woensdag 4 juli 2012

'De overeenkomst met La Serpe is de rode draad die door het proces loopt'

In de Bunker-rechtbank te Osdorp vond maandag het pleidooi plaats van Mr. Sander Janssen. De raadsman van Jesse Remmers, vermeend hitman en verdacht van zeven liquidaties in de onderwereld, ging in een vlammend betoog vooral in op de (on)rechtmatigheid van de kroongetuige-overeenkomst die is gesloten met kroongetuige Peter La Serpe. Dinsdagmiddag, na het tweede deel van Mr. Janssen, pleitte ook zijn confrère Mr. Robert Malewicz, de advocaat die Mr. Paul Waarts vorig jaar verving. Vele deeldossiers, zo niet alle kwamen meer inhoudelijk aan de orde.


Jesse Remmers is een van de hoofdverdachten tegen wie tevens levenslang is geëist, dus ook dit pleidooi beloofde een interessant betoog te worden. Reeds jarenlang procederen ging vooraf aan dit moment waarop de raadslieden van Remmers eindelijk hun visie integraal aan de rechtbank konden voorleggen.

Mr. Sander Janssen was weer lekker op dreef en droeg zijn pleidooi voor in het voor de raadsman kenmerkende vlotte tempo. Hij vroeg of de rechters hem zonodig wilden afremmen indien hij wat moeilijk te volgen zou zijn vanwege die snelheid. Hij wilde nl graag dat de rechters het pleidooi goed zouden kunnen volgen, merkte hij op. Dat bleek echter slechts één keer nodig te zijn gedurende de afgelopen twee dagen.

Ook maandag waren er weer maar twee verdachten aanwezig, vanzelfsprekend cliënt Jesse Remmers en ditmaal op de plek waar Remmers normaal zit, had Dino Soerel plaats genomen om het pleidooi aandachtig te volgen. Confrère Mr. Robert Malewicz en enkele andere kantoorgenoten keken de eerste uren mee met de verrichtingen van Mr. Janssen.

Jongste Rechter opende de zitting: Goedemorgen, mijnheer Janssen en mijnheer Remmers. U gaat de niet-ontvankelijkheid bepleiten, hadden wij begrepen?

Mr. Sander Janssen: Goedemorgen Edelachtbare, ik ga vandaag inderdaad in delen de niet-ontvankelijkheid bepleiten. In het eerste deel zal ik ingaan op de totstandkoming van de kroongetuigedeal met La Serpe. In het tweede deel ga ik in op de wettelijke bepalingen, daarna behandel ik de getuigenbescherming en de rechtmatigheid van de overeenkomst met La Serpe. De overeenkomst is de rode draad die door het proces loopt. Vooral de niet-ontvankelijkheid zal ik vandaag behandelen. Ik begin met de feitelijke gang van zaken.

Om u een indruk te geven, het pleidooi van Mr. Janssen was als volgt opgebouwd: Lees HIER

Zoals reeds aangegeven in eerdere verslagen zou Mr. Sander Janssen de wet- en regelgeving rondom de kroongetuigenregeling uitgebreid aan de orde stellen. Volgens de verdediging is er 'een draak van een wet aangenomen' en ging daar diep op in. Op briljante wijze hield Janssen het Openbaar Ministerie op momenten een spiegel voor en wees de rechtbank op de vele gebeurtenissen tijdens dit grootste liquidatieproces met de codenaam 'Passage' ooit in Nederland waarbij de verdediging op achterstand zou zijn gezet.

Mr. Janssen: Het is ironisch dat het Openbaar Ministerie hetzelfde verwijt aan de verdediging maakt waar het de stukken van overtuiging rondom F3 betreft. Er is al eerder opgemerkt dat deze zaak alleen al uniek is door de vele gespiegelde standpunten die er zijn geweest, spiegels waarvan het Openbaar Ministerie zich maar niet bewust lijkt te zijn. Ik kom daar op terug.

Er op terugkomen deed de raadsman dinsdag. En hoe... Mr. Janssen liet alle incidenten de revue nog eens passeren en zette tegenover elk incident waarbij het OM bijvoorbeeld onderzoekswensen afwees, een moment waartoe het officieren van justitie die mogelijkheden tot onderzoek wél hadden. Janssen hield het OM zo keer op keer een spiegel voor. Zoals het geval met getuige Q5 waarbij men zichzelf juist zeer ruime criterium toewees, terwijl men de verdediging met de F-getuigen juist weinig tot geen ruimte leek te gunnen.

Mr. Janssen: Het OM kan maar niet accepteren dat het middel Anonieme Bedreigde Getuige ingezet wordt tégen het OM.

Met name de perikelen rond de zaak Bethlehem en de zogenaamde F-getuigen die over die zaak verklaringen aflegden, maar ook de kwestie Kaale kwamen maandag en dinsdag uitvoerig aan de orde. In het kader van het (niet) aanleveren van de benodigde informatie aan de rechter-commissaris kon dit aspect maandag volgens Janssen op momenten reeds niet onbenoemd blijven. Dinsdag ging de raadsman daar echter pas heel uitvoerig op in.

Dat het OM met twee maten meet, is volgens Mr. Janssen al wel duidelijk geworden tijdens Passage. Echter niet te vatten vindt Janssen het feit dat er reeds in 2006 uit afgelegde verklaringen bij de CIE van getuigen F1 en F3 is gebleken dat er informatie beschikbaar was dat La Serpe waarschijnlijk nog een moord zou hebben gepleegd in een loods en dat er een ring zou zijn zoekgeraakt met het wegwerken van het lichaam. Er is niets mee gedaan. Waarom niet? Er is niet gezegd door de CIE: Hier moet even een pas op de plaats plaatsvinden en eerst onderzoek naar gedaan worden. Hoe kan het dat die informatie niet is gebruikt? De CIE had gewoon informatie moeten inwinnen, aldus Janssen.

Mr. Janssen: Nu is het weggezakt tijdens het proces. Pas toen de F-getuigen zelf iets zeiden kwam de F-procedure en ook toen is er niets gezegd. Janssen kan zich niet aan de indruk ontrekken dat men zich heeft willen indekken bij het OM. Er is gezegd: 'Als de informatie net heel specifiek is, komt het niet naar boven als je er naar zoekt'. Dit kan ik bijna niet geloven. Het is niet te vatten. Dit is waanzinnig belangrijk. Dit móet in het dossier.

De volgende kwesties diepte de raadsman minitueus uit en wees de rechtbank op een hele reeks aanknopingspunten die erop wijzen dat het OM in strijd met de beginselen van een goede procesorde heeft gehandeld.

De kwestie Bethlehem + getuigen F1 en F3 (afgezet tegen Q5), Getuige Peter 'Peerke' Schoofs, Getuige Rob de W., de kwestie Kaale en getuige Harry W.

Deelzaken Tanta, Opa, Cobra (respectievelijk de Barbecue-, Van Maurik-, Antwerpen- liquidaties) kwamen 's middags aan de orde in het pleidooi van Mr. Robert Malewicz, de tweede advocaat van Jesse Remmers. De raadsman ging gedetaileerd in op de vermeende bewijzen van het OM en zette daar vraagtekens bij, zette daar alternatieven tegenover en vroeg in vele gevallen bewijsuitsluiting. Conclusie telkens: Vrijspraak dient te volgen.

Een grappig moment deed zich voor in de middag. Ik kon zo gauw niemand ontdekken zonder lach op zijn/haar gezicht. Mr. Malewicz was net aan het einde van zijn bespreking van de voornoemde drie deeldossiers.

Mr. Malewicz: Dit is in een notendop het verhaal. Nou ja, notendop... Dit is de kern van het verhaal.
Jesse Remmers boog zich vervolgens iets voorover richting de raadsman en zei iets onhoorbaars voor iedereen.
Mr. Malewicz reageerde daarop met: 'Uh...hehehe... ja inderdaad. Mijn cliënt zegt: We hebben wel hele grote noten in onze doppen'.
Daarop schoot iedere aanwezige in de rechtszaal, incluis de rechters, officieren en aanwezigen op de tribune even in de lach.

Jesse bleek wel vaker de lachers op z'n hand te krijgen. Aan humor ontbreekt het de veertiger niet. Hij was wel vaak zwijgzaam op aanraden van zijn raadslieden, en dat leek gezien de omstandigheden en als ontkennende verdachte ook wel raadzaam, maar als hij iets zei, viel er regelmatig wat te lachen

Over zwijgen gesproken. In Marokko heeft Jesse onder erbarmelijke omstandigheden vastgezeten en mocht van de Marokkaanse gevangenisdirectie in de 14 dagen dat zijn voormalige en inmiddels overleden advocaat Mr. Gerard Hamer (R.I.P) probeerde toegang te krijgen tot zijn cliënt niet spreken met Jesse Remmers.

Later bleek dat Jesse constant geïsoleerd in beperkingen te zitten. Er was informatie binnengekomen bij de CIE dat hij zou willen ontsnappen. Ze zetten overal spionnetjes neer in de gevangenis. Niemand mocht met hem praten. Alles verliep via een luikje. Zelfs zijn haar werd geknipt via een luikje. Wie wel met hem praatte werd geslagen.

Volgens de verdediging valt dit onder een schending van Art.3 EVRM. Het OM had moeten uitzoeken of er mogelijkheden tot maatregelen waren die minder rigoureus waren. Verder heeft Jesse onder deze omstandigheden bepaalde verklaringen afgelegd waarvan de verdediging nu zegt dat deze dienen te worden uitgesloten van het bewijs. Ook volgens de jurisprudentie.

De volgende passage vond ik ook wel tekenend voor het pleidooi van de verdediging.

Mr. Janssen richting de rechtbank: Het OM moet niet als één procespartij proberen een verdachte te veroordelen. Nee! Het OM moet zicht houden op het geheel en u helpen bij de veroordeling. Dit is op zich al een vrij ingewikkelde opgave. Een deal met een kroongetuige maakt de taak van het OM nog ingewikkelder. Een kroongetuige trekt aan het OM wanneer hem/haar iets niet zint en reageert daar dan op. Dan komt het OM in een bijna schizofrene positie, men moet de zaak overeind houden én men moet veroordelen. Er wordt magistratelijkheid verreist van het OM en dat is bijna niet op te brengen...

*

Mr. Janssen pleitte inderdaad supersnel afgelopen dagen, maar was wel goed te volgen. Gelukkig stelde Janssen, net als de meeste raadslieden, wel een korte samenvatting van zijn eindconclusies ter beschikking. (zie artikel hieronder, die samenvatting aangevuld met tekst die ik kon noteren) Mr. Malewicz pleitte weer wat rustiger...

De conclusie is dat de verdediging niet-ontvankelijkheid bepleit.

De conclusies: leest u HIER  (of beneden)

Volgende week donderdag wordt het pleidooi van Malewicz afgerond. Hij was bezig met 'Indiana', maar de rechters wilden zich strak aan dit schema houden. Dus 17:00 stoppen en volgende week verder. Dan komen onder meer de deeldossiers 'Agenda' en 'Perugia' nog aan de orde. Mr. Janssen gaf aan een powerpointpresentatie te gaan geven.

Donderdag a.s. komt Mr. Jan Peter van Schaik pleiten voor zijn cliënt Peter La Serpe. Ook interessant.

Zal kroongetuige Peter La Serpe komen opdagen? (denk het niet)

Bondtehond

Geen opmerkingen :

Een reactie posten