dinsdag 28 september 2010

Bénédicte Ficq: 'Dit is feitelijk onjuist'

UPDATE  Op Dinsdag 5 Oktober zal het liquidatieproces worden voortgezet en vindt er een regiezitting plaats in de Bunker te Osdorp in verband met Dino Soerel, wiens zaak kortgeleden ook in 'Passage' is gevoegd. Op die zitting zullen de officieren van justitie bekend maken wat de stand van zaken is in het onderzoek naar Soerel en krijgen de advocaten gelegenheid aan te geven welke getuigen zij eventueel willen horen. De verwachting is dat de toevoeging van de zaak van Soerel opnieuw tot vertraging van het liquidatie- proces zal leiden. Het proces is ruim twee jaar bezig en keer op keer hebben zich al vertragingen voorgedaan.


Rondom de hervatting verschijnen hier en daar al wel media-berichten die direct of indirect te maken hebben met het proces. Zijn dit voortekenen dat de strijd, die binnen maar soms ook buiten de rechtszaal gestreden wordt, weer losbarst de aankomende maanden? Het lijkt er wel op. Het was immers nog niet zo stil rondom het proces als tijdens het afgelopen zomerreces en het meteen daaropvolgende uitstel van de voortgang van de zittingen ivm de civiele procedure die Peter La Serpe is gestart tegen de staat en het horen van getuigen F1 en F3 door zowel verdediging als OM. La Serpe zal in Oktober in de Bunker worden gehoord over de onthullingen van deze F-getuigen. ( Hier de eerste reactie van de kroongetuige op het toewijzen door de rechter-commissaris van de F-en )

Opvallend waren vooral twee berichten waaraan je onder meer kunt aflezen dat de messen van de verdediging opnieuw geslepen lijken te worden. 'Het liquidatiekantoor' is nl niet zo te spreken over in hun ogen onjuiste berichtgeving in 'de wakkerste krant van Nederland' dat Dino Soerel zich 'De Commissaris' zou hebben laten noemen. 'Dit is feitelijk onjuist', zegt advocaat Bénédicte Ficq, 'Zoiets kan gemakkelijk een eigen leven kan gaan leiden, op internet wordt dat beeld verveelvoudigd.'  Met name De Telegraaf
(-verslaggevers) zouden zich schuldig maken aan beeldvorming en gaat daarin steeds een stapje verder.

Dat John van den Heuvel hierop reageerde in zijn wekelijkse Maandag-column was een beetje te verwachten. Van den Heuvel zegt:
De pers – en vooral de misdaadverslaggevers van deze krant – doet volgens een vorige week door Ficq verspreid persbericht aan ’trial by media’. Met andere woorden; wij veroordelen Soerel al voordat hij is berecht. Zo lust ik er nog wel een paar. Nog even, en het is ónze schuld dat Soerel jarenlang moordverdachte is, in drugs handelde en volgens getuigen als een soort god over leven en dood beschikt.

Ernstiger is, dat Ficq en sommige van haar confrères al een tijdje – bewust of onbewust, dat laat ik maar even in het midden – cliënten tegen journalisten lijken op te zetten. De maatschap waartoe advocaat Ficq behoort, is de laatste jaren uitgegroeid tot hét kantoor van de Amsterdamse misdaadtop. Die ’eer’ gun ik de heren en dames advocaten van harte. Maar het zal toch niet zo zijn dat ’wiens brood men eet, diens woord men spreekt’ de lijfspreuk van dat kantoor wordt?

Persoonlijk moest ik hier toch wel een beetje om lachen. Het deed me terugdenken aan de zitting in de Bunker waarbij Ali Akgün in een spontane opwelling zijn broertje op de tribune met een handgebaar vroeg of zijn ouders reeds vertrokken waren naar Turkije om een bruiloft bij te wonen van een familielid. Hij hield zijn hand schuin omhoog, als het ware een opstijgend vliegtuig en wees daarbij op zijn ringvinger, om zijn vraag wat duidelijker te maken. Ik zat erbij en ik keek er naar. Niets vreemds te zien.

Tot mijn verbazing stond een dag of wat later met nogal grote koeienletters in de Telegraaf dat Ali Akgün een liquidatieopdracht zou hebben gegeven vanuit de rechtszaal aan zijn broertje. Tenminste, dat justitie hem daarvan verdacht. Politiemensen hadden in de zaal gezeten en waren tot die conclusie gekomen. Nou kun je ook overdrijven dacht ik bij mezelf. Maar ja, de gemiddelde Telegraaf-lezer denkt wellicht; Het staat in de krant, dus het is waar. In dat opzicht kan ik de boosheid van een Ali Akgün best wel voorstellen. En dat hij daar dan een opmerking over maakt tijdens een zitting richting de bewuste Telegraaf-journalist ook wel. Dan kun je daar vervolgens wel een conclusie uit trekken dat sommige advocaten hun cliënten lijken op te zetten tegen journalisten, in dit geval John van den Heuvel en/of Bert Huisjes, maar dat lijkt mij overdreven. Meer dan een geïrriteerde Ali die terloops opmerkte 'dat er hier zo'n grote vriend (de bewuste journalist) in de zaal zit die zulke leuke dingen over hem in de krant zette', heb ik niet gehoord.

De opmerking van John van den Heuvel 'Maar het zal toch niet zo zijn dat ’wiens brood men eet, diens woord men spreekt’ de lijfspreuk van dat kantoor wordt?' kan overigens ook op hem zelf van toepassing zijn. John werkte ooit in een ver verleden bij de politie voor hij journalist werd, dus je zou kunnen zeggen dat het lijkt of Telegraaf-journalisten, of het nou John van den Heuvel zelf of collega Bert Huisjes is, soms tamelijk ongefundeerde politie-verdenkingen in een krantenartikel verwerken, bewust of onbewust, dat laten we maar even in het midden. Het zal toch niet zo zijn dat ’wiens brood men at, diens woord men spreekt’ de lijfspreuk van de Telegraaf-journalist is?

Gisteren verscheen overigens ook dit persbericht:
......................................................................................................
In De Telegraaf van woensdag 22 September jl. verscheen onder de kop “OM pakt Soerel voor liquidaties” een bericht rondom de arrestatie van S. in verband met verdenking betrokkenheid bij een tweetal liquidaties. In het bericht werd ook gerefereerd aan onze cliënt Ali A.

Het bericht bevat meerdere onjuistheden die - gelijk aan voorgaande onjuistheden – gemakkelijk een eigen leven kunnen gaan leiden zowel in, als buiten de tegen cliënten aanhangige strafzaken.

Zo is in het bericht is te lezen:

Behalve deze twee liquidaties beschikt justitie ook over verklaringen dat Dino Soerel en diens vermoedelijke linkerhand Ali A. de liquidatie gelastten van ex-voorzitter Nedim Imac van de Amsterdamse voetbalclub Türkiyemspor.

Dit is onjuist en mist aldus iedere feitelijke grondslag.

Amsterdam, 27 september 2010     
N.C.J. Meijering
......................................................................................................

In de aanloop naar de hervatting van het liquidatieproces kun je dus kunnen stellen dat achter de schermen het gevecht om centimeters terreinwinst nog in alle opzichten doorgaat, al merk je daar als lezer weinig van in de media.

Meer indirect met het liquidatieproces te maken; Op dit moment vindt in Het Hof aan de Prinsengracht het Hoger Beroep plaats van Gwenette Martha. Gwenette was lange tijd voortvluchtig na zijn ontsnapping uit de gevangenis in Heerhugowaard. Hij is na zijn aanhouding in Antwerpen reeds ondervraagd in de zaak 'Nicht'.
Dit Hoger Beroep gaat nog over zijn 'oude' veroordeling voor drugs- en gewelddelicten.

(Helaas was ik verhinderd deze zittingen bij te wonen. Wel hoop ik vrijdag de laatste zitting in Het Hof te kunnen meemaken. Wellicht zal ik hier wat over schrijven.)

De meest opvallende verschijning in de internet-media was wel dit exclusieve filmpje op de crime-website Camilleri.nl met vermeend hitman Jesse Remmers in de hoofdrol. Het zijn tenslotte de eerste bewegende beelden van Jesse. Was dit tijdens zijn laatste bootreisje naar Marokko.......?



Dinsdag 5 Oktober ben ik natuurlijk ook weer aanwezig in de Bunker en hoop net als ieder ander stilletjes dat de door Willem Endstra beweerde 'Koning van de onderwereld' waar iedereen voor scheen te sidderen zelf ook zijn neus eens kan en mag laten zien. En hoe zal het weerzien zijn tussen oude bekenden na zijn jaren van afwezigheid?

U kunt het allemaal lezen op 'Bondtehond bij het Liquidatieproces'

De behandeling van de verklaringen van de F-getuigen staat in de Bunker gepland op donderdag 14 oktober.


Bondtehond

vrijdag 24 september 2010

Down for the count

Misdaadjournalist Koen Scharrenberg komt met een zeer interessant en ook actueel boek, gezien enkele recente liquidaties en ontwikkelingen in de vechtsportwereld. Zeker voor de die-hard crimewatchers, maar ook voor een ieder die affiniteit heeft met vechtsporten is dit boek zeer aan te bevelen !


Vechtsport is onlosmakelijk verbonden met kameraadschap, respect en incasseringsvermogen. En soms met keiharde criminaliteit.

Down for the count is een bekende term in de vechtsport. Dit boek is een kroniek over vechtsport en misdaad, winnen en verliezen in de ring en in het leven. Het gaat over doorzettingsvermogen en incasseren, neergaan en weer opstaan. En ook over de raakvlakken van vechtsport met gewelddadige criminaliteit en de ingrijpende consequenties daarvan. Down for the count beschrijft de vechtsport en haar beoefenaren van binnenuit. Op fascinerende, maar ook ontroerende wijze. Het geeft een uniek inzicht in een wereld waar mensen altijd het risico lopen Down for the count te gaan.

‘Aangrijpend, fascinerend, absoluut realistisch …. Leest als een trein. Onmogelijk neer te leggen voor je het uit hebt’
Fred Royers, ex-wereldkampioen karate en kickboksen, televisiecommentator en journalist.

‘Een harde werkelijkheid, maar enorm boeiend. Dit boek maakt oprechte emoties los en moet iedereen aan het nadenken zetten.’
Michel Wedel, voormalig internationaal karate- en bokskampioen, hoogleraar marketing in de Verenigde Staten en Nederland.

Koen Scharrenberg (1956) weet waarover hij schrijft. Hij draaide jarenlang mee aan de karate-wereldtop en won vele internationale titels. Scharrenberg is nu een bekende misdaadjournalist. Hij schrijft voor Panorama en maakt spraakmakende (televisie)reportages.


Technische gegevens:
Paperback / met foto’s
264 pagina’s
EAN 97890 8975 1324
€ 18,95

Vanaf half Oktober verkrijgbaar in de betere boekhandel.
of
Te bestellen via Bol.com.

Bondtehond

dinsdag 21 september 2010

Rechters in ontnemingszaak Greg Remmers gewraakt

Het gerechtshof Amsterdam heeft vandaag het wrakingsverzoek van Greg Remmers gegrond verklaard. Het verzoek was gericht tegen de raadsheren van de strafkamer van het hof die het hoger beroep behandelen in de ontnemingszaak. In deze zaak vordert het Openbaar Ministerie de ontneming van het voordeel dat Greg Remmers zou hebben genoten van strafbare feiten waarvoor hij eerder is veroordeeld. De raadsman van Greg Remmers, Mr. Sjoerd van Berge Henegouwen, had kenbaar gemaakt dat hij een nieuwe zitting wilde omdat volgens hem  inmiddels was gebleken dat zijn onderzoekswensen waren afgewezen op grond van een onjuist feitelijk uitgangspunt. 

Bron foto: Camilleri.nl 

De strafkamer had in reactie schriftelijk laten weten dat zij geen aanleiding zag wijziging te brengen in het voorgenomen behandelprogramma. In die brief stond niet dat op de zitting het verzoek van de raadsman aan de orde kon komen. Het hof oordeelde dat er geen aanwijzingen zijn dat de betreffende raadsheren vooringenomen zijn, maar meent wel dat de vrees die Greg Remmers daarvoor heeft objectief gezien gerechtvaardigd is. Greg Remmers heeft uit de brief van de strafkamer volgens het hof kunnen afleiden dat de strafkamer zonder Greg Remmers te horen en zonder motivering het verzoek van Greg Remmers om opnieuw naar zijn onderzoekswensen te kijken heeft afgewezen.

Geen rol in de beslissing van het hof speelde de niet onderbouwde opmerking van de raadsman dat een van de raadsheren in het verleden als officier van justitie mede betrokken was geweest in het onderzoek ‘Hollands Netwerk’ waarin Greg Remmers ook  werd genoemd.  Dat het wrakingsverzoek gegrond is verklaard, betekent dat andere raadsheren verder gaan met de behandeling en zullen oordelen over het verzoek van Greg Remmers om opnieuw naar de onderzoekswensen te kijken.

Een bescheiden meevaller dus voor Greg Remmers. Het gaat hierbij om een plukze-zaak waarin het Openbaar Ministerie circa vijf miljoen euro van Remmers wil vorderen naar aanleiding van zijn veroordeling in de zaak ‘Speed’ in 1999. Remmers zei daar zelf tijdens de zitting op 3 september het volgende over: ‘Van de 22 zaken ben ik van 18 vrijgesproken. Ik word in de media steeds geassocieerd met harddrugs, terwijl ik daar niets mee van doen heb.’

Het is nog onduidelijk wat dit precies betekent voor de overlevering van Remmers aan Italie. Afgelopen vrijdag oordeelde de rechter dat de Amsterdamse godfather mag worden overgeleverd aan Italie in het kader van ’Operatie Tamanaco’, een groot onderzoek naar cocainesmokkel. (foto's)

Bondtehond

Dino Soerel in cel aangehouden voor liquidaties

De 49-jarige Dino Soerel is vanmorgen in zijn cel aangehouden voor betrokkenheid bij de moord op Thomas van der Bijl in 2006 en Kees Houtman in 2005. Daarnaast verdenkt het Openbaar Ministerie Amsterdam hem van deelname aan een criminele organisatie. Binnen enkele dagen zal de 49-jarige Amsterdammer worden voorgeleid bij de rechter-commissaris van de rechtbank in Amsterdam.



Na de voorgeleiding maakt het OM bekend of hij in het kader van het liquidatieproces Passage als verdachte wordt gedagvaard of niet. Soerel is in 2008 door de rechtbank in Haarlem bij verstek veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaar. Op 27 augustus werd hij hiervoor aangehouden in Amsterdam, waarschijnlijk na een tip van een goede bekende. Hij was al jaren voortvluchtig, en werd eind 2009 veroordeeld tot acht jaar cel wegens drugshandel.

Bron: OM

Bondtehond

vrijdag 17 september 2010

'Greg Remmers mag worden overgeleverd aan Italië '

De overleveringskamer van de rechbank aan de Parnassusweg te Amsterdam heeft in de overleveringsprocedure van Greg Remmers en drie medeverdachten in verband met een omvangrijk Italiaans onderzoek naar drugshandel in georganiseerd verband beslist dat alle vier de verdachten toch mogen worden  overgeleverd. Van de vijfde verdachte, Jerry G., is de zaak aangehouden en volgt pas later uitspaak. Italië had om overlevering van Greg Remmers gevraagd omdat hij volgens Italiaanse justitie een belangrijke rol zou spelen in een internationale misdaadorganisatie die zich bezighield met de invoer en de handel in verdovende middelen en banden zou hebben met maffia-organisaties en andere arrestanten, die eerder omschreven werden als Camorra- en N'drangheta-leden.


De uitspraak was voor een belangrijk deel gelijkluidend, alleen in de zaak van Greg Remmers week de uitspraak af. De overlevering van verdachten wordt toegestaan ondanks het ruime verweer dat tijdens de zitting van 7 September is gevoerd door de advocaten, maar ook door de verdachten zelf. Suzette de R. en Pasquale P. worden overgeleverd met dien verstande dat de overlevering slechts wordt toegestaan voor zover dit feit is gepleegd in de jaren 2006/2007. Voor zover het een feit betreft, gepleegd in de periode december 2004 tm december 2005, en in de periode januari 2008 tm september 2008, staat de rechtbank overlevering niet toe. Ditzelfde geldt ook voor Greg Remmers. De overlevering wordt toegestaan voor een beperktere periode van de criminele organisatie en geweigerd voor de ruime periode. 'Zo zal ik het maar even kort samenvatten', aldus de voorzitter van de overleveringskamer.

Voor dhr. Richard K., dhr Pasquale P. en mevr. Suzette de R. geldt eveneens dat de overlevering wordt geweigerd voor zover het betreft een specifieke poging die is beschreven in het overleveringsverzoek en die een beoogde invoer betreft naar Italië van 500 kg cocaïne in de periode eind 2006 en de eerste maanden van 2007 met behulp van een vliegtuig. Hierbij wijkt de beslissing in de zaak van Remmers af. De rechtbank staat in zijn zaak ook de overlevering toe met betrekking tot de beoogde invoer van 500 kg cocaïne met een vliegtuig in de periode eind 2006, de eerste maanden van 2007. Dit is de beslissing.

De rechtbank gaf ik grote lijnen aan welke overwegingen hebben geleidt tot deze beslissing. Wat in alle zaken bijzonder was, was dat er sprake was van twee Europese aanhoudingsbevelen (EAB), eentje in juni uitgevaardigd en tijdens de behandeling op 3 augustus bleek dat er nog een tweede EAB was. De verweren hebben zich erop gericht hoe nou om te gaan met de informatie die was verstrekt in verband met het eerste EAB en in hoeverre die informatie dan ook meegenomen zou kunnen worden bij de beoordeling van het tweede EAB. In het eerste EAB is het OM niet ontvankelijk verklaard door de rechtbank. Dat heeft ermee te maken dat de rechter-commissaris die het bevel had uitgevaardigd aangaf dat hij niet bevoegd was om te oordelen over die zaak. Met betrekking tot het andere bevel heeft officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de informatie die naar aanleiding van het eerste EAB was verstrekt ook in het tweede EAB betrokken diende te worden. De verdediging heeft daar uitgebreid en gemotiveerd verweer op gevoerd tegen dit standpunt.

Hier volgen enkele opvallende, samengevatte gedeeltes uit de overweging van de rechtbank die de voorzitter oplas: De rechtbank overweegt als volgt. Vooropgesteld moet worden dat de overleveringsprocedure zich in tegenstelling tot de voor het kaderbesluit en de overleveringswet geldende uitleveringsprocedure kenmerkt als een sterk vereenvoudigde procedure ter bevordering van een vruchtbare, strafrechtelijke samenwerking tussen lidstaten. Vanwege de verschillende strafrechtsystemen van de lidstaten is hierbij als uitgangspunt gekozen voor een uniform en verplicht instrument en dat is het EAB. Deze uniforme bevelen worden uitgevaardigd volgens het model dat als bijlage bij het  kaderbesluit en de overleveringswet is gevoegd.

Het geldende vertrouwensbeginsel brengt voorts mee dat in beginsel moet worden vertrouwd op de juistheid van de inhoud van het EAB. Omdat aldus sprake is van een relatief eenvoudige procedure, waarbij in beginsel vertrouwd moet worden op de juistheid van de inhoud van het EAB, is het van groot belang dat een uitvaardiger van de justitiële instantie aan de hand van het uniforme en verplichte model zorgdraagt voor een genoegzaam aanhoudingsbevel. Zoals op de zitting van 3 augustus al werd geconstateerd, bevat het tweede EAB als zodanig hiaten en onduidelijkheden. De rechtbank heeft toen, op 3 augustus, gelet op de specifieke omstandigheden die op dat moment waren gebleken, de gelegenheid geboden om het tweede EAB te completeren.

(Vervolgens noemde de rechtbankvoorzitter enkele juridische stukken op basis waarvan de rechtbank heeft gekeken naar de vraag of de feiten voldoende genoegzaam zijn omschreven.)

De voorzitter sprak richting Richard K., Pasquale P. en Suzette de R: Uit die stukken leidt de rechtbank het volgende feitencomplex af. U wordt ervan verdacht lid te zijn van een criminele organisatie die in de periode van september 2004 tot september 2008 actief was in het opzetten van een stabiele internationale handel in verdovende middelen, in het bijzonder cocaïne, afkomstig uit Afrika en vooral uit Zuid-Amerika en bestemd voor Italië, maar ook voor Nederland en Australië. U drieën wordt door de justitiële autoriteiten gezien als de aanzetter, leider, organisator en financier van de organisatie en mevr. De R. verzorgde de logistieke steun in Italië voor de aankomst van de verdovende middelen in Afrika. Voorts is uit afgeluisterde telefoon- gesprekken naar voren gekomen dat door deze organisatie tussen het einde van 2006 en de eerste maanden van 2007 getracht is een hoeveelheid van circa 500 kg cocaïne in te voeren in Italië en in Nederland, gebruikmakend van een vliegtuig, en dat vliegtuig had dhr Remmers tot zijn beschikking.

Naar het oordeel van de rechtbank voldoet hiermee de omschrijving van het feit betrekking hebbende op de verdenking van deelneming aan een criminele organisatie aan de eisen van artikel 2, immers de omstandigheden waaronder een strafbaar feit is gepleegd zijn beschreven met vermelding van onder meer de aard van de door de organisatie beoogde strafbare feiten, de pleegperiode, de pleegplaatsen en de mate van betrokkenheid van de opgeëiste personen bij de organisatie. En verder is er ook een nader gespecificeerd beoogt transport van  verdovende middelen omschreven, dat aan de criminele organisatie wordt toegeschreven. Alleen wat betreft de pleegperiode is de rechtbank van oordeel dat die te ruim is, omdat deze ruimere pleegperiode noch wordt ondersteund door het als concrete activiteit van de organisatie genoemde beoogde transport van invoer van 500 kg, noch door andere verstrekte gegevens. En dat is de reden dat de pleegperiode is beperkt tot de jaren 2006/2007.

Rechter: Voor mijnheer Remmers geldt voorts dat het nader gespecificeerde beoogde transport van  verdovende middelen ook omschreven is met pleegperiode en pleegplaatsen en dat bij dit transport de betrokkenheid van u, mijnheer Remmers, ook nader is omschreven, te weten dat u dus hiervoor een vliegtuig ter beschikking had gesteld. Daardoor acht de rechtbank in uw geval ook dat nader omschreven transport voldoende duidelijk beschreven en voor de andere drie niet, en met name niet omdat niets blijkt van de betrokkenheid van de opgeëiste personen bij dit concrete feit wat de betrokkenheid is, zeg maar de rol, die is niet voldoende duidelijk.

Voor zover de verdediging heeft betoogt dat onduidelijk is waarop de Italiaanse justitie de verdenking heeft gebaseerd, overweegt de rechtbank dat die eis in artikel 2 (van de overleveringswet) niet wordt gesteld en ook overweegt de rechtbank dat de beschrijving van de feiten er niet toe dient om een onschuldverweer mogelijk te maken zodat de verweren die daarop gericht zijn worden verworpen.

Er is gelet op de terugkeergarantie. Die is bij alle verdachten in orde, dus de garantie die gegeven is dat u een eventuele vrijheidsstraf in Nederland kan uitzitten. Daarvoor is wel nodig dat de feiten ook naar Nederlandse recht strafbaar zijn. De rechtbank constateert dat dat het geval is. Het gaat naar Nederlands recht om overtedingen van de opiumwet, en bij dhr. Remmers geldt nog dat het andere feit oplevert een strafbare voorbereidingen van een opiumwetfeit.

Een opvallende uitspraak van de rechter was dat ondanks de duidelijke omschrijvingen door de verdediging, gestaafd met concrete gevallen dat Italië zich in het verleden vaker aan flagrante schendingen van de EVRM heeft schuldig gemaakt, en de dreiging die dhr Remmers ten deel zou kunnen vallen als hij in het zogenaamde maffiaregime zou komen omdat hij van maffia-gerelateerde misdrijven wordt verdacht, vindt de rechtbank dit niet voldoende onderbouwd.

Rechter: Dat de EVRM geschonden wordt, wil niet zeggen dat dat in uw zaak ook het geval zal zijn. Op de door de verdediging gestelde feiten en omstandigheden is dreiging van schending niet aannemelijk geworden. Dat Italië eerst maar eens met feiten moet komen en daarom de behandeling zou moeten worden aangehouden, dat verweer moet worden verworpen. Het specialiteitenbeginsel moet ook in het geval van Italië worden eerbiedigd. Een specifiek onderdeel hoeft niet in de uitspraak te worden opgenomen waarbij het specialiteitsbeginsel nog eens uitdrukkelijk moet worden vastgelegd.

Het onschuldverweer van dhr. Remmers dat hij in bepaalde periode in detentie heeft doorgebracht. De rechtbank overweegt dat wat dat betreft de periode waarvoor de overlevering wordt toegestaan reeds beperkt is tot de jaren 2006 en 2007, zodat het slechts gedeeltelijk relevant is, maar voorts dat voor de feiten waar het om gaat niet is aangetoond dat u die feiten onmogelijk kan hebben gepleegd en daarbij wijst de rechtbank er voorts op dat fysieke aanwezigheid bij dit soort feiten niet speciaal noodzakelijk is.

Het OM gaat erover of Greg Remmers wel uitgeleverd zou moeten worden, gezien het feit dat er nog niet onherroepelijke strafrechtelijke onderzoeken zijn die niet zijn afgedaan in Nederland, en of die eerst moeten zijn behandeld, niet de rechtbank. Deze toetst slechts de rechtmatigheid van de overlevering.

Natuurlijk is deze uitspraak een enorme domper voor de ontkennende verdachten, en verlieten zij allen met teleurgestelde gezichten en machteloos gebarend naar familieleden en vrienden op de publieke tribune de rechtszaal....

Mr. Peter Hermens, de raadsman van Greg Remmers, gaf in de hal van de rechtbank een korte reactie na deze uiterst teleurstellende uitspraak: 'Tijdens mij pleidooi heb ik gezegd op enig moment, rechters het uitgangspunt moet zijn dat jullie eens kritisch gaan kijken naar deze wet en het vezoek wat er ligt. Dat moet het uitgangspunt zijn, kritisch. Nu heb ik deze uitspraak net aangehoord en het enige wat mij bijblijft bij deze rechtbank bij deze beslissing is dat ze dat nou net niet gedurft hebben om heel kritisch te kijken naar bepaalde punten. Bijvoorbeeld, de dreigende schending van mensenrechten, wat in Italië gaat spelen, daarvan zegt de rechtbank het is op dit moment onvoldoende aannemelijk dat dat ook bij Remmers gaat spelen. Dat blijkt natuurlijk nergens uit. Dat is wel heel makkelijk om dat als zodanig te zeggen, maar ik geef het ze op een presenteer- blaadje, van wat er ligt, wat er voor concreten feiten en omstandigheden zijn en hoe slecht het in Italië is, waar ie daar allemaal mee te maken krijgt. Dat verschrikkelijke detentieregime, het zg maffiaregime wat extreem heftig is, waarvan een onafhankelijk orgaan gewoon zegt dat het heel erg snel in strijd is met een heel belangrijke bepaling in een verdrag (EVRM). Zeggen ze, ja, das niet aannemelijk dat dat ook in dit geval bij Remmers gaat gebeuren. Tja, wat moet ik dan nog? Nee, het is het gebrek aan durf om kritisch te zijn. Dat is wat mij het meest bijblijft.'

Wat mij zelf het meest bijgebleven is, is het ongeloof waarmee familieleden en vrienden reageerden op deze beslissing. De verslagenheid was op hun gezichten af te lezen en er vloeiden hier en daar ook tranen. Zeer begrijpelijk als je beseft dat Nederlandse onderdanen op zulke minieme gronden, en zonder eerst bewijzen te overleggen, of feiten te onderbouwen, gewoon overgeleverd kunnen worden aan een land dat het EVRM talloze keren heeft geschonden.  Dat een overleveringsverdrag het toestaat dat ieder willekeurig EU-land zonder met direct keihard bewijs te komen een Nederlander voor jaren kan opsluiten in eender wat voor kerker dan ook, dat is iets wat je bijna niet kunt vatten. Als buitenstaander niet, laat staan als familielid......

Bondtehond

woensdag 8 september 2010

Greg Remmers: 'Wat begint met een leugen, eindigt met een leugen'

In de rechtbank aan de Parnassusweg in Amsterdam vond Dinsdag 7 September de zitting plaats in de overleveringskamer waarbij vijf verdachten, vermeend drugsbaron Greg Remmers (62), Richard K.(47), Suzette De R.(50), Pasquale P.(45) en Jerry G.(57) terecht stonden inzake een uitleveringsverzoek van de Italiaanse autoriteiten. Italië verdenkt deze vijf personen van internationale drugshandel, althans een poging een cokelijn op te zetten met als oogmerk het importeren en op de markt brengen van grote hoeveelheden cocaïne die vanuit Venezuela via Afrika op de Europese markt zouden worden gebracht. Er is overigens nooit 1 gram cocaïne verplaatst of aangetroffen. Het zou puur gaan om voorbereidingshandelingen. De verdenkingen omtrent de 700 Kg uit 'Operazione Tamanaco' heeft men echter in een eerder stadium reeds laten vallen.


Niet vreemd, als men bedenkt dat Greg Remmers in de periode in 2005, waarin voorbesprekingen zouden hebben plaatsgevonden in Hotel Tamanaco te Caracas - Venezuela tussen drugsbaronnen, nog gedetineerd zat voor een andere zaak, de zaak 'Speed'. De detentie van Remmers duurde namelijk van April 1999 tot Juni 2006. Opvallend is dat Italianen volgens de advocaten 2 EAB's (Europees Aanhoudingsbevel) hebben gestuurd, waarin verschillende omschrijvingen staan van de vermeende strafbare feiten. Daar is nu onduidelijkheid over. Op een EAB staat nu dat Greg Remmers over een eigen vliegtuig zou beschikken waarmee een partij van 500 Kg gesmokkeld zou worden volgens Italiaanse justitie. Het vliegtuig zou bestuurd worden door Richard K. Deze K. ontkende dat met klem, net zoals Greg Remmers zelf, die zegt Richard K. niet eens te kennen.

Dit geldt ook voor verdachte Suzette de R. Ook zij zou een totaal onbekende zijn van Remmers. De R. verdenkt men van een logistieke rol, met als dekmantel een liefdadigheidsinstelling die gesubsidieerde voedselpakketten voor 3e wereldlanden zou verzorgen. Deze zouden dienen als dekladingen. Ook Suzette de R. onkent met klem, en wees deze net als haar familieleden op de tribune smalend lachend van de hand. Greg Remmers wordt door Italië gezien als financier en contactpersoon tussen de leverancier, de in Venezuela woonachtige Italiaan Victor Belgiovane (70) en de in Italië woonachtige contactpersoon Anthony Rea (59).

(helaas was ik tijdens het pleiten niet aanwezig wegens een afspraak maar was wel weer aanwezig toen de verdachten een laatste woord konden richten tot de rechtbank)

De verdenkingen vloeien voort uit een onderzoek waarbij de naam van Greg Remmers gevallen is tijdens een telefoongesprek in Italië, echter de Italiaanse justitie heeft geen enkel bewijs meegestuurd met het EAB. 'Dat is dat voor een EAB ook niet nodig. We worden geacht vertrouwen te hebben wat het overleveringbevel oplevert', aldus de officier van justitie. De schuldvraag zou in Italië pas aan de orde komen.

De advocaten zijn het daar niet mee eens en willen op z'n minst bewijzen zien en vragen inzage in de tapgesprekken. Ze willen deze kunnen toetsen, maar volgens het OM is de vraag of Italië rechtmatig handeld niet terzake omdat er in Nederland geen opsporingsonderzoek heeft plaatsgevonden. Dit wordt sterk betwijfelt aangezien er een foto in het onderzoek is opgedoken van Greg Remmers en Jerry G. bij Hotel Mercure bij Sloten in Amsterdam waarop beiden staan.

Italië heeft zich in het verleden vaker schuldig gemaakt aan schendingen van het EVRM, vandaar dat de verdediging totaal geen vertrouwen heeft in de Italiaanse afwikkeling van de mogelijke overleveringen. Wat staat de verdachten daar te wachten? Worden zij in een maffia-gevangenisregime geplaatst, gezien de vermeende banden met maffia-organisaties en andere arrestanten, eerder omschreven als Camorra- en N'drangheta-leden? Zal Italië het WOTS-verdrag respecteren? Veel vragen dus waarop de verdediging antwoord wil en nog meer gronden waarop zij vinden dat het OM afwijzend zou moeten beslissen op dit overleveringsverzoek van Italië.

Het felste laatste woord kwam van Dhr. Richard K., de vermeende piloot. Hij was zeer geïrriteerd en liet telkens zijn ongenoegen blijken. Hij overhandigde de rechtbank allerlei uitgeprintte printscreens van nieuwsartikelen afkomstig van internet.
Richard K. : Ik word in Italië afgeschilderd als een of andere Al Capone. Ik vind dat niet niet normaal. Ik sta met stip genoteerd, het meest erge wat u maar kunt verzinnen.

Greg Remmers had ook een laatste woord tot de rechtbank. In een epistel van een paar kantjes liet de getergde vader van een groot aantal kinderen, waaronder een 2,5 jaar jong zoontje van zijn huidige Colombiaanse vrouw die hij graag wil zien opgroeien, weten dat dit overleveringsverzoek zwaar onterecht is. Toewijzing zou kunnen betekenen dat hij 3 a 4 jaar, als het niet meer is, in voorarrest zou kunnen komen te zitten, nog voor de rechtszaak zou gaan spelen en dat zou op zijn leeftijd wel eens neer kunnen komen op z'n doodsvonnis.

Greg Remmers: Edelachtbaar college, mevrouw de officier van justitie, mij wordt gevraagd om mijn onschuld aan te tonen, als dat al mogelijk is, als ik papieren kan laten zien waaruit blijkt dat ik van december 2004 tm december 2008 nooit betrokken geweest kan zijn. Toch kan ik voor een deel mijn onschuld wel bewijzen. Ik wil eerst dit even zeggen: 'Wat begint met een leugen, eindigt met een leugen'. Ik vind dat ik onterecht en op valse berichtgeving vanuit Italië, zonder dit eerst te checken, ben aangehouden. Op 22 juni, dinsdag om 04:00 's morgens zei een van de leden van de Nationale recherche me dat er een EAB liep tegen me. Ik wist niet wat dat betekende. Men vertelde me dat het een Europees aanhoudingsbevel was vanuit Italië. Op dat moment toen ik dit hoorde was ik totaal overdonderd, aangeslagen en verbaasd tegelijk. Ik zeg, Italië, voor wat dan? Later op de dag verscheen de Telegraaf met een groot artikel met mijn foto, ik zal u deze zo dadelijk laten zien. Een foto uit Nederland, van een ID-kaart, dus niet eens een foto van mij uit Italië.

Dat vind ik nog steeds vreemd. Ik zou in Hotel Tamanaco in Caracas in Venezuela samen met drugsbaronnen in Augustus 2005 plannen hebben gesmeedt om 700 kg cocaïne te smokkelen samen met leden van de maffia, zo zei mevrouw de officier van justie mevr Tonnenburg, waarop ik zei, mevrouw de officier dat is niet mogelijk. Ik kan nooit in Caracas Venezuela geweest zijn, ik zat toen vast. In de periode April 1999 tm juni 2006. Dat was voor de zaak 'Speed'. Zo heette dit onderzoek. Ik heb niets met harddrugs, dat is niet mijn ding, maar vanaf die tijd wordt mij door justitie altijd harddrugs verweten. Mevrouw de officier was een tikkeltje verbaasd toen mevrouw de officier hoorde dat ik in die tijd vastzat, maar liet mij niet gaan. Er zouden nog wat stukken binnenkomen. Toch word ik direct al neergezet als de grote drugsbaron cq maffialid in de Telegraaf, op internet, etc etc. Altijd met toestemming van het Openbaar Ministerie. Hoe denkt u dan dat men mij in Italië zal behandelen? Zo word ik neergezet, ook in Italië en ook in de pers. Nogmaals, hoe denkt u dat men mij daar zal behandelen?


Op donderdag 1 Juli diende het schorsingsverzoek voor de raadkamer. Officier van justitie was mevrouw Ang. Ze had wat nieuwe stukken binnen-gekregen. Mijn advocaat meneer Mr. Meijering en ik konden lezen dat mevrouw de Officier mevr. Ang zei dat ik niet meer werd beschuldigd van die 700 kg in Italië. Het klopte dat ik in die tijd vastzat, in 2005, en dus niet gelogen had. Met andere woorden dat ik onmogelijk daar aanwezig in Caravas in Hotel Tamanaco in Venezuela had kunnen zijn, dus daar niets mee te maken kon hebben en had. Ik heb niets met harddrugs. Maar sta wel met foto en al als enige in de krant. De Telegraaf wijst met een grote beschuldigende vinger naar mij toe. Ik word als enige genoemd. Dat is me nogal wat. Het is één grote leugen en er volgden er nog meer. Ik snap niet waarom ik daarin altijd alleen sta. Er wordt altijd met een grote vinger naar mij toe gewezen als zijnde de grote drugsbaron. Italië had en heeft nu weer iets anders voor mij bedacht. Ik word nu beschuldigt dat ik Greg Remmers, jaah, een eigen vliegtuig zou hebben, en dat ik zelf de eerste financiëring zou doen. Ja, van partijen van minstens 500 kg per keer. Maar toen dat ook niet doorging werden er transporten gedaan met de boot naar Antwerpen.


Ik weet niet hoe men hier bij komt en loopt te raaskallen en al deze onzin om mij zomaar aan te wijzen en ook hiervan te beschuldigen, met name uit Italië. De officier van justitie heeft het over veel geld verdienen. Ik weet amper hoe ik elke maand moet rondkomen en ook om mijn gezin te kunnen onderhouden. Het zijn allemaal leugens. Overlevering naar Italië, waar ik zomaar drie a vier jaar of langer in voorarrest kan zitten en ook geen contact kan hebben met mijn vrouw, gezin en familie in deze tijd mag hebben. Met mijn leeftijd komt dat vrijwel zeker neer op een doodsvonnis, terwijl ik hier niets mee te maken heb. Nu kan er wel gezegd worden dat ik dit allemaal in Italië maar moet uitzoeken en vertellen, maar gelet op de verdenking dat ik bij de maffia zou horen, wordt daar niemand uit de voorlopige hechtenis gezet, ook al is er geen enkel bewijs voor dit alles. Ik vind dat er wel erg makkelijk wordt omgesprongen met Nederlanders. In die zin, dat ik gehoord heb hoe makkelijk je naar een land, Italië dus, gestuurd kan worden, waar je dus zomaar kunt zitten in de meest sobere en gevaarlijke omstandigheden. Italië is vele malen op de vingers getikt door de Europese Unie en ook door Strassburg wegens het niet nakomen van afspraken en voorwaarden. Dat zou toch beter geregeld moeten worden. Niets komen ze na in Italië. Ze zeggen ja, maar ze doen nee. Voorwaarden worden openlijk in de prullebak gegooit. Men heeft daar in Italië echt maling aan. Er zitten heel wat haken en ogen aan de uitlevering aan Italië.


Zonder dat er één bewijsmiddel hoeft te komen van Italïe. De officieren van justitie durven al te zeggen dat de Italianen de waarheid spreken, zonder dit allemaal te checken. Vooroordeel: Vanaf het begin is men al begonnen met leugens: Italië 700 Kg, vliegtuig 500 Kg cocaïne, een boot in Antwerpen, dan tot 2 keer aan toe aangehouden, dan een foto van mij bij Hotel Mercure, ja niet in Italië, maar hier in Nederland gemaakt. Klopt dit allemaal wel? Het is toch ongehoord vreemd. Zou de rest dan wel kloppen? Dat gelooft u dan toch zelf ook niet meer? Kijkt u eens hoe Italië te werk gaat met Nederland. Italië gaat er toch vanuit, ach Nederland gelooft ons toch wel. Het is daarom dat ik aan u vraag, laat Italië eerst bewijsmiddelen naar Nederland sturen, bijvoorbeeld tapgesprekken. Nee, niet een die men aan elkaar heeft geplakt. dat heb ik ook al meegemaakt in een andere zaak. Ik zou een gesprek hebben gehad, ja over bijvoorbeeld dat vliegtuig en over die 500 Kg cocaïne die ik zelf zou financiëren en die Dhr Kramer zou besturen en dit volgens de Italianen. Ik ken Dhr. Kramer niet.

Op zichzelf is dit toch al een raar verhaal? Het boot-verhaal, naar Antwerpen. Ik kan u nu al zeggen, deze bestaan niet, die gesprekken. Zo'n belangrijke zaak. Dit mag ik u toch wel vragen? Dit moet gecheckt worden. De Nederlandse overheid, justitie en rechters mogen dit, nee moeten dit nu toch ook zien? De waarheid moet uitkomen. Mijn advocaat Dhr Mr. Hermens en ik willen het horen. We weten dat dit nooit kan hebben en heeft plaatsgevonden. Het is wel Italië waar wij het over hebben. Het zijn leugens en nog meer leugens van Italië, al vanaf het begin. Wij zijn wel Nederlandse onderdanen en wonen hier in Nederland. Voor zover ik het nu begrijp is mijn naam genoemd in een gesprek vanuit Italië, waar ik zelf niet bij ben geweest. Één telefoongesprek en ik word daar voor aangehouden. Weet u hoe veel mijn naam genoemd wordt in telefoongesprekken? Op straat, in tijdschriften, in kranten, in huizen van bewaring, voor wat dan ook wat ik niet weet. Ja zelfs in Italië. Ik ben 62 jaar en 5 maanden oud. De laatste jaren word ik zomaar uit het niets beschuldigd van zaken waar ik niets mee te maken heb en niets vanaf weet. Ook nu weer in deze zaak weet ik niets van dit af, Dat zal wel blijken.


(Rechter vraagt: Is dat nu de laatste pagina? Greg Remmers lichtelijk geirriteerd, maar beleefd: Mevrouw de voorzitter, na 3 maanden zitten, mag ik toch wel 5 minuten tijd hebben? De rechter knikt. Greg Remmers: Dank u wel)

Ik heb een lieve vrouw en een goede moeder voor onze zoon Jason. Ze is als een moeder voor mijn andere kinderen. Deze anderen zijn al groot. Behalve Jason van 2,5 jaar oud. Jason heeft mij al moeten missen, een keer 16 maanden, voor de Brazilië-zaak. Deze zaak is geschorst op 19 december. Ook deze zaak zit vol met leugens. Er zijn zelfs spullen neergelegd in mijn huis door de nationale recherche. Valsheid, fraude, ook in de Brazilië-zaak komt de waarheid naar buiten. Als u de overlevering toestaat zie ik mijn zoontje Jason voor zo lange tijd niet opgroeien. Dat heb ik al bij mijn andere kinderen ook niet mogen meemaken. Edelachtbaar college, officier, mevrouw de voorzitter, ik zeg u dat ik totaal onschuldig ben. Ik weet niets van vliegtuigen, partijen van 500 Kg, boten naar Antwerpen en ik heb nooit met die hoofd-beschuldigde gesprekken gehad met Italië. Men moet ook niet vergeten dat wij Nederlandse onderdanen zijn, waar men toch wel voorzichtig mee om moet gaan, en niet zomaar zonder enkel bewijs uileveren aan Italïe, die zich nergens aan houden, alleen volzitten met leugens in deze zaak. Hier kan ik tot slot dit nog vragen, hier heb je nog rechten, in Italië niet meer. Ik dank u.


Op 17 September volgt om 12:30 de uitspraak in de rechtbank aan de Parnassusweg in Amsterdam.

Zal Nederland zijn eigen onderdanen uitleveren? Gaat men voorbij aan de onduidelijkheden in het overleveringsverzoek of zal Italië toch eerst met sterkere argumenten en bewijzen moeten komen? Je zou zeggen van wel. Maar waarom blijft het intussen zo angstvallig stil vanuit Den Haag? Is men daar soms te druk met formeren. Zijn deze verdachten slachtoffers van de maandenlange kabinetsformatie-onderhandelingen? Of streeft men tegenwoordig niet meer naar rechtvaardige rechtspraak? Levert Nederland onderdanen uit aan een land dat op één land in de Europese Unie na, nl Turkije met 2000 keer, het hoogste aantal schendingen van het EVRM kent, nl Italië met 1500 keer. Je houdt je hart vast als je naam valt in een land waar men het dus niet zo nauw neemt met het EVRM....

Bondtehond

vrijdag 3 september 2010

Wrakingsverzoek drugsbaron Greg Remmers in Hof Prinsengracht te Amsterdam

Vanmorgen diende in de wrakingskamer van het Hof aan de Prinsengracht te Amsterdam het wrakingsverzoek tegen het Hof in de ontnemings- procedure van veronderstelde drugsbaron Greg Remmers. Mr. Sjoerd van Berge Henegouwen, advocaat gespecialiseerd in ontnemingsprocedures, trad op als raadsman van 'Chester Gregory Remmers'. Mr.Van Berge Henegouwen heeft het verzoek ingediend, nadat een verzoek om een aantal getuigen te kunnen horen door de rechters was afgewezen. Het Openbaar Ministerie stelt dat het verzoek tot het horen van de getuigen niet op tijd is ingeleverd, wat advocaat Sjoerd van Berge Henegouwen bestrijdt. Het hof ging mee met het OM en was ook niet gevoelig voor ‘bewijzen’ van de verdediging waaruit zou blijken dat het verzoek ‘wel’ op tijd was. “Het hof laat zich belazeren”, beweerde de advocaat eerder.


Mr. Van Berge Henegouwen: De vice-president van het hof Mr. J.D.L.Nuits was in de jaren negentig als advocaat-generaal (aanklager) betrokken en speelde een prominente rol bij de bijzondere opsporingsmethodes waarbij burgerinfiltranten waren betrokken(IRT-affaire) bij zaken rond de groepen van onder anderen Willem Holleeder en Greg Remmers. Hij is een van de mensen die achter een aantal mensen die tot dat netwerk zouden behoren aanging. Hij hoort nu een pas op de plaats te maken. Je moet op z'n minst op z'n qui vive zijn waar het betreft waar de heer Nijs betrokken is bij het onderzoek van de Hollandse netwerken.


De zaak draait om het terugbetalen van vijf miljoen euro aan crimineel verkregen geld aan de staat. De vordering betreft een drugszaak uit de jaren negentig. Remmers is in het verleden meerdere keren veroordeeld wegens softdrugszaken.

Mr. Van Berge Henegouwen droeg vervolgens voor uit een pleitnota:
'Cliënt heeft geen vertrouwen meer dat hij in onderhavige ontnemingsprocedure tegenover onpartijdige raadsheren plaats mag nemen. Cliënt stelt dat deze raadsheren minst genomen de schijn van vooringenomenheid op zich hebben geladen. De vrees hiervoor is objectief gerechtvaardigd.'


Lees hier de volledige pleitnota: Wat is er aan de hand? (PDF)

Na dit betoog kon Greg Remmers een reactie geven voor de wrakingskamer. Dat deed hij ook.
Greg Remmers: Ik zal kort zijn. In '99 ben ik veroordeeld in de zaak 'Speed'. Van de 22 zaken ben ik van 18 vrijgesproken. Ik word in de media steeds geassocieerd met harddrugs, terwijl ik daar niets mee van doen heb. We hadden 250 verzoeken tot onderzoek, waarvan er maar 7 zijn toegewezen. Kan daar niet op doorgaan. Snap niet dat het Hof de fabeltjes van het OM wel gelooft en niet de griffier. Daarom geloof ik niet meer in de onpartijdigheid van het Hof.

Vervolgens verdedigde Mr. Nuis, de rechter van het Hof, zich.
(samengevat)

Mr. Nuis: De rechters hebben te beslissen over wraking, griffiers hebben geen beslissingen te nemen. Naar mijn mening hoort het wrakingsverzoek niet te worden ontvangen. De raadsman heeft brieven gestuurd naar de advocaat-generaal van het Hof. Om misverstanden te voorkomen, het Hof is niets gevraagd. De beslissing van het Hof, daar mag de raadsman het niet mee eens zijn, maar men heeft rustig de uitspraak af te wachten en dan staat het rechtsmiddel cassatie ter mogelijkheid.

Tot 1994 was ik advocaat-generaal bij het Hof in Den Haag. Ben nimmer door commissie van Traa betrokken bij enig onderzoek. Heb altijd professionele distantie bewaard. Er is geen enkele aanwijzing dat ik betrokken ben geweest bij het onderzoek naar de Hollandse netwerken. De raadsman maakt een denkfout. Ik werk reeds 11 jaar bij dit Hof. Het betreft opvolgende functies. Er is concreet ook niets gebleken van vooringenomenheid. Het onderzoek en de vervolging van de verdachte viel eerst onder Kennemerland en Den Haag, later is het een Amsterdams onderzoek geworden. Het betrof onderzoek naar XTC-laboratoriums, waarbij men ambitie had met allerlei toeters en bellen dat alles mocht. Betreffende de brief: Wij achten aannemelijk dat de verdediging in 2008 de brief niet op tijd heeft verzonden. De brief van de griffier zit er ook niet bij....   Dank u.

Laatste woord Greg Remmers: In eerste aanleg kom ik in de rechtszaal. Ik zie niemand. Er zat niemand in de zaal. Hoe kan ik dan mijn onschuld bewijzen en dat dit helemaal verkeerd is? Dat kan ik dan niet aantonen. Dit kan ik niet begrijpen....

De wrakingskamer buigt zich aankomende tijd over het wrakingsverzoek. Over 14 dagen, op dinsdag 21 September, doet het Hof uitspraak.

Bondtehond

woensdag 1 september 2010

Waarschijnlijkheidsuitspraken over ontstaan sporen

Vandaag weer een interessant onderwerp in de reeks maandelijkse columns van mijn gastschrijver, forensisch adviseur Ruben Poppelaars van forensisch adviesbureau Poppelaars & De Jongh:

Ruben schrijft: Het forensisch onderzoek bestaat niet alleen uit het veiligstellen en het onderzoeken van biologische, chemische en fysische sporen. Ook de interpretatie van de sporen met behulp van de vindplaats en de onderzoeksresultaten is een erg belangrijk deel van het forensisch onderzoek. Deze interpretatie wordt in de praktijk gemaakt door de juristen. De officier van justitie heeft haar interpretatie, de advocaat de zijne en de rechters beslissen welke interpretatie de juiste is.


De forensisch onderzoekers assisteren bij het interpreteren van de sporen door aan te geven of een interpretatie die door de jurist is gemaakt, mogelijk of onmogelijk is. Als deze mogelijk is kan de forensisch onderzoeker een waarschijnlijkheidsuitspraak doen over deze interpretatie.

Sinds enige tijd gebruiken de forensisch onderzoekers van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) een bepaald statistisch model, het zogenaamde Bayesiaans model, om deze waarschijnlijkheidsuitspraak te kunnen maken. Door middel van het Bayesiaans model berekent de forensisch onderzoeker de kans dat een bepaald voorval zich heeft voorgedaan, gegeven de onderzoeksresultaten. Deze berekening maakt de forensisch onderzoeker twee keer. De ene keer betreft het “bepaald voorval” het scenario van het OM, de andere keer is het bepaalde voorval het scenario van de verdediging.

Deze berekening wordt bijvoorbeeld gedaan als er een DNA-spoor gevonden wordt. De forensisch onderzoeker onderzoekt het DNA-spoor teneinde een DNA-profiel te verkrijgen. Als hij dit heeft verkregen kan hij het profiel vervolgens vergelijken met het DNA-profiel van de verdachte. Als scenario van het OM kan dan genomen worden dat het DNA-spoor afkomstig is van de verdachte, het scenario van de verdediging zal dan zijn dat het DNA-spoor niet afkomstig is van de verdachte. Afhankelijk van hoe “compleet” het DNA-profiel is dat wordt gegenereerd uit het DNA-spoor heeft dit profiel een bepaalde zeldzaamheid. Als een volledig DNA-profiel overeenkomt met het DNA-profiel van de verdachte zal uit de berekening van de forensisch onderzoeker komen dat het scenario van het OM meer dan een miljard keer waarschijnlijker is dan het scenario van de verdediging. Wanneer het DNA-profiel uit het spoor minder compleet is, zal deze waarschijnlijkheid minder groot zijn. Deze berekening is in grote mate objectief. Van een dusdanige berekening kan daarom vanuit gegaan worden dat deze klopt.

Minder objectief wordt het wanneer er bijvoorbeeld een krassporenvergelijking wordt gedaan bij bijvoorbeeld munitieonderzoek. Bij het verschieten van munitie zullen er krassporen op de hulzen ontstaan. Wanneer er twee hulzen worden gevonden kunnen de krassporen op de hulzen vergeleken worden om te achterhalen of deze met hetzelfde of verschillende vuurwapens zijn verschoten. Het resultaat van dit onderzoek wordt bepaald door de kennis en ervaring van de forensisch onderzoeker. Een conclusie zou daardoor kunnen zijn dat het veel waarschijnlijker is dat twee hulzen zijn verschoten met hetzelfde vuurwapen dan dat er twee verschillende vuurwapens zijn gebruikt om de hulzen te verschieten. Ondanks het feit dat deze conclusie een stuk subjectiever is, kan over het algemeen wel van dit resultaat uitgegaan worden en zal men merken dat wanneer verschillende deskundigen het onderzoek uitvoeren zij allen, in vrijwel alle gevallen, dezelfde conclusie trekken.

Nu betwist de advocaat niet altijd dat een biologisch spoor afkomstig is van zijn cliënt of dat twee hulzen verschoten zijn met één wapen. In het zogenoemde Meer en Vaart-verweer betwist de verdediging niet dat een spoor afkomstig is van zijn cliënt, maar wel dat het is veroorzaakt door het plegen van het delict. In dit geval zullen de scenario’s betreffende de afkomst van het spoor van het OM als de verdediging hetzelfde zijn. De scenario’s over het ontstaan daarvan zijn echter verschillend.

De kansverhouding die de forensisch onderzoekers berekenen zoals hierboven is weergegeven heeft daardoor weinig toegevoegde waarde.

Wanneer een Meer en Vaart-verweer wordt gevoerd wordt de forensisch onderzoeker regelmatig gevraagd om een berekening van de kansverhouding te maken tussen het scenario van het OM en de verdediging. Dit wordt dan ook regelmatig door de deskundige gedaan.

Bijvoorbeeld: Op een plaats delict van een schietincident wordt een vuurwapen aangetroffen waarop het DNA van dhr. X wordt gevonden. Het OM heeft het scenario dat dhr. X geschoten heeft en onderbouwt dit met het feit dat zijn DNA op het vuurwapen is aangetroffen. Dhr. X daarentegen zegt dat het vuurwapen van hem was maar dat het een week voor het schietincident gestolen is. Dat er geen DNA van iemand anders op het vuurwapen is gevonden is daarbij heel makkelijk te verklaren doordat de dader handschoenen droeg als hij het vuurwapen vastpakte.

Kan hierbij een waarschijnlijkheidsberekening gemaakt worden van welk scenario waarschijnlijker is?

Ik denk het niet. Welk scenario waarschijnlijker is, is namelijk van een aantal factoren afhankelijk. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld hoe vaak dhr. X het vuurwapen in zijn handen heeft gehad voordat deze gestolen zou zijn, of dhr. X een persoon is die gemakkelijk zijn DNA achterlaat - doordat hij bijvoorbeeld veel zweet of veel huidschilfers achter laat -, hoe lang dhr. X het vuurwapen al in zijn bezit had, hoe vaak degene die het vuurwapen heeft gestolen dit in zijn handen heeft gehad, waar de dief het vuurwapen heeft bewaard tot het schietincident, of de dief nieuwe handschoenen droeg, of handschoenen die hij al jaren in zijn bezit heeft.

Deze factoren spelen een rol in de waarschijnlijkheid van de scenario’s, maar kunnen niet betrokken worden omdat ze onbekend zijn. Daarom zal er ook geen waarschijnlijkheidsberekening gemaakt kunnen worden. Het is daarom niet aan de forensisch onderzoeker te beoordelen hoe waarschijnlijk de scenario’s zijn, maar aan de rechters.

Dit is een volledig fictief voorbeeld en het is heel goed mogelijk dat het NFI in een zaak als deze aan zal geven dat zij geen kansberekening kunnen maken. Mijn ervaring leert echter dat het niet zeldzaam is dat zij een waarschijnlijkheidsuitspraak doen terwijl belangrijke onbekende factoren niet in deze uitspraak zijn meegewogen.

Het NFI is van plan verder te gaan met hun waarschijnlijkheidsuitspraken door verschillende sporen te combineren bij het doen van waarschijnlijkheidsuitspraken over verschillende scenario’s. Dit brengt echter met zich mee dat ook hier veel factoren een rol zullen spelen die niet bekend zijn. Hier zal ik in mijn volgende column verder op ingaan.

Wat ik met dit betoog duidelijk wil maken is dat waarschijnlijkheidsuitspraken van forensisch onderzoekers lang niet altijd verantwoord zijn. Het is daarom ook zaak dat advocaten die te maken krijgen met dusdanige waarschijnlijkheidsuitspraken hier diep op ingaan. Een dusdanige waarschijnlijkheidsuitspraak kan namelijk veel effect hebben op het vonnis en naar mijn mening de waarheidsvinding ernstig nadelig beïnvloeden.
( Door Ruben Poppelaars )


Bondtehond