vrijdag 4 november 2011

'Cliënt verbiedt mij het verweer te voeren'

Kroongetuige Peter La Serpe en zijn advocaat Mr. Jan Peter van Schaik gaven tijdens de zitting van donderdag zoveel mogelijk duidelijkheid over de herinneringen van La Serpe. Rechtbank- voorzitter Mr. Frits Lauwaars leidde de zitting in met een korte samenvatting over wat er zoal gaande is. Er loopt op dit moment veel door elkaar in Passage, aldus Lauwaars. Vandaag staat op het programma: Het incident La Serpe. De voorzitter sprak over het 5e incident met Peter La Serpe.


De heer van Schaik gaf aan dat hij een verweer wilde voeren. Dat zou moeten kunnen omdat dat te maken had met beschermings- maatregelen. Alles is verstuurd naar mevrouw Verwiel van het TGB (Team Getuigen Bescherming) met de vraag of zij preciezer kon kijken waarover gesproken mocht worden. Dat heeft ze gedaan.

Het OM vindt dat La Serpe zijn verweer zou moeten kunnen voeren. Twee elementen, oa geluidsopnamen, vielen onder de punten waar niet over gesproken kon worden. Het risico zou dan voor eigen rekening zijn. Mr. Van Schaik zou het er nog met de civiele advocaat over hebben waar wél over gesproken kon worden.

De voorzitter gaf het woord aan La Serpe en zijn raadsman.
Peter La Serpe: 'Ik zou willen beginnen. Ik ben het niet eens met u inleiding. U zei het 5e incident. Het is het 1e incident dat nog steeds niet is opgelost.'

Allereerst ging La Serpe in op een vraag die de voorzitter tijdens een eerdere zitting stelde aan de kroongetuige: Hoe het inbouwen van 'zekerheidjes' in La Serpe's verklaringen in zijn voordeel zouden kunnen werken als hij af zou wijken van wat daadwerkelijk was voorgevallen?

La Serpe (samengevat): Ik heb al eens eerder verklaard dat het nogal naief is om te veronderstellen dat verwacht wordt dat iemand in mijn positie, zoals 5 jaar geleden, vanaf het begin het achterste van zijn tong laat zien. Ik ken niet al mijn overwegingen meer, maar wil nog wel de meest voor de hand liggende benadrukken waarom ik op punten ben afgeweken. Van mij werd verwacht dat ik zou gaan verklaren waardoor ik volledig controle zou kwijt raken over hetgeen ik vertelde. Stel dat er geen deal gesloten zou zijn met de staat, zou de staat nog wel beschikken over mijn kluisverklaringen. Het feit dat deze in de kluis zouden moeten blijven, overtuigde mij er niet van dat dit ook daadwerkelijk zou gebeuren, Hoe zou men omgaan met de wetenschap dat er mensen op de lijst stonden die op korte termijn geliquideerd zouden worden? Ik heb er rekening mee gehouden dat de inhoud van mijn verklaringen op andere wijze tegen mijn zou kunnen worden gebruikt. Ook is het zo dat de verhorende rechercheurs mijn bekentenissen hebben gehoord. Dat zijn dezelfde rechercheurs die in het milieu dezelfde moorden pogen op te lossen. Om dan te geloven dat deze rechercheurs zich niet laten leiden door hetgeen zij hebben aangehoord is nogal naief.

Ik leefde in de veronderstelling dat als ik afweek en zij zouden met foute gegevens door rechercheren dat dan de discrepantie tussen wat ik had verteld en wat zij zouden vinden bij hun onderzoek alleen maar groter zou worden. Door op bepaalde punten af te wijken heb ik gepoogd nog enige controle te houden over hetgeen ik verklaarde voor het geval het ooit tegen mij gebruikt zou worden als wij niet overeen kwamen.

Vervolgens ging de kroongetuige in op de herinneringen en zijn verklaring van 27 A4'tjes. Hij had de rechtbank en de verdediging beloofd daar donderdag op terug te komen. Het was hem vorige week duidelijk geworden hoe groot het belang voor de verdediging is, maar ook voor de rechtbank om duidelijkheid te verkrijgen over zijn gedane uitspraken en dan met name met betrekking tot het zaaksoverschrijdende karakter ervan. Hij had na overleg met beide advocaten besloten om de rechtbank en de verdediging zoveel mogelijk tegemoet te komen. De zaken die hij in acht moet nemen en die beperkend werken, zijn het verbod van het TGB om over TGB-gerelateerde zaken te spreken, hijzelf en derden in relatie tot TGB waar ook een spreekverbod voor is afgegeven en zijn eigen belangen in de strafzaak.

Peter La Serpe: Ik ben vanaf september 2006 begonnen met het documenteren van wat is voorgevallen en ik ben begin dit jaar begonnen met het doornemen van deze aantekeningen. In deze aantekeningen ben ik de door mij genoemde 3 herinneringen tegengekomen. Het waren geen herinneringen over strafbare feiten, maar aantekeningen die ik heb gemaakt op de dag dat ze zich voordeden. Veel van de aantekeningen zijn TGB-gerelateerd, bijvoorbeeld over de deal, of hebben een persoonlijk karakter doordat het korte memo's aan mezelf zijn. Na het doorlezen van mijn aantekeningen heb ik een advocaat gevraagd deze voor mij te bewaren zonder zich op de hoogte te stellen van de inhoud.

Met mijn opmerking over meineed van verschillende overheidsmensen heb ik de inhoud van de eerste 3 herinneringen bedoeld. Ik vond dit zaaksoverschrijdend en realiseerde mij dat het relevant kon zijn voor de waarheidsvinding. Ik heb mijn verklaringen naar waarheid afgelegd en vanuit mijn eigen geheugen. De voorgevallen zaken zijn wel gebeurd, maar hebben geen invloed gehad op hetgeen ik heb verklaard. Vervolgens is er een hoop lawaai ontstaan door de door mij genoemde 8 andere herinneringen en de lijst met krachttermen over de inhoud daarvan. Ook hier zal ik, met inachtneming van alle partijen en belangen, zoveel mogelijk openheid over betrachten.

Herinnering 1 tm 3 leest u HIER

Herinnering 4: In de periode dat ik door de CIE was ondergebracht, november 2006 tot febriari 2007, heb ik iedere week tegen de verveling hasj gekocht in de coffeeshop, voor de gehele week. Deze periode volgde op de periode waarin ik de kluisverklaringen heb afgelegd. Tot begin oktober ben ik ervan uitgegaan dat dit onder het verbod in de OM-deal viel waar staat dat ik niet over de totstandkoming van de OM-deal mag praten. Dat veranderde pas toen Mr. Betty Wind begin oktober liet weten dat ik over deze periode vrij mag praten. Ik ben er toendertijd niet op aangesproken. In deze ondergebrachte periode sprak ik met TGB en ben tot de intentieovereenkomst gekomen. Dit is wel altijd onderwerp van gesprek geweest met mijn civiele advocaat. Ik zie dit als mogelijk zaaksoverschrijdend en heb met mijn opmerkingen dat ik op ontoelaatbare wijze door de CIE ben bewogen om kroongetuige te worden, dit bedoeld.

Herinnering 5: In diezelfde periode heb ik iedere week tegen de verveling een fles Whisky gekocht. Deze periode volgde op de periode waarin ik de kluisverklaringen heb afgelegd. Tot begin oktober ben ik ervan uitgegaan dat dit onder het verbod in de OM-deal viel waar staat dat ik niet over de totstandkoming van de OM-deal mag praten. Dat veranderde pas toen Mr. Betty Wind begin oktober liet weten dat ik over deze periode vrij mag praten. Ik ben er toendertijd niet op aangesproken. In deze ondergebrachte periode sprak ik met TGB en ben tot de intentieovereenkomst gekomen. Ik kan en mag hier verder niet teveel over zeggen omdat dit over de inhoud zou gaan, maar ik kan wel zeggen dat dit wel altijd onderwerp van gesprek is geweest met mijn civiele advocaat. Ik zie dit als mogelijk zaaksoverschrijdend en heb met mijn opmerkingen dat ik op ontoelaatbare wijze door de CIE ben bewogen om kroongetuige te worden, dit bedoeld.

Herinnering 6: Over de verklaring over Holleeder heb ik met Sander de Haas de afspraak gemaakt om dit achter te houden. Officier Wind heeft in haar schrijven, ik dacht op 10 oktober, terecht opgemerkt dat de met een magistraat gemaakte afspraak betrekking had op Sander de Haas en de Holleeder-verklaring. Ik realiseerde mij dat die ter zake doende was en in de voortgang van het proces heb ik beter begrepen dat ook deze verklaring relevant zou kunnen zijn voor de waarheidsvinding. Ik vond dit zaaksoverschrijdend en in dat kader heb ik melding gemaakt van de door mij gemaakte afspraak met een magistraat en dat bedoeld met de verwijzing ernaar.

Herinnering 7: Net na mijn aanhouding hoorde ik van mijn toenmalige strafrechtadvocaat dat hij met de CIE op stap is geweest. Hij heeft mij ook verteld dat hij op deze stapavond in café 'The Corner' is geweest. Dit is het café van Ruud H., één van de mensen op de liquidatielijst. Naar aanleiding hiervan heb ik afstand genomen van mijn voormalige strafrechtadvocaat. Ik vond dit zaaksoverschrijdend en vraag mij af wanneer deze relatie is ontstaan en/of , en in welke mate, er invloed op hem is uitgeoefend om mij te bewegen te verklaren en/of om mij te bewegen kroongetuige te worden. Hij was immers ook mijn civiel advocaat. Ik heb hieraan gerefereerd met mijn opmerking over het bewust achterhouden van relevante informatie over de totstandkoming van kluisverklaringen door overheidsmedewerkers en mogelijk beïnvloeding van mijn strafrechtadvocaat om mij te bewegen mijzelf en anderen te belasten.

Herinnering 8: Mijn voormalige civiele advocaat heeft vanaf 26 april 2010 tot 2 juli 2010 contact gehad met iemand die mij, door middel van mijn civiel advocaat, toezeggingen heeft gedaan om mij te bewegen door te gaan met getuigen. Hierover heb ik al een opmerking gemaakt in beschuldigende zin naar Betty Wind. De door mij op officier Wind gebruikte overval-techniek heb ik opgepikt van Mrs. Sander Janssen en Nico Meijering, die dit verschillende keren op mij hebben toegepast. Ik wist dat mijn voormalig civiel advocaat contact had met verondersteld iemand van het OM. Ik wist niet wie, maar ben gaan strepen met de gevens die ik had. Dit contact heeft gezegd dat ik Sander de Haas moest sparen in de rechtbank, dat ik niet moest wraken en geen nieuwe verzoeken moest indienen.

Verder zei dit contact dat mijn wensen geen probleem waren en de TGB-deal zou worden als ik door zou gaan met getuigen. Op instigatie van dit contact en de gedane toezeggingen heb ik mijn beslissingen in de rechtbank aangepast. Ik voelde me hierdoor aangestuurd. Nadat ik tot de conclusie ben gekomen dat ook deze toezeggingen niet werden waargemaakt ben ik nagegaan wie dit contact zou kunnen zijn. Ik hield voor mogelijk dat Mr. Betty Wind dit contact was. Mijn voormalig civiele advocaat wilde niet zeggen wie de persoon was waar hij contact mee had en wie de toezeggingen had gedaan. Om deze reden heb ik afstand genomen van deze civiele advocaat, omdat hij mijn belang niet voorop had staan. Op dit moment overweeg ik om hem te dagvaarden om hem te dwingen de naam bekend te maken.


Herinnering 9: Mijn opmerkingen over aansturing van de tactische verhoren bij de politie en in de rechtbank zijn ook gebaseerd op de vele toezeggingen die aan mij vanaf april 2007 tot nu zijn gedaan, maar die niet zijn waargemaakt. Ik heb verschillende malen het bijltje erbij neer willen gooien waarna mij valse toezeggingen zijn gedaan, door een partij waar ik niet over mag praten, om mij weer aan het getuigen te krijgen. Daardoor hebben zij invloed gehad op mijn vrije wil om door te gaan met getuigen. Als laatste wil ik zeggen dat ik de term zaaksoverschrijdend ook heb gebruikt omdat ik het gevoel heb dat al mijn grieven aan dovemansoren zijn gericht. Door de term zaaksoverschrijdend te gebruiken wist ik dat Mr. Meijering en anderen ervoor zouden zorgen dat mijn woorden wel zouden worden gehoord.

Ik heb het gevoel dat mijn rechten worden geofferd voor het algemeen belang zoals ik zelfs nu nog steeds geen eigen gekozen verdediging kan voeren. Ik word gedwongen mijn verdediging te voeren met een gemuilkorfde advocaat, daar heb ik niet voor getekend. Ik dacht dat het kader van de wet het speelveld was waar men zich aan moest houden, maar naar nu blijkt, geldt de wet niet voor de wijze waarop het openbaar ministerie met getuigen omgaat.

Als men van mijn als getuige afgelegde belastende verklaringen wil profiteren, dan zou men toch op z'n minst mijn recht mijzelf te mogen verdedigen moeten respecteren. Ik begrijp hier werkelijk niets van.

De andere herinneringen of delen van mijn verklaring die ik niet heb toegevoegd zijn niet zaaksoverschrijdend of niet in mijn strafrechtelijk belang om zonder de TGB-context te vertellen, of gedeeltelijk of volledig TGB-gerelateerd.


Ik begrijp dat hetgeen ik vertel de nodige reacties teweg zal brengen, maar het is niet anders. Ik heb geprobeerd om voor alle partijen zoveel mogelijk duidelijkheid te creëren en tegemoet te komen aan de belangen van de verdediging van de andere verdachten. Ik denk dat ik met deze verklaring duidelijk heb gemaakt wat ik als zaaksoverschrijdend heb gezien en waarom ik die krachttermen heb gebruikt om dit aan te geven.  Dank u wel, Peter La Serpe

Vervolgens droeg La Serpe's raadsman Mr. Jan Peter van Schaik een pleitnota voor. De raadsman betoogte dat het onmogelijk is deze zaak te voldoen zonder in een levensbedreigende situatie te komen. Het 'duivelse dilemma', zoals hij het steeds heeft genoemd, is nog steeds niet veranderd volgens de advocaat.

Mr. Van Schaik: De strafrechtelijke verdediging van La Serpe is volledig afhankelijk van TGB-gerelateerde punten. TGB-officier Mr.Verwiel heeft laten weten dat La Serpe vrij is in het verweer, maar dat dit wat haar betreft geheel op eigen risico is. Dit is een schijnsituatie. Voeren van het verweer leidt namelijk tot een zeer levensbedreigende situatie. De beschermingsovereenkomst kan namelijk opgeheven worden, met alle gevolgen van dien. Cliënt kan niet gemotiveerd reageren. Cliënt verbiedt mij het verweer te voeren. Dit stelt mij voor het duivelse dilemma. Kan ik zijn belangen nog wel naar behoren behartigen? Ik denk van niet.

Mr. Van Schaik stelde als uiterste middel voor om maar een zitting achter gesloten deuren te houden waar La Serpe zijn verweer zou kunnen voeren.

De raadsman deed vervolgens ook nog een ander opmerkelijk verzoek: Zo'n 8 maanden voordat de (halve) strafmaat van La Serper sowieso zal aflopen, verzocht de raadsman de voorlopige hechtenis van zijn cliënt op te heffen. Daarbij zou de rechtbank volgens Van Schaik rekening moeten houden met het zwaartst mogelijke detentieregime dat La Serpe zou ondergaan, zonder bezoek, geen ander contact met de buitenwereld, disproportionele toestanden, de vermoeiende transporten en het schenden van geheimhoudersinformatie. (Later gaf hij aan dit verzoek aan te willen houden tot een later moment.)

De raadsman meent tot slot dat hij de verdediging voor zijn cliënt niet goed meer kan voeren als hij het niet over de TGB-zaken mag hebben.
Mr. Van Schaik: Ik zal als advocaat het volledige palet naar voren moeten kunnen brengen. Het totale verweer van 27 pagina's.

La Serpe merkte aansluitend nog op: Voor mij is het doodsimpel, ik wil gewoon mijn strafrechtelijk verweer kunnen voeren. Ik kan me voorstellen dat het verweer van 27 kantjes door de TGB gelezen, kan leiden dat de andere zaken niet meer gevoerd kunnen worden.Doelt de kroongetuige hier nou op niet-ontvankelijkheid van het OM? Heftige uitspraak. La Serpe lijkt opnieuw met vuur te spelen.

De volledige inhoud van de 27 kantjes en de inhoud van de geheime opnames wil iedere procesdeelnemer inmiddels natuurlijk heel erg graag weten. Ik neem aan de rechters ook....  toch?
*
Mr. Betty Wind reageerde namens het OM. Het OM vond het hele betoog min of meer een herhaling van zetten.

De 2 genoemde punten waar La Serpe niet over zou mogen spreken betreft:
Punt 1 : Opnames door La Serpe van gesprekken met TGB-officieren.
Punt 2 : Is onbekend, maar Verwiel heeft dat wel aan Van Schaik laten weten.

Mr. Wind: Het zijn slechts 2 aspecten en klinkt niet als een heel groot deel van het verweer.

Stelling La Serpe: TGB- + OM-traject(en) zijn één. Rechtbank heeft destijds uitspraak gedaan dat La Serpe het wel zo kan voelen, maar dat dat dan nog niet zo is. De gesloten deuren situatie: Het OM voelt daar helemaal niets voor.
De opmerking dat La Serpe in een levensbedreigende situatie zou kunnen komen, wilde Mr. Wind nuanceren. Allereerst heeft de staat een zorgplicht en al zou de beschermingovereenkomst komen te vervallen, laat de staat La Serpe echt niet zomaar de straat op lopen als schietschijf van het milieu. La Serpe zou echter wel kans lopen dat de invulling van het traject er heel anders uit zou kunnen komen te zien.

La Serpe zelf trok deze laatste opmerking in het belachelijke. Hij gaf als voorbeeld dat hij best veilig zou zijn 'in een gat in de grond in de Sahel', echter zo heeft ie zijn leven na het liquidatieproces niet voorgesteld. Het enige voordeel zou zijn dat de jongens hier hem daar niet zo gauw zouden komen zoeken.

Het is absoluut moeilijk voor hem, zo zegt Peter. Men moet vooral beseffen dat zijn hele leven hierna weg is. Dat hij de overeenkomst kwijt zou raken, is dus absoluut geen optie.

Het laatste woord is hier nog niet over gesproken.

Maandag gaat het proces verder.

Bondtehond

woensdag 2 november 2011

'De gehele waarheid, en niets dan de waarheid'

Officier van justitie Mr. Betty Wind beantwoordde dinsdag in een voorgedragen stuk allereerst de vragen die de verdediging tijdens de vorige zitting stelde aan het openbaar ministerie in verband met het Holleeder-incident. Het OM wil het geschetste beeld dat dit zaaks-OM op een ongeoorloofde manier informatie heeft achtergehouden nuanceren, aldus Wind. Er waren volgens haar zeer goede redenen het zo te doen als het nu is gegaan. Alles wat La Serpe verklaarde was alleen bekend bij CIE-officier Mr. Sander de Haas. De openbaring van La Serpe dat er nog verklaringen in de kluis lagen over Holleeder was dus ook nieuw voor het zaaks-OM.


Mr.Wind (samengevat): De situatie is dat kroongetuige Peter La Serpe tot voor kort niet het achterste van zijn tong heeft laten zien. De beslissing om de Holleeder-verklaringen in de kluis te laten is destijds niet gedeeld met het zaaks-OM. Daar was goede reden voor. La Serpe weigerde namelijk toestemming te geven zijn kluisverklaringen te gebruiken omdat hij bang was dat zijn familie wat zou overkomen. Het was daarom onethisch om La Serpe ook over Holleeder te laten praten. Besloten is toen de verklaringen in de kluis te laten, met de hoop dat La Serpe op een later moment wel bereid zou zijn deze te laten openbaren. Dat moment is nu dus kortgeleden aangebroken. Het oordeel van het OM was dat het niet in de weg stond van de waarheidsvinding.

De kluisverklaringen kwamen op een moment dat onderzoeken muurvast zaten, terwijl de schreeuw vanuit de maatschappij om liquidaties op te lossen steeds harder doorklonk. Tegen al die onderwereld-liquidaties bleek al jaren geen kruid tegen gewassen. Juist op dat moment kwam Peter La Serpe. Hij verklaarde over een reeks liquidaties die tot nu toe onoplosbaar leken te zijn. Er moesten afspraken worden gemaakt, de zogenaamde kroongetuigendeal. Zorgvuldigheid was echter geboden. Zonder die deal kon men de verklaringen van La Serpe niet gebruiken. Toen rond die tijd van de CIE-besprekingen voetbalvoorzitter Nedim Imaç werd geliquideerd, bleek dat zijn getuigenissen zeer serieus genomen konden worden. Men besloot de eisen van de toekomstige kroongetuige in te willigen. De Holleeder-verklaringen werden voorlopig veilig weggelegd.

Mr. Betty Wind: Het OM is zeer zorgvuldig te werk gegaan.

Hier beginnen veel mensen de draad echter kwijt te raken. En daar zijn mensen bij die regelmatig het proces bijwonen. Laat staan mensen die nooit zittingen bijwonen en niet precies weten hoe het eraan toe kan gaan in de rechtszaal tijdens het liquidatieproces 'Passage'.

Werd er niet gezegd dat het OM niet op de hoogte was van de Holleeder-verklaringen? De beslissing om deze in de kluis te laten lag bij deze ene meneer: CIE-officier Mr. Sander de Haas. Mr.Wind eerder: 'De vraag stond destijds centraal of het weglaten van relevante informatie over Holleeder het sluiten van een deal met een kroongetuige in de weg zou staan. Het antwoord was: Nee. Het was wel relevante informatie in verband met Holleeder, maar geen informatie die voor de verdachten die nu terecht staan ontlastend was. Eerder juist belastend. In dat opzicht was het Holleeder-deel niet essentieel. Omdat het overgrote deel wel betrouwbaar wordt geacht door het OM, onderschrijft men het verbaal van de heer De Haas.'

'Het OM onderschrijft het verhaal van De Haas.' Dat klinkt heel mooi. De vraag die dan wel meteen opdoemt, is deze: De bewering die het OM bij hoog en laag volhoudt, dat het OM-traject, het TGB-traject en het CIE-traject volledig gescheiden trajecten zijn, hoe verhoudt zich dat tot de mededeling dat het OM niet op de hoogte zou zijn geweest van de afspraak tussen La Serpe en CIE-officier De Haas, maar deze beslissing wel volledig 'onderschrijft'.

Met andere woorden: Gelooft u het, gelooft de verdediging het. In de wachtkamer van de bunker was in elk geval niemand te vinden die dit verhaal nog gelooft. Zelfs La Serpe geloofde er geen sikkepit van dat de gescheiden trajecten ook daadwerkelijk zo gescheiden zijn dat de verschillende officieren van justitie van de verschillende trajecten niet van elkaar zouden weten wat zij onafhankelijk van elkaar beslissen. Een Mr. De Haas beslist dus zonder dat het zaaks-OM daar weet van heeft dat verklaringen die mogelijk zouden kunnen bijdragen het allerhoogste doel van het OM te bereiken, nl de veroordeling van dé opdrachtgever(s) van al die liquidaties in de onderwereld, maar even in de kluis blijft tot het wel uitkomt die verklaringen tegen een mogelijke kandidaat te gebruiken? Hoe naief kunnen wij nog zijn in de ogen van het openbaar ministerie?

Laten we eens terugkijken op een groot deel van al die zitingen waarbij de discussie tussen het OM en hun eigen kroongetuige over wel- of geen-gescheiden trajecten steeds weer oplaaide. 


In willekeurige volgorde:

La Serpe 1 , La Serpe 2 , La Serpe 3 , La Serpe 4


La Serpe ALa Serpe B , La Serpe C , La Serpe D

Je kunt de kroongetuige, die tegelijkertijd ook nog "gewoon" verdachte is, niet kwalijk nemen dat ie niet meer gelooft dat er nog wel eerlijk spel gespeeld wordt, met als inzet onder andere zijn leven en dat van zijn familieleden. Wat dat betreft zag je dat de verdediging en hun grootste rivaal wel op één lijn zitten. La Serpe zegt al langer dat er één groot schijnproces afspeelt onder zijn ogen, en hij is daar zelf de hoofdpersoon in, maar dan als speelbal die het verboden wordt zijn troeven uit te spelen op straffe van opheffing van de beschermingsovereenkomst. Hoe ethisch is dat van het magistratelijk OM?

Nou ja, je kunt er lang en breed over discussiëren, maar de voorspelling dat het OM in samenspraak met voormalig CIE-officier De Haas zoef zoef een verklaring in elkaar hebben gezet waar bijna geen speld tussen te krijgen zou zijn, is wel uitgekomen.

's Middags kwam de oud CIE-officier het zelf vertellen. Een van de eerste vragen van Mr. Nico Meijering was dan ook niet vreemd.

Mr. Meijering: Mijnheer De Haas, vanochtend heeft het openbaar ministerie een stuk voorgedragen. Kende u dat stuk al?
Mr. De Haas: De eindversie kende ik niet, ik heb wel afgelopen dagen input daarvoor geleverd.
Mr. Meijering: Ehm... mijn vraag is eigenlijk: Bent u het eens met het stuk en wat daar allemaal in staat? Heeft u het gehoord, of heeft u het gelezen? Ik denk wel dat u het gehoord heeft, want het is net voorgedragen. Heeft u gehoord wat er net is voorgedragen?
Mr. De Haas: Ik heb alleen de laatste 5 minuten gehoord.
Mr. Meijering: Oh, dus u weet eigenlijk nog niet goed wat erin staat?
Mr. De Haas: Ja, ik heb input geleverd en ik heb een vergaande conceptversie gezien. En daar kon ik mij in vinden.
Mr. Meijering: Dat is bijna al de vraag die u daarmee heeft beantwoord, maar u heeft niet toevoegingen of aanbevelingen of verbeteringen op dat stuk, waar u de conceptversie van heeft gezien?
Mr. De Haas: Nou eh, ik had niet de behoefte om daar spontaan iets aan toe te voegen.
Mr. Meijering: Nou, het gaat niet zo zeer om uw behoeftes hoor. Het gaat eventjes gewoon puur om of u iets weet waarvan u zegt dat moet wel volledig. Maar ik begrijp dat dat niet zo is?
Mr. De Haas: Nou, dan moet ik het even helemaal lezen.
Rechter: Dat is mischien een beetje moeilijk, mijnheer Meijering, als mijnheer De Haas aangeeft dat hij het stuk nog niet helemaal onder ogen heeft gehad, dat u dan vraagt om toevoegingen.
Mr. Meijering: Nee, nou ja, dan moet dat nog komen.
Rechter: Nou ja, het is op zich een goede vraag, gaat u nog even door.
Mr. Meijering: Het openbaar ministerie heeft overigens....
Mr. Betty Wind onderbrak de raadsman: Mag ik even wat opmerken? Ehm... mijn collega De Haas is hier toegewezen als getuige, vorige week is dat besproken, om bij de rechtbank te vertellen over de gang van zaken. Meningen en visies van getuigen zijn in dat opzicht wat lastig. Ik zou dus willen pleiten dat de vraagstelling gaat over de feitelijke gang van zaken, primair over het verweer wat wij hier vanmorgen hebben verwoord, als over standpunten binnen het één en ondeelbare OM.   (.........)

Tot zover. Ik blijf even hangen bij deze eerste, maar zeker niet de laatste, interruptie van Mr. Betty Wind. Begrijpt u het nog, begrijp ik het nog. Hier raakt waarschijnlijk nog een grotere groep lezers, overige mezelf incluis, verder van het padje af. Die gescheiden trajecten waarover men het steeds heeft, worden hier ineens weer 'één en ondeelbaar' genoemd. Mischien moeten we binnenkort eens uitleg gaan vragen bij de verdediging. Het antwoord zal wellicht eenvoudig zijn, maar op dit moment snap ik er zelf wat dit punt betreft ook niet echt veel meer van.

Vraagstuk: De 3 trajecten (CIE, TGB en Zaaks-OM) zijn gescheiden, maar het OM is wel één en ondeelbaar, legt ú dat nou eens uit mijnheer de rechter....
(Kan ook komen door een soort van najaarsgriepje waar driekwart van de mensen die ik sprak afgelopen week last van schijnen te hebben en waardoor je hersenen toch al niet optimaal functioneren, maar ik denk eerder dat het bijna niet te begrijpen valt als je geen rechten hebt gestudeerd. Niet voor La Serpe, niet voor het grooste gedeelte van de toeschouwers op de tribune, wellicht kunnen de advocaten er nog wel een draad aan vastknopen. Dat mag je tenminste hopen.)

Mr. Nico Meijering deed er dinsdagmiddag in elk geval alles aan om de onderste steen boven te krijgen en probeerde Mr. De Haas verder door te zagen over het Holleeder-incident. Dat ging maar moeizaam. Aan Meijering lag het niet, de raadsman van Dino Soerel is nl een meester in het formuleren van goede vragen. De redelijk voorspelbare antwoorden, of mischien eerder nog het beletten van vragen van Mr. Meijering aan Mr. De Haas door de rechtbank, maakte deze zitting tot een van die zittingen die echt het uiterste van je geduld vergen.

De raadsman had maar liefst 36 momenten genoteerd waarop La Serpe de waarheid geweld aan deed in verband met Holleeder de afgelopen jaren op zitting of in verklaringen. Alle 36 momenten voorhouden mocht echter niet van de vrouwelijke rechter Mr. Tarlavski. De raadsman moest alle 36 momenten maar als beantwoord beschouwen met hetzelfde antwoord dat Mr. De Haas gaf toen Mr. Meijering het eerste moment aansneed: La Serpe is op basis van de deal niet verplicht over Holleeder te verklaren. Wat La Serpe te verklaren heeft, moet naar waarheid zijn. De algemene verplichting was: De gehele waarheid, en niets dan de waarheid.

Maar ja, wat nou als La Serpe die waarheid niet spreekt? En dat 4 jaar lang? Ben je dan als verdediging niet vreselijk op het verkeerde been gezet al die tijd? Kennelijk mocht La Serpe de waarheid wel geweld aandoen waar het de verdediging betrof. En heeft het OM, dat erbij zat afgelopen jaren, haar mond gewoon gehouden. Oh nee, het openbaar ministerie wist het niet.... zeggen de officieren van justitie.

8 November komt de heer De Haas nog een keer. Mr. Nico Meijering was (nog lang) niet klaar met zijn vragen.

Morgen verder. Mr. Van Schaik en Peter La Serpe zullen als het goed is openheid van zaken geven mbt de 11 herinneringen van La Serpe.

Bondtehond

zaterdag 29 oktober 2011

'Er is zo langzamerhand een schijnproces onstaan!'

Het Holleeder-incident. De Holleeder-verklaringen van Peter La Serpe die bewust buiten het liquidatieproces zijn gehouden hebben al evenzoveel stof doen opwaaien als de 11 herinneringen van kroongetuige Peter La Serpe. Rechtbankvoorzitter Mr. Lauwaars vertelde dat er een proces-verbaal van CIE-officier Sander de Haas was binnengekomen waarin hij uitlegt dat destijds besloten is de verklaringen die La Serpe had afgelegd over Willem Holleeder buiten het Passage-proces te houden. Het embargo van La Serpe op het openbaar maken van de belastende verklaringen is kortgeleden pas opgeheven. De veiligheidsoverwegingen waarop dit embargo was gebaseerd gelden inmiddels kennelijk niet meer voor La Serpe. Op zich al een vreemd gegeven. Holleeder zat afgelopen 5 jaar namelijk gedetineerd, terwijl Dino Soerel nog in vrijheid was, en Ali Akgün en Sjaak Burger al waren onslagen uit voorlopige hechtenis.


Mr. Meijering: Hoe kan dat door ons begrepen worden nu Holleeder in detentie was en onze cliënten buiten liepen? Ik deel de vreugde mede dat onze cliënten kennelijk niet zo gevaarlijk zijn. Kan het OM dit uitleggen? Waarom moet dit vermeende veiligheidsgegeven boven de waarheid gaan?

De verdediging van Soerel, dinsdag bestaande uit de 3 top-advocaten Mrs. Nico Meijering, Leon van Kleef en Bénédicte Ficq, had daar nog veel meer treffende vragen over. (zie onder) Liefst had de verdediging deze vragen rechtstreeks aan de heer De Haas gesteld. Mr. Nico Meijering verzocht 's ochtends de CIE-officier rechtstreeks vragen te kunnen stellen, echter na de middagpauze bleek dat De Haas niet in de gelegenheid was om naar de Bunker in Osdorp te komen. Volgens Mr. Betty Wind omdat hij nu een andere baan heeft en het daar erg druk mee zou hebben. Er was wel overleg geweest met De Haas. Mr. Betty Wind moest van de rechtbank een datum geven waarop De Haas dan wel in de rechtbank zou kunnen verschijnen, maar uiterlijk 1 of 3 november. 1 november komt De Haas nu naar de bunker in Osdorp.

De verdediging ging in kort beraad over de vraag of zij tijdens deze zitting al vragen aan het OM, in plaats van aan de heer De Haas, zouden stellen over deze kwestie. Besloten werd dat te doen. Dat verliep echter niet van een leien dakje.

Rechtbankvoorzitter Mr. Lauwaars irriteerde zich op een gegeven moment terecht aan het vooruitschuiven van bijna alle vragen die aan het OM gesteld werden door de verdediging. Een van de rechters gaf al eerder die ochtend aan met een cynische klank in haar stem dat het toch niet zo moeilijk voor de officieren van justitie was bepaalde vragen te beantwoorden. Ze merkte op: 'Anders zou ik het zelfs nog wel voor u kunnen doen.' Maar nee, de officieren bleven er op staan dat men eerst een beraad wilde houden voor er vragen beantwoord konden worden.

De officieren wilden liefst schriftelijk antwoorden, want, zo zei Betty Wind: 'We hechten er wel aan dat zorgvuldig te doen.' Spontaan antwoorden op vragen deed het OM dus maar sporadisch. Gezucht en gesteun klonk steeds meer door op de tribune, wat vandaag extra opviel omdat deze bomvol zat, oa met een klas VMBOers, meer pers dan anders, zelfs de NOS was aanwezig. Als er wel antwoorden werden gegeven, klonken die vaak zo omslachtig en ver af van de kern, dat zowel rechters als verdediging merkbaar geïrriteerd raakten.

Het OM droeg wel het verbaal van CIE-officier Mr. Sander de Haas voor. De schriftelijke reactie was geen uitgebreidde, volgens officier van justitie Mr. Betty Wind. De vraag stond centraal of het weglaten van relevante informatie over Holleeder het sluiten van een deal met een kroongetuige in de weg zou staan. Het antwoord was: Nee. Het was wel relevante informatie in verband met Holleeder, maar geen informatie die voor de verdachten die nu terecht staan belastend, dan wel ontlastend was. In dat opzicht was het Holleeder-deel niet essentieel. En verder was het beeld dat La Serpe over zijn eigen aandeel in de strafbare feiten volledig open heeft verklaard. Omdat het overgrote deel wel betrouwbaar wordt geacht door het OM, onderschrijft men het verbaal van de heer De Haas.

De uitleg van De Haas was daarentegen voor de verdediging allerminst bevredigend en Mr. Nico Meijering merkte op dat hij het gevoel kreeg dat we over een kwartier alweer naar huis zouden kunnen gaan nadat het OM zei er de voorkeur aan te geven de vragen op een uitloopdag te beantwoorden.

De advocaten van Soerel hadden dus eerder al aangegeven een reeks vragen te willen afvuren op het OM over deze kwestie. Meijering: Cliënt loopt ook over van de vragen.

Voorzitter Mr. Lauwaars was het ermee eens dat de verdediging de vragen zou stellen.
Mr. Lauwaars: We stellen voor dat u het voortouw neemt en de gelegenheid krijgt vragen te stellen. Wij kunnen dan nog vragen wat er blijft liggen.

Mr. Nico Meijering begon aan zijn vragenlijstje. De eerste vraag van de raadsman was: Vindt dit zaaks-OM deze zaak ook belangrijk en waarom vindt zij dit belangrijk?

De antwoorden van het OM kwamen echter maar moeizaam op gang.
Ovj Mr. Hans Oppe: We willen minimaal even overleg over uw vragen hebben....

Zelfs Mr. Lauwaars, die niet vaak wanhopig klinkt, verloor nu duidelijk zijn geduld: Ik grijp nu even in! Als we over elke vraag over zo'n belangrijk onderwerp op deze manier steggelend blijven omgaan, dan begrijp ik werkelijk niet in dit proces waar we mee bezig zijn. De rechtbank zou deze vraag zelf nog wel kunnen beantwoorden. Waarom moet u overleggen waarom dit zo belangrijk is? Ik zou het zo kunnen. Deze irritatie moet mij van het hart.

Op een later moment loopt de temperatuur op tot een kookpunt. De paar vragen die dan wel beantwoord werden door het OM gaven niet het bevredigende resultaat voor de andere procespartijen. Nu vaststond dat Mr. De Haas op 1 november wordt verwacht in de rechtbank, stond de verdediging erop dat er niet eerst een overleg plaats zou gaan vinden in de tussentijd, tussen het zaaks-OM en de (voormalig) CIE-officier De Haas. Volgens het OM zou het echter al te gek zijn dat er geen overleg zou mogen plaatsvinden.

(De veelgehoorde suggestie van bezoekers in de wachtkamer van de bunker was dat het OM nu alles op alles zou zetten voor 1 november eventuele valkuilen dicht te timmeren in samenspraak met de (oud) CIE-officier De Haas en de top van het openbaar ministerie.)

Mr. Meijering kon zijn irritatie ook niet meer onderdrukken: Weet u waarom ze overleg willen? Omdat het één groot mijnenveld is! Ik zou willen dat u het OM opdraagt geen overleg vooraf te hebben.

Iets later:
Mr. Meijering: Ik vraag opheffing in de zaak Soerel. Ja... ik zie u wel lachen. Cliënt is uitgebreid gehoord. Wat gepasseerd is afgelopen weken heeft de temperatuur hoog op doen lopen. Wat betreft het kookpunt loopt de pan nu over. Cliënt weet niet meer in wat voor proces hij terecht is gekomen. Ik denk dat wij straks een half uur nodig hebben om een verzoek te doen. Niet in de laatste plaats om wat La Serpe heeft verteld. Er is zo langzamerhand een schijnproces onstaan!

Het ging zo een tijdje over en weer, maar de vragen werden wel gesteld. Hier volgt de rauwe tekst van de snel genoteerde vragen. (Mogelijk wijken ze enigzins af van de precieze tekst van de verdediging.)

De meeste antwoorden, voor zover die werden gegeven door het OM, moet ik u op dit moment helaas grotendeels onthouden. Het OM zal binnenkort schriftelijk reageren met haar antwoorden.

*
Vragen Mrs. Meijering, Van Kleef en Ficq:
-Begrijpen wij uit opmerking van het OM hedenochtend dat het zaaks-OM het standpunt inneemt dat op basis van de deal Peter La Serpe niet gehouden was de waarheid over de liquidaties te vertellen als het ging om de positie van Holleeder?
Het antwoord van het OM is: Ja, toelichting volgt.

-Kan het OM aanwijzen in het contract waar de 'ja' op gebaseerd is in het contract?

-Hoe ziet het OM een en ander als het gaat om: De kennelijke positie van Willem Holleeder in relatie met Ali. Immers ontbreekt ook Akgün in het contract. Vindt het OM derhalve dat Peter La Serpe ook niet de waarheid heeft hoeven verklaren over Akgün?

-Hoe verhoudt een en ander zich met in contract een aantal verdachten op naam, en de opmerking 'en anderen'?

-Is gedurende de 4,5 jaar op enig moment opgekomen om deze Holleeder-passages uit de kluis te halen, met name sinds Soerel is aangehouden en ook toen Soerel zijn verdediging relateerde aan de positie van Holleeder?

-Kan dit OM beantwoorden, waarom niet in contract is opgenomen dat Peter La Serpe over een aantal personen niet de waarheid hoefde te vertellen?

-Wat kan het OM zeggen over de instructies die La Serpe van De Haas heeft meegekregen in het verloop van het proces indien er vragen over Holleeder kwamen?

OM: De Haas heeft ons meegedeeld dat hij La Serpe niet heeft geïnstrueerd over hoe te verklaren, indien er vragen over Holleeder zouden komen. Hij moest naar waarheid verklaren


-Er zijn veel delen in dossier waar Holleeder voorkomt. De vraag is reeds op 18 juni 2007 gesteld. De vraag of Holleeder op enige manier met de zaak van doen had. Hoe is dit tussen De Haas en La Serpe besproken. Is u dat bekend?

-Er zijn geen instructies door De haas aan La Serpe geggeven?

Opmerking Peter La Serpe: Het laatste stukje van De Haas, over 22 november. Dat was op de dag dat ik correcties aanbracht op de kluisverklaringen. Wat ik over Holleeder zei was een snelle samenvatting. Ik heb gezegd dat ik dat niet in de rechtbank wilde verklaren en er zijn geen vragen over gesteld, geen diepte interview en geen instructies. La Serpe: 'Ik heb De Haas instructies geggeven het niet te melden. Nou ja, intructies... ik zei: Ik ga dat niet zeggen.'

-Hoe ziet het OM het incident met de Holleeder-passages, het feit dat het OM dit in het contract vindt passen en anderzijds de strafvordelijke verplichting die La Serpe heeft de waarheid en niets dan de waarheid te vertellen?

-Hoe kijkt het OM aan tegen het feit dat we 23 vindplaatsen waarbij om Holleeder heen wordt gegaan, cq gelogen over de positie van Holleeder. Verzwegen en gelogen?

-Hoe ziet het OM het in relatie tot een mogelijke meineed?

-Hoe ziet het OM dat in relatie tot art 190 a/b sr.?

-Kent dit zitings-OM het TGB-contract?

-Wordt in het TGB-contract gerefereerd aan bepaalde verdachten en niet naar anderen?

-Eén na laatste alinea, pagina 2. Overleg 22 nov 2006. Peter La Serpe gaf aan in strijd met de waarheid qua van Hout + Jesse en contact Holleeder Vraag: Begrijpt het OM dit nog?
Op 22 nov volgens De Haas verhaal Cor van Hout niet klopt. In dossier diverse vindplaatsen tot 3 weken geleden door La Serpe volgehouden.

-Hoe zit dit nu? Heeft De Haas dit inmiddels uitgelegd?

-Is bij de besprekingen met De Haas voor gekomen Q5. Is vanwege feit dat Holleeder-passages buiten beeld moesten blijven een situatie ontstaan, waarbij Q5 nader diende te worden bezien?
Of zich iets dergelijks heeft voorgedaan?

-Wat vindt dit zaaks-OM enerzijds van het Holleeder-incident en anderzijds de totstandkoming van de deal dat met kleine vissen grote vissen gevangen moeten worden?

OM: Het gaat niet om grote of kleine vissen, maar om een hele school vissen en een reeks van liquidaties die opgelost, dan wel voorkomen konden worden.

-Vindt het OM of De Haas deel uitmaakt van het zaaks-OM?

-Voelt dit OM zich verantwoordelijk voor hetgeen Peter La Serpe met De Haas heeft afgesproken?

-Voelt dit OM zich verantwoordelijk voor het kluisverklaringen-traject zoals door De Haas afgelopen?

OM: Nee. De Haas was destijds CIE-officier, met eigen verantwoordelijkheden en eigen verplichtingen die losstaan van het zaaks-OM.

-De Haas bespreekt een en ander met de parketleiding, met wie? De wit? Of van Straelen, of andere OM-leden?

-Is een en ander aan de CTC (Centrale Toetsings-Commissie) voorgelegd?

-Is het voorgelegd aan het College Procureurs generaal?

-Is een en ander gecommuniceerd met Landelijk Parket, qua Kolbak?

-Hoe kan het OM rijmen dat De Haas vanwege veiligheidsredenen kennelijk accoord ging met
buiten verklaring laten van Holleeder enerzijds en anderzijds dat wel over cliënten en anderen kon worden verklaard?

-Hoe kan dit veiligheidstechnisch begrepen worden? Vooral omdat Holleeder op dat moment gedetineerd zat en Ali en Dino op vrije voeten waren.

-Welke veiligheidsmonitor heeft een en ander meegedeeld?

-Kan hetOM uitleggen waarom het vermeende veiligheid boven de waarheidsvinding moest gaan?

-Waarom ging OM accoord met veiligheidsargument, dus Holleeder mocht niet belast worden,
maar dat Peter La Serpe Holleeder wel mocht belasten qua Cor van Hout?

-Kan het OM duidelijk maken waarom het veiligheidsrisico nu geen rol meer speelt?

-Is er sprake van nog meer verklaringen die in de kluis liggen en die over Holleeder gaan?

-Is er nog sprake van andere verklaringen over betrokkenheid van Holleeder?

-Zijn er nog andere bevindingen buiten het dossier gehouden, in relatie tot achtergehouden verklaringen van Peter La Serpe?

-Zijn er nog andere weglatingen in de verklaringen van Peter La Serpe die slaan op andere verdachten?

-Is er een relatie tussen weglaten Holleeder-passages en anderzijds dat in de 140-verdenking nooit hardop Holleeder is opgenomen?

-Hoe kijkt het OM aan tegen bewijspositie tegen Holleeder in 140 qua 'en anderen'?
OM: Daar kan het OM niet op ingaan, omdat Holleeder hier niet terecht staat. Wel wordt hetgeen nu bekend is over Holleeder van belang geacht in de bewijsvoering mbt de andere verdachten.


-Verschillende verzoeken om de weglatingen bij de rechter-commissaris te laten nakijken.
Het OM heeft toen het standpunt ingenomen dat zelfs de veiligheid van de RC in het geding kan zijn.
Is er een relatie tussen die mededeling en de Holleeder-weglatingen? Zo neen, graag andersinds uitleggen?

-Door verdediging altijd gezegd dat weglatingen inhoudelijke verklaringen betrof.
OM toen: Weglatingen waren onderhandelingen, veiligheid en prive. Neemt het OM dit standpunt nog steeds in?

-Hoe kan dit, terwijl het inhoudelijke passages betrof?

-Wat zijn de redenen geweest om de passages weg te houden?

-Had de keuze met beperkte levensverwachting van Holleeder te maken. Strijd met Landelijk Parket?

-Is er naar aanleiding van het naar buiten komen van stukken nader onderzoek uitgezet door kwaliteits-Officier van justitie of de Rijksrecherche

Vragen Mr. Sander Janssen:

-Is deze kwestie aan de rechter-commissaris voorgelegd bij toetsen rechtmatigheid

-Zo neen, wel besproken?

-Is er recent een terugkoppelijng geweest met andere OM over de beslissingsmodellen zoals toen gehanteerd?

-Is er nu in de afgelopen vier jaar een moment geweest dat bij De Haas of enig OM-lid dit ter sprake is geweest. Bijvoorbeeld de aanhouding van Soerel en de 9 maanden uitstel. Ook toen is nooit gesproken over de vraag of er nog meer was.

-Is de verklaring van La Serpe in het licht van de door hem afgelegde verklaringen getoetst?

-Hoe vaak is De Haas aanwezig, direkt of op de achtergrond, geweest op zitting of rechter-commissaris-verhoor La Serpe?

Opmerking Mr. Frits Lauwaars: Raar dat het OM zelf geen standpunt inneemt, maar zich laat dwingen door vragen.

Mr.Betty Wind: We hebben deze vragen nu beantwoord in een vrij kort tijdsbestek. We zouden op een later moment uitgebreider willen antwoorden op de overige gestelde vragen, bij voorkeur tijdens een zitting op een later tijdstip.

Op dinsdag 1 november gaat het proces verder. De grote vraag is: Hoe redden het OM en De Haas zich uit dit door Mr. Meijering zo genoemde "mijnenveld"?

Bondtehond