dinsdag 17 juli 2012

'Hier mag La Serpe niet mee wegkomen'

Op de laatste procesdag van het liquidatieproces Passage voor het zomerreces zette Mr. Nico Meijering nog eens uiteen waarom het openbaar ministerie niet-ontvankelijk zou moeten worden verklaard. Maandag deed Meijering dat aan de hand van een vijfde en tevens afrondend pleidooi, in combinatie met een presentatie genaamd:'Plaats Delict Houtman'. Volgens de raadsman van Dino Soerel en Ali Akgün heeft kroongetuige Peter La Serpe ronduit gelogen over de gebeurtenissen op de avond van de moord op Kees Houtman. Niet Jesse Remmers zou Houtman hebben geliquideerd met de Glock, maar kroongetuige La Serpe zelf.


Maar voordat Mr. Meijering tot deze stelling komt, legt de raadsman uit dat de thema's Bethlehem en plaats delict Houtman (na nu PD-H) over de betrouwbaarheid van La Serpe gaat en daarmee raakt het aan het bewijs dat tegen zijn cliënten in stelling is gebracht. Tegelijkertijd zeggen deze thema's veel over de wijze waarop het OM in Passage staat. Want ook in de zaak Houtman zien we volgens Mr. Meijering, wat de verklaringen van La Serpe inzake PD-H betreft, het OM een weinig realistisch standpunt innemen: het standpunt dat er op neer komt dat wat La Serpe verklaard heeft overtuigend voor waar kan worden aangenomen.

Mr. Meijering: Net zoals in de zaak Bethlehem -maar uiteraard ook overigens in de zaken waarin hij cliënten belast heeft- een onhoudbaar standpunt.

Meijering heeft het reeds vaker gezegd: de zaak Houtman is vanwege de PD en de door de kroongetuige verklaarde betrokkenheid bij die liquidatie de enige zaak waarin La Serpe kan worden afgerekend aan de hand van harde objectieve feiten. Hij heeft het dan in de eerste plaats over sporen die zijn achtergelaten: met name hulzen en inschoten. Verder zijn daar nog objectieve getuigen die getuige zijn geweest van de liquidatie. Een enkele stond als het ware op de eerste rang. Deze getuigen hoeven niet ieder detail even scherp te hebben meegekregen, maar het zijn voor zeker, Meijering noemt het maar, onafhankelijke getuigen. Ze kunnen door het OM niet weggezet worden in het zogenoemde "kamp Remmers".

Mr. Nico Meijering: Wat ook te denken van het feit dat Maria en dochter Houtman belangwekkende verklaringen hebben afgelegd, terwijl die getuigen al helemaal niet in een dergelijk vermeend kamp thuis horen. Overigens kreeg ik van confrère Janssen mee dat hij al behoorlijk aandacht heeft besteed aan de PD-H. Ik zal daar zeker ook naar gaan verwijzen.

Het eerste dat ik hierna zal doen ik aangeven wat min of meer in confesso is. Vervolgens zal ik de verklaringen van La Serpe bespreken en die gaan afzetten tegen sporen en tegen verklaringen van andere getuigen. Niet in de laatste plaats zal uiteraard ook aan de orde komen de vele wisselingen in de verklaringen van La Serpe — vooral ook als hij geconfronteerd wordt met sporen die niet samengaan met zijn verklaringen.

Ik zal niet alle wisselingen in de verklaringen van La Serpe in deze kunnen bespreken. Dat zou veel te ver voeren. Zo kunnen we bijvoorbeeld zien dat La Serpe in zijn verklaringen wat betreft bijvoorbeeld de plaats waar hij met de Kalashnikov zou hebben geschoten steeds verder opschuift naar de plek waar uiteindelijk in oktober 2007 de hulzen in de tuin van de overbuurvrouw Scholten zijn aangetroffen. Dat opschuiven in zijn verklaringen spreekt uiteraard voor zich.

Verder kunnen we onmogelijk al zijn opschuiven en onsamenhangend verklaren bespreken als het gaat om het thema hulzen. Zeker de moeite waard om nog eens naar te kijken aangezien het fascineert hoe hij meent te kunnen wegkomen en hoe je als lezer bijna weer gaat denken dat hij daadwerkelijk in zijn eigen verhalen gelooft.

Uiteindelijk zal er ter beoordeling van uw rechtbank een drietal mogelijkheden overblijven:
1) La Serpe heeft naar waarheid gesproken en aldus met de Amstel-Kalashnikov geschoten;
2) La Serpe heeft gelogen en is in het geheel niet op de PD geweest t.t.v. de liquidatie van Houtman;
en
3) La Serpe heeft gelogen aangezien hij zelf Houtman met een pistool vermoord heeft en kennelijk een ander persoon de Kalashnikov gehanteerd heeft.

Mr. Meijering: lk wil wel aannemen dat La Serpe betrokken is geweest. Maar ook hier teken ik direct weer aan: aannemelijkheid staat bepaald niet gelijk aan zekerheid. Het grote probleem is nu juist namelijk dat -zoals we zullen zien- La Serpe er op de meest cruciale onderdelen van zijn verklaringen volstrekt naast de harde feiten heeft gezeten.

Om dit aan te tonen besprak Mr. Meijering hetgeen La Serpe over de Houtman-liquidatie en de PD-H heeft verklaard. Uit kluisverklaringen, de verklaringen daarna en verhoormomenten van La Serpe op zitting haalde de raadsman zinnen en zinsdelen naar voren en wees de rechtbank op allerlei onvolkomenheden die hij heeft gesignaleerd. Vele momenten waarvan de raadsman zegt dat ze absoluut niet overeenkomen met de feiten en de gevonden sporen liet de raadsman de revue passeren.

Meijering's assistent Juriaan de Vries liet intussen een PowerPoint Presentatie afspelen op de videoschermen in de rechtszaal van de Bunker. Dat de raadsman de verklaringen van La Serpe minutieus heeft uitgeplozen door de jaren heen was al wel duidelijk, echter in combinatie met beeldmateriaal laat Meijering in zijn pleidooi niets te raden over en weet hij de verklaringen tot op het bot te fileren en vermeende bewijzen als het ware één voor één te neutraliseren.

[Overigens, voor ik verderga met deze samenvatting van het pleidooi van Meijering wil ik even terugkomen op dit artikel over de gebruikte Kalashnikov van februari 2011. Om niet al teveel in herhaling te vallen, kun je zonder meer spreken van vele overeenkomsten met het pleidooi van Meijering gisteren. Door de loop der (Passage-)jaren heen heeft de verdediging natuurlijk reeds vele zittingen besteed aan het onderbouwen van stellingen die tegenspreken wat de kroongetuige beweert over de zaak Houtman. Vandaar een verwijzing naar dat artikel. - red.]

Enkele opmerkelijke verschillen in de verklaringen van La Serpe met de feitelijke gang van zaken en/of wat getuigen verklaarden, zal ik hieronder weergeven. Het is echter maar een fractie van hetgeen Meijering in zijn pleidooi aanstipt. In essentie wordt door het OM enkel en alleen een drietal feitelijkheden aangevoerd ter ondersteuning van het verhaal van La Serpe, aldus Meijering.

Eerste: Het verhaal van het kerkje.
(La Serpe reed naar eigen zeggen op een raam af waar mensen achter stonden. Later blijkt dat het geen huis maar een Kerkje is waar ie op af reed. Kon dus niet- red.) Janssen is hier bij pleidooi al op ingegaan. Meijering verwijst naar zijn pleidooi van 12 februari 2009 en het hetgeen Janssen daarover vorige week betoogd heeft.

Tweede: De Kalashnikov die uit De Amstel is gevist.
-Het OM leunt zwaar op dat gegeven om de betrouwbaarheid van La Serpe te onderstrepen. Het is zelfs gebruikt als ijkpunt voor de deal, om het groene licht te krijgen voor een deal, volgens Mr. De Haas naar eigen zeggen bij de rechter-commissaris, echter De Haas was vergeten dat de Kalashnikov op 20 maart 2007 werd opgedregd uit De Amstel en de deal al was gesloten op 20 februari 2007. Dat er een Kalashnikov op aanwijzen van La Serpe uit de Amstel wordt gevist zegt in het geheel niets doorslaggevends over daderkennis van La Serpe, aangezien La Serpe de tas óók kan hebben weggegooid zonder dat hij betrokkenheid heeft gehad.

Derde: La Serpe zou gezegd hebben dat Houtman 'kankerlijers of iets in die geest' zou hebben geroepen.
-La Serpe vraagt (24 mei 2007) aan een tactische rechercheur of Houtman niet toch terug heeft geschoten. Dat is natuurlijk op zich al een opmerkelijke vraag voor iemand die terplaatse was. Het illustreert volgens Meijering goed dat La Serpe het boek 'De oorlog in de Amsterdamse onderwereld' van Paul Vugts en Bart Middelburg heeft gelezen. (12 oktover 2006 in de winkel) Daar staat deze zin in: "Houtman zou vier of vijf keer hebben teruggeschoten, roepend: 'Deze zijn voor jullie, vuile kankerkoppen!'" In de verbatim uitgewerkte verhoren, was die vraag van La Serpe en een bevestigend antwoord overigens weggelaten.
Mr. Meijering: Nog geen drie weken later zou La Serpe een verklaring afleggen, dus La Serpe kennende is het niet al te moeilijk te bedenken dat hij dat boek voor zeker heeft gelezen.

*
Veel van hetgeen La Serpe verklaarde bleek gewoonweg onmogelijk. Of als je er goed over nadacht soms zelfs lachwekkend. Maar wat de politiemannen hem ook voorhouden, La Serpe blijft volharden in zijn beweringen. Soms kan het gewoon niet en dat drijft de politie soms zelfs tot wanhopig.

Enkele opmerkelijkheden uit zijn verklaringen (samengevat):

-La Serpe verklaart 6 a 7 maal met Jesse Remmers tevergeefs in vol ornaat achter een heg te hebben zitten wachten tot het slachtoffer Kees Houtman naar buiten zou komen. De verdediging vindt dat zeer onwaarschijnlijk.
Meijering: Stelt u eens voor dat ze daar 6 a 7 keer in vol ornaat zouden hebben gezeten. De kans om betrapt te worden, zou gigantisch zijn geweest. Wat zou er gebeurd zijn als een hond hen had opgemerkt? Met een Kalashnikov op je knieën onder je jas, op de hurken, 20 minuten tot een uur. Ziet u het voor u? Heeft u wel een geprobeerd op uw hurken te zitten langer dan enkele minuten?

-Op het moment dat er nog geen hulzen uit een Kalashnikov waren gevonden, hield La Serpe vol dat hij de hulzen had geraapt en aan Jesse had gegeven. Hoeveel hulzen Peter? Ik denk een stuk of 15. Hij roept het uit als de verbalisant opmerkt dat daar geen tijd voor was: "Ik heb ze absoluut overgegeven aan Jesse!" Verbalisant: Er is geen huls gevonden. La Serpe: Ja weet je wat het is, ga dan nog maar even zoeken...

-La Serpe vertelde dat Jesse Remmers de hulzen onderweg op de A10 uit het raam gooide. Later, als politiemensen met hem de route narijden blijkt precies op die plaats de boel afgegraven te zijn, dus de hulzen blijven onvindbaar. Zijn geheugen laat hem in de steek.

-Later wordt weer Serpiaans geantwoord op de vraag of ie dan mischien een hulzenzakje gebruikt heeft: 'Als er een hulzenzakje gebruikt is, kan dat wel door mij gebruikt zijn, dat kan maar zo. Ik had wel iets in mijn handen waardoor ik de auto niet kon starten.'
Mr. Meijering zei hierover reeds in februari 2009: Zie je 't voor je? In zijn ene hand hulzen en in de andere hand een Kalashnikov, en La Serpe kan de auto niet starten. Er werd wat schamperig gelachen op de tribune.

-Om het verhaal van La Serpe te onderbouwen fabriceerde de recherche zelf een hulzenzakje.(foto onder)
Mr. Meijering: Ik moet zeggen dat het wel héél erg ver ging daar waar de recherche nog zelfs een hulzenvanger geknutseld heeft om de Amstel-Kalashnikov (dia 27). Alles voor de waarheidsvinding, maar dit was wel heel erg veel meedenken met gesuggereerde onmogelijkheden.


-Later worden er toch 6 hulzen gevonden in de struiken van een tuin. La Serpe weet dat zijn gok om de hulzen mee te nemen niet klopte. Hij wist niet dat er later toch hulzen gevonden werden. Volgens Meijering verwijzen die 6 hulzen het La Serpe-verhaal naar het land der fabelen.

-De looproute waar La Serpe over verklaart, klopt niet met wat getuigen daarover verklaren. Verklaringen van overburen van de familie Houtman en de getuigenissen van Maria en Gillian Houtman spreken eigenlijk voor zich. Kroongetuige La Serpe zegt uit de tuin te zijn gekomen van de buren van Kees Houtman, maar Maria Houtman en dochter Gillian en ook twee overburen spreken over de schutters die vanaf de andere kant komen. Maria Houtman ziet de schutters zelfs voorbij haar raam lopen van rechts naar links. Peter La Serpe zegt van links te zijn gekomen.

Het gaat om een viertal getuigen die over de looproute verklaren:
  • de getuige Scholten die aan de linkeroverzijde (nr. 8) van de familie Houtman woonde; geen zicht heeft gehad op de schutters maar wel lichtflitsen heeft gezien aan de zijkant (steegzijde) van het huis en zelfs nog even zicht heeft gehad op Kees Houtman;
  • Maria en Gillian Houtman die vanuit de keuken zicht hadden op de schutters;
  • De getuige van Gelder die rechts aan de overkant woonde (nr. 6) en die heel goed zicht had op zowel de steeg als de Doblo.
Hier ziet u de tekeningen gemaakt door La Serpe (foto 7, 8, 9 + 10) en de tekening gemaakt door getuigen Maria Houtman, Gillian Houtman en Van Gelder, een van de overburen (foto 13, 14, 15 + 16).

Mr. Meijering stelt: Er is een voor de hand liggende reden om de verklaringen van Maria Houtman als geloofwaardig te kwalificeren: ze heeft hier namelijk wel overwegend consistent verklaard. Bovendien gelden hier mogelijke motieven om het OM ter wille te zijn - met belastende verklaringen tegen de verdachten die het OM op het oog heeft - in het geheel niet. Het gaat hier om droge feiten: waar liepen de schutters; waar kwamen zij vandaan en waar gingen zij naar toe.

Het is bijna waar wat ik zeg, want ondanks dat, is zij toch nog een beetje La Serpe gaan napraten zoals we nog zullen zien. Maar dus niet wat betreft de looproute waarover La Serpe verklaard had. Het aantal verklaringen waarin zij over de looproute van de schutters heeft verklaard heeft Janssen keurig op een rij gezet en resulteerde in de telkens uit die verklaringen terug te halen kern en wel dat de schutters: vanuit de woning gezien van rechts naar links, voor de woning langs zijn gelopen.
Ook in latere verhoren blijft mevrouw Houtman consequent stellen dat zij de schutters rennend heeft zien schieten en dat zij tussen de Doblo en de Mercedes en haar huis door zijn gerend, voor het keukenraam langs.

Hoe dan ook, het is de tegenovergestelde richting van wat La Serpe beweert.

-Over de Kalashnikov is dus al veel gezegd. De houten kolf dat een metalen inklapbare beugel bleek te zijn. Het automatische schieten volgens La Serpe dat onmogelijk bleek te zijn omdat de aangetroffen exemplaar alleen semi-automatisch kan worden afgeschoten; De hulzen die op een plek zijn gevonden waar ze onmogelijk terecht kunnen komen als La Serpe heeft geschoten van waar hij zegt te hebben geschoten; (foto 25 + 26) La Serpe zegt op de hoek te hebben gestaan. De hulzen zouden de kant op vliegen (5-7 meter) van de zwarte pijltjes. De Hulzen zijn gevonden in de tuin, vlak voor de knik in de heg vanaf de lantaarnpaal in de steeg. Ook wel "het laantje" genoemd door de familie Houtman. In wezen onmogelijk. Etc.

De verhorende verbalisanten hebben zelf ook zo hun twijfels bij de verklaring van de kroongetuige:

Verbalisant:
Maar als we al die zaken op een rijtje zetten, zijn er dus een aantal zaken die er op wijzen dat jij onvoldoende kennis draagt over de aangetroffen AK en lijkt het er op dat jij die helemaal niet gehanteerd hebt bij de liquidatie op Kees Houtman.

Alles op een rijtje gezet door Meijering zegt de raadsman daarover: Als je de verklaringen van La Serpe over de Kalashnikov op een rijtje zet, kun je maar tot één conclusie komen en dat is dat La Serpe een fantast is.

Meijering houdt het heel wel voor mogelijk dat La Serpe zijn eigen rol kleiner heeft willen maken en zelf de Glock-45 heeft gehanteerd om Kees Houtman te liquideren. Teneinde zijn deal te krijgen heeft de kroongetuige de moord in de schoenen van Jesse Remmers willen schuiven. Als hij niet zoveel fouten zou hebben gemaakt, simpelweg omdat hij in z'n geheel niet aanwezig was op de PD-H, in elk geval ten tijde van de liquidatie, zou hij daar wellicht nog in geslaagd zijn ook. 
Meijering: Hier mag La Serpe niet mee wegkomen.

Tussenconclusie:
Resumerend vroeg Mr. Nico Meijering:
Primair: het OM niet-ontvankelijk te verklaren.
Subsidiair: zijn cliënten vrij te spreken.

De niet-ontvankelijkheid is bepleit op grond van een reeks vormverzuimen. Deze zijn voor een groot deel reeds aan de orde gekomen in vorige verslagen op Bondtehond. Waar de verdediging zwaar aan tilde waren de Holleeder-weglatingen en het feit dat het OM toestond La Serpe 4 jaar lang te zwijgen over Willem Holleeder. Wat volgens de verdediging gewoonweg niet te geloven blijft, is de situatie dat anno 2012 een Openbaar Ministerie een van de vermeend meest grote moordenaars zomaar zou laten lopen, terwijl er volgens datzelfde OM een panklare zaak tegen hem zou liggen, en tegelijkertijd iemand voor dezelfde moorden wel werd vervolgd terwijl er aanzienelijk minder bewijs tegen ligt.

Helemaal te gek voor woorden vond de verdediging het feit dat men vanwege naar de media lekkende Haagse OM-ers en later van de Amsterdamse Hoofdofficier van justitie datgene moesten horen waarnaar zowel door de verdediging als de rechtbank naar was gevraagd: precies wat het dossier en de Haagse OM-ers eigenlijk al hadden laten weten: de zaak tegen Holleeder is niet rond. Met zoveel woorden heeft de hoofdofficier dit laten weten, evenals hij heeft laten weten dat het onderzoek (nog) loopt en het allemaal net iets te gecompliceerd qua bewijspositie is.

Meijering liet vervolgens een fragment zien uit deze aflevering van Nieuwsuur. Zie onder aan dit artikel. Het bedoelde fragment is van minuut 6:28 tot en met 7:30.

Mr. Meijering: Dit standpunt had het zaaks-OM uw rechtbank en ons niet mogen onthouden. Zeker niet nu daar uitdrukkelijk meermalen naar gevraagd was.

Dit standpunt betekent immers niet meer en niet minder dan dat het OM – vanwege het feit dat het Passagedossier in de zaken Houtman en Van der Bijl evident minder bewijs tegen cliënten bevat – evenzeer meent dat "de zaak" tegen clienten niet rond is.

Het is uit den boze om dit te verzwijgen – zeker gelet op alle besproken Passageomstandigheden. Kennelijk hebben ongekende krachten gespeeld om de zaken tegen cliënten tot het bittere eind door te zetten. Krachten die u en wij van het OM kennelijk niet mogen kennen.

Vormverzuim:
Het aan uw rechtbank en ons onthouden van dit standpunt van het OM dient mede bij te dragen tot de primair bepleite niet-ontvankelijkheid.

Het is bitter illustratief voor het feit dat de waarheid in het Passageproces voor wat het OM betreft verworden is tot een relatief begrip.

Dit pleidooi strekt niet alleen tot het vrijuit laten gaan van cliënten en het doen wegnemen van alle ten onrechte tegen hen geuite kapitale beschuldigingen.

Mijn betoog is evenzeer een pleidooi voor een zuiver strafproces.

Naar ik hoop zal zulks, zowel naar het OM als naar La Serpe, krachtig doorklinken in uw eindvonnis.

Raadsman


*
Tot slot wenste Meijering de rechtbank en alle andere aanwezigen een prettige vakantie en gaf aan dat hij graag wilde vertrekken vanwege andere verplichtingen, zo zei de raadsman. Rechtbankvoorzitter Mr. Frits Lauwaars liet Meijering echter niet gaan voor hij de raadsman complimenteerde.

Mr. Lauwaars: Meneer Meijering gaat u alstublieft nog even zitten. Ik vind het altijd een wat ceremonieel moment, moet ik zeggen. Niet alleen omdat het zomervakantie is, maar ook omdat we de laatste ronde van het debat hebben afgerond. Dan voel ik altijd als voorzitter behoefte om iets te zeggen. We hebben natuurlijk allemaal, en dan spreek ik namens de hele rechtbank, met enige huivering gekeken naar de dagen voor het requisitoir en ook naar het pleidooi, met name die dagen wisten we niet hoe we die door moesten komen, maar we hebben in alle opzichten op de punt van onze stoel gezeten hoe geboeid we waren, dat zeg ik uit naam van al mijn collega's.

Het heeft mij zelf verbaasd, ik loop al wat langer mee en ik dacht, nou ik hoop dat ik die dagen allemaal maar doorkom, maar het was in wezen allemaal heel erg boeiend en een debat op hoog niveau. Daarbij heeft het OM natuurlijk het nadeel dat het een voorschot moet geven op het debat en de verdediging heeft aan alle kanten de standpunten van het OM gefileerd en onderuit gehaald.

Het debat is nog niet klaar, dus dat moet allemaal nog verder afgerond worden, we zijn dan ook heel erg benieuwd of de kwaliteit van het debat zich voortzet naar de repliek, daar vertrouwen we uiteraard op en we geloven ook dat dat gebeurt, en dan krijgen we nog de dupliek, ik voelde toch voor u vertrekt behoefde daar iets over te zeggen.

We hebben uiterst geboeid geluisterd en dat geldt ook voor de andere advocaten, naast Mr. Janssen ook de andere advocaten die we tot nu toe allemaal gehoord hebben, we hebben uiterst geboeid naar de zeer hoge kwaliteit van het debat geluisterd, en we hopen dat dat voortgezet wordt in de tweede termijn. Dat was wat ik wilde zeggen. En dan wens ik u nog een buitegewoon prettige vakantie. Nou vakantie, dat weet ik niet, maar eh... hehehe.

Mr. Meijering: Dank u wel. U ook. En tot na de zomer.

*

Er volgen nog verslagen over eerdere zittingen. Ik loop iets achter.

Bondtehond

___________________________________________


zondag 15 juli 2012

'Met de dobbelsteen van de geschiedenis is het gemakkelijk werpen'

Dinsdag 10 juli was het de beurt aan de advocaten van Nan Paul de B. en Siegfried Saez in de Bunker te Osdorp en droegen de raadslieden,  respectievelijk Mrs. Van Gaalen en Silvis, hun pleidooi voor. Daarbij verwezen beide raadslieden enkele keren naar delen uit de de pleidooien van hun collega-strafpleiters Mrs. Janssen en Meijering, die niet-ontvankelijkheid van het OM bepleitten. Dit onder meer om de rechtbank dubbele betogen en dus tijd te besparen. Het ging in beide gevallen om zaken uit 1993. In de ochtend was eerst Mr. Menno van Gaalen aan het woord.


Pleisooi Mr. Menno van Gaalen inzake Nan Paul de B. (Eis: 8 jaar)
Nan Paul de B. is de neef van Jesse Remmers en zou betrokken zijn bij de liquidatie van Tonnie van Maurik, oftwel deeldossier 'Opa'. Van Nan Paul is er op de PD (plaats-delict) een sigarettenpeuk gevonden met zijn DNA, na pas veel later bleek. De liquidatie heeft nl in 1993 plaatsgevonden en in die tijd waren er nog geen forensische opsporingsmogelijkheden op het gebied van DNA.

Mr. Menno van Gaalen was alleen op komen dagen, zonder cliënt Nan Paul de B. De raadsman bestreed de vermeende bewijzen in de zaak tegen zijn cliënt, die naast Jesse Remmers, Moppie Rasnabe, Pinny Song en Freek S. verdacht wordt van betrokkenheid bij de moord op Tonny van Maurik. Sterker nog, het zou volgens het requisitoir van het OM onomstotelijk vaststaan dat De B. één van de twee schutters is geweest. Dit onder meer op basis van een gevonden foto waarop De B. staat met lang haar, en dat getuige de Wit iemand had gezien met zijn haar in een paardestaart.

Mr. Van Gaalen is niet zo overtuigd dat bij een Oslo-confrontatie in 1993 zijn cliënt zou hebben aangewezen als de man met de paardestaart. Er is onduidelijkheid over de lichaamslengte in vergelijking tot de lichaamslengte van Jesse Remmers en de man met de paardestaart zou net zo goed Moppie Rasnabe geweest kunnen zijn, die ook in beeld kwam als verdachte en in die tijd ook zijn haar in een paardestaart zou hebben gedragen.

De bewijzen zijn volgens Mr. Van Gaalen sowieso niet zo sterk als het OM stelt. De raadsman ging uitgebreid in op de sigarettenpeuk met DNA, de telecomgegevens en een briefje dat is gevonden in de woning van De B., een foto waarop De B. staat met lang haar en getuige De Wit die verklaarde over de avond van de liquidatie. De 2 compositietekening die zijn gemaakt op aanwijzingen van getuige De Wit lijken volgens het OM op de foto van Nan Paul de B. die later is gevonden bij een huiszoeking.

Over dat (ongedateerde) briefje dat gevonden is, kun je veel zeggen, echter niet met zekerheid dat Nan Paul de B. het heeft over een moord zoals het OM meent af te kunnen leiden als hij schrijft over een deal met justitie en een halve strafeis van 6 jaar. Nan Paul zou in gewetensnood verkeren volgens het OM, echter De B. is ook ooit betrokken geweest bij een overval op een geldloper en zou net zo goed door dat delict in gewetensnood kunnen zijn gekomen.

Mr. Van Gaalen: Het OM kan makkelijk praten dat twaalf jaar voor een overval op een geldloper "geen passende eis of straf zou zijn", maar daarmee baseert het zich op ambtshalve informatie die cliënt niet heeft, al was het maar omdat cliënt dat ambt niet bekleed. Wie weet dat een overval doorgaans bestraft wordt onder art. 312 Sr, pakt een wetboek en leest vervolgens dat de strafbedreiging 12 jaar is. De toegangkelijkheid van rechtspraak.nl is pas van de laatste jaren, net als allehande andere websites, zoals Crimesite, Bondtehond, de huiscourant van dit Passage-proces.

Nan Paul schrijft overigens "helft straf uitzitten 6 jaar", waaruit je niet kunt afleiden of hij bedoeld 6 jaar als de helft van 12 jaar, of dat hij bedoeld 6 jaar als volledige straf waarvan de helft 3 jaar zou zijn. Het OM neemt aan het eerste, echter volgens Van Gaalen heeft dat niets van doen met waarheidsvinding.

Kroongetuige Peter La Serpe heeft het wel over 'het neefje van Jesse' in relatie tot een liquidatie, maar er moet volgens Van Gaalen wel een aantal aannames worden gedaan om van dat neefje zijn cliënt De B. te maken. Veel concreter plaatst La Serpe Jesse Remmers en Freek S. in de rol van uitvoerders, echter voor Freek S. wordt vrijspraak geëist door het OM, terwijl er aanzienelijk meer bewijs lijkt te zijn tegen S. dan tegen De B. Zo zou de telefoon van Freek S. gebruikt zijn en die is uitgepeild in de buurt van de PD bij het Altea Hotel in Amsterdam. Uit de telecomdata is de betrokkenheid van De B. evenmin af te leiden, laat staan dat de telecomdata kunnen bijdragen aan de omstandigheid dat 'onomstotelijk' kan worden vastgesteld dat De B. één van de schutters is.

Getuige De Wit
Mr. Van Gaalen: Het bewijs tegen de B. leunt voornamelijk op de opgetekende waarnemingen van getuige De Wit, waarnemeningen op basis waarvan die de Wit eerder twee volstrekt onschuldige mannen aanwees als daders van een liquidatie. (Bij de Oslo-confrontatie wees getuige De Wit verkeerde personen aan - red.) Terwijl De Wit Remmers niet aanwijst, meent het OM dat De Wit De B. wel zou hebben aangewezen als het hem in 1993 was gevraagd, en alle tegennatuurlijkheid van die aanname wordt verlicht met de opmerking "het is niet onze en dus ook niet uw fout, dat De B. in 1993 nog geen verdachte was.

Met de dobbelsteen van de geschiedenis is het gemakkelijk werpen. Het is echter wel uw fout als twintig jaar na dato, op basis van een onduidelijk tekeningetje en een vage theorie, een onschuldig man wordt veroordeeld. Die onschuldige man is Nan Paul de B., en ik verzoek u hem vrij te spreken bij gebrek aan wettig en overtuigend bewijs.


Pleidooi Mr. P.J. Silvis inzake Siegfried Saez. (Eis: levenslang)
Siegfried Saez is de Antilliaan die een van de schutters zou zijn geweest bij de dubbele liquidatie van Henie Shamel en Anne de Witte in Antwerpen, oftwel deeldossier 'Cobra'. Volgens het OM genoemd naar Zwarte Cobra of Henk Rommy, de mogelijke opdrachtgever, althans als je het requisitoir van het OM zou volgen. Saez is al 66 jaar en tevens de oudste verdachte. Hij is in 2009 reeds veroordeeld tot 17 jaar voor de liquidatie van 'Ukkie de Pool' op een parkeerplaats bij een wegrestaurant aan de A4.

Omdat de rechtbank, in verband met dubbele, lange pleidooien, er geen probleem mee heeft dat de verdediging terzake niet-ontvankelijkheid verwezen wordt naar hetgeen hierover door Mr. Janssen is opgemerkt, sluit Mr. Silvis zich ook aan bij de niet-ontvankelijkheidsverweer van Mrs. Sander Janssen.

In de zaak van Siegfried Saez is gebruik gemaak van bewijs dat afkomstig is uit oude gerechtelijke vooronderzoeken. Mr. Silvis vraagt om bewijsuisluiting, onder meer vanwege aantoonbare grote onzorgvuldigheden bij het overdragen van het dossier. Genoemde onderzoeken zijn: ASA, De Schie en Parthenon. In onderzoek Parthenon gebruikte tapverslagen zijn in dat onderzoek onrechtmatig beoordeeld en zoals Mr. Kuijpers reeds eerder betoogde, dat de tapgesprekken die via een Belgisch onderzoek zouden zijn 'witgewassen', en in het kader van 'Fruits of the Poisoined Tree' dienen te worden uitgesloten van bewijs, daar sluit Mr. Silvis zich bij aan.

Ook de CIE-verbalen die zich in het Cobra-dossier bevinden dienen volgens Silvis te worden uitgesloten van bewijs, omdat de anonieme getuigen niet gehoord kunnen worden, daar de rechtbank ongetwijfeld het horen van deze getuigen af zal wijzen omdat het belang van strafvordering bij niet bekendmaking van de informant zwaarder zal wegen dan het belang van de verdediging, aldus Mr. Silvis.

Het oude materiaal uit België
Anders dan dat het om 'negers' gaat en dat ze groot waren is niet gebleken uit de stukken van de Belgische autoriteiten. Saez is een Antilliaan en is licht gekleurd, naar mening van Silvis valt Saez niet in de categorie 'neger', immers dan denkt de advocaat aan een behoorlijk donkere huid. Er wordt steevast over grote negers gesproken. Later is door het ASA-team nog een poging gedaan om met een fotomap waar Saez prominent in voorkwam te confronteren met getuigen, echter de daders treffen ze niet aan. Een getuige spreekt over: Twee zwarte mensen..... Ik kan enkel zeggen dat zij zeer groot waren. (Siegfried Saez is echter allebehalve groot, eerder zeer klein, zoals hij in de Bunker-rechtszaal verscheen) De term lange, zwarte neger lijkt eerder van toepassing op Henk Rommy en dat is toch eerder een persoon waar Henie Shamel mee zou hebben afgesproken.

Telecom
Uit de telecomgegevens denkt het OM bewijs te destilleren, echter volgens Mr. Silvis is in het geheel niet aan te tonen wie bewuste semafoon of telefoon in handen had op de avond van de moord in Antwerpen. Saez en Kenny Rampenburg (R.I.P) worden zo'n beetje neergezet als Siamese tweeling, maar de veronderstelling dat Saez en Rampenburg samen naar Antwerpen zouden zijn afgereisd, blijkt volgens Silvis uit de telecomgegevens niet.

Getuigen
De reeks getuigen die vervolgens de revue passeren in het pleidooi van Mr. Silvis zijn o.a. Lesley V. , Peter La Serpe, Ricnald B. Leonardo 'Coby' K., Renzo M., Huib N. en last but not least Harry W.

Kroongetuige Peter La Serpe levert geen bruikbaar bewijs op, volgens Mr. Silvis. Immers, La Serpe verklaart dat er van beide kanten op de slachtoffers in de auto is geschoten. Dit blijkt niet te kloppen. Er zijn 3 hulzen aangetroffen en 2 kogels veiliggesteld uit hetzelfde wapen. Het is dus onwaarschijnlijk dat er met twee wapens is geschoten. Er zijn twee kogelinslagen in de vooruit van de gele Mercedes van Henie Shamel aangetroffen en het glas van het zijportier was verbrijzeld, maar het staat niet vast dat dit door kogel in- of uit-slagen is gebeurd. Mogelijk is het hoofd van het slachtoffer de oorzaak van verbrijzeling. Het OM heeft ook aangegeven uit te gaan van 1 schutter. Verder heeft La Serpe aangegeven het dossier te hebben gelezen dat hij van Jesse Remmers ter beschikking had gekregen.

Ik zal getuige Harry W. er nog uit pikken tot aan de eindconclusie van Mr. Silvis:

Harry W.
Mr. Silvis: Naast wat er door de andere raadslieden reeds over deze met zijn geweten bezwaarde getuige is gezegd, heeft in de zaak van client te gelden dat er van het favoriete programma van deze getuige, Peter R de Vries, een gehele uitzending is gegaan over client. (los van de door Mr. Kuijpers onderzochte hoeveelheid uitzendingen de gehele passage zaak rakend) Client heeft vervolgens de moeite genomen om naar de zitting te komen opdat deze fantast kan zien over wie hij een leugenachtige verklaring aflegt, en den herkent de getuige.

Vreemd aan de verklaringen van Harry W. is voorts dat hij middels een veronderstelde moraliteit bij Rasnabe in een kort scenario weergeeft waarom hij zich zo goed herinnert dat de zaak Antwerpen besproken werd. ( ook al nam hij het niet serieus ) Hij zegt 'Rasnabe waarschuwt mij voor Rommy'. Die zou dan in de ogen van Moppie iets verwerpelijks doen, anders hoef je niet te waarschuwen, maar dan zou Rasnabe daama zeggen 'ik heb dat smerige klusje mede opgeknapt'. Naar de bescheiden mening van de verdediging klopt daar iets niet of je vind het fout en je bent er niet trots op, dus niet vertellen of je bent er trots op ziet er niks fout in en vertelt het maar dan zonder het waarschuwende element. Het lijkt dat het verhaal is ontsproten aan de fantasia van een man die juist nu zo bezig is met de hogere moraal.

Dit lijkt een denkfout die Harry W. vaker maakt hij is uit het wereldje gestapt wil er niks meer mee te maken hebben, maar de politie vraagt wel over zijn betrokkenheid bij een liquidatie en 4050 kg ? en daar weet hij van, ondanks zijn morale bezwaren. Er is zelfs een mythe om hem heen ontstaan die jaren na dato nog de uitlokkers van een moord in zijn richting brengt.

Wanneer hij uitgenodigd wordt om bij de politie te komen praten over een liquidatie, geeft hij op vragen van de verdediging aan dat er om hem een mythe is ontstaan. Kennelijk raakt dat de betrouwbaarheid van hem niet, en is daar voor Harry W. de kous mee af. En dan heeft Harry W. niet eens de pech gehad dat info over de aan hem gelinkte liquidatie in zijn favoriete programma breed wordt uitgemeten met een uitzending vol fabels en roddels over zaken waarvoor zelfs vrijspraken zijn gevolgd. Dat Justitie deze man een podium gunt in een zaak die al jaren in alle media breed wordt uitgemeten, en die geholpen zou zijn met waarheidsvinding is te betreuren.

Maar ook hier heeft te gelden; In geen van deze getuigenverklaringen worden relevante details genoemd die alleen van de dader afkomstig zouden kunnen zijn.

Bijvoorbeeld "er is drie keer geschoten met een pistool van het Merk FEG waarvan de originele loop is vervangen". Overigens is dit onderzoeksgegeven al op 14 juli 1993 bekend maar zie ik dit nergens terug in de ondervraging van getuigen. Bijvoorbeeld aan M. had Kenny Rampenburg een vuurwapen waar de loop van vervangen was. Of is dit wel gevraagd en was het antwoord negatief. Het Gerechtelijk Laboratorium heeft niet voor niets een foto van zo'n wapen bij het rapport gevoegd.

Eigenlijk is er sinds de twee eerdere sepot/kennisgevingen niet verdere vervolging niets relevants bijgekomen. La Serpe zijn verklaring sluit niet aan bij hetgeen er feitelijk gebeurd is en buitendien weet hij niet meer van wie hij zijn wetenschap heeft dossier of Remmers. Resteert Harry W. maar ook dit is een van horen zeggen verklaring die geen enkele inhoudelijke meerwaarde kent.

Afsluitend ken gezegd worden dat dit dossier slechts bestaat uit van horen zeggen verklaringen die opgeleukt zijn met in dezelfde teneur gepresenteerd, geïnterpreteerd, besmet telecom materiaal.

Van of de jaren zeventig is de naam van client door justitie, de media, maar ook in het milieu aan diverse ernstige misdrijven gekoppeld. In veel gevallen ten onrechte, maar soms kwam het client niet slecht uit dat hij hierdoor een bepaalde reputatie verkreeg. In sommige gevallen werd in het bijzijn van client voor een incasso gedreigd met Siegfried Saez, wanneer hij zich dan bekend maakte en aangaf van niets te weten, kon er tenminste nog gelachen worden. Die tijd van lachen is met de verdenking, het voorarrest en de eis in deze zaak wel voorbij.

(Ander bekend en gelijksoortig verhaaltje: Siegfried Saez liep eens met luchten in een Huis van Bewaring voorbij een groepje gedetineerden, waarvan één stond op te scheppen dat ie Siegfried Saez zo goed kende en dat Saez 'levensgevaarlijk' zou zijn. Siegfried ging bij het groepje staan en de gedetineerde vertelde verder, terwijl Siegfried Saez dus voor hem stond... Met andere woorden: Zo zie je hoe er gemakkelijk een soort mythe rondom Siegfried Saez onstaat als zou hij een levensgevaarlijk figuur zijn en dat gaat al gauw z'n eigen leven leiden. - red.)

Mr. Silvis: Het door Mr. Jan Hein Kuijpers aangehaalde vonnis van de rechtbank Rotterdam in de zaak van Mink Kok BB0065 geeft m.i. goed weer dat indien er zoals in casu niet in het begin van een zaak emstige aanwijzingen zijn, en er nimmer enige ooggetuige is, men de later ontstane roddels soms naar aanleiding van door justitie of de media ( Peter R de Vries voor de getuige Harry W.) niet moet verheffen tot waarheden die kunnen dienen tot bewijs.

Conclusie: VRIJSPRAAK

Tot slot vroeg de Mr. Silvis onmiddelijke invrijheidstelling voor zijn cliënt Siegfried Saez, wat betreft onderzoek Cobra. Dit onder meer omdat Saez terug wil vallen in het arrest van zijn andere zaak waarvoor hij is veroordeeld. De rechtbank ging daartoe in beraad en wees dit verzoek af. Toelichten deed de rechtbank deze beslissing niet, omdat 'het nog onderwerp is van debat'.

*
Ik loop door omstandigheden één verslag achter, met name het pleidooi van Mrs. Janssen en Malewicz inzake cliënt Jesse Remmers van donderdag 12 juli. Daar zal ik later nog op terugkomen.

Maandag 16 juli zal Mr. Nico Meijering zijn pleidooi afsluiten en daarmee is tevens het liquidatieproces Passage aangeland op de laatste dag voor het zomerreces.

Bondtehond

woensdag 11 juli 2012

'Betrouwbaarheid La Serpe nader uitgediept'

Over de betrouwbaarheid van kroongetuige Peter La Serpe zullen de advocaten van de verdachten zolang het liquidatieproces Passage zal voortduren nooit uitgesproken raken. Dat stelt Mr. Nico Meijering, de raadsman van zowel Ali Akgün als Dino Soerel. Maar de suggestie gedaan door het openbaar ministerie, dat zijn cliënten boos zouden zijn op La Serpe, wil Mr. Meijering op de vierde dag van zijn pleidooi meteen bij de kop nemen. Het is voor zijn cliënten natuurlijk niet niets om ten onrechte beschuldigd te worden van de meest afschuwelijke dingen, maar de verontwaardiging richting La Serpe heeft in de loop van het proces plaatsgemaakt voor veront- waardiging in de richting van het OM.

             Fotobron: I shoot people - Ferry de Kok

Wat volgt is de samenvatting van de verdere inleiding van deel 4 van het pleidooi van Mr. Nico Meijering waarin de raadsman zeer uitgebreid ingaat op vooral de (on)betrouwbaarheid van de Passage-kroongetuige Peter La Serpe. Helaas is het niet mogelijk integraal te publiceren wat is betoogd, echter in de inleidende paragraaf laat Meijering de rechtbank reeds zien wat La Serpe aan uitspraken heeft gedaan die er volgens Meijering zodanig illustratief zijn voor La Serpe dat ze verder geen nadere toelichting behoeven. (zie onder)

De advocaat van La Serpe, Mr. Jan Peter van Schaik, zette donderdag jl. in zijn pleidooi, zie 'Half werk zou niet goed genoeg zijn',  nog uiteen wat nu ook weer de motieven van La Serpe waren om kroongetuige te worden en La Serpe zelf gaf een overzicht van de zaken waarover hij zijn licht zou hebben laten schijnen in de duisternis die vele jaren vooral heerste in de beslotenheid van de Amsterdamse onderwereld, met name als het gaat om de gepleegde liquidaties.

Op die motieven is echter veel af te dingen, volgens Mr. Meijering. En over de betrouwbaarheid van La Serpe's verklaringen is het laatste woord dus nog lang niet gesproken.

Maandag zat Dino Soerel als enige aanwezige verdachte naast zijn raadsman die weer een hele dag nodig zou hebben. En daarmee was de raadsman nog niet aan het einde van zijn pleitnota toe, die grofweg zo'n 360 pagina's besloeg op de 4e dag van zijn gigantische pleidooi.

Mr. Nico Meijering vervolgens: Immers, La Serpe is een man met een zeker psychologisch profiel. Een man die je het vanuit zijn positie – en met dus een dergelijk profiel – in zekere zin niet of nauwelijks kwalijk kunt nemen dat hij gedaan heeft wat hij gedaan heeft.

Een man bij wie de gewetensfunctie niet of nauwelijks functioneert (geen moment spijt/berouw getoond); alles externaliseert ("verkeerde vrienden!") en voor wie de wereld om slechts een iemand draait.

Een man die zijn hele leven nog niet of nauwelijks een gulden of een euro eerlijk heeft verdiend en wiens leven in het teken stond van zware misdrijven plegen en op de zakken van anderen leven.

Een man die van verre zag aankomen dat hij – na de arrestatie van Ros – mogelijk de sigaar zou zijn en vervolgens de spreekwoordelijke eieren voor zijn geld heeft gekozen. Of geld voor zijn windeieren gekozen heeft.

En een man die vervolgens in de omgang met recherche, OM, het GBTeam en het GB-OM weer op dezelfde voet verder is gegaan als zijn voorgaande leven: onder druk zetten; liegen manipuleren, bedriegen en bedreigen.

Mr. Meijering: Dat is La Serpe, en zo is La Serpe ook altijd geweest. La Serpe pakt, hij pakt de ruimte die hij krijgt, hij pakt wat hij pakken kan. En in je leven kun je onder een tram komen of je kunt getroffen worden door een akelige ziekte en zo kan het ook gebeuren dat La Serpe ineens je pad kruist. Op de keeper beschouwd gewoon domme pech.

Veel erger is het dan ook dat het OM met deze man is blijven doorgaan. Ik heb daar op mijn eerste pleitdag al het een en ander over gezegd, evenals ik gezegd heb er wel degelijk iets bij te kunnen voorstellen dat op het eerste gezicht men kan hebben gedacht met een serieuze getuige van doen te hebben. Maar dat eerste gezicht zou toch al snel plaats hebben moeten maken voor een meer realistisch zicht op deze getuige en dan vooral zijn belastende verklaringen.

Een meer realistische kijk op de verklaringen van La Serpe zou op alle mogelijke manieren moeten zijn voortgevloeid zowel uit de verklaringen van La Serpe, als A zijn proceshouding die door de jaren heen een stormachtige ontwikkeling heeft doorgemaakt.

Vooral uit zijn verklaringen hebben we — en dus het OM ook en misschien wel des te meer — onnoemelijk veel kunnen opmaken.

Mr. Meijering: Zo hebben we de vele wisselingen in zijn verklaringen kunnen zien. Wisselingen in al zijn varianten. We hebben kunnen zien dat hij in staat is om te verklaren dat Akgün in Motel Akersloot uitgebreid aan La Serpe verteld zou hebben dat de grote neger vermoord moest worden en waarom. Later blijkt dat in het geheel niet waar te zijn geweest. Maar we hebben ook gezien — en zullen hierna nog zien — dat hij ook bepaalde mensen beschuldigt van betrokkenheid, maar daarna weer verklaart dat dat niet zo is. We hebben gezien clat hij zich bepaalde beschuldigingen ook totaal niet meer kan herinneren en we zagen dat hij zijn beschuldigingen — die hij later weer intrekt — ook heel beeldend kan brengen alsof hij de toehoorder nog eens mee terugneemt in zijn herinneringen. Niet in de laatste plaats waren daar natuurlijk zijn conclusies, logica's en overtuigingen die gebleken door hem zijn omgezet in "feiten" alsof hij die uit eigen waarneming heeft opgedaan.

Maar daar waren natuurlijk ook nog de wisselingen naar aanleiding van harde feiten waarmee La Serpe werd geconfronteerd. Ik zal het daar met name bij bespreking van de zaak Houtman wat betreft de plaats delict over hebben. Wisselend verklaren na vernomen te hebben dat er kogelgaten in de combo zaten tot en met verklaringen over rapen van hulzen. Maar niet alleen over de plaats delict inzake Houtman. Natuurlijk over tal van andere zaken varierend van de .38-special in de zaak Tanta tot en met Birbye in de zaak Imaç

Als we inhoudelijk kijken naar de vijf liquidatiezaken die clienten worden verweten, dan is het waarlijk niet te geloven hoe extreem wisselend hij heeft verklaard.

Ik ergerde mij wel aan het feit dat het OM onze verweren en standpunten ten aanzien van de betrouwbaarheid hebben vertaald tot een standpunt dat La Serpe "een grote leugen" zou hebben verklaard. Die ergernis kwam dan voort uit het feit dat wij dat nooit gesteld hebben — zeker niet daar waar wij altijd betoogd hebben dat La Serpe een man is die zoveel mogelijk probeert aan te haken bij dingen die daadwerkelijk gebeurd zijn. Ik noem maar een dwarsstraat: het cafe-tegenover-het-station-in-Alkmaar-verhaal. Een verhaal waarvan inmiddels mogelijk kan worden vastgesteld dat er inderdaad een ontmoeting in Alkmaar heeft plaatsgevonden met Jesse Remmers, Akgün en Miquel, maar waarvan vooral kan worden vastgesteld dat La Serpe daar niet bij aanwezig is geweest. Wat La Serpe zoveel mogelijk doet is aanhaken bij gebeurtenissen en daar "een heel verhaal van makend zonder horten en stoten" en daarbij zijn verhalen ook nog eens op basis van "logica" doende:

(voorbeeld)
La Serpe:
Dat is prima. Voor mij is het makkelijk.... of makkelijk... Als ik alleen vertel wat ik zeker weet.... Wat ik terug zie.... laat ik het zo zeggen.... Dan wordt de verklaring een hortende stotende verklaring Dat kan niet anders.

Zo gebeurt dat met de meeste dingen denk ik. Met de meeste verklaringen,
Op de een of andere manier ben je geneigd .... Dat weet ik van mijzelf.... Om er een heel verhaal van te maken. Dus als er vragen gesteld worden.... Sommige dingen doe je op logica.

Mr. Meijering: Maar ik moet toch eerlijk gezegd wel erkennen dat al hetgeen La Serpe over clienten heeft gezegd toch heel erg dicht in de buurt komt van "een grote leugen". Niet wat betreft zijn eigen activiteiten om mensen te vermoorden, maar wel als het gaat om clienten. Ik moet het OM toch nageven dat men de verweren en standpunten van de verdediging toch niet zo heel gek heeft samengevat. Want als je alles bij elkaar optelt, komen we behoorlijk in de richting van een grote leugen.

Want weer teruggaande naar de vijf liquidatiezaken, dan kom je toch na analyse tot onthutsende conclusies.

In de zaken Bosnie en Adjoeba meen ik toch – aan de hand van zijn eigen verklaringen - meer dan aannemelijk te hebben gemaakt dat La Serpe client Akgon in het geheel niet ontmoet heeft. Daarmee komen – gelet op wat La Serpe aan die ontmoetingen heeft opgehangen – zijn beschuldigingen in die zaken geheel te vervallen.

En wat de zaken Önder, Houtman en Van der BijI betreft hielden we alleen het Oude Baja/Diemen-verhaal en het Kerst-Ping-verhaal over, maar daar heeft La Serpe – zeker gelet op wat er dadelijk nog over te zeggen is – zwaar wisselend over verklaard.

En dan kom je – wat clienten betreft – dan inderdaad verdacht dicht bij de kwalificatie "een grote leugen".

Maar niet alleen wat betreft clienten. Zie de immers nog na te bespreken voorbeelden uit andere zaken en natuurlijk de plaats delict in de zaak Houtman en de zaak Bethlehem.

Het is daadwerkelijk allemaal te veel om op te noemen.
Ik heb de ambitie gehad in pleidooi wel degelijke alles te gaan benoemen, maar die ambitie heb ik toch moeten laten varen. Dat zou nog een aantal dagen pleiten vergen.

Neem nou ook zijn proceshouding.

Als hij bijvoorbeeld geconfronteerd werd met twee tegenover elkaar staande, maar ook elkaar uitsluitende "waarheden" die uit zijn mond waren opgetekend.

Het gemak waarmee hij dat meende te kunnen wegpoetsen met opmerkingen als "ik heb altijd naar waarheid verklaard — ook toen" of "het geheugen werkt zoals het werkt" of "het geheugen is geen exacte wetenschap" of Ik weet niet wat mijn overwegingen (of "berekeningen") toen waren" of "heb ik dat zo stellig gezegd?" of "Ik kan mij niet voorstellen dat ik dat zo gezegd heb". En uiteraard waren daar zijn "zekerheidjes" en "stelligheidjes" waarmee hij zijn onwaarheden trachtte weg te masseren. Het heeft ook geleid tot typisch Serpiaanse uitspraken die zo op een tegeltje zouden kunnen.

'Ik kan mij niet herinneren dat ik dat zo heb verklaard, maar ik heb toen en nu wel naar waarheid verklaard. Als sprake is van een discrepantie dan is dit in de loop der jaren gebeurd. Ik heb beide keren naar waarheid verklaard'.

De vindplaatsen in het dossier dat de afgelopen vijf jaar is opgebouwd van dergelijke uitspraken zijn niet te tellen en voeren te ver om allemaal in dit pleidooi mee te nemen.

En dat geldt ook al voor de vindplaatsen van uitspraken van La Serpe waaruit blijkt dat zo'n beetje iedereen liegt behalve La Serpe zelf.

Uiteraard hebben de verdachten gelogen.

Maar daarnaast natuurlijk de getuigen F1, F3, Schoofs, De W. en NN-Hollowpoint.

En Peter R. de Vries, Officier De Haas, de TGB-officieren en het TGB-team

La Serpe is natuurlijk door de jaren heen ook steeds gemakkelijker gaan verklaren, zijn onwaarheden gemakkelijker gaan wegwuiven en anderen gaan beschuldigen van leugens etc. Hij pakte de ruimte die hij van het OM kreeg. Ook als hij zich volstrekt ten onrechte beriep op verschoningsrecht.

Misschien heeft het ook te maken gehad met het ontbreken van een daadwerkelijke "natuurlijke vijand". Een gorilla heeft evenmin een natuurlijke vijand (behalve de mens) en kan in beginsel zijn leven lang achterover tegen een boom leunen en bananen eten.

Ik denk dat La Serpe zich ook steeds meer zo is gaan voelen. Zijn "natuurlijke" vijand zou immers het OM moeten zijn. Het OM dat hem als eerste direct zou moeten corrigeren zodra hij de waarheid geweld aan deed of dreigde aan te doen. Zowel wat betreft zijn verplichtingen voortvIoeiende uit Strafvordering als uit de overeenkomst. Of hem als eerste zou hebben moeten wijzen op het ontbreken van verschoningsrecht. We weten dat het nooit gebeurde. La Serpe kon doen en laten wat hij wilde, inclusief het OM zelf beschuldigen. Veel meer dan een ontkenning van laatstgenoemde beschuldigingen hebben we van het OM eigenlijk niet gezien.

En sterker nog: in plaats van dat La Serpe natuurlijke tegenstand kreeg, kreeg hij kennelijk juist coaching. We hebben immers gezien dat La Serpe heeft laten weten dat hij het eerste jaar bezoek kreeg van Henk, Karel en Van Brenk en zij dan de getuigenverklaringen bij de RC doorspraken, hoe het ging, wat te verwachten en "hoe te reageren op aanvallen van de verdediging". Zulks gebeurde ook nog in de Bunker voor en na RCverhoren wat er komen ging, wat er langs was gekomen, wat te verwachten, "hoe te antwoorden als ik het moeilijk kreeg of wat wel te benoemen en wat niet".

Zo'n getuige gaat dan natuurlijk steeds lekkerder in zijn vel zitten en ziet dat zijn "natuurlijke tegenstander" het wat betreft enige tegenstand volledig laat afweten. Hij kon ongehinderd doorgaan op de wijze waarop hij meende te kunnen verklaren in dit proces. En niet alleen dat. Hij kon steeds hardere verbale klappen uitdelen als het hem maar even niet beviel wat er gebeurde. En uiteraard maakte hij meer en meer gebruik van "verschoningsrecht" zodra hem dat ook maar even te pas kwam.

Geen natuurlijke tegenstander. Een "tegenstander" die hem zelfs zonder rechtelijke uitspraak uiteindelijk voortijdig laat lopen. En mogelijk zit hij nu inderdaad ook tegen een boom achterover geleund bananen te peuzelen....


In de navolgende paragrafen van zijn pleidooi zou Meijering de rest van deze zittingsdag als gezegd de betrouwbaarheid en de bruikbaarheid van de verklaringen van La Serpe nader uitdiepen. De raadsman deed dat met name aan de hand van La Serpe's eigen verklaringen, maar ook aan de hand van harde neutrale feiten en verklaringen van getuigen. Maar ook zou door Meijering nog kort de status van de getuige La Serpe in herinnering geroepen worden. Verder stond Meijering nog stil bij het requisitoir wat betreft de (on)betrouwbaarheid van La Serpe.

Mr. Nico Meijering: Ik wil deze inleiding echter wel afsluiten met enkele uitspraken van La Serpe die zodanig illustratief zijn voor La Serpe dat ze vender geen nadere toelichting behoeven. Het was een niet gemakkelijk te maken keuze uit de grote veelheid van tekenende uitspraken. Ik heb toch een keuze moeten maken en heb gekozen voor een reeks uitspraken die hij kort achter elkaar — eigenlijk in een adem - gedaan heeft en waaruit heel veel te halen is m.b.t. de persoon van La Serpe en de door hem afgelegde verklaringen. lk verwijs voor die reeks naar de zitting van uw rechtbank van 2 februari jl. Ik verzoek u daarbij telkens zelf te bedenken wat zijn uitspraken te betekenen hebben voor • de waarde van zijn van verklaringen; • de wijze waarop hij zijn verklaringen rubriceert; • de verschillende categorieën verklaringen die hij zelf meent te kunnen onderscheiden • wat het betekent voor de persoon La Serpe (hoe hij, zoals hij het zelf noemt: "in elkaar zit"); • de wijze waarop hij antwoordt als getuige meent te kunnen geven; • etc..,

De raadsman van Akgün/Soerel gaf vervolgens een reeks voorbeelden van uitspraken van La Serpe:

Mr. Meijering:
La Serpe: U vraagt mij wie Mieremet dood wilde hebben.

Dat heb ik op dit moment niet paraat. Mijn hele systeem zegt dat ik daar geen antwoord op geef.

U vraagt mij wat ik na het stopzetten van de opnameapparatuur na afloop van kluisverklaring 15 nu heb gezegd wat Holleeder had gezegd op het Gelderlandplein.

Ik blijf bij mijn verklaring.

U zegt mij dat ik daar twee verschillende versies van heb gegeven. U houdt mij voor dat ik eerst heb verklaard: als deze goed gaat heb ik nog een ander voor jullie.

lk heb daar al iets over gezegd op zitting. Ik blijf bij de tweede versie. Ik heb gezegd dot ik me de eerste verklarinq niet kan herinneren. De tweede verklarinq herinner ik mij wel. Die was: Osdorp eerst.

U vraagt mij of ik mij kan herinneren of er ooit tegen mij iets is gezegd in de trant van: "als deze goed gaat krijgen jullie er nog een".

Ik heb al gezegd dat ik mij dat niet kan herinneren.

U houdt mij voor dat in de letterlijke uitwerking van het gesprek van 22 november 2006, p. 5 onderaan, staat dat ik heb bevestigd dat Holleeder had gezegd: "als jullie met deze klaar zijn, heb ik er nog een voor je".

Zoals ik al zei, daar verklaar ik niet over. Ik wil er wel iets over zeggen. Op 22 november 2006 was ik geen verklaring aan het afleggen. Ik herinner mij waar het was. Er stond opnameapparatuur op de schoorsteenmantel. Het zijn gewoon gesprekken die worden gevoerd. En dat wordt allemaal uitgewerkt en hier als verklaringen gepresenteerd, maar het waren geen verklaringen. Wat ik hier voor de rechtbank zeg, is een verklaring, maar dat waren gesprekken. Het is niet zo dat ik afdoe aan wat ik daar heb gezegd, maar de vorm was anders.

Op vragen van de rechtbank verklaart getuige La Serpe, zakelijk weergegeven:

U vraagt mij hoe u die laatste opmerking moet duiden, en wat dat betekent voor het waarheidsgehalte van hetgeen ik op 22 november 2006 heb gezegd.

lk wil niet inhoudelijk over Holleeder praten. Ik kan alleen zeggen dat het een gesprek was, en geen verklaring.

U vraagt mij nogmaals wat dat zegt over het waarheidsgehalte van mijn gesprek met mr. De Haas op 22 november 2006.

lk probeer aan to geven dat de waardering wat anders moet liggen dan bij een formele verklaring. Hoe dan, vraagt u? Ik kan alleen zeggen hoe ik in elkaar zit. In een formele verhoorsetting denk ik na over mijn antwoorden. In een minder formele setting ben ik wat losser in mijn bewoordingen. Op dit moment wordt mijn ontspannen gesprek van toen als een hele formele verklaring neergelegd. Het was ouwe-jongens-krentebrood.

U vaagt mij waar dat ouwe-jongens-krentebroodgehalte iets over zegt, en of dat dan mogelijk over stelligheid, of over waarheidsgehalte gaat.

Het zegt iets over de volledigheid. Als ik iemand iets duidelijk wil maken dan vertel ik het verhaal van A naar B, in een rechte lijn, maar in een ontspannen setting kan het voorkomen dat ik iets zeg waarmee ik aanduid wat het is, maar waarmee ik het verhaal niet vertel. Mr. Meijering houdt mij dingen voor uit dot gesprek, en dan hoot ik gewoon dot ik niet formeel aan het verklaren ben. Het is meer dat ik of en toe een soort hint geef, waardoor mensen begrijpen wat ik bedoel, maar waarmee ik niet het hele verhaal vertel.

U vraagt mij wat ik ten opzichte van dit gesprek nog meer over Mieremet zou hebben gezegd, als het om een formele verklaring zou zijn gegaan.

Dan had ik alles verteld hebben wat ik wist. Op dit moment heb ik niet zoveel paraat over Mieremet. Ik herinner me een idee om een taart met gif bij hem te laten bezorgen, of een vliegtuig met een bom over te sturen. Dat was allemaal speculerenderwijs.

U houdt mij voor dat ik op twee verschillende momenten, in twee vormen (kluisverklaringen 15 op 2 november 2006 en het gesprek met mr. De Haas op 22 november 2006) iets heb gezegd over de ontmoeting met Holleeder op het Gelderlandplein. U zegt mij dat eerder de vraag is gesteld of ik op het verschil wil reageren tussen "Osdorp eerst" en "als deze goed gaat, heb ik er nog een voor jullie".

Op dat moment in mijn traject had ik nog tactische overwegingen. Of ik mij nog kan herinneren dot ik die dingen zo heb gezegd? Nee, maar het wordt mij zo voorgehouden, dus kennelijk heb ik het zo gezegd. ik had in die periode nog tactische overwegingen. Dot komt ook we] een beetje Haar voren in dat stuk.

U vraagt mij of die tactische overwegingen ook maken dat de waarheid wat minder precies wordt weergegeven.

Ik maak andere tactische overwegingen. Als je iemand van de politie wilt laten weten dat je iets kan vertellen, maar je wilt de inhoud niet prijsgeven, dan kun je iets zeggen over de waarde van wat je te zeggen hebt, zonder dat je het dan zelf vertelt.

U vraagt mij of ik Holleeder als worst aan mr. De Haas heb voorgehouden.

Nee, dat moet u iets anders zien. Ik had de angst dat als je zoiets tegen de politie vertelt, die er mee aan de loop gaat. Als je alleen de waarde ervan aangeeft en niet met het volledige verhaal komt, dan kan politie dat niet doen.

U houdt mij voor dat ik kennelijk een verband leg tussen de opmerking van Holleeder "als deze goed gaat heb ik er nog een voorjullie", en Van der Bijl, en vraagt wat er dan voor tactische overweging aan ten grondslag heeft gelegen om het zo te vertellen.

Ik heb al gezegd dat ik me niet kan herinneren dat dat zo is gezegd. Hoe moet ik er dan op reageren?

Ik hoor de jongste rechter vragen of ik nu wel of niet weet of Willem Holleeder achter de liquidaties van Houtman en Van der Bijl zat.

lk verwijs naar mijn eerdere verklaringen. lk heb verklaard dat ik naar het cafe moest waar Holleeder zat, en over het Gelderlandplein. Ik zie niet in wat ik nog meer zou kunnen verklaren.

Ik hoor mr. Meijering vragen of alles wat ik over Holleeder en Soerel heb verklaard, van kluisverklaring 1 tot op heden, de waarheid is geweest.

lk kan die vraag op die manier niet beantwoorden. Ik heb in kluisverklaringen 1 en niet het achterste van mijn tong laten zien. Wat mij betreft is er een onderscheid tussen die kluisverklaringen en de kluisverklaringen 3 t/m 15. Daarnaast is er nog een onderscheid te maken tussen de kluisverklaringen en het gesprek van november 2006. En er is nog een verschil tussen hetgeen ik over Holleeder heb verklaard wat al in het dossier zat en het deel wat in de Holleederweglatingen stond. Als u uw vraag specificeert, kan ik duidelijker zijn. Ik hoor u zeggen dat u het hierbij laat voor wat betreft deze vraag.

U vraagt mij of het felt dat ik niet het achterste van mijn tong liet zien in de eerste gesprekken het ouwe-jongens-krentebroodgehalte nog anders maakte, terwijl toch alles is opgetypt wat er is gezegd.

Ik zat met de CIE aan tafel, en dacht nooit dat die gesprekken Überhaupt in dit proces terecht zouden komen. Dat de CIE dingen opneemt, snap ik nog wel. Ze hebben zo hun eigen methodes. Ik had niet verwacht dat deze gesprekken in dit proces zouden worden gebruikt. Het maakt misschien een klein verschil dater dingen worden opgetypt, maar ik had gewoon niet de indruk dat ik daar een verklaring zat of te leggen. 1k dacht dat ze notities maakten voor intern gebruik.

U houdt mij voor dat bij de rechter-commissaris op 16 maart 2007 onder ede heb verklaard dat ik in de gesprekken die tot mijn kluisverklaringen hebben geleid naar waarheid heb verklaard. U vraagt mij of ik daar nog steeds achter sta.

Ik kan me dat niet meer herinneren maar ik heb altijd naar beste vermogen, mijn eigen belangen in ogenschouw nemend, verklaard. Ik ben namelijk ook verdachte.

*
Tot zover de inleiding van Mr. Nico Meijering op de 4e dag van zijn enorme pleidooi.

Gedurende de dag behandelde de raadsman deze volgende onderwerpen. (paragrafen)

I. Betrouwbaarheid La Serpe nader uitgediept 786

VII.1 Inleidend 786
VII.2 Het requisitoir en de betrouwbaarheid van La Serpe 798
VII.3 Kenmerken (verklaringen van) La Serpe 816
a. Unus testis, kroongetuige, de auditu en gestuurd 817
b. Verklaringen La Serpe onbetrouwbaar 828
-Psychologisch profiel La Serpe 828
-Redenen om kroongetuige to worden 833
-La Serpe niet consistent 834
-Aanwijsbaar niet naar waarheid 868
-La Serpe erkent onwaarheden 870
-La Serpe gelooft in zijn eigen onwaarheden? 895
-Gevolgen weglatingsafspraak 900
-Schakelaanwijzingen onbetrouwbaarheid 946
VII.4 De rol van La Serpe bij liquidatie Bethlehem 948
Inleidend 948
Bethlehem en getuigen in Passage 951
Requisitoir OM 1083
Het bewijs tegen La serpe en weigering vervolging OM 1136
-Bijlagen inzake Bethlehem 1140

Bethlehem
Aan dossier Bethelem besteedde Meijering ruim aandacht. De raadsman vindt het verbijsterend hoe het OM hier mee om is gesprongen tijdens het liquidatieproces en ging uitgebreid in op de proceshoudingen en - handelingen waartegen de vedediging is aangelopen ten behoeve van La Serpe's "waarheid". Hij nam in zijn bespreking van dit dossier alle incidenten mee bij de bespreking van het requisitoir van het OM in de kwestie Bethlehem. Aan bod kwamen onder meer alle getuigen die La Serpe als dader van deze moord aanwijzen, F1, F3, NN1-Hollowpoint, Rob de Wit en Peter 'Peerke' Schoofs.

Volgens Meijering is het niet voor niets dat het OM deze zaak niet heeft willen voegen. In ogen van de verdediging klopt dit voor geen meter als je uitgaat van het gegeven dat het openbaar ministerie waarheidsvinding zou moeten nastreven.

Meijering passerde intussen pagina 1000 van zijn pleidooi en merkte terloop grappend op: Voorzitter, ik had taart moeten meenemen, ik ben op pagina 1000...

De raadsman was nog niet toe aan zijn conclusie, echter het zal lezers duidelijk zijn dat een conclusie zal luiden dat La Serpe niet naar waarheid heeft gesproken over de moord op Gerrie Bethlehem en daar zal de verdediging vooruitlopend op de laatste zitting van dit Passage-seizoen aankomende maandag een conclusie aan verbinden die reeds een aantal malen eerder heeft geklonken in de Bunker-rechtszaal. U mag het zelf zeggen...

Een uurtje later om 17:00 besloot de rechtbank echter te stoppen voor deze dag. Volgende week maandag zal Meijering verdergaan met zijn pleidooi.

Later kom ik uitgebreider terug op hetgeen allemaal is gezegd tijdens het pleidooi op deze zittingsdag.

Dinsdag waren Mrs. Menno van Gaalen en P.J. Silvis in de Bunker om te pleiten namens (respectievelijk) cliënten Nanpaul de B. en Siegfried Saez. Later volgt een verslag.

Donderdag komt Mr. Sander Janssen weer pleiten namens zijn cliënt Jesse Remmers.

Bondtehond

vrijdag 6 juli 2012

'Half werk zou niet goed genoeg zijn'

De raadsman van kroongetuige Peter La Serpe, Mr. Jan Peter van Schaik, was donderdag in de bunker om zijn pleidooi te houden namens zijn cliënt die alweer een poosje in vrijheid is. La Serpe zelf was niet aanwezig. Sinds hij weet dat er waarschijnlijk informatie is gelekt uit politie en/of justitiekringen, bijvoorbeeld over de dag waarop hij vrij zou komen, voelt La Serpe zich niet veilig, aldus Van Schaik. De raadsman vertelde dat dit pleidooi een vrij kort betoog zou worden. Uiteindelijk duurde het zo'n kleine twee uur.


Mr. Jan Peter van Schaik gaf aan dat hij bij dupliek waarschijnlijk wel een langer pleidooi gaat houden. "Dat zou zomaar kunnen", zei Van Schaik. De reden is omdat het nogal een ongewone situatie is momenteel in het Passageproces. Normaalgesproken komt de advocaat van een kroongetuige zo'n beetje als laatste aan de beurt. Echter nu moeten Mrs. Janssen, Meijering en Silvis nog pleiten aankomende weken en komt Van Schaik dus tussen de andere procespartijen door. Als de raadsman zijn volledige pleidooi nu al zou voordagen, zou hij zijn kruit niet droog houden en de verdediging van de verdachten wellicht (extra) munitie in handen geven om tegen La Serpe te gebruiken, aldus Van Schaik. En dat is dan weer niet in het belang van zijn cliënt. Daar kwam het in iets andere bewoordingen wel ongeveer op neer wat de raadsman van La Serpe zei.

De rechter opende de zitting.
Rechter: Goedemorgen mijnheer van Schaik, dat is lang geleden. Goed u weer te zien. U had uitstel gevraagd om in September te mogen pleiten. Daarvan hebben we gezegd dat u dat nog bij dupliek kunt doen.

Mr. Van Schaik: Goedemorgen Edelachtbare, eindelijk mag ik dan ook wat mag zeggen. En eh..dat doet me wel deugd, moet ik zeggen. En voor ik begin wil ik wat zeggen. De afgelopen dagen heb ik in het proces soms het gevoel gehad dat ik in een soort wedstijd terecht was gekomen van jongetjes die probeerden om zo ver mogelijk te plassen. Om het zo maar eens te zeggen. En dat plassen is nog steeds gaande. Daar bedoel ik overigens niets oneerbiedigs mee hoor, want ik ben wel onder de indruk van de wijze waarop mijn collega's, en dat zal ik straks ook nog wel een paar keer zeggen, dat aanpakken. Maar ik ben nooit iemand geweest die in het openbaar eh...kon plassen, zeker niet ver kon plassen. (gelach in de rechtszaal) Dus ik hou het vandaag kort. Ik hou het kort, onder voorbehoud dat ik daar later bij dupliek eventueel nog op terug kom. Ik vind het niet goed dat ik nu al terug kom op stellingen als het nog niet volledig is afgerond.

Mr. Van Schaik begon vervolgens met zijn pleitnota. Hij leidt in door te zeggen dat hij anders dan in modale zaken, bijna meer genoodzaakt is zich te verweren tegen datgene dat door de raadslieden van de medeverdachten over zijn cliënt naar voren wordt gebracht, dan hetgeen door het OM is gesteld. Daarom heeft Mr. Van Schaik op voorhand aan uw rechtbank voorgelegd de mogelijkheid om bij dupliek hierop eventueel nader in te kunnen gaan, nu na dit pleidooi in andere zaken nog wordt gepleit. Van de zijde van de rechtbank is de raadsman medegedeeld dat hij daartoe volledig in de gelegenheid zal worden gesteld, ook al zou het OM geen gebruik willen maken van zijn repliek.

Wat volgt zijn enkele samengevatte gedeeltes uit het pleidooi van Mr. Jan Peter van Schaik:

Mr. Van Schaik:
Cliënt heeft diverse malen in het proces aangegeven, dat hij nooit heeft kunnen inschatten dat dit proces een zo grote omvang zou krijgen en dat er zo intensief en veelvuldig een beroep op hem als getuige zou worden gedaan. Maar dat is het niet alleen. Gelet op de uiterst belastende verklaringen, die cliënt voor zichzelf, maar ook voor medeverdachten, heeft afgelegd, was hij de spreekwoordelijke Kop van Jut. Hij werd beschimpt, uitgemaakt voor koopgetuige en op 9 juni 2012 is hij in de Telegraaf nog gekwalificeerd als rasopportunist. Ten aanzien van dit laatste kan echter de vraag worden gesteld, of niet iedere procesdeelnemer enig opportunisme vreemd is, daar een ieder vecht voor zijn eigen belang, en, om maar de letterlijke betekenis uit Van Dale te gebruiken, iedere procesdeelnemer elke omstandigheid ten voordele van zichzelf zal aanwenden.


In dat licht bezien is het eigenlijk ook niet meer dan logisch, dat cliënt als getuige zo hard is aangepakt. Eigenlijk is het een teken van zwakte, nu medeverdachten zelfvrijwel geen inhoudelijke verklaringen hebben afgelegd, om daarmee de verklaringen van cliënt inhoudelijk te bestrijden. Nee, men heeft hem in zijn persoon willen raken, zijn betrouwbaarheid in het algemeen willen aantasten en hem verdachte willen maken met betrekking tot zaken, waarvoor niemand in dit proces terecht staat.

Ik als verdediger in de strafzaak van mijn cliënt, ben dan ook van mening, dat, bij gebreke van een onderbouwde inhoudelijke betwisting van de verklaringen, zoals afgelegd door mijn cliënt als getuige, de waarde en de houdbaarheid van zijn verklaringen zijn gebleken. Dit is uiteraard ook in het belang van mijn cliënt als verdachte in zijn strafzaak, nu uw rechtbank niet gebonden is aan de strafeis van het OM en met voornoemde omstandigheid rekening kan en ook zal moeten houden bij de straftoemeting.

Het pleidooi van Mr. Van Schaik zag er als volgt uit:

Mr. Van Schaik: Eerst zal ik enkele algemene onderwerpen behandelen, zoals de motieven van cliënt, die hebben geleid tot het zichzelf belasten en het belasten van anderen, de aanvallen en aantijgingen van de zijde van de medeverdachten, daaruit voortvloeiend de problematiek rond de door de verdediging van de medeverdachten aangebrachte getuigen als F1 en F3. Daarnaast zal ik de cliënt tenlastegelegde feiten behandelen, te weten de zaken Agenda, Perugia en Oma. Daaruit voortvloeiend zal ik aangeven hoe uw rechtbank om zou moeten gaan met de eerste drie vragen in de zin van artikel 350 Sv. met betrekking tot hetgeen cliënt ten laste is gelegd. Daarna kom ik toe aan de bespreking en de verweren ten aanzien van de strafmaat, waarna ik de vordering benadeelde partij in de zaak Agenda zal bespreken en zal afsluiten met de eindconclusie.

Mr. Van Schaik herhaalde vervolgens de motieven van zijn cliënt om kroongetuige te worden.

Mr. Van Schaik: Cliënt heeft onder meer ter terechtzitting verklaard:

"Ik ben vanaf mijn dertiende jaar al in meer of mindere mate crimineel. Het is het enige leven dat ik ken."


"Het lijkt voor de buitenwereld heel simpel om uit dit milieu te stappen, maar dat is het niet als je er midden in zit. Ik wist zoveel van Jesse dat ik, als ik uit het milieu zou stappen, een los eindje zou worden. Ik wist dat ik dan vroeg of laat zou worden doodgeschoten. Jesse is immers een hele rationele jongen. Als je er midden in zit, is de overweging om er uit te stappen dus niet zo makkelijk.


"Ik draag verantwoordelijkheid voor alle zaken waarbij ik ben betrokken. Ik had in Spanje de mogelijkheid om op een andere manier dan liquidaties geld te verdienen. Toen ik in Spanje was, was Nederland voor mij even ver weg. Totdat ik in de krant over de moord op Van der Bijl las en mij realiseerde dat mijn verblijfin Spanje niet betekende dat ik geen verantwoordelijkheid voor de lijst meer droeg. Ik vond dat ik niet langer kon weglopen voor de verantwoordelijkheid die ik droeg voor de mensen die nog op de lijst stonden om te worden geliquideerd."


"Ik had begrepen dat ik volledige openheid van zaken moest geven als ik tot een deal wilde komen. Dat was wat ik wilde. Ik wilde uit het wereldje. Ik had zicht op veiligheid nodig en kon het me niet permitteren om die in gevaar te brengen door niet alles te vertellen. U vraagt mij of het noodzakelijk was om tot een deal te komen. Nee, ik heb altijd een keuze gehad. Ik had ook voor de criminaliteit kunnen kiezen. Het is een proces. Ik was voorzichtig want ik praatte met justitie. Je denkt na over de betekenis van het sluiten van een deal en komt tot de conclusie dat half werk niet goed genoeg is."


"U merkt op dat ik eerder heb gesproken over mijn verantwoording nemen en schoon schip maken, terwijl ik daar vandaag nog niets over heb gezegd. Dat is wel degelijk ook een motief geweest. In Engeland heb ik daarover veel nagedacht. Het was voor mij een tweestrijd. Aan de ene kant wilde ik schoon schip maken, aan de andere kant wilde ik niet een hoge gevangenisstraf Naarmate mijn terugkeer naar Nederland dichterbij kwam raakte ik er meer van overtuigd dat ik de zaak Houtman waarschijnlijk niet buiten beschouwing kon laten. Ik heb toen bedacht om eerst maar naar Nederland te gaan en dan eens te kijken hoe mijn positie zou zijn. Gaandeweg bedacht ik dat het niet ging werken. Half werk zou niet goed genoeg zijn. Ik was toen ook nog redelijk naïef, ik had er geen idee van wat er allemaal op me af zou komen. "U vraagt mij wat schoon schip maken voor mij betekende. Ik wilde in ieder geval van de bezwaring van mijn betrokkenheid bij de liquidatie van Houtman af Dat is een morele overweging geweest. Het positieve effect van mijn bekentenis heb ik achteraf pas ervaren. Of ik het in het bijzonder moeilijk vind om dingen te bespreken die meer van binnen zitten? Ja dat gaat over mijn persoon. Het is makkelijker om over feiten te vertellen. Maar de dingen zijn zoals ze zijn. Het kwam er op neer dat ik ruzie had met mezelf." 

De raadsman ging uitgebreid in op de door hem zogenoemde 'aanval van medeverdachten'.

Mr. Van Schaik: Deze strafzaak is om nog een andere reden, dan die al eerder zijn genoemd, zeer bijzonder. Namelijk dat in deze strafzaak andere strafrechtelijke onderzoeken een rol hebben gespeeld met betrekking tot zaken, die bij geen van de verdachten in dit proces op de tenlastelegging staan. Ik doel dan onder meer op de zaak Bethlehem.

Door de medeverdachten, die zich in overwegende mate hebben beroepen op hun zwijgrecht, is gekozen voor een strategie, waarbij men niet de verdediging heeft gebaseerd op de weerlegging van de verklaringen van cliënt in de tenlastegelegde zaken zelf, door zelf openheid van zaken te geven, of met alternatieve scenario' s te komen, maar door de aanval op hem te openen door de OM-deal en alles dat door een kroongetuige wordt verklaard, als niet rechtmatig en/of onbetrouwbaar te kwalificeren.

Daarnaast heeft men geprobeerd om een beeld te schetsen van mijn cliënt, als zou hij betrokken zijn bij andere ernstige strafbare feiten, die hij niet heeft toegegeven, of waarover hij zou hebben gelogen, zodat daarmee de OM-deal alsnog als niet rechtmatig zou moeten worden beoordeeld, of zijn verklaringen op grond daarvan als onbetrouwbaar zouden moeten worden gekwalificeerd.

Helaas voor mijn collega's, men is daar niet in geslaagd. Ik moet u zeggen, dat ik onder de indruk ben van de aan de dag gelegde creativiteit bij de uitvoer van deze strategie.

De onderwerpen die de advocaat van La Serpe vervolgens aansneed in zijn pleidooi, waren de volgende:

Daderwetenschap Remmers?
De gewurgde prostituee
Bethlehem
Getuigen: F1 + F3

En de andere getuigen:
Rob de Wit
Herdrik Jan Korterink
Peter 'Peerke' Schoofs
NN1/NN Hollowpoint
Ariën Kaale sr.
Peter R de Vries

Nogal summier kwam Van Schaik terug op de zaken:
AGENDA + PERUGIA + OMA

De raadsman verwees vaak naar het requisitoir van het OM. Bij dupliek mag de raadsman dieper ingaan op deze zaken.

Over de strafmaat

Theoretisch is het mogelijk, volgens Van Schaik dat de rechtbank, op basis van de door collega's gevoerde verweren mogelijk niet zou kunnen toekomen aan een veroordeling en strafoplegging in de zaken van de medeverdachten. Het kan echter niet de bedoeling geweest zijn van de wetgever dat in dat geval zijn cliënt wordt gestraft zonder dat er rekening wordt gehouden met de tussen het OM en zijn cliënt overeengekomen en tussen partijen bestaande OM-deal.

Echter, de wetgever is duidelijk. De rechtbank is niet gebonden aan deze afspraak. Het zou in strijd zijn met elke redelijkheid en billijkheid indien de rechtrbank, na het uitvoerige betoog van het OM in het kader van het requisitoir met betrekking tot de betrouwbaarheid van de verklaringen van zijn cliënt, La Serpe een zwaardere straf zou opleggen dan door het OM geëist, temeer nu zonder de verklaringen van zijn cliënt niemand voor de zware feiten, die in dit proces centraal staan, zou zijn vervolgd en/of veroordeeld, ook zijn cliënt zelf niet, aldus Van Schaik.

Mr. Van Schaik: Het is ook cliënt geweest, die, zonder dat er ook maar enige verdenking tegen hem bestond, de stap heeft gezet richting justitie. Nogmaals, aan het begin van mijn pleidooi heb ik aangegeven dat daar zeker niet enkel nobele motieven aan ten grondslag lagen, maar cliënt was wel bereid om zijn strafrechtelijke verantwoordelijkheid te nemen en om te boeten voor een aantal zware strafbare feiten. Cliënt is daarmee zijn leven lang wel een 'los eindje' geworden. Hij zal zijn leven nooit meer zeker zijn. Hij zal tot aan zijn dood altijd over zijn schouder moeten kijken, altijd afhankelijk zijn van beveiliging. Zonder overdrijven, durf ik te stellen dat dit ook een levenslange vrijheidsbeperking oplevert.

Cliënt moet dus niet worden afgerekend op het uiteindelijke procesrechtelijk resultaat in de strafzaken van de medeverdachten, maar op datgene wat door zijn verklaringen bekend is geworden met betrekking tot een zeer groot aantal strafbare feiten en het feit dat deze informatie heeft bijgedragen aan de opsporing, aanhouding en vervolging van verdachten. Hieronder volgt een door cliënt zelf opgesteld overzicht daarvan:
  1. Moord op 2 mensen in Antwerpen, mededader Jesse Remmers, Mohammed (Moppie) Rasnabe en Lesley V. e.a. negers.
  2. Tonnie van Maurik, daders Jesse Remmers en Freek S. e.a.
  3. Moord op 2 Joego's, daders Jesse Remmers, Mohammed Rasnabe en Freek S., bekend als barbecue
  4. Gerrie Bethlehem, daders Jesse Remmers en Richard Ebeli de Rotterdammer.
  5. Arjen Pels, daders Jesse Remmers en Richard Ebeli de Rotterdammer. Opdrachtgever Danny K.
  6. Info over Cor van Hout, en eventuele daders, harde info over waar de helmen zijn gekocht en info over mensen die wetenschap dragen waaruit eventueel aanhoudingen uit kunnen voortvloeien.
  7. Moord op Kees Houtman, daders Jesse Remmers en Peter la Serpe.
  8. Opdrachtgever Kees Houtman. Willem Holleeder en Dino Soerel, met als doorgeefluik Ali Akgün.
  9. Thomas van der Bijl, openheid over voorbereidingshandelingen en pogingen, verricht door Jesse Remmers en Peter la Serpe.
  10. Thomas van der Bijl, info over organisator Fred Ros die mede tot zijn aanhouding in Spanje heeft geleid.
  11. Info over het wapen dat is gebruikt bij de liquidatie van Thomas van der Bijl, denk ik?, weet niet zeker of dit hetzelfde wapen is.
  12. Opdrachtgever moord op Thomas van der Bijl. Willem Holleeder, Dino Soerel, met als doorgeefluik Ali Akgün.
  13. Nog te liquideren man op lijst, Imac, voetbalvoorzitter Türkiyemspor, is alsnog geliquideerd
  14. Nog te liquideren man op lijst, Atilla Önder, Aerdenhout, is inmiddels verhuisd.
  15. Nog te liquideren man op lijst, Abcoude, Leen Bosnie
  16. Info over nog te liquideren neger, privézaak Ali Akgün. (Adjoeba is reeds geliquideerd)
  17. Opdrachtgever van de te liquideren neger, Adjoeba, Ali Akgün
  18. Toedracht dood Richard de Rotterdammer, in Venezulela geliquideerd.
  19. Toedracht afpersing vastgoedman Friedländer, Jesse, Sam, John, Willem Holleeder, Moppie Rasanabe, Pel Friedländer.
  20. Info over Spaanse advocaat, Juan, die met bijna iedereen contact heeft en spilfunctie vervult, kan iedereen vrij krijgen door omkoping, heeft heel veel contacten.
  21. Foto's van Juan en Moppie.
  22. Info over een vriend van Ali Akgün, genaamd Miquel.
  23. Te liquideren man in Spanje, Koos Reuvers.
  24. Heel veel gegevens over Mohammed (Moppie) Rasnabe, o.a. adres gegevens van hem, vrienden en bekenden alsmede de naam van zijn valse paspoort die hebben geleid tot zijn aanhouding, was al 8 jaar op de vlucht.
  25. Tactische info over Jesse die er mijns inziens mede aan hebben bijgedragen dat hij niet uit Marokko is ontsnapt.
  26. Info over Sjaak Burger die mede tot zijn aanhouding hebben geleid.
  27. Info over Sjaak Burger als wapenhandelaar en de wapens die ik gezien heb en over de semtexbom die hij aan het maken was.
  28. Info over de jongen die stashed voor Sjaak, genaamd G.
  29. Het huis waar de bom gemaakt is.
  30. Een loods die door Sjaak gebruikt wordt waar auto's en/of brommers staan
  31. Info over een vriendin van Jesse, Simone T, in Marbella, is ook inval geweest.
  32. Tactische info over adressen waar foto's en andere gegevens te vinden waren.
  33. Info over de ontsnapping van Jesse uit ziekenhuis in Nieuwegein.
  34. Moordaanslag op Engelse neger (Jones)bij het VU ziekenhuis, daders Jesse Remmers en Gilbert Rommy, is mislukt.
  35. Info over de opdrachtgevers van de Engelse neger (Jones) bij VU Ziekenhuis, Mohammed Rasnabe.
  36. Overgedragen formulier van moneytransfer ,Western Union, tussen Simone T. en Jesse Remmers wellicht ten tijde van verklaring van overdracht wapen in Abcoude. Was een Indische man, gezien met litteken in de nek, Jesse.
  37. Veel telefoonnummers van allerlei mensen, criminelen.
  38. Info over man op de lijst van Fred Ros, George van Dijk.
  39. Info over Albanees die de moord op George van Dijk uit moest voeren.
  40. Info over de locatie waar de Kalashnikov en de Glock te vinden zijn, gebruikt bij Kees Houtman.
  41. Tactische info m.b.t. de apparatuur die in het milieu door o.a. ons gebruikt wordt.
  42. Info over geleverde wapens door Gilbert Rommy.
  43. Info over de opdrachtgever van liquidatie in Antwerpse man en vrouw, Henk Rommy.
  44. Opdrachtgever voor moord op Imac, Ali Akgün. (is reeds geliquideerd)
  45. Opdrachtgever nog te liquideren man op lijst , Atilla Önder, Ali Akgün.
  46. Info over betrokkenheid Jesse Remmers en Fred Ros bij de moord op Cor van Hout, waaronder positieve fotoconfrontatie Jesse.
  47. Betrokkenheid Lesley V. bij moord Antwerpen.
  48. Betrokkenheid Gwenette bij voorgenomen moord op Atilla Önder.
  49. Leverancier van patronen Hollowpoint Silver tip.
  50. Leverancier van Glock gebruikt bij Kees Houtman, Sjaak Burger.
  51. Leverancier Kalashnikov gebruikt bij Kees Houtman.
  52. Tijdlijn van alle feiten en omstandigheden.
  53. Kluisverklaringen.
Mr. Van Schaik: Zoals diverse malen door mij in dit pleidooi opgemerkt, is er ongetwijfeld veel op te merken over verschillen in de ontelbare verklaringen van cliënt bij de politie, rechter-commissaris en hier op zitting. Nogmaals dat is wel erg makkelijk, terwijl de medeverdachten vrijwel niets inhoudelijk verklaren. En dus moeten hun raadslieden pleidooien voeren van ongekende omvang, die zeer zeker ingenieus in elkaar steken en waarvoor ik ze ook wil complimenteren. Deze complimenten zijn uiteraard niet bestemd voor het feit dat zij karaktermoord hebben willen plegen op mijn cliënt.

Geachte leden van de rechtbank, meneer de Voorzitter kijkt u door alle knap gecreëerde rookgordijnen heen en u ziet dat de verklaringen van cliënt in overwegende mate wordt ondersteund door bewijs uit andere bron en dat we hier niet maken hebben met een verdachte die al zijn "vriendjes" heeft verraden om er zelf geld en een lagere straf aan over te houden. Er lag immers geen straf in het verschiet voor cliënt, aangezien zonder zijn eigen informatie hij niet in beeld zou zijn gekomen met betrekking tot de tenlastegelegde levensdelicten.

Een door mr. Meijering gegeven voorbeeld, aangaande het gevaar dat schuilt in de kroongetuigeregeling, namelijk dat de getuige een eigen belang heeft bij het belasten van leden van een concurrerende criminele groep, speelt in deze zaak in het geheel niet.

Zijn stelling dat het OM niet conform de wet en de toepasselijke aanwijzing heeft gehandeld door uit te gaan van een oorspronkelijke, volgens Meijering te lage strafeis van 16 jaar gevangenisstraf, is evenzeer onjuist, omdat het OM, enerzijds op basis van het geldende opportuniteitsbeginsel de vrijheid heeft om te kiezen voor welke strafbare feiten cliënt wordt vervolgd. Bij die keuze heeft het OM niet in strijd gehandeld met de geldende beginselen van behoorlijke procesorde. Anderzijds mag het OM bij de keuze voor de oorspronkelijke strafeis wel degelijk omstandigheden betrekken, zoals zij dat heeft gedaan en zoals die ook bij requisitoir naar voren zijn gebracht.

Overigens zal ik bij dupliek, daar waar nodig, nog in gaan op datgene dat Mr. Meijering en Janssen en eventuele andere raadslieden in hun pleidooien naar voren hebben gebracht en nog naar voren zullen brengen, specifiek daar waar het gaat om de rechtmatigheid van de OM-deal en de betrouwbaarheid van de verklaringen van mijn cliënt. Van de zijde van uw rechtbank is mij reeds medegedeeld dat ik daartoe de gelegenheid en ruimte bij dupliek zal krijgen.

Een ander aspect, waarmee de rechtbank rekening heeft te houden bij de strafmaat ·en dat een matigende werking zou moeten hebben op de op te leggen straf, betreft de extreem negatieve media-aandacht voor de persoon van mijn cliënt.

Cliënt is in de schrijvende media extreem vaak negatief en oneerlijk geportretteerd.

Het heeft er soms alle schijn van dat websites als Crimesite, Cammilleri en Bondtehond kritiekloos overnemen, datgene dat door de verdediging van de medeverdachten wordt verwoord. Ten tijde van het voeren van het kort geding tegen Camilleri heb ik van verschillende bronnen vernomen dat de persoon achter deze website nauwe banden heeft met de familie Remmers. Het is duidelijk dat dit proces ook is gevoerd buiten deze rechtszaal, ten einde het publiek, maar ook de rechtbank op die wijze duidelijk te maken dat cliënt een onbetrouwbare verrader en leugenaar zou zijn.

Voorts zijn foto' s van cliënt zeer vaak in de media, gebalkt en ongebalkt vertoond.

Aan deze pleitnota wordt als bijlage 1 gehecht een print van de inmiddels niet meer toegankelijke website holleeder.info. Het betreft een artikel uit De Telegraaf d.d. 9 oktober 2008, dat melding maakt van het feit dat het OM onterecht foto's van cliënt heeft doen verspreiden. In aanvulling daarop wordt overgelegd bijlage 2 bij deze pleitnota, zijnde de vermelding op het internet van de uitspraak d.d. 17 juni 2011 van de voorzieningenrechter te Den Haag. De website Camilleri liet toe dat ongebalkte foto's van cliënt te zien waren. De rechter heeft geoordeeld dat dit onrechtmatig is en dat de ongebalkte foto's moeten worden verwijderd en verwijderd moeten worden gehouden.

Daarnaast wordt nog gewezen op de recente uitingen in de media over de beloning die cliënt zou krijgen (NOS), als ook voor wat betreft het feit dat op dinsdag 5 juni jl. ik als raadsman werd geconfronteerd met een journalist die zei dat cliënt reeds zou zijn vrijgelaten en dat hij dat uit opsporingskringen heeft vernomen (NRC). Met name dit laatste incident, maakt dat cliënt, hoewel hij gebruik wil maken van zijn aanwezigheidsrecht, geen vertrouwen heeft in de veiligheidsmaatregelen met betrekking tot zijn vervoer van en naar de bunker, hier vandaag niet is.

Door dit alles is getracht de rechtbank te beïnvloeden en is de veiligheid nu en in de toekomst van cliënt negatief beïnvloed. Dit dient een matigende werking ten aanzien van de straftoemeting te hebben.

Detentie-omstandigheden.
Er is geen sprake geweest van een leefgemeenschap, ten gevolge waarvan cliënt in isolement moest luchten, eten, recreëren en sporten. Door deze omstandigheden verbleef cliënt bijna 20 uur per dag op zijn cel. Er is sprake geweest van fysieke en mentale isolatie. Hij kon daardoor nagenoeg geen enkel privé contact onderhouden met familie of advocaten, zonder dat TGB kennis kon nemen van de inhoud van deze gesprekken. Gedurende meerdere jaren is al het telefoonverkeer met zijn raadslieden getapt. Gelet op het feit dat cliënt zichzelf heeft gemeld, is het meer dan wrang, dat hij niet de bron van dreiging is, maar dat hij wel in volle omvang met de gevolgen daarvan is en nog steeds wordt geconfronteerd.

Hoewel ik geen kennis heb van de verblijfplaats van cliënt, weet ik wel dat er nog steeds sprake is van een geïsoleerd leven en dat dat altijd zo zal blijven. Cliënt zal, verstoken van familie en dierbaren, zich altijd bewust zijn van het feit dat mensen naar hem op zoek zijn om hem het zwijgen op te leggen. Het beeld dat in de media wordt geschetst dat cliënt in een paradijselijke omgeving zijn beloning opstrijkt, terwijl hij betrokken is bij moord, is dus absoluut onterecht. Nogmaals als enige verdachte in dit proces heeft cliënt op dit moment al levenslang.

*

Gelet op het vorenstaande, verzoekt Mr. Van Schaik de rechtbank La Serpe vrij te spreken van het onder punt 2 (AGENDA - zaak Kees Houtman) tenlastegelegde vrij te spreken.

Ook als de rechtbank AGENDA wél bewezen acht en rekening houdende met alle feiten en omstandigheden zoals naar voren gebracht, vraagt de raadsman een maximale gevangenisstraf op te leggen voor de duur van 8 jaar aan La Serpe.

Tot slot ging Van Schaik in op de vordering benadeelde partij: Van Maria Houtman en kinderen. De advocaat vraagt de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren.

Reden: (kort samengevat)
Van Schaik: Cliënt is degene die naar de politie is gestapt en die zichzelf heeft belast, alsook anderen heeft belast, teneinde een bijdrage te leveren aan de oplossing van dit levensdelict. Het zou pertinent in strijd zijn met de redelijkheid en billijkheid als cliënt vervolgens de enige is die financieel verantwoordelijk wordt gehouden voor de gevolgen van de nabestaanden van dit levensdelict.

Tot zover de samenvatting van Mr.Van Schaik's pleidooi.

Maandag verder met het pleidooi van Mr. Nico Meijering.

Bondtehond

woensdag 4 juli 2012

'De overeenkomst met La Serpe is de rode draad die door het proces loopt'

In de Bunker-rechtbank te Osdorp vond maandag het pleidooi plaats van Mr. Sander Janssen. De raadsman van Jesse Remmers, vermeend hitman en verdacht van zeven liquidaties in de onderwereld, ging in een vlammend betoog vooral in op de (on)rechtmatigheid van de kroongetuige-overeenkomst die is gesloten met kroongetuige Peter La Serpe. Dinsdagmiddag, na het tweede deel van Mr. Janssen, pleitte ook zijn confrère Mr. Robert Malewicz, de advocaat die Mr. Paul Waarts vorig jaar verving. Vele deeldossiers, zo niet alle kwamen meer inhoudelijk aan de orde.


Jesse Remmers is een van de hoofdverdachten tegen wie tevens levenslang is geëist, dus ook dit pleidooi beloofde een interessant betoog te worden. Reeds jarenlang procederen ging vooraf aan dit moment waarop de raadslieden van Remmers eindelijk hun visie integraal aan de rechtbank konden voorleggen.

Mr. Sander Janssen was weer lekker op dreef en droeg zijn pleidooi voor in het voor de raadsman kenmerkende vlotte tempo. Hij vroeg of de rechters hem zonodig wilden afremmen indien hij wat moeilijk te volgen zou zijn vanwege die snelheid. Hij wilde nl graag dat de rechters het pleidooi goed zouden kunnen volgen, merkte hij op. Dat bleek echter slechts één keer nodig te zijn gedurende de afgelopen twee dagen.

Ook maandag waren er weer maar twee verdachten aanwezig, vanzelfsprekend cliënt Jesse Remmers en ditmaal op de plek waar Remmers normaal zit, had Dino Soerel plaats genomen om het pleidooi aandachtig te volgen. Confrère Mr. Robert Malewicz en enkele andere kantoorgenoten keken de eerste uren mee met de verrichtingen van Mr. Janssen.

Jongste Rechter opende de zitting: Goedemorgen, mijnheer Janssen en mijnheer Remmers. U gaat de niet-ontvankelijkheid bepleiten, hadden wij begrepen?

Mr. Sander Janssen: Goedemorgen Edelachtbare, ik ga vandaag inderdaad in delen de niet-ontvankelijkheid bepleiten. In het eerste deel zal ik ingaan op de totstandkoming van de kroongetuigedeal met La Serpe. In het tweede deel ga ik in op de wettelijke bepalingen, daarna behandel ik de getuigenbescherming en de rechtmatigheid van de overeenkomst met La Serpe. De overeenkomst is de rode draad die door het proces loopt. Vooral de niet-ontvankelijkheid zal ik vandaag behandelen. Ik begin met de feitelijke gang van zaken.

Om u een indruk te geven, het pleidooi van Mr. Janssen was als volgt opgebouwd: Lees HIER

Zoals reeds aangegeven in eerdere verslagen zou Mr. Sander Janssen de wet- en regelgeving rondom de kroongetuigenregeling uitgebreid aan de orde stellen. Volgens de verdediging is er 'een draak van een wet aangenomen' en ging daar diep op in. Op briljante wijze hield Janssen het Openbaar Ministerie op momenten een spiegel voor en wees de rechtbank op de vele gebeurtenissen tijdens dit grootste liquidatieproces met de codenaam 'Passage' ooit in Nederland waarbij de verdediging op achterstand zou zijn gezet.

Mr. Janssen: Het is ironisch dat het Openbaar Ministerie hetzelfde verwijt aan de verdediging maakt waar het de stukken van overtuiging rondom F3 betreft. Er is al eerder opgemerkt dat deze zaak alleen al uniek is door de vele gespiegelde standpunten die er zijn geweest, spiegels waarvan het Openbaar Ministerie zich maar niet bewust lijkt te zijn. Ik kom daar op terug.

Er op terugkomen deed de raadsman dinsdag. En hoe... Mr. Janssen liet alle incidenten de revue nog eens passeren en zette tegenover elk incident waarbij het OM bijvoorbeeld onderzoekswensen afwees, een moment waartoe het officieren van justitie die mogelijkheden tot onderzoek wél hadden. Janssen hield het OM zo keer op keer een spiegel voor. Zoals het geval met getuige Q5 waarbij men zichzelf juist zeer ruime criterium toewees, terwijl men de verdediging met de F-getuigen juist weinig tot geen ruimte leek te gunnen.

Mr. Janssen: Het OM kan maar niet accepteren dat het middel Anonieme Bedreigde Getuige ingezet wordt tégen het OM.

Met name de perikelen rond de zaak Bethlehem en de zogenaamde F-getuigen die over die zaak verklaringen aflegden, maar ook de kwestie Kaale kwamen maandag en dinsdag uitvoerig aan de orde. In het kader van het (niet) aanleveren van de benodigde informatie aan de rechter-commissaris kon dit aspect maandag volgens Janssen op momenten reeds niet onbenoemd blijven. Dinsdag ging de raadsman daar echter pas heel uitvoerig op in.

Dat het OM met twee maten meet, is volgens Mr. Janssen al wel duidelijk geworden tijdens Passage. Echter niet te vatten vindt Janssen het feit dat er reeds in 2006 uit afgelegde verklaringen bij de CIE van getuigen F1 en F3 is gebleken dat er informatie beschikbaar was dat La Serpe waarschijnlijk nog een moord zou hebben gepleegd in een loods en dat er een ring zou zijn zoekgeraakt met het wegwerken van het lichaam. Er is niets mee gedaan. Waarom niet? Er is niet gezegd door de CIE: Hier moet even een pas op de plaats plaatsvinden en eerst onderzoek naar gedaan worden. Hoe kan het dat die informatie niet is gebruikt? De CIE had gewoon informatie moeten inwinnen, aldus Janssen.

Mr. Janssen: Nu is het weggezakt tijdens het proces. Pas toen de F-getuigen zelf iets zeiden kwam de F-procedure en ook toen is er niets gezegd. Janssen kan zich niet aan de indruk ontrekken dat men zich heeft willen indekken bij het OM. Er is gezegd: 'Als de informatie net heel specifiek is, komt het niet naar boven als je er naar zoekt'. Dit kan ik bijna niet geloven. Het is niet te vatten. Dit is waanzinnig belangrijk. Dit móet in het dossier.

De volgende kwesties diepte de raadsman minitueus uit en wees de rechtbank op een hele reeks aanknopingspunten die erop wijzen dat het OM in strijd met de beginselen van een goede procesorde heeft gehandeld.

De kwestie Bethlehem + getuigen F1 en F3 (afgezet tegen Q5), Getuige Peter 'Peerke' Schoofs, Getuige Rob de W., de kwestie Kaale en getuige Harry W.

Deelzaken Tanta, Opa, Cobra (respectievelijk de Barbecue-, Van Maurik-, Antwerpen- liquidaties) kwamen 's middags aan de orde in het pleidooi van Mr. Robert Malewicz, de tweede advocaat van Jesse Remmers. De raadsman ging gedetaileerd in op de vermeende bewijzen van het OM en zette daar vraagtekens bij, zette daar alternatieven tegenover en vroeg in vele gevallen bewijsuitsluiting. Conclusie telkens: Vrijspraak dient te volgen.

Een grappig moment deed zich voor in de middag. Ik kon zo gauw niemand ontdekken zonder lach op zijn/haar gezicht. Mr. Malewicz was net aan het einde van zijn bespreking van de voornoemde drie deeldossiers.

Mr. Malewicz: Dit is in een notendop het verhaal. Nou ja, notendop... Dit is de kern van het verhaal.
Jesse Remmers boog zich vervolgens iets voorover richting de raadsman en zei iets onhoorbaars voor iedereen.
Mr. Malewicz reageerde daarop met: 'Uh...hehehe... ja inderdaad. Mijn cliënt zegt: We hebben wel hele grote noten in onze doppen'.
Daarop schoot iedere aanwezige in de rechtszaal, incluis de rechters, officieren en aanwezigen op de tribune even in de lach.

Jesse bleek wel vaker de lachers op z'n hand te krijgen. Aan humor ontbreekt het de veertiger niet. Hij was wel vaak zwijgzaam op aanraden van zijn raadslieden, en dat leek gezien de omstandigheden en als ontkennende verdachte ook wel raadzaam, maar als hij iets zei, viel er regelmatig wat te lachen

Over zwijgen gesproken. In Marokko heeft Jesse onder erbarmelijke omstandigheden vastgezeten en mocht van de Marokkaanse gevangenisdirectie in de 14 dagen dat zijn voormalige en inmiddels overleden advocaat Mr. Gerard Hamer (R.I.P) probeerde toegang te krijgen tot zijn cliënt niet spreken met Jesse Remmers.

Later bleek dat Jesse constant geïsoleerd in beperkingen te zitten. Er was informatie binnengekomen bij de CIE dat hij zou willen ontsnappen. Ze zetten overal spionnetjes neer in de gevangenis. Niemand mocht met hem praten. Alles verliep via een luikje. Zelfs zijn haar werd geknipt via een luikje. Wie wel met hem praatte werd geslagen.

Volgens de verdediging valt dit onder een schending van Art.3 EVRM. Het OM had moeten uitzoeken of er mogelijkheden tot maatregelen waren die minder rigoureus waren. Verder heeft Jesse onder deze omstandigheden bepaalde verklaringen afgelegd waarvan de verdediging nu zegt dat deze dienen te worden uitgesloten van het bewijs. Ook volgens de jurisprudentie.

De volgende passage vond ik ook wel tekenend voor het pleidooi van de verdediging.

Mr. Janssen richting de rechtbank: Het OM moet niet als één procespartij proberen een verdachte te veroordelen. Nee! Het OM moet zicht houden op het geheel en u helpen bij de veroordeling. Dit is op zich al een vrij ingewikkelde opgave. Een deal met een kroongetuige maakt de taak van het OM nog ingewikkelder. Een kroongetuige trekt aan het OM wanneer hem/haar iets niet zint en reageert daar dan op. Dan komt het OM in een bijna schizofrene positie, men moet de zaak overeind houden én men moet veroordelen. Er wordt magistratelijkheid verreist van het OM en dat is bijna niet op te brengen...

*

Mr. Janssen pleitte inderdaad supersnel afgelopen dagen, maar was wel goed te volgen. Gelukkig stelde Janssen, net als de meeste raadslieden, wel een korte samenvatting van zijn eindconclusies ter beschikking. (zie artikel hieronder, die samenvatting aangevuld met tekst die ik kon noteren) Mr. Malewicz pleitte weer wat rustiger...

De conclusie is dat de verdediging niet-ontvankelijkheid bepleit.

De conclusies: leest u HIER  (of beneden)

Volgende week donderdag wordt het pleidooi van Malewicz afgerond. Hij was bezig met 'Indiana', maar de rechters wilden zich strak aan dit schema houden. Dus 17:00 stoppen en volgende week verder. Dan komen onder meer de deeldossiers 'Agenda' en 'Perugia' nog aan de orde. Mr. Janssen gaf aan een powerpointpresentatie te gaan geven.

Donderdag a.s. komt Mr. Jan Peter van Schaik pleiten voor zijn cliënt Peter La Serpe. Ook interessant.

Zal kroongetuige Peter La Serpe komen opdagen? (denk het niet)

Bondtehond