeltje lag staande voor:
PASSAGE REQUISITOIR
21 MEI 2012
AGENDA: KEES HOUTMAN
A INLEIDING
1. Korte schets van de gebeurtenissen en van het slachtoffer
OvJ Mr. Betty Wind: Op woensdag 2 november 2005, iets voor acht uur ’s avonds, verlaat Kees Houtman zijn woning op de Johan Braakensiekhof nr.21 in Amsterdam Osdorp en stapt voor de deur in zijn Mercedes. Op dat moment klinken schoten. Houtman wordt diverse keren geraakt. Zwaargewond weet Houtman nog uit de auto te komen en zijn huis te bereiken. Terwijl er nog wordt geschoten, openen vrouw en 14-jarige dochter de voordeur. In de hal valt hij neer. Hij overlijdt ter plaatse.
Dit drama is niets anders dan een professioneel en koelbloedig uitgevoerde liquidatie. Onder de ogen van zijn vrouw en dochter wordt Kees Houtman zonder genade neergeschoten. Zij zijn vanachter het keukenraam getuige van dit gruwelijke tafereel. Voor zijn familie is het een zeer traumatische gebeurtenis die ze misschien nooit meer helemaal te boven komt. Het is schrijnend hoezeer het gezin nog iedere dag onder de gebeurtenissen lijdt.
Kees Houtman was op het moment dat hij werd vermoord 45 jaar oud. Hij was getrouwd met Maria Houtman en had twee kinderen. Een zoon die ten tijde van de moord 17 jaar oud was en een dochter die op dat moment 14 was. Hij was geen onbekende in het criminele milieu. Hij was een goede vriend van de eveneens vermoorde Thomas van der Bijl en van Atilla Önder. Hij groeide op in de Kinkerbuurt in Amsterdam en was in zijn jeugd bevriend met een aantal grote namen uit het criminele milieu. Ook Willem Holleeder kende hij al uit die tijd en zij behoorden samen tot een criminele groep. Sinds 2004 had Houtman een groot probleem met Holleeder en diens kompanen. Holleeder en de zijnen persten Houtman in dat jaar af. Zowel Holleeder als anderen uit zijn groep zijn daarvoor (in de zaak Kolbak) veroordeeld. Ook nadat Houtman een miljoen euro aan zijn afpersers had betaald, bleef er volgens verschillende getuigen druk op hem uitgeoefend worden. Het laatste jaar van zijn leven werd overheerst door de angst geliquideerd te worden. Hoe terecht die angst is, blijkt op 2 november 2005.
1.2 De verdachten
Op basis van uitgebreid onderzoek en de verklaringen van La Serpe zijn de
volgende verdachten in beeld gekomen en aangehouden:
Peter la Serpe en Jesse Remmers. Aan hen is het medeplegen van de moord ten laste gelegd.
Ali Akgün en Dino Soerel. Zij worden vervolgd voor het medeplegen van uitlokking van de moord.
Sjaak Burger ten slotte wordt primair medeplichtigheid aan de moord verweten, omdat hij het moordwapen, een pistool van het merk Glock .45, met munitie heeft geleverd en betrokken is geweest bij het ophalen van het Kalashnikov-geweer met patronen bij Peter van Dijk.
Subsidiair zijn hem voorbereidingshandelingen ten laste gelegd door – kort gezegd - genoemde wapens en munitie voorhanden te hebben. Burger is separaat (parketnummer 13/529176-06) ten laste gelegd dat hij het pistool en het geweer heeft overgedragen (art. 31 WWM), maar de rechtbank heeft het OM in dat laatste feit al niet-ontvankelijk verklaard omdat daarmee sprake was van het dubbel ten laste leggen van hetzelfde feitencomplex. Aan dit onderdeel van de tenlastelegging zullen we dan ook geen aandacht meer besteden. Naast deze verdachten zijn onder meer Peter van Dijk en Willem Holleeder verdachten in deze zaak, maar die staan nu niet terecht.
2. Het eerste onderzoek.
Bij 112 komen even voor 20.00 uur op 2 november 2005 verschillende meldingen binnen over een schietpartij op de Johan Braakensiekhof. De politie en het ambulancepersoneel zijn zeer snel ter plaatse, de eerste wagen is er om 6 minuten voor 8. Ze treffen Houtman dood aan in de hal van zijn woning. De recherche start direct een uitgebreid onderzoek. De Mercedes van Houtman staat voor de deur bij het toegangshek en het bestuurdersportier staat open. (foto 4 en 1 Zie daarvoor de beslissing van de rechtbank dd : 9 maart 2009, pvTTZ, blz 80 en 81
In de ruit van het bestuurdersportier en binnen in de auto, is een aantal kogelinslagen zichtbaar. (foto 11) Op de hoofdsteun van de bestuurdersstoel zit een veeg bloed. Op de oprit is een bloedspat zichtbaar en op de stoep voor de voordeur zijn meerdere bloedvlekken. Rondom het slachtoffer in de hal ligt veel bloed.
Op en bij de stoep bij de Mercedes liggen negen hulzen. (foto 8) In de Mercedes treft de politie een aantal kogels aan. Inclusief de kogels die in het lichaam en de kleding van Houtman worden aangetroffen zijn dat er acht. Een kennelijk afgevuurde negende kogel is nooit gevonden. Op straat naast de auto ligt een pistool van het merk Glock, kaliber 9 mm. (foto 9) In de Mercedes, bij de pedalen, ligt een bij dit wapen horende patroonhouder. (foto 17) Onderzoek wijst uit dat dit wapen toebehoorde aan Houtman en dat dit niet het moordwapen is. De aangetroffen hulzen en patronen passen niet bij dit wapen en met dit wapen blijkt in het geheel niet te zijn geschoten.
Achter de Mercedes staat een Fiat Doblo; de auto’s staan met de achterkant naar elkaar toe. (foto 33) In die Doblo zijn kogelinslagen en doorschoten zichtbaar en de recherche vindt in die Doblo enkele kogelfragmenten. (foto 21) Wat verder, in de richting van de steeg die naar de Funke Küpperstraat loopt, ligt een kogeldeel. (foto 50 en 49) In de Doblo, in het muurtje voor de woning van Houtman en rondom de voordeur van de woning treft de recherche kogelinslagen aan. (foto 46 en 35) De forensisch rechercheurs stellen vast dat Houtman, zittend op de bestuurdersstoel van zijn auto, van dichtbij is beschoten en dat ook nog vanaf een andere plek is geschoten waarbij in elk geval de Doblo, het muurtje en de woning van Houtman zijn geraakt door kogels. Ik toon u verderop in dit requisitoir meer foto’s.
2.1 Het sectierapport
Er is sectie verricht op het stoffelijke overschot, waarvan een sectierapport is opgesteld. De patholoog treft één kogel aan in het lichaam van Houtman. De verwondingen in het lichaam van Houtman, die de dood hebben veroorzaakt, passen volgens de patholoog bij doorschieting met zeven tot negen patronen. Het exacte aantal kan de patholoog niet vaststellen, omdat één kogel twee keer door het lichaam kan zijn gegaan, bijvoorbeeld eerst door de hand en vervolgens door een ander deel van het lichaam. Het NFI stelt vast dat bij in ieder geval één kogelverwonding sprake is geweest van een korte schootsafstand (tussen 25 cm en twee meter).
Genoemde fotonummers zijn telkens de nummers van de foto’s in de aan het dossier toegevoegde fotomap.3 Dsk. blz. 29-56 (000174) kogelverwonding sprake is geweest van een korte schootsafstand (tussen 25 cm en twee meter).
2.2 Buurtonderzoek
Diezelfde avond en de volgende dag vindt uitgebreid buurtonderzoek plaats. De politie hoort vele buren als getuige. Veel mensen hebben knallen gehoord, maar er blijken er slechts een paar te zijn die iets hebben gezien. Ook Maria Houtman legt die avond en de volgende dag een verklaring af. Zij wijst direct naar Holleeder als verantwoordelijke voor dit drama. Zijn naam durft ze daarbij overigens niet te noemen. Ze duidt hem aan als "De Bierkoning", een verwijzing naar de Heinekenontvoering. Op haar verklaringen kom ik verderop nog uitgebreid terug.
2.3 Kogels en hulzen
Over op de PD aangetroffen kogels, kogeldelen en hulzen rapporteert het NFI dat de (negen) hulzen die bij de Mercedes zijn aangetroffen afkomstig zijn van pistoolpatronen van het kaliber .45 ACP, die zeer waarschijnlijk verschoten zijn uit één en hetzelfde wapen, vermoedelijk een semi automatisch pistool van het merk Glock, kaliber .45. De acht bij en in de Mercedes en in het lichaam van Houtman aangetroffen kogels zijn eveneens zeer waarschijnlijk van het kaliber .45 en de sporen in de kogels passen eveneens bij een Glock .45. Dat is overigens een bijzonder type, omdat pistolen van het merk Glock meestal 9 mm pistolen zijn.
De in de Doblo en in de richting van de steeg aangetroffen kogelfragmenten en het kogeldeel zijn van het kaliber 7,62x39, type lichtspoormunitie en zijn – aldus het NFI - waarschijnlijk verschoten met een wapen van het type Kalashnikov of een afgeleide daarvan. In 2005 vindt de politie dus wel een aantal kogelfragmenten en een kogeldeel, maar geen hulzen die passen bij een Kalashnikov. Hoewel de politie direct een groot gebied als plaats delict aanmerkt, dat gebied afzet en nauwkeurig onderzoekt, blijkt later, op basis van nieuwe informatie, dat het onderzochte gebied zich ook had moeten uitstrekken tot de tuin van de overburen. Die tuin grenst aan de steeg en in die tuin vond de politie veel later, toen ze op basis van nieuwe informatie opnieuw zocht, alsnog zes Kalashnikov-hulzen. Daarover straks meer.
2.4 Getuigen
Er zijn in de dagen en weken na de moord vele getuigen uit de omgeving van Houtman gehoord. Al snel wordt duidelijk dat nagenoeg niemand bereid is volledig te vertellen wat hij weet. Er heerst angst en wellicht hebben sommige getuigen ook andere redenen om niet het achterste van hun tong te laten zien.
2.5 Tapgesprekken
Naar aanleiding van CIE-informatie en een verklaring van de overbuurvrouw, getuige Scholten, worden de telefoons van Burger en Remmers in de periode van eind januari 2006 tot maart 2006 getapt. Burger en Remmers voeren vele telefoongesprekken met elkaar en spreken in versluierde taal. Duidelijkheid over de moord op Houtman leveren die gesprekken op dat moment niet op. Het onderzoek in 2005 en 2006 loopt vast. Als op 20 april 2006 Thomas van der Bijl wordt geliquideerd, richt de recherche de aandacht op dat onderzoek. Er is een sterk vermoeden dat de beide liquidaties met elkaar samenhangen. De recherche behaalt in de zaak Van der Bijl hele goede resultaten, maar meer duidelijkheid over de moord op Houtman levert ook dat onderzoek op dat moment niet op. Wel is er in 2005 en 2006 veel materiaal verzameld dat wij nu als bewijs in de zaak Houtman naar voren brengen en dat eveneens van belang is om de betrouwbaarheid van latere getuigenverklaringen te toetsen.
3. Aanleiding voor de doorstart van het onderzoek: de verklaringen van La Serpe Aanleiding voor het vervolgonderzoek in de zaak Houtman zijn de verklaringen van La Serpe. In zijn kluisverklaring 2 van november 2006, exact een jaar na de moord, bekent hij samen met Remmers de moord te hebben gepleegd. De opdracht daartoe was volgens La Serpe afkomstig van Soerel en Akgün. Burger en Van Dijk leverden de gebruikte wapens. Veel later, in oktober 2011, werd duidelijk dat La Serpe al in zijn kluisverklaringen ook over de rol van Holleeder heeft gesproken. Ik zal nu eerst de verklaring van La Serpe op hoofdlijnen weergeven. Verderop zal ik dat meer in detail doen.
3.1 De verklaringen van La Serpe op hoofdlijnen
Naast de technische details die La Serpe geeft, vertelt hij over de aanloop tot de moord, hoe hij Ali Akgün eind 2004 heeft ontmoet en de naam van Soerel voor het eerst hoort, dat sprake is van een dodenlijst die afkomstig is van Akgün en Soerel en die Remmers en Ros omstreeks (eind) 2002 ter uitvoering hebben aangenomen. Ros speelt in de zaak Houtman verder geen rol. Hij zat gedetineerd in de periode rond deze moord en er zijn geen aanwijzingen dat hij met deze zaak concrete bemoeienissen heeft gehad..
3.1.1 De opdracht
In het najaar van 2005 heeft Remmers een afspraak met Akgün en Soerel in een horecazaak in Rotterdam. La Serpe brengt Remmers daar naar toe. La Serpe wacht op Remmers die terugkomt met de mededeling dat hij "drie nieuwe namen heeft gekregen", wat wil zeggen dat er drie nieuwe slachtoffers geliquideerd moeten worden. Namen van slachtoffers werden nooit genoemd, maar later begrijpt La Serpe dat het om Houtman, Van der Bijl en Hillegers gaat.
Voor het plegen van de moord op Houtman wordt 130.000 euro in het vooruitzicht gesteld. Voor de andere twee elk 100.000 euro. Remmers vertelt aan La Serpe dat hij de volgende dag om 13.00 uur een afspraak in Diemen heeft met Soerel waar hij nadere informatie over de te liquideren personen zal krijgen. La Serpe rijdt Remmers ook naar díe afspraak. La Serpe wacht in de auto en Remmers komt terug met concrete informatie over het beoogde slachtoffer Houtman. Als gezegd werden volgens La Serpe nooit namen van slachtoffers genoemd en de naam van Houtman heeft La Serpe dan ook nooit vernomen voordat de media na de moord daarover gingen berichten. Hij denkt dat Remmers die naam ook niet kende. Soerel geeft Remmers in Diemen een adres en een signalement van het beoogde slachtoffer en het type en de kleur van de auto waarin hij rijdt. Waarom Houtman vermoord moet worden, weten ze niet. Volgens La Serpe is het "not done" om naar zulke informatie te vragen. Vanaf die dag in Diemen starten La Serpe en Remmers met hun voorverkenningen en voorbereidingen. Ze gaan een aantal keren kijken bij de woning van Houtman zonder wapens en verkennen de buurt en mogelijke vluchtroutes. Vervolgens gaan ze een aantal keren bewapend klaarliggen in de tuin van de buren op nummer 23.
3.1.2 De rol van Holleeder
Over het contact tussen Holleeder en Remmers zegt La Serpe dat Remmers hem heeft verteld dat hij op een gegeven moment via iemand anders was benaderd door Mieremet met het verzoek Holleeder te liquideren. In plaats van op dat verzoek in te gaan was Remmers naar Holleeder gegaan en had hem ingelicht. Zo was het contact ontstaan. Over de aard van het contact vertelt La Serpe dat zij geheimen deelden, mogelijk over de moord op Cor van Hout.
Op enig moment tussen het moment van het verkrijgen van de opdracht voor de moord op Houtman met de nadere informatie en de uitvoering van de liquidatie hebben Remmers en La Serpe een toevallige ontmoeting met Holleeder. Ter zitting verklaart La Serpe dat hij Holleeder toen hoorde zeggen: "Osdorp eerst". La Serpe maakt daaruit op dat Holleeder wil dat die moord eerst wordt gepleegd. In zijn kluisverklaring heeft hij ook al verteld over deze ontmoeting. Toen verklaarde hij dat Holleeder had gezegd: "Als deze goed gaat, heb ik er nog een voor jullie". Die woorden staan La Serpe jaren later, ter zitting, niet meer bij. Feitelijk doet het er ook niet zo veel toe welke van de twee uitspraken Holleeder heeft gedaan. Beide opmerkingen getuigen ervan dat er naast de opdracht voor Houtman ten minste nog één andere opdracht is.
3.1.3 De wapens
Burger heeft, aldus La Serpe, de gebruikte Glock met munitie geleverd. Dat is een bijzonder type, omdat het een kaliber .45-wapen is. De Kalashnikov met een groot aantal patronen hebben La Serpe, Remmers, Burger en een broertje van Remmers opgehaald bij Van Dijk in Limburg. Beide wapens worden in de weken voor de moord geleverd. La Serpe en Remmers testen de wapens vervolgens ergens in de polder richting Vinkeveen, waar ze een aantal proefschoten lossen. Daardoor raakt de Glock-munitie bijna op en levert Burger nieuwe patronen voor dat wapen.
3.1.4 De liquidatie
Over de avond van de moord verklaart La Serpe dat hij en Remmers gewapend in de bosjes in de tuin van de buren van Houtman zitten. Rond kwart voor acht zien ze een bestelauto aan komen, waar een man uitkomt die de woning van Houtman inloopt. ‘Dat was ‘m’, zegt Remmers. Ze besluiten af te wachten of het beoogde slachtoffer weer naar buiten komt. Korte tijd later komt Houtman inderdaad uit zijn woning. Als hij in zijn Mercedes stapt, gaat Remmers op hem af en schiet van korte afstand met de Glock op Houtman. La Serpe schiet op de plaats delict een aantal salvo’s met de Kalashnikov. Hij ziet lichtflitsen. Hij vermoedt dat er teruggeschoten wordt, maar hij weet niet zeker of dat ook zo is. Ze rennen door het steegje naar de Funke Küpperstraat waar de vluchtauto staat. Via de Lelylaan en de Ring A10 rijden ze naar een parkeerplaats aan de Europaboulevard, dicht bij de flat waar Akgün woont. Remmers gaat naar Akgün om hem te vertellen wat er is gebeurd en geld te halen. Remmers zegt dat La Serpe onderweg naar huis de wapens in de Amstel moet gooien.
3.1.5 Na de moord
La Serpe stapt over in een andere auto en rijdt naar de Amstel. Ergens tussen Amsterdam en Ouderkerk aan de Amstel gooit hij een AH-tas in het water waarin onder meer de gebruikte Kalashnikov en een grote hoeveelheid munitie zit. De tas moet volgens La Serpe dicht bij de kant liggen, omdat hij te zwaar was om ver weg te gooien. De Glock en de daarbij horende patroonhouder heeft La Serpe vanaf dezelfde plek veel verder in het water gegooid. Kort na zijn kluisverklaring wijst hij de CIE de plek bij de Amstel aan waar hij de spullen heeft weggegooid.
Na het weggooien van de spullen rijdt La Serpe door naar zijn verblijfadres in Wilnis. Tussen ongeveer 21.00 uur en 21.30 uur die avond belt Remmers La Serpe en zegt dat hij naar hem toekomt. Als Remmers er is, lopen ze een stukje op straat waarbij Remmers hem vertelt dat het slachtoffer dood is en dat hij van Akgün 5.000 euro heeft gekregen. Later die avond belt Remmers La Serpe en vraagt hem naar Club Ria’s, een bordeel aan de Overtoom in Amsterdam, te komen. La Serpe gaat en tot een uur of vijf in de ochtend verblijven ze in die club. Enkele dagen later ontvangen La Serpe en Remmers bij de flat van een broertje van Remmers de betaling voor de moord, elk 65.000 euro. Dit geld is, zo vermoedt La Serpe, afkomstig van Soerel.
3.2 Daderwetenschap
La Serpe geeft een jaar na de moord in zijn kluisverklaring een groot aantal details. Direct valt op dat hij beschikt over daderwetenschap. Zo noemt hij als gebruikte wapens een Glock .45, wat, als gezegd, een nogal bijzonder type wapen is, en een Kalashnikov. Hij verklaart dat Remmers van dichtbij met de Glock op Houtman heeft geschoten toen Houtman in zijn auto stapte en dat hijzelf met de Kalashnikov heeft geschoten.
Deze informatie komt overeen met de bevindingen op de plaats delict en met de onderzoeksresultaten van het NFI. Met name de informatie over de gebruikte wapens en munitie is op dat moment absoluut nog niet bekend gemaakt en informatie daarover kunnen we dus aanmerken als echte daderwetenschap. Direct nadat de rechter-commissaris de voorgenomen overeenkomst heeft getoetst en de verklaringen van La Serpe tactisch bruikbaar worden, dus zodra dat mogelijk is, gaan duikers van het arrestatieteam de Amstel in op zoek naar de tas met de Kalashnikov en de munitie en naar de Glock. Exact op de door La Serpe aangewezen plek vinden de duikers de tas met de door La Serpe aangegeven inhoud. De Glock en de patroonhouder worden ondanks uitgebreid zoeken nooit gevonden.
4. Het belang van de verklaringen van La Serpe La Serpe is na zijn kluisverklaring nog vele, vele malen ondervraagd over deze zaak. Door de RC bij de toetsing van de overeenkomst, door de politie en door de rechtbank ter zitting, maar ook al in een vroeg stadium en daarna nog vele malen door de raadslieden van de medeverdachten bij de RC. Bij die dagenlange verhoren is hij tot in het kleinste detail, tot achter de komma ondervraagd. Daarbij is hij uitermate kritisch bejegend en zijn dezelfde onderwerpen telkens weer herhaald. De verklaringen van La Serpe zijn onmiskenbaar van groot belang in de zaak Houtman. Ze vormen bepaald niet het enige, maar wel het belangrijkste bewijsmiddel in deze zaak. Tussen zijn verklaringen en de overige onderzoeksresultaten zijn vele overeenkomsten.
Maar op onderdelen roepen zijn verklaringen ook vragen op. Soms lijken er opvallende verschillen te zijn. Mede om die reden heeft de verdediging, met name in de zaak Houtman, de betrouwbaar- heid van zijn verklaringen op vele manieren betwist. Er is zelfs gesteld dat La Serpe een moord heeft bekend die hij niet heeft gepleegd. Alle reden dus om die verklaringen gedetailleerd op een rijtje te zetten.
OvJ Mr. Wind: Daar zal ik zo mee beginnen.
Tot zover de inleiding van het requisitoir 'Agenda'...
Ik zal ook nog flarden uit andere requisitoiren terughalen, maar ik moet even kijken hoe ik dat kan aanpakken. Voor je goed en wel kunt beginnen, krijg je weer twee procesdagen, zit ik me net te bedenken. Vrijdag zal het wel weer druk zijn in de Bunker als de eisen vallen. Wordt een spannende dag voor veel bij het liquidatieproces betrokken personen, zeker voor de verdachten.
Bondtehond
3.1.2 De rol van Holleeder
Over het contact tussen Holleeder en Remmers zegt La Serpe dat Remmers hem heeft verteld dat hij op een gegeven moment via iemand anders was benaderd door Mieremet met het verzoek Holleeder te liquideren. In plaats van op dat verzoek in te gaan was Remmers naar Holleeder gegaan en had hem ingelicht. Zo was het contact ontstaan. Over de aard van het contact vertelt La Serpe dat zij geheimen deelden, mogelijk over de moord op Cor van Hout.
Op enig moment tussen het moment van het verkrijgen van de opdracht voor de moord op Houtman met de nadere informatie en de uitvoering van de liquidatie hebben Remmers en La Serpe een toevallige ontmoeting met Holleeder. Ter zitting verklaart La Serpe dat hij Holleeder toen hoorde zeggen: "Osdorp eerst". La Serpe maakt daaruit op dat Holleeder wil dat die moord eerst wordt gepleegd. In zijn kluisverklaring heeft hij ook al verteld over deze ontmoeting. Toen verklaarde hij dat Holleeder had gezegd: "Als deze goed gaat, heb ik er nog een voor jullie". Die woorden staan La Serpe jaren later, ter zitting, niet meer bij. Feitelijk doet het er ook niet zo veel toe welke van de twee uitspraken Holleeder heeft gedaan. Beide opmerkingen getuigen ervan dat er naast de opdracht voor Houtman ten minste nog één andere opdracht is.
3.1.3 De wapens
Burger heeft, aldus La Serpe, de gebruikte Glock met munitie geleverd. Dat is een bijzonder type, omdat het een kaliber .45-wapen is. De Kalashnikov met een groot aantal patronen hebben La Serpe, Remmers, Burger en een broertje van Remmers opgehaald bij Van Dijk in Limburg. Beide wapens worden in de weken voor de moord geleverd. La Serpe en Remmers testen de wapens vervolgens ergens in de polder richting Vinkeveen, waar ze een aantal proefschoten lossen. Daardoor raakt de Glock-munitie bijna op en levert Burger nieuwe patronen voor dat wapen.
3.1.4 De liquidatie
Over de avond van de moord verklaart La Serpe dat hij en Remmers gewapend in de bosjes in de tuin van de buren van Houtman zitten. Rond kwart voor acht zien ze een bestelauto aan komen, waar een man uitkomt die de woning van Houtman inloopt. ‘Dat was ‘m’, zegt Remmers. Ze besluiten af te wachten of het beoogde slachtoffer weer naar buiten komt. Korte tijd later komt Houtman inderdaad uit zijn woning. Als hij in zijn Mercedes stapt, gaat Remmers op hem af en schiet van korte afstand met de Glock op Houtman. La Serpe schiet op de plaats delict een aantal salvo’s met de Kalashnikov. Hij ziet lichtflitsen. Hij vermoedt dat er teruggeschoten wordt, maar hij weet niet zeker of dat ook zo is. Ze rennen door het steegje naar de Funke Küpperstraat waar de vluchtauto staat. Via de Lelylaan en de Ring A10 rijden ze naar een parkeerplaats aan de Europaboulevard, dicht bij de flat waar Akgün woont. Remmers gaat naar Akgün om hem te vertellen wat er is gebeurd en geld te halen. Remmers zegt dat La Serpe onderweg naar huis de wapens in de Amstel moet gooien.
3.1.5 Na de moord
La Serpe stapt over in een andere auto en rijdt naar de Amstel. Ergens tussen Amsterdam en Ouderkerk aan de Amstel gooit hij een AH-tas in het water waarin onder meer de gebruikte Kalashnikov en een grote hoeveelheid munitie zit. De tas moet volgens La Serpe dicht bij de kant liggen, omdat hij te zwaar was om ver weg te gooien. De Glock en de daarbij horende patroonhouder heeft La Serpe vanaf dezelfde plek veel verder in het water gegooid. Kort na zijn kluisverklaring wijst hij de CIE de plek bij de Amstel aan waar hij de spullen heeft weggegooid.
3.2 Daderwetenschap
La Serpe geeft een jaar na de moord in zijn kluisverklaring een groot aantal details. Direct valt op dat hij beschikt over daderwetenschap. Zo noemt hij als gebruikte wapens een Glock .45, wat, als gezegd, een nogal bijzonder type wapen is, en een Kalashnikov. Hij verklaart dat Remmers van dichtbij met de Glock op Houtman heeft geschoten toen Houtman in zijn auto stapte en dat hijzelf met de Kalashnikov heeft geschoten.
Deze informatie komt overeen met de bevindingen op de plaats delict en met de onderzoeksresultaten van het NFI. Met name de informatie over de gebruikte wapens en munitie is op dat moment absoluut nog niet bekend gemaakt en informatie daarover kunnen we dus aanmerken als echte daderwetenschap. Direct nadat de rechter-commissaris de voorgenomen overeenkomst heeft getoetst en de verklaringen van La Serpe tactisch bruikbaar worden, dus zodra dat mogelijk is, gaan duikers van het arrestatieteam de Amstel in op zoek naar de tas met de Kalashnikov en de munitie en naar de Glock. Exact op de door La Serpe aangewezen plek vinden de duikers de tas met de door La Serpe aangegeven inhoud. De Glock en de patroonhouder worden ondanks uitgebreid zoeken nooit gevonden.
4. Het belang van de verklaringen van La Serpe La Serpe is na zijn kluisverklaring nog vele, vele malen ondervraagd over deze zaak. Door de RC bij de toetsing van de overeenkomst, door de politie en door de rechtbank ter zitting, maar ook al in een vroeg stadium en daarna nog vele malen door de raadslieden van de medeverdachten bij de RC. Bij die dagenlange verhoren is hij tot in het kleinste detail, tot achter de komma ondervraagd. Daarbij is hij uitermate kritisch bejegend en zijn dezelfde onderwerpen telkens weer herhaald. De verklaringen van La Serpe zijn onmiskenbaar van groot belang in de zaak Houtman. Ze vormen bepaald niet het enige, maar wel het belangrijkste bewijsmiddel in deze zaak. Tussen zijn verklaringen en de overige onderzoeksresultaten zijn vele overeenkomsten.
Maar op onderdelen roepen zijn verklaringen ook vragen op. Soms lijken er opvallende verschillen te zijn. Mede om die reden heeft de verdediging, met name in de zaak Houtman, de betrouwbaar- heid van zijn verklaringen op vele manieren betwist. Er is zelfs gesteld dat La Serpe een moord heeft bekend die hij niet heeft gepleegd. Alle reden dus om die verklaringen gedetailleerd op een rijtje te zetten.
OvJ Mr. Wind: Daar zal ik zo mee beginnen.
Tot zover de inleiding van het requisitoir 'Agenda'...
*
Ik zal ook nog flarden uit andere requisitoiren terughalen, maar ik moet even kijken hoe ik dat kan aanpakken. Voor je goed en wel kunt beginnen, krijg je weer twee procesdagen, zit ik me net te bedenken. Vrijdag zal het wel weer druk zijn in de Bunker als de eisen vallen. Wordt een spannende dag voor veel bij het liquidatieproces betrokken personen, zeker voor de verdachten.
Bondtehond