zondag 9 maart 2014

'Heeft u nooit gehoord dat Rommy in de hasj zat?'

Zoals gisteren gezegd, getuige de heer Huib Noorlander was door een arrestatieteam thuis opgehaald. Een arrestatieteam had met een bevel medebrenging tevergeefs op de deur geklopt, maar Noorlander lag vanwege zijn slaapmedicatie nog in diepe slaap. Het AT heeft daarop de deur ingebeukt, Noorlander wakker gemaakt en meegenomen naar de zitting in het JCS waar hij moest getuigen in de zaken van Siegfried Saez, Jesse Remmers en Moppie Rasnabe. Het ging over de zaak Cobra, de liquidatie van Henie Shamel en Anne de Witte in Antwerpen in 1993.

Siegfried Saez  jong - Jesse Remmers - Moppie Rasnabe - Henk Rommy

Huibertus 'Huib' Noorlander is geboren in 1934 in Rotterdam en woont momenteel in Scheveningen in een huur-appartement. Ondanks zijn slechte gezondheid wilde het Hof Noorlander toch liever op zitting horen, deelde de voorzitter vorige week mede, en niet bij de rechter-commissaris. De getuigenis van Noorlander ging over de periode rond 1993. Hij zou destijds contact hebben gehad met Henk Rommy. Noorlander heeft in het verleden een aantal malen gesproken met de recherche daarover, maar geen verklaringen ondertekend. Rechercheurs uit Utrecht waren 2 keer bij hem thuis geweest en één keer hadden ze hem gesproken in een horecagelegenheid in 2007 waar hij 'gratis' koffie had gedronken met de heren van de recherche. Men had wel processen-verbaal van bevinding opgesteld. Over hetgeen Noorlander destijds heeft gesproken met de recherche wilde het Hof Noorlander nu spreken.

De getuige gaf ook al vrij gauw aan dat zijn geheugen hem op zijn 80-jarige leeftijd en met alle kwalen die hij heeft hem vaak in de steek laat. Eigenlijk moest hij deze middag in het ziekenhuis komen en mogelijk zou hij opgenomen worden. 'Mijn geheugen is heel erg slecht, niet gewoon slecht, maar echt heel erg slecht', gaf Noorlander aan. Het gebeurt wel eens dat hij naar de keuken gaat en daar dan staat en denkt: wat moet ik hier nou ook weer doen? Dan gaat hij maar weer zitten, want dan kan hij er niet meer op komen. Vooral zijn korte termijn-geheugen is erg slecht. Hij slikt 12 soorten medicijnen, onder andere voor zijn hart en zware slaapmedicatie, daarnaast slikt hij medicatie om weer helder te worden.

Dan erbij, de gebeurtenissen waarover het gaat, hebben zich afgespeeld in 1993, meer dan 20 jaar geleden. Ook zijn lange termijn-geheugen is slecht gaf Noorlander aan toen men daar naar vroeg. De kwalen waar Noorlander het over had, onder meer hersenfalen, heeft hij te danken aan een overval in zijn woning waarbij Noorlander en zijn vrouw zwaar zijn mishandeld, vertelde hij later. Zijn vrouw ging de hond uitlaten, toen ze thuiskwam liepen er 4 overvaller mee naar binnen. Zijn vrouw kreeg een pistool in haar mond en het echtpaar is gruwelijk mishandeld. Kennelijk dachten zij dat bij de toenmalig handelaar in goud, diamanten, briljanten en kunst wat te halen viel. Noorlander zelf is onder andere met een ijzeren staaf op zijn hoofd geslagen en daarbij zwaar gewond geraakt. De overvallers hebben hem daarna ook nog vier jaar lang bedreigd en proberen af te persen. Hij heeft destijds doodsangsten uitgestaan.

De meeste vragen werden dan ook beantwoord met: 'Dat kan ik mij echt niet meer herinneren', 'Dat weet ik niet meer hoor' , 'Dat zegt mij niets' of 'Daar kan ik geen zinnig antwoord op geven'. Sommige vragen wist Huib Noorlander nog maar wel te beantwoorden.

Hier volgt een samenvatting van enkele relevante vragen die onder andere zijn gesteld.

De advocaat van Moppie Rasnabe, Mr.Fébe Schoolderman, die al enkele zitting invalt voor Mrs. Jan Hein Kuijpers en Mark Nillesen, begon na de plichtplegingen en wat vragen over het geheugen door het Hof als eerste met de zaaksgerelateerde vragen.

(samengevat)
Mr. Schoolderman: Meneer Noorlander, u heeft gesprekken gehad met rechercheurs, kunt u zich dat herinneren?
Noorlander: Ja, ze zijn een keer bij me thuis geweest.
Mr. Schoolderman: Ze zijn vaker bij u geweest, kunt u zich dat nog herinneren?
Noordlander: Ja, ze zijn twee keer bij me thuis geweest en één keer een afspraak in Scheveningen, ja. Drie keer als ik het me goed herinner. Ja, twee of drie keer.

Mr. Schoolderman: Weet u nog waar het over ging?
Noorlander: Ik denk over koetjes en kalfjes.
Mr. Schoolderman: Weet u nog wat er gezegd is?
Noorlander: Nee, wie, wat, waar en hoe, dat weet ik echt niet meer. Als ik dat moet zeggen, zou ik gaan zitten raden en dat is niet de bedoeling denk ik.
Mr. Schoolderman: Wat was de reden dat ze u wilden spreken?
Noorlander: De reden kan ik u niet zeggen.
Mr. Schoolderman: Wat me opvalt. U zegt: Ik wil niet dat het op papier wordt gezet als verklaring die ik onderteken.
Noorlander: Nee, ja, nee...
Mr. Schoolderman: Ik zal u even helpen. Het gesprek ging over de dubbele moord in België. Dat was in 1993, weet u dat nog?
Noorlander: Nee...nee...
Mr. Schoolderman: Een dubbele moord in Antwerpen, heeft u daar wel eens over gehoord?
Noorlander: Nee, dat gaat over de vroegere jaren, maar daar moet u me niet teveel over vragen, want dan moet ik gaan zitten raden. Ik denk niet dat ik de intentie had om daar iets van te weten. Ik zou het van horen zeggen moeten hebben, dat kan wel...
Mr. Schoolderman: Dus wat u in 2007 heeft verteld, dat heeft u allemaal van horen zeggen?
Noorlander: Ja, dat weet ik echt niet meer.
Mr. Schoolderman: Ik zal even wat met u doornemen. Het eerste is dat u in de jaren '90 wel eens met geld van Henk Rommy naar België bent gereden. Bent u in de jaren '90 wel eens met geld naar België zijn gereden?
Noorlander: Dat weet ik niet meer.

Hier nam het Hof het hier even over.

Raadsheer: Meneer Noorlander, kent u Henie Shamel?
Noorlander: Ja, de naam wel.
Raadsheer: Man of vrouw?
Noorlander: Dat is een man...ja.
Raadsheer: Leeft-ie nog?
Noorlander: Nee, dat weet ik niet... nee.
Raadsheer: Kent u Henk Rommy?
Noorlander: Ja, dat dacht ik wel, de naam ken ik wel.
Raadsheer: Was dat een vriend van u, of een zakenrelatie?
Noorlander: Nee, nee, ik heb vroeger in de antiek gezeten en andere dingen, schilderijen enzo, en hij kocht nog wel eens wat.
Raadsheer: Ja... ja, u zei net: Daar heb ik geen intentie in om daar iets van te weten. Daar ben ik niet bij betrokken geweest.
Noorlander: Nee, en geen wetenschap.
Raadsheer: Die woorden gebruikte u. Toch nog even: De dubbele moord in Antwerpen en Henie Shamel. Kan het zijn dat Henie Shamel daar is vermoord?
Noorlander: Dat zou ik niet weten. Nu u het me zo vraagt, zou ik het niet kunnen zeggen.
Raadsheer: Nee... nee, u weet dat niet?
Noorlander: Nee, misschien, ik ik, ik weet niet wat er in mijn hoofd gebeurd is om daar antwoord op te kunnen geven. Daar kun je dan wel een antwoord op geven, maar...

Raadsheer: Meneer Noorlander, Henie Shamel, die naam kent u. Weet u waar Henie Shamel vroeger de kost mee verdiende?
Noorlander: Ja, dat weet ik wel. Ik weet wel wat ie toentertijd deed, ja... ja, niet precies hoor, maar ongeveer... eh... had hij bemoeienis met drugs of zoiets, dat weet ik wel.
Raadsheer: En weet u wat voor soort drugs dat waren?
Noorlander: Niet punctueel, maar eh...
Raadsheer: Nee niet punctueel, maar zo ongeveer, pillen, heroïne, cocaïne, hasjisch?
Noorlander: Nee, nee, ik denk meer aan hasj...
Raadsheer: U denkt aan hasj.
Noorlander: Daar moet ik iets tussen zeggen, ik heb hem leren kennen, want ik zat vroeger in goud en juwelen. En briljant. En hij kocht briljant van mij. Zo is dat contact vroeger een beetje geweest. En dan moet u me niet op woorden aansluiten, maar ongeveer...
Raadsheer: Maar hij zat dus in de drugs, ongeveer. Voerde hij die in?
Noorlander: Dat zou ik niet weten.
Raadsheer: Waar kwam Henie Shamel vandaan? Uit welk land, buitenland? Nederland?
Noorlander: Buitenland.
Raadsheer: Waar moet ik dan aan denken? Een land waar hasj vandaan kan komen? Niet Scandinavië of zo?
Noorlander: Nee..nee..
Raadsheer: Zat Rommy ook in de hasj?
Noorlander: Nou, dat zou ik niet kunnen zeggen, dan moet ik gaan zitten raden. Dat heb ik nooit gehoord of Rommy in de hasj zat. Nee, ik heb dat nooit openlijk gevraagd.
Raadsheer: Maar nu gebeurd het wel eens dat je iets weet zonder dat je daar openlijk naar hebt gevraagd...
Noorlander: Dat is ook zo, ja.
Raadsheer: Of dat je het gehoord hebt, of gezien hebt?
Noorlander: Ja, maar dan moet ik vermoedens uitspreken en dat wilt u niet.

later:
Raadsheer: Kenden zij elkaar Shamel en Rommy?
Noorlander: Ik kan niet zeggen dat ze elkaar goed of niet goed kenden, Daar zou ik geen antwoord op kenne geven.
Raadsheer: Hadden zij wel eens contact met elkaar, voor zover u weet?
Noorlander: Nou, dan moet ik gaan zitten raden. Ik denk het wel.
Raadsheer: Hebben ze wel eens contact gehad omdat u daar tussen zat?
Noorlander: Nee... nee, absoluut niet.
Raadsheer: Weet u of Rommy geld nog kreeg van Shamel? Begin jaren '90?
Noorlander: Nee, daar staat me niks van bij.
Raadsheer: Nee?
Noorlander: Nee. Als u misschien alles op papier had gezet, dat ik thuis in mijn gedachte alles goed na had kenne gaan... maar zo opeens, als u een eerlijk antwoord wilt, dan zeg ik nee.
Raadsheer: Ja, we vallen met de deur in huis, zeg maar... Ehm... Wat weet u eigenlijk van Rommy?
Noorlander: Niks.
Raadsheer: Helemaal niks?
Noorlander: Nee. Ik zou niet kunnen zeggen dit of dat, of dat... Dan zou ik liegen als ik daar antwoord op geef.
Raadsheer: Had u vaak contact met hem, begin jaren '90?
Noorlander: Nee, want dan zou ik het wel weten.
Raadsheer: U zegt: Nee, want dan zou ik het wel weten...
Noorlander: Ja, als je het hebt over mensen als mijn vader en moeder, mensen die dicht bij je staan, in alle eerlijkheid, ja dan kan ik het zeggen, maar nu zou ik u daar geen antwoord op kenne geven.
Raadsheer: Maar u maakte net wel een onderscheid, meneer Shamel stond dichterbij dan Rommy.
Noorlander: Ja, dat is het gevoel.
Raadsheer: Ja, maar dat gevoel herleidt je tot iets, maar zag u Shamel vaker dan Rommy?
Noorlander: Ja, ik denk haast van wel, aan de ene kant, maar aan de andere kant niet. Je schets je een beeld van dit of dat is leuk en dan weet je dat nog, maar als het weg is, dan is dat ook weg. Daar kan ik geen eerlijk antwoord op geven.

later:
Raadsheer: Volgens de politie zou u tijdens een gesprek met hen op 8 augustus 2007 hebben gezegd dat Henie Shamel is vermoord en dat u weet dat de moord is gepleegd door 2 Schiedammers, en dat u weet dat een van die Schiedammers Saez heet. Als ik u dit zo zeg, wat is dan uw reactie als u dit hoort?
Noorlander: Ja, nee, dat is echt niet zo. Dat denk ik niet. Als ik...
Raadsheer: Wacht even, wat bedoeld u met: dat is echt niet zo? Heeft u dit niet gezegd? Of is dat niet de waarheid?
Noorlander: Nee, dat denk ik niet. Anders had ik het misschien wel geweten, maar er gaat geen belletje rinkelen bij me nu. Als ik een goed antwoord wil geven, dan raad ik ernaar, en dat...
Raadsheer: Dus ik hou het u voor en dan zegt u: 'Er gaat geen belletje bij me rinkelen nu'?
Noorlander, Nee, nee en ik weet niet of dat echt gebeurd is. U leest het me nu voor, maar het is niet iets dat ik nu zeg het is dat en dat.
Raadsheer: Nee...

Raadsheer: U heeft het misschien al gezien, er zit hier iemand naast de advocaat die u vragen stelde zojuist, kent u die meneer?
Noorlander keek richting Moppie Rasnabe: Nou, ik kan het zo niet zeggen.
Noorlander keek nu iets beter met een hand voor zijn ene oog waar hij binnenkort aan geholpen wordt in het ziekenhuis, naar eigen zeggen.
Noorlander: Oh die? Ja eh, dat zie ik echt niet.
Raadsheer: En als u dichterbij gaat staan?
Noorlander: Ja, nee, ik zie het nu. Maar ik ken hem echt niet. Nee.

later:
Raadsheer: Kent u de naam Saez? Siegfried Saez?
Noorlander: Nee.
Raadsheer: Kent u iemand die in de wandelgangen Moppie wordt genoemd? Of werd genoemd? Moppie?
Noorlander: Dat is een hondennaam.
Raadsheer: Misschien dat sommige mensen die naam aan hun hond geven, dat weet ik niet.
Noorlander: Ja, haha... Moppie...
Raadsheer: Maar 'Moppie' zegt u dus niets?
Noorlander: Nee, absoluut niet. Het verleden ligt te ver weg voor me. In het ziekenhuis vragen ze van die dingen om te kijken hoe het met me gaat en nu is het heel erg. Als ik straks thuis ben, dan weet ik niet meer wat u gevraagd heeft.
Raadsheer: Nog één vraag dan van mijn kant. De naam Rommy kent u.
Noorlander: Ja. Daar heb ik wel een herinnering aan.
Raadsheer: Is dat een voornaam of een achternaam?
Noorlander: Dat kan ik zo niet zeggen.
Raadsheer: Een bijnaam?
Noorlander: Nee.
Raadsheer: Als ik nou de naam Henk zeg, Henk Rommy, zegt u dat wat?
Noorlander: Nee... absoluut niet meer... Nee, ik zit zo te graven omdat heel veel weg is.

later:
Raadsheer: Meneer Noorlander, dit wil ik nog graag van u weten. Ik heb de naam 'Moppie' genoemd. U zegt: ik sla daar niet op aan, dat is een hondennaam. 'Rasnabe', zegt u dat iets?
Noorlander: Nee, helemaal niets.
Raadsheer: Nou, dan probeer ik een andere naam: Remmers? Zegt die naam u iets?
Noorlander: Nee, helemaal niets.
Raadsheer: Jesse Remmers?
Noorlander: Helemaal niets.
Raadsheer: Greg Remmers?
Noorlander: Niks, niks, niks, niks!... niks, niks. He-le-maal niks! Dat zeg ik u, ik weet het echt niet.

Zo ging dat nog een poosje door, de andere raadsheren namen het soms over, maar Noorlander z'n geheugen bleek ook een gatenkaas. De man wist nog maar enkele dingen te vertellen. Onder meer dat hij mensen voor zich had werken als controleur in de havens, die goederen controleerden in pakhuizen, wat erin en eruit ging, aldus Noorlander. Jos van der Meer van Club Mayfair kende hij nog wel, althans de naam zei hem wel wat. Sexhuizen riep wel herinneringen bij hem op. Er zouden vroeger gokkasten in de club van Jos van der Meer hebben gestaan van Noorlander. De naam Lonneke T., de ex-vrouw van Henk Rommy, zei hem niets.

De raadsheer confronteerde Noorlander met een tapgesprek waarin Moppie Rasnabe bij hem over de lijn komt en zegt: 'Je bent nog moeilijker bereikbaar dan de Paus'. Maar ook dat zei Noorlander niets. Of hij zelf in de hasj gezeten had vroeger, daar kon hij niet van zeggen in wat voor geest dat gebeurd zou zijn en hoe hij daarover gesproken zou hebben met de politie, zei Noorlander. Wel kon hij zich herinneren dat hij een tijdje had vastgezeten op verdenkingen van hasjtransporten, onder andere in Spanje in de Carabanchel-gevangenis in Madrid. Maar voor die verdenkingen is hij vrijgesproken. Wel heeft dat een grote impact op zijn leven gehad vertelde hij. Die dingen heeft hij dan nog wel herinneringen aan, zoals ook die overval op hem en zijn vrouw.

De advocaten en het OM kregen ook nog ieder een vragenronde, maar ook hen moest Noorlander veel antwoorden verschuldigd blijven.

De voorzitter gaf op een gegeven moment aan dat het hem moeite koste te geloven dat Noorlander niets meer wist van hetgeen hij met de politie over had gesproken in 2007. Niet over de moorden, niet over Rommy en de Schiedammers, of de namen die hij daar destijds aan koppelde, eigenlijk geen één detail wist Noorlander nu nog terug te halen. In zijn woorden: He-le-maal niks! Noorlander kon dat wel verklaren: Inderdaad deed hij dat niet, want als hij halve antwoorden gaat geven of zeggen: ik denk het wel, ik denk het niet, dan is dat niet rechtstreeks eerlijk. En in dit geval weet hij het echt niet. En of dat nou door zijn hersens komt of niet en of het nou allemaal waar is, dat weet hij niet, en de voorzitter moest volgens hem zelf ook weten dat de rechercheurs je woorden in je mond kunnen geven, bij wijze van spreken, en als je dan gaat zitten van: Ja, dat was zo, of dit en dat is gebeurd, om eraf te zijn, ja dan weet ik ervan, maar ik-weet-het-echt-niet, benadrukte de 80-jarige Noorlander.

Tot zover de heer Huib Noorlander. 's Middags was het verhoor van getuige Reginald Theodor B. aka Jake B.. Daar kom ik nog wel eens op terug in de toekomst. Hij had in elk geval veel minder last van geheugenverlies dan de laatste twee.

Maandag staat getuige Malika Nassri op de rol. De weerbarstige getuige zal wel blij zijn Mr. Jan Hein Kuijpers maandag weer te zien sinds de vorige keer. June A. wordt later gehoord.

Bondtehond

vrijdag 7 maart 2014

'Ik mag nog van geluk spreken dat ik er nog zo goed vanaf ben gekomen'

De Passage-getuigenverhoren in het beveiligde Justitiële Complex Schiphol, betrekking hebbende op de zaken van de verdachten Jesse Remmers, Siegfried Saez en Moppie Rasnabe, oftewel deeldossier Cobra, zitten er nog niet op. Afgelopen week heeft het Hof echter wel meters gemaakt en zijn alle getuigen die gepland stonden voor deze week verschenen, sommige wel middels een bevel medebrenging. Zo is bij de heer Huib Noorlander in Scheveningen vanmorgen de deur van zijn huurappartement opengebroken. Noorlander slikt namelijk vanwege uiteenlopende gezondheidsklachten naar eigen zeggen 12 soorten medicatie, waaronder slaapmedicatie, dus hoorde hij niet dat er politie aan de deur was, zo zei hij. Huib Noorlander was als tweede aan de beurt om te getuigen donderdag.


Als eerste was het de beurt aan de Nederlander Emile Frans Weps jr. (51) uit Schiedam. De heer Weps was woensdag ook opgehaald door een arrestatieteam met een bevel medebrenging, zo vertelde hij in de pauze en had overnacht in de cel. Dhr. Weps was dinsdag niet op komen dagen 'omdat zijn chauffeur die zijn auto reeds volgetankt zou hebben niet wakker te krijgen was'. Na een uur had hij het opgegeven. Hij mag zelf niet meer rijden omdat hij een hersenbloeding heeft gehad in 2007. In 2012 was zijn rijbewijs ook afgepakt na een incident in het verkeer. En een telefoon-nummer ontbrak op de oproeping zei hij tegen het Hof, alleen een postbusnummer, dus het was allemaal geen onwil, zei hij later tegen de voorzitter van het Hof Mr. Ruud Veldhuisen. Een telefoonnummer zou wel handig zijn, aldus Weps. De getuige begon met die mededeling en dat zijn geheugen een gatenkaas zou zijn.

Weps had in 1993 contact met Siegfried Saez en is verhoord over een semafoon die hij eind '92 zou zijn kwijtgeraakt. De raadsheren vroegen daarover door. Veel kon Weps zich er echter niet over herinneren. De hersenbloeding was daarvan de oorzaak herhaalde hij keer op keer. Inderdaad had Weps een flink litteken op zijn voorhoofd, net onder de haargrens, ongeveer van oor tot oor. Hij vertelde me in de pauze dat zijn hele schedelpan open heeft gelegen en dat het kantje boord was destijds. Aan het Hof vertelde hij dat het in 2007 in zijn gevangeniscel was gebeurd omdat hij verkeerde medicijnen zou hebben gekregen. Hij had 99,9 % kans dat hij of zou doodgaan. Hij dacht dat hij als een kasplantje zou eindigen voor de rest van zijn leven. 'Zover hebben ze het nog niet voor elkaar gekregen', zei Weps. 'Ik mag nog van geluk spreken dat ik nog zo goed vanaf ben gekomen'. Toch merkte hij op: 'Maar als het nog slechter met me gaat, stap ik eruit. Dan stap ik voor de trein'. Mr. John Silvis was destijds overigens de advocaat van Weps en had het allemaal van dichtbij meegemaakt.

Zo goed en zo kwaad als het ging probeerden de raadsheren Weps dus te horen over de periode rond 1993 en wat hij wist van de Siegfried Saez. De Antilliaan was vroeger bevriend met zijn vader. Die had vroeger een beveiligingsbedrijf, 'iets met vulkanen'. 'Etna-services', vulde de raadsheer hem aan. Dat zou kunnen, dacht Weps, maar welke straat hij woonde destijds kon hij echt niet meer opkomen. Of hij Moppie Rasnabe kende die schuin achter hem zat? Hij keek. Nee, die kende hij niet. En de familie Remmers? Dat is toch een bekende familie, uit de kranten? Jesse Remmers kende hij niet. Hij wist alleen dat Jesse van de beroemde familie Remmers was. De raadsheer confronteerde Weps met een verklaring waarin hij vertelt dat hij bij Greg Remmers op bezoek was geweest in de gevangenis. Weps: 'Zou best kunnen, maar dat weet ik ook niet meer'.

De heer Weps was er op verzoek van de advocaat van Siegfried Saez, Mr. John Silvis. De raadsman stelde onder meer vragen over de semafoon. Over de semafoon kon Weps zich niets herinneren. Hij dacht in elk geval niet dat hij deze aan Saez zou hebben uigeleend. Ook geen telefoon. Als er een mobiele telefoon geweest zou zijn, wat hij wel aannam gezien het bedrijf van zijn vader, had zijn vader er waarschijnlijk als eerste een. Maar uitlenen aan Siegfried Saez klonk hem kennelijk onwaarschijnlijk in de oren.

later:
Advocaat-generaal Posthumus: Had u vroeger een ander postuur? Was u breder of zo?
Weps knikte ja.
AG Mr. Porsthumus: Hoeveel breder als ik vragen mag?
Weps: Ik was iets van 15 kilo zwaarder.
AG: U ziet er nog wel gezond uit, dus dat is moeilijk in te schatten, maar was u vroeger een spierbundel?
Weps: Nou ja, ik woog gewoon 15 kilo zwaarder en door het werk had ik gewoon normale spieren enzo.
AG: Ja ja. En we haddden het net even over meneer Saez. Hoe noemde u hem?
Weps: Siegfried. Zo noemde iedereen hem toch?
AG: Noemde u hem ook wel eens anders?
Weps zweeg.
AG: Sieg of zo?
Weps: Nee Siegfried.
AG: Hoe werd Siegfried door anderen genoemd?
Weps mompelde: Ik weet maar één naam en dat is Siegfried volgens mij.
AG: Misschien had Siegfried een bijnaam?
Weps: Dat weet ik niet.
AG: Dat weet u niet... U ging wel eens wat met hem drinken. Waar ging u dan drinken?
Weps: Bij mijn ouders thuis.
AG: Ging u wel eens uit of zo?
Weps: Nee.
AG: Tot wanneer heeft u bij uw ouders gewoond?
Weps diep dacht na: Tot rond mijn 20e denk ik.
AG: Tot rond u 20e jaar?
Weps: Ja.

later:
AG: Er zijn toch een aantal mensen die zeggen dat u wel meer deed met Sieg dan alleen maar gezellig wat drinken bij uw ouders thuis. Het is niet één persoon die dat zegt, maar dat zijn er wel meer. Kunt u toch nog eens uitleggen hoe de verhouding tussen u en Sieg nu was?
Weps: Die was gewoon goed.
AG: En wat deed u samen?
Weps: Niets. Drinken, gezellig praten, gewone dingen.
AG: En heeft u Siegfried wel eens opgezocht in de gevangenis?
Weps: Dat kan best.
AG: Heeft u hem wel eens opgezocht in Scheveningen? In de gevangenis?
Weps: Zou kunnen, volgens mij heeft hij overal wel gezeten, u mag van mij iedere bajes opnoemen, ik geloof het allemaal wel.
AG: En ging u dan ook altijd bij hem op bezoek als hij vastzat? Nou ja, niet altijd, maar ging u wel eens bij hem op bezoek als hij langere tijd vastzat?
Weps: Dat zal best wel.
AG: Ja, dat zal best wel, of..of..
Weps: Ja, daar ben ik heilig van overtuigd. U moet het me niet meer precies vragen. Ik twijfel. Als er familie vastzat, ging ik wel es op bezoek.
AG: Zag u Siefried ook een beetje als familie?
Weps mompelde wat, niet te verstaan.
AG: Deed u ook klusje voor Siegfried? Dat hoeven niet speciaal criminele klusjes te zijn, maar ging u wel eens iets wegbrengen, het één of het ander, of iets ophalen voor hem?
Weps: Dacht het niet.
AG: Is dat een nee, of zegt u: ik weet het niet?
Weps: Nee.
AG: Dat deed u niet?
Weps zweeg.
AG Cynthia de Jong: Wij hebben ook gekeken naar de feiten die op uw strafblad staan, de zaken waarvoor u vervolgd bent, en mij is opgevallen dat u ook in een aantal zaken tegelijk met Siegfried bent vervolgd. Zelf tegelijk op zitting heeft gestaan, waaronder die schietpartij bij de Euromast. Weet u daar nog iets van?
Voorzitter: Weet u wel waar de AG het over heeft?
Weps: Nee.
Voorzitter: Dat zegt u helemaal niks? De schietpartij bij de Eoromast zegt u helemaal niks? Dat u daar voor vervolgd bent, zegt u ook niks? Zo moet ik het begrijpen?
Weps: Ja.
AG De Jong: U heeft helemaal geen herinneringen aan die zittingen? 1997? De gebeurtenissen zelf? Er is ook een zaak bij dat er iemand ontsnapt is uit de gevangenis. Zegt u dat nog iets?
Weps dacht na.
AG De Jong: Gevangenis de Schie?
Weps: Ben ik daar voor veroordeeld dan voor die gekke zaken allemaal?
AG: Nee, ik vraag of u daar nog iets van weet?
Weps: Ik niet.
AG: Helemaal niets?
Weps: Nee.

Criminele zaken wist Weps niets van te herinneren. Niet met wapens, niet met drugs, niets. Kennelijk was Weps ook een keer samen met Saez opgepakt, maar ook dat wist hij niet meer. De AG probeerde nog of hij nog iets wist van na de hersenbloeding. Het antwoord was negatief.

De voorzitter waagde vervolgens nog één poging over de bezoeken aan Greg Remmers.
Voorzitter Mr.Veldhuisen: Meneer Weps, als ik het onder woorden breng, u weet veel niet meer, sommige dingen wel. Of u de zaak volgt in de media, zei u dat u het wel eens op TV had gezien. U zei over Jesse Remmers: Ja, die is van een beroemde familie. Ik heb u voorgehouden dat u bij de politie heeft gezegd: 'Ja, ik ben meermalen bij Greg Remmers op bezoek geweest'. Maar ik zeg ook dat u bij één van die gelegenheden Jesse Remmers daar heeft ontmoet. Mijn vraag is nu aan u, of u toch nog eens goed na wilt denken of u toch niet iets meer weet van die keer en of daar geen enkele herinnering meer over bestaat?
Weps: Echt niet meer, meneer.
Voorzitter: Dus u bent meermalen bij iemand op bezoek geweest waarvan u zegt: Ik heb geen idee?
Weps: Nee, wat ik belangrijk vind, zijn de herinneringen aan mijn familie en dat soort dingen.
Voorzitter: Ja, en uw gezondheid he, zei u?
Weps: En mijn gezondheid, ja.
Voorzitter: Dan zijn er geen vragen meer. Zijn er nog vragen bij de raadslieden? ... Nee? Dan wordt de zitting voor een kort moment onderbroken om te beraden.

Het Hof besloot na een kort beraad dat het zo wel welletjes was en beëindigde het verhoor van Dhr.Weps. Hij mocht gaan.

Later nog een stukje verhoor van getuige Huib Noorlander. Ik probeer morgen, kan ook later worden vanwege het mooie weer.

Bondtehond

woensdag 5 maart 2014

'Ik vind het wel merkwaardig dat u nu zegt dat u het zich niet kunt herinneren'

Helaas was ik dinsdag verhinderd om de tweede reeks getuigen in de zaak Cobra te kunnen volgen in het extra beveiligde JCS-complex te Schiphol. Maandag waren er echter 4 getuigen, waarvan ik slechts getuige Coby C. eruit heb gepikt. De andere getuigen waren zeker niet minder interessant. Integendeel. De heer R.G.M. zat zelf gedetineerd in de Schie in Rotterdam. Van de dames C.D.W. en M. M. was mevrouw W. huisvrouw en mevrouw M. naar eigen zeggen een ambtenaar op Curaçao. Zij was speciaal overgevlogen om te komen getuigen. 

Siegfried Saez 1993 + 2014

De Antilliaanse getuigen konden zoals iedereen kiezen voor de eed of de belofte en allen kozen voor de eed: 'Zo waarlijk helpe mij God almachtig'. De voorzitter van het Hof Mr. Veldhuisen benadrukte bij iedere getuige dat het van belang is dat ze goed zouden nadenken en niets zouden invullen mocht het geheugen hen in de steek laten. Tenslotte is het ook al 19 jaar geleden waarover zij kwamen getuigen. Als tweede werd R.G.M. gehoord. De heer R.G.M. had geen vaste woon of verblijfplaats en is diverse keren in aanraking gekomen met justitie, onder meer voor drugssmokkel. Hij had Kenny Rampenburg leren kennen in gevangenis Koraalspecht op Curaçao.

Als eerste stelde een van de raadsheren vragen aan R.G.M. Het ging over een gebeurtenis waar R.G.M. in de jaren '90 over heeft verklaard. Later is R.G.M. daar een aantal malen over gehoord door de politie, onder meer over een periode dat hij in Nederland logeerde bij Soraida Maxwell in haar woning te Hoogvliet. Soraida was de toenmalige vriendin van Kenny Rampenburg, die de vriend en partner in crime was van Saez. Soraida is later hoogstwaar-schijnlijk vermoord. Officieel geldt Soraida nog steeds als vermist. Zij is in januari 1994 voor het laatst gezien in haar woning in Hoogvliet. Siegfried Saez is lange tijd verdachte geweest in die zaak, maar is uiteindelijk vrijgesproken bij gebrek aan bewijs.

R.G.M. keek vroeger nogal op tegen Kenny omdat hij een stuk ouder was en veel vrouwen om zich heen had, zo las de raadsheer voor uit een verklaring. Later, in Nederland zou Kenny Rampenburg volgens R.G.M. hem eens een groot geldbedrag in duizendjes hebben laten zien op een slaapkamer, waar de vrouwen niet bij waren. Hij heeft daar destijds over verklaard bij de politie, onder meer dat er toentertijd is gesproken over een schietpartij in België waarbij twee mensen waren doodgeschoten en dat het geld daarvan afkomstig zou zijn. R.G.M. kon zich er nu niet veel meer van herinneren, echter de raadsheer wees hem op verklaringen afgelegd op 2 en 14 augustus 2007, toen de politie bij hem was geweest in HvB De Schie. R.G.M. zou hebben verklaard dat Kenny hem in de woning van ene Marisol Parera in Amsterdam een stapel duizendjes liet zien, ongeveer 20 - 30.000 gulden. Rampenburg zou R.G.M. hebben verteld dat hij en Tochi (broer Kenny Rampenburg), ofwel Sieg (Siefried Saez), twee mensen hadden doodgeschoten. Dit was in de zomer van 1993. R.G.M. antwoordde via de vrouwelijke Antilliaanse tolk nogmaals dat hij zich dit niet kon herinneren. Wel dat hij Kenny 500 gulden had geleend toen deze vast kwam te zitten. Soraida Maxwell had hem later dat geld teruggegeven, waarop hij naar Curaçao terugvloog.
Raadsheer: Dus u zegt eigenlijk: 'Ik kan het mij niet herinneren. Het is niet gebeurd?'
R.G.M. (via tolk): Voor zover ik mij kan herinneren niet.
Raadsheer: Ik vind het wel merkwaardig dat u nu zegt dat u het zich niet kunt herinneren.

De raadsheer ging er toch op door en las vervolgens delen voor uit de verklaringen van toen: In 1996 had R.G.M. vrij uitgebreid verklaard, over drugs dat hij moest vervoeren, over Soraida Maxwell en over de schietpartij in België. Hij had later gehoord van ene Roberto Roosje dat Siegfried Saez ook bij de schietpartij betrokken zou zijn. De reden voor de schietpartij zou een ripdeal geweest zijn, waarbij Saez 600.000 gulden zou hebben buitgemaakt. Ook van andere, maar hij wist niet meer van wie, zou hij hebben gehoord dat Siegfried Saez erbij betrokken was. Ook zou hij Saez wel eens met vuurwapens hebben gezien.

(samenvatting)
Raadsheer: Dat heeft u toen verklaard. U zegt: 'Siegfried Saez droeg altijd twee automatische vuurwapens bij zich en hij droeg altijd een lange jas om die vuurwapens te bedekken'.
R.G.M: (via tolk): Dat was Kenny.
Raadsheer: Heeft de politie dat dan verkeerd opgeschreven, of heeft u dat verkeerd verteld, of...
R.G.M. Dat weet ik niet.
Raadsheer: In een verhoor, 11 jaar later in 2007, bent u weer bij de politie geweest. Weet u dat nog?
R.G.M: (via tolk): De polities zijn bij mij geweest, dat kan ik mij nog wel herinneren, ja.
Raadsheer: Twee augustus 2007 in De Schie in Rotterdam. De politie heeft toen met u gesproken. U heeft niets ondertekend, maar de politie heeft wel dingen opgeschreven.
R.G.M: Ja, ja...
Raadsheer: Over dat u Kenny had leren kennen. Het was in de woning van Marisol. In de zomer van 1993. Kenny zou u een stapel bankbiljetten hebben laten zien. Marisol was er zelf ook bij, en Edine en Edselien ook. Klopt dat?
R.G.M. (via tolk): Ja, dat kan ik mij zelf niet zo herinneren, ik weet alleen dat ik zelf geld aan Kenny heb gegeven omdat hij vast kwam te zitten en Soraida gaf me dat terug en toen ben ik meteen naar Curaçao teruggevlogen.
Raadsheer: Ja, dat vertelde u. Maar ik ga toch even verder daarover. Ik vind het merkwaardig dat u dat toen vertelde en dat u nu niets meer weet. Hoe komt het dat u bij de politie vertelde dat Kenny u had verteld over over Antwerpen?
Getuige R.G.M: Kenny heeft me niet verteld over Antwerpen.
Raadsheer: Hoe kan het gesprek op een schietpartij in België uitkomen?
Getuige R.G.M: (via tolk): Omdat hij geen geld meer had.
Raadsheer: Maar hoe komt het uit op België?
Getuige R.G.M: (via tolk): Nou, hij had verteld dat hij in België problemen had. Misschien hebben ze het verkeerd opgeschreven omdat ik ook niet helemaal goed Nederlands praat. Kenny heeft me niet verteld over Antwerpen, alleen over België. De politie zei Antwerpen.
Raadsheer: U zegt dat Kenny bij de Belgische grens iemand had doodgeschoten. 'Maar hij was niet alleen. Ik herinner me dat ze beide hadden geschoten'. U zegt: Ik herinner me dat ze beide hadden geschoten en dat de auto een Mercedes was.
Getuige R.G.M: (via tolk): Over die Mercedes: De politie liet me foto's zien.
Raadsheer: U zegt ook dat Kenny had geschoten. Dat vind ik dan toch een beetje raar.
Getuige R.G.M: Ik praat niet goed Nederlands. Het kan komen omdat ze het verkeerd hebben begrepen.
Raadsheer: De politie zegt: We lazen de verklaring voor, hij las het na en hij zei dat het klopte.
Getuige R.G.M: (via tolk): Ik heb zelf bedacht dat het Saez geweest moest zijn.
Raadsheer: Waarom dacht u dat?
Getuige R.G.M: Soraida had me dat verteld.
Raadsheer: Wist u iets van Siegfried, of hij gevaarlijk was? U zegt nu: Ik heb zelf de naam van Saez ingevuld dat hij erbij aanwezig was.
Getuige R.G.M: (via tolk): Ja, Kenny vertelde 'een vriend', ik dacht dat Kenny Saez bedoelde.
Raadsheer: Ik lees voor: Enkele weken later vertelde Roberto Roosje me dat Saez aanwezig was.
Getuige R.G.M: (via tolk): Hoe moet ik iets van 20 jaar geleden herinneren??
Raadsheer: U hoeft alleen te antwoorden wat u weet als dat de waarheid is.
Getuige R.G.M: (via tolk): Oké...

Ook bij deze getuige leek zijn geheugen hem soms in de steek te laten. Hij herinnerde zich nog wel dat hij een keer was geript van zijn gouden ketting door Siegfried: 'Toen dat gebeurde, heb ik mijn handen gewassen en ben ik gegaan. Ik heb vanaf toen afstand genomen'.

Het OM stelde de getuige enkele vragen. Een van de vragen was: U zegt dat u zelf heeft ingevuld dat het Saez was. Hoe kwam dat, dat u dat dacht?
Getuige R.G.M: Omdat ze altijd samen waren.
OM: Jawel, maar het is nogal wat...
Raadsheer: En hoe kwam dat?
Getuige R.G.M: Vanaf het moment dat ik mijn ketting kwijt was, dacht ik dat het Saez was.

De advocaat van Siegfried Saez, Mr. Silvis vroeg later onder meer nog even door over die ketting en wie die gestolen zou hebben.
Mr. Silvis: Wie pakte die ketting?
Getuige R.G.M: Lex. Die was een brede man.
Mr. Silvis: Siegfried heeft daar voor gezeten hè?
Getuige R.G.M: Ja.
Mr. Silvis: U vertelt dat iemand over Antwerpen vertelde. Roberto Roosje, heeft die over Antwerpen verteld?
Getuige R.G.M: Ik kan me dat niet herinneren.
Mr. Silvis: U zegt later: Volgens mij hebben ze 125.000 gekregen, Roberto Roosje en Siegfried.
Getuige R.G.M: Dat weet ik niet meer zo.
Raadsheer: Nog even over Antwerpen of België. Heeft de politie het voorgehouden?
Getuige R.G.M: De politie heeft over een man en een vrouw gesproken.
Raadsheer: Dat is niet mijn vraag.
Getuige R.G.M: (via tolk): Het is meer dan 20 jaar geleden. De politie probeerde me dingen te laten herinneren. Daarom zeiden ze dingen.

Het Hof vroeg of Siegfried Saez wilde reageren op wat de getuige vertelde. Saez vond: 'dat de getuige zodanig in de war was, over die paar minuten met die ketting'.
Raadsheer: Was u erbij, bij dat incident met die ketting?
Saez: Ik was daar gereden met Maxwell. Die kreeg ook geld daarvan.
Raadsheer: Soraida Maxwell?
Saez: Ik ben ook even daar geweest.
Raadsheer: Was u erbij?
Saez: Ja, het is gebeurd door een hele andere jongen. Niet Lex.
Raadsheer: Was u aanwezig?
Saez: Nee, ik heb niets daarmee te maken.

Getuige R.G.M kon gaan en werd afgevoerd.

Hierna gaf Saez ook aan dat hij terug wilde: 'Ik heb last van mijn ogen, veel'. Saez werd daarop tevens afgevoerd door de parketwachten.

's Middags kwamen twee vrouwelijke getuigen: C. D.W. en Minouska M. Mevrouw W. had destijds een relatie met Edson Rafaela, een vriend van Kenny Rampenburg en Minouska M. had destijds een relatie met Kenny Rampenburg. De dames leken iets makkelijker te praten dan de heren. Misschien dat dit mede kwam omdat Siegfried Saez intussen niet meer pal achter hen zat, zoals 's ochtends wel het geval was. Maar dat speculeer ik een beetje. Wellicht dat de dames ook minder door de wol geverfd zijn dan de twee heren.

Het komt er nu niet van veel terug te halen, wellicht op een later moment, maar één opmerkelijk feitje kwam wel boven in geval van mevrouw M.M. Gedurende het verhoor van Mr. Silvis gaf zij toe dat ze gesprekken met de 'autoriteiten' had gevoerd waar ze niet over mocht praten. De raadsman verbaasde zich over het feit dat zij met de politie had gesproken, maar niet over Siegfried Saez, terwijl saez toch een niet mis te verstane factor was in het verhaal.
De raadsheer zei: Ze zei geen politie, ze zei autoriteiten.
Mr. Silvis: Oh, dan was dat een 'slip of the tongue'. We houden het dan nu nog even op autoriteiten. Dan vraag ik daarna wel wie dat dan wel mogen zijn.

Daarop sprak de getuige even tot de tolk.
Raadsheer: Bent u nu aan het overleggen?
De tolk reageerde: Ik moet het nog even vertalen.
Getuige M.M. (via tolk): Het is voor mij allemaal heel erg verwarrend. Ik ben ontzettend bang om dingen te zeggen, want ik weet dat meneer Siegfried Saez heel erg gevaarlijk is. Dat met die autoriteiten: Ik ben degene die Kenny Rampenburg heeft aangegeven. Er is mij op het hart gedrukt dat ik dat aan niemand mocht vertellen.

Mr. Silvis: Mevrouw, die autoriteiten in Rotterdam, was dat de politie van Rotterdam? Want het gaat om iets in 1994 en als het dan alleen om Kenny gaat, dan lijkt me dat nu de situatie wat anders ligt, omdat Rampenburg is overleden. Ging het alleen om Kenny, heeft u alleen Kenny toen aangegeven? En met welke autoriteiten heeft u toen gesproken?
Getuige M.M.: Ja, ik mag het niet zeggen met wie ik toen gesproken heb....  Ik heb ervoor getekend.
Mr. Silvis: Maar waren dat justitiële autoriteiten? Of... of was dat de burgermeester?
Getuige M.M. : Nee, dat was niet de burgermeester.
Mr. Silvis: Waren dat justitiële autoriteiten?
Getuige M.M.: Ja.
Mr. Silvis: Was dat de CIE? De politie van Rotterdam?

Advocaat-generaal Mr. Posthumus: Ik vraag u het antwoorden op de vragen te beletten! We weten helemaal niet of mevrouw M.M. contact heeft gehad met de CIE. We weten wel dat ze Kenny Rampenburg weg heeft getipt. Dat staat al in het dossier.
Mr. Silvis: Ja, dat klopt. Maar zojuist heeft zij het wat breder gemaakt. Zojuist sprak zij over ambtelijke mensen?
Mr. Posthumus: Ja, maar dat zijn vragen die voor de zaak Saez niet relevant zijn.
Mr. Silvis: Nou, die relevantie kan ik u wel schetsen hoor. Als nu blijkt dat mevrouw M.M. weet van de conflicten die speelden in de Antilliaanse gemeenschap in die tijd en dat er mensen waren die er belang bij hadden om ten aanzien van meneer Saez strafrechtelijk uit te laten?
Mr. Posthumus: Dan vraagt u daarover. U vraagt nu welke autoriteiten....
Voorzitter: Goed, het antwoorden op die vragen is belet. De vraag is genoteerd. We zullen op een ander moment daarop terugkomen.
Getuige M.M.: Goed.

Tot zover.

Morgen de verhoren van Huib Noorlander en Jake Bosnie.
's Middags gaat het over de voorlopige hechtenis van Fred Ros.


Bondtehond