De maandag gegijzelde getuige Lesley Verkaart kreeg donderdag in het JCS een herkansing om aan zijn verplichting te moeten getuigen in het Hoger beroep van het liquidatieproces Passage te voldoen. Daarna kwam ook getuige June A. (41) getuigen in dezelfde zaak, deeldossier Cobra, de Antwerpse dubbele moord. 'June', voorheen foutief verstaan en opgeschreven als 'Jew', is overigens de bijnaam van de geboren Curaçaoënaar die op 3-jarige leeftijd naar Nederland is gekomen, zijn doopnamen klinken meer Antilliaans.
Tijdens het verhoor bleek dat June A. nog niet zo lang vrij is uit een gevangenisstraf van ruim 10 jaar. In 2003 is June in eerste aanleg tot 18 jaar veroordeeld voor een schietpartij in 2002 in Club Matrixx in Nijmegen waarbij twee slachtoffers vielen. Een portier kwam om het leven, een andere portier hield blijvend letsel over aan de schietpartij. In Hoger beroep is de straf verminderd tot 16 jaar. June was vroeger goed bevriend met Gilbert Rommy, de zoon van Henk Orlando Rommy aka 'Zwarte Cobra'. Hij had Gilbert twee maanden geleden nog één keer telefonisch gesproken, maar heeft verder geen contact meer met hem. Via Gilbert had hij vroeger ook Moppie Rasnabe en Jesse Remmers leren kennen. Maar daarover later meer.
De zitting begon met het getuigenverhoor van Lesley Verkaart, die dit keer wél werd bijgestaan door een advocaat, Mr. Jeroen van Weers. Verkaart die maandag al aangaf aan erge pijn te lijden ten gevolge van een nek-hernia, waartegen hij diverse zware pijnstillende middelen en daarnaast slaap-medicatie zou slikken, bleef erbij dat zijn geheugen hem daardoor in de steek liet. De indruk bij het Hof echter bestond maandag al dat Verkaart ondanks de pijn wel zou kunnen getuigen en dat hij dus niet meewerkt aan zijn verplichting. Ondanks dat Verkaart twee dagen had kunnen nadenken in een cel kwam het Hof ook donderdag niet veel verder. Verkaart doet er voornamelijk het zwijgen toe. De zitting met hem werd dan ook grotendeels besteed aan het bespreken of hem al dan niet verschoningrecht toekomt en over zijn medische gesteldheid.
Advocaat Mr. Weers bepleitte dat Verkaart op grond van de stukken wel verschoningsrecht zou moeten toekomen. Na een kort beraad besloot het Hof dat het toekomen van verschoningsrecht per vraag beslist zou worden. Nu het Hof dit besliste wilde de raadsman meer tijd hebben om de stukken te bestuderen. Het Hof besloot echter dat de kopiën van de stukken die Verkaart en Mr. Weers reeds hebben ontvangen voldoende zijn. Ook ging de advocaat in op de medische gesteldheid van zijn cliënt. De vlot pratende raadsman noemde een reeks medicijnen en Verkaart zelf vertelde dat hij reeds twee jaar binnen zit bij zijn moeder en dat hij een tijd geen verzekering had omdat hij zonder inkomen zat. Nu dit de laatste tijd weer een beetje in orde is gekomen, heeft hij inmiddels ook een ziektekostenverzekering en kan hij behandeld worden. Er stond al een medische ingreep gepland. Eigenlijk had daar deze week al een aanvang mee moeten worden gemaakt, maar door de gijzeling kon dat niet, zei Verkaart.
Wel deed het Hof hierna enkele vruchteloze pogingen tenminste een aanvang te maken met het verhoor. Dat bleek dus zinloos. De meeste vragen werden ontkennend beantwoord. De kopieën van de stukken die Verkaart had ontvangen wegens zijn gijzeling had hij geen tijd voor gehad om te lezen. Dat hij in 2009 ook een tijdje is gegijzeld, wist hij niet meer. Of hij nog wist waar de verhoren over gingen?: 'Nee, totaal niet meer'. Of hij Jesse Remmers kende?: 'Ja'. Maar hoe lang en waar hij Jesse van kende?: 'Geen idee'. Kent u Moppie Rasnabe?: 'Ja'. Hoe lang?: 'Heel lang'. Net zolang als de heer Remmers?: 'Als ik niks kan herinneren, waarom zou ik me dat dan wel kunnen herinneren?' Voorzitter: 'Wij stellen de vragen'. Kent u Saez?: 'Nooit van gehoord'. Kent u Rommy?: 'Wel-es in de krant gelezen'. Of hij wel eens een vuurwapen in Jesse's handen had gezien?: 'Nee'. Echt niet?: 'Nee'. Heeft u de heer Remmers wel eens naar België gereden?: 'Nee'. Nooit de heer Remmers gereden?: 'Nee'... etc. etc.
Bij de raadsheren van het Hof was op momenten wel enige irritatie te bespeuren, waarop zij besloten dat het zo geen zin had om verder te gaan met deze onwillige getuige, naar hun indruk. Verkaart zelf was ook niet blij en zei: 'Wat ik zeg is weinig zinvol denk ik, als er geen vooruitgang in mijn situatie komt. Ik slik medicijnen tegen de pijn en om te slapen enzo, en nu lijkt het erop of niemand me gelooft... Dat vind ik wel heel erg vervelend'. Mr. Weers vulde aan: 'Natuurlijk is mijn cliënt een beetje onwillig omdat hij dingen moet proberen te herinneren die hij zegt niet te kunnen herinneren'. Hij vroeg de gijzeling voor nu op te heffen. De voorzitter vroeg daarop een reactie van alle procespartijen.
Het advocaten-generaal van het OM wilden dat Verkaart in gijzeling bleef. Uit de medische stukken blijkt volgens Mrs. Posthumus en De Jong niet voldoende dat de getuige ook aan geheugenverlies zou lijden. Mr. Robert Malewicz, de raadsman van Jesse Remmers, stelde voor dat Verkaart, die had aangegeven als de pijn weg zou zijn dat hij zich dan wellicht wel een en ander zou kunnen herinneren, dan maar beter eerst die medische ingreep zou moeten ondergaan. De andere raadslieden konden zich daar wel in vinden, zo ook Mr. Weers, de raadsman van Verkaart. Na een kort beraad besloot het Hof de gijzeling inderdaad maar op te heffen, maar voorzitter Mr. Ruud Veldhuisen zei er expliciet bij dat dat niet was omdat Lesley Verkaart nu wel aan verplichting had voldaan en dat hij op een later tijdstip, dus na de medische ingreep die hij in vrijheid mag ondergaan, wel weer zal worden opgeroepen. Zijn advocaat moet melden wanneer de ingreep is ondergaan, maar Verkaart mocht voor nu dus voorlopig gaan. Ze verlieten de zaal.
Getuige June A. werd meteen hierna weer binnengeroepen. De donkerkleurige Antilliaan, die accentloos Nederlands spreekt omdat hij reeds sinds zijn derde in Nederland woont, was 's morgens al even binnengeroepen. Maar de voorzitter realiseerde zich dat er een aantal raadslieden alleen aanwezig waren voor het verhoor van getuige Lesley Verkaart, dus vroeg hij June A. even terug te gaan naar de wachtkamer. Na het verhoor van Verkaart vertrokken de raadslieden: Mr. Stijn Franken van Pinny Song,
Mrs. Pelle Tuijnenburg en Max den Blanken van Freek S. en Mr. Steven Post van Nan Paul de B.
Nu was het dus de beurt aan June A. die plaats nam midden-voor het Hof. Na de belofte de vragen naar waarheid te zullen beantwoorden en enkele inleidende vraagjes, begon het verhoor. Hij is op 16 oktober 2013 vrijgekomen uit detentie wegens de voornoemde schietpartij in Club Matrixx. Op 21 februari kreeg hij een oproep om te komen getuigen. Het was geen verrassing voor hem omdat hij al eens was gebeld dat zijn naam op internet stond dat hij verhoord zou worden in het Passage-proces. Ook wist hij dat Jake B. een verklaring over hem had afgelegd. Daar was hij eerder over gehoord. Één van de raadsheren vroeg of June A. zich had voorbereid op het verhoor. Dat had A. niet omdat hij weet dat hetgeen gezegd is over hem door Jake B. leugens zijn, aldus A.
Het verhoor van Jake B. van 6 maart jl. ben ik overigens niet aan toegekomen een verslag over te maken, maar het kwam er in grote lijnen op neer dat Jake B. en June A. bevriend waren, dat Jake B. een auto te koop had en dat June A. hem toen meenam naar Moppie Rasnabe in Diemen die de BMW 5-serie misschien wel wilde overnemen. Dat ging niet door omdat er een te lichte motor in zat. Maar June A. en Jake B. waren dus wel even bij Moppie thuis en daar lagen allerlei dossierstukken, volgens Jake B.. Die gingen onder andere over de dubbele moord in Antwerpen, de zaak waarin Moppie verdachte was. Jake B. zou daar toen even in hebben zitten bladeren en las over de moorden. Op de terugweg in de auto zou June A. hem toen veel verteld hebben over Moppie Rasnabe, Jesse Remmers en Siegfried Saez. June zou dat stoer en met enige gevoel voor sensatie hebben verteld, aldus Jake B. Wel zei hij erbij later op een vraag van een raadsheer of June nu sprak uit wetenschap of verdenking, dat June het waarschijnlijk vertelde uit verdenking. In 1996 zou Jake B. bij de politie hebben verklaard dat Moppie ook betrokken was bij de moord op Jaap van der Heiden. De politie vroeg of Jake B. de woning van June A., die destijds in Zaandam woonde, wilde aanwijzen. Dat heeft hij volgens de stukken ook gedaan, maar zelf kon Jake B. zich dat niet meer herinneren op zitting.
June A. ontkent juist dat hij Jake B. die dingen verteld zou hebben. Het klopt volgens hem ook niet, want Jesse kende hij naar eigen zeggen toen nog helemaal niet. Hij heeft er later wel eens over nagedacht waarom Jake B. dit allemaal over hem heeft verteld. Hij denkt omdat de groep van Jake B. toentertijd een conflict had met de groep van Siegfried Saez. Dat er een conflict was tussen die groepen destijds was algemeen bekend in de Antilliaanse gemeenschap, aldus June A. Jake B. was een keer in een schietpartij beland met Saez toen zijn groep iets van Saez wilde rippen en werd daarvoor gearresteerd. Op de vraag van een raadsheer waarom Jake B. dit dan verteld zou hebben over June A. denkt hij dat Jake B. misschien dacht dat hij 'er dan eerder uit zou springen' (vrij zou komen) en dat dit de reden geweest moet zijn waarom hij de politie had ingelicht, concludeerde June. Zo zijn de rechercheurs ook bij hem terecht gekomen.
June A. koppelt de stapel dossiers ook aan een heel andere locatie, nl. het huis van zijn ouders. De dossiers zouden een keer in een auto hebben gelegen toen ze daar waren. Moppie wilde ze daar niet laten liggen. Jake B. zou die toen mee naar binnen hebben genomen. Moppie zou tegen hen hebben gezegd: 'Lees maar'. June had eigenlijk geen interesse om het te lezen en het bleef bij een beetje bladeren. Vervolgens zou Jake B. wel hebben zitten lezen en had hij daar later ook vragen over gesteld aan June A. June: Hij vroeg aan me: 'Heb je dat gelezen?' Ik zei nee, ik interesseer me daar niet voor. Toen vroeg ik: Waarom vraag je dat, je bent toch niet van de politie? Later, in '95/'96, nadat hij Jake B. al een tijdje niet had gezien heeft hij eens boos aan Jake B. gevraagd nadat de politie bij hem was geweest: 'Waarom gooi je me zomaar in een verhaal dat niet klopt?' June: Hij had het over een probleem met Siegfried Saez en dit en dat en blablabla, en hij had vastgezeten eventjes. Ja, ik dacht, en dan kom je met zo'n verhaal? Maar ja, in de loop der tijd ontdek je dan pas dingen. En als je later alles zo leest in de Telegraaf of Panorama enzo... Ik dacht: Oh, nu snap ik ongeveer hoe dit allemaal is gekomen.
De raadsheer vroeg of June nog wist dat de politie in 2007 ook nog een keer bij hem is geweest in het HvB van Nieuwegein. June A. vertelde dat jij op een keer op de werkzaal zat toen hij werd opgeroepen voor de reclassering, maar er zaten boven twee rechercheurs met een laptop. Ze zeiden: 'Luister dan, je gaat ons helpen een zaak op te lossen'. Ik zei: welke zaak? Toen zeiden ze: 'Ja, Jake heeft ons gestuurd naar jou, over dat jij dingen hebt gehoord'. Maar ik begon keihard te lachen, zei June, daar klopte helemaal niks van. Ik had helemaal geen zin om met ze te praten. En ik had toevallig een Panorama bij me, dus ik zei: Er staat van alles in de Panorama en dan gaan jullie mij lastig vallen. Toen zeiden ze: 'Ja maar, we kunnen je het ook moeilijk maken'. Toen ben ik opgestaan en zei: Doe maar wat je wilt, zoek het maar uit. Toen zeiden ze: 'We kunnen van alles...en Jake zegt dit, en Jake zegt dat'. Toen zei ik: Ik wil het allemaal niet weten. Toen begon ik ze uit te lachen en zei: Jullie zijn gek. Het is een beetje onzin allemaal dit.
Raadsheer: En toen heeft u niks gezegd? Want u weet waarschijnlijk, u bent ook nog een keer bij de RC geweest, dat de politie toen wel een proces-verbaal heeft opgesteld?
June A.: Ja, in 2009 heeft u het over?
Raadsheer: Daar klopt niks van?
June A: Nee, daar klopt echt niks van.
Raadsheer: Ik hou u een paar dingen voor. U zou hebben gezegd: 'Die zaak? Ja die zaak ken ik wel, dat is een rare zaak. Ik ken de zaak van Peter R. de Vries. Ik zal u eerlijk zeggen, dat dossier over deze zaak van Moppie heb ik gelezen. Ik was aanvankelijk zelf ook bang dat ik verdachte zou worden omdat er twee Antillianen zouden hebben geschoten'. Dat zegt u niks?
June A.: Nee.
Raadsheer: En de politie zegt dat u Moppie een beetje belachelijk maakte en nadoet...
June A.: Nee, zeker niet.
Raadsheer citeert: 'Jullie kennen hem toch? Het is net een wijf'. En dan zeggen de verbalisanten: 'De getuige geeft aan hoe hij over hem denkt en immiteert hem door verwijfd te lachen, met een hoog stemmetje te spreken en vrouwelijk aandoende gebaren te maken'.
June A.: Nee... Want ik kwam binnen en heb echt een beetje gelachen tegen hun, van: nog effetjes... Want ik was bezig om hun uit te leggen van: Jullie luisteren naar wat Jake B. zegt, dus jullie geloven hem, zometeen schuiven jullie die hele zaak nog in mijn schoenen. Dus daar klopt helemaal niks van. Maar ik had toevallig die Panorama bij me. Ik zei: Daar staat van alles in, dus waarom heb je mij nodig? Toen ging ik ze een beetje uitlachen en toen ben ik weggegaan.
Raadsheer: Ja, dat is zo gek hè, want de politie schrijft wel een aantal dingen op en die schrijft dat ook met een zekere detaillering op, wat u gezegd zou hebben, maar u zegt: Daar klopt helemaal niks van.
June A.: Nee, daar klopt helemaal niks van.
Raadsheer: Compleet verzonnen?
June A.: Zeker.
Raadsheer: Een aantal dingen die ze zeggen kloppen op een gegeven moment wel, want u zou ook hebben gezegd: 'Ik zit nu tot 2013. Ik zit hier voor mezelf, ik heb mijn ding gedaan en sta achter mijn daad. Ik zit mijn straf uit, hoe lang deze ook is. Als je slap bent val je hier echt door de mand'. Zou u dat hebben gezegd tegen hen?
June A.: Nee.
later:
Over Panorama gesproken, daar ging het wel vaker over tijdens dit verhoor. Het gegeven dat June de Panorama noemde ontlokte dat de voorzitter bv. een vraagje of June Henk Rommy kende: Als je Panorama en De Telegraaf leest en er zijn dan mensen die denken: 'Oh, die naam Henk Rommy heb ik wel eens eerder gehoord'. Hoe zou ú de reputatie van Henk Rommy omschrijven? Als iemand dat aan u zou vragen, van goh, wie is die man? Waar is die man van bekend? Wat is dan uw antwoord?
June noemde Rommy een nette, vriendelijke man. Maar ja, je moet natuurlijk niet naar die verhalen gaan luisteren...
Voorzitter: Want, wat staat er dan in die verhalen? U leest dat. Staat er dan in dat hij op een postkantoor werkt, of bij een bank?
June: Ja... projectontwikkelaar.
Voorzitter: Projectontwikkelaar? Nu krijgen veel mensen bijnamen in hun leven, de ene 'neus', de andere 'lange', de andere 'Zwarte Cobra'. Waarom werd Henk Rommy 'Zwarte Cobra' genoemd? Weet u dat?
June's antwoord klonk grappig: Ja, ik heb eens ergens gelezen dat hij een lange slurf had.
Voorzitter: Een lange slurf? Maar dat is zo omdat u het gelezen heeft. Zou het ook zo kunnen zijn omdat hij een gladde aal is? Omdat het een handige vent is die overal tussenuit weet te komen?
June A.: Dat zou ook kunnen. Dan zou ik effetjes... dan moet ik op internet kijken. Dat weet ik niet.
Voorzitter: Of dat hij plotseling toeslaat, onverwacht?
June A.: Dat weet ik niet.
Voorzitter: Zou dat kunnen? Klinkt u dat wel bekend in de oren?
June A.: Nee.
Voorzitter: Helemaal niet?
June A.: Nee.
Voorzitter: Dus u denkt bij de naam 'Zwarte Cobra' alleen maar aan de slurf, zal ik maar zeggen. Dat is het enige wat bij u opkomt?
June A.: Ja, omdat hij een neger is, zeg maar.
later:
En Moppie? Hoe zou u Moppie beschrijven? En ik bedoel dan niet zijn slurf, of zijn lengte.
June: Ja gewoon, een charmeur, een nette, aardige vent. Vriendelijk. Humor.
Voorzitter: U ging uit, waar betaalde u dat van?
June: Daar kan ik me niet over uitlaten.
Voorzitter: En Moppie?
June: Die werkte in een winkeltje bij Albert Cuijp.
Voorzitter: Heeft u dat gezien?
June: Ja.
Voorzitter: Weet u of Moppie stoute dingen deed?
June: Nee, dat vroeg ik nooit. Ja gaat toch niet aan iemand vragen: Doe jij verkeerde dingen?
later:
Tijdens de detentie van June A. in 2003/2004 in de Bijlmer Bajes wegens de schietpartij in de Matrixx zat June A. in toren 'Het Schouw' op de afdeling met Danny Kuiters. June: We konden met elkaar opschieten omdat we dezelfde mensen kenden. Danny is ook de ex-vriend van de moeder van mijn kind. Daarom gingen we close om. Ik kookte en hij was vegetarisch, dus kookte ik voor hem.
later:
Peter la Serpe had June ook wel ontmoet omdat hij altijd bij Jesse Remmers was. Maar Peter mocht hij niet zo. Hij had meer oog voor Jesse. Peter deed vaak uit de hoogte, denigrerend en arrogant. Hij noemde ook een voorbeeld: Ze waren een keer met z'n drieën in café 'De Heinekenhoek' op het Leidseplein. Jesse ging even naar het toilet. June: Dan las Peter een krant en vroeg ik: Wat doe je? Toen zei hij: 'Ja, ik hou me bezig met aandelen, dat is boven jouw niveau, ik heb geen zin om jou dat uit te leggen'.
AG: En Jesse?
June: Jesse deed gewoon normaal.
etc. etc.
Tot zover.
Het verhoor van June A. duurde in totaal uren. Het is dan sowieso moeilijk alle rode lijntjes eruit te pikken. June A. kwam op mij wel over als een man die weet wat hij zegt. De verdediging kwam natuurlijk ook nog aan bod. En de AG's. Ik kom daar ooit nog op terug. In een omnibus van 10 delen... Nee zonder gekheid, June A. bleef erbij dat bepaalde uitspraken die de politie in een proces-verbaal van bevindingen heeft opgetekend, dus zonder zijn handtekening eronder, zijn gebaseerd op een moment dat hij daar in HvB Nieuwegein voor ze zat met toevallig een Panorama in zijn handen waar in stond dat Jesse Remmers 'Hitman nr 1' zou zijn en dat bepaalde uitspraken niet uit zijn mond komen. Dus ook toen hij gezegd zou hebben: 'Moppie heeft er de ballen niet voor, maar die wel (wijzend op de Panorama), Jesse wel. Hitman nr 1 natuurlijk', over die gepleegde moorden, zei hij dat niet uit eigen wetenschap, maar omdat dit destijds (2007) zo dus in die Panorama stond... (zo begreep ik het).
Maandag vindt het verhoor van getuige Harry W. plaats in de Bunker te Osdorp. Dat is tijdelijk ivm de beveiliging op verzoek van TGB (Team Getuigen Bescherming).
Bondtehond
zaterdag 12 april 2014
Abonneren op:
Reacties posten
(
Atom
)
Geen opmerkingen :
Een reactie posten