dinsdag 8 april 2014

Het Hof gijzelt Passage-getuige Lesley Verkaart

In het Justitieel Complex te Schiphol (JCS) zouden maandag de getuigenverhoren plaatsvinden van Lesley Verkaart in deeldossier 'Cobra' en Estrella Verbaan jr., de zus van de overleden verdachte Raymond Verbaan, in deeldossier 'Tanta'. Tijdens een eerdere zitting had ik begrepen dat de moeder van Raymond vandaag gehoord zou worden, net als in september 2009 in de Bunker te Osdorp, maar het betrof nu dus Estrella Verbaan jr, haar dochter met dezelfde naam. Estrella jr. werd bijgestaan door Mr. Jon Mul, de raadsman die eerder ook Moppie Rasnabe bijstond in deeldossier 'Indiana'. Beide verhoren liepen echter anders dan gepland.


Lesley Verkaart is in gijzeling genomen voor maximaal 30 dagen. Hij was 's morgens als eerste aan de beurt, toen ik helaas nog niet in de zittingszaal was. Ik hoorde dat Verkaart het Hof te kennen had gegeven dat hij een nek-hernia heeft, dat hij vooral erg veel pijn heeft en zich mede daardoor niet in staat voelde te kunnen getuigen en al dan niet zich kennelijk ook niets meer kon herinneren. Het Hof vond dat ongeloofwaardig en ondanks papieren van een dokter die Verkaart bij zich had, als bewijs dat hij die nek-hernia reeds 6 jaar heeft, werd Verkaart 's morgens in gijzeling genomen en afgevoerd naar het cellencomplex van het JCS om een aantal uren zijn geheugen op te frissen. Na het verhoor van Estrella Verbaan jr. kreeg Verkaart een herkansing en deed het Hof een laatste poging Verkaart aan zijn verplichting te houden om te moeten verklaren, maar dat bleek tevergeefs.

Het Hof ging daarop even in beraad. De voorzitter van het Hof Mr. Ruud Veldhuisen gaf kort na de hervatting van de zitting de beslissing die het Hof had genomen:

Mr. Veldhuisen: Noch het briefje van uw huisarts, noch in verband met al die andere stukken die u heeft overlegd, kan het Hof een bevestiging krijgen dat het anders is dan onze indruk is, namelijk dat u niet wilt meewerken aan het verhoor. En dat betekent dat de gijzeling voor maximaal 30 dagen die bevolen is gewoon voortduurt. Op 10 april zult u weer in deze zaal worden geleid en dan zullen we zien hoe de vlag er dan voorhangt. De gijzeling strekt ertoe om het nakomen van uw verplichting af te dwingen.
Lesley Verkaart: Dat had ik al begrepen.
Mr. Veldhuisen: Ja, maar ik zeg het nog een keer hardop, zodat u weet wat we beogen met die gijzeling.

Donderdag moet/mag Verkaart dus weer komen voor een nieuwe poging hem te laten getuigen over hetgeen hij eerder, onder meer nog in 2007, heeft verklaard over een dag in 1993 dat hij Jesse Remmers naar België zou hebben gereden als diens chauffeur. De verklaring van Lesley Verkaart van destijds wordt door het OM als belangrijke verklaring gezien. Lesley Verkaart verklaarde onder meer samen met Jesse Remmers naar Antwerpen te zijn gereden en daar zou hij Jesse later ook weer ergens hebben opgehaald. Onderweg naar Den Haag zouden ze zijn gestopt en zou Jesse hebben gebeld met een autotelefoon. Daarna zouden ze zijn doorgereden naar het Hilton in Den Haag. Daar zou Jesse volgens Verkaart een half uurtje binnen zijn geweest terwijl hij buiten in de auto op Jesse zou hebben gewacht.

Meteen na de mededeling werd Verkaart dus wederom afgevoerd naar z'n cel.

Met Estrella Verbaan jr. (45) verliep het getuigenverhoor ook al niet zo soepel. De advocaat van Verbaan, Mr. Jon Mul, gaf vlak voor het verhoor door het Hof begon eerst wat informatie over de fysieke toestand van zijn cliënt. De raadsman gaf aan dat zijn cliënt ziek zou zijn en dat ze nogal was afgetakeld. Estrella Verbaan jr. zegt zelf dat ze lijdt aan bloedarmoede. 'Ja, dat heb ik ook', merkte Estrella op. 'Ja, dat heeft ze ook', zegt ze, 'maar daar willen we het ook graag bij houden', merkte de raadsman op. Een en ander zou van invloed zijn op haar geheugen en dat bleek ook wel tijdens het verhoor.

Ten tweede gaf Mr. Jon Mul aan dat hij vroeger ook de advocaat is geweest van Moppie Rasnabe en dat hij weet dat Malika Nassri dingen heeft verklaard in de zaak Indiana die haaks staan op de verklaring van zijn cliënt Verbaan jr.. Dat houdt dus in, dat indien het Hof die verklaring zou geloven, dat de verklaring van zijn cliënt als meinedig zou kunnen worden gezien. En er zou een OVC-gesprek (Opname Vertrouwelijke Communicatie) in het dossier zijn gevoegd tussen Moppie Rasnabe en zijn broer Youssef waarin gesuggereerd zou zijn dat er betaald zou zijn aan zijn cliënt om te zwijgen. Dus dat zijn situaties waar het Hof mee te maken heeft en waarbij hij zijn cliënt dus als raadsman zou bijstaan maandagmiddag. Het Hof vond de toelichting duidelijk genoeg en besloot verder af te zien van een toelichting achter gesloten deuren over de fysieke toestand van Verbaan.

Na de belofte door Estrella Verbaan jr. naar waarheid te zullen antwoorden, had het OM een verzoek. De advocaten-generaal Mrs. Posthumus en De Jong van het OM zijn van mening dat gezien de ratio van artikelen in het Wetboek van Strafrecht in de zaak Tanta getuige Estrella Verbaan, die tevens de zus is van de reeds overleden verdachte Raymond Verbaan, wel verschoningsrecht moest toekomen. Het OM verzocht het Hof daar een standpunt over in te nemen. De verdediging van Jesse Remmers, Moppie Rasnabe en Siegfried Saez verzetten zich daartegen. Mr. Robert Malewicz was van mening dat nu Raymond Verbaan is komen te overlijden, dat hij nooit meer strafrechtelijk vervolgd kan worden, dus vond hij dat in dit geval het verschoningsrecht kon komen te vervallen.

Het Hof ging even in beraad en besloot dat het verschoningsrecht zowel in geval van Raymond als de moeder van Raymond en Estrella jr. in stand moest blijven. Samengevat: 'Zowel het belang van de waarheidsvinding alswel het gegeven dat Raymond medeverdachte is en schuldig bevonden kan worden, doet niets af aan het verschoningsrecht. De bloedverwantschap eindigt niet omdat de bloedverwant is overleden, dat houdt in dat op basis van art. 217 Sv. algemeen verschoningsrecht aan de getuige toekomt. En op basis van art. 219 Sv. ook voor wat betreft de moeder', aldus de voorzitter van het Hof.

Hierna gaf het Hof raadsman de heer Mul even de gelegenheid de omvang van het verschoningsrecht uit te leggen aan zijn cliënt. Hierna merkte Mr. Mul op navraag van het Hof op: 'dat het opnamevermogen van mijn cliënt nogal beperkt is'.

Vervolgens begon het Hof met het getuigenverhoor. Al snel bleek dat getuige Estrella Verbaan zich op enkele vragen na niets kon herinneren van de gebeurtenissen in 1993 betreffende de zaak Tanta, oftewel de moord op de twee Joegoslaven Djordje Ilic en Salim Hadziselimovic, die in 1993 een tijdje bij de familie Verbaan inwoonden.

Voorzitter: Mijn collega zal u een aantal vragen stellen.
Raadsheer: Ja, mevrouw Verbaan, u weet waar het vandaag over gaat? Waar de vragen over zullen worden gesteld? Ja? U wordt o.a. bevraagd in de zaak van de heer Remmers, die daar zit. Kent u hem?
Verbaan jr: Ja, van vroeger. Jaren geleden.
Raadsheer: En meneer Rasnabe, die kent u ook hè?
Verbaan jr: Ja.
Raadsheer: En meneer Saez. Kent u die naam? Nee? In eerste instantie wordt u gehoord in een zaak die verband houdt met de dood van twee Joegoslavische jongens. Dat is al lang geleden geweest, in 1993, weet u dat nog?
Verbaan jr: Nou, ik zal u zeggen. Ik eh, nou eh, die ziekte met dat bloed eh, ik weet eh... wat mijn advocaat net heeft verteld, weet ik al niet meer.
Raadsheer: Dat weet u al niet meer...
Verbaan jr: Dus dat is eh.. echt rot, ik weet het niet meer... Dus dat kan hij antwoorden.
Raadsheer: Nou dat kan niet, want hij is daar waarschijnlijk niet bij geweest, bij al die dingen waarover ik u vragen wil stellen. Maar kunt u, laat ik maar met wat algemene vragen beginnen, kunt u zich die Joegoslavische jongens nog herinneren?
Verbaan jr: Ja.
Raadsheer: Ja? Wat kunt u daar over vertellen, over die jongens?
Verbaan jr: Ja, ze waren een tijdje bij Raymond in huis.
Raadsheer: Ik welk huis was dat?
Verbaan jr: Oh en ja, dat was op 64.
Raadsheer: Op nummer 64, ja. Daar heeft u ook gewoond hè?
Verbaan jr: Ja, maar ik was meer bij mijn moeder, want mijn vader was ziek.
Raadsheer: Dus u was meer bij uw moeder? Dat was verderop in de straat hè?
Verbaan jr: Ja.
Raadsheer: En die jongens, heb je die vaak gezien in die periode?
Verbaan jr: Nee.
Raadsheer: Weet u nog wanneer dat was, kunt u er nog een jaartal aan koppelen?
Verbaan jr: Eh nee. Dat weet ik ook niet meer. Enne, ik lieg er niet om, maar ik weet het gewoon niet.
Raadsheer: U weet het niet meer. Ehm, weet u nog dat die jongens op een gegeven moment vedwenen waren?
Verbaan jr: Ja.
Raadsheer: Ja? Wat kunt u daarover vertellen? Hoe ging dat?
Verbaan jr: Dat is al heel lang geleden. Nee, ik weet het niet. Ik zet wel heel hard na te denken.
Raadsheer: Het is wel zo natuurlijk dat die zaak, die verdwijning van die jongens, dat heeft ook in uw omgeving natuurlijk veel gevolgen gehad hè? U bent zelf destijds verdachte geweest ook, Uw broer is verdacht. Moppie Rasnabe. Dat was uw vriend destijds hè?
Verbaan jr: Ja.
Raadsheer: Die was ook verdacht hè toentertijd, dus ik kan me voorstellen dat dat wel heel veel indruk heeft gemaakt?
Verbaan jr: Ja natuurlijk, maar het is eh... Nu ik die bloedziekte heb, weet ik het allemaal niet meer. Ik kan er niet over... Ik weet het niet meer...
Raadsheer: U weet het niet meer.
Verbaan jr: Nee.
Raadsheer: Heeft u de afgelopen tijd nog... volgt u de zaak nog?
Verbaan jr: Nee.
Raadsheer: U leest geen kranten daarover? Televisie?
Verbaan jr: Nee. Ik lig de hele dag op bed.
Raadsheer: Ja, want hoe ziet uw leven er nu uit?
Verbaan jr: Nou met twee kinderen en een neefje van Raymond is ook altijd bij mij, dus weet je...  Ik ben echt moeder, enne voor de rest lig ik de hele dag op bed als de kinderen naar school zijn.
Raadsheer: Hoe oud zijn die kinderen?
Verbaan jr: De ene is 13 en de andere is 17.
Raadsheer: Heeft u nog over deze zaak gepraat met anderen, met uw moeder bijvoorbeeld?
Verbaan jr: Nee.
Raadsheer: Nee? En heeft u nog dingen gelezen, en verklaringen van uzelf?
Verbaan jr: Eh nee, ook niet.
Raadsheer: Dus u bent er helemaal niet meer mee bezig?
Verbaan jr: Nee, maar het is gewoon, ik ben gewoon altijd moe. En ik lieg daar niet om, ik ben gewoon altijd moe... het is zo vervelend, maar dat is eh...
Raadsheer: Kunt u zich nog wel herinneren dat u zelf ook vaak door de politie bent gehoord over deze zaak?
Verbaan jr: Nee, ja, ik weet wel dat ik eens bij ze ben geweest, maar ik weet ook niet meer wat ik heb gezegd.
Raadsheer: U weet niet meer wat u heeft gezegd?
Verbaan jr: Nee.
Raadsheer: U heeft ook niet zoveel gezegd, nou ja, u heeft wel veel gezegd, maar u weet dat niet meer?
Verbaan jr: Nee. Echt niet.
Raadsheer: Ehm, heeft het zin om aan u te vragen... u zegt ik weet heel veel niet meer, maar weet u wat er met die Joegoslavische jongens is gebeurd?
Verbaan jr: Ja-ah... dat ze vermoord zijn.
Raadsheer: Hoe weet u dat?
Verbaan jr: Nou dat was op tv paar keer. Dat was bij Opsporing, of zoiets.
Raadsheer: En wat dacht u dat u dat zag?
Verbaan jr: Ja erg... het waren best wel aardige jongens. Maar ik kon ze niet echt goed.
Raadsheer: Weet u hoe ze zijn vermoord?
Verbaan jr: Nee, dat weet ik echt niet.
Raadsheer: Ehm, u weet misschien wel dat er in het dossier dat wij hebben, daar zitten verklaringen in van mensen die zeggen dat dat besproken is waar u bij was, over wat er met die jongens was gebeurd?
Verbaan jr: Nou, dat lijkt me onmogelijk.
Raadsheer: Dat lijkt u onmogelijk?
Verbaan jr: Eh ja...
Raadsheer: Ja... bedoelt u: dat is nooit gebeurd, of: dat kan ik mij niet herinneren? Of hoe moet ik dat zien?
Verbaan jr: Ja, dat zou ik niet weten.
Raadsheer: Dat zou u niet weten. Staat u iets bij van een gesprek bij u thuis, of bij uw moeder thuis, waar daarover gesproken is wat er met die jongens is gebeurd?
Verbaan jr: Nou eigenlijk... er was haast niemand, ik was wel af en toe met Mop, want we zorgden voor elkaar, en...
Raadsheer: Ja... heeft u van Moppie wel es gehoord wat er met die jongens is gebeurd?
Verbaan jr: Ook niet. Nee. Ik weet het niet. Het is zo lang geleden, ik weet het niet...
Raadsheer: Ja, het is wel lang geleden, maar het is ook niet iets... als je er van hebt gehoord, is het niet iets wat je makkelijk vergeet, lijkt me?
Verbaan jr: Nee, dat zeg ik ook niet, maar het is zo lang geleden, ik weet dat niet meer van zo lang geleden.
Raadsheer: U zei net: 'Jesse Remmers, die heb ik wel eens gezien, lang geleden', is hij wel eens bij u thuis geweest?
Verbaan jr: Eh, nou ja, we gingen vaak naar Amsterdam. Ik ging met Mop om en Jesse was vriend van Mop.
Raadsheer: En dan ging u naar Amsterdam met z'n tweeën en dan kwam u Jesse wel eens tegen?
Verbaan jr: Eh... ja.
Raadsheer: Maar is hij ook wel eens bij u thuis geweest op de Maysstraat?
Verbaan: Nee.
Raadsheer: Nee?
Verbaan jr: Nee, als-ie ons op kwam halen, kwam ie altijd voor de deur. Bij ons thuis kon-ie niet naar binnen omdat mijn vader zo ziek was.
Raadsheer: U bedoelt dan dus op nummer 102?
Verbaan jr: Ja.
Raadsheer: En op nummer 64? Kwam hij daar wel eens?
Verbaan jr: Nou daar kwam ik niet veel, want ik was altijd bij mijn vader.
Raadsheer: Sliep u daar wel eens op 64?
Verbaan jr: Nee, daar sliep mijn broer, ik sliep daar ook wel eens, maar de ene moest voor mijn vader zorgen, dus als je...
Raadsheer: Heeft u wel eens van uw broer Raymond gehoord over wat er met die Joegoslavische jongens was gebeurd?
Verbaan jr: Nee.
Raadsheer: Nee... Ehm, zegt u nu dat heb ik allemaal niet gehoord, of dat weet ik niet meer, of...?
Verbaan: Dat weet ik allemaal niet meer. Dat zeg ik net. Het lijkt net of ik een beetje raar zit te doen, maar ik weet het gewoon niet. Dat komt natuurlijk omdat ik ziek ben.
Raadsheer: Ja kijk, dat u ziek bent, dat kan, u heeft net verteld wat u heeft, maar in hoeverre dat ook uw geheugen beïnvloed dat weten we natuurlijk niet. Vadaar dat ik de vraag toch stel. Misschien ligt het voor de hand dat als u het wel zou hebben gehoord, maar dat u het dan vergeten zou zijn, is niet zo vanzelfsprekend.
Verbaan jr: Nee, maar ik weet het echt niet meer. Ik kan niet lang meer nadenken. Meneer Mul zei net wat tegen me en dan vergeet ik het nu alweer. Dat is gewoon echt een beetje raar... Want normaal ben ik nooit zo.
Raadsheer: Maar u zei net, ik weet nog wel over die Joegoslavische jongens, dat u Opsporing Verzocht had gekeken en dat u toen zag dat die Joegoslavische jongens...  Wat zag u toen? Dat ze dood waren. Wat zag u? Weet u dat nog?
Verbaan jr: Ja, ik weet alleen nog dat ze dood waren. Het is zolang geleden dat weet ik allemaal niet meer.
Raadsheer: Weet u iets over waarmee die Joegoslavische jongens zich bezighielden?
Verbaan jr: Ook niet nee, het waren kennissen van Raymond.
Raadsheer: Heeft u daar met Raymond over gesproken, van: 'Goh, wat doen die jongens hier?'
Verbaan jr: Dat weet ik niet meer.
Raadsheer: Kent u Malika Nassri?
Verbaan jr: Ja, dat is mijn ex-schoonzuster.
Raadsheer: Hoe was uw verhouding met haar?
Verbaan jr: Ja, die was wel goed. Ja, ze was een beetje jaloers op die kleine, dat die bij ons.... ja ze was op alles overal jaloers op.
Raadsheer: Overal jaloers op?
Verbaan jr: Ja, ik weet niet hoe ik dat moet zeggen. Die kleine woonde bij mijn moeder em toen eh...
Raadsheer: Met die kleine bedoelde u het kind van Malika en Raymond hè?
Verbaan jr: Ja, maar dan werd ze altijd... altijd was ze kwaad, en agressief, ja jaloers gewoon...
Raadsheer: Hebt u haar nog wel eens gezien de laatste tijd?
Verbaan jr: Nee... nee.
Raadsheer: Weet u wat zij heeft verklaard, in dit proces? Daar bent u waarschijnlijk toch wel mee geconfronteerd? De politie heeft u dat toch wel verteld? Weet u dat nog, wat zij...
Verbaan jr: Nee, ik denk dat ze het over mijn moeder had, maar voor de rest weet ik het niet.
Raadsheer: Want zij verklaart ook over u, bijvoorbeeld. En haar verklaring komt er op neer dat ze zegt: Estrella, ja die weet ook wel wat er met die Joegoslavische jongens is gebeurd. Die was erbij toen daarover gesproken werd.
Verbaan jr: Nee... dat is onzin.
Raadsheer: Dat is onzin?
Verbaan jr: Ja, ze is altijd boos. Het lijkt een heel aardig vrouwtje, maar ze is gewoon altijd boos, op iedereen weet je...
Raadsheer: En waarom zou ze ook boos zijn op u?
Verbaan jr: Nou dat is van vroeger, de eerste paar weken ging het wel, maar daarna hadden we altijd ruzie. Ze maakte ruzie met mijn pa die ziek was, zulke dingen, weet je... ja, hij probeerde tegen iedereen normaal te doen, maar mijn pa was ziek.
Raadsheer: Kunt u zich dat nog herinneren, toen u die verklaringen van Malika hoorde, of u toen nog met Raymond en met Moppie daarover hebt gesproken?
Verbaan jr: Nee dat weet ik niet.
Raadsheer: Dat weet u niet...  Kunt u zich herinneren wat er gebeurd is toen Moppie vastzat voor deze zaak, wat is er toen gebeurd bij u thuis? Er werd over gesproken neem ik aan. Weet u wat er toen over is gezegd?
Verbaan jr: Nee, dat weet ik niet.
Raadsheer: Dat weet u niet meer. Kunt u zich dit überhaupt nog voor de geest halen, die periode?
Verbaan jr: Nee.
Raadsheer: Hoe lang heeft u die relatie met Moppie gehad eigenlijk? Hoe lang was u samen?
Verbaan jr: Ja, dat is al zo lang geleden, dat weet ik niet... niet zo lang. Het is heel lang geleden.
Raadsheer: Nadat die jongens bij u in huis verbleven, u had toen een relatie met Moppie, heeft die relatie daarna nog maanden geduurd, of jaren?
Verbaan jr: Nee, dat niet... maar ik weet het niet...
Raadsheer: Ik heb in dit stadium eigenlijk geen vragen meer.

Tot zover.

Hierna deden de voorzitter, het OM en de raadslieden nog wel enkele pogingen, echter het geheugen van Estrella Verbaan jr. liet haar vanwege de 'bloedarmoede', zoals zij haar ziekte noemt waaraan ze zegt te lijden, telkens in de steek. Ze verontschuldigde zich regelmatig aan het begin van het verhoor en merkte vlak voor de belofte op: 'Normaal weet ik wel wat ik moet zeggen, maar ik heb er af en toe moeite mee. Ik ben al 20 kilo afgevallen en ik heb maar 3 liter bloed, enne... Dus af en toe dan weet ik het niet meer, dus als ik het niet meer weet, dan kan ik het niet zeggen...'

De voorzitter liet daarop wel merken dat Estrella dat dan niet kwalijk genomen zou worden, als het maar de waarheid is, voor zover ze dat kon nagaan. En als ze het niet weet, dan weet ze het niet. Dat beloofde ze.

Het OM gaf vlak voor het einde van de zitting aan dat het TGB wil dat het verhoor van getuige Harry W., dat gepland staat voor maandag as., plaats zal vinden in de extra beveiligde rechtbank 'De Bunker' te Osdorp. Vanwege de technische voorzieningen die wel in de Bunker zouden zijn en niet in het JCS.  Het Hof wilde echter iets meer inlichtingen waarom dat verhoor niet in het JCS plaats zou kunnen vinden, gelet op de extra beveiligde locatie met z'n technische voorzieningen, zoals een getuigencabine etc., waar de zittingen nu plaatsvinden.

Donderdag beslist het Hof. Dan is er weer een zitting in het JCS. Lesley Verkaart krijgt een herkansing om te getuigen. Opgeroepen zijn Jesse Remmers, Siegfried Saez en Moppie Rasnabe. Of de laatste twee aanwezig zullen zijn is (mij) nog onbekend. Jesse Remmers, die maandag alleen aanwezig was, gaf aan: 'wel de intentie te hebben om te komen'.

Bondtehond

vrijdag 14 maart 2014

'Dadelijk lig je misschien zelf nog onder de groene zoden'

In het Justitieel Complex te Schiphol stonden donderdag twee getuigen op de rol die zouden worden gehoord in de zaak 'Tanta', oftwel de zogenaamde barbecuemoorden. Er kwam echter maar één getuige opdagen, de 46-jarige Peter K. uit Den Haag. Mevrouw Estrella Verbaan jr., de zus van de overleden Raymond Verbaan, is niet verschenen. Zij zal toch moeten komen van het Hof en wordt daarom binnenkort opgehaald met een bevel medebrenging. Peter K. was per taxi gebracht omdat hij op krukken liep vanwege enkele operaties aan zijn knie na een scooterongeluk. Voor die tijd was K. metselaar en stucadoor. Momenteel heeft hij vanwege dit ongeluk geen sollicitatieplicht.


Na de inleiding en de uitleg die voorzitter Mr. Ruud Veldhuisen aan iedere getuige geeft, dat ze goed moeten nadenken voor zij vragen beantwoorden over wat zij hebben gezien, gehoord en meegemaakt, begon het verhoor. Slordige aantwoorden die hij niet zeker weet, heeft het Hof niets aan, dus de voorzitter vroeg of de heer K. begreep wat hij zojuist had uitgelegd. Dat begreep de getuige. Om dat te benadrukken neemt het Hof de eed of de belofte af. De heer Peter K. koos voor de belofte omdat hij niet gelovig is opgevoed.

De heer Peter K. kwam een stuk stabieler en beleefder over dan enkele vorige getuigen. Hij kon behoorlijk goed onder woorden brengen wat hij had meegemaakt in 1993. Destijds was hij bevriend met Raymond Verbaan en kwamen hij en Raymond regelmatig bij elkaar over de vloer. Beide jongemannen gebruikten toen drugs, met name heroïne. Ze deden samen wel eens dingen om aan geld te komen voor harddrugs. Hun vriendschap begon ongeveer in 1984, toen Peter rond de 17 was. In het begin pleegden ze alleen nog maar strafbare feitjes om geld te hebben om leuke dingen te kunnen doen. Zo begon het met de drugs eigenlijk, zei K.. Met het geld werd uitgegaan, later gegokt, toen kwam er ook coke in het spel en door de coke begonnen ze later ook met heroïne.

Hij was wel in aanraking geweest met justitie vroeger, maar echt zware misdrijven had K. niet gepleegd. Niet zo zwaar als hij op de papieren van zijn oproeping had gelezen. Met zulke zware misdrijven en zoveel had hij nooit wat te maken gehad. Daarom kwam hij liever ook niet meer getuigen, want zo zei hij: 'Dadelijk lig je misschien zelf nog onder de groene zoden'. Maar ja, zei hij, de politie was het hem komen vertellen in het ziekenhuis waar hij op dat moment was, en gedaan alsof er heel wat aan de hand was volgens hem, waardoor mensen toch raar naar hem hadden gekeken. En hij móest komen getuigen.

De getuige was op zitting op verzoek van de verdediging van Jesse Remmers. Mr. Robert Maliwicz kreeg daarom als eerste gelegenheid om vragen te stellen.

(samengevat)
Mr. Malewicz: Meneer K., u zei net: Ik herinner me nog waar het hier in deze zaak over gaat, tenminste u wist meteen waar het om ging. U heeft eerder bij de politie verklaringen afgelegd. Kunt u zich die verhoren nog herinneren?
K.: Ja, gedeeltelijk wel.
Mr. Malewicz: Weet u welk verhaal u aan hen verteld hebt?
K.: Ja, in grote lijnen weet ik dat wel en kan ik dat zo herhalen.
Mr. Malewicz: Ok, zou u in grote lijnen kunnen herhalen wat u de politie heeft verteld over deze zaak?
K.: Ehm... uh... Ik ging vroeger om met Raymond Verbaan. In die tijd gebruikten we allebij harddrugs en op een gegeven moment kwam hij bij mij altijd thuis en ik kwam bij hem altijd thuis, ja we gingen gewoon met elkaar om, we gebruikten. Mijn vriendin wist ervan, die was er niet blij mee. Zijn moeder was er ook niet blij mee. Maar ja, als je jong bent, ben je eigenwijs. Op een gegeven moment kwam-ie een keer naar me toe, bij me thuis, en we stonden op het balkon een blowtje te roken en toen zegt-ie: 'Peter ik mot je wat vertelle'. Ik zeg: 'Mot je wat vertelle? Wat is er aan de hand dan?' Ja, en toen kwam het verhaal deruit dat hij twee Joego's had afgeschoten, ja en dat hij die later in de brand heeft gestoken om het bewijs te verdoezelen en ehm... ja, de auto heeft hij samen met hun half uit die auto, heeft-ie die auto in de fik gestoken en istie weggegaan.

Enne...ik vroeg: ja, waarom hebbie dat gedaan dan? Je kunt toch niet zomaar mensen af gaan schieten? Ja, maar der bleek iets met z'n zus aan de hand te zijn, met heroïne waar hij van had gesnoept en teveel mix van had gemaakt. En toen kwam-ie met het verhaal: Ja, ze wilden mijn zusje wat aan doen... Ik zeg: Oh? Ja, zegt-ie, ze denken dat zij die drugs versneden heeft, maar ja, dat heb ik gedaan, want ja, wij gebruikten dat. Dus ik zeg: Dat had je nooit moeten doen. Hij zei: Maar ja en mijn zusje dan? Zij is me alles. Dus ja, dat is het dus in grote lijnen zo beschreven. En ik wist ook niet wat ik er mee aan moest, dus ik heb het maar gelaten, maar ja, het vreet toch aan je... dus ja eh... toen werd ik een keer gehoord door de politie en toen zeg ik: Er zit me heel iets dwars, waar ik al jaren mee loop en toen heb ik dat aan de politie verteld.

En toen bleek al dat er al een onderzoek liep naar meneer Verbaan en dat er meerdere getuigen al hadden verklaard. Dus dat ik niet de enigste was, dus ik denk ja eh... kijk alleen mijn woord is niet genoeg, maar als er ook andere mensen hetzelfde vertellen dan sta je in ieder geval niet alleen, weet je wel? En later kreeg ik te horen dat Johnny Thoolen ook een verklaring had afgelegd en ook nog een jongen, een donkere jongen die heette Sjacko, zijn achternaam weet ik niet meer, maareh, die hadden ook blijkbaar bij de politie verklaard. Dus eh, hij had het dan blijkbaar tegen meerdere mensen gezegd. Dus eh, ik zit daar en ik ging al heel lang niet meer met Raymond om, want ik wist wel dat zijn vader de ziekte van Parkinson had, maar ja, zolang ik met hem omging was hij altijd goed, alleen toen hoorde ik over hem, ja, hij heb ook die ziekte en toen is het heel snel begrafwaarts met hem gegaan. Maar al die tijd heb ik geen contact meer met hem gehad.

Voorzitter: Ik rem u hier even af. Dit is in grote lijnen het verhaal wat u toen heeft verteld? Dat was de vraag van de raadsman.
K.: Ja.
Mr. Malewicz: Dan gaan we er nu even op inzoomen. Weet u nog waar u dit verhaal voor het eerst hoorde?
K.: Ja uh, op een balkon.
Mr. Malewicz: Kwam hij daar spontaan mee?
K.: Ja, hij woonde zowat bij ons, hij bleef heel vaak slapen, hij at vaak bij ons. Naar mijn weten was dat in de Stuvesantstraat. Zelf had hij een huis in de Maysstraat, vlak bij zijn moeder. Maar naar wat ik weet, was het op mijn balkon in de Stuyvesantstraat. Daar hadden we een groot balkon en daar waren we een paffie aan het roken en toen vertelde hij met dat uit het niets. Misschien zat hij er ook mee...

Mr. Malewicz: Toen hij spontaan met dat verhaal kwam, had u er toen al iets over gezien, op journaal, in de krant?
K.: Nee, hij liet het me zelf zien, een foto in de krant.
Mr. Malewicz: U had er zelf nog niets over gezien?
K.: Nee.
Mr. Malewicz: Wat liet hij precies zien? Wat stond er op die foto, weet u dat nog?
K.: Uhm... Dat het op de A1 was gebeurd, zij hij. Welke richting weet ik niet meer. En een Opeltje, welk type weet ik niet meer, een klein Opeltje. Je zag lichaamsdelen en een hoofd liggen op straat. En je kon zien dat het in de fik gestoken was.

Mr. Malewicz: Heeft hij aan u verteld hoe het nou precies was gegaan?
K.: Ja, hij had tegen mij gezegd dat ze zijn zus wilden pakken, want eh... die jongens wilden zijn zus wat aandoen en daaqrop heeft hij gereageerd, van: 'We gaan een klus doen' en dan verdienen we een goeie klapper, enne...
Mr. Malewicz: Tegen wie zei hij dat?
K.: Dat heeft-ie tegen me gezegd.
Mr. Malewicz: Maar tegen wie zei hij: We gaan een klus doen. ?
K.: Tegen die Joegoslaven.
Mr. Malewicz: Ok, en waarom zei hij dat?
K.: Omdat hij van ze af wou.
Mr. Malewicz: Ja ok, maar dan ga je toch geen klus met ze doen?
K.: De insteek was, we gaan een klus doen, maar met andere woorden: Hij lokte ze gewoon mee om ze dood te maken.

Mr. Malewicz: Ok, dat was dus goed?
K.: Ja, tegenover hun wel, maar hij heeft tegenover mij gezegd dat het over zijn zus ging en hun hadden een hele hechte familieband, hij zou alles doen voor zijn zusje, want ja dat is hem alles.
Mr. Malewicz: Hij lokte ze mee. Vanaf waar?
K.: Oh, dat zou ik niet weten. Ik denk vanaf Den Haag. Richting Arnhem, kan dat? Ja hij zei: Ik moest kiezen tussen hun en mijn zus. Ja, en mijn zus is belangrijker. Want terwijl die jongens... dat vertelde hij ook... ze zeiden ook: 'Why why why, wat is er?' In het Engels dan, want ze konden niet zo goed Nederlands: 'Why Raymond, why why?' En toen heeft ie, wat ie tegen mij heeft gezegd, met twee wapens hebtie op ze geschoten...
Mr. Malewicz: Weet u nog waar ze dat zeiden?
K.: Ja, in de auto, toen-ie een pistool op ze richtte.
En waar was de auto toen?
K.: Op de A1.

Voorzitter: Even inzoomen op een antwoord. U zei net dat ze zeiden: 'Why why why', in de auto. Is dat een conclusie van u, of heeft Raymond dat verteld?
K.: Ja, ééntje zat achterin, toen-ie z'n wapens pakte en begon te schieten, toen zeiden die Joegoslaven: 'Why? Why? Waarom Raymond?' Zoals het bij mij overkwam en zoals Raymond het tegen mij gezegd heb, ging het om zijn zus, want die jongens woonden bij Raymond tijdelijk in, die had hij leren kennen in de bajes, in een half-open kamp, de naam schiet me zo wel te binnen, in Heerhugowaard geloof ik. En toen heb-ie ze meegenomen en hebben ze een aantal klussen gedaan, ook ergens een kilo heroïne gepakt, maa ja, Raymond zat zelf zwaar aan de heroïne en zo is dat... En hun dachten dat Estrella wat met die heroïne had gedaan.
Voorzitter: Maar u herinnert zich dus dat Raymond vertelde dat die Joegoslaven in de auto zaten toen het gebeurde?
K.: Ja, en die ene wilde eruit kruipen, want ja er wordt een pistool op je gericht, maar ze lagen half in de auto en half buiten de auto.
Voorzitter: Dat heeft hij toen aan u verteld?
K.: Ja. En dat zie je ook op de foto.
Voorzitter: Ja, daarom vraag ik het ook. Heeft u dat gezien op de foto, of herinnert u zich nog precies dat Raymond dat vertelde? Dat is moelijk hè, om dat onderscheid te maken?
K.: Zooo...mamma mia.
Voorzitter: Ja, dat is wat ik zojuist bedoelde. Denkt u eens goed na, kunt u uit elkaar houden wat u heeft geconcludeerd toen u de foto's zag, toen of later, en wat Raymond op dat balkonnetje heeft gezegd? Kunt u dat nog uit elkaar rafelen, of is dat één geheel geworden?
K.: Ja, het is zo lang geleden, ja, ik weet hier geen antwoord op dan.
Voorzitter: Nee, ik kan me dat heel goed voorstellen.
K.: Sorry eh...
Voorzitter: Nee, u hoeft geen sorry te zeggen. 
K.: Ik probeer alles te helpen, maar ja, misschien heb ik...
Voorzitter: Het loopt een beetje door elkaar begrijp ik.
K.: Ja, omdat ik die foto zag, heb ik misschien die conclusie getrokken.

Mr. Malewicz: Heeft Raymond verteld of hij ze daar naartoe heeft gereden, of was hij daar al, of op een andere wijze, kwamen die Joegoslaven daar zelf naartoe? Heeft hij iets verteld over het verplaatsten vanuit Den Haag naar die plek bij de A1?
K.: Nou ja, hij heeft tegen mij gezegd: 'Ik heb ze gewoon meegelokt om van hun af te komen'. En hij is daar zelf met ze naartoe gereden met die Opel. 
Mr. Malewicz: Zaten die Joegoslaven toen bij hem in de auto?
K.: Ja, want ze zouden samen een kus gaan doen. Een goede klus. En ja, die jongens waren ook jong en deden ook de gekste dingen, dus de klik tussen die drie was snel gemaakt. Ze mochten bij Raymond verblijven, een paar maandjes, en hij heeft dat misschien verkeerd geïnterpreteerd, maar hij had het erover dat ze zijn zus wilden pakken.

Mr. Malewicz: U vertelde ook dat u er wetenschap van heeft dat ze in de fik werden gestoken, weet u hoe dat is gebeurd?
K.: Ja, met benzine denk ik. Hij had het over 'overgoten', dan neem ik aan dat dat met benzine is. 
Mr. Malewicz: En hoe kwam hij aan die benzine, heeft hij dat verteld?
K.: Eh... nee. Dat heeft hij me niet verteld, maar je kunt niemand in de fik steken met water dus eh... ja, logisch is het dan dat het benzine is. Want ja, hij wilde alle bewijs verdoezelen. En ja, op een vingertopje na zijn die jongens geïdentificeerd. Dus...
Mr. Malewicz: Weet u of er anderen bij betrokken waren? Heeft hij dat verteld?
K.: Nee, dat heeft hij niet verteld. Hij heeft me daar niks over gezegd, maar ik weet dat het gezin Verbaan alles voor elkaar deed. Ik heb toen gezegd (bij een eerder verhoor bij de RC) dat het misschien zijn moeder was die misschien meereed, want ja, ik moet je eerlijk bekennen, als wij een inbraak hadden gedaan op een school of weet ik veel wat en er moest wat vervoerd worden, dan belden we gewoon zijn moeder op en die kwam ons dan gewoon halen. Dus dat was ook weer mijn eigen conclusie. Ik weet niet of dat zo is.
Mr. Malewicz: Hij heeft u dat niet verteld?
K.: Nee, nee.

Mr. Malewicz: Is er iets aan u verteld over wapens? Over het gebruik van wapens, zo ja, wat?
K.: Ja, Raymond was altijd al gek op wapens.
Mr. Malewicz: Kon hij er goed mee omgaan?
K.: Ja, hij wist ze wel te demonteren. En eh... ik ken hem al van wat jonger en toen had-ie ook altijd wapens, een FN of een Browning, of ja... Maar wat hij vertelde met die Joegoslaven, wat ik me herinner met die Joegoslaven, was het een 765 en een 9 millimeter. Die 9 mm was volgens mij een 38-special en die andere was volgens mij of een Browning, maar dat durf ik niet met zekerheid te zeggen, dat was een 765.
Mr. Malewicz: En die heeft hij allebei gebruikt? Had hij er één reserve, of...?
K.: Nee, hij had allebei de magazijnen, wat ik weet, leegeschoten.
Voorzitter: Dat weet u omdat hij dat gezegd heeft aan u?
K.: Ja. En toen heeft hij de benzine gepakt, dus ik neem aan dat dat achterin stond, want hij zei ook: het was helemaal stil, het was midden in de nacht en er was geen kip op de weg en hij zat maar in zijn hoofd: hoe krijg ik mijn zus hier eh... je hoe zeg je dat? Die jongens willen mijn zus pakken omdat eh... maar hij had zelf met die heroïne gerommeld en daar kwamen ze achter, dus hij moest een manier bedenken om zijn zus te houden en ja, hun waren voor hem blijkbaar toch geen belangrijke mensen genoeg. Dus hij heeft de keuze zelf gemaakt. Wanneer hij die keuze gemaakt heeft, dat weet ik niet.
Mr. Malewicz: Heeft hij iets verteld over hoe hij terug is gegaan naar Den Haag?
K.: Nee, daar staat me niets van bij. Hij is gewoon teruggekomen naar Den Haag en gedaan of er niks aan de hand was. Pas na een paar dagen kwam hij naar me toe en zegt-ie: 'Ik moet je wat vertelle'.

Tot zover.

K. vertelt nog breeduit over zijn vriendschap met Raymond Verbaan in de jaren '80/'90. Raymond was een jongen die vroeger groot was, omdat hij altijd trainde in zijn schuurtje, en als je hommeles had, kon je bij Raymond aankloppen in de buurt, want dan knapte die het wel effe op. Zo een naam had Raymond in de buurt. Hij genoot een zeker aanzien in de buurt, volgens K.. Door zijn heroïneverslaving deed Raymond wel gekke dingen. Als hij ziek was van onthoudingsverschijnselen ging Raymond gerust naar Amsterdam, rookte hij wat heroïne tot hij beter was en ripte hij vervolgens die dealer met een aardappelschilmesje.

Het was geen agessieve jongen ofzo, maar kennelijk was hij wel gek genoeg om iemand te vermoorden, aldus K.. Hij was wel in staat om uit zijn auto te stappen, als iemand niet snel genoeg aan de kant ging met zijn auto om diegene uit de auto te trekken in elkaar te slaan en zelf die auto aan de kant te zetten. Hij deed allerlei dingen: drugshandel, heroïne, xtc-pillen, van alles eigenlijk. Later ging Raymond steeds meer met zwaardere dingen bezig. K. heeft op een gegeven moment een keer bij Raymond aan de deur gestaan, maar toen zei Raymond dat K. niet meer welkom was omdat Raymond toen clean was en K. nog gebruikte volgens hem. Daarna zijn ze elkaar min of meer uit het oog verloren.

Over de moorden is hij wel duidelijk. Eerst kon hij overigens niet geloven dat Raymond die moorden had gepleegd, maar toen Raymond die foto liet zien wel. Op de vraag van de voorzitter waarom hij het pas geloofde na het zien van die foto, antwoordde K. dat hij het type autootje herkende, een Opeltje die toen populair waren 'omdat die types makkelijk te pakken waren'. Hij en Raymond hadden dat autootje kort daarvoor nog gebruikt voor een klusje. Er werden door hun wel vaker zulke Opeltjes gestolen met een 'pikketrekker', oftewel een slotentrekker, op een pleintje in de buurt waar ze verdekt geparkeerd stonden om klusjes te doen. Deze herkende hij gelijk, volgens K.. Wat de kleur was, vroeg de voorzitter? Groen, dacht K., maar dat wist hij niet meer zeker.

Zelf is Peter K. in 1994 naar de Emiliehoeve gegaan en is hij afgekickt. Daarna heeft hij nog wel een terugval gehad van een paar jaar, maar nu gaat het inmiddels al jaren wel goed met hem en is hij zo goed als clean. Met enige medicatie redt hij zich en leeft hij nu verder een normaal leven.

Over Jesse en/of Moppie heeft Raymond het niet gehad. In zijn beleving heeft Ramond de twee Joego's alleen doodgeschoten en niemand anders. Daar kon K. geen zinnig woord over zeggen, merkte hij een keer op.

Op 7 april gaat het onderzoek verder. Op de rol staan Lesley Verkaart en Henk Rommy, maar aangezien het Hof er nog geen zicht op heeft of Rommy zal verschijnen, staan nu voor die dag de verhoren van Lesley Verkaart en Estrella Verbaan jr. gepland.

Bondtehond

woensdag 12 maart 2014

'Ik ben er echt helemaal klaar mee... klaar!

De getuigenverhoren in Passage Hoger beroep zetten zich gestaag voort. Maandag was de hele dag uitgetrokken voor getuige Malika Nassri, die in het liquidatieproces in eerste aanleg meerdere dagen kwam getuigen. Omdat de gemoederen toen een aantal keer behoorlijk verhit raakten, nam dat de rechtbank ertoe daar dingen over te zeggen. Voorzitter van het Hof Mr. Ruud Veldhuisen gaf daarom van te voren aan dat het Hof de zitting zo ordelijk mogelijk wilde laten verlopen. Vragen van de verdediging zouden niet onnodig grievend moeten zijn en de voorzitter wees nog maar eens op het voortschreidend karakter van het Hoger beroep. Het Hof bouwt voort op hetgeen er al ligt, dat is het verschil met de rechtbank, aldus de voorzitter.


De voorzitter gaf alvast maar aan, nu Malika Nassri er nog niet was omdat er kennelijk strubbelingen waren haar op tijd op zitting te krijgen, dat het Hof de grenzen zou bewaken en een zekere alertheid in acht zou nemen om te voorkomen dat de grenzen van het fatsoen overschreden zouden worden. Mr. Jan-Hein Kuijpers, die tijdens de verhoren in eerste aanleg een aantal aanvaringen had met Malika Nassri, voelde zich wel een beetje aangesproken en gaf aan dat hij het op prijs zou stellen dat het Hof terugkijkt in de stukken. Hij heeft toch niet geprobeerd mevrouw Nassri op die manier 'uit de rails te krijgen', om het maar even populair te zeggen, aldus de raadsman van Moppie Rasnabe.

Eerlijk gezegd had ik ook niet de indruk dat het destijds zozeer aan het optreden van Mr. Kuijpers lag dat de getuige keer op keer uit haar dak ging. Malika Nassri had zelf kennelijk iets tegen Kuijpers en vloog vaak op onverklaarbare wijze meermaals zowel links als rechts uit de bocht, gaf gas waar ze in moest houden en remde meermaals te laat, figuurlijk gezegd. Het is zelfs zo dat het hoofd risicovolle zittingen Bram op een gegeven moment op verzoek van het OM plaats moest nemen naast mevrouw Nassri in het getuigenhokje, waar ze destijds in wilde zitten om niet rechtstreeks geconfronteerd te worden met de verdachten. Dit om haar kalm te houden en ervoor te zorgen dat de getuige met het korte lontje zoveel mogelijk alleen op vragen zou antwoorden. Natuurlijk werden er wel pittige vragen gesteld, maar dat is ook wel begrijpelijk want de beschuldigingen die zij uit richting de verdachten Jesse Remmers en Moppie Rasnabe zijn ook niet mals.

Er hebben in Passage-onderzoek 'Tanta' 13 getuigenverhoren plaatsgevonden met mevrouw Nassri, de ex-vriendin van Raymond Verbaan die behoorlijk belastend heeft verklaard over de periode dat ze in Den Haag woonde bij Verbaan en zijn familie. De voorzitter las ze op: 6 maal in 2007, 3 maal in 2008, 3 maal in 2009 en 1 maal in 2010. Het ging vandaag onder meer over wat zij heeft verklaard in 1996 en later toen ze benaderd was door 'Team Cold-Cases'. Met name over de periode waarin de Joegoslaven Samir Hadziselimovic en Djordje Llic zijn vermoord op een parkeerplaats van het recreatiegebied rondom de Ouderkerkerplas op 31 maart 1993. De dubbele liquidatie, die de bijnaam 'de barbecuemoorden' draagt omdat de auto met daarin de slachtoffers destijds met benzine oversprenkeld en in brand werd gestoken.

*

Getuige Malika Nassri op zitting in Passageproces eerste aanleg:

24-9-2009  |  25-9-2009  |  29-9-2009  |  9-3-2010  |  10-3-2010


*

Na de inleiding door het Hof was Malika intussen gearriveerd. De aanwezige Jesse Remmers werd even de zaal uitgeleid, om ervoor te zorgen dat de getuige en Remmers niet rechtstreeks met elkaar zouden worden geconfronteerd. Nadat Nassri plaats had genomen, kwam Remmers weer binnen, terwijl er een parketwacht naast Nassri stond zodat ze geen zicht had op de toegangsdeur. Het Hof heette haar welkom, nam de eed af en begon langzamerhand met wat inleidende vragen. Het verhoor duurde bij elkaar de hele procesdag, dus het is tamelijk zinloos om slechts kleine delen van het verhoor te reproduceren, echter er kwamen vandaag wel enkele opmerkelijke onderwerpen aan de orde waarvan je kunt zeggen dat de verdediging daarmee zeker op punten heeft gescoord.

Het OM eveneens, het is maar hoe je het bekijkt, want het gaat natuurlijk nog steeds om de waarheidsvinding. Onomstotlijk bewijs is daarbij onontbeerlijk en in die zin is het ook voor het OM van belang dat de waarheid bovenkomt en niet op aannames, speculaties en/of vage herinneringen twee verdachten tot een levenslange gevangenisstraf wordt veroordeeld. De voorzitter vertelde Malika dat ze verplicht is om vragen te beantwoorden en dat ze goed moest nadenken voor ze antwoord gaf en niet dingen zegt die ze niet meer zeker weet omdat ander het Hof op het verkeerde been wordt gezet. Hij benadrukte dat het geen examen is: 'Ieder antwoord is goed, zolang het maar de waarheid is'. 

Het gaat 'niet zo prettig' met Malika, zei ze zelf. Ze probeert na haar laatste getuigenis in 2010, waarvan ze zelf dacht dat het al 6 jaar geleden was, haar leven weer op de rit te krijgen. Haar zoontje van 11 is op z'n 7e uit huis geplaatst en is sinds die tijd 8 keer overgeplaatst en woont nu op 'een leefgroep'. Ze is daardoor twee jaar depressief geweest en slikte medicijnen en had daarvoor alleen contact met een psychiater van 'De Waag'. Nu slikt ze niets meer. Ze heeft een kind van Raymond Verbaan, maar daar heeft ze geen goed contact mee. Het laatste wat ze hoorde, was dat haar zoon voor 5 jaar heeft getekend voor het Franse vreemdelingenlegioen. Ze heeft één keer een telefoontje van hem gekregen uit het buitenland dat Malika zijn familie met rust moest laten. Daarmee bedoelde hij de familie Verbaan. Die familie heeft ze geen contact meer mee: 'Absoluut niet, dat zijn de laatste die ik wil zien'.

De politie had contact met haar opgenomen dat ze weer moest komen getuigen en sindsdien staat haar leven weer op z'n kop, haar wereld stortte weer in, ze slaapt weer slecht en heeft ze soms weer nachtmerries. Ze weet ook niet wat ze allemaal moet vertellen. Ze is er klaar mee en alles komt steeds weer boven. Op de vraag of ze bang is, zegt Malika: 'Ja, wel geweest. Ik ben altijd op mijn hoede'. Ze heeft echter nooit rare telefoontjes of briefjes ontvangen. Wel heeft ze het gevoel gehad dat het fout zou lopen, maar concrete aanwijzingen daarvoor heeft ze niet. Het gevoel van woede, verdriet en machteloosheid is nog steeds hetzelfde. Na deze inleiding begon het Hof concretere vragen te stellen over de moordzaak.

Of Malika zich nog kon herinneren wat ze in 1996 heeft verklaard toen ze met de CIE heeft gesproken? Het verhaal dat de Marokkaanse Malika vertelde, komt erop neer dat ze een relatie kreeg met Raymond Verbaan, de inmiddels overleden 11e verdachte, als ik kroongetuige Peter La Serpe even niet meetel. Raymond is overleden aan de erfelijke, progressieve spierziekte, de ziekte van Huntigton. In de tijd dat hij met Malika ging, gebruikte hij heroïne en methadon. Malika ook, ze hadden elkaar in een dealpand ontmoet. Een periode van 8 maanden heeft zij naar eigen zeggen zelf af en toe heroïne gebruikt. Naar eigen zeggen was ze geen zware gebruiker. Ze ging met Raymond inwonen bij het gezin Verbaan, de vader, de moeder en de zus van Raymond, Estrella. Zus Estrella kreeg een relatie met Moppie Rasnabe, zodoende leerde ze Moppie ook kennen omdat hij daar wel eens verbleef. Moppie en zij lagen elkaar niet zo. Moppie had niet zo'n leuke jeugd gehad thuis en had daarom een hekel aan Marokkaanse mensen, aldus Malika. Later vertrok ze met Raymond naar de woning van Estrella omdat ze ruzie hadden gekregen. Dat was een portiekwoning in dezelfde straat. Moppie, Estrella kwamen daar ook wel eens over de vloer. Jesse zou ze daar maar een paar keer hebben gezien. Ze lette daar niet zo op, want eigenlijk leefde ze in die tijd in een roes, zei ze erbij.

De Joegoslaven kwamen van de een op de andere dag inwonen bij de oma van haar kind (de moeder van Raymond Verbaan). Ze had gehoord dat het vrienden waren van Moppie, maar later hoorde ze weer dat Raymond ze had leren kennen in de gevangenis. Toen kwam ze wel weer wat vaker over de vloer omdat de oma vaak kookte. Met de Joegoslaven sprak ze in het Engels, gewoon over normale dingen, het eten, het weer, specifiek kon ze het niet vertellen. De jongens gingen wel eens weg, met Raymond, of met Estrella en Moppie, maar waarheen of wat ze deden dat vertelden ze haar niet. Op een gegeven moment waren ze weg, maar Malika wist niet waar ze gebleven waren. Pas toen ze een paar dagen of weken, dat wist ze niet meer precies, compositie-foto's zag op TV bij opsporing verzocht drong het volgens Malika door dat dat die jongens waren. Ze zat op de bank toen het op TV kwam en er werd gezegd dat ze vermist waren. De moeder van Raymond stond in de keuken en die zag het ook. Die was volgens Malika lijkwit en zei: 'Nee, nee, dat zijn ze niet'. Toen zou ze hebben gebeld met dochter Estrella. 'En toen begon de ellende', aldus Malika. Ook zou de moeder van Raymond  hebben gezegd dat Malika zich er niet mee moest bemoeien.

Op dit moment vroeg Malika Nassri of ze even 5 of 10 minuten konden pauzeren. Waarom dan?, vroeg de raadsheer, want eigenlijk was het Hof nog maar een kwartiertje bezig. Haar was verteld dat het allemaal niet zo lang zou duren en ze was vanmorgen helemaal ingestort. De raadsheer stelde voor nog een paar vragen te doen omdat ze nog maar kort bezig waren. Nee, maar voor mijn gevoel is het allemaal heel lang, zei Malika. De voorzitter vroeg wat haar probleem was op dit moment. Malika gaf aan dat het haar allemaal teveel werd en dat ze het gevoel had dat haar hoofd zou knallen zometeen. Waar kwam dat dan door? Gewoon alles, de laatste weken gaat het weer slechter, dat heeft ze vanmorgen ook tegen de politie verteld. Ze wilde eigenlijk de deur niet eens opendoen vanmorgen. De raadsheer probeerde nog te achterhalen waarom Malika zo ineens omsloeg als een blad om een boom. Het kwam erop neer dat ze het zat was, dat haar al veel gevraagd is, dat ze meerdere keren heeft zitten verklaren, dat ze alles al heeft gezegd, dat ze het nu achter haar wil laten.

Nassri met harde stem: 'Het moet maar eens over zijn. Alles heb ik al verklaard, meerdere keren, uren ben ik verhoord, keer op keer. Ik ben er klaar mee! Gewoon he-le-maal klaar mee! Klaar! Ik heb er geen zin meer in, ik kan het niet meer, ik heb zelfs zelfmoordneigingen. Ik heb de gordijnen al een paar weken dicht. Ik ben er gewoon klaar mee! Klaar!

De laatste zinnen schreeuwde ze nog net niet uit. De voorzitter probeerde haar nog enigzins te kalmeren, en vroeg of ze in de gaten had dat ze ineens omsloeg en zich geweldig zat op te winden in korte tijd. En als ze dat doet, dat het dan wel eens een zeer onaangename dag kon gaan worden. Dan duurt het allemaal nog langer.
Malika: 'Ja, maar mij is verteld dat het maar tot twee uur duurt! Maarja, er wordt mij zoveel verteld door de politie wat achteraf niet klopt'.
Voorzitter: Jawel, maar het is pas 11 uur, dus we hebben nog een tijdje te gaan.

De verbazing was op de gezichten van de raadsheren af te lezen. Ik dacht bijna bij mezelf: 'Welcome to the world of Malika Nassri'. Het moet het Hof plots een stuk duidelijker geworden zijn dat er niet veel voor nodig is om bij Malika de vlam in de pan te doen slaan. Wellicht dat er meer begrip is voor de situatie waar dus onder andere Mr. Kuijpers zich in bevond tijdens de verhoren in de Bunker. Toen was het na een kwartier al raak. Nu was Kuijpers nog niet eens aan het woord geweest en het werd haar al teveel.  De voorzitter vroeg haar nogmaals gewoon rustig te blijven en de vragen te beantwoorden.
Voorzitter: U heeft al eindeloos vragen beantwoord, en toch, hoe gek u het ook vindt en hoe vervelend u het zegt te vinden, zult u gewoon iedere vraag rustig moeten beantwoorden.
Malika: Is goed, dan zeg ik vanaf nu bij iedere vraag: Ik weet het niet. Dan zijn we heel snel klaar.
Voorzitter: Dan hebben we een ander probleem, want als u dat zo doet, werkt u niet aan uw verplichtingen mee en dan maakt u het voor uzelf nog lastiger. Dus gewoon even luisteren naar de vragen en antwoorden.

De raadsheer vroeg wat er de dagen erna gebeurde nadat het op TV was geweest. Malika vertelde dat het de dagen erna nogal hectisch was en dat er gefluisterd werd en overleg gepleegd. Haar zou ook door Raymond op het hart gedrukt zijn er met niemand over te praten, anders kon hij niet garanderen dat ze veilig zou zijn, of dat er dan misschien wel mensen naar Breda zouden gaan, naar haar familie. Wat haar het meeste bij is gebleven dat er op een avond in de woonkamer nogal lacherig over werd gedaan. Door wie dan, vroeg de raadsheer. Vooral door Raymond en Moppie, door Jesse niet zo, merkte Malika op. Volgens Malika waren daarbij aanwezig: Raymond, Moppie en Jesse, maar ook Estrella jr. en Estrella sr., de moeder van Raymond. Ze heeft in 1996 verklaard dat er een soort toneelstukje werd gespeeld over wat er gebeurt zou zijn met die Joegoslaven. Ze zou toen ook pistolen hebben gezien en er werden dingen verteld. Later zou ze van Raymond hebben vernomen dat hij met een pistool een van die jongens door het hoofd had geschoten, dat de lijken daarna in de auto zijn gelegd, die met benzine werd overgoten en in brand gestoken. Ze dacht dat ze in een film terecht was gekomen, een nachtmerrie.

Na een korte pauze hervatte het Hof het onderzoek. Malika was weer rustig geworden en had wat gegeten. Een van de eerste dingen waar een van de raadsheren op terugkwam was de vraag over de volgorde van de gebeurtenissen. In de loop van de tijd heeft Nassri daar namelijk verschillende verklaringen over afgelegd. Wat gebeurde nu eerst, dat gesprek/toneelstukje in de woonkamer, of die keer dat ze het op TV zag? Malika kon dat nu niet met zekerheid zeggen. De raadsheer ging er nog even op in omdat zijn collega dit eerder ook had gevraagd en Malika toen antwoordde alsof ze zeker wist dat het gesprek in de woonkamer was nádat ze het op TV zag. Zo kwam het op de raadsheer over.
Malika: Hoe bedoeld u? Dat ik wist dat ze overleden waren en dat ik het toen zag of andersom?
Raadsheer: Ja?
Malika: Dat weet ik echt niet meer.
Raadsheer: Nee... nee.  Maar herkent u het wel, dat u het net zo naar voren bracht alsof u het wel zeker wist? Dingen waar u zeker van was. Begrijpt u wat ik bedoel?
Malika: Ja, ik weet wel dat ik ze een paar dagen niet gezien had.

Als de voorzitter er later nog een keer naar vraagt, ook dan is het antwoord dat Malika echt niet meer weet wat nu de volgorde is.

Later konden Mrs. Robert Malewicz en Jan-Hein Kuijpers ieder vragen stellen aan Nassri. Opmerkelijk punt dat er voorr mij uitsprong was het moment dat Mr. Malewicz Malika Nassri confronteerde met haar verklaring uit 1996 waarin ze zei dat Jesse Remmers helemaal niet aanwezig was die avond.

Mr. Malewicz: U had er een beeld bij zei u eerder op de dag over dat gesprek in de woonkamer. U heeft een beeld over de aanwezigen, oa van Jesse Remmers. U zegt ik heb een duidelijk beeld van Jesse Remmers.
Malika: Ja. Ik weet gewoon dat ie daar zat.
Mr. Malewicz: Ja. Eh... Eerder heeft u gezegd dat hij er niet bij was. Namelijk toen u voor het eerst hier contact over had met de CIE in 1996. Toen heeft u letterlijk gezegd, zo heeft de CIE-ambtenaar het opgetekend, specifiek, dus u heeft het niet open gelaten, dat Jesse Remmers er niet bij aanwezig was, bij dat beraad.
Malika: Als ik dat toen zo gezegd heb, in 1996, specifiek, dan zal dat wel kloppen. Maar ik weet in ieder geval wel dat hun dat met z'n drieën hebben gedaan, omdat mij dat is verteld in de woonkamer. Sowieso door Moppie en sowieso door Raymond.
Voorzitter: Mevrouw Nassri, de essentie is dat u vragen beantwoordt.
Malika: Ja.

Malika zegt nl. dat ze een beeld-denkend mens is. Dat heeft een deskundige en auteur, ene meneer J.T. Ling, ook eens tegen haar gezegd: dat ze een olifantengeheugen heeft en dat ze in beelden denkt.

Mr. Malewicz: Maar als ik dan even terug ga naar dat beraad, want daar hebben we het vanmorgen ook over gehad en u zegt: 'Ik heb dan een beeld waarbij ik Jesse Remmers daar zie zitten' en u zegt dan: 'Ik heb de volgorde niet meer precies voor me van wie er nou stond of op de bank zat', en dan hou ik u voor dat u relatief kort daarna, in 1996, relatief korter na dat gebeuren, specifiek tegen de CIE zegt: 'Meneer Remmers was daar niet bij', en dan antwoordt u op mijn vraag : 'Ja, dan zal dat wel niet'.
Malika: Dat, dat zeg ik net, er is zoveel gebeurd en ik heb zoveel verklaringen afgelegd en u moet begrijpen dat het voor mij ook niet makkelijk is...
Malewicz: Ja, nee, dat begrijp ik.
Malika: Maar als dat toentertijd zo gezegd is in die verklaring in 1996, dan zal dat zo wel zijn.
Advocaat-generaal Mr. Cynthia de Jong: Mag ik misschien even, want ehm, de raadsman heeft zojuist geciteerd bij het vragen stellen dat mevrouw verklaard zou hebben nadrukkelijk dat Jesse er niet bij was, maar dat is niet wat ze verklaard heeft, ze heeft er niet 'over' verklaard, dat hij aanwezig is. Het is misschien een detailverschil, maar ik wil toch wel dat dit zorgvuldig....
Malewicz: Ja, nou dan wil ik toch even goed citeren uit het CIE-verbaal, want daar staat letterlijk de volgende zin: 'Raymond en Moppie zijn met een auto thuisgekomen, Jesse is er niet bij. Vervolgens begonnen Raymond en Moppie heel lacherig te vertellen hoe een en ander was gebeurd'. Voorzitter: Dat is halverwege bladzijde 2 van dat CIE-procesverbaal.
Malewicz: En dat is ook zo wel in eerste aanleg uitvoerig aan de orde geweest. Vandaar dat ik dat nu nog even aanstip. U zegt nu: Als ik dat zo verklaard heb... dan... dat is natuurlijk in eerste aanleg ook aan de orde geweest.
Mr. Cynthia de Jong: U heeft gelijk.
Malewicz: Ja.

Later zegt Nassri op een vraag daarover van het OM: 'Als ik dat in 1996 heb gezegd, dan denk ik dat het de waarheid is. Dat is nog vrij kort daarop. De ene keer krijg ik een beeld dat hij er wel bij is, de andere keer niet'.

Tot zover. Het verhoor door alle proces-partijen ging zo nog een paar uur door. De ondervraging door Mr. Kuijpers liep redelijk gesmeerd. De getuige was wel blij toen het er eindelijk op zat. Ze schrok nog wel even toen Mr. Jan-Hein Kuijpers aangaf nog geen afstand te tekenen, om open te houden dat hij Malika Nassri wellicht op een later moment nog op zou kunnen roepen: 'Moet ik dan weer komen?!' 'Alleen als het Hof dat beslist', zei de voorzitter. De getuige hoopte niet dat het Hof zou beslissen dat ze opnieuw zou worden opgeroepen als getuige: "Ik ben er echt helemaal klaar mee!'. Het Hof noteerde dat, bedankte de getuige. Malika Nassri mocht gaan.

Tot slot werd een reactie gevraagd aan Jesse Remmers. Die was dit keer vrij lang. Daar kom ik nog op terug op een later moment. Wat hij nu over getuige Nassri zei:

Jesse Remmers: Ik wil zeggen dat het een bijzonder persoon is, met een bijzondere belevingswereld. Een moord plegen is een gruwelijk delict, maar iemand beschuldigen van zo'n delict, onterecht, is net zo immoreel.

Voorzitter: Dat is uw cliffhanger?

Jesse legde vervolgens uit dat hij er nog veel meer over kan zeggen, maar dat hij eigenlijk heeft besloten erop terug te komen op een later moment. Er wordt gewerkt aan een 'exposé', zoals de voorzitter het noemde, waar Jesse en zijn advocaten later mee willen komen, kennelijk.

De voorzitter drong er wel enigszins op aan dat hij daar niet te lang meer mee wacht, want Jesse is veroordeeld tot levenslang en dit is de laatste kans om zich te verdedigen.

Dat beseft Jesse, maar er wordt dus aan gewerkt.

Donderdag wordt het onderzoek voortgezet met het verhoor van getuigen Verbaan en Peter K.. 

Bondtehond