dinsdag 13 april 2010

'De waarheid kun je wellicht ook kopen, wat is daar mis mee?'

Het liquidatieproces kende enkele opzienbarende ontwikkelingen deze week. Allereerst was daar natuurlijk de te verwachten reactie van het Openbaar Ministerie op Peter La Serpe, die zich tegen hen keerde de afgelopen weken. Rechtbankvoorzitter Lauwaars opende de zitting met een grapje: Ik durf eigenlijk niets meer te zeggen aangezien 'De Pers' heeft geschreven dat mevrouw Betty Wind de echte baas is in het proces. Hierop werd gelachen. Officier van Justitie Betty Wind reageerde: 'Ik kan u zeggen dat ik dat heel anders zie.' Er werd nog wat na-gegniffeld op de tribune maar meteen hierop ging Wind door met de tekst van haar reactie. Volgens haar is La Serpe een uitermate scherpe en zeer negatieve koers gaan varen. Het woord ramkoers is niet overdreven. Dwaling, bedrog, misleiding en nu ook nog eens ontoelaatbare financiële toezeggingen, als salvo's vanuit de heup, gericht op de deal op grond waarvan hij is gaan verklaren. De enige die hij daarmee echter raakt is zichzelf. Het lijkt erop dat La Serpe werkelijk alles tracht in te brengen om de overeenkomst van tafel te krijgen.


Een opmerkelijk en onverwacht standpunt is dat La Serpe nu spreekt van een substantieel bedrag dat hem is toegezegd door Mr. De Haas, en zo dus als verweer voert dat hem een onrechtmatig hoge toezegging is gedaan voorafgaand aan de totstandkoming van de deal als tegenprestatie voor het afleggen van verklaringen. Eerder voerde La Serpe 'de financiële deal' met Mr. De Haas op om aannemelijk te maken dat het TGB-traject en de overeenkomst met het OM geen gescheiden trajecten waren.De stellingen in verbang met beroep op dwaling, bedrog en misleiding vanwege vermeende toezeggingen op het gebied van geboortebewijs, strafblad en veiligheid in het algemeen gaan niet op en van ontoelaatbare toezeggingen is absoluut geen sprake, aldus Mr. Betty Wind, die zo dus haar reactie inleidde.

Er volgde een nogal uitgebreidt betoog van meer dan een uur. Hierin sprak de officier van justitie punt voor punt de stellingen en beschuldigingen tegen die La Serpe had geuit op de vorige zitting. Resumerend kwam zij (samengevat) tot het volgende.

- Het sluiten van een deal en de organisatie van berschermingsmaatregelen voor een bedreigde getuige zijn twee volstrekt gescheiden processen.

- Er is geen sprake geweest van dwaling, misleiding of bedrog.

- Het borgen van de veiligheid van een getuige kost veel geld, zelfs heel veel geld. Het is in dit proces niet relevant, tenzij de getuige gouden bergen zijn beloofd waarmee je zou kunnen leven als de Pasja van Babylon. Dat is niet gebleken volgens Wind. Dat La Serpe overhoop ligt met TGB over de beschermingsmaatregelen is eerder een aanwijzing dat er (volgens La Serpe) eerder sprake is van een beperkte dan een overmatige financiële regeling van zijn veiligheid.

Tot slot, Wind: Het OM is van oordeel dat het hoofdstuk getuigenbescherming en de overigens niet bestaande verbinding hiervan met de deal, kan en moet worden afgesloten. Zij zijn van oordeel dat alle verzoeken dienen te worden afgewezen. De verdediging wordt hierdoor niet in belangen geschaad, nu het onderwerp niet van belang is voor enige door de rechtbank te nemen beslissing.

Lauwaars gaf nu Peter La Serpe en zijn raadsman het woord. La Serpe kwam, zoals hij het zelf noemde, met een samenraapsel van reacties op het OM.

- Eerst reageerde hij op het proces-verbaal van officier van justitie Mr. Sander de Haas. Hij was verrast, want hij is van mening dat er handjeklap is gedaan tussen hem en De Haas. Nadat La Serpe aanspraak wilde maken op de beloningen die uitgeloofd werden voor het oplossen van de liquidaties, had De Haas gezegd: Nee, we ontnemen niet. Dat wordt dus tegen elkaar weggestreept. Dus dit ligt al anders dan eerder is gezegd, dat er helemaal geen financiële vergoedingen zijn gegeven. La Serpe: Het gaat erom dat degene die het beste formuleert gelijk krijgt. Wat werkelijk gebeurde, we stonden op. Deal!, zei ik. Ja, zei De Haas, maar eerst moet het wel besproken worden met Van der Bel.

- Het genoemde 'forum' waar het OM over sprak.
La Serpe: Forum?! Ze noemt het 'geen forum'. Het liquidatieproces is logisch. Ik spreek hier toch, dus lijkt het mij logisch dat ik het hier ter sprake breng dan.

- La Serpe: Het is triest dat de officier zo slecht is ingelicht. Ik arceer steeds. Van elke pagina blijft er steeds een relevante regel staan, de rest is vulling.

- Het is mogelijk dat ik een lening krijg dat binnen een jaar terugbetaald moet worden tegen 5% of over 25 jaar renteloos betaald moet worden.
La Serpe weigerde hier verder op in te gaan omdat hij een 'belang heeft dat vele malen groter is' : Ik wil onderzoek omdat er gerotzooid is. Een civiele zaak is nu van groter belang.

- Het TGB wil van mij af. Ze willen me laten tekenen, zodat ze geen verantwoordelijkheid meer hoeven dragen. Als ik teken, kan ik gaan zwerfen. Dat staat er in juridische formuleringen dan. Het TGB staat op het punt mij te laten vallen, dat ik dan onveilig ben met mijn familie na het proces.

- Advocaat Mr. Jan Peter van Schaik tot slot: Plat gezegd, cliënt is er ingerommeld. Het OM heeft er verder niets mee te maken. Standpunt van cliënt blijft staan. De situatie ligt hier nu op tafel. Ik ben van mening dat er onderzoek moet worden gedaan. Alles wordt nu weggeschreven achter veiligheid. Cliënt heeft afstand gedaan van gedetineerderechten, maar cliënt zegt: Ik heb nooit gezegd, dan mag men mijn geheimhoudersgesprekken maar afluisteren. Er wordt gepersisteerd bij alle verzoeken. Ook wil cliënt dat de noodzaak van voorlopige hechtenis wordt heroverwogen.

Hierna kwam Mr. Nico Meijering met een betoog als reactie op het betoog van het OM door Mr. Betty Wind van 23 Maart. Daarin was het OM uitvoerig ingegaan op de onderzoekswensen die door of namens diverse verdachten zijn gedaan naar aanleiding van de verklaringen van La Serpe en het pleidooi van zijn raadsman uitgesproken op de zitting van 15 Maart j.l. De pleitnotitie van Mr. Meijering besloeg dit keer zo'n 66 pagina's. Ik beperk me dit keer tot de conclusie en enkele scherpe quotes, zoals kenmerkend zijn voor de raadsman, uit het nogal uit de kluiten gewassen betoog. Juist deze uitspraken maken dat de betogen van Mr. Meijering vaak aangenaam klinken, net even iets doordringender dan je doorgaans gewend bent in de rechtszaal. Het leverde de raadsman na afloop iig een stevig applaus op van familie en vrienden van de verdachten die zoals meestal op de publieke tribune zaten.

Cruciaal is natuurlijk dat de raadsman van Ali Akgün de onderste steen boven krijgt wat betreft hetgeen La Serpe aankaartte in zijn verklaringen. Dit is niet alleen van belang voor zijn cliënt Ali Akgün, maar voor alle verdachten. Het is al door verschillende media zelfs al 'de bom onder het liquidatieproces' genoemd. Mr. Meijering spreekt zelf niet gauw over 'bommen onder een proces', dat heeft hij al afgeleerd in de loop van zijn carrière, maar vind het vooral verpletterend te moeten bezien in hoeverre de procespartijen niet zijn geïnformeerd en in hoeverre er sprake is van een niet aflatend woordenspel ten einde ons om de hete brij heen te leiden.

Opmerkelijke quotes van Meijering:

- Daar viel wel even mijn bef van af !
- Er had vanaf het eerste moment juist sprake moeten zijn van volledige transparantie.
- Ze willen zo ontzettend graag die deal daar in Amsterdam.
- Aha, dat is de getuigebeschermingsregeling. Een kroongetuige maakt zich schuldig aan bankovervallen, drugshandel, en mogelijk afpersing en na verklaren daarover moet de staat er voor zorgen dat de kroongetuige niet terugvalt. Met andere woorden dat hij genoeg krijgt voor een zorgeloos leventje.
- Wat dat betreft is de beer allang los.
- Het OM kan het allemaal wel zo begrijpelijk vinden dat je een financiële toekomst hebt, maar dat wil nog niet zeggen dat de wetgever dat ook zo vindt.
- Je geeft geld en noemt het een veiligheidsregeling.
- Voor de draad ermee !!
- Hij komt los en krijgt een paar ton voor de onderneming wordt opgestart.
- Hij krijgt geld teneinde zij eigen veiligheid te regelen.
- Het lijkt erop dat het gaat om een bedrag dat sowieso gemaakt moet worden om de veiligheid van de getuige te garanderen.
- Voorzitter, hier worden we alvast voorbereidt op dat wat wij u ongetwijfeld gaan vragen. Kom nou maar es op met die bedragen.
- Daar vliegen wij niet in.
- Die integriteit is in het geding en dient derhalve onderzocht te worden.
- Het mag, zolang het bij de wet niet verboden is. Alles wat bij wet niet is verboden, is dus toegestaan.
- We houden ons niet bezig met vergunningen voor patatkramen.
- We houden ons bezig met een OM dat zich bezighoudt met een getuige waardoor levenslang geëist kan worden.

Conclusie Mr. Meijering: Op grond van het voorgaande en hetgeen op 15 Maart jl. bekend is geworden, kan gesteld worden dat er een overvloedige hoeveelheid redenen is om de verzoeken tot onderzoek toe te wijzen. Zonder dergelijk onderzoek kan onmogelijk tot de vereiste toetsing van de rechtmatigheid van de deal worden gekomen.

Tot slot wees Mr. Meijering op een artikel uit De Telegraaf waarin Mr. Bart Nieuwenhuizen, de hoogste baas van het landelijk parket, enkele uitspraken heeft gedaan, oa deze: 'De waarheid kun je wellicht ook kopen, wat is daar mis mee?' Het landelijk parket overweegt nieuwe wegen: Moeten we kroongetuigen niet geld geven, zodat ze een nieuw leven op kunnen bouwen? Mogen we dat doen, mensen zelf voor hun veiligheid laten zorgen? Zo ja, dan moeten we aan de rechter precies melden hoe de deal in elkaar zit, met strafkorting en bijvoorbeeld een som geld. Dan kan die daar over oordelen. Advocaten zullen het verwijt maken dat wij een getuige hebben gekocht.

Meijering: Maar, 'de waarheid kun je wellicht ook kopen, wat is daar mis mee ?'

De verdediging kan dan het OM nog eens uitleggen wat daar mis mee is: Het is nl bij wet verboden !

Dank u.

(er klonk applaus op de tribune)

Lauwaars sloot de zitting nadat de andere raadslieden zich hadden aangesloten bij de verzoeken van Mr. Nico Meijering.
Donderdagochtend 09:30 verder.

Door Bondtehond

vrijdag 9 april 2010

De kastmoord te Nuth - 'He was a good guy'

In December schreef ik een artikel over Ruben Poppelaars van Forensic Consultancy, een forensisch adviesbureau gehuisvest in het kantoor van Kuijpers en van der Biezen in 's Hertogenbosch. Toendertijd vroeg ik Ruben mij eens te tippen zodra hij aan een zaak zou werken waarbij forensisch onderzoek aan de orde zou komen. Vorige week was dat zover, betreffende een moordzaak, bekend geworden als 'de kastmoord van Nuth'. Advocate Mr. Francoise Landerloo, van een van de twee hoofdverdachten, had kortgeleden Forensic Consultancy in de arm genomen om in hoger beroep haar pleidooi kracht bij te zetten. Het is nl volgens haar helemaal niet zo zeker of de gevonden sporen wel kunnen worden geïnterpreteerd zoals de het OM stelt na forensisch onderzoek door de politie. Ruben Poppelaars deed daar onderzoek naar en kwam met een ander scenario, waardoor bepaalde bewijzen toch in een ander daglicht komen te staan.


Voor ik een samenvatting van de zitting geef, die van 11:00 tot 18:30 duurde, zal ik in het kort vertellen waar het om gaat bij deze moordzaak. In het Brabantse plaatsje Nuth vond men in Januari 2007 een lijk van een man in een muurkast van een kamerverhuurbedrijf. Daar was het al een aantal weken verborgen. Het slachtoffer was de Schotse Jonathan Graig Kennedy en zou ergens tussen 5 en 7 Januari 2007 om het leven zijn gebracht door messteken, waarschijnlijk na een ruzie over de was en/of te harde muziek. De ruzie zou zijn uitgelopen op een nachtelijke vecht- en steekpartij.

Wat er precies gebeurd is, kan men slechts naar gissen, aangezien de hoofdverdachte Roy M. zegt het zich allemaal niet meer zo goed te kunnen herinneren. De verdachten waren in een kroeg geweest, stomdronken geworden en hadden die avond ook cocaïne gesnoven. De rechtbank achtte vorig jaar bewezen dat twee vrienden/collega's, de eveneens Schotse Paul Mc C. en Roy M. tezamen en in vereniging Kennedy hadden neergestoken. De verdachte Paul Mc C. ontkent al vanaf het begin. Aanvankelijk eiste het Openbaar Ministerie ook vrijspraak voor de 31-jarige Paul, de client van Mr. Landerloo die op dit moment te Schotland en in vrijheid zijn vonnis afwacht.

Hij was in eerste instantie vrijgelaten omdat Roy M. eerder toe had gegeven het slachtoffer te hebben gestoken. Deze bekentenis trok hij echter later ter zitting weer in omdat hij er niet meer zo zeker van was het gedaan te hebben. Hij had in verhoren gezegd 'dat hij het dan wel gedaan moest hebben', ook al liet zijn geheugen hem in de steek. Daardoor vond de rechtbank dat niet langer kon worden aangetoond wie nou de dodelijke steken had toegebracht en werden beide verdachten vorig jaar veroordeeld tot 8 jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Gisteren speelde dus het hoger beroep en werd er dit keer zelfs 10 jaar celstraf geëist tot verbazing van de raadslieden, Mr. Francoise Landerloo van Paul Mc C.en Mr. Hendriks van Roy M.

Het was nu dus aan Paul Mc C's raadsvrouwe Mr. Landerloo met behulp van Forensic Consultancy in een mooi pleidooi om aan te tonen dat wat er nu aan bewijs voorhanden is niet klopt. Het was een indrukwekkende zitting met tevens een emotionele slachtofferverklaring van de moeder van Jonathan Kennedy, die samen met andere familieleden vanuit Schotland naar Den Bosch was afgereist op uitnodiging van het OM. De vrouw die zichtbaar geëmotioneerd was, en steeds werd bijgestaan door een tolk, stortte zelfs een keer in tijdens het pleidooi van de Mr. Hendriks. Zij werd ondersteund door familieden en enkele aanwezige rechercheurs die aan deze zaak hadden gewerkt. Deze hielpen de aangeslagen dame de rechtszaal even te verlaten voor een korte onderbreking met wat frisse lucht om even wat bij te komen.

De verdachte Roy M. zat steeds vlak voor de familie in het verdachtenbankje en had ook een tolk aan zijn zijde. De Advocaat Generaal las als eerste de aanklacht voor en de rechter begon daarna met het verhoor van Roy M. Het verhoor ging moeizaam. De verdachte was weinig spraakzaam en kwam zeer bedeesd over. Of het nu kwam omdat de familie van slachtoffer Jonathan Kennedy vlak achter hem zaten of door het steeds moeten wachten op de vertaling van de tolk was mij onduidelijk, maar kennelijk had de verdachte geen behoefte aan een duidelijke ontkenning: 'Ik heb het niet gedaan !' De meeste antwoorden waren 'Ik weet het niet meer'.

De rechter probeerde een motief boven water te krijgen. Er waren nl verschillende verhalen verteld. Roy zou boos zijn geweest omdat Jonathan een baantje had ingepikt van een ander omdat die wat aan zijn voet had. Daarover was Roy naar Jonathan gegaan. Of dat klopte? Roy wist het niet meer. Roy zou een mes gepakt hebben om de deur van de wasmachine te openen die avond. Of dat klopte? Roy wist het niet meer. Roy zou eens hebben verteld dat hij Jonathan wilde laten schrikken. Klopte dat? Ook dat wist Roy niet meer. Hij zou dat in verband hebben gebracht met de te harde muziek. De muziek zou te hard hebben gestaan en daar zou toen ruzie over zijn ontstaan. Of dat klopte? Ja, daar was Roy wel kwaad over geweest. 'Who the fuck is first', zou Roy hebben geroepen. Of hij nog wist of hij dat had geroepen? Nee, dat wist Roy niet meer.

De vraagstelling van de rechter veranderde op het moment dat Roy steeds datzelfde antwoord gaf. De rechter merkte op dat Roy niets uit zichzelf wist te herinneren, maar op het moment dat de rechter iets zei wel. Hierdoor begon de rechter zijn vraagstelling iets te veranderen en begon vragen nu met: Wat kunt u zich wel herinneren van.....etc etc. Veel hielp het niet. Het geheugen van Roy M. bleef haperen.

Rechter: U heeft verklaard dat Jonathan een keer aangeraakt door een mes van u en de 2e en 3e keer niet door u. Paul zou wel in het appartement zijn geweest?
Roy: Ik ben er niet zeker van.
Een vrouwelijke rechter ging verder: U zou gezegd hebben dat Jonathan u pisnijdig had gemaakt in het café, steeds zijn vingers in bier, u nat gemaakt, u was ontzettend nijdig.
Roy: Paul en Jonathan vochten. Jonathan kwam naar me toe en duwde, daagde me uit en duwde steeds. Hij irriteerde me.
Rechter: U heeft gezegd dat het erger en erger werd en dat u heel boos werd op Jonathan. U heeft gezegd dat Jonathan u zo boos maakte dat u ontplofte en dat het toen fout is gelopen. Kunt u zich dat herinneren?
Roy: Ik weet het niet.
Rechter: U heeft op verschillende plaatse verteld dat Jonathan in de kast was. Nu wil ik u vragen, waarom bleef Paul bij u in het appartement? Ik begrijp niet waarom hij bij u verbleef als zijn appartement vlak naast die van u is.
Roy: Ze hadden de sleutel geleend van mijn appartement.
Rechter: Ik stel u een duidelijke vraag. Ik kan me zo voorstellen als je weet dat er een lijk bij je in de kast ligt, dat je daar niet naast gaat liggen slapen.
Roy: Ik weet het niet.

Jonathan was die week in Januari 2007 bij de politie als vermist opgegeven door zijn werkgever, op verzoek van zijn moeder. Opvallend was dat Roy in de week dat Jonathan vermist was de moeder van Jonathan had gebeld en zo verklaarde de moeder later, hij in verleden tijd had gesproken. 'He was a good guy', had Roy gezegd in het gesprek.

De psychische rapportage van de verdachte had als eindconclusie dat Roy M. verminderd toerekeningsvatbaar is. Hij is in wezen niet agressief en zou problemen vermijden omdat hij door problemen psychisch uit elkaar zou vallen. Bepaalde spanning en stress kan hij niet handelen en zou wel eens kunnen ontploffen. De rechter vroeg daarover: Vertaald, dan kan u toch agressief worden. Herkend u dat? Roy antwoordde: Ja.

Verdachte Paul Mc C. was na een jaar teruggegaan naar Schotland. De politie had steeds gezegd, jij hebt het gedaan. Het was een klap dat hij werd veroordeeld. Achteraf had hij liever in Nederland gebleven dan had hij een groot gedeelte van zijn staf al uitgezeten. Paul: Maar nee, ik heb het gewoon niet gedaan. Ik wou wel verschijnen, maar het OM liet me weten me dan aan te zullen houden. Dat risico wilde ik niet nemen. Het is geen desinteresse naar de familie of de zaak. Ik sta er mee op en ik ga ermee naar bed. Het heeft mijn leven totaal veranderd.

Nu was het tijd voor het pleidooi van zijn raadsvrouwe Mr. Landerloo. Zij omschreef het onderzochte forensische bewijs punt voor punt tegen in een keurig betoog van bijna 40 pagina's. Zoals gezegd heeft Ruben Poppelaars van Forensic Consultancy geholpen bij het tot stand komen van het pleidooi dmv nauwkeurig onderzoek en het uitbrengen van advies aan de sympathieke raadsvrouwe. Hier volgen samengevat de punten uit het pleidooi waar het onderzoek van het forensische adviesbureau zich op toespitste. Mr. Landerloo had deze punt voor punt in volgorde weergeven:

- De maaginhoud:
Alcoholgebruik heeft een vertragende werking op de spijsvertering. Diverse deskundigen beamen dat. Hierdoor kan helemaal niet gezegd worden, zoals de rechtbank construeert, dat het overlijden van Kennedy vlak na 01:45 heeft plaatsgevonden. Het is allerminst een vaststaand feit. Het kan net zo goed diep in de nacht of vroeg in de ochtend geweest zijn.

- Bloedsporen:
Bij een steek in het hart komt het vaker voor dat dit inwendige bloedingen geeft en niet altijd massaal bloedverlies ten gevolge heeft. De aangetroffen sporen werden zichtbaar door luminol te sprayen. Luminol kan bloedverdunningen van 1 : 10.000 al zichtbaar maken. Indien men 1 druppel bloed uitwrijft, zal dus het hele tapijt oplichten bij onderzoek met luminol. De stelling van de rechtbank dat er in het appartement sprake moet zijn geweest van een bloedbad waarvan het opruimen gepaard moet zijn gegaan met veel tijd en lawaai, bestrijdt de verdediging.

- Sleepspoor:
De verdediging stelt, anders dan de rechtbank, dat niet bewezen kan worden dat er een sleepspoor loopt van de keuken tot de kamer (vindplaats lijk in kast) loopt, aangezien er geen DNA-profiel kon worden gemaakt van de bloedvlek waar het spoor naar toe zou leiden. Van een vorige bewoner, ene Macrae, zijn op 5 plaatsen bloedsporen aangetroffen. Hij woont daar al jaren niet meer. Kennelijk kun je dus jaren later nog bloedsporen aantreffen. Er kan dus niet vanuit woden gegaan dat het gevonden bloed van Kennedy is. De politie verbindt aan verschillende plaatsen waar bloed is aangetroffen de term 'sleepspoor'. Er is echter geen DNA-profiel van bekend. Hoe men er dus bij komt dat dit bloed van Kennedy zou zijn, is de verdediging een raadsel.

- Bloed op sok en schoen cliënt:
Gevonden bloed aan de binnenkant van de sok van cliënt Mc C. zegt helemaal niets over betrokkenheid bij de dood van Kennedy aangezien Mc C. op de 'plaats delict' woonde en het bloed daar op verschillende manier kan zijn gekomen met aan en uit trekken van sokken en schoenen. Dus zoals de rechtbank stelt dat het niet waarschijnlijk is dat bloed per ongeluk op de sok/schoenen is gekomen omdat cliënt heeft verklaard dat hij geen bloed heeft gezien, volgt de verdediging niet. Het kan heel goed zijn dat er wel bloed lag, maar dat cliënt dit niet heeft gezien en er doorheen is gewandeld. Het is raarder als je bloed zou zien liggen en er alsnog doorheen wandeld. Het is een niet aannemelijk scenario dat cliënt bloed op zijn sokken/schoenen krijgt en daar weken mee door blijft lopen zonder sokken te wassen en schoenen schoon te maken. Dat hij niet wist dat er bloed op zat is vele malen aannemelijker.

- Emmer en spons:
Het staat niet vast of dat er met een schuursponsje bloed is opgeruimd door Mc C. Het is de verdediging een groot raadsel hoe de rechtbank erbij komt dat dat onderzoek uitwijst dat er bloed van Kennedy is aangetroffen in de emmer. De stelling dat de emmer en spons zijn gebruikt bij het wegwerken van bloed van Kennedy is nergens op gebaseerd. Er is wel DNA van Mc C. aangetroffen op het sponsje, maar ook van een ander, en het zegt uiteraard helemaal niets over betrokkenheid bij de dood van Kennedy. Zijn bloed is immers juist niet aangetroffen in de emmer.

- Gebroken middenhandsbeentje:
De rechtbank verbindt de conclusie dat Mc C. de ware toedracht van het gebroken middenhandsbeentje verborgen wilde houden. Cliënt wilde de ware toedracht verborgen houden omdat hij niet wilde dat aan het licht zou komen dat hij Kennedy heeft geslagen. Uit onderzoek van de patholoog is echter vast komen te staan dat hematomen aan het hoofd op geen enkele wijze van invloed zijn geweest op de dood van Kennedy.

Verder ging Mr. Landerloo in op verschillende literatuur en jurisprudentie. De conclusie is dat er op basis van de bewijsmiddelen niet is vast te stellen wat zich precies in het appartement heeft afgespeeld. In het licht van de voornoemde jurisprudentie is het absoluut onvoldoende voor een bewezenverklaring van medeplegen van moord c.q. doodslag c.q. zware mishandeling met de dood tot gevolg. Het door haar cliënt geschetste scenario is gelet op verklaringen van deskundigen mogelijk en geenszins uit te sluiten. Mc C. dient volgens Mr. Landerloo dan ook te worden vrijgesproken van alle ten laste gelegde varianten levensdelicten.

Het laatste woord van verdachte Roy M.:
Ik wil sorry zeggen tegen mevrouw Kennedy. Ik weet niet wat er is gebeurd. Meer kan ik niet zeggen. Alleen dat het me erg spijt.

Rechtbank: We gaan er erg goed over nadenken. Uitspraak is op 22 April om 09:30.

Door Bondtehond

woensdag 24 maart 2010

'Het OM zal naar wij verwachten met ons het naadje van de kous willen weten'

In de Bunker te Osdorp werd gisteren ingegaan op de verklaringen van Peter La Serpe, oa door het Openbaar Ministerie. Daarnaast kwamen respectievelijk de raadslieden Mr. Nico Meijering en Mr. Sander Janssen aan het woord. Mr. Nico Meijering hield als eerste een uitgebreid betoog wat zo'n 2 uur in beslag nam. Kern van de zaak was hetgeen Peter La Serpe vorige zitting dmv 4 verklaringen had aangedragen. Zijn ontevredenheid over de gang van zaken was daarin duidelijk. Vooral het OM en TGB (Team Getuige Bescherming) moesten het in zijn verklaringen ontgelden. Bij velen roept dit vragen op. Is dit een zoveelste poging zijn financiële situatie te verbeteren, zijn detentieomstandigheden, de veiligheid van zowel hemzelf als zijn familie, of wil La Serpe 'gewoon' helemaal onder zijn straf uitkomen? Vast staat dat de kroongetuige vastberaden is te vechten voor de rechten die hij denkt te hebben en/of juist zijn geschonden door TGB en/of OM. De raadslieden van de hoofdverdachten stonden tot nu toe lijnrecht tegenover de kroongetuige en zijn in hun ogen leugenachtige verklaringen. Nu echter lijken beide partijen wel (tijdelijk?) door 1 deur te kunnen, en sluiten de raadslieden zich aan bij de onderzoekswensen van Peter La Serpe.


Wat volgt zijn een aantal belangrijke punten uit het forse betoog van Mr. Nico Meijering, de raadsman van Ali Akgün. Hierin kwam bijna aan het begin naar voren dat hij zich wel kon voorstellen wat voor standpunten het OM zou innemen.
- La Serpe is teleurgesteld vanwege kennelijke misverstanden die bij hem zijn gerezen.
- Er kan niet ingegaan worden op het Getuige Bescherming Traject vanwege de veiligheid.
- De GBT-deal dient volkomen los te worden gezien van de OM-deal.
En daarom zal er volgens het OM:
- Geen gevolg moeten worden gegeven aan de geuitte onderzoekswensen en gewoon voort gegaan moeten worden.
- Gewoon gebruik gemaakt kunnen worden van alle verklaringen die tot nu toe door La Serpe zijn afgelegd.

Opvallend was dat de reactie van het OM eerder die ochtend inderdaad overeenkwam met deze voorspelde punten.
Meijering: Wat het OM vermoedelijk niet zal doen is aankondigen dat vanwege de weigering van La Serpe om verder te verklaren:
- het OM zich niet meer gehouden acht aan de toezeggingen om de helft van de 16 jaar gevangenisstraf te eisen.
- La Serpe vervolgd zal worden voor het misdrijf van artikel 192 lid 2 Sr. dat tegelijk ingevoerd is met de kroongetuigeregeling en dat uitdrukkelijk dergelijke weigering strafbaar stelt.

Het OM zal immers de onstane escalatie nog niet verder willen laten escaleren en heeft in beginsel ook nauwelijks belang bij een stevige vervolging van en confrontatie met La Serpe: zolang maar het proces tegen de andere verdachten zo rimpelloos mogelijk kan worden afgerond. Overigens ben ik met het voorgaande uitgegaan van de optie dat het OM dit keer niet de afgelopen periode na de vorige zitting heeft kunnen benutten om alsnog er uit te komen met La Serpe. Men zal het ongetwijfeld op alle mogelijke manieren geprobeerd hebben, maar het zag er toch wel ernstig uit gezien de stevige bewoordingen waarin La Serpe zijn punt heeft willen maken.

Maar zelfs al zou men er weer samen uitgekomen zijn, de verklaringen die door La Serpe vorige week zijn afgelegd, nopen tot een diepgaand onderzoek in het belang van de verdediging van de cliënten. Gelet op de inhoud van de verklaringen kan immers vastgesteld worden dat thans zich een totaal andere situatie voordoet, dan de situatie die was ontstaan in het voorjaar van vorig jaar. Het vorig jaar onstane debat is uiteindelijk gedooft in enerzijds het presenteren door het OM van een proces-verbaal van de TGB-officieren Verwiel en Maan, en anderzijds dat er niet afgegaan kon worden op signalen die in de media klonken en die erop wezen dat La Serpe een riante financiële regeling toegezegd had gekregen om zijn toekomst en veiligheid zelf te regelen. La Serpe zelf deed het zwijgen ertoe, hoewel zijn raadsman bijvoorbeeld wel al voorzichtig liet weten dat de verschillen van inzicht "niet zozeer lagen op financiële", maar meer op andere onderdelen. "Niet zozeer" dus toen, maar kennelijk dan toch wel een beetje.....

Het grote verschil met dat voorjaar is dat thans La Serpe wel uitgebreid aan het woord is geweest over onderhandelingen, terwijl zijn raadsman daaromtrent ook geen misverstanden heeft laten ontstaan. Door de verklaringen van La Serpe en hetgeen betoogd is door zijn raadsman is er thans inzicht verkregen in:
- de inhoud van die onderhandelingen.
- de momenten waarop die onderhandelingen zijn gevoerd, en
- wie die onderhandelingen hebben gevoerd.

Vanwege die inzichten kan geconcludeerd worden, zeker zolang de verklaringen van La Serpe niet door het OM weersproken/betwist worden, dat meer aannemelijk is geworden dat in strijd met een tweetal geboden, niet toelaatbare toezeggingen zijn gedaan. Gedoeld wordt op de niet toelaatbare toezegging zoals uitdrukkelijk vermeld in de Aanwijzing toezeggingen aan getuigen in strafzaken onder 4 en 8. Ik heb ze hier vet gemaakt.

Niet toelaatbare toezeggingen:
4 - het geven van financiële beloning.
8 - het treffen van getuigenbeschermingsmaatregelen, anders dan de toezegging dat de officier van justitie zal bevorderen dat zo nodig maatregelen ter bescherming van de getuigen in opdracht van het College van Procureurs-generaal op grond van het besluit getuigenbescherming zullen worden getroffen.

Daar waar in het voorjaar van 2009 reeds sterke aanwijzingen waren dat mogelijk sprake is geweest van het (verkapt) geven van een financiële beloning, kan thans op basis van hetgeen vorige week bekend is geworden, vastgesteld worden dat daartoe nog sterkere aanwijzingen in beeld zijn gekomen, terwijl er thans even sterke aanwijzingen zijn dat toezeggingen tot het treffen van getuigenbeschermingsmaatregelen zijn gedaan anders dan toegestaan. Daar komt bij dat die twee verboden toezeggingen in elkaar grijpen en elkaar versterken. Immers, de kennelijke, volgens La Serpe en zijn raadsman, bestaande financiële component van de (toegezegde) beschermingsmaatregelen, maat dat, nu volgens hen de toezeggingen ter zake zijn gedaan vóór het sluiten van de deal en het afleggen van de verklaringen, des te meer kan worden aangenomen dat zulks als een financiële beloning door La Serpe kan zijn opgevat.

De belangen van de cliënten zijn dan ook evident als het gaat om de geuitte onderzoekswensen, teneinde de spreekwoordelijke onderste steen boven te krijgen.

De raadsman kwam verder met ontzettend veel passages uit de verklaringen van La Serpe, waaruit een aantal keren blijkt dat de kroongetuige spreekt van 'een tegenprestatie'.

Meijering: Zo is daar verder het citaat waar La Serpe met zoveel woorden spreekt van een 'tegenprestatie' die van hem werd verwacht en wel dat hij zijn 'handtekening onder de OM-deal, de kluisverklaringen zou zetten en zich maximaal zou inspannen bij het getuigen ansich'. Deze tegenprestatie stond tegenover "de inzet van de Staat dat zij voor zijn veiligheid zouden zorgen en hij genoeg geld zou krijgen om een nieuwe veilige toekomst te beginnen"

Mr. Meijering: Gelet op de aangehaalde uitspraken van La Serpe en zijn raadsman van vorige week maandag en mede gelet op het feit dat tot op heden, bij het opstellen van deze pleintnota, die uitspraken niet door het OM betwist zijn, is er alle reden om de kennelijke gemaakte afspraken rondom 'genoeg geld voor La Serpe om een nieuwe veilige toekomst te beginnen'; 'een financiële toekomst' en een 'financiële deal', naast de kennelijk voortijdig gemaakte afspraken rondom toekomstige veiligheid, in volle omvang tegen het licht te houden door de gevraagde getuigen te horen en de gevraagde stukken te produceren. (hier genoemd)

De te horen betrokkene, zoals toenmalig CIE-officier Mr. Sander de Haas, was betrokken bij de OM-dealtraject en had zich derhalve verre van het TGB-traject moeten houden. Dit is niet conform de geldende regelgeving, of volgens Meijering, het is daar totaal mee in strijd. Volgens verklaringen door De Haas afgelegd bij de Rechter-Commissaris op verzoek van Mr. Sander Janssen zou hij totaal buiten de deal zijn gebleven, dit staat echter haaks op wat La Serpe er een aantal keren over heeft gezegd. Die zegt o.a 'de TGB-deal rond Kerst 2006 met CIE-officier Sander de Haas te hebben gesloten'. Het moge dus duidelijk zijn dat hier klaarheid dient te komen en dat we tot op de vierkante millimeter moeten weten hoe het zit. Slechts een van de twee, La Serpe of De Haas, kan de waarheid aan zijn zijde hebben. Volledige opheldering dient hier te komen, aldus Mr. Meijering.

Tot slot.
Meijering: Gelet op hetgeen er thans allemaal boven water is gekomen vertrouwen wij erop dat dit OM met ons de onderste steen boven zal willen hebben. Vooral ook, nu mogelijk de Amsterdamse CIE-collega De Haas zijn bevoegdheden te buiten is gegaan voor zover het betreft het zojuist aangehaalde, door Mr. De Wind benadrukte, verbod om toezeggingen te doen dat beschermingsmaatregelen getroffen zullen worden in het kader van de overeenkomst. Het OM zal naar wij verwachten met ons het naadje van de kous willen weten, zeker nu het OM volgens de wetsgeschiedenis ter terechtzitting gehouden is volledige openheid van zaken te geven met betrekking tot de feiten en omstandigheden die van belang zijn geweest voor de totstandkoming van de overeenkomst.

Uw rechtbank wordt verzocht de hiervoor geuitte verzoeken tot onderzoek toe te wijzen.

6 April gaat het proces verder.

Door Bondtehond