dinsdag 11 oktober 2011

'Ik denk dat Holleeder mij heeft opgepompt'

Dino Soerel, de koning van de onderwereld? Dino, de gevaarlijkste? Wat heeft deze hoofdverdachte van het openbaar ministerie in het liquidatieproces nu eigenlijk zelf over dit soort benamingen te zeggen? De afgelopen jaren kwamen deze termen vele malen voor in artikelen die in de media verschenen. Aangezien Soerel voortvluchtig was, kon hij zich nooit verweren tegen dit soort aantijgingen, vandaar dat hij al kort na aanvang van de inhoudelijke behandeling van de zaken waarvan hij wordt verdacht, verzocht gelegenheid te krijgen onderstaande verklaring te mogen voordragen in de bunker.


De rechtbank zegde Soerel toe dat hij later zeker in de gelegenheid gesteld zou worden zijn handgeschreven verklaring voor te lezen. Vanwege allerlei andere tussentijdse gebeurtenissen in het liquidatieproces was het verslag van deze zitting er even bij in geschoten. Die had u dus nog tegoed.

De Rechter later: Wilt u nu dat stuk voordragen? Gaat het over die periode waar we het net over hadden, 2000 tm 2004?
Soerel: Het gaat over die periode ja, oa over Willem Endstra en wat hij besproken heeft met de CIE en daaraan vooraf.
Rechter: Ja.
Soerel: Dus dat sluit aan.
Rechter: Prima, dan zou ik zeggen begint u daar nu mee. U krijgt nu gelegenheid om uw stuk voor te lezen.
Soerel: Ja, het duurt ongeveer 15 minuten, denk ik.
Rechter: Prima. Geen probleem, gaat uw gang.
Mr. Betty Wind: U heeft het op schrift zie ik, mogen wij daar ook een kopietje van?
Soerel: Ja tuurlijk, ik krijg ook veel van u.... hehehe.
(ook gelach op tribune)
Mr. Wind glimlachte flauw: Dat klopt, maar daar zijn wij dan ook voor.

VERKLARING DINO SOEREL:

Soerel: In de visie van het OM blijkt uit de gesprekken van Willem Endstra met de CIE dat Willem Endstra Soerel nadrukkelijk in de hoek van de geweldplegers plaatst. Ook zouden deze gesprekken steun moeten geven aan de opdrachtgevende positie van Soerel. Endstra beschouwt Soerel als de leidinggevende van de criminele organisatie. Ik ontken bovengenoemde verdenkingen met klem. Ik wil graag reageren op deze CIE-gesprekken van Willem Endstra.

Ik wil eerst 2 stappen teruggaan voorafgaand aan de gesprekken van Endstra met de CIE, en dan eerst naar de mislukte aanslag op John Mieremet op 26 februari 2002. Volgens de politie - het nummer is dan van het dossiernummer, en de pagina, die had ik erbij- was deze aanslag meteen de breuk tussen John Mieremet enerzijds, en Willem Holleeder en Endstra anderzijds.

Vermoedelijk bracht deze aanslag ook de breuk tussen Holleeder en Willem Endstra naderbij. Voor deze aanslag hadden Holleeder, Mieremet en Endstra een zowel vriendschappelijke als zakelijke relatie. Er waren samen vakanties, etentjes, telefoongesprekken, oud&nieuw-feesten en onroerend goed-zaken, niets aan de hand. Alles terug te vinden in de verklaringen en telefoon-taps in het Kolbak-onderzoek. Later in dat jaar, 6 maanden na de mislukte aanslag op hem, stapte John Mieremet in augustus en september van 2002 naar De Telegraaf voor een interview met John van den Heuvel en doet een boekje open over zijn criminele handel met Holleeder en Endstra, en dan met name over het afpersen van de zakenmensen.

("Nou, ik heb citaten van die krantenartikelen, u heeft er zojuist ook al iets over gelezen. Er staat bij waar ik ze vandaan heb. Ik heb ze uit het Kolbak-dossier, daar zijn ze ook te lezen")

Volgens John Mieremet zou het plan voor het afpersen van vermogende zakenmensen enkele jaren daarvoor zijn ontstaan. 'Sam Klepper en ik waren de drugshandel een beetje zat, de risico's waren te groot en met andere activiteiten viel veel meer geld te verdienen. Er is een plan uitgewerkt om zakenmensen te gaan afpersen. Daarbij speelde ook Heineken-ontvoerder Willem Holleeder en vastgoedhandelaar Willem Endstra een rol. De tactiek kwam erop neer dat via Holleeder contact werd gemaakt met vermogende onroerend-goed handelaren. Het ging om mensen met wie Endstra zaken deed. Maar soms kwamen contacten ook tot stand in een bij zakenmensen populair café in Amsterdam.

Volgens Mieremet werd er door Holleeder voor gezorgd dat er op een normale manier zaken, meestal vastgoedtransacties, werden gedaan. Op een gegeven moment werd er een verhaal opgehangen dat Sam Klepper en ik het op een bepaalde zakenman hadden voorzien. Holleeder kwam dan met een oplossing. Hij kon dan zogenaamd voorkomen dat er geweld zou worden gebruikt, maar dan moest er wel grof betaald worden. Om duidelijk te maken dat het menens was, werden slachtoffers soms beschoten of thuis bezocht. Sommige zakenlieden werden zo bang dat ze bedragen tussen de 10 en 20 miljoen betaalden. Dit gebeurde dan in de vorm van fictieve leningen waarbij Willem Endstra ook een rol speelde. Endstra verstrekte ons zogenaamd een lening en verrekende dat later weer met de afgeperste zakenmensen via vastgoedtransacties.

("Dit is dan het tweede artikel van augustus de week daarvoor, en daarin verteld John Mieremet dus wie hij verdenkt van het opdracht geven van de aanslag op hem. U heeft het zojuist ook al voorgelezen, ik zal het alsnog doen".)

'Het motief achter de aanslag vormt volgens Mieremet een zakelijk miljoenegeschil met twee mensen, Heinekenontvoerder Willem Holleeder en Willem Endstra. Sam Klepper en ik zijn een aantal jaren geleden door Willem Holleeder met Willem Endstra in contact gebracht. Ook andere jongens uit het milieu deden of doen volop zaken met Endstra die bereid is grotebedragen te investeren in onroerend goed zonder naar de herkomst van het geld wordt gevraagd. Je kunt hem zien als de 'Bank van de Onderwereld' en Holleeder als zijn bewaker'. ("Dan krijg je onderop nog dat stukje van dat binnenstormen op dat kantoor.")

'Ik was het gedoe met Endstra en Holleeder zat en mijn vriendin wilde haar geld, in totaal zo'n 50 miljoen gulden. Dat vonden de heren erg lastig. De situatie werd steeds grimmiger. Ria mocht niet meer op het kantoor van Endstra komen in IJmuiden en ook niet meer op het kantoor aan de Apollolaan in Amsterdam-Zuid. Op een gegeven moment was ik het zo beu, dat ik met een pistool het kantoor van Endstra ben binnengestormd. "Ik ga het regelen, Johnny", beloofde Endstra. In plaats daarvan stuurden ze een huurmoordenaar op mij af'. ("Dan loopt het artikel nog een stukje door, en dat heb ik onderstreept, waar hij dus aangeeft van eh... wie hij ziet als opdrachtgevers.)

'Maar degenen die hier thuis op feestjes kwamen, mijn kinderen op schoot namen en krokodillentranen huilden toen ik was neergeschoten, terwijl ze zelf de opdracht gaven, kunnen hun borst natmaken. Ik ben bereid zelf 10, 12, 15 jaar achter de tralies te gaan zitten, maar ik neem er wel een paar mee'. ("Tot zover de citaten".)

Sam Klepper en John Mieremet als geweldadige criminelen, Holleeder als oplosser en Endstra als leningen-verstrekker. Helemaal niets over Soerel. Dat kon ook niet, want ik had helemaal geen bemoeinis met al deze mensen. Niet met Klepper, niet met Mieremet, niet met Holleeder, niet met Endstra en ook niet met de betrokken zakenmensen.

Rampzalige publicaties natuurlijk voor de zakenman Willem Endstra. Mogelijk funest voor zijn bedrijf. Als je als zakenman met Holleeder, Klepper en Mieremet in verband wordt gebracht, en dan wel met afpersing en liquidatiepogingen. Naar aanleiding van de publicaties in De Telegraaf, zag ik een reactie van een verbalisant, uit Kolbak bekend. Onderaan nummer 67 staat: Kennelijk werkt de door Mieremet geënsceneerde druk. Dat Willem Endstra zo gauw om is, doet vermoeden dat er veel waarheid in zit van hetgeen wat door Mieremet wordt beweerd. (einde citaat)

Vervolgens stapt Endstra 6 maanden later, 20 maart 2003, na alle publicaties in De Telegraaf naar de CIE en begint te spreken over de groepering die zich bezig houdt met afpersingen.

(Soerel licht toe aan rechtbank: "Daarachter heb ik de pagina's staan en een gesprek. Het eerste is een gesprek, het tweede is de pagina")

'En gezien de verhoudingen denkt Endstra dat Dino Soerel de baas is van het groepje.'   He?!
Soerel: Dat 'He?!' slaat op mijn reactie toen ik dat las. Mijn mond viel echt open. Hij, daar bedoel ik mee Willem Endstra, heeft zijn eigen betrokkenheid helemaal weggepoetst en in één keer ben ik uit het niets de baas. Hij benoemt ook de afgeperste zakenmensen: Smit, Friedländer, Hummel, Wijsmuller en De Vlieger. Precies die zakenmensen die John Mieremet bedoelde en wat later ook in het Kolbakproces duidelijk werd. Alle afpersingen in die periode waarover John Mieremet in zijn Telegraaf-interview sprak. Alleen had Endstra geen enkele rol meer, en was Dino nu ineens, uit het niets, de baas. Volgens Endstra was de affaire begonnen bij de poging tot liquidatie van Ronald van Essen in december '99, ook exact de door Mieremet aangehaalde periode van samenwerking tussen Holeeder, Klepper, Mieremet en Endstra.

Ik vond, en ik vind, dat nog steeds ongelofelijk. Ik vind het ook onbegrijpelijk dat de CIE-mannen waar Endstra mee sprak hem niet confronteerden met de slechts 6 maanden daarvoor gepubliceerde uitspraken van Mieremet in de Telegraaf. En dat ze niet aan Endstra vroegen of voorhielden: 'Maar hoe zit het dan met jouw rol in die afpersingen, want volgens Mieremet puntje, puntje, puntje, want die beschrijft dan wel de rol van Endstra. Of dat ze hem vroegen of voorhielden, van: 'Maar Mieremet noemt Dino helelmaal niet als betrokkene bij die afpersingen, laat staan als baas'. Tijdens de gesprekken met de CIE sprak Endstra ook over liquidaties en het OM zoekt daarin de opdrachtgevende positie van Soerel. Endstra heeft 15 gesprekken gevoerd met de CIE. Daarin sprak hij over het geven van een opdracht en wie dan wel de opdrachtgever was voor liquidaties of pogingen daartoe, van liquidaties van onder andere John Mieremet tot Sam Klepper, van Ronald van Essen tot Cor van Hout. Hij gaf daarbij ook de motieven. Ik heb het geteld, en een ieder die de Endstra gesprekken heeft gelezen, ziet dat Endstra plusminus 70 keer verwijst naar anderen dan mij als opdrachtgever. Dat moet het OM toch ook zijn opgevallen? Niet één keer spreekt Endstra direct over Soerel als opdrachtgever van welke liquidatie dan ook. Dus hoezo de opdrachtgevende positie van Soerel?

("Later in het pleidooi zullen we hier uitgebreider op ingaan, want als er 70 keer over gesproken is, zijn er ook 70 citaten, maar dat is een beetje teveel om dat nu eh.. te... ik wilde het nu een beetje beknopt houden. Ik citeer wel enkele uitspaken van Endstra over die eh... bepaalde opdrachten")

Citaat Endstra:
En hij, effe voor de duidelijkheid, dat zijn niet mijn woorden, dan heeft ie het over Holleeder.
Zegt Endstra: En hij heeft gewoon Van Hout omgelegd, zijn eigen zwager.
("Dan komt er iemand van de CIE")
CIE-er : Dat zegt ie, of eh...?Endstra: Dat zegt ie gewoon. Hij zei van te voren dat ie hem ging pakken.

Nog een citaat:
Endstra: Maar hij zegt "Ik ben een beest", want hij heeft dus eerst vrienden gemaakt met Sam en John, zijn beste vrienden een broodje brengen 's morgens en op een gegeven moment heeft ie dus geld afhandig gemaakt, en hij heeft ze gewoon effe laten vermoorden, tenminste, die Klepper is al gelukt.

Derde citaat:
CIE-er: Maar hoe weet je nu dat hij Sam heeft laten omleggen?
Endstra: Omdat ie dat gezegd heeft. Hij heeft het mij verteld. Hij zegt: "Ik heb hem om laten leggen".
CIE-er: Waarom? Endstra: Hij zegt: "Dat was een groot gevaar".Dan vraagt die CIE-er: Voor wie?
Endstra zegt dan: Voor hem, en voor mij.

Ander citaat:
CIE-er: Ja, hij was toch bang voor Cor van Hout.Endstra: En toch heeft ie hem vermoord, maareh, hij schiet iedereen dood. Hij schiet mij ook dood als ie kan. En toen zegt ie, weet je wel, hij zegt: "Nee, ik ben een beest", en dat had ie helemaal bedacht. Van te voren had ie helemaal hun vertrouwen gewonnen, toen ie dat had heeft ie geld van ze afgepakt en toen ging ie ze vermoorden en hun spullen afpakken. Dat was het hele plan, issie gewoon
jaren mee bezig.


Ander citaat:
Endstra: Iedereen die hij wil omleggen doet ie heel aardig tegen.
Laatste citaat:
CIE-er: Heb ie het nog over Mieremet dan?
Endstra: Ja, die wil ie ook nog vermoorden. Hij heb dus zo'n lijstje, hij zegt: "Ja, wacht maar, er is nu allemaal wel een beetje veel aandacht, maar dat lijstje staat nog".

("Nogmaals voor de duidelijkheid, dit zijn de woorden van Willem Endstra, en hij heeft het daarbij niet over mij als opdrachtgever. Hoewel, wat ik zojuist voorlas, dit is pas het eerste gedeelte daarvan, bij het pleidooi zullen we daar nog dieper op in gaan.")

Volgens het openbaar ministerie plaatst Endstra Soerel nadrukkelijk in de hoek van de geweldplegers. Ik citeer enkele uitspaken van Endstra omtrent geweldplegers en/of moordenaars.

Citaat:
Paja is de vriend van Holleeder. Hij zat ook heel vaak in Den Haag. Zaten ze.
Nee dat klopt, ze zien elkaar elke dag. Paja orkestreert de moordenaars.

Tweede citaat:
Ze hebben gewoon motorgangs die iedereen neermaaien uit Joegoslavië, dat doen ze via Paja. Maar goed, dat moet Paja regelen, dat kunnen hun dus niet, dus dat moet Paja regelen. Hij schijnt elke ochtend in Den Haag te zitten met die Paja, met die Joegoslaven, met die Paja.

Volgende citaat:
Ik denk wel eens in mijn bed, ik denk wel eens een mes tussen zijn ribben te steken. Dat soort gedachten krijg je natuurlijk. Maar dan komen, zegt hij, dan komen Paja en die Turken. Hij zegt: "Je hele familie wordt uitgemoord"

Ander citaat:
Verder zegt Endstra dat de door Holleeder gebruikte moordenaars overgenomen zijn van het duo 'Spic & Span'.
Endstra: Maar hij doet het dus niet zelf hè. Hij heeft zijn teampje.
CIE-er: Ja, zijn vriendjes, ja. En daar spelen zijn Joegoslavische contacten een rol hè?Endstra: Ja. ("Deze passage heb ik er ook bijgezet, omdat in de voorgeleidingsmappen stond dit citaat ook, alleen daar waren de laatste drie regels, met die Joegoslavische contacten, van Endstra, die waren daarbij weggelaten. Dat vond ik wel opvallend".)

Ander citaat, dan over de moordenaars:
Het zijn wel Joegoslaven. Daar schermt Holleeder mee, dat ie 40 moordenaars heeft hè, dus Colombianen, Albanezen, Russen, Marokkanen, en het belangrijkste de Joegoslaven. Ik denk dat dat het enige is waar je naar moet kijken, bij wijze van spreken. Die Turken, dat zijn geweldsmannetjes, maar die hebben geen hersenen.

Soerel: Ik ben er niet bij geweeest en heb Endstra niet hoogstpersoonlijk zwaar bewapend bedreigd, zoals Endstra zegt. Dat is onzin. Zoals ik al zei, dat hij meermaals in die gesprekken aangeeft dat het Joegoslaven zijn geweest die een vuurwapen in zijn buik hebben geduwd. Feitelijk neemt ie dan min of meer die beschuldiging van het bedreigen weer terug. Endstra benoemt ook geen geweldadigheden van mij, niet tegen onroerendgoed-handelaren, niet als moordenaar, dat zijn volgens Endstra Colombianen, Russen en andere nationaliteiten, maar vooral Joegoslaven, Niet als geweldpleger, dat was een Turk volgend Endstra, zonder hersens. Dus hoezo Soerel in de hoek van de geweldplegers, voortvloeiende uit andere oneliners, zoals ik ze noem, bij Endstra? Totaal ongefundeerd overigens.

'Dino is de koning van de onderwereld, de ongekroonde'
Nou, ik neem nauwelijks de moeite om hierop te reageren. Maar hoe komt Endstra, die niks met criminelen te maken wil hebben, hier nou bij? De CIE-verbalisanten sloegen overigens ook niet enthousiast aan, gezien hun reactie tijdens dat gesprek. En het lijkt me toch echt wel dat deze mensen daar meer van zouden weten.

'Dino is de gevaarlijkste' En dan is mijn vraag: Hoezo dan? En waarom dan? Wees eens concreet dan als je komt met zo'n beschuldiging.

Dan heeft ie het over: 'Die Dino-dreiging' Hij staat gewoon doodstil te kijken. Ik kan u vertellen, ik denk dat het daarover, over dat moment gaat, want daar heb ik hem een keer gezien. Dat was op een moment bij een grage, bij de garage van Brouwer in Haarlem. Holleeder en Endstra waren daar, 's morgens was het. Hun waren daar al aanwezig, Holleeder en Endstra waren er al, ik kwam eh.. aanrijden. De deur stond open... of de deur stond half open, zo'n grote roldeur. Daar moest je onderdoor. En ik hoorde geschreeuw. Dus ik hoorde Holleeder schreeuwen, tegen Brouwer. En Brouwer schreeuwde weer terug. Dus ik kom net binnen lopen, en het ging over een reparatie, er was een nieuwe deur besteld en die was besteld in Duitsland, en die was nog niet geleverd, dus die reparatie was nog niet volbracht, of hij was er nog niet eens aan begonnen. Daar was het over dacht ik. Daar was Holleeder heel boos over tegen Brouwer, en die gingen tekeer tegen elkaar. Endstra stond er ook bij, die stond er bij te kijken en die zei ook niks, en ik kwam net binnen lopen en ik stond er ook naar te kijken, maar ik vond het eigenlijk een beetje.... ik wil niet zeggen genant, maar ik dacht, waar maak je je eigen druk over? Wat ken die man er aan doen?

Zo stond ik erbij te kijken, en op een gegeven moment dacht ik, ja dit gaat nergens over, en toen heb ik me omgedraaid en ben ik gewoon weggelopen. Aan de overkant is een eh... viswinkel. Dus daar ben ik rustig een broodje gaan eten en een kop koffie gedronken, tot dat ik zag dat ze wegwaren. Dat is het enige moment dat ik Endstra heb gezien dat ik dit in plaats. Ja, hij zegt: 'Dino stond doodstil', ja dat vindt hij doodeng, dat was die Dino-dreiging... Nou, dat was een beetje..eh.. ik weet niet waarom hij dat zo uit in die gesprekken. Wat mischien belangrijker is, hoe komt Endstra aan deze uitspraken? Endstra heeft na de beruchte foto van hem en Willem Holleeder geen contact meer met Willem Holleeder in het openbaar. Ze hadden afspraken in het Amsterdamse Bos en bij Endstra thuis, hockeyveldjes, enzovoort, enzovoort. En ze waren altijd 1 op 1. Ik citeer enkele uitspraken van Endstra zelf en van één getuige.

Citaat:
Endstra: Nee, zijn boekhouder *Marcel Kaatee komt steeds vertellen dat ik  daar en daar moet komen. Hij zegt altijd wanneer ik moet komen en dan praat hij altijd alleen met me.


(*Marcel Kaatee is vrijgesproken)

2e Citaat:
Endstra: Nou, dat heb ik dan weer, een bedreiging.
CIE-er: Waar was dat?
Endstra: In het bosplan. Ja Kaatee zei dat ik in het bosplan moest komen,  en ik kwam aan. Hij (Holleeder) zegt: Die ouwe, als je de rest niet betaald, die ouwe vermoord je binnen twee tellen, weet je wel. Ja, binnen twee tellen wordt je omgelegd.
CIE vraagt dan: Weer alleen?
Endstra, over Holleeder: Hij was weer alleen.

Een citaat van Bram Zeegers, de advocaat van de oudste zoon van Willem Endstra:
De ontmoetingen tussen Wim en Holleeder waren altijd 1 op 1 in het Amsterdamse Bos.

Ik ben er nooit bij geweest. Ik weet ook niet wat daar besproken is tijdens die 1 op 1 ontmoetingen, maar ik heb sterk het vermoeden dat Holleeder uit mijn naam allerlei onzinnige verhalen over mij heeft opgehangen in zijn belang. In het belang van Holleeder dan.

Daarbij heeft Endstra op sommige momenten ook aantoonbare leugens over mij tegen de CIE vermeldt. Zoals ik al eerder zei over die pillenperiode en met Van Daalen en Van Essen helpen ontsnappen. De wapens in de Nachtwachtlaan en niet te vergeten dat Moszkowicz-moment. Wat mij het meeste typeerde aan Endstra tijdens die gesprekken, is als ik dan eh... ik kom natuurlijk ook ter sprake, dan heeft ie het over mij en nu komt het
 
Ik ben er nooit bij geweest. Ik weet ook niet wat daar besproken is tijdens die 1 op 1 ontmoetingen, maar ik heb sterk het vermoeden dat Holleeder uit mijn naam allerlei onzinnige verhalen over mij heeft opgehangen in zijn belang. In het belang van Holleeder dan

Citaat: Endstra: Enne, onze vriend Dino dat is de koning, de ongekroonde.
De CIE: Ik blijf het raar vinden.
Endstra: Ja, ik geloof het. Sidderen en beven, alle boeven...
CIE: Ja?
Endstra: Ze beven en sidderen. Ik kan je een verhaal vertellen, maar goed,
dat, dat.....

("De CIE, die kennelijk dan toch denkt, nou komt er iets.")
De CIEer zegt dan: Nou, dat is toch belangrijk.
Endstra zegt dan: Ja, maar dat voegt niets toe.

Mijn verbazing was natuurlijk: Dat voegt niets toe.
Dus je vertelt van alles over Holleeder, over het afpersen, over het geven van opdrachten van liquidaties, in elk geval op Sam Klepper, Cor van Hout en op Mieremet, waar ie dus van te voren of achteraf over was ingelicht. En dan wordt je uitgenodigd om over Soerel te vertellen en dan is het antwoord: Dat voegt niets toe.

Hierbij wil ik het voorlopig laten. Het is een beetje beknopt, in het pleidooi zullen we er uitgebreider op ingaan, en dan wil ik eigenlijk wel teruggaan waar ik het met u over had, gisteren was dat geloof ik, of vorige week, eh ja, over dat 'kopstuk' en 'top-crimineel'. Wat ik eigenlijk al zei, dat wil ik nu eigenlijk wel motiveren, dat met mij, rondom mijn persoon. Na de publicaties in 2006, dus na de arrestaties kwamen eerst de publicaties op internet, en daarna kwamen ze in boekvorm uit (De Endstra-tapes). Oneliners zoals ik ze noem, de Koning van de onderwereld, de gevaarlijkste, nou dat, daar zit verder geen onderbouwing bij, maar vanaf dat moment is het door de media overgenomen. Ik herken nog die koppen in De Telegraaf, 'Baas Holleeder achter moord Imaç' enne, 'De Koning van de Onderwereld' en zo zijn er nog wel een paar citaten. Zoals over Imaç zijn we achter gekomen, heeft mijnheer La Serpe over gezegd, ja: Zo heb ik dat nooit gezegd.

Ja, dan gaat dat broeien en mijn wegblijven heeft natuurlijk ook geen positieve bijdrage geleverd. Dat heeft de hype natuurlijk ook alleen maar groter gemaakt. Maar na 2006 is die beeldvorming... Tja, dat heeft natuurlijk gigantische vormen aangenomen. En als je dan...  Mijn mening is, dat dat gebaseerd is op die Endstra-gesprekken. En dat is zo'n beetje het begin geweest van die gekte, vind ik. Als je nog daarbij ziet, de aanhouding op zich, op de Rozengracht. Als van te voren de lokale nieuwszender AT5 van te voren wordt aangeroepen om maar aanwezig te komen zijn, want er gaat natuurlijk wat gebeuren en er staat dan een hele cameraploeg klaar, en daarna persconferenties van: "We got him!", ja dan ben je natuurlijk eh... klaar. Dus op uw vraag,van wat is het kopstuk, wat is een top-crimineel? Ja, dat is dan, denk ik.... ik denk vanuit de media gekomen. Ik denk ook niet dat dat op een andere manier naar buiten is gekomen, eh... naar voren is gekomen.

Rechter: Mag ik daar even op ingaan? Want u beschrijft nu wat er na de achterbankgesprekken is gebeurd, maar je zou je ook kunnen afvragen, hoe komt Endstra daar nou aan en u zegt dat uw beeld is dat Holleeder uw naam heeft gebruikt. En mijn vraag is nou: Wat voor positie had u nou dat Holleeder u zo dreigend kon neerzetten, dat Endstra die toch geen kleine jongen was, daar zo van onder de indruk raakte, dat kennelijk Mieremet zich daardoor laat overtuigen als men met uw naam komt, dat u kennelijk een soort reputatie krijgt, terwijl u zich hier heeft gepresenteerd, nou als een soort vriend van Holleeder, maar niet in de zaken met hem, wat in de kleinere hasjtransportjes en enig verleden in het Freefighten, maar ook niet al te veel. Hoe kunt u zo'n reputatie hebben dat dat zo opborreld.

Soerel: Ja... laat ik vooropstellen, ik ben niet het braafste jongetje van de klas. Daar zijn...eh, daar spreken ook zaken uit het verleden. Ik verwijs in ieder geval naar Zuil, en naar bepaalde mensen die ik ken. Ik ben geen onbekende, en ik ben ook niet het braafste jongetje van de klas. Dat zou wel heel schijnheilig en doorzichtig zijn om mezelf zo te presenteren. Hoe Endstra daarbij komt, dat heb ik ook al aangegeven, dat kan niet anders dan door Holleeder. En Holleeder heeft er wel de hand van om, mensen te zeggen van nou die en die, bv freefighters, ik zeg maar wat, te zeggen van die en die horen bij elkaar, die en die groepen, daar heeft ie wel.... kijk, het is natuurlijk makkelijk om te zeggen van, kijk dat is de gevaarlijkste.

Rechter: Ja, maar u heeft ook gezegd, dat doet ie wel met meer mensen. U heeft de naam van Dick Vrij genoemd en u heeft in het kader daarvan ook onderzoekswensen ingediend. Mijn vraag is nu: Wat is er nu zo bijzonder aan u, dat Endstra, zelf geen kleine jongen, zo bang voor u kan worden, dat iemand dan Mieremet, zelf ook helemaal geen kleine jongen, kennelijk daar een soort waarheid in ziet, en zich door Endstra laat overtuigen. Wat was er nou zo bijzonder aan u dan?

Soerel: Ja, dat vraag ik mij zelf natuurlijk ook af, want als je dan vraagt, van wat heb je dan uitgespookt dat ik eh... ik geloof niet dat John Mieremet zo onder de indruk was van mij, dat geloof ik niet, dat zie ik er niet in terug, en tegen Endstra, daarom haalde ik dat citaat ook aan, dan zegt Endstra tegen de CIE zegt, dat zou Holleeder dan tegen hem gezegd zou hebben: Ja die ouwe vermoord je binnen twee tellen. Dat was een afspraak 1 op 1. Dus dat zegt Holleeder tegen Endstra, als je niet betaald dan vermoord die ouwe je binnen een of twee tellen. Die ouwe, dus Hillis bedoeld, zit dus waarschijnlijk in het buitenland, dus dat is een gesprek, maar daarmee kun je wel iemand bang maken, als je zegt van, nou eh, die vermoord je zo binnen een of twee tellen, destijds heeft ie dat ook gedaan met Joegoslaven, als personen, dreigen met Boemannen zeg maar.

Rechter: Ja, maar ik denk niet dat Holleeder, als die ...(onverstaanbaar)... pakt en zegt die vermoord je binnen twee tellen, dat die andere erg onder de indruk zijn, zeker niet als die andere in datzelfde milieu zitten en een heleboel mensen kennen.
Soerel: Ja maar, Willem Endstra zat dan wel in het, hoewel hij dat zelf altijd ontkent heeft, maar die zat wel in datzelfde milieu. Alleen die was natuurlijk meer met het geldverhaal bezig. Die was niet zozeer dat hij hij zich omringde met sterke mannen.
Rechter: Nee maar volgens Mieremet waren toch veel mensen klant bij hem.
Soerel: Daarom zeg ik, hij...
Rechter: Dus langs die weg kent hij natuurlijk wel een boel mensen, en ongetwijfeld ook met reputaties, en dus zal ie ongetwijfeld ook zijn eigen veiligheidsrisico hebben ingecalculeerd, dus nogmaals, waarom wordt Endstra dan zo bang van Holleeder die met uw naam gooit, terwijl u alleen wat Freefight en hasjtransportjes doet, en dat dit er vervolgens uit voortvloeit. Ik snap het gewoon niet.
Soerel: Ja eh, dat probeer ik u uit te leggen, ik denk dat Holleeder mij heeft opgepompt. En ik bedoel, ik zit hier natuurlijk ook niet voor een paar hasjtransportjes, want ik ben natuurlijk met mensen omgegaan die natuurlijk wel een bepaalde naam hebben. En dan noem ik Mink Kok en Femer, dus ik bedoel van ik ga hier niet zitten van ik ken helemaal niemand, maar ik ken ook niet iedereen. En daar is is is Holeeder op gaan surfen, naar Endstra toe. En dan zeg ik, dan haal ik aan, dat zie je ook terug in die CIE verhalen: Ja, ik durf het niet tegen Dino te zeggen. Of zoiets, zoiets dergelijks.
Rechter: De grote mensen die u net noemt, ik noem ze maar even groot, die noemen u in het cirkeltje met Holleeder en Hillis, dus het is niet alleen maar Endstra, het zijn er meer. Dus, hoe komen die daar dan bij, als klein hasjtransporteurtje? Nou ja, die vriendschap met Holleeder, laten we daar maar niet verder over doorgaan.
Mr. Nico Meijering: Welke grote jongens doelt u nou op?
Rechter: Nou ja, bv Mink Kok, nou ja, daar komen we nog op, over die drie jongens die met elkaar op dat eilandje zitten. Eh, ik wil maar zeggen, het is niet alleen van Endstra afkomstig. Er zijn meer bronnen in ieder geval, waarvan we niet hebben kunnen vaststellen dat Endstra hun primaire zegsman is. En mijn vraag aan de heer Soerel is, hoe komen al die mensen die dus in dat milieu verkeren daar dan bij?

Soerel: Dan is het in eerste instantie mischien goed om te weten wanneer die getuigengesprekken dan zijn gevoerd. Want als die na 2006 zijn gevoerd, dan is dat mischien wel uitlegbaar. Dan is dat mischien naar aanleiding van die CIE gesprekken. 

Tot zover.

Morgen een verslag van de zitting van dinsdag 11 oktober.
 
Bondtehond

maandag 10 oktober 2011

Het Liquidatieproces - Onverminderd spannend

Het grote liquidatieproces Passage is al enkele jaren bezig en niet eerder heb ik zittingsverslagen moeten uitstellen tot een nader te bepalen tijdstip. Wegens persoonlijke omstandigheden is dat nu het geval en ben ik voor het eerst enkele zittingen achter geraakt. Mijn excuus hiervoor. Dat wil echter niet zeggen dat ik niet aanwezig was in de bunker, geen notities heb gemaakt en die niet alsnog zal publiceren. Volgende week is het sowieso herfst- vakantie, ook voor de rechtbank, dus is er extra tijd om weer up to date te geraken.

Alvast bedankt voor uw begrijp.

Stay tuned !

Bondtehond

woensdag 5 oktober 2011

'Heeft uw broer verder wat over de Neus verteld?'

De zittingen rond verdachte Dino Soerel zijn al enkele dagen bezig en hoewel er steeds iets tussen komt, zoals de laatste bekentenis van kroongetuige Peter La Serpe over de geheime kluisverklaring waarin hij Willem Holleeder linkt aan een liquidatie, zit er nu redelijk progressie in de zaak Soerel. Langzaam maar zeker, soms met kleine stapjes, of met toestemming van de verdediging in wat grotere stappen,behandelen de rechters de deeldossiers Agenda, Perugia, witwassen en de vermeende criminele organisatie waarbinnen dat zou hebben plaatsgevonden. (Art.140)


De meeste zaken zijn reeds lang en breed aan de orde geweest bij de andere verdachten, dus Mr. Nico Meijering is zeer goed op de hoogte van de inhoud van de meeste deeldossiers. Vandaar dat de rechtbank soms vraagt of het nodig is opnieuw van a tot z door de dossiers heen te gaan. Tenzij Soerel zelf wil dat de rechters de zaken verder uitdiepen, staat Mr. Meijering toe de wat grotere lijnen te volgen. Soerel heeft overigens een behoorlijk goede dossierkennis opgebouwd in de zeven maanden voorbreidingstijd die hij destijds kreeg. Je zit er soms van te kijken hoe goed hij in staat is details te benoemen of weet waar bepaalde zaken terug zijn te vinden binnen zijn dossier.

Vandaag stond een getuige op het programma op verzoek van de verdediging. Tijdens het kenbaar maken van de onderzoekswensen had de verdediging verzocht om de heer Jopie van der Bijl, de broer van Thomas van der Bijl, als getuige te mogen horen op zitting. De rechtbank wees dat verzoek toe. Dinsdag was het zover. Jopie zat al in de wachtkamer en was er helemaal klaar voor. Tegelijk met de raadslieden liep de getuige de bunker-rechtszaal in.

Voorzitter Mr. Lauwaars opende de zitting, maar een van de vrouwelijke rechters nam de eed af bij Johannes Gerardus van der Bijl en nadat zij had gevraagd of hij familie had in de zaal, wat hij ontkende, nam zij ook het eerste gedeelte van het verhoor voor haar rekening.

(Wat volgt is een samenvatting)
Rechter: U bent de broer van Thomas van der Bijl. U heeft al eerder contacten gehad met de politie. De verdediging heeft gevraagd u te mogen horen. Het OM kan u ook vragen stellen, en uiteraard de advocaten.

We beginnen met de moord op Kees Houtman.Op dat moment is uw broer gaan praten met Maria Houtman. Heeft uw broer verteld wat hij heeft besproken?
Jopie: Remmers en Burger hebben daar bijgehoord, vertelde hij. Dat stond ook op een briefje.
Rechter: U heeft dat briefje ook gegeven aan de politie. Wat werd er over gezegd?
Jopie: Er werd niet veel over gezegd. Hij was een beetje van slag af. En die minidisk gaf ik, zo'n Cd-rom met dat gesprekje. Ik heb er nooit naar gekeken. Het was een fotokopie.
Rechter: Een fotokopie?
Jopie: Ja.
Rechter: Wanneer was dat?
Jopie: In december of januari, dacht ik.
Rechter: Hij zei zomaar, ik heb een briefje?
Jopie: Ja, dat gaf ie aan me.
Rechter: Had u contact met Maria Houtman?
Jopie: Nee. Gewoon een bakkie drinken. Niet over de zaak praten.
Rechter: Dat lag nogal moeilijk?
Jopie: Ja.
Rechter: Is er over het lijstje gesproken?
Jopie: Niet met mij.
Rechter: Wat werd er wel gezegd?
Jopie: Die Neus pakt me.
Rechter: Zei ie dat?
Jopie: Hij zei dat ie vermoord zou worden. Hij had een kogelvrij vest aan en een pistool bij hem.
Rechter: En andere mensen?
Jopie: Nee, dat weet ik niet.

Rechter: Verteld u eens hoe u aan dat andere briefje kwam?
Jopie: Ik kreeg een briefje met namen erop in het café. Dino Soerel zou erachter zitten en Fred Ros. Die zou in Spanje zitten.
Rechter: Welk café?
Jopie: Dat weet ik niet meer.
Rechter: Kwam u daar vaker?
Jopie: Nee, ik kwam niet vaker.
Rechter: Hoe kwam u in dat café?
Jopie: Ik ben gewoon gegaan.
Rechter: Waarom dacht u dat u daar wat zou horen?
Jopie: Dat waren café's waar mijn broer wel eens kwam.
Rechter: Welk café?
Jopie: Weet ik niet meer.
Rechter: Of wilt u dat niet zeggen?
Jopie: Iemand gaf me gewoon een briefje.
Rechter: Daar waren mensen die u vraagt of ze wat weten, keken ze niet raar toen u dat vroeg?
Jopie: Nee.
Rechter: Van wie kreeg u dat briefje?
Jopie: Weet ik niet.
Rechter: Dus u gaat naar een café, wat werd daar gezegd.
Jopie: Fred Ros heeft het uit laten voeren en die zit in Spanje.
Rechter: Heeft u er verder over gevraagd?
Jopie: Nee, ik was blij van wie ik het kreeg.
Rechter: Dus u kunt niet vertellen wie de bron was?
Jopie: Nee.
Rechter: Vlak na zijn dood?
Jopie: Ja, drie of vier weken daarna.
Rechter: U heeft op een gegeven moment contact gekregen met Gietema.
Jopie: Ja.
Rechter: Heeft u het toen verteld?
Jopie: Ja.
Rechter: Wat?
Jopie: Dat Dino Soerel de opdrachtgever was en Ros de uitvoerder was, toen we met de familie de eerste keer kwamen.
Rechter: Gietema vertelde dat u kwam en dat het toen al in de media was verschenen.
Jopie: Dat weet ik niet.
Rechter: Wat deed u met het briefje?
Jopie: Ik heb het weggegooit.
Rechter: Wilde Gietema het niet hebben.
Jopie: Nee.
Rechter: Hoe reageerde de heer Gietema?
Jopie: Weet ik niet.
Rechter: Heeft u Maria Houtman gesproken wie de opdrachtgevers waren?
Jopie: Nee.
Rechter: Waarom zo verschillend omgaan met de briefjes? Het ene briefje heeft u bewaard en het andere weggegooit.
Jopie: Weet ik niet meer.

OM: Mijnheer Van der Bijl, u heeft het briefje een dag later weggegooit. De dag nadat u het kreeg. Heeft u nog gedacht het briefje aan de heer Gietema te geven?
Jopie: Nee.
OM: U zei later dat u zei dat u niet wist van wie het briefje kwam. Kunt u nog bedenken, als u diep graaft in uw geheugen, waar dat briefje vandaan kwam?
Jopie: Nee.

Vervolgens kon Mr. Nico Meijering vragen stellen aan Jopie van der Bijl.

Mr. Nico Meijering: Waarom, u was natuurlijk op de hoogte van de geweldadige dood van uw broer, waarom bent u zelf op onderzoek uit gegaan?
Jopie: Ik wilde weten wie erachter zat en dat het opgelost wordt.
Mr. Meijering: Dat was de reden, om een bijdrage te leveren om de gruwelijke moord op te lossen?
Jopie: Ja.
Mr. Meijering: Heeft u nog iets anders gedaan?
Jopie: Nee.
Mr. Meijering: U heeft het al eerder verteld, over dat Thomas u een en ander heeft verteld: 'Ik ben de volgende. De Neus pakt me'. Heeft uw broer verder wat over de Neus verteld?
Jopie: De Neus bedreigde Endstra. Flipper zou de Neus aanpakken.
Mr. Meijering: 2003 'Mij is ook verteld dat de Neus Flipper heeft doodgemaakt'. Heeft uw broer dat verteld bij leven van Flipper of daarvoor.
Jopie: Daarvoor ja.
Mr. Meijering: U heeft nog iets verteld. Dat Holleeder van Hout heeft vermoord. Hij verteld het voor die tijd. U zegt dat hij dat steeds heeft verteld. Heeft hij dat voor die tijd verteld?
Jopie: Voor die tijd.
Mr. Meijering: Heeft hij verteld hoe hij het wist?
Jopie: Nee.
Mr. Meijering: Ik weet hoe moeilijk het was voor u. U had een goede vertrouwensband met uw broer. Bepaalde dingen heeft hij met u gedeeld. Kunt u iets bedenken waarom hij dit met u deelde?
Jopie: Nee.
Mr. Meijering: Heeft Thomas wat verteld over afpersing?
Jopie: Over Endstra en Houtman heeft ie verteld.
Mr. Meijering: Kunt u de rechtbank vertellen wat u daarover weet?
Jopie: Ze kwamen in de Scheldestraat en toen moesten ze stoppen bij een winkeltje. Dat pand was van Mieremet. En ze wilden niet dat daar aangezeten werd. Toen moest Houtman betalen.
Mr. Meijering: Om hoeveel ging dat?
Jopie: 1,1 miljoen.
Mr. Meijering: En Endstra? Wat vertelde hij?
Jopie: Nou dat Endstra afgeperst werd door de Neus.
Mr. Meijering: Wanneer?
Jopie: Dat weet ik niet meer.
Mr. Meijering: Vriendschap, weet u daar iets van, tussen Cor van Hout en Endstra?
Jopie: Weet ik niet.
Mr. Meijering: Ik zie op pagina twee van uw verklaring: 'Toen Flip nog leefde, ging hij Holleeder aanpakken omdat hij zijn vriend Endstra bedreigde'.
Jopie: Ja, dat vertelde mijn broer.
Mr. Meijering: Cor van Hout en Endstra waren bevriend, zegt u?
Jopie: Ja, ze zaten in het onderhoud van de panden. Flip en Endstra gingen toen goed met elkaar om. Mijn broer en Flip onderhielden de panden van Endstra.
Mr. Meijering: Maar dat is al lang geleden hè?
Jopie: Ja, hij had Holleeder wat aan willen doen. Had ie het maar gedaan, dan hadden ze alletwee nog geleefd.
Mr. Meijering: Ja goed, u zegt: 'Ze wilden hem wat aandoen'
Jopie: Ja, ze stonden te stotteren en hij (Thomas) was helemaal van slag af. Hij was er ziek van.
Mr. Meijering: U begrijpt dat 'ze' wat wilden doen?
Jopie: Ja, Thomas wilde de Neus omleggen.
Mr. Meijering: Nu bedoelt u Holleeder ombrengen?
Jopie: Ja,  hadden ze het maar gedaan.
Mr. Meijering: Wie zou het doen?
Jopie: Ja, hij. Of mischien zou ie het wel laten doen.
Mr. Meijering: Hoe kwam u tot de conclusie dat ze dat wilden doen?
Jopie: Ja, dat zag ik gewoon.
Mr. Meijering: Hoe dan?
Jopie: Aan hem.

Rechter: Waarom moesten deze punten aan de orde komen?
Mr. Meijering: Ik ben vanmorgen nog even door de verklaring heen gelopen. Ik zal nu komen aan de punten.
U bent verhoord bij de rechter-commissaris. U bent stellig dat u de naam Soerel bij de recherche heeft laten vallen. Nu bent u alle keren door de leider van het onderzoek de heer Gietema gehoord. Gietema is door ons gehoord en heeft verklaard dat u allerlei namen heeft laten vallen, maar nooit de naam van Soerel. Kunt u daar op reageren?
Jopie: Op het hoofdbureau kwam ik, daar was Teeven ook bij. Toen heb ik Soerel genoemd. Daar waren mijn broers en zusjes bij.
Mr. Meijering: Maar heeft u er een verklaring voor dat Gietema nimmer de naam Soerel heeft horen zeggen?
Jopie: Weet ik niet.
Mr. Meijering: U weet het niet. Ik denk dat u, heel graag deze moord wil oplossen. Ik heb moeten constateren dat de heer Gietema zegt dat u Soerel nooit heeft genoemd. Wij denken dat u de moord erg graag op wil lossen. U wilt daar graag aan bijdragen door de naam Soerel te noemen omdat u weet dat hij verdachte is.

Rechter: Er vielen veel namen, Ros, Remmers, Burger. Er staat mij bij dat hij zei: 'Er werden veel namen genoemd'  'Volgens mij heeft Gietema niet verklaard dat hij zeker weet dat de naam Soerel niet is gevallen.
Mr. Meijering: U wijst mij terecht daarop. Maar ik kan u verklaren waarom ik dit zo durf te formuleren., aangezien ik er sterk op vertrouw dat de heer Gietema de naam wel genoteerd zou hebben als die genoemd zou zijn.
Jopie: Ik blijf erbij, de naam is genoemd. Teeven was er ook bij.
Mr. Meijering: U bent meerdere keren geweest hier op zitting in de bunker. Ook toen Maria Houtman heeft verklaard. U heeft dat gehoord. Kunt u dat herhalen wat zij verklaard heeft op zitting?
Jopie: Nee, dat weet ik niet meer.
Mr. Meijering: Dank u wel.

Mr. Leon van Kleef: Toen u bij de heer Gietema kwam, had u het briefje toen bij u?
Jopie: Nee, het zat in mijn hoofd.
Mr. Van Kleef: Heeft Thomas wel over Soerel gesproken?
Jopie: Nee.

Mr. Sander Janssen: Er is eerder over het briefje gesproken. U zegt het volgende: 'Ik ben op onderzoek uitgegaan en heb van iemand een briefje gekregen met namen er op. Dat briefje zou u hebben weg gegooid. Bij de politie verklaart u echter helemaal niet over een briefje. U zegt het van iemand te hebben gehoord, maar u noemt dat briefje niet.
Jopie: Dat zeg ik gewoon. Dat was ook zo.
Mr. Janssen: Kunt u aangeven waarom u het in die tijd niet over een briefje heeft ?
Jopie: Nee dat weet ik niet.
Mr. Janssen: U zegt bij de politie : 'Ik heb het gehoord' en hier zegt u: 'Ik heb een briefje gekregen'. Heeft u een verklaring daarvoor?
Jopie: Nee.
Mr. Janssen: Dank u.

Peter La Serpe stelde ook een vraag.
La Serpe: Ik vroeg mij af, toen hij dat briefje kreeg of hij behoefte had om met iemand te bellen?
Jopie: Nee.
Rechter: Had u behoefte iemand te vertellen?
Jopie: Nee.
Rechter: Wilde u het niet delen?
Jopie: Ik heb het enkel aan mijn zusjes en broertjes verteld.

OM: U zegt:'Ik kreeg het briefje. Dino is de opdrachtgever, en Ros is de uitvoerder.'
Jopie: D. Soerel en Ed Ros.
OM: Wat werd erbij verteld?
Jopie: Niks.
OM: Geen vragen meer.

Rechter: Dank u wel, mijnheer Van der Bijl.
Jopie mocht gaan, en verliet de rechtszaal.

De rechtbank wil 10 oktober verder met Perugia, de organisatie, de professionaliteit, de telecomgegevens en met de kluisverklaring van Peter La Serpe.

Soerel krijgt dan nog gelegenheid vragen te stellen, voor zover het hemzelf betreft. De rechtbank wil maandag proberen alles af te ronden. Wel zal de verdediging vragen willen stellen over de kluisverklaring van kroongetuige La Serpe.

Bondtehond