Tijdens de verhoren van Peter La Serpe door het advocaten-team viel op dat La Serpe zich nogal recalcitrant opstelt. Op ogenschijnlijk eenvoudige vragen verschuilt hij zich achter zijn verschoningsrecht. Daarover ontstond dan ook een flinke discussie. Vooral bij advocaat Mr. Nico Meijering klinkt de kroongetuige alsof het gezworen vijanden zijn. Nou is Meijering ook vaak wel op z'n scherpst als hij met La Serpe in discussie gaat en steekt nooit onder stoelen of banken La Serpe een enorme fantast te vinden. Dit voelt de kroongetuige ook wel aan natuurlijk, en schiet daardoor meestal in een rol waarbij hij ook alle mogelijkheden uit de kast te trekt die hem voorhanden zijn Meijering het zo moeilijk mogelijk te maken. Verschillende keren, en niet alleen bij Mr. Meijering, beriep La Serpe zich gistermiddag op zijn verschoningsrecht. Dit tot ongenoegen van niet alleen de advocaten, maar een enkele keer probeerden ook de rechters en zelf het OM La Serpe te bewegen toch maar antwoord te geven. Daarbij benadrukte de kroongetuige nog maar eens d.m.v beeldspraak dat hij het OM net zo goed nog als een groep hongerige haaien te zien die zouden kunnen bijten. Advocaat Mr. Sander Janssen van Jesse Remmers probeerde uit de kroongetuige te krijgen sinds waarneer en hoe hij nou wist dat zijn cliënt Gerrie 'de Budha' Bethlehem zou hebben geliquideerd.
Foto's: Arnold Pels (l) en Gerrie Bethlehem (r) Bron: Misdaadjournalist
Mr. Sander Janssen: Ik wil het nog over deeldossier Budha hebben.
La Serpe: Wat is Budha?
Janssen: Bethlehem. U heeft verklaringen afgelegd ivm Bethlehem.
La Serpe: Met betrekking tot liquidaties?
Janssen: Jesse werd het huis uitgezet van Bethlehem.
La Serpe: Toen ik in de trein stapte, zag ik De Metro of Spits. Daar stond in dat iemand in Loenen a/d Vecht was gevonden.
Janssen: De krant die u toen las, was die van die dag?
La Serpe: Ze lagen op het station.
Janssen: Dat is belangrijk, omdat we zo aan tijdsbepaling kunnen doen. Lag ie in de trein?
La Serpe: Dat weet ik niet meer, ergens op het station. Ik hoorde vooraf dat hij uit huis was gezet bij Bethlehem, dus toen hij het vertelde, dat had een persoonlijk tintje.
Janssen: Hoe kwam het gesprek op Bethlehem?
La Serpe: Daarover wil ik me verschonen.
Lauwaars: Het was een vraag.
Janssen: Het ging om een partijtje Hasj van 130 kilo en u zou wel eens veroordeeld kunnen worden.
La Serpe: Kan best, maar ik zeg er niks over.
Janssen: De naam Bethlehem werd genoemd.
La Serpe: Ik heb van Jesse nooit de naam Bethlehem gehoord. Ik heb van Jes gehoord dat dat dezelfde persoon was die hem ooit uit huis had gezet.
Verder weigerde La Serpe echter wat over de periode van deze zaak en de 130 kilo te zeggen. Kennelijk is de kroongetuige bang zichzelf te belasten. Volgens het OM vallen deze zaken echter niet onder het onderzoek naar de criminele organisatie (art 140).
Eerder had La Serpe ook geweigerd hier wat over te zeggen op de zitting. Mr. Janssen noemt het echter puur fictief dat La Serpe ooit zou worden veroordeeld voor hasj-handel. De raadsman probeerde dan ook met alle macht La Serpe te bewegen tot antwoorden.
Janssen: De criminele organisatie gaat over een periode waarin Bethlehem en Pels gepleegd zijn. Ik vind het van groot belang hier duidelijkheid in de krijgen.
OM: De verdediging wil nog niet begrijpen dat we voor de vervolging de personen Dino Soerel, Ali Akgün, Fred Ros, Sjaak Burger en Jesse Remmers op het oog hebben.
Janssen: Kunt u dan aangeven wat u aan bewijsmiddelen wilt inbrengen over de liquidatie op Bethlehem? Wat is de waarde van uw bewering, als u zegt we rekenen de criminele organisatie niet aan? Waar kan de verdediging op rekenen? Dat is voor de zaak Bethlehem belangrijk.
OM: Wij rekenen Bethlehem en Pels niet tot de criminele organisatie.
Lauwaars: Dat is de rechtbank ook niet geheel duidelijk.
OM: De organisatie had niet tot oogmerk het plegen van deze liquidaties. De verwarring is dat Jesse wel verdacht wordt van deze liquidaties. U moet het zo zien dat Jesse tot een organisatie behoorde, maar dat deze organisatie niet deze liquidaties heeft laten plegen.
Janssen: De rest van de organisatie zou dus niet voor Pels en Bethlehem verantwoordelijk zijn. In dat opzicht zou dus Jesse, La Serpe, en ik noem maar wat, Danny Kuiters, wel tot een andere organisatie behoren?
Mr. Nico Meijering stak zijn vinger op en kreeg het woord.
Lauwaars: Mijnheer Meijering, u steekt uw vinger op?
Meijering: Ik zit met een discussie die in een andere setting heeft plaatsgevonden. De betrouwbaarheid van mijnheer La Serpe speelt nog wel. De toetsing van Dhr. La Serpe is nog wel belangrijk. Ik zou van het OM wel een uitspraak willen ontlokken. Nou ja, wij gaan La Serpe niet vervolgen voor die 130 kilo.
Lauwaars: Ik begrijp nog steeds niet waarom dit nou zo vreselijk belangrijk is.
Meijering: We vinden het belangrijk mijnheer La Serpe te kunnen toetsen op betrouwbaarheid.
Lauwaars: Voor zover het de betrouwbaarheid van La Serpe betreft kun je natuurlijk niet tot het oneindige doorvragen.
Meijering: Oneindig is natuurlijk niet ter sprake. La Serpe duikt nogal eens weg achter het verschoningrecht. Hij heeft spannende verhalen over Navy Seals etc etc, maar als we dan concrete vragen hebben, antwoordt hij niet.
Janssen vervolgens: U spreekt over een loods waar Bethlehem vermoord zou zijn. Wat kunt u over die loods vertellen? Wat voor loods was het?
La Serpe: Weet ik niet.
Janssen: Hoe groot?
La Serpe: Zou het niet weten.
Janssen: Op een gegeven moment kwam Bethlehem ter sprake. Was dat voor de Spits of na de Spits?
La Serpe: Daar wil ik niet over praten.
Janssen: U leest in de krant over iemand die vermoord is. Er is een foto van een hoofd.
La Serpe: Niet zomaar een hoofd
Janssen: Waar kwamen die foto's vandaan?
La Serpe: Heb ik niet gevraagd. Ik vroeg of hij (Jesse) wel goed bij zijn hoofd was. Ze stonden op zo'n kaartje van een digitale camera.
Janssen: Dat impliceert dat het reeds onder Justitie was.
OM: U neemt aan dat het uit het water kwam dat lijk.
Janssen: Het had een opgeblazen hoofd?
La Serpe: Ja, een bolle kop.
Janssen: Hoe wist u dat die uit het water kwam?
La Serpe: Omdat het een opgeblazen kop was.
Rechter: Was het een lelijke foto?
La Serpe: Het was een lijk. Ik wou zeggen, het bewoog niet meer, maar het was een foto. (gelach op de tribune)
Even later probeerde Mr. Meijering weer een gesprek met de kroongetuige op gang te brengen, maar zoals al eerder gezegd, dat ging nogal moeizaam.
Meijering: Het gaat over de periode 1 Januari 2001 tot 1 Januari 2008 waarin u actief bent geweest. Ros, Remmers, Burgers, Soerel, u, op een of andere manier zou u zich bewegen op het terrein van moorden/liquidaties.
Rechter: Dat weet hij.
La Serpe: Ja, nu wel. Niet in die strakke kaders zoals u stelt.
Meijering: De periode is 7 a 8 jaar. Kunt u nu feiten of omstandigheden voor de geest halen dat deze organisatie kenmerkt?
La Serpe: Dat is zo'n algemene vraag. Daar antwoord ik op, ik hou me aan de afgelegde verklaringen.
Meijering: Wat waren de favoriete wapens?
La Serpe: Ik begin met Jesse, Uzi, Glock en verder alles wat voorhanden is.
Meijering: Kunt u iets vertellen over, hoe komen we eraan, hoe komen we eraf? Kunt u iets over La Serpe vertellen?
La Serpe: La Serpe niet.
Meijering: Jesse?
La Serpe: Wat wilt u weten?
Meijering: Dit was de gewoonte om aan een wapen te komen of om het weer kwijt te raken. Wat weet u daarover?
La Serpe: Uw vraag is zo breed.
Meijering: Bijvoorbeeld, dat het wapen gloedje-nieuw was, of dat het geplet moest worden?
La Serpe: Uw vraag kan ik niet beantwoorden. Uw vraag is betrokken op Jesse en mij, daar kan ik dus niets over zeggen. Ik zou mezelf belasten. Als u alleen over Jesse vraagt, wil ik met alle liefde antwoorden.
Het OM viel La Serpe bij: De overeenkomst komt overeen dat La Serpe vragen beantwoordt over individuele personen. Wat hij al verteld heeft is in de voorgenomen eis meegenomen. Hij heeft er al over verteld. Hij heeft verschoningsrecht wat betreft criminele organisatie. Als hij verklaard zou hij zich mogelijk belasten.
Rechter: Het is wel onwenselijk dat dit onbesproken blijft.
Meijering: U heeft zelf al verklaard over criminele organisatie.
OM: De overeenkomst is gesloten op basis van de kluisverklaringen. Als achteraf zou blijken dat La Serpe de leider zou zijn, heeft hij een probleem.
In dit geval kan hij echter wel antwoorden.
La Serpe: Ik ben het er niet mee eens. Als ik de garantie zou krijgen dat ik niet voor zaken in de toekomst die eventueel nog boven water zouden komen, veroordeeld kan worden, wil ik wel verklaren.
Rechter: De officier zegt dat u daar niet bang voor hoeft te zijn.
La Serpe: Stel dat er een andere officier, in een andere zaak, ineens komt met beschuldigingen en hij gebruikt hetgeen ik nu verklaar. Met alle respect, ik ben niet bereid mijn verschoningsrecht op te geven.
Rechter richting OM: Een vrijwaring, kunt u niet geven?
OM: Een vrijwaring voor eventuele toekomstige zaken kan ik natuurlijk niet geven.
La Serpe: In de loop van de tijd is mij gebleken dat ik op een eilandje zit. Als ik mijn voet in het water steek, door dingen te verklaren, kan de officier bijten. Daar neem ik nul risico in. Ik blijf bij alles wat ik verklaard heb... Alle pogingen ten spijt, La Serpe was dus niet bereid over zijn rol te praten.
Even later ging de vraag over geld:
Meijering: Geld. Hoe gingen jullie met geld om?
La Serpe: Wat bedoeld u?
Meijering: We zijn een boevenclub. Ga je dan anders met geld om?
La Serpe: In een boevenclub, wat je zeker niet gaat zeggen, is waar je je geld neerlegt... (gelach op de tribune)
Weer later:
Meijering: U bent gebrouilleerd geraakt met Jesse Remmers. Als u die periode duidt, wanneer had u geen contact met Jesse?
La Serpe: Als ik er een jaar naast zit...
Meijering: Mijnheer La Serpe, ik zal u helpen. Dat was nadat Jesse ontsnapt was. (Dec 2004)
La Serpe: Uh..vanaf 2002 kwam ik af en toe naar Wilnis en Amsterdam.
Meijering: Ik begreep dat u gebrouilleerd was??
La Serpe: Uuh ja...
Meijering: Wat was de reden?
La Serpe: Jesse heeft een opnamevermogen van teleurstelling waar ik gefrustreerd van werd. We begonnen met grote aspiraties, maar na 2 jaar kwam ik erachter dat het een comedy-capers verhaal was.
Meijering: Was er nog een specifieke reden waar de clash door ontstond?
La Serpe: Er waren vele momenten.
Meijering: Één specifieke reden?
La Serpe: Ik kan het mij niet herinneren.
Lauwaars: Een druppel die de emmer deed overlopen?
La Serpe: Is dat zo belangrijk dan?
Lauwaars richting Meijering: Heeft het een algemeen belang?
Meijering: Volmondig JA !
Aan het einde van de middag was Iedereen eigenlijk wel moe. De zitting werd gesloten. Mr. Nico Meijering deelde nog mede dat zijn cliënt Ali Akgün maandag niet komt vanwege de rouwperiode van 40 dagen, waar inmiddels al 20 dagen van om zijn.
Maandag dus verder. We zijn benieuwd wat de belangrijke mededeling is die gisteren werd aangekondigd door het advocaten-team.
Door Bondtehond
De laatste ontwikkeling is dat er morgen om 10:30 op de Parnassusweg een uitspraak volgt van de wrakings-kamer. Dit kon met name omdat Jesse Remmers afstand heeft getekend. Anders was het niet mogelijk geweest om morgen al uitspraak te doen in die rechtbank. Dit ivm de beschikbaarheid van de Bunker. De wrakings-rechtbank had meer tijd nodig om een afgewogen beslissing te nemen. Sjaak Burger en Ali Akgün zouden ook afstand doen volgens de raadslieden. Mr. Bénédicte Ficq nam vanmiddag waar voor haar kantoorgenoten Mr. Nico Meijering en Mr. Marnix van der Werf en behandelde het wrakingsverzoek. Dit bevreemdde het OM, omdat Ficq niet eens aanwezig was tijdens de zitting van gisteren. De raadsvrouwe is zelfs helemaal nog niet op een zitting geweest in dit proces. Het bevreemdde hen sowieso dat zelfs mijnheer van der Werf nu niet bij de behandeling van het wrakingsverzoek was. Ook kon het OM maar weinig begrip opbrengen voor het feit dat de verdachten zelf niet aanwezig waren. De huidige rechtbank berust niet in het wrakingsverzoek. Absoluut niet!, aldus Lauwaars. Deze had een verweer van vier A4-tjes, welke hij vervolgens voordroeg. De verdediging vind het echter van groot belang dat de onderliggende dossiers van 3 onopgeloste liquidaties, die van Arnold Pels, Gerrie Bethlehem en Cor van Hout, wel worden toegevoegd. Dit in tegenstelling tot de beslissing van de rechtbank die gisteren genomen werd en waarbij dit verzoek werd afgewezen. Men is nl van mening dat het niet van belang is in het art. 140 - dossier. Mr. Ficq betwistte dit. 'Als je beticht wordt van een periode waarin je lid was van een moordcommando, is het nogal van belang om aan te kunnen tonen of deze 3 jaar eerder of later begon', aldus Ficq. De onopgeloste liquidaties hebben in de eerste drie jaar van de periode 2001 tot 2008 plaatsgevonden. Peter la Serpe heeft ook over die zaken verklaard. De advocaten willen zijn verklaringen kunnen toetsten aan de hand van de 3 niet toegevoegde dossiers. Morgen weten we dus of het wrakingsverzoek al dan niet wordt gehonoreerd. Door Bondtehond |