vrijdag 9 april 2010

De kastmoord te Nuth - 'He was a good guy'

In December schreef ik een artikel over Ruben Poppelaars van Forensic Consultancy, een forensisch adviesbureau gehuisvest in het kantoor van Kuijpers en van der Biezen in 's Hertogenbosch. Toendertijd vroeg ik Ruben mij eens te tippen zodra hij aan een zaak zou werken waarbij forensisch onderzoek aan de orde zou komen. Vorige week was dat zover, betreffende een moordzaak, bekend geworden als 'de kastmoord van Nuth'. Advocate Mr. Francoise Landerloo, van een van de twee hoofdverdachten, had kortgeleden Forensic Consultancy in de arm genomen om in hoger beroep haar pleidooi kracht bij te zetten. Het is nl volgens haar helemaal niet zo zeker of de gevonden sporen wel kunnen worden geïnterpreteerd zoals de het OM stelt na forensisch onderzoek door de politie. Ruben Poppelaars deed daar onderzoek naar en kwam met een ander scenario, waardoor bepaalde bewijzen toch in een ander daglicht komen te staan.


Voor ik een samenvatting van de zitting geef, die van 11:00 tot 18:30 duurde, zal ik in het kort vertellen waar het om gaat bij deze moordzaak. In het Brabantse plaatsje Nuth vond men in Januari 2007 een lijk van een man in een muurkast van een kamerverhuurbedrijf. Daar was het al een aantal weken verborgen. Het slachtoffer was de Schotse Jonathan Graig Kennedy en zou ergens tussen 5 en 7 Januari 2007 om het leven zijn gebracht door messteken, waarschijnlijk na een ruzie over de was en/of te harde muziek. De ruzie zou zijn uitgelopen op een nachtelijke vecht- en steekpartij.

Wat er precies gebeurd is, kan men slechts naar gissen, aangezien de hoofdverdachte Roy M. zegt het zich allemaal niet meer zo goed te kunnen herinneren. De verdachten waren in een kroeg geweest, stomdronken geworden en hadden die avond ook cocaïne gesnoven. De rechtbank achtte vorig jaar bewezen dat twee vrienden/collega's, de eveneens Schotse Paul Mc C. en Roy M. tezamen en in vereniging Kennedy hadden neergestoken. De verdachte Paul Mc C. ontkent al vanaf het begin. Aanvankelijk eiste het Openbaar Ministerie ook vrijspraak voor de 31-jarige Paul, de client van Mr. Landerloo die op dit moment te Schotland en in vrijheid zijn vonnis afwacht.

Hij was in eerste instantie vrijgelaten omdat Roy M. eerder toe had gegeven het slachtoffer te hebben gestoken. Deze bekentenis trok hij echter later ter zitting weer in omdat hij er niet meer zo zeker van was het gedaan te hebben. Hij had in verhoren gezegd 'dat hij het dan wel gedaan moest hebben', ook al liet zijn geheugen hem in de steek. Daardoor vond de rechtbank dat niet langer kon worden aangetoond wie nou de dodelijke steken had toegebracht en werden beide verdachten vorig jaar veroordeeld tot 8 jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Gisteren speelde dus het hoger beroep en werd er dit keer zelfs 10 jaar celstraf geëist tot verbazing van de raadslieden, Mr. Francoise Landerloo van Paul Mc C.en Mr. Hendriks van Roy M.

Het was nu dus aan Paul Mc C's raadsvrouwe Mr. Landerloo met behulp van Forensic Consultancy in een mooi pleidooi om aan te tonen dat wat er nu aan bewijs voorhanden is niet klopt. Het was een indrukwekkende zitting met tevens een emotionele slachtofferverklaring van de moeder van Jonathan Kennedy, die samen met andere familieleden vanuit Schotland naar Den Bosch was afgereist op uitnodiging van het OM. De vrouw die zichtbaar geëmotioneerd was, en steeds werd bijgestaan door een tolk, stortte zelfs een keer in tijdens het pleidooi van de Mr. Hendriks. Zij werd ondersteund door familieden en enkele aanwezige rechercheurs die aan deze zaak hadden gewerkt. Deze hielpen de aangeslagen dame de rechtszaal even te verlaten voor een korte onderbreking met wat frisse lucht om even wat bij te komen.

De verdachte Roy M. zat steeds vlak voor de familie in het verdachtenbankje en had ook een tolk aan zijn zijde. De Advocaat Generaal las als eerste de aanklacht voor en de rechter begon daarna met het verhoor van Roy M. Het verhoor ging moeizaam. De verdachte was weinig spraakzaam en kwam zeer bedeesd over. Of het nu kwam omdat de familie van slachtoffer Jonathan Kennedy vlak achter hem zaten of door het steeds moeten wachten op de vertaling van de tolk was mij onduidelijk, maar kennelijk had de verdachte geen behoefte aan een duidelijke ontkenning: 'Ik heb het niet gedaan !' De meeste antwoorden waren 'Ik weet het niet meer'.

De rechter probeerde een motief boven water te krijgen. Er waren nl verschillende verhalen verteld. Roy zou boos zijn geweest omdat Jonathan een baantje had ingepikt van een ander omdat die wat aan zijn voet had. Daarover was Roy naar Jonathan gegaan. Of dat klopte? Roy wist het niet meer. Roy zou een mes gepakt hebben om de deur van de wasmachine te openen die avond. Of dat klopte? Roy wist het niet meer. Roy zou eens hebben verteld dat hij Jonathan wilde laten schrikken. Klopte dat? Ook dat wist Roy niet meer. Hij zou dat in verband hebben gebracht met de te harde muziek. De muziek zou te hard hebben gestaan en daar zou toen ruzie over zijn ontstaan. Of dat klopte? Ja, daar was Roy wel kwaad over geweest. 'Who the fuck is first', zou Roy hebben geroepen. Of hij nog wist of hij dat had geroepen? Nee, dat wist Roy niet meer.

De vraagstelling van de rechter veranderde op het moment dat Roy steeds datzelfde antwoord gaf. De rechter merkte op dat Roy niets uit zichzelf wist te herinneren, maar op het moment dat de rechter iets zei wel. Hierdoor begon de rechter zijn vraagstelling iets te veranderen en begon vragen nu met: Wat kunt u zich wel herinneren van.....etc etc. Veel hielp het niet. Het geheugen van Roy M. bleef haperen.

Rechter: U heeft verklaard dat Jonathan een keer aangeraakt door een mes van u en de 2e en 3e keer niet door u. Paul zou wel in het appartement zijn geweest?
Roy: Ik ben er niet zeker van.
Een vrouwelijke rechter ging verder: U zou gezegd hebben dat Jonathan u pisnijdig had gemaakt in het café, steeds zijn vingers in bier, u nat gemaakt, u was ontzettend nijdig.
Roy: Paul en Jonathan vochten. Jonathan kwam naar me toe en duwde, daagde me uit en duwde steeds. Hij irriteerde me.
Rechter: U heeft gezegd dat het erger en erger werd en dat u heel boos werd op Jonathan. U heeft gezegd dat Jonathan u zo boos maakte dat u ontplofte en dat het toen fout is gelopen. Kunt u zich dat herinneren?
Roy: Ik weet het niet.
Rechter: U heeft op verschillende plaatse verteld dat Jonathan in de kast was. Nu wil ik u vragen, waarom bleef Paul bij u in het appartement? Ik begrijp niet waarom hij bij u verbleef als zijn appartement vlak naast die van u is.
Roy: Ze hadden de sleutel geleend van mijn appartement.
Rechter: Ik stel u een duidelijke vraag. Ik kan me zo voorstellen als je weet dat er een lijk bij je in de kast ligt, dat je daar niet naast gaat liggen slapen.
Roy: Ik weet het niet.

Jonathan was die week in Januari 2007 bij de politie als vermist opgegeven door zijn werkgever, op verzoek van zijn moeder. Opvallend was dat Roy in de week dat Jonathan vermist was de moeder van Jonathan had gebeld en zo verklaarde de moeder later, hij in verleden tijd had gesproken. 'He was a good guy', had Roy gezegd in het gesprek.

De psychische rapportage van de verdachte had als eindconclusie dat Roy M. verminderd toerekeningsvatbaar is. Hij is in wezen niet agressief en zou problemen vermijden omdat hij door problemen psychisch uit elkaar zou vallen. Bepaalde spanning en stress kan hij niet handelen en zou wel eens kunnen ontploffen. De rechter vroeg daarover: Vertaald, dan kan u toch agressief worden. Herkend u dat? Roy antwoordde: Ja.

Verdachte Paul Mc C. was na een jaar teruggegaan naar Schotland. De politie had steeds gezegd, jij hebt het gedaan. Het was een klap dat hij werd veroordeeld. Achteraf had hij liever in Nederland gebleven dan had hij een groot gedeelte van zijn staf al uitgezeten. Paul: Maar nee, ik heb het gewoon niet gedaan. Ik wou wel verschijnen, maar het OM liet me weten me dan aan te zullen houden. Dat risico wilde ik niet nemen. Het is geen desinteresse naar de familie of de zaak. Ik sta er mee op en ik ga ermee naar bed. Het heeft mijn leven totaal veranderd.

Nu was het tijd voor het pleidooi van zijn raadsvrouwe Mr. Landerloo. Zij omschreef het onderzochte forensische bewijs punt voor punt tegen in een keurig betoog van bijna 40 pagina's. Zoals gezegd heeft Ruben Poppelaars van Forensic Consultancy geholpen bij het tot stand komen van het pleidooi dmv nauwkeurig onderzoek en het uitbrengen van advies aan de sympathieke raadsvrouwe. Hier volgen samengevat de punten uit het pleidooi waar het onderzoek van het forensische adviesbureau zich op toespitste. Mr. Landerloo had deze punt voor punt in volgorde weergeven:

- De maaginhoud:
Alcoholgebruik heeft een vertragende werking op de spijsvertering. Diverse deskundigen beamen dat. Hierdoor kan helemaal niet gezegd worden, zoals de rechtbank construeert, dat het overlijden van Kennedy vlak na 01:45 heeft plaatsgevonden. Het is allerminst een vaststaand feit. Het kan net zo goed diep in de nacht of vroeg in de ochtend geweest zijn.

- Bloedsporen:
Bij een steek in het hart komt het vaker voor dat dit inwendige bloedingen geeft en niet altijd massaal bloedverlies ten gevolge heeft. De aangetroffen sporen werden zichtbaar door luminol te sprayen. Luminol kan bloedverdunningen van 1 : 10.000 al zichtbaar maken. Indien men 1 druppel bloed uitwrijft, zal dus het hele tapijt oplichten bij onderzoek met luminol. De stelling van de rechtbank dat er in het appartement sprake moet zijn geweest van een bloedbad waarvan het opruimen gepaard moet zijn gegaan met veel tijd en lawaai, bestrijdt de verdediging.

- Sleepspoor:
De verdediging stelt, anders dan de rechtbank, dat niet bewezen kan worden dat er een sleepspoor loopt van de keuken tot de kamer (vindplaats lijk in kast) loopt, aangezien er geen DNA-profiel kon worden gemaakt van de bloedvlek waar het spoor naar toe zou leiden. Van een vorige bewoner, ene Macrae, zijn op 5 plaatsen bloedsporen aangetroffen. Hij woont daar al jaren niet meer. Kennelijk kun je dus jaren later nog bloedsporen aantreffen. Er kan dus niet vanuit woden gegaan dat het gevonden bloed van Kennedy is. De politie verbindt aan verschillende plaatsen waar bloed is aangetroffen de term 'sleepspoor'. Er is echter geen DNA-profiel van bekend. Hoe men er dus bij komt dat dit bloed van Kennedy zou zijn, is de verdediging een raadsel.

- Bloed op sok en schoen cliënt:
Gevonden bloed aan de binnenkant van de sok van cliënt Mc C. zegt helemaal niets over betrokkenheid bij de dood van Kennedy aangezien Mc C. op de 'plaats delict' woonde en het bloed daar op verschillende manier kan zijn gekomen met aan en uit trekken van sokken en schoenen. Dus zoals de rechtbank stelt dat het niet waarschijnlijk is dat bloed per ongeluk op de sok/schoenen is gekomen omdat cliënt heeft verklaard dat hij geen bloed heeft gezien, volgt de verdediging niet. Het kan heel goed zijn dat er wel bloed lag, maar dat cliënt dit niet heeft gezien en er doorheen is gewandeld. Het is raarder als je bloed zou zien liggen en er alsnog doorheen wandeld. Het is een niet aannemelijk scenario dat cliënt bloed op zijn sokken/schoenen krijgt en daar weken mee door blijft lopen zonder sokken te wassen en schoenen schoon te maken. Dat hij niet wist dat er bloed op zat is vele malen aannemelijker.

- Emmer en spons:
Het staat niet vast of dat er met een schuursponsje bloed is opgeruimd door Mc C. Het is de verdediging een groot raadsel hoe de rechtbank erbij komt dat dat onderzoek uitwijst dat er bloed van Kennedy is aangetroffen in de emmer. De stelling dat de emmer en spons zijn gebruikt bij het wegwerken van bloed van Kennedy is nergens op gebaseerd. Er is wel DNA van Mc C. aangetroffen op het sponsje, maar ook van een ander, en het zegt uiteraard helemaal niets over betrokkenheid bij de dood van Kennedy. Zijn bloed is immers juist niet aangetroffen in de emmer.

- Gebroken middenhandsbeentje:
De rechtbank verbindt de conclusie dat Mc C. de ware toedracht van het gebroken middenhandsbeentje verborgen wilde houden. Cliënt wilde de ware toedracht verborgen houden omdat hij niet wilde dat aan het licht zou komen dat hij Kennedy heeft geslagen. Uit onderzoek van de patholoog is echter vast komen te staan dat hematomen aan het hoofd op geen enkele wijze van invloed zijn geweest op de dood van Kennedy.

Verder ging Mr. Landerloo in op verschillende literatuur en jurisprudentie. De conclusie is dat er op basis van de bewijsmiddelen niet is vast te stellen wat zich precies in het appartement heeft afgespeeld. In het licht van de voornoemde jurisprudentie is het absoluut onvoldoende voor een bewezenverklaring van medeplegen van moord c.q. doodslag c.q. zware mishandeling met de dood tot gevolg. Het door haar cliënt geschetste scenario is gelet op verklaringen van deskundigen mogelijk en geenszins uit te sluiten. Mc C. dient volgens Mr. Landerloo dan ook te worden vrijgesproken van alle ten laste gelegde varianten levensdelicten.

Het laatste woord van verdachte Roy M.:
Ik wil sorry zeggen tegen mevrouw Kennedy. Ik weet niet wat er is gebeurd. Meer kan ik niet zeggen. Alleen dat het me erg spijt.

Rechtbank: We gaan er erg goed over nadenken. Uitspraak is op 22 April om 09:30.

Door Bondtehond