zondag 10 augustus 2014

Gangster Gwan Ong vecht terug in Hoger beroep

In september dient het Hoger beroep in de zaak van voormalig zware jongen en oud lijfwacht van Klaas Bruinsma Gwan Ong, die momenteel in de Koepel te Haarlem een straf uitzit van 15 maanden wegens verboden wapenbezit en enkele andere strafbare feiten. Dit omdat zijn vrouw Pascale Stoeltie, de zus van de beruchte voormalig vice-president van de Hells Angels Harry Stoeltie, eind vorig jaar geheel onverwacht aangifte deed van huiselijk geweld tegen haar (toen nog) echtgenoot. Dit deed Pascale kort nadat zij als vermist was opgegeven door haar familie en er op de site van de politie een vermissingsbericht verscheen, gevolgd door diverse media. Korte tijd later werd het bericht plots weer ingetrokken. Daarop volgde enkele bizarre gebeurtenissen.

© Gwan Ong ©

Het hele verhaal was destijds te lezen in een exclusief artikel van misdaadjournalist Hendrik Jan Korterink en mezelf in april-nummer 17 van weekblad Panorama. Gwan Ong was tot dan toe als (ex-)crimineel voornamelijk bekend bij insiders in het milieu en bij het grotere publiek vooral vanwege het met hoge snelheid wegvluchten voor de politie met een Porsche GTS3 tijdens een spectaculaire aflevering van 'Blik op de weg'. Jarenlang bleef de zware jongen, die het naar eigen zeggen de laatste jaren veel rustiger aan doet na de geboorte van zijn dochtertje, onder de radar. Gwan is erg gek met zijn kind, in de goede zin van het woord, en is amper meer met justitie in aanraking geweest. Maar zoals wel vaker met voormalig ABCers die voor een andere levensstijl hebben gekozen, wil dat nog niet meteen zeggen dat de opsporingsdiensten je met rust laten. Zo voelt Gwan zich ook in deze zaak wederom harder aangepakt dan personen die terecht-staan in vergelijkbare zaken.

Mede daardoor is Gwan kort na de uitspraak van 15 maanden tegen dit vonnis in appèl gegaan, maar ook omdat feiten volgens hem extreem zijn aangedikt door zijn inmiddels ex-vrouw en/of zelfs feitelijk helemaal niet kloppen, aldus Ong. De bedoeling van Pascale met de aangifte en twee aanvullende aangiften, mede gedaan door twee huisvrienden van het toenmalige echtpaar, is volgens de getergde ex-crimineel om zeggenschap te krijgen over hun beider dochtertje Mei Ying. Juist dit laatste en het opkloppen van de gebeurtenissen door enkele onwaarheden in de aangiften te vermelden, ook door deze twee voormalige huisvrienden, deden Gwan Ong besluiten nogmaals zijn verhaal te doen. Vorige maand ging ik daarom bij Gwan op bezoek in de Haarlemse Koepel en sprak Gwan tijdens het bezoekuur waarbij ook twee getuigen aanwezig waren die zijn kant van het verhaal konden bevestigen.

© Vermissingsbericht destijds op Facebook ©

Voor het eerste verhaal in Panorama spraken Hendrik Jan Korterink en ik kort na de "vermissing" op een avond af met Pascale Stoeltie en "huisvriend" Torsten Wieman, bij wie Pascale op dat moment reeds verbleef, volgens Gwan. De twee verschenen in een café in Amsterdam-Oost en deden hun verhaal. Volgens Pascale haar verklaringen zou ze onder dwang zijn getrouwd, zou Gwan haar tijdens het 14 jaar durende huwelijk stelselmatig hebben mishandeld en zelfs hebben verkracht. Zij schroomt er dus niet voor om heftige beschuldigingen te uiten richting haar (op dat moment nog) man. Zo zou zij onder meer met een mes in haar been zijn gesneden, een keer beschoten zijn en haar gebit zou een keer beschadigd zijn door een klap op haar mond. Aangiftes heeft zij daar destijds nooit van gedaan, tot afgelopen november dus. Echter van de vrienden, kennissen en familieleden die werden benaderd door de politie met de vraag of zij een en ander konden bevestigen weigerden dit stuk voor stuk en zouden vooral verbijsterd zijn over de leugens van Pascale.

Toen ik Pascale Stoeltie confronteerde met het feit dat vrienden en familieleden, zelfs haar eigen moeder, dus de schoonmoeder van Gwan Ong met wie hij een behoorlijk warme band onderhoudt, haar beweringen naar het rijk der fabelen verwijzen, merkte ze op dat Gwan mij kennelijk al had weten te overtuigen dat zij zou liegen. Ze merkte cynisch op "Oh, hij heeft jou dus ook al in z'n zak zitten?" Nu was dit gesprek enkel bedoeld om Pascale en Torsten Wieman in het kader van hoor en wederhoor hun woord te laten doen, maar ze wilden verder niet met een uit hun mond opgetekende verklaring in het artikel komen dat we voornemens waren te schrijven over de huwelijkscrisis van het stel. Ik zal dit respecteren door niet verder uit dat gesprek te citeren, behalve dan bovenstaande quote die mij aangaat en waarvan ik kan zeggen dat dit niet op feiten is gebaseerd omdat ik natuurlijk niet alleen Gwan Ong sprak, maar een hele reeks personen uit de vrienden-, kennissen-, en familie-kring van Gwan en Pascale. Meestal onafhankelijk van elkaar.

De eerste keer dat ik Gwan bij hem thuis opzocht, had Gwan nog alle hoop dat het allemaal wel goed zou komen en dat het weer een van die buien was waar Pascale voorheen ook last van scheen te hebben. Ze was immers meerdere keren behandeld voor psychische problemen en is daardoor een paar keer opgenomen geweest in psychiatrische instellingen in Bloemendaal en Bosch en Duin. Omdat ze in de war en depressief was en suïcidale neigingen had. Dat Pascale daardoor rare dingen aan de hand heeft gehaald is iedereen wel bekend. Het litteken op het been van Pascale dat ze aan de politie toonde en waarvan zij in haar aangifte zegt dat Gwan haar met een mes heeft gesneden, is afkomstig van een heel andere gebeurtenis vertellen meerdere betrokkenen. Bekenden verzuchten: "Is het weer zover met haar?"... Wat is er aan de hand?

Gwan zelf vertelde letterlijk: "Het zijn periodes... periodes van ruzie zoeken die ze dagen in stand houdt. Ik zei: 'Als ze het weer doet, ga ik gewoon weg'. Op een gegeven moment ben ik 3 dagen weggeweest. Keertje was het weer zover en besloot ik maar weer weg te gaan.
Ik zei tegen haar moeder die er was: 'Mams, ik ga weg'.
Haar moeder ging ook weg. Toen trapte ze uit woede een ruit eruit van een deur. Ze trok toen haar been terug. Ze kreeg daardoor een slagaderlijke bloeding. Ze moest met spoed naar het ziekenhuis. Ze had nog mazzel ook, want ik had mijn sleutels boven laten liggen. Dus ik loop terug naar huis en zag overal bloed liggen. Vanaf de deur tot aan de slaapkamer waar ze op bed lag. Het hele matras zat vol bloed. Ze had geluk dat ik haar vond, want ze kon niks meer. Meteen naar het ziekenhuis in Purmerend gebracht en ze is later in het VU geopereerd. Dat litteken op haar been waar ze het over heeft in haar verklaring is daar van. Niet van mishandeling door mij".


Kort na mijn eerste bezoek aan Gwan Ong werd ik gebeld door een vriendin van Gwan die me meldt dat Gwan opnieuw is aangehou-den. Na de eerste aangifte van zijn vrouw werd Gwan nog gewoon ontboden om op het bureau te komen, maar de politie hechtte te weinig waarde aan haar verklaringen en Gwan kon weer gaan. Nu echter waren er aanvullende aangiftes gedaan door Pascale, maar ook door "huisvrienden" Torsen Wieman en Rick Hartog. Torsten heeft samen met zijn vader een Mercedes-garage in Amsterdam Noord en Rick Hartog werkt al heel lang in vaste dienst bij die garage. Gwan liet zijn Mercedes regelmatig bij Torsten repareren en zowel Torsten als Rick kwamen privé ook over de vloer bij het stel Gwan en Pascale. Gevolgen bleven niet uit. Gwan: 'Ja, en toen sprong er meteen weer een AT naar binnen bij me".

Vanzelfsprekend ervaart Gwan Ong dit verraad van zijn voormalige huisvrienden als een dolk in zijn rug, temeer omdat beide mannen moeten hebben geweten dat Pascale psychische problemen heeft, daar ook voor is opgenomen geweest en medicatie heeft. Logisch dat Gwan zich boos maakt omdat beide mannen Pascale hielpen onderduiken, terwijl ze juist door hem als vermist was opgegeven. Niets is er gedaan om Gwan en de rest van de familie gerust te stellen, integendeel. De familie heeft geruime tijd in onzekerheid geleefd over wat er met Pascale gebeurd zou zijn. Torsten Wieman is zelfs verklaringen komen lezen bij Gwan thuis en deed of hij van niets wist, terwijl Pascale reeds bij hem thuis ondergedoken zat...

Gwan Ong in betere tijden...

De aanvullende verklaringen van Torsten Wieman en Rick Hartog, naast de tweede en zelfs derde aangifte door zijn ex-vrouw Pascale Stoeltie, bevatten aantoonbare onjuistheden, volgens Gwan. En mede door die leugenachtige aanvullende verklaringen is Gwan in december vast gezet door de politie en is hij dus onder meer veroordeeld tot 15 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf, na een eis van 28 (!)maanden. Een extreem hoge straf voor hetgeen men bewezen acht: bezit van een verboden wapen en wat 9 mm patronen. De handgranaat waarover Pascale verklaarde bleek een aansteker, 18 peperdure horloges bleken imitatie voor de handel en een stroomstootwapen, een oudje die destijds nog mocht, dacht Gwan. Een ander zou eraf komen met 3 - 7 maanden. Waarom wordt hij zo hard aangepakt? Gwan heeft echter wel een vermoeden waar de schoen wringt. Jaren heeft men nl. op Gwan lopen jagen en er zit gerust nog oud zeer uit het verleden. Natuurlijk weet Gwan dat hij geen lieverdje is geweest, hij is vroeger wel veroordeeld, maar juist nu hij sinds de geboorte van zijn dochtertje al geruime tijd rustig aan doet en niet met justitie in aanraking komt, pakt men hem op volle sterkte. Is dat terecht? Moet men ex-criminelen veroordelen op hun verleden? Gwan denkt daar zo het zijne over.

Momenteel verblijft Ong in de Koepel te Haarlem en wacht rustig af tot zijn zaak in Hoger beroep voor het Hof dient op 2 september a.s., waar hij dit keer waarschijnlijk samen met zijn raadsman Mr. Geertjan van Oosten zal verschijnen. De eerste keer werd hij in rechtbank Alkmaar bijgestaan door Mr. Bas Jansen, ook van kantoor Van Oosten Advocaten. Gwan was zelf niet aanwezig op die eerste zitting, maar is wel van plan de naderende zitting zelf te verschijnen. Hij wil de leugens zelf ook kunnen aantonen. Want dat er aantoonbare onwaarheden zijn verteld, staat voor hem als een paal boven water. Overigens bestaan de belasterende verklaringen voor een groot deel uit 'de auditu verklaringen' (van horen zeggen, in ieder geval zijn "feiten" niet door de getuigen zelf gezien of meegemaakt).

Zo verklaarde Rick Hartog onder meer dat Gwan een lawinepijl in een auto zou hebben gegooid omdat een arrestatieteam een inval bij hem had gedaan en hij de eigenaar van de auto daarvoor verantwoordelijk hield. Dat zou Gwan of Pascale hem verteld hebben. Gwan zou hem ook verteld hebben dat vroeger in de Bruinsma-tijd er wel eens mensen verdwenen in een zuurbad van een fabriek die in de Colijnstraat stond: "Je zag dan alleen nog maar wat schuim boven drijven en daarmee was de persoon dan weg". Wel zou Rick Hartog zelf betrokken zijn naar eigen zeggen bij een brandstichting in een stacaravan op een camping in Barneveld. Gwan was volgens Rick van de camping afgezet en daarom wilde hij volgens Hartog de campingeigenaar terugpakken. Ze reden met een motor naar Barneveld, aldus Hartog, waarna hij met een ruitenhamertje de ruit insloeg, vanuit een fles benzine naar binnen gooide en er vervolgens een lawinepijl naar binnen schoot. Dit alles terwijl Gwan zou hebben gewacht op de motor buiten het hek, omdat Rick harder kon rennen.

Gwan verwijst dit zuurbad-verhaal sowieso lachend naar het rijk der fabelen omdat aan de Colijnstraat een verchromerij stond vroeger en de zuurbaden die daar gebruikt werden waren natuurlijk niet gevuld met zuur waarin een lijk zou oplossen. Een zuurbad in een verchomerij bevat namelijk alleen sterk verdunde zuuroplossingen. Ook met die camping is bullshit, aldus Gwan. Maar ja, al met al is het kwaad geschied en verklaart Rick Hartog heel veel van horen zeggen door Pascale Stoeltie en wat Pascale zegt, daar klopt niets van. Dat bevestigen meerdere mensen uit de kring rondom Ong. Wat opvalt in de verklaring van Rick is dat hij steeds herhaalt: "Ik deed het voor Pascal". De indruk die Gwan echter heeft, is vooral die van twee mannen die bij hem over de vloer kwamen en om wat voor reden dan ook zijn ex-vrouw helpen om hem alleen maar zwarter af te kunnen schilderen. En volgens Gwan hoopt Pascale steun te vinden middels hun valse verklaringen om zo zeggenschap te krijgen over hun dochtertje Mei Ying. Vooralsnog ziet het er echter niet naar uit dat de toestand is verbeterd, eerder verslechterd. Het doel van Pascale lijkt in elk geval verder dan ooit...

© Gwan Ong ©

Gwan Ong, die dan wel berucht is bij insiders, met name vanwege zijn verleden als lijfwacht/chauffeur van toenmalig drugsbaron en onderwereld kopstuk Klaas Bruinsma, is bij velen een geliefd persoon bemerkte ik sinds onze eerste ontmoeting. Klein voorbeeldje: Geurt Roos, de andere beruchte lijfwacht van Bruinsma die iets meer landelijke bekendheid geniet dan Gwan, sprak ik tijdens een zitting van Passage in het JCS. Met Roos had ik het in een pauze even over Gwan. Of hij Ong kende? "Jazeker", zei Roos, "Ik mocht die Chinees' wel", merkte hij op. En ook vrienden en familieleden die ik sprak zijn het er over eens dat Gwan dit niet verdiend. Pascale speelde erg hoog spel, maar lijkt echter zelf nu ook aan het kortste eind te trekken, want het laatste nieuws is dat dochtertje Mei Ying sinds kort onder toezicht van jeugdzorg is gesteld. Het meisje verbleef al niet meer thuis, maar is in goede handen bij een vriendin van Pascale's moeder die voor het kind zorgt omdat het meisje aan suikerziekte lijdt en vanwege (ook medische) toestanden met Pascale al een tijd niet meer thuis woonde. Maar of het nu allemaal beter op geworden is, gezien de laatste ontwikkelingen?...

Nee, zoals het er nu uitziet zal Gwan zich 2 september met hand en tand moeten verdedigen voor het Hof en zal hij met zijn advocaat Mr. Geertjan van Oosten tot het uiterste moeten gaan om een (veel) lagere straf te bewerkstelligen. Aantoonbare leugens of de-auditu verklaringen die gebaseerd zijn op kwaadsprekerij met een doel zullen moeten worden ontkracht. Zijn ex-vrouw die hij eens heel hoog had zitten, de vrouw waar hij alles voor over had en die alles kon krijgen wat haar hartje begeerde, daar is hij nu wel klaar mee. Wat ze heeft "bereikt" in korte tijd, zal hen waarschijnlijk lange tijd achtervolgen. Van jeugdzorg ben je namelijk meestal niet zomaar af. En was dit nu eigenlijk allemaal nodig geweest? Was dit het waard? Gwan denkt van niet.

Ik hou de zaak '11cary' in de gaten.

Bondtehond
TERUG NAAR:
(klik)

woensdag 2 juli 2014

'Dergelijke details kunnen het verschil maken van vrijspraak en levenslang'

Tijdens de laatste zittingsdag in de extra beveiligde zittingszaal binnen het JCS op Schiphol verzocht Mr. Nico Meijering het Hof tot slot om voeging van 5 a 6 oriënterende gesprekken met kroongetuige Peter La Serpe. Deze gesprekken/verhoren hebben plaatsgevonden in de periode voorafgaand aan de periode dat de kluisverklaringen hebben plaatsgevonden. Het openbaar ministerie heeft zich net als in eerste aanleg verzet tegen voeging van de bewuste stukken en gegevensdragers omdat deze gesprekken bevatten die een vertrouwelijk karakter zouden hebben. Daarom zou er ook geen verplichting bestaan deze aan het procesdossier toe te voegen. De verdediging denkt daar uiteraard anders over en onderstreept opnieuw het enorme belang deze stukken wél aan het procesdossier toe te voegen.



De scheiding van trajecten, met name de trajecten van het zaaks-OM en het TGB-OM, heeft continu als één van de dikkere rode draden door het liquidatieproces Passage gelopen. Binnen het één en ondeelbare openbaar ministerie blijken officieren van justitie toch niet zo één en ondeelbaar te zijn als het gaat om het hebben van inzage in elkaars werkwijze. Dat heeft voor de verdediging gedurende het proces grote verdedigingstechnische problemen opgeleverd. Inzage  in diverse dossierstukken van het Passage-dossier door de advocaten werd regelmatig belet door de rechtbank op verzoek van het TGB/OM, en dat telkens onder de paraplu van veiligheid (voor de beschermde kroongetuige).

Het Hof heeft na een verzoek van de verdediging tot voeging van deze stukken op 5 november 2013 (voorlopig) eveneens afwijzend gereageerd en overwoog dat een beslissing pas na debat genomen kan worden. Ook overwoog het Hof dat er reeds verscheidene betrokkenen bij de oriënterende gesprekken zijn gehoord als getuige en dat Peter La Serpe en CIE-officier van justitie Mr. Sander de Haas nog als getuige moesten worden gehoord.

Op 9 april heeft de verdediging het Hof in een brief verzocht deze beslissing te heroverwegen en daartoe een aantal redenen aangedragen. Mr. Nico Meijering ging in zijn betoog dieper in op deze redenen. Het is Mr. Meijering er niet alleen aan gelegen om mogelijke sturing van La Serpe door politieambtenaren te achterhalen, maar gaat het er vooral om kennis te kunnen nemen van wat La Serpe tijdens deze gesprekken zaaksinhoudelijk verklaard heeft. De verdediging is van mening dat al hetgeen de kroongetuige zaaksinhoudelijk verklaard heeft aan het dossier dient te worden toegevoegd. Niet in de laatste plaats omdat we hier met een zeer belangrijke getuige van doen hebben, maar zeker ook omdat La Serpe heeft laten zien tegenstrijdig te kunnen verklaren, wat volgens de verdediging alles te maken heeft met het feit, althans de mogelijkheid dat hij niet naar waarheid heeft verklaard en mogelijk nog zal verklaren.

In een uitgebreid verzoekschrift, bestaande uit bijna 40 pagina's, legt Meijering het Hof opnieuw de standpunten van de verdediging, de standpunten van het OM en (uitgebreid) de juridische kaders voor, gevolgd door een uitgebreide uitleg met vele punten, voorbeelden en argumenten waaruit het verdedigingsbelang moet blijken. De rechtbank heeft destijds een essentieel onderscheid gemaakt tussen de kluisverklaringen en de oriënterende gesprekken en schaart de kluisverklaringen onder processtukken met verwijzing naar het relevantiecriterium, maar schaart de oriënterende gesprekken op grond van Dev Sol-jurisprudentie (volgens de verdediging onterecht) onder de tweede categorie stukken waarbij een belangenafweging kan plaatsvinden en de inbreng op grond van zwaarwegende opsporingsbelangen in sommige gevallen achterwege kan blijven. Daarbij mag er volgens de rechtbank door de verdediging op worden vertrouwd dat het OM eventueel ontlastend materiaal niet zal achterhouden.

De rechtbank voegde daar nog aan toe dat: Bewust achterhouden van ontlastend materiaal in verband met een integere rechtspleging en risico's voor schade aan de materiële waarheidsvinding echter ontoelaatbaar blijft. Naar het oordeel van de rechtbank is ontlastend materiaal in ieder geval informatie die direct op de onschuld van een verdachte wijst, maar daar kan onder omstandigheden ook andersoortige informatie onder worden verstaan. Denkbaar is bijvoorbeeld dat bepaalde door de kroongetuige op enig moment in oriënterend- of dealoverleg verschafte informatie, welke in relevante mate afwijkt van (nadien) afgelegde kluis- en zittingsverklaringen en voor de beoordeling van de betrouwbaarheid van die verklaringen van de kroongetuige van groot belang moet worden geacht te zijn, niet achtergehouden mag worden. 

In de visie van de verdediging, uitgelegd in het voornoemde verzoekschrift (met vele voorbeelden die ik niet nader zal benoemen nu) concludeert Mr. Meijering aan het einde van het uiteengezette juridische kader:

  • Alle stukken, voorwerpen, gegevensdragers die relevant kunnen zijn voor enig te nemen beslissing van de zittingsrechter zijn processtukken. De beoordeling of stukken al dan niet processtukken zijn, kan niet langer berusten op een belangenafweging. Van enig onderscheid in categorieën stukken op grond van de Dev Sol-jurisprudentie is geen sprake meer.
  • De wettelijke regeling inzake de kroongetuigenregeling kan - buiten de situatie zoals omschreven in artikel 226h lid 4 Sv- op zich zelf geen beperkingen opwerpen ten aanzien van de voeging van processtukken.
  • Of de belangen zoals omschreven in artikel 187d lid 1Sv dwingen tot het niet voegen van (delen van) processtukken is i.c. aan de zittingsrechter, al dan niet via tussenkomst van de rechter-commissaris.
  • Een zwaarwegend opsporingsbelang kan niet opwegen tegen de waarheidsvinding, gelet op de (heikele) positie van de kroongetuige in het proces.

De eerste vraag die het Hof volgens Mr. Meijering dient te beantwoorden betreft de vraag of de inhoud van de oriënterende gesprekken, voor zover die zijn opgenomen op gegevensdragers en/of zijn neergelegd in gespreksverslagen of processen-verbaal redelijkerwijs van belang zijn voor enig door het Hof te nemen beslissing. Kortom, voldoen de oriënterende gesprekken aan het relevantiecriterium?

In de visie van de verdediging moet die vraag bevestigend worden beantwoord, waarbij de relevantie ziet op 4 essentiële punten:

1.  De waarheidsvinding in zijn algemeenheid voor zover La Serpe zaaksinhoudelijk heeft verklaard;
2.  De betrouwbaarheid van La Serpe voor zover La Serpe zaaksinhoudelijk heeft verklaard;
3.  De betrouwbaarheid van La Serpe voor zover hij gestuurd is door zijn verhoorders/gesprekspartners;
4.  De beoordeling van de werkwijze van de politie en justitie voor zover La Serpe is gestuurd door zijn verhoorders / gespreks-partners.

Alvorens Meijering ter afsluiting zijn verzoek doet, komt de raadsman van Soerel, Akgün en Burger met pagina's voorbeelden en merkt ergens aan het einde op: 'Het onderstreept het onmetelijke belang deze stukken toe te voegen'.

Verzoek: 
De verdediging verzoekt het Hof op grond van artikel 149a, 149b, 315, 316, 328, Sv te bevelen/op te dragen dat:

1.  Het OM aan de RC beschikbaar zal laten komen de gegevensdragers waarop de oriënterende gesprekken/verhoren met La Serpe (audio en/of video) zijn vastgelegd, alsmede alle (schriftelijke en/of digitale) stukken (processen-verbaal/verslagen/journaals etc.) waarin de oriënterende gesprekken zijn vastgelegd;
2.  De RC -voor zover sprake is van op audio en/of video vastgelegde oriënterende gesprekken/verhoren -die (audio/video) gegevensdragers woordelijk zal (laten) uitwerken in proces-verbaal, althans voor zoveel er reeds sprake is van (een) dergelijk(e) verbatim uitgewerkte proces(sen)-verbaal, de RC zal controleren of die uitwerking(en) correct zijn (uitgevoerd);
3.  De RC vervolgens alle hiervoor bedoelde schriftelijke stukken aan de hand van het relevantiecriterium als hierboven bedoeld onder 96 zal ontdoen van niet-relevante passages/gegevens;
4.  De RC bedoelde schriftelijke stukken (al dan niet ontdaan van niet relevante passages/gegevens) zal overdragen aan Uw Hof en procespartijen.

Gedurende het passage-proces heeft de verdediging erg veel pogingen gedaan en dus erg veel tijd besteed aan het ontsluiten van voor de verdediging belangrijke stukken met relevante informatie en benadrukte keer op keer dat het de advocaten natuurlijk niet te doen is om details die de veiligheid van de beschermde kroongetuige in gevaar zouden kunnen brengen te achterhalen. Integendeel, het gaat er daarentegen wél om dat het voor de waarheidsvinding uiterst relevante informatie is uit aftastende gesprekken, waar het "op de inhoud" is geweest. In zijn talloze voorbeelden noemt Meijering een aangehaalde weglating, waarin La Serpe zegt: "dat volgens mijn logica de opdrachten kwamen van Dino". Meijering hoeft daarbij natuurlijk niet te onderbouwen dat in het strafproces het een levensgroot verschil is of een getuige uitgaat van eigen waarneming of van "logica". Dergelijke details kunnen het verschil maken van vrijspraak en levenslang.

Bondtehond


128 pagina's
verschenen mei 2014
paperback € 9,95
BESTEL HIER


dinsdag 24 juni 2014

'Ik heb er in elk geval niet wakker van gelegen'

De dood van Gerrie Bethlehem heeft tijdens liquidatieproces veel stof doen opwaaien, maar tot een zaak is het, ondanks verzoeken van de verdediging de zaak Boedha toe te voegen aan het Passage-proces, nooit gekomen. Het OM heeft zich keer op keer met hand en tand verzet tegen voeging van deze speciale moordzaak. Op zich opmerkelijk, aangezien er veel over gesproken is en er sterke aanwijzingen zijn dat zowel Jesse Remmers als kroongetuige Peter La Serpe betrokken zouden zijn bij de dood van de vroeger in Spanje woonachtige hasj-handelaar. Anonieme getuigen F1 en F3 hebben daar uitgebreid over verklaard en vele zittingen gingen over deze zaak.

Hendrik Jan korterink - La Serpe - Rob de Wit - Gerrie Bethlehem

Misdaadjournalist Hendrik Jan Korterink bezocht in eerste aanleg ook nog regelmatig zittingen als deze de moeite waard waren, in zijn ogen. Na één van de pauzes maakte Bram, hoofd risicovolle zittingen van de Bunker, een proces-verbaal van bevindingen op over een gesprek dat hij opving in die pauze op de trap voor de rechtbank waar zowel Korterink als ikzelf , Bram en enkele advocaten bij aanwezig waren. Vanwege dat gesprek en hetgeen Korterink opmerkte over de inmiddels overleden getuige Rob de Wit (RIP), die hij meerdere keren had gesproken en zelfs een keer had opgezocht in Spanje, waarover Korterink o.a. een artikel over schreef in Panorama, wilde het Hof hem nu horen. Met name deze opmerking: "De Wit had tegen mij gezegd dat hij dacht dat het niet in een loods was gebeurd, maar in een huis aan de Vinkeveense plassen" , en dat Rob de Wit zijn enige bron was van die uitspraak. In eerste aanleg is Korterink daar op verzoek van officier van justitie Mr. Betty Wind reeds over gehoord als getuige. In Hoger beroep wilde het Hof hem dus wederom horen over hetgeen hij wist te vertellen over onder andere de zaak Bethlehem.

Na het begroeten en de plichtplegingen, waaronder het afleggen van de eed, kon het verhoor beginnen. Het duurde in totaal ruim twee uur. Hier een gedeelte van dat verhoor:

Voorzitter Mr. Ruud Veldhuisen: Meneer Korterink, heeft u een idee wat de aanleiding is voor uw aanwezigheid hier? Natuurlijk de oproep van het OM, maar het onderwerp?
Korterink: Ik had begrepen dat het iets te maken had met getuige Rob de Wit.
Voorzitter: Mag ik u vragen hoe u dat begrepen heeft?
Korterink: Nou dat weet ik eigenlijk niet eens. Sorry.
Voorzitter: Maakt niet uit...
Korterink: Ik kan me dat eigenlijk niet herinneren.
Voorzitter: Ik zeg u ook even dat het niet erg is als u even de tijd neemt om rustig na te denken. Als u het niet onmiddellijk weet, kan dat, maar misschien als u er even over nadenkt...
Korterink: Nou, ik denk dat iemand mij dat verteld heeft, maar ik zou niet weten hoe of wat.
Voorzitter: Nee. U noemt de naam Rob de Wit. In verband tot wat?
Korterink: Ik dacht met de moord op Gerrie Bethlehem.
Voorzitter: De moord op Gerrie Bethlehem. Klopt het dat u daar als journalist publicaties aan gewijd heeft?
Korterink: Ja, dat klopt ja.
Voorzitter: Op internet?
Korterink: Ja, op internet en in Panorama.
Voorzitter: Als we het hebben over internet, hebben we het dan over een website?
Korterink: Dan hebben we het over een eigen website: Misdaadjournalist.nl.
Voorzitter: En daar heeft u wel gepubliceerd over deze kwestie?
Korterink: Ja.

Voorzitter: Ehm... wat zijn de twee kernvragen denkt u in deze zaak?
Korterink: Nou, ik denk of La Serpe bij die schietpartij aanwezig is geweest?
Voorzitter: In het algemeen, wie zijn er strafbaar bij betrokken zijn... misschien een andere vraag: Waar is de moord gepleegd?
Korterink: Eh, nou wat ik van Rob...
Voorzitter: Nee, dat is nog niet de vraag, maar dat zou een onderwerp kunnen zijn?
Korterink: Ja.
Voorzitter: Is daar debat over... buiten de rechtszaal?
Korterink: Ja ja... ja.
Voorzitter: In de stukken hebben wij iets gelezen van uw hand, een Panorama-artikel. In conceptversie, zoals u een keer heeft voorgelegd aan de heer De Wit.
Korterink: Dat zou kunnen.
Voorzitter: U kende hem hè, meneer De Wit?
Korterink: Ja.
Voorzitter: Kende u hem eigenlijk al lang?
Korterink: Ehm, ja ik heb het nog even nagezocht, natuurlijk. Eh, de eerste keer was in oktober 2007, dacht ik. Dat was in Kamp Zeist, waar hij toen gedetineerd zat.
Voorzitter: En u heeft meermalig contact met hem gehad daarna?
Korterink: Daarna heb ik hem nog één keer in een andere gevangenis gesproken en daarna heel vaak op andere locaties.
Voorzitter: En nu begrijp ik dat u met hem in gesprek bent geweest over de zaak Gerrie Bethlehem?
Korterink: Ja, dat kwam ter sprake.
Voorzitter: En hij kon u informatie daarover verschaffen?
Korterink: Hij heeft daar gewoon iets over verteld.

Voorzitter: Wat heeft hij u daarover verteld?
Korterink: Ehm... ik zeg erbij, ik doe dit uit mijn geheugen, want dat eerste bezoek, dat was in de gevangenis en je mocht daar geen aantekeningen maken. Dus ik moet daarna een beetje afgaan op mijn geheugen en wat ik naderhand voor aantekeningen heb gemaakt. En daarbij wil ik ook nog wel even graag zeggen, dat wat ik hier nu vertel, daar is niets bij wat ik niet van De Wit zou mogen vertellen.
Voorzitter: Want?
Korterink: Nou ja, hij is natuurlijk een bron en voor een journalist is een bron tamelijk heilig, dus ik eh... heb geen vertrouwelijke informatie die interessant voor iemand is, maar als ik die zou hebben, zou ik die ook niet hier kunnen vertellen.
Voorzitter: Maar dat geldt niet voor De Wit?
Korterink: Dat geldt niet voor wat ik nu over De Wit vertel.
Voorzitter: Goed. Vertel.
Korterink: Ehm...
Voorzitter: U zei: het kost me even wat moeite omdat daar tijd overheen is gegaan en ik uit mijn geheugen moet putten...
Korterink: Nou, ik zit even te... dat eerste gesprek ging over eh.. hij vertelde daarin dat hij Remmers en Richard Ebeli in Spanje had ontmoet, dat waren zijn partners, en hij vertelde over Gerrie Bethlehem, dat die een hoogoplopend conflict had gehad met Jesse Remmers, ehm... dat ging over die villa van Bethlehem. Ik moet eerlijk zeggen, ik kende de naam Bethlehem toen amper, die zaak had destijds niet heel veel publiciteit getrokken, maar hij vertelde dat het heel slecht ging met Bethlehem en dat hij een conflict had met Engelse drugsdealers...
Voorzitter: Hij had een conflict met Engelde drugsdealers, zegt u?
Korterink: Ja... dat hij daar de schuld... verantwoordelijk werd gehouden dat die partij eh... dat die verdwenen was, eh... en dat-ie naar Nederland was gegaan om dat op te lossen, dat hij door Jesse Remmers naar een huis aan de Vinkeveense plassen was gelokt met de bedoeling dat hij daar vermoord zou worden.

Voorzitter: Door wie was hij daarheen gelokt?
Korterink: Nou, door Jesse Remmers.
Voorzitter: Oh ja...
Korterink: Maar dat was niet doorgegaan. Een week later bleek dat er toen in elk geval niks was gebeurd en dat dat in een later stadium dan wel is gebeurd, maar hoeveel tijd daar tussen heeft gezeten, dat weet ik niet. Maar dat was dus zijn verhaal, en hij vertelde dan wat er tijdens die schietpartij volgens hem zou zijn gebeurd. En dat begon ermee dan met dat conflict met dat huis. Jesse logeerde bij Gerrit Bethlehem en er was een conflict ontstaan, want Jesse was op zijn playstation of op de computer aan het spelen in dat huis en Bethlehem was buiten, die was naar buiten gegaan en toen kon-ie niet meer naar binnen. Jesse had gewoon de deur niet open gedaan, dus Bethlehem heeft met een steen of iets anders moeten inbreken in zijn eigen huis, Jesse eruit gezet en Jesse moest toen dat hele stuk teruglopen van de villa naar het strand, in elk geval naar een andere plek.
Voorzitter: In welk land was dat?
Korterink: Dat was in Spanje, in eh... Benalmadena.
Voorzitter: Waar zegt u?
Korterink: In Benalmadena... ja, je spreekt het geloof ik wel anders uit, maar zo zeggen zij dat... Ehm, ja, dat dat eigenlijk de reden zou zijn waarom Jesse die moord op Bethlehem zou hebben gepleegd, maar hij wist niet zeker of Jesse dat ook inderdaad had gedaan. Hij dacht dat dat het motief zou kunnen zijn dat Jesse dat had gedaan, dat Jesse en Ebeli samen naar Vinkeveen waren gegaan en dat daar toen de moord op Bethlehem is gepleegd en dat één van hun het volgens hem gedaan moest hebben. Of Ebeli, of Remmers.
Dat is in de kern zijn verhaal.

Voorzitter: Dat is?
Korterink: Dat is in de kern zijn verhaal, wat hij mij vertelde, De Wit.
Voorzitter: Ja...zeg en eh... heeft De Wit nog weer aan u verteld wat zijn rollen nou eigenlijk waren? Ik kan me voorstellen dat je daarin geïnteresseerd bent als je zo iemand spreekt?
Korterink: Ja, hij had contact met Jesse en hij heeft La Serpe daar toen ook ontmoet, begreep ik. Maar daar had hij volgens mij minder contact mee.
Voorzitter: Moet ik uw antwoord zo begrijpen dat u in de veronderstelling heeft verkeerd dat Jesse voor De Wit de bron was van hetgeen u van hem heeft gehoord?
Korterink: Ja, of toch via La Serpe, dat kan ik zo niet eh.... dat weet ik niet.
Voorzitter: Dat 'lokken', u gebruikte het woord lokken, hoe had dat vorm en inhoud gekregen, dat lokken van Bethlehem door Jesse naar Nederland?
Korterink: Nou, ik begreep dat Jesse had gezegd dat Bethlehem op dat en dat tijdstip naar een bepaalde locatie zou komen.
Voorzitter: Ehm... vervolgens heeft u... u hebt meer bronnen hè? Niet alleen in het algemeen, maar ook ten aanzien van deze kwestie, klopt dat, als ik dat aan u vraag?
Korterink: .....
Voorzitter: Ik zal u zeggen waarom ik u dat vraag. We hebben hier een stukje afgedrukt van uw website, tekst zal ik maar zeggen. In een artikel op 2 februari 2011 heeft u gezegd: "Volgens mijn bronnetjes is La Serpe daar niet bij geweest...". Als ik dat letterlijk neem, lijkt dat of er meer dan één bron is.
Korterink: Ja, eh...
Voorzitter: Begrijp me goed hè, ik vraag u niet een bron te onthullen.
Korterink: Ja, nee...

Voorzitter: Dit zijn de reservoirs waar ik uit geput heb, alles wat er in de krant is geschreven of wat er op internet circuleert.
Korterink: Ja... ja, het probleem is, je spreek zoveel mensen, ik zou hier niet zo kunnen zeggen wie of welke bronnen dat zouden zijn geweest... of zijn. Ik denk dat De Wit wel de belangrijkste bron is geweest voor dit.
Voorzitter: Begrijp ik. Maar het belangrijkste, u sluit niet uit dat er meerdere bronnen zijn voor dit?
Korterink: Nou, ik sluit het niet uit, maar ik kan zo niet zeggen wie die andere zouden zijn.
Voorzitter: Ehm... kunt u nog aangeven hoeveel gesprekken u met De Wit hierover gevoerd heeft, in wat voor orde van grootte ik dan moet denken?
Korterink: Ik heb een jaar na dat eerste contact, want ik heb het nog even nagekeken zoals ik al zei, maar ongeveer een jaar na dat eerste gesprek toen heb ik hem vrij uitvoerig gesproken en heb toen ook wat aantekeningen kunnen maken en heb ik van De Wit vooral dit verhaal opgetekend.
Voorzitter: Heeft u nog veel werk gemaakt van het verifiëren van zijn verhaal? Kijken of u dat kon verankeren?
Korterink: Ja, natuurlijk, je doet niet anders.
Voorzitter: Ja, ik vraag soms naar de bekende weg, maar het moet wel gevraagd worden.
Korterink: Ja.
Voorzitter: Heeft u dat hier ook gedaan?
Korterink: Ja, natuurlijk.
Voorzitter: Dan kom je misschien via een andere weg weer bij uw bronnen uit?
Korterink: Ja, er waren natuurlijk veel meer mensen die er één of andere manier bij betrokken waren en die heb ik zoveel mogelijk proberen te spreken.

Voorzitter: Nu heeft u met De Wit... uiteindelijk dacht u, ik ga een verhaal schrijven hierover, dat is journalistiek interessant en dat kon in Panorama worden afgedrukt.
Korterink: Ja.
Voorzitter: Ik heb begrepen dat u dat aan De Wit heeft voorgelegd?
Korterink: Ja.
Voorzitter: Met welk verzoek?
Korterink: Nou ja, dat soort afspraken maak je bijna altijd met mensen, als ze meewerken aan een verhaal, dan leg ik ze dat bijna altijd voor en dan kunnen ze kijken of dingen kloppen of niet.
Voorzitter: Ja, of goed is weergeven wat u met hen besproken heeft?
Korterink: Ja ja... jazeker ja.
Voorzitter: Eh... ik heb gezien dat dat contact in ieder geval ook per email heeft plaatsgevonden. U heeft dat artikel aan hem gemaild en hij heeft daar per email op gereageerd, met een Word-documentje erbij.
Korterink: Ja, dat zou kunnen, dat herinner ik mij niet eens, maar dat zou kunnen.
Voorzitter: Misschien is dat een gebruikelijke manier van werken?
Korterink: Ja.
Voorzitter: Herinnert u zich nog wat hij vond van uw concept? Of het bol stond van voorstellen te corrigeren, of opmerkingen erbij, ernaast, erboven? Misschien telefonisch?
Korterink: Nou, volgens mij... ik kan me geen enkele wijziging herinneren. Zou best kunnen dat bepaalde dingen niet helemaal klopten, maar goed, als u het concept heeft, kunt u misschien ook zien wat het uiteindelijk geworden is.
Voorzitter: Zeker, maar het gaat er even over wat er in uw hoofd eh...
Korterink: Ik kan me in elk geval niet herinneren dat we het daarover gehad hebben of dat dingen niet goed waren of dat er dingen uit moesten of dat er ergens een probleem over was.
Voorzitter: Maar u herinnert wel dat u dat concept terug heeft gekregen van hem? Herinnert u zich dat nog?
Korterink: Nou...ja, het is voor mij zo gebruikelijk om dat zo te doen, dat herinner ik me niet speciaal over die keer... maar het het is wel denkbaar.

Voorzitter: Heeft u De Wit daarna nog wel eens gesproken, bij gelegenheid waarvan hij iets gezegd heeft over dat verhaal, dat Panorama-artikel?
Korterink: Ja, ik heb hem daarna vaak gesproken, maar niet speciaal over dit artikel.
Voorzitter: Maar herinnert u zich dat hij er een keer op terug is gekomen tegen u?
Korterink: Nou, dat staat mij niet zo bij.
Voorzitter: Nee? Nu heeft De Wit als getuige wat verklaringen afgelegd. Hij heeft ook een mening gegeven. Hij zegt bijvoorbeeld: "Ons wereldje is net een oude wijven-club. Er wordt veel geroddeld".
Korterink: Dat weet ik.
Voorzitter: Slaat u daarop aan?
Korterink: Ja.
Voorzitter: Dat zou u ook wel als mening kunnen onderschrijven?
Korterink: Ja.
Voorzitter: Nu laat ik een beetje in het midden wat 'ons wereldje' is, maar als we dat eens even opvatten als het wereldje van criminelen die praten?
Korterink: Ja.
Voorzitter: Dus het maakt waarschijnlijk ook daarom dat u zoveel mogelijk probeert te verifiëren en niet op één bron af te gaan?
Korterink: Nou, dat hangt ook erg af van hoe je een bron inschat. Het probleem is natuurlijk altijd, als je niet weet... je kunt wel 3 bronnen hebben, maar waarschijnlijk weten die 3 bronnen het allemaal uit dezelfde bron...
Voorzitter: Ja... wat was uw inschatting eigenlijk in het algemeen van De Wit als bron?
Korterink: Ik schatte hem in als zeer betrouwbaar... ja.
Voorzitter: Heeft u wel eens uw hoofd gestoten, om het maar zo te zeggen, dat hij achteraf een broodje aap aan u verkocht had? Kennelijk niet, want anders zat u deze inschatting niet gemaakt, maar kunt u iets vertellen over de ervaringen met hem? Op het punt van betrouwbaarheid?
Korterink: Ehm... ja... naar mijn inschatting, ik heb natuurlijk meer mensen gesproken in het milieu die hem kenden en ook in de handel werd hij als een betrouwbaar iemand gezien. Zo schatte ik hem ook in. En ik had geen reden om aan te nemen dat hij mij dingen zou vertellen...ja, die niet klopten. Ik kan niet inschatten wat zijn belang daarbij zou zijn geweest.

Voorzitter: Is het u wel eens overkomen dat u een concept-artikel aan een bron mailt of ter hand stelt en dat u het terugkrijgt en dat er wordt gezegd: 'nou sorry, het is een lekker lezend verhaal, maar er klopt geen moer van'?
Korterink: Nee, dat komt eigenlijk nooit voor. Kijk, voor je een verhaal maakt, bespreek je wel waar het over gaat. Het is het verhaal eh... ja eh, vaak is het zo dat ze alleen de tekst krijgen waar ze zelf mee te maken hebben, ik stuur niet altijd het hele verhaal. Het gaat natuurlijk vooral om de bijdrage die ze zelf hebben geleverd, of die juist is.
Voorzitter: Dan stel ik hier nog even vast dat u hier wel het hele artikel gemaild heeft.
Korterink: Ja, dat zou kunnen.
Voorzitter: Hij vindt het eigenlijk maar niks dat verhaal, dan vat ik het zelf ruw samen, maar ik zal u zeggen wat hij verklaard heeft daarover als getuige. Hij heeft gezegd, onder meer, op 5 april 2011: 'De rode draad heeft ie, maar aan het einde rafelt hij een beetje', en dat vind hij jammer. "Dat krijg je als je veel mensen spreekt", zegt-ie. Ik houdt u nog een stukje voor: "In de loop van het verhaal, gaat Korterink helemaal de mist in. Ik heb het allemaal niet gecorrigeerd, anders was het één grote correctie geweest". Als ik u nu dit voorhoudt, wat is dan uw reactie hierop?
Korterink: Ja, nou ja, ik herinner me wel dat ik dit ook ergens had gelezen...
Voorzitter: Een zittingsverslag?
Korterink: Ja.
Voorzitter: Via internet?
Korterink: Via internet ja.
Voorzitter: Van een collega die ook een website beheerd?
Korterink: Ja.. van Bondtehond.
Voorzitter: Van de Bondtehond?
Korterink: Ja. Ehm, maar ik heb De Wit tijdens het proces, tijdens zijn getuigenverhoor, ook nog gesproken. Dus eh... ja...
Voorzitter: Maar dan kan ik me voorstellen dat je dan zegt van: 'Goh, er zit licht tussen wat je nu als indruk geeft en wat ik toen van je kreeg als reactie?' Want wat ik heb begrepen, en als u het anders ziet, hoor ik het graag, maar ik heb in de stukken gelezen dat dat mailtje is gestuurd van: hier heb je het terug, document erbij en wat wijzigingsvoorstellen in de marge, maar er is niet op een andere manier door hem aan u duidelijk gemaakt van: 'jongen, je gaat echt helemaal de mist in met dat verhaal'?
Korterink: Nee, daar herinner ik me niks van, nee.
Voorzitter: Dus, ik veronderstel maar, maar corrigeert u me maar als ik dat verkeerd zie, dat u verbaasd bent geweest toen u dat van hem hoorde? Of niet?
Korterink: Ja, ach ja, ik ben niet zo gauw meer verbaasd, hehe... Nou, ik denk dat mijn reactie was dat hij er wel belang bij zal hebben gehad om dat verhaal een beetje in twijfel te trekken. Maar, ik heb er in elk geval niet wakker van gelegen.

Voorzitter: Dan wil ik nog even een heel ander punt aansnijden. Bent u eigenlijk ooit in het bezit gesteld van foto's van de kroongetuige La Serpe?
Korterink: Ja.
Voorzitter: Gebruikt u die foto's ook wel eens?
Korterink: Ja, dat kan iedereen zien, overal waar die foto staat, staat bronvermelding bij.
Voorzitter: En hoe komt u aan die foto's?
Korterink: Dat heb ik aan degene van wie ik ze heb, beloofd om dat niet kenbaar te maken.
Voorzitter: Maar u heeft wel eens foto's aan anderen verstrekt, begrijp ik?
Korterink: Nou ja, als ze vragen of ze die mogen gebruiken, dan kan dat.
Voorzitter: Dat waren mijn vragen.

Korterink gaf later op een vraag van de AG aan, dat hij er geen gevaar in te zag de foto's te publiceren, aangezien het al vrij gauw bekend was dat La Serpe zowel een andere identiteit als een nieuw uiterlijk zou krijgen.

Tot zover het verhoor. Er is meer, maar daar kom ik later nog wel eens op terug.

Natuurlijk ging het getuigenverhoor van de misdaadjournalist nog geruime tijd voort, onder meer over het motief van Rob de Wit om Korterink te benaderen. Korterink had begrepen dat het motief het best gezocht kon worden in het zakelijke. Rob de Wit was namelijk in Marokko in bezit gekomen van de laptop van Jesse Remmers waar allerlei filmpjes, geluidsopnames en foto's op stonden. Die was weer in het bezit gekomen van een vriendin van Jesse. De gedachte was dat de inhoud wellicht interessant zou kunnen zijn voor een boek. Zo is Korterink in gesprek geraakt met Rob de Wit, die op z'n zachtst gezegd niet blij was met Jesse en La Serpe, omdat hij er o.a. nogal wat zakelijke problemen door had gekregen. Hij nam het Jesse behoorlijk kwalijk dat hij La Serpe zo in vertrouwen had kunnen nemen.

Over dat boek heb ik overigens zelf ook zo begrepen. Tijdens de zittingen in de Bunker, waarbij Rob de Wit optrad als getuige, raakte ik in de pauzes in gesprek met Rob de Wit en heb daarna ook enige tijd email- en telefonisch contact gehad met De Wit. Niet lang want Rob overleed in juli 2012 aan K. Hij heeft mij ook wat dingetjes opgestuurd, waarvan ik dacht: Tja, wat kun je ermee? Niet veel. Kennelijk dachten anderen daar anders over, want dezelfde opnames die ik destijds kreeg opgestuurd en die ik overigens weer kwijt ben geraakt nadat mijn externe harddisk crashte en enkele partities, o.a. die met de bewuste opnames, onbereikbaar werden. Ze zijn destijds door Crimesite Camilleri, die ze kennelijk ook opgestuurd had gekregen, op Youtube gezet. Waarna Peter La Serpe via zijn advocaat Jan Peter van Schaik een kort geding aanspande tegen Camilleri, die de opname daarop van de rechtbank in Den Haag van Youtube diende te verwijderen.

Een passage uit één van de opnames is me echter altijd bij gebleven en die heb ik toen een keer uitgetypt. Het bleek dat Jesse Remmers heimelijke opnames maakte van gesprekjes tussen hem en Peter La Serpe, kort nadat La Serpe Moppie Rasnabe reeds had weggetipt bij de CIE, die vervolgens werd gearresteerd op vliegveld Malaga. In één van de gesprekjes hoor je Remmers en La Serpe discussiëren over de mogelijkheid dat mensen in milieu rondom Moppie er achter dreigden te komen dat La Serpe degene was die Moppie had weggetipt.

La Serpe zegt dan tegen Remmers: Luister, aan de ene kant, het interesseert het me niks wie wat vind of waarvan, al weten ze allemaal dat ik het geweest ben, het interesseert me niks. Begrijp je? Aan de andere kant wil ik niet dat iedereen het weet. Ok, maar luister, dat begrijp je hè? Aan de ene kant interesseert het me niet, want ik heb schijt aan hun allemaal. Snap je wat ik bedoel? Ze zijn voor mij allemaal uh... stront, meer is het niet. Maar luister, aan de andere kant: Ik wil geen problemen. Logisch.

Juist over dit soort uitspraken was Rob de Wit nogal gepikeerd. Ik weet nog dat hij tegen me zei dat hij het bijzonder laf vond dat iemand een vriendschap zo kon misbruiken en zijn vriend(en) zo kon naaien door leugens te vertellen en juist zijn eigen straatje schoon te vegen over de rug van mensen die hem vertrouwden. Dat was een van de belangrijkste redenen waarom hij zich bij zijn advocaat Jan Hein Kuijpers had gemeld om te komen getuigen in Passage, aldus Rob.

Voorlopig was dit de laatste zitting. Er komt nog wel een regiezitting in het Gerechtshof aan het IJdok, als ik het goed begrepen heb, maar in september na het zomerreces gaat het Hoger beroep van het liquidatieproces Passage weer verder.

Bondtehond