donderdag 12 april 2012

'De rechtbank concludeert dat de bewijzen niet toereikend zijn'

Een groot sucses voor Dino Soerel en zijn raadsman Mr. Nico Meijering in het grote Amsterdamse liquidatieproces Passage. De voorlopige hechtenis van Soerel is vanmorgen opgeheven door de rechtbank. Rechtbankvoorzitter Mr. Frits Lauwaars begon meteen na opening van de zitting met het voorlezen van deze uiterst belangrijke tussenbeslissing. In de zaal zaten Dino Soerel met naast zich zijn advocaat Mr. Nico Meijering. Overige aanwezigen waren Jesse Remmers en z'n raadsman Mr. Sander Janssen. De tribune zat weer eens wat voller dan anders met o.a. een aantal familieleden en vrienden van Soerel. De pers zat er ook klaar voor. Wat volgt is de integrale versie van de tussenbeslissing.


Tussenbeslissing verzoek opheffing voorlopige hechtenis Dino Soerel.

Voorzitter Mr. Frits Lauwaars: 'De verdediging van Soerel heeft ter terechtzitting van 21 februari en 26 maart 2012 om de opheffing van de voorlopige hechtenis van Soerel verzocht. Daartoe heeft zij aangevoerd dat voor de liquidatiezaken en het leiding geven aan een criminele organisatie gericht op liquidaties de ernstige bezwaren ontbreken, en dat zich voor de overige feiten een situatie als bedoeld in artikel 67a lid 3Sv voordoet.

Het openbaar ministerie heeft zich tegen opheffing van de voorlopige hechtenis verzet. Het openbaar ministerie meent dat voor alle ten laste gelegde feiten de ernstige bezwaren nog onverkort aanwezig zijn. Derhalve is ook van een situatie als bedoeld in artikel 67a lid 3 Sv nog geen sprake.

De rechtbank overweegt als volgt.

Verdachte Soerel bevindt zich in voorlopige hechtenis op verdenking van het uitlokken van de moord op Thomas van der Bijl en op Kees Houtman, het leiding geven aan een criminele organisatie gericht op liquidaties, het witwassen van een geldbedrag en het bezit van twee valse paspoorten.

Naarmate het voorarrest langer duurt, moet indringender worden getoetst of de hieraan ten grondslag liggende bezwaren en gronden nog zwaarwegend genoeg zijn om de verdachte in voorarrest te houden.

De liquidatiezaken en de criminele organisatie gericht op liquidaties

De kern van de bezwaren tegen Soerel in de liquidatiezaken wordt gevormd door verklaringen van de getuige La Serpe. La Serpe heeft verklaard dat hij Remmers in oktober 2005 naar de oude Baja in Rotterdam heeft gebracht. La Serpe zou buiten zijn gebleven en later van Remmers hebben gehoord dat die in de oude Baja de verdachten Soerel en Akgün heeft ontmoet. Remmers zou van hen hebben gehoord dat er drie nieuwe liquidatieopdrachten waren. De dag erna zou La Serpe Remmers naar Diemen hebben gereden. Remmers zou daar van Soerel meer bijzonderheden over de beoogde slachtoffers hebben gekregen, naar later bleek Kees Houtman, Thomas van der Bijl en Ruud Hilligers.

De rechtbank constateert dat La Serpe zelf niet bij deze gebeurtenissen is geweest. Wat hij over Soerel verklaart, heeft hij van horen zeggen. La Serpe is verder een kroongetuige, die van het Openbaar Ministerie een tegenprestatie krijgt voor zijn verklaringen. Volgens de wetsgeschiedenis moet de rechter verklaringen van kroongetuigen met extra behoedzaamheid benaderen.

Bovendien is onlangs in het proces gebleken dat La Serpe ook aan Willem Holleeder een rol toedicht voor de verstrekking van de moordopdrachten. Daardoor is het beeld dat La Serpe heeft geschetst van de opdrachtverstrekking er niet helderder op geworden. La Serpe heeft geweigerd verdere vragen hierover te
beantwoorden.

Onder deze omstandigheden moet er naar het oordeel van de rechtbank substantieel ander bezwarend materiaal zijn dat wijst op de betrokkenheid van Soerel bij de moordopdrachten, wil het bezwarende materiaal in deze fase de voorlopige hechtenis van Soerel nog kunnen dragen.

Naast de verklaringen van La Serpe zijn er de verklaringen van de anonieme bedreigde getuige Q5. Q5 heeft verklaard dat hij van een contact van Soerel heeft gehoord dat Soerel en Holleeder conflicten hadden met Van der Bijl, Houtman, Hingst en Mieremet die zo hoog waren opgelopen dat zij hadden besloten hen om het leven te brengen. Q5 verklaart Holleeder en Soerel in bijzijn van Akgün in de Baja Beach Club in Rotterdam te hebben horen schreeuwen dat “ze” eraan gingen. Kort daarna werden Kees Houtman, John Mieremet en Evert Hingst vermoord. Pas kort na de moorden zou Q5 hebben begrepen wie er met “ze” werden bedoeld. Later bevestigde het contact van Soerel wat Q5 gehoord dacht te hebben.

De Baja Beach Club is een andere uitgaansgelegenheid dan de oude Baja waar La Serpe over verklaard heeft. Q5 heeft veel van wat hij verklaart gehoord van een onbekend gebleven  contact van Soerel. De verklaringen van Q5 zijn daarmee voor een belangrijk deel van horen zeggen en voorts afkomstig uit een anonieme bron.

Een andere beperking aan de verklaringen van Q5 is dat de verdediging wel vragen heeft kunnen aanleveren aan de rechters-commissarissen, maar de getuige niet in een rechtstreekse confrontatie heeft kunnen ondervragen. Verder is een groot aantal antwoorden van Q5 niet in de processen-verbaal van verhoor opgenomen, om te voorkomen dat de identiteit van Q5 bekend zou worden. Daardoor zijn de verklaringen van Q5, aan wiens betrouwbaarheid de verhorende rechters-commissarissen overigens niet twijfelden, voor de rechtbank beperkt toetsbaar.

Vanwege deze beperkingen schrijft de wet voor dat de verklaring van een anonieme bedreigde getuige niet in beslissende mate mag meewerken voor het bewijs tegen een verdachte. Als ondersteunend materiaal voor de verklaringen van La Serpe zijn de verklaringen van Q5 alléén naar het oordeel van de rechtbank niet voldoende. Er is nog meer substantieel bezwarend materiaal nodig.

Verder bevinden zich in het dossier verklaringen van Maria Houtman en mr. Teeven. Maria Houtman zou van Thomas van der Bijl hebben vernomen dat Willem Holleeder, verdachte Soerel en verdachte Akgün in de Baja Beach Club in Rotterdam aan verdachte Remmers een briefje zouden hebben gegeven waarop de namen stonden van drie te vermoorden personen, te weten Kees Houtman, Thomas van der Bijl en Attilla Önder. Maria Houtman heeft zelf pas begin 2009 in Passage een verklaring afgelegd over deze gebeurtenis.

Mr Teeven heeft verklaard dat hij als officier van justitie bij het landelijk parket in het voorjaar van 2006 van Maria Houtman of van Thomas van der Bijl over deze gebeurtenis heeft gehoord. Aan de verklaringen van Maria Houtman en van mr. Teeven zitten allerlei haken en ogen. Los daarvan vindt de rechtbank het onaannemelijk dat Van der Bijl aanwezig is geweest bij een op hem zelf gerichte moordopdracht. Als de verklaringen van Maria Houtman en mr. Teeven juist zijn, heeft Van der Bijl dus informatie gekregen van een ook nu nog onbekend gebleven bron.

De redenen van wetenschap van deze bron kunnen niet worden getoetst. Verder is een overlap met de verklaring van de eveneens anonieme Q5 niet uit te sluiten. Onder die omstandigheden kunnen de verklaringen van mr Teeven en Maria Houtman naar het oordeel van de rechtbank in deze fase niet langer aan de bezwaren bijdragen.

In het dossier zijn ook verklaringen te vinden van Alex de B. Alex de B. heeft verklaard in opdracht van verdachte R. bezig te zijn geweest met een poging tot liquidatie van Thomas van der Bijl. In die periode zou Ros een belangrijk geldbedrag hebben gekregen van een hoge functionaris in het criminele milieu, door Ros aangeduid als de Commissaris, omdat hij zulk goed werk deed. Uit andere stukken, telefoontaps en opgenomen vertrouwelijke communicatie valt volgens het openbaar ministerie af te leiden dat met de Commissaris wordt gedoeld op verdachte Soerel en dat Ros er kennelijk op rekent dat Soerel na de veroordeling van Ros een bedrag van 2 miljoen euro voor Ros zal regelen.

Naar het oordeel van de rechtbank zijn er teveel speculatieve stappen nodig om uit deze verklaringen en uitlatingen de betrokkenheid van Soerel bij liquidaties af te leiden. Daarbij speelt een rol dat het dossier aanwijzingen bevat dat Ros en Remmers ook anderszins contacten met Akgün en Soerel onderhielden. Substantieel ondersteunend materiaal voor de betrokkenheid van Soerel als opdrachtgever bij liquidaties leveren deze verklaringen en uitlatingen dan ook niet op.

Verder bevat het dossier weergaven van de achterbankgesprekken van Willem Endstra met de CIE. Endstra duidt Soerel hierin aan als een keiharde voor wie iedereen siddert en beeft, de gevaarlijkste, de ongekroonde, gewoon de man. Het openbaar ministerie heeft onder meer hieruit afgeleid dat Endstra Soerel beschouwde als de man die bepaalde welke moord er wel of niet gepleegd werd. Uit de gesprekken van Endstra en uit de overige dossierstukken blijkt echter bij nauwkeurige analyse niet dat hij deze beelden heeft gebaseerd op ervaringen die hij zelf met Soerel heeft gehad. De aanwezigheid van Soerel bij het zogenaamde kantoorincident is door geen enkele getuige ondubbelzinnig bevestigd. Het gegeven dat Willem Holleeder mogelijk bij Endstra een algemeen dreigend beeld van Soerel heeft willen creëren, biedt onvoldoende grondslag om Soerel een bepalende rol bij liquidaties toe te dichten. De rechtbank laat de verklaringen van Endstra om die reden buiten beschouwing.

De rechtbank constateert dat het genoemde bezwarende materiaal deels met aanzienlijke behoedzaamheid moet worden benaderd, deels berust op anonieme bron, deels het risico in zich draagt van overlap met ander bezwarend materiaal en deels teveel speculatieve stappen vraagt om in de zaak van Soerel een rol van betekenis te kunnen spelen. Voor een ander deel kunnen geen eigen redenen van wetenschap van de getuige worden vastgesteld.

Dit wordt niet anders wanneer dit materiaal wordt beschouwd in onderlinge samenhang of in samenhang met de overige dossierstukken. Voorts acht de rechtbank het niet aannemelijk dat er binnen afzienbare tijd nog aanvullend bezwarend materiaal zal komen.

De rechtbank concludeert dan ook dat de bezwaren tegen Soerel in de liquidatiezaken en de criminele organisatie gericht op liquidaties niet toereikend zijn om diens voorarrest in dit stadium van het geding nog te kunnen rechtvaardigen. De rechtbank zal daarom de voorlopige hechtenis in die zaken opheffen.

De overige zaken
Soerel zit verder in voorlopige hechtenis op verwijt van witwassen van een bedrag van ruim 25.000 euro en het bezit van valse paspoorten. Naar het oordeel van de rechtbank zijn er nog wel voldoende ernstige bezwaren voor deze feiten.

Het voorarrest heeft echter inmiddels zo lang geduurd (vanaf 21 september 2010 ruim 18 maanden) dat Soerel bij voortzetting van de voorlopige hechtenis langer van zijn vrijheid beroofd zou blijven dan de duur van een hem hiervoor eventueel op te leggen straf.

Onder toepassing van artikel 67a, lid 3, van het Wetboek van Strafvordering dient de rechtbank ook voor deze feiten de voorlopige hechtenis op te heffen.

Ten overvloede
Wat hiervoor is overwogen vormt de kern van het oordeel van de rechtbank, zonder dat volledigheid is nagestreefd. De rechtbank heeft zich in deze beslissing niet uitgelaten over de rechtmatigheid van de deal die met de getuige La Serpe is gesloten. Ook heeft de rechtbank zich niet uitgesproken over de getuigen-beschermingsperikelen. Ten slotte zal de rechtbank zich pas bij eindvonnis uitspreken over de geloofwaardigheid van de verklaringen van La Serpe.

Beslissing rechtbank:

- Heft op de voorlopige hechtenis van Dino Soerel.

*

Meteen na de uitspraak omhelsde Dino Soerel zijn raadsman Nico Meijering. Soerel lachte zichtbaar opgelucht en zwaaide vervolgens naar de aanwezige familie en vrienden op de tribune. Mr. Nico Meijering liet kort daarop de aanwezige pers weten 'zo blij te zijn als een kind met deze strakke uitspraak van de Passage-rechtbank'.

Het openbaar ministerie liet bij monde van officier van justitie Mr. Betty Wind weten 'de uitspraak op zakelijke wijze te zullen respecteren'.

Bondtehond

woensdag 11 april 2012

'Ja, en de Staat is gekke Henkie'

Het openbaar ministerie reageerde dinsdag op de stellingen uit de verklaring van Peter La Serpe en de daarop volgende verzoeken die de kroongetuige voorlegde aan de rechtbank. Officier van justitie Mr. Betty Wind maakte het standpunt van het openbaar ministerie duidelijk middels een voorgelezen verklaring. Verder kwamen tijdens het betoog van Mr. Wind aan de orde twee processen-verbaal, een van Mrs. Ton Maan, Sander de Haas en Marjolein Verwiel samen en een van Mr. Sander de Haas alleen. Daarover straks.


Duidelijk wordt dat het zaaks-OM intussen ook helemaal klaar is met de wijze waarop La Serpe het Passageproces keer op keer frustreert en daardoor enorm wist te vertragen. Als La Serpe niet uitkijkt en doorgaat zich telkens opnieuw op glad ijs te begeven, zou het maar zo een keer kunnen gebeuren dat La Serpe binnenkort aan het kortste eind trekt en dat een overeenkomst voorgoed van de baan is. Dan is een som van 1,4 miljoen sowieso niet meer aan de orde en aangezien de kroongetuige zich niet aan de deal heeft gehouden, voelt het OM zich ook niet meer geroepen zijn deel van de deal na te komen. De toegezegde, gehalveerde strafeis dreigt La Serpe aan z'n neus voorbij te gaan. Liever gezegd: Het OM dreigt La Serpe met het verlies van zijn gehalveerde strafeis. La Serpe speelt dus met vuur.

Ovj Mr. Betty Wind: Edelachtbaar College,
Het is vandaag 10 april 2012, de datum waarop wij zouden beginnen met ons requisitoir. Hoe graag hadden we het vandaag als gepland willen hebben over waar het in dit proces werkelijk om draait, de liquidaties en de betrokkenheid daarbij van 11 verdachten. Hoeveel tijd is er al niet gespendeerd aan onderwerpen die feitelijk geheel los van die zaken en die verdenkingen staan. En opnieuw gooit La Serpe roet in het eten van de voortgang. En hóe?


Voordat ik daar nader op inga, wil ik het volgende onder uw aandacht brengen. Als zaaks-OM betreuren wij het diep dat er nog altijd geen overeenstemming is bereikt tussen La Serpe en de Staat over de te treffen beschermingsmaatregelen en dat La Serpe opnieuw de strafzaak als podium voor zijn conflicten kiest. Eerder heeft u zich wel eens hardop afgevraagd waarom ze het bij TGB niet gewoon regelen met La Serpe. Wij kunnen ons voorstellen dat die vraag ook nu bij u is opgekomen. Ik moet u bekennen dat wij er als zaaks-OM aanvankelijk óók zo tegenaan keken en óók die vraag hebben gesteld.

Maar gaandeweg zijn wij tot het inzicht gekomen dat het niet zo eenvoudig ligt. De portefeuille van de TGB-officier is één van de moeilijkste portefeuilles binnen het OM. De strakke kaders en wettelijke uitgangspunten die de staat móet hanteren, botsen bijna per definitie met de verwachtingen en de wensen van getuigen die op beschermingsmaatregelen zijn aangewezen. En dat leidt soms tot botsingen, waarbij de opstelling van de Staat soms door getuigen als rigide wordt ervaren. Tegelijkertijd is ons ook duidelijk geworden dat La Serpe zich in contacten en besprekingen bepaald niet makkelijk en meewerkend heeft opgesteld.

In de loop van ons betoog zal u duidelijk worden waar de twistpunten tussen La Serpe en TGB lagen en liggen en zal u duidelijk worden dat La Serpe eisen stelt die onmogelijk en ontoelaatbaar zijn en waaraan de Staat niet kán en niet wil tegemoetkomen. Daarmee zal ook duidelijk worden waarom er nog altijd geen overeenstemming is bereikt en dat, indien La Serpe niet bereid is concessies te doen, ook nooit overeenstemming zal worden bereikt.


Opnieuw heeft La Serpe er nu in strijd met zijn geheimhoudingsverplichtingen voor gekozen het thema aan te voeren in de strafzaak en hij speelt het op scherp. Daarmee overigens riskerend dat de overeenkomst met TGB wellicht voorgoed van de baan is.

Zijn aantijgingen, onderbouwd met stellingen die deels apert onjuist en voor het overige ongenuanceerd gekleurd zijn, worden ervaren als een ultieme poging zijn zin op gebied van getuigenbescherming door te duwen en als een messteek in de rug. La Serpe meent kennelijk dat hij door deze manier van optreden, waarbij hij medewerkers van TGB Mrs. Verwiel, De Haas en Maan en zaaks-OM, die zich allen voor zijn belangen hebben ingezet, van vreselijke dingen beschuldigt, bij de rechtbank zijn zin kan krijgen om vervolgens weer vrolijk alle medewerking te krijgen van TGB, het College en het zaaks-OM.

La Serpe spreekt in termen van dwang, afpersing, bedreiging en gijzeling. Ik heb al eerder opgemerkt dat waar La Serpe op doelt feitelijk niets anders inhoudt dan dat hij wordt gewezen op de mogelijke consequenties van zijn eigen gedragingen. En als er iemand op een dwingende toer is, is het wel La Serpe zelf. Opnieuw probeert hij de rechtbank en het strafproces als breekijzer in te zeten om zijn zin te krijgen op TGB-gebied. En dat breekijzer, om in die terminologie te blijven, zou dan zodanig verwoestend werk moeten verrichten dat de hele strafzaak daar aan ten onder zal gaan. Daarbij laat hij ook niet na de rechtbank ervan te betichten hem op ongeoorloofde wijze onder druk te hebben gezet. Dit terwijl ook de rechtbank niets anders heeft gedaan dan La Serpe wijzen op de realiteit: de eerdere tussenbeslissing en de fase waarin het proces verkeerde.

La Serpe denkt mischien dat hij alles bij elkaar genomen een verhaal en een punt heeft, maar feitelijk blijft er niets over en is er geen enkele aanleiding tot nader onderzoek waarom hij vraagt. Feitelijk is dit hele incident zonde van de tijd die het heeft gekost. Een bijkomend effect is dat, omdat nu werkelijk de integriteit van de opsporing door toedoen van La Serpe in het geding is, de collega's betrokken bij de getuigenbescherming en het College zich genoodzaakt hebben gezien meer openheid te geven over de afspraken met La Serpe die de staat voor ogen stonden. Daarover zo meer. Ik gebruik niet zomaar de verleden tijd, omdat het nog maar de vraag is of het ooit nog tot wederzijdse instemming over een beschermingsprogramma zal kunnen komen.

La Serpe speelt het dus op scherp. En dit alles in plaats van te doen waartoe hij zich in de OM-deal heeft verbonden: verklaren over de liquidaties en verdachten, waar de deal op ziet, zo vaak en zo lang nodig is. La Serpe heeft immers, zoals hij dat noemt, zijn verklaringen weer eens opgeschort. En dat op een moment dat de vragenrondes op een haar na zijn afgerond. Alle raadslieden hebben hun vragen gesteld, zelfs Mr. Meijering had geen vragen meer, maar Soerel heeft aangegeven nog wel een paar vragen te hebben en ook het OM heeft er naar aanleiding van recente ontwikkelingen nog één. Dat brengt mij tot het volgende.

Tot zover de inleiding van het betoog van Mr. Wind. De officier gaat in haar betoog o.a. in op de stellingen die La Serpe op 29 Maart. Het gaat te ver om alle reacties op deze stellingen apart te omschrijven, wel zal ik de twee eerdergenoemde en bij het voorgedragen betoog van Mr.Wind gevoegde processen-verbaal inscannen en hier publiceren. Het OM was zo vriendelijk exemplaren beschikbaar te stellen voor de aanwezige media.

De toegezegde strafeis
Mr. Wind stelt in dit hoofdstuk dat La Serpe er ernstig rekening mee moet houden dat hij niet op 1 juni, zoals hij meldde in zijn verklaring van 29 maart, op vrije voeten zal worden gesteld omdat dan zijn VI-datum zou zijn. 'VI-datum'is volgens de officier in dit verband een onjuiste term en het zou gaan om een mogelijk art 67a lid 3 moment. Het betreft het moment waarop La Serpe zijn netto straf zou hebben uitgezeten indien de in de OM-deal toegezegde 8 jaar gevangenisstraf als uitgangspunt zou worden genomen. Maar, zo zegt Mr.Wind, die deal is een afspraak tussen twee partijen, waarbij partijen over en weer verplichtingen op zich hebben genomen. La Serpe houdt zich op dit moment, nu hij zijn verklaringen heeft 'opgeschort', opnieuw niet aan zijn deel van de overeenkomst en doet dat naar het oordeel van het OM zonder legitieme grond.

Mr. Wind: Wij stellen ons op het standpunt dat La Serpe ten onrechte meent zich niet aan zijn verplichtingen tot verklaren te hoeven houden en stellen vast dat hij daarmee in overtreding is. Vermeld moet worden dat La Serpe jarenlang, op een aantal momenten waarop hij ook stelde onenigheid met TGB te hebben na, zijn medwerking heeft verleend door duizenden vragen te beantwoorden. Maar nu 'as we speak' zich ten onrechte niet houdt aan zijn deel van de OM-deal, moet hij er ernstig rekening mee houden dat het zaaks-OM hem niet actief op 1 juni op vrije voeten zal stellen of een opheffingsverzoek aan de rechtbank van hemzelf zal ondersteunen. Er kan dan immers alle reden zijn om niet de (volledige) toegezegde strafkorting als uitgangspunt te nemen. Het OM blijft zichzelf graag serieus nemen en acht zich aan deze toezegging slechts gebonden indien en voor zover La serpe zich houdt aan zijn deel van de afspraak.

Één vraag die ik (mezelf) stelde in dit verslag wordt hier vervolgens beantwoord door Mr. Wind.
Quote: 'Persoonlijk lijkt het mij sterk, in het geval er in eerste aanleg daadwerkelijk veroordelingen uit zouden komen na bijna 4 jaar liquidatieproces, dat er geen Hoger beroep ingesteld zou worden door de mogelijke veroordeelden en hun verdediging. En hoe zit het dán met de kroongetuige? Is een kroongetuige wederom nodig in Hoger beroep?'

Mr. Wind: En áls La Serpe al voor het vonnis van de rechtbank op vrije voeten zou worden gesteld, zal hij zich niettemin beschikbaar moeten houden voor het afleggen van verklaringen. Er is al uitzonderlijk veel van hem gevraagd, mischien, hoewel wij nooit de indruk hebben gekregen dat hij met tegenzin getuigde, wel onmenselijk veel. Maar hij zal zich niettemin ook in de fase van Hoger beroep moeten houden aan de verplichtingen die hij in de OM-deal is aangegaan, wil hij bereiken dat hij de toegezegde strafkorting ook in die fase verdiend. We moeten er rekening mee houden dat het Hof La Serpe tenminste één keer zelf in de ogen zal willen kijken en hem als getuige zal willen horen. Dat zal, indien hij op vrije voeten is, wat voeten in aarde hebben en voor hemzelf in die fase niet makkelijk zijn, maar dat zij zo. Dat dit proces zoveel vertraging heeft opgelopen en dus zelfs op dat mogelijke 67a lid 3-moment nog niet is afgerond, is beslist niet alleen, maar wel mede en zelfs in aanzienelijke mate te wijten aan de opstelling van La Serpe.

De stellingen van La Serpe
Uitgebreid gaat het OM in op de stellingen van La Serpe. Maar eerst stelt men zich de vraag: Waarom nu? De 27 A4-tjes.

De vraag die volgens het OM aandient, is waarom La Serpe pas op zo'n laat moment, op de zittingsdag die de laatste voor het requisitoir zou zijn, met de stellingen komt. Mrs. De Haas en Verwiel zeggen dat nagenoeg alle geuitte beschuldigingen ook al voorkwamen in de 27 A4-tjes die La Serpe in oktober vorig jaar had willen inbrengen. Ook toen zou er sprake zijn van dwang, afpersing en bedreigingen door De Haas, die hem zou hebben verboden het stuk in te brengen. In plaats van de 27A4-tjes kwam La Serpe met zijn reeks 'herinneringen'.

Mr. Wind: Van een verbod op het voorlezen van zijn verklaring of van bedreiging is volgens het OM geen sprake geweest. La Serpe is wel gewezen op mogelijke consequenties en nadat La Serpe kennelijk doelbewust de integriteit van de opsporing in diskrediet wilde brengen, heeft men hem meermalen voorgehouden dat er slechts constructief vervolgoverleg over de invulling van de zorgplicht door de overheid kan plaatsvinden indien er enige vertrouwensbasis tussen partijen is. Een dergelijke vertrouwensbasis komt te ontvallen indien La Serpe er toe overgaat (in de strafzaak) valselijke beschuldigingen te uiten aan het adres van het OM en daarmee doelbewust de integriteit van de opsporing/het OM in diskrediet brengt. Overigens heeft Mr. Marjolein Verwiel La Serpe slechts verboden 2 onderdelen uit de 27 A4-tjes niet in te brengen, tezamen slechts 1 A4-tje. Toch koos La Serpe ervoor dit stuk in het geheel niet in te brengen.

La Serpe heeft gezegd dat hij zijn betoog niet kon houden op het moment dat de rechtbank daarop aandrong, begin maart van dit jaar, omdat zijn aanverwant op het punt stond civiel te gaan procederen. Maar wij zien niet waarom specifie dát een beletsel zou moeten zijn voor het voeren van zijn betoog. Uit deze opstelling kan niet anders dan worden geconcludeerd dat La Serpe opnieuw de strafzaak als breekijzer wil gebruiken op het moment dat andere kanalen hem niet brengen wat hij wil.

La Serpe heeft er dus onnodig en doelbewust voor gekozen pas op 29 maart met zijn beschuldigingen en verzoeken te komen. Dat maakt dat die verzoeken, zo er al enige grond voor toewijzing zou kunnen zijn, ten volle moeten worden beoordeeld op basis van het door de rechtbank aangelegde strenge toetsingskader.

Mr. Betty Wind: In reactie op het betoog van La Serpe hebben Mrs. Ton Maan, Sander de Haas en Marjolein Verwiel een proces-verbaal opgemaakt. TGB en het College voelen zich genoodzaakt te reageren op de aantijgingen van La Serpe omdat door zijn toedoen de integriteit van opsporing in het algemeen en van het middel van getuigenbescherming in het bijzonder in het geding is. In dit op 6 april opgemaakte PV wordt ingegaan op de met La Serpe gevoerde besprekingen, door La Serpe gestelde eisen en voorwaarden waaraan de Staat vasthoudt en de twistpunten tussen La Serpe en de Staat. In dit PV wordt tevens ingegaan op de NOS-berichtgeving rondom de 1,4 miljoen euro.

Proces verbaal Mrs. Maan, De Haas en Verwiel

Mr. Sander de Haas reageert op enkele stellingen van La Serpe waarbij De Haas een rol zou hebben gespeeld, o.a. de beschuldiging waarbij De Haas kroongetuige La Serpe een half jaar gratie zou hebben geboden in ruil voor de Holleeder-verklaringen.

Proces verbaal officier van justitie Mr. Sander de Haas.

Mr. Betty Wind: Conclusie: Zoals aan het begin van mijn betoog al verwoord: La Serpe dacht alles bij elkaar mischien een verhaal en een punt te hebben, maar feitelijk blijft er van al zijn stellingen niets over. Een situatie als geschetst in het criterium dat door de rechtbank in april 2010 is geformuleerd, is niet aan de orde. Er is dan ook geen enkele grond de verzoeken tot nader onderzoeken te honoreren. En zo dat al anders zou zijn, halen deze verzoeken van La Serpe, die onnodig pas op een zo laat moment zijn gedaan, niet de lat van het strenge toetsingscriterium dat de rechtbank sinds kort bij alle verzoeken hanteert.

Aan het slot van zijn betoog heeft La Serpe nog gesteld dat alles wat hij had aangevoerd aanleiding zou moeten vormen voor nader onderzoek naar de door TGB opgenomen gesprekken die hij met zijn raadslieden heeft gevoerd. Maar nu er van alles wat hij heeft aangevoerd niets overblijft en hij op dit punt ook geen nader onderbouwing heeft gegeven, moet ook dit verzoek, dat al door de rechtbank memotiveerd is afgewezen, ook nu weer worden afgewezen.


Tot zover de samenvatting van het betoog van Mr. Betty Wind. Natuurlijk ging de officier van justitie van het zaaks-OM veel gedetailleerder in op de stellingen, de beschuldigingen en de zogenoemde 'breekijzers' van La Serpe, maar de boodschap is mijns inziens in deze samenvatting wel redelijk duidelijk geworden. Het OM ontkent alle aantijgingen en heeft La Serpe nog niet laten vallen, maar hij speelt wel met vuur.

Wat vaste procesbezoekers niet helemaal duidelijk is geworden, vernam ik een paar keer in de wachtkamer, hoe het OM die tegenstelling dan ziet tussen aan de ene kant een kroongetuige die nog immer als zeer geloofwaardig wordt gezien en aan de andere kant die opstandige kroongetuige die met allerlei 'valse beschuldigingen' komt waarvan het OM nu zegt dat La Serpe daarmee de waarheid wel erg veel geweld aan doet? Dat die tegengestelde richtingen totaal onduidelijk blijven bij veel mensen staat dus als een paal boven water.

NOS (Robert Bas) noemt het 'Een soort pokerspel tussen het OM en La Serpe'

De verdediging, met name Mrs. Nico Meijering en Sander Janssen, kwam met een fors aantal vragen aan het adres van La Serpe. Daarover later meer. De rechtbank gaat er intussen over beraden en besloot maandag met de vraagstelling van de verdediging mbt La Serpe verder te gaan.

Mr. Nico Meijering merkte naar aanleiding van het artikel 'Noodbrief Remko van Lent' dat verscheen in Vrij Nederland  op dat er gezegd zou zijn dat niet Willem Holleeder en Dino Soerel, maar iemand anders achter bepaalde liquidaties zouden zitten. Dat lijkt nogal ontlastend.

Mr. Meijering: Het OM zegt: 'Het past niet in ons beeld'. Ja, dat zegt het OM aldoor, 'dat het niet in het beeld past', maar dat wil ik graag zelf vaststellen.

De raadsman van Dino Soerel mag/gaat de stukken nu zelf inzien.

*

Iets wat ik persoonlijk nogal opmerkelijk vond tijdens de zitting van dinsdag was een moment waarop Betty Wind vragen beantwoordde over de hoogte van het inkomen van La Serpe in zijn beschermingsprogramma. Of de inkomsten uit het bedrijf dat La Serpe zal gaan opzetten (volgens de overeenkomst op hoofdlijnen) nog worden afgetrokken van het bedrag wat La Serpe is toegezegd, dus de 800.000 in 10 jaar als garantie-inkomen? Dit was overigens op aangeven van Mr. Meijering, aan de jongste rechter.
La Serpe voelde kennelijk nattigheid en voelde zich ook geroepen daar op te reageren.
La Serpe: Ik genereer sowieso geen inkomsten als ik een uitkering heb.
Rechter: Maar u zou een eigen bedrijf gaan kopen...
La Serpe: Maar ik bepaal mijn eigen winst.
Rechter: Wat zegt u?
La Serpe: Ik bepaal mijn eigen winst in dat bedrijf. Ik kan mezelf wel of niet een loon doen toekomen, afhankelijk van wat voor soort bedrijf. Bij een BV is het natuurlijk anders, dan is het verplicht, maar als je een eh..eh...
Rechter: Aah, dat is een kwestie van creatief boekhouden, waarbij je een negatief inkomen genereert zodat je op die manier een uitkering van de Staat krijgt...
La Serpe: Nee, ik heb geen inkomen nodig!
Mr. Betty Wind: Ja, en de staat is gekke Henkie. Die laat zich voor de gek houden...jaha...
La serpe: De staat is het overeengekomen....(stilte)
Lauwaars sloot de discussie hierop af en besloot de vraag maar even te laten voor wat ie was en er op een later moment op terug te komen, maar op de tribune werd intussen hier en daar wat gelachen of er klonken geluiden van verbazing.

La Serpe spreekt hier natuurlijk ook behoorlijk tegen hetgeen het zaaks- en TGB-OM steeds beweren. Het bedrag is niet om lekker aan de rand van het zwembad te luieren in de zon, maar echt bedoeld om een eigen inkomen te generen door middel van het opzetten van een eigen bedrijf. Anders zou die 8 ton natuurlijk verdacht veel weg hebben van een vrij te besteden bedrag zonder verdere verplichtingen. Toch een soort van schenking in ruil voor verklaringen? En dat mag niet had iedereen begepen.  Het laatste woord zal er ongetwijfeld nog niet over gesproken zijn....


Donderdag eerst de beslissing inzake het opheffingsverzoek van Dino Soerel. Maandag verder met de problematiek rondom La Serpe.

Bondtehond

dinsdag 10 april 2012

'Dat is eerlijk gezegd het belangrijkste gedeelte, de verzoeken aan de rechtbank'

Kroongetuige Peter La Serpe legde vorige week aansluitend aan zijn verklaring, een klaagzang gericht tegen het Openbaar Ministerie en Team Getuigen Bescherming (TGB), een serie van in totaal 30 verzoeken op het bordje van de Passage-rechtbank. Deze had u overigens nog tegoed. Het leek mij zinniger daar kort voor of na de zitting van vandaag op terug te komen. In een volgend verslag komen zowel de reactie van het OM als van de verdediging aan de orde.


Vorige week donderdag eindigde La Serpe met een conclusie.

La Serpe: In het begin van dit proces dacht ik dat waarheidsvinding het hoogste doel was, maar als ik bemerk hoeveel direct en indirect betrokkenen alles in het werk stellen om de waarheid niet te willen weten of verborgen proberen te houden, kan ik alleen maar cynisch vaststellen dat waarheidsvinding is verworden tot een opportunistisch begrip dat wordt misbruikt om het eigen belang en het algemene belang te dienen en veilig te stellen. Dank u wel. 

La Serpe: Dat was mijn verklaring. Ik heb 29 verzoeken aan de rechtbank, die zitten daarachter geplakt. Ik weet niet of u wil dat ik die voorlees? Ja? 

Rechtbankvoorzitter Mr. Lauwaars: Zeker. Dat is eerlijk gezegd het belangrijkste gedeelte, de verzoeken aan de rechtbank.

La Serpe stak daarop meteen van wal met zijn verzoeken:

La Serpe: 'De verzoeken:
1/ Het horen van een anonieme bedreigde getuige, bij de rechter-commissaris welliswaar, omdat hij kan mijn verklaringen onderbouwen en bevestigen. (Waarschijnlijk zijn zoon, die hij bescherming geniet van Justitie en waarvan hij zegt dat die ook wordt bedreigd.)

2/ Het horen van Mr. Sander de Haas over het beïnvloeden van mij als verdachte en als getuige en over de dreigementen in de gesprekken met Mr. Richard Korver en de door de staat gebruikte afpersing om mijn verklaringen in de rechtbank te beïnvloeden.

3/ Het horen van Mr. Richard Korver om de rechtbank te informeren over het bedreigen en afpersen door de staat om mijn verklaringen in de rechtbank te beïnvloeden. Hij kan mijn verklaringen van vandaag onderbouwen en bevestigen. En zonodig aanvullen.

4/ Het horen van Henk en Z036 om te horen dat hij twijfelde aan mijn directe betrokkenheid bij Houtman en waarom Henk Z036 heeft tegengehouden om meer kritische vragen te stellen.

5/ Het horen van Henk en Z036 over de gesprekken die hebben plaatsgehad voorafgaand aan de kluiverklaringen-verhoren, gesprekken die tijdens de luch hebben plaasgehad en vragen die werden gesteld over wat ik net had verklaard, mede over de zaak Houtman en de nagesprekken.

6/ Karel en Henk om heb te horen over de gesprekken die hebben plaatsgevonden in de periode ten tijde van de kluisverklaringen in de auto.

7/ Het horen van de tactische rechercheurs Jan en Jimmy om te horen of Jan een opleidingsvriend van Henk is. En wie hen heeft aangestuurd en/of er doorheen ,Sander de Haas en/of Betty Wind, invloed en/of aansturing is uitgeoefend op de verhoren. Met name de tactische verhoren.

8/ Het horen van Sander de Haas, Karel en Henk, Peter van de Brenk over het verhaal met George van Dijk en dat ik daar niets over mocht zeggen en dat zij niet hadden mogen handelen omdat ik niet als informant stond geregisteerd. Over dat ze mij gevraagd hebben dat achter te houden.

9/ Het horen van Sander Janssen over de gemaakte afspraken op de Parnassusweg in 2008 om alle drank uit mijn verklaringen te houden en dat hij dat uit de uitwerkingen van de opnames zou houden. De CIE-opnames.

10/ Het horen van Sander de Haas over de gemaakte side-deal.  (Dat La Serpe zijn Holleeder-verklaringen zou inzetten in ruil voor een half jaar gratie.)

11/ Het horen van Sander de Haas over de gepleegde meineed en het oneigenlijke gebruik van de naam van Mr. Jan-Peter van Schaik, mijn toenmalige advocaat.

12/ Karel, Henk, Peter van de Brenk om heb te horen over de afspraken met mij, waar zaken werden doorgesproken ten tijde van de tactische verhoren door de politie en de RC op de locatie waar ik verblijf en in de bunker, welke zijn vastgelegd door de inrichting waar ik verblijf.

13/ Sander de Haas over de afspraken met mijn waar zaken werden doorgesproken ten tijde van de tactische verhoren bij de politie en de RC op de locatie waar ik verblijf en in de bunker en welke zijn vastgelegd op de PC in de inrichting waar ik verblijf.

14/ Het horen van Betty Wind over de afspraken met mij, waar zaken werden doorgesproken ten tijde van de tactische verhoren door de politie en de RC op de locatie waar ik verblijf.

15/ Het horen van Betty Wind over het gesprek over de hulzen.

16/ Het horen van Betty Wind over de bij haar bekende  dwang die op mij van toepassing was en waarom zij daar niets mee heeft gedaan.

17/ Het horen van Mr. Mark Zandhuis, mijn voormalig advocaat, over dat Betty Wind zijn OM-contact was die invloed heeft uitgeoefend op hem en via hem op mijn verklaringen in de rechtbank.

18/ Opvragen van telecomgegevens van Betty Wind, Mark Zandhuis, Sander de Haas in de periode van 26 april 2010 tot 2 juli 2010 waaruit kan blijken dat er onderling contact is geweest tussen Betty Wind, Mark Zandhuis en Sander de Haas. De officier (Wind) heeft gezegd dat zij mijn voormalig advocaat niet kent, maar door de objectieve telecomgegevens van die periode kan dat worden bevestigd. Desnoods kan de rechter van Passage deze gegevens interpreteren.

19/ Het horen van TGB-officier Verwiel over de door haar gebruikte dwangmethode om mijn verklaringen als verdachte en getuige te beïnvloeden.

20/ Het horen van TGB-chef G1101 over de door hen gebruikte dwangmethode om mijn proceshouding en daarmee mijn verklaringen als verdachte en als getuige te beïnvloeden.

21/ TGB-audio-opnamen van TGB-chef G1101 van een de samenkomst van 18 juni 2010 op de locatie waar ik verblijf door G1101, G1501, G1801 en La Serpe. Hier werd mij op intiminderende wijze medegedeeld dat ik zou worden bestraft voor mijn verklaringen in de rechtbank. Er mocht van G1101 geen wederhoor plaatsvinden en ook mocht ik geen advocaat aanwezig laten zijn. Uit deze opnames blijkt duidelijk de intimiderende werkwijze op mij te dwingen te doen wat gewenst is en zaken achter te houden als Marjolein Verwiel, TGB-chef 1101 en Sander de Haas dat wilden.

22/ Het horen van officier Ton Maan over de door hem gebruikte dwangmethode en de uitspraken om mijn verklaringen als verdachte en getuige te beïvloeden.

23/ Het horen van Mr. Sander de Haas over de door hem gebruikte dwangmethode om mijn verklaringen als verdachte en getuige te beïnvloeden.

24/ Het horen van Ton Maan, Sander de Haas, Marjolein Verwiel en teamchef G1101 over het lekken van de geheime gegevens over mij aan de media om mij onder druk te zetten.

25/ Computergegevens van de overdracht-computer van de mensen die mij beveiligen om de afspraken van de CIE, Sander de Haas en Betty Wind en de samenkomst met G1101 en TGB-medewerkers te bevestigen. Dit zijn objectieve gegevens die mijn aantijgingen onderbouwen.

26/ Opvragen van eventuele registratie bij de voorportier welke personen en wanneer bij mij op bezoek zijn geweest en hoe lang. In de inrichting waar ik verblijf uiteraard.

27/ Opvragen van bezoeksregistratie door politie en justie door TGB, omdat alles via hen loopt, ook bezoeken van politie en justitie.

28/ Verzoek aan de rechtbank om onderzoek te doen naar de samenwerking tussen TGB-OM, CIE-OM en het zaaks-OM om aan te tonen dat sprake is van één traject.

29/ TGB-officier Marjolein Verwiel, TGB-chef G1101, TGB-mederwekers 1501 en 1801 om hen te bevragen over het onrechtmatig opnemen en uitluisteren van geheimhouders-gesprekken tussen mij en mijn civiele advocaat en mij en mijn strafrechtadvocaat in de periode 2 februari 2007 en 1 juli 2010. Met wie zij de informatie hebben gedeeld, wat zij met de informatie hebben gedaan en op welke wijze het TGB-OM het zaaks-OM heeft laten profiteren van deze opgenomen en beluisterde tactische geheimhoudersgesprekken. Door hetgeen ik vandaag heb verklaard is ook duidelijk geworden dat het opnemen van afluisteren van mijn geheimhoudersgesprekken ook meerdere doelen hebben gediend en niet alleen mijn veiligheid. Verder is nu nog meer duidelijk geworden dat sprake is van één traject en samenwerking tussen het TGB-OM, CIE-OM en zaaks-OM dat daarmee de door het TGB opgenomen en beluisterde geheimhoudersgesprekken tussen mij en mijn advocaat mogelijk onderdeel worden van strafvordering en daarmee van schending op dat punt evident is.

30/ Ik wil er nog één verzoek aan toevoegen. Tijdens het lezen bedacht ik dat de rechtbank opdracht kan geven, ik weet niet hoe dat precies in z'n werk gaat, in ieder geval om de 4 opnames uit te laten werken door Mr. Korver en of daar budget voor vrijgemaakt kan worden.

Ik heb nog meer verzoeken aan de rechtbank, maar die kan ik alleen doen nadat de rechtbank heeft besloten wel of niet onderzoek te doen en eventuele getuigen zijn gehoord of nadat ik van Marjolein Verwiel toestemming heb gekregen om openheid te geven over de opnames van afpersing en bedeiging door de staat om mijn strafrechtelijke verdediging en mijn getuigenverklaringen te beïnvloeden. Dank u wel. En dat was mijn verhaal voor vandaag.'

Morgen het vervolg hierop van dinsdag 10 april.

Bondtehond

zaterdag 31 maart 2012

'De staat gijzelt daarmee de waarheid, zodat het zaaks- OM daarvan kan profiteren'

Kroongetuige Peter La Serpe weet het liquidatieproces weer eens op de spits te drijven. Mijn voorgevoel dat we wederom aan de vooravond van een nieuw incident-La Serpe zouden staan, is daarmee wel uitgekomen. En hoe. Ik kan me niet heugen tijdens de afgelopen 4 jaar liquidatieproces dat La Serpe zo dwingend en tegelijkertijd op bijna alle fronten de confrontatie opzocht. Hij lijkt hiermee definitief de stekker uit het Passage-proces te willen trekken. Zo ervaarde de rechtbank het ook. Althans, rechtbankvoorzitter Mr. Lauwaars zei het iets anders. Hij merkte op er even stil van te zijn omdat hij sterk de indruk kreeg dat La Serpe nu toch echt dreigt 'de stop onder het proces uit te trekken'.


Dit was aan het einde van zijn woordenstroom die een klein half uurtje in beslag nam en waarmee La Serpe meteen kenbaar maakte op advies van zijn civiele advocaat Mr. Richard Korver aangifte te willen doen op schrift wegens beïnvloeding van hem als getuige door het OM. (Mr. Korver gaf eerder deze week aan reeds aangifte te hebben gedaan tegen het OM wegens het lekken van vertrouwelijke informatie.) Aan het einde van zijn voorgelezen verklaring diende La Serpe ook nog 29 verzoeken tot nader onderzoek in bij de rechtbank naar de hele gang van zaken.

Voorzitter Mr. Lauwaars opende de zitting zoals gewoonlijk met een planning zoals de rechtbank de dag wilde indelen. Nadat La Serpe het woord zou krijgen wilde de rechtbank verdergaan met het 1,4 miljoen-incident, waartoe Mr. Betty Wind maandag middels de vragen aan TGB-officier Mr. Marjolein Verwiel reeds een voorzet mocht geven van de rechtbank, mits ze de vragen vandaag zou herhalen omdat er een aantal raadslieden toen niet aanwezig waren. Maar eerst liet de rechbank La Serpe dus aan het woord omdat mogelijk delen van de verklaring van La Serpe verband zouden houden met de vragen.

Het is mischien wat handiger als ik gewoon samenvat wat de klachten dit keer zijn van de kroongetuige. Ik zeg u er wel bij, La Serpe praat meestal erg snel en nu las hij ook nog eens een van te voren opgeschreven tekst voor, dus ik hoop dat ik niet veel gemist heb. De 1,4 miljoen-problematiek kom ik later nog op terug.

Kroongetuige Peter La Serpe wil dus aangifte doen wegens beïnvloeding van hemzelf als getuige.
La Serpe: 'Dat blijkt uit:
1/ mijn verklaring van vandaag waarin ik verschillende malen aangeef dat ik word bedreigd en afgeperst door de staat om zaken niet te benoemen in de rechtbank. Zie produkties 1 + 2.
2/ een aanverwant die kan verklaren dat hij en zijn toekomst worden gebruikt om mijn verklaringen in de rechtbank te beïnvloeden
3/ het feit dat mijn aanverwant gisteren nog is benaderd door TGB en hem is verteld dat hij en ik op 1 juni, mijn veronderstelde VI-datum, ergens heengebracht zullen worden en daarna aan ons lot zullen worden overgelaten zonder enige vorm van beveiliging, ook als er geen overeenkomst is gesloten. Dit met als doel mij vandaag het verklaren te laten beletten.
4/ het feit dat ik op straffe van het verliezen van veiligheid in de toekomst voor mijzelf en aanverwanten gedwongen word produkties achter te houden die wel relevant zijn voor de waarheidsvinding in alle strafzaken in dit proces.
5/ het feit dat mijn aanverwant op dit moment veiligheid wordt ontzegd om mij onder druk te zetten en te houden om geen openheid van zaken te geven'.

La Serpe las vervolgens zijn verklaring voor.

Samengevat komt het erop neer dat Peter La Serpe deze verklaring wil afleggen in zijn eigen strafzaak. Hij had al eerder zijn ongenoegen kenbaar gemaakt, maar de rechtbank weigerde er toen iets mee te doen, mede omdat La Serpe zelf geen openheid van zaken wilde geven. Hij vindt dat hij door de rechtbank onder druk is gezet en gedreigd met gijzeling. Hij kon echter niets zeggen omdat een aanverwant op het punt stond civiel te gaan procederen.

Peter La Serpe: Deze aanverwant wordt letterlijk en figuurlijk door de staat gegijzeld met als doel om hem en mij een overeenkomst te laten tekenen met TGB waarbij we straks traceerbaar en volstrekt onveilig zijn en om mij te dwingen geen verdediging te voeren en om de inhoud van mijn getuigenissen te kunnen blijven beïnvloeden. Alles wat ik hier in de rechtszaal doe heeft direct negatieve gevolgen voor hem en andersom. Ik ben door mensen van justitie en politie gevraagd en gedwongen dingen aan te passen en uit de rechtbank weg te houden en daarmee de verdediging op achterstand te zetten en het openbaar ministerie te laten profiteren in de opsporing. Deze aangepaste en achtergehouden zaken zijn relevant voor de waarheidsvinding in mijn zaak, maar ook in de zaken voor alle andere verdachten.

Mijn aanverwanten en ik zijn voor onze veiligheid geheel afhankelijk van de medewerking van de staat. Alle aspecten die nodig zijn voor veiligheid ben ik mee bedreigd te zullen verliezen als ik de rechtbank inlicht en de wil van de staat niet uitvoer. Dit is een van de manieren waarop de staat mijn strafrechtelijke verdediging en de inhoud van mijn verklaringen beïnvloed en afdwingt. Ik had al eerder verklaard dat ik over opnames beschik. Dit zijn opnames met Mr. Sander de Haas, mijn toenmalig advocaat Mr. Zandhuis en mijzelf. Deze opnames zijn mijns inziens zaaksoverscheidend omdat niet alleen TGB-zaken worden besproken, maar ook door officieren valse toezeggingen worden gedaan om mijzelf en anderen te blijven belasten en omdat er ook over andere zaken dan TGB-zaken worden gesproken.

Op de opnames is ook te horen dat er fouten zijn gemaakt, dat Sander de Haas over de aanvallen op mijn persoon praat door Bénédicte Ficq en de verdediging van Dino Soerel. Verder dat Sander de Haas geen beren op de weg ziet die veroordelingen in de weg staat en ook aangeeft dat de verdediging van Jesse doorzichtig is, hij de indruk heeft dat Sander Janssen en Jesse het oneens zijn over de te voeren verdediging. Sander de Haas geeft ook aan dat de door Mr. Ficq opgeroepen getuigen Q5, Patrick de M, John van den Heuvel en dergelijke tot niets zullen leiden. Vervolgens bespreek ik ook kort de zaak Bethlehem met Mr. Sander de Haas, en ook Greg Remmers, Nico Meijering en Jan Hein Kuijpers.

Dit is een korte samenvatting van wat ook op de opnames staat. Deze opnames mag ik niet inbrengen en mag de rechtbank niet toetsen. Marjolein Verwiel heeft mij verboden deze opnames toe te voegen terwijl ze niet eens weet wat op 3 van de 4 opnames te horen is. Produktie 1 is mij verboden toe te voegen, die voeg ik dan ook niet toe. Alleen met schriftelijke toestemming van de staat en de garantie dat mijn aanverwante en ik niet zullen worden gesanctioneerd, zal ik de verboden produkties toevoegen. Dus dat de staat valse toezeggingen heeft gedaan om mij op die manier mijzelf te bewegen te belasten en daarna zijn toezeggingen niet nakomt, kan ik onomstotelijk bewijzen met o.a. verboden produkties 1 + 2, door de opnames met toenmalig Mr. Sander de Haas en de februari 2012 aangeboden overeenkomst, van 15 A4tjes overigens.

La Serpe hield een vrij lang betoog over geheime opnames die hij heeft gemaakt van gesprekken met TGBers. Enkele quotes:

La Serpe: Als na toetsing van de opnames vast zou komen te staan dat de opgenomen toezeggingen vals, onrechtmatig en ontoelaatbaar zijn, dan zou dat gevolgen kunnen hebben voor de waarde van mijn verklaringen en de bruikbaarheid daarvan  voor het bewijs in mijn zaak en de zaken van alle andere verdachten. 

Ik ben bereid vier opnames, plusminus 7 uur aan audio en de in februari aangeboden overeenkomst, uitgewerkt uiteraard, en door mij geweigerd, toe te voegen aan het dossier. Uiteraard alleen als Marjolein Verwiel daar toestemming voor geeft.

La Serpe meent dat als de rechtbank zou verbieden de opnames te voegen en hij niet de garantie zou krijgen dat zijn aanverwanten en hijzelf niet worden gesanctioneerd, de staat niet alleen zijn strafrechtelijke verdediging Art. 6 EVRM en zijn getuigenissen aan banden legt, maar ook die van de andere verdachten, als de rechtbank de waarheden niet tracht te achterhalen door o.a. te verbieden de rechtmatigheid van de gedane toezeggingen te toetsen en de andere 'zaaksoverschreidende' zaken kenbaar te maken. 'De staat gijzelt daarmee de waarheid zodat het zaaks-OM daar van kan profiteren', aldus La Serpe.

Losse quotes die ik verder nog heb kunnen noteren:

Er is al sprake van valse toezeggingen in de voorfase van het proces en van vóór het tekenen van de kluisverklaringen.

Uit de bijgevoegde produktie van het gespreksverslag van Mr. Korver blijkt dat Mr. Sander de Haas mij heeft laten weten dat een deal met TGB van de baan is als ik mijn 27 A4tjes niet van tafel hou. 

Mr. Korver vertelde onze TGB gesprekspartners Mr. Ton Maan en Mr. Sander de Haas dat hij naar de civiele rechter zou stappen om de onrechtmatige situatie aan de kaak te stellen van mijn aanverwant en er zo voor zou zorgen dat de door de staat gebruikte dwangmethode om hun belangen te verdedigen op zou houden. Als reactie deed Mr.Ton Maan de volgende uitspraak:'Als U, Mr. Korver, naar de civiele rechter gaat en deze situatie aan de kaak stelt, zorgen wij ervoor dat er een dreigingsanalyse komt waaruit blijkt dat de aanverwant van La Serpe geen gevaar loopt, waarna hij met een treinkaartje terug naar huis wordt gestuurd'

In februari en maart jl. heeft Mr. Sander de Haas nog eens aan mijn civiel advocaat duidelijk gemaakt dat mijn toekomst in ieder geval permanent beschadigd zou raken als hij zich bij de civiele rechter zou beklagen over het door de staat gevoerde beleid. Dit zijn de door de staat verachtelijke methodes die achter gesloten deuren plaatsvinden om mijn verklaringen in de rechtszaal te manipuleren. Niets magistratelijk en niets fatsoenlijks.

De staat heeft door geheime zaken aan de media te lekken haar ambtsgeheim geschonden en mijn veiligheid en de veiligheid van mijn aanverwante geweld aangedaan. De staat probeert met oneigenlijke middelen vooruit te verdedigen en zo de publieke opinie te beïnvloeden en mijn aanverwant en mij nog verder te beschadigen.

De bronnen van dwang en onrechtmatig handelen van politie en justitie om mijn verklaringen in de rechtbank te beïnvloeden liggen grotendeels bij het TGB en CIE, maar het is het zaaks-OM dat profiteert van het onrechtmatig handelen van hun collega's bij het 'één en ondeelbare' openbaar ministerie. De gebruikte dwangmethode om mijn getuigenverklaringen en mijn strafrechtelijke verdediging te manipuleren en te beïnvloeden zijn onderdeel van mijn strafrechtelijke verdediging en zouden daarom onderzocht moeten kunnen worden.

Als het klopt wat ik hier vertel, is het evident van invloed op het oordeel van de rechtbank in mijn strafzaak en in de strafzaken van alle anderen en als het niet klopt wat ik vertel, dan zou ik hebben gelogen en zou dat van invloed kunnen zijn op mijn betrouwbaarheid als getuige en daarmee voor de bruikbaarheid en de waarde van het bewijs.

Ik zal aanvullend in beperkte vorm meerder achtergehouden zaken aan de rechtbank kenbaar maken om mijn aantijgingen te onderbouwen. Ik heb geen advocaat en moet nu zelf een afweging maken tussen mijn recht als verdachte volgens Art. 6 EVRM en mijn civiele plicht als getuige om zaken geheim te houden.

De zaken die ik gevraagd en gedwongen ben achter te houden zijn onder andere de volgende :
1/ De CIE twijfelde sterk aan mijn directe betrokkenheid bij de liquidatie van Kees Houtman. In de kluisverklaringen wilde Z036 verschillende malen ingrijpen en aan de orde stellen dat wat ik vertelde niet kon kloppen, maar werd teruggefloten door Henk. Ook in het gesprek tijdens de lunch tussen Z036, mij en Henk geloofde Z036 niet dat ik direct betrokken was bij de liquidatie van Kees Houtman.

2/ Voorafgaand aan alle kluisverhoren spraken de CIE en ik ongeveer een uur in de auto als ze mij ophaalden in Friesland om naar Groningen te rijden. Daar hebben alle verhoren plaatsgevonden. Tijdens de lunch, als de opnameapparatuur uitstond, spraken we gewoon door en na de verhoren spraken we weer een uur in de auto.

3/ Ik heb een sidedeal gesloten. Ik noem het een sidedeal, ik wist geen Nederlands woord daarvoor te bedenken. Ik heb een sidedeal gesloten met Sander de Haas: 6 maanden gratie voor de Holleeder-verklaringen. 

4/ Meineed Sander de Haas. Sander de Haas heeft hier in de rechtbank onder ede verklaard dat ik via Mr. Van Schaik contact met hem had opgenomen om te vragen of ik in strijd met de OM-deal zou handelen als ik de Holleeder-verklaringen alsnog af zou leggen. Dat is gelogen. Verklaring bijgevoegd van Mr. Van Schaik, die was toen verbijsterd toen hij het hoorde. Hij gebruikte nl de naam van Van Schaik.

5/ Er is aanzienelijk meer drank gedronken door mij en de CIE en aanzienelijk meer hasj gerookt dan tot nu toe bekend is in het dossier. Henk heeft mij gevraagd de hasj in relatie tot de CIE niet te benoemen en in 2008 heb ik met Sander de Haas de afspraak gemaakt op de Parnassusweg om de drank uit mijn verklaringen te houden en dan zou hij het uit de uitwerkingen van de CIE-opnames houden. De staat heeft een eigen verantwoordelijkheid in de wijze waarop zij kroongetuigen die onder hun hoede zijn werven en warmhouden en mijns inziens hebben zij met het toestaan en faciliteren van drank en drugs en mij te vragen dit uit de rechtbank weg te houden grenzen overschreden.

6/ Mij is in de ochtend voor ik de kluisverklaringen zou tekenen en waarna ik werd aangehouden door Henk verteld dat ik mij niet druk hoefde te maken over de tactische verhoren omdat Jan, de verhorende rechercheur, een schoolvriend was van Henk. De verhorende rechercheur bleek inderdaad Jan te heten. Ik begreep daaruit dat de regie van de tactische verhoren bij de CIE lag.

7/ Er zijn meerdere bezoeken geweest van de CIE, Karel, Henk en Peter van de Brenk in het eerste jaar op de locatie waar ik verbleef. We spraken dan alle getuigenverhoren van de CIE door, hoe het ging en wat ik te verwachten had en hoe te reageren op aanvallen door de verdediging.

8/ Karel en Peter van de Brenk zijn ook samen geweest om mij te waarschuwen dat de advocaten van plan waren om mij aan te vallen over Kees Houtman door het verhaal om te draaien, ik de Glock en Jesse de Kalashnikov. Dit was juni 2007. We hebben meerdere uren gesproken.  Mij werd gezegd dat niemand mocht weten dat zij bij me waren geweest. Ze zeiden dat ze zonder te legitimeren binnen waren gekomen wat ik overigens betwijfel omdat bij het TGB hun identiteit zeker bekend zou zijn en afspraken in ieder geval geregistreerd staan in de computer van de mensen die mij beveiligen.

9/ Op één van de keren dat Sander de Haas, Peter van de Brenk en mijn toenmalige advocaat er waren is mij ook verteld dat Mr. Meijering mij zou gaan horen over de moord op Gerrie Bethlehem. Ik vroeg me toen af of zij het kantoor van Mr. Meijering tapten, want hoe konden zij het anders allemaal weten. Dit was september 2007.

10/ Er zijn meerdere bezoeken geweest van Mr. Sander de Haas en de CIE en twee keer met Betty Wind in het eerste jaar op de locatie waar ik verblijf om de zaken en de voortgang door te spreken. Ook om mij te vragen om de Holleeder-verklaringen in te brengen.

11/ Ook in de Bunker is de CIE verschillende malen bij mij op bezoek geweest, voor en na de RC-verhoren. Wij bespraken dan wat er komen ging en wat er die dag langs was gekomen. Verder wat te verwachten, hoe te antwoorden als ik het moeilijk kreeg en wat te benoemen en wat niet.

12/ Één van de dingen die ik van hen niet mocht benoemen was dat ik na mijn bezoek aan Fred Ros had gebeld met Karel en Henk en ook over de moord op George van Dijk had verteld. Dit kon beter niet in de openbaarheid komen omdat ik toen nog niet als informant geregistreerd was en zij dus nog geen actie hadden  mogen ondernemen.

13/ Voorafgaand aan het verhoor over de hulzen heb ik met Betty Wind een gesprek hieromtrent gevoerd. Ik heb toen gehoord dat er geen Kalashnikov hulzen gevonden waren en dat ik ze nooit geraapt zou kunnen hebben omdat er een onderzoek was geweest waaruit bleek dat de hulzen zo ver wegsprongen waardoor het zeer onwaarschijnlijk was dat ik ze geraapt had. Mijn is toen ook de vraag gesteld of ik geen hulzenzakje had gebruikt. Ik zou erover nadenken. Na aanleiding van een opmerking van mij in mijn verklaring over dat ik gehoord had dat er geen hulzen waren gevonden, heeft Betty Wind gezegd dat zij degene was die mij dit had verteld. Een zitting later trok zij dat weer in en ontkende ze dat zij het was die mij had geïnformeerd.

14/ Betty Wind wist en weet dat ik ben bedreigd en afgeperst en weet ook op welke wijze ik gedwongen word geen verdediging te voeren. Dit is haar verteld door mij en Mr. Van Schaik. Ik vind het nogal onvoorstelbaar dat het openbaar ministerie ondanks die wetenschap gewoon doorgaat met het vervolgen van mijn persoon. De staat heeft op een schaamteloze manier misbruik gemaakt van zijn machtspositie door de gebruikte dwangmiddelen en het geheime karakter van de CIE- en TGB-organisatie. Door mijn volledige afhankelijke positie heeft dit plaats kunnen vinden en zou dit door de rechtbank moeten worden getoetst.

Mijn verklaringen en mijn beschuldigingen van onrechtmatig handelen door politie en justitie, de door mij benoemde achtergehouden zaken, de bijgevoegde produkties en alle eerdere door mij afgelegde verklaringen dat sprake is van één traject en van onrechtmatig handelen door politie en justitie zouden voldoende moeten zijn om tegemoet te komen aan de eis van de rechtbank dat er een begin van aannemelijkheid moet zijn om onderzoek naar de bronnen van dwang en werkwijze van TGB en de CIE te kunnen rechtvaardigen.

Het evidente belang voor de waarheidsvinding om het onrechtmatig handelen van de staat in de totstandkoming van mijn verklaringen of de totstandkoming van het gedwongen achterhouden van mijn verklaringen te kunnen toetsen. Het is mijns inziens essentieel om te kunnen oordelen over de waarde en de bruikbaarheid van mijn verklaringen voor het bewijs in mijn strafzaak en in de strafzaken van de anderen.

Tevens is relevant niet alleen dat de rechtbank weet dat en waarom er aanpassingen in mijn verklaringen zitten, maar ook waar er sprake is van aangepaste verklaringen om de waarde van deze verklaringen te kunnen beoordelen en daarmee de bruikbaarheid voor het bewijs.

Als bekend wordt wat er achter gesloten deuren allemaal is gebeurd, zou het mij niets verbazen als Jesse, Moppie, Ali, Dino en Sjaak allemaal in vrijheid worden gesteld.

Als de rechtbank nu nog steeds van mening is dat er alleen onderzoek gedaan kan worden als ik eerst allen verboden van de staat overtreedt en daarmee volledig mijn civiele positie opoffer en daarmee de veiligheid van mijn aanverwant en mijzelf opoffer, dan wordt daarmee de staat de hand boven het hoofd gehouden.

Ik word niet alleen als verdachte, maar ook als getuige beïnvloed. Dit is volgens de wet strafbaar. Als de rechtbank desondanks ervoor kiest geen onderzoek te gelasten, dan verkiest de rechtbank esthethiek boven het vinden van de waarheid. Er wordt daarmee iets wat krom is als een hoepel rechtgebogen. Desondanks acht ik het van belang dat de rechtbank op de hoogte is van het feit dat er van een eerlijk proces van deze verdachte en van een vrije wil van deze kroongetuige al lang geen sprake meer is.

Nog een opmerking naar het openbaar ministerie. Mocht u overwegen mij aan te spreken op dat ik mijn verplichtingen met betrekking tot de OM-deal zou hebben verzaakt of geschonden, wil ik benadrukken dat politie en justitie mij hebben verzocht en gedwongen om de vertelde zaken achter te houden en aan te passen.

Verder hebben politie en justitie en zo'n beetje alle bij de OM-deal en TGB-deal betrokken poltie-agenten, officieren en TGB-mensen mij bedreigd en afgeperst om mijn verklaringen als verdachte en als getuige te beïnvloeden in het voordeel van het zaaks-OM.

Dit alles nog los van het feit dat Mr. Van Schaik en ik Betty Wind hebben ingelicht over door de staat gebruikte dwang om mijn verklaringen te beínvloeden en ik meerdere malen in de rechtbank heb gemeld dat ik word bedreigd om geen verdediging te voeren en geen verklaringen af te leggen.

Als het openbaar ministerie mij desondanks toch wil vervolgen, juich ik dat toe omdat dat ontegenzeggelijk zou moeten leiden tot een onderzoek naar de bedreigingen en afpersingen door de staat door wie ik gedwongen ben zaken achter te houden en aan te passen waardoor de waarheid op die manier op tafel komt. Hetzelfde zou moeten gelden voor een eventuele beoordeling van de rechtbank of ik de OM-deal wel ben nagekomen of dat ik rechtens mijn verklaringen de bereidheid tot verklaren heb opgeschort.

Dit oordeel zou de rechtbank alleen kunnen geven als onderzoek is gedaan naar het onrechtmatig handelen van de staat waardoor ik gedwongen ben te handelen zoals ik heb gedaan en doe en als mij wordt toegestaan de bewijzen te leveren dat het TGB-traject aantoonbaar onveilig is en het daarom ondoenelijk is om door te gaan met getuigen.

Als wat ik zeg klopt, dan zou dat bij de rechtbank tot een andere conclusie moeten leiden dan wanneer de afpersing en de dwang niet heeft plaatsgevonden en het TGB-traject veilig zou zijn. Zelfs de hoofdofficier van TGB en het college zijn op de hoogte dat ik in opdracht en onder dwang van politie en justitie zaken achterhou om het zaaks-OM te laten profiteren in het vervolgen van de verdachten.

Officier Betty Wind heeft gezegd dat mijn rechten volgens Art 6. EVRM onder omstandigheden zwaarder wegen dan de civiele verplichting tot geheimhouding, maar ik heb de overtuiging dat Marjolein Verwiel zich daar niets van aantrekt. Dat kan zij ook rustig doen omdat ik achter gesloten deuren geen fatsoenlijke rechtsbescherming geniet.

Ik vind dat de geheimhouding van TGB niet zou moeten gelden om het onrechtmatig handelen van de staat geheim te houden om zo het zaaks-OM te laten profiteren en ook niet als ik daartoe mijzelf niet afdoende kan verdedigen en daarmee de waarheidsvinding geweld wordt aangedaan. Het gevoerde wanbeleid van TGB en alles wat er achter gesloten deuren is gebeurd, is relevant voor de waarheidsvinding en moet daardoor door de rechtbank kunnen worden getoetst.

In het begin van dit proces dacht ik dat waarheidsvinding het hoogste doel was, maar als ik bemerk hoeveel direct en indirect betrokkenen alles in het werk stellen om de waarheid niet te willen weten of verborgen proberen te houden, kan ik alleen maar cynisch vaststellen dat waarheidsvinding is verworden tot een opportunistisch begrip dat wordt misbruikt om het eigen belang en het algemene belang te dienen en veilig te stellen. Dank u wel.

Vervolgens las Peter La Serpe 29 verzoeken voor aan de rechtbank. Kom ik later op terug.

Het was volgens Lauwaars 'illusoir' om te denken dat het requisitoir dinsdag 10 april nog doorgang zou kunnen vinden nu er inmiddels weer zoveel staat te gebeuren ivm met deze laatste incidenten. Reacties van het OM, de verdediging en de rechtbank zelf natuurlijk komen later aan de orde.

Het proces gaat na de pasen op 10 april verder.

Bondtehond

dinsdag 27 maart 2012

OM de indruk gewekt: 'Hier heb je een zak met geld en verder zoek je het maar uit'

Maandag kregen het openbaar ministerie en de verdediging van Dino Soerel gelegenheid om de conclusies van repliek en dupliek naar voren te brengen in verband met het opheffingsverzoek voorlopige hechtenis in de zaak van Dino Soerel. In een zeer gedetailleerd betoog dat twee volle procesdagen duurde, zette Mr. Nico Meijering voor de rechtbank uiteen waarom de raadsman meent dat cliënt Dino Soerel ten onrechte in voorlopige hechtenis zit. De reactie daarop van het openbaar ministerie in twee delen was minder uitgebreid en duurde bij elkaar ongeveer één volle procesdag.


Inhoudelijk ingaan op hetgeen door beide procespartijen is betoogd, zal ik dit keer niet doen, ook mede gezien we al vlak voor het requisitoir van het OM en de pleidooien van de verdediging zitten op het rechtbankschema. Het enorme betoog van Mr. Nico Meijering wordt door de rechtbank, zo merkte de voorzitter Mr. Lauwaars een keer op maandag, min of meer gezien als het volledige eindpleidooi in de zaak tegen Dino Soerel. Mocht dat toch niet zo zijn, want niemand weet in feite precies wat de verdediging van Soerel en de ook de andere verdachten nog in petto heeft, vast staat wel dat de eindpleidooien niet gering in omvang zullen worden. Een rechtbank heeft daar wel enigzins ideeën over natuurlijk, en gezien de enorme feitenkennis die deze 3-koppige rechtbank heeft opgedaan afgelopen jaren, kun je wel zeggen dat Lauwaars er waarschijnlijk niet ver naast zal zitten. Daar is de beste man te ervaren voor. We zullen het zien aankomende maanden.

Veel niet-procesdeelnemers, behorende tot het grote publiek zeg maar, zijn de draad allang kwijtgeraakt, is een regelmatig gehoorde klacht. Er is ondertussen ook wel een zeer ingewikkeld juridisch steekspel ontstaan op grond van de verklaringen van maar één kroongetuige, Peter La Serpe. De zaken waarover de kroongetuige verklaarde, sinds hij zijn handtekening plaatste onder zijn OM-deal in februari 2007, zijn stuk voor stuk ernstige liquidatiezaken, dat zal niemand ontkennen. Echter soms kreeg je tijdens het Passageproces het gevoel dat het behandelen van de moordzaken wel eens op een tweede plan kwam te staan en er allerlei zaken die speelden, waaronder een aantal incidenten-La Serpe, waarbij de kroongetuige z'n kont weer eens tegen de krib gooide, de overhand leken te krijgen. Een moment waarop het Passageproces over een relatief korte periode afgesloten kan worden, zoals nu dus, leek vaak ver te zoeken.

Op dit moment, als de voortekenen me tenminste niet bedriegen, staan we wederom aan de vooravond van een volgend incident-La Serpe. Donderdag komt Peter La Serpe kennelijk met een verklaring die hij als zijn eigen verdediging, maar wel met behulp van zijn civiele advocaat Mr. Richard Korver, heeft opgesteld en gaat voordragen voor de Passage-rechtbank in de Bunker. De kroongetuige is allerminst te spreken over het feit dat vertrouwelijke stukken zijn gelekt en dat de NOS daar kennelijk over kon/kan beschikken. Er zou inmiddels aangifte zijn gedaan door Mr. Korver tegen het OM wegens lekken van vertrouwelijke informatie. Volgens de advocaat is met het naar buiten komen van deze informatie het ambtsgeheim geschonden. De raadsman van La Serpe wil nu dat er een onderzoek komt naar het lek.

Voorspellen wat we donderdag precies kunnen verwachten is koffiedik kijken. Dat is met deze kroongetuige altijd een verrassing. Dat het OM met deze kwestie in de maag zit moge blijken uit het korte betoog dat officier van justitie Mr. Betty Wind verzocht aan de rechtbank te mogen voordragen bij aanvang van de zitting maandagochtend. Het downplayen lijkt weer in alle hevigheid te zijn losgebarsten. De rechters van het Passage-proces zijn natuurlijk ook niet dom en lieten er geen misverstand over bestaan dat hetgeen Mr. Betty Wind ter berde bracht vorige week donderdag hen onbevredigend in de oren klonk nu het bedrag van 1,4 miljoen dat La Serpe gaat beuren definitief op straat is komen te liggen, met daarnaast zijn eis voor nog eens 2,3 miljoen wegens gederfde levensvreugde vanwege zijn lange verblijf in eenzame opsluiting...

Maar nee, Peter krijgt eigenlijk niks voor zijn verklaringen als je goed nagaat, want betalen doet het OM niet voor verklaringen, zegt men. Alleen een andere stukje van het (één en ondeelbare) OM, het TGB-OM, geeft wel 1,4 miljoen om La Serpe zijn eigen veiligheid te laten regelen. En dat is nou eenmaal zo duur, aldus het OM.

Peter mag het ook nog eens allemaal zelf regelen. Das lekker, zal menig crimineel nu denken. Zeker als je in een tropisch land als Thailand, of bv Hong Kong zoals Mr. Marnix van der Werf als voorbeeld stelde, zou gaan wonen waar een modaal jaarinkomen 20.000 euro bedraagt. In Nederland ligt een modaal inkomen op ongeveer 33.000. Ter vergelijking: La Serpe ontvangt 800.000 in de eerste 10 jaar, naast een lening van 600.000 die hij pas over 25 jaar renteloos hoeft terug te betalen.

Het is niet de bedoeling dat de kroongetuige als een pasja in Perzië gaat leven, zei officier van justitie Mr. Wind tijdens de zitting. Maar ja, in een of ander tropisch land ergens op de wereld in een zwaar beveiligde villa met zwembad van 200.000 wat dat doorgaans in die landen ongeveer kost en een toelage van 70.000 per jaar (meer dan 2x modaal), is ook niet mis natuurlijk, zei Mr. Van der Werf. Eigenlijk zou je die dingen niet moeten willen weten, probeerde Mr. Wind nog tegen de rechtbank, want dit valt onder getuigenbescherming en dat is geheim. Maar dat soort tegenwerpingen vonden de leden van de rechtbank dus nogal 'onbevredigend' nu het bedrag op straat ligt, liet men de officier weten.

Mr. Lauwaars merkte donderdag zelfs op richting de leden het openbaar ministerie: 'U heeft toch op z'n minst de indruk gewekt dat u zegt: Hier heb je een zak met geld en verder zoek je het maar uit'.

De roep uit de Nederlandse samenleving om duidelijkheid en bewijzen dat een moordenaar niet wegloopt met een grote zak met geld na zo'n afschuwelijke moord als die op Kees Houtman, klinken steeds heviger door in de media. En dat is nog buiten de vraag of het wettelijk wel is toegestaan. Diverse discussies zijn ontstaan en je kunt geen krant, weekblad, forum of (misdaad-)website openslaan of -klikken of iemand heeft er wel een mening over. Nou heeft het OM voorbije zittingen diverse keren laten blijken zich niets van berichten in de media aan te trekken en wil men daar dan ook niet op reageren. Nou voer je natuurlijk ook geen proces naar aanleiding van wat er wordt gezegd in de media, maar je kunt er toch niet meer omheen dat de gemoederen nu wel erg hoog zijn opgelopen. Zelfs de voorzitter was dat dus opgevallen. De documenten die nu gelekt zijn, liegen er niet om in ieder geval.

Nou ja, we zullen donderdag allemaal zien wat er allemaal gaat gebeuren. Ik was trouwens gebleven bij het betoog dat Mr. Betty Wind maandag jl. voordroeg.

Ovj Mr. Wind:

Edelachtbaar College,

Op de zitting van vorige week donderdag 22 maart, over het thema 'de afspraken met La Serpe met betrekking tot de getuigenbescherming' zijn, naar aanleiding van de berichtgeving in de media dat La Serpe een bedrag van 1,4 miljoen zou ontvangen zijn, mede ook naar aanleiding van de stellingen van de verdediging, door de rechtbank een aantal vragen aan het OM gesteld. Wij hebben al kenbaar gemaakt dat geen sprake is van het ter beschikking stellen van gelden, die La Serpe naar believen zou kunnen besteden, maar konden als zaaksofficieren, bij gebrek aan wetenschap omtrent de beschermingsafspraken, niet alle vragen volledig beantwoorden.

Wij realiseren ons dat de rechtbank om een beslissing te kunnen nemen op de door de verdediging geformuleerde verzoeken nadere informatie over de met La Serpe gemaakte afspraken behoeft en hebben besloten zelf initiatief te nemen. Wij menen dat een antwoord op de onderstaande vragen tegemoet zal komen aan de behoefte aan nadere informatie bij de rechtbank en de verdediging en willen deze vragen aan de TGB-officier voorleggen.


1. Zijn er na het sluiten van 'de overeenkomst op hoofdlijnen'van juni 2009 met La Serpe over de financiële voorzieningen andersluidende afspraken gemaakt dan in die overeenkomst is vastgelegd? (Hetgeen La Serpe zelf ter zitting heeft verteld, wijst er op dat hij mogelijke nadere eisen heeft gesteld. Is daaraan tegemoet gekomen?)

2. Zijn de eerder door mevrouw Verwiel in haar pv's genoemde voorwaarden die werden gesteld aan de terbeschikkingstelling van gelden nog onverkort van kracht?

3. Is er enigerlei wijze voorzien in een controle op dat de verstrekte gelden worden besteed aan de (beschermings)doelen waarvoor die gelden worden verstrekt?

4. Kan met inachtneming van alle in het geding zijnde belangen meer duidelijkheid worden gegeven over de met La Serpe gemaakte of te maken afspraken?

De officier van justitie belast met de getuigenbescherming heeft ons (opnieuw) meededeeld dat het in de media geschetste en door de raadslieden verder uitgebouwde beeld dat La Serpe na ommekomst van zijn detentie een zak met naar eigen believen te besteden geld zou krijgen, zonder enige daaraan verbonden voorwaarde, niet strookt met de werkelijkheid. Wat in dit verband ook van belang is, is dat door de berichtgeving en de reacties daarop, de integriteit van het Team Getuigenbescherming, de officier van justitie belast met getuigenbescherming en zelfs de Staat in het geding is. De TGB-officier zal in overleg met het College bezien of en in hoeverre met inachtneming van de geheimhoudingsplicht van de Staat, de belangen van La Serpe en andere getuigen en de overige belangen van het Team Getuigenbescherming, opening van zaken kan worden gegeven.

Graag verneem ik of de rechtbank zich kan vinden in de geformuleerde vragen. Ik realiseer mij dat de kwestie van belang is in de zaken tegen alle Passage-verdachten en dat niet al die zaken vandaag expliciet dienen. Maar omwille van de voortgang hebben wij gemeend er goed aan te doen op dit moment aandacht voor het onderwerp te vragen.


Donderdag verder.

Bondtehond