dinsdag 20 september 2011

'Voorzitter, wat een lef!'

Zoals vrijdag aangekondigd kreeg de verdediging van Dino Soerel maandag meteen bij aanvang van de zitting de gelegenheid in een betoog van zo'n twee uur verzoeken tot nader onderzoek te doen. Mr. Nico Meijering was vandaag als enige raadsman aanwezig aan zijde van cliënt Dino Soerel. Alleen medeverdachte Jesse Remmers was aanwezig als toehoorder, omdat zoveel zaken ook zijn zaken raken, aldus Mr. Betty Wind. Nadat de voorzitter Mr. Lauwaars iedereen welkom heette, kon Mr. Meijering meteen beginnen.


De raadsman riep allereerst bij de rechters in herinnering dat de verdediging reeds op 9 juni de noodklok luidde en de rechtbank gemotiveerd had laten weten dat vanwege diverse ontwikkelingen het spreekwoordelijke water de verdediging aan de lippen staat. Het grote probleem voor de verdediging kon gevonden worden in de kennelijke, onder meer bij het OM en recherche, spelende krachtige mechanismen die het Passage-proces slechts één richting in wil leiden: n.l. de richting van de veroordeling. Mechanismen die een normale verdediging kennelijk praktisch onmogelijk moeten maken. In juni liet de verdediging maar liefst een zestal recente voorbeelden voorbij komen waarin mechanismen zonder uitzondering hun schadelijke uitwerking hadden op een eerlijk proces, aldus Mr. Meijering.

Volgens de raadsman waren het voorbeelden die linksom of rechtsom toevallig boven waren komen drijven. Toevallig, aangezien de krachten ook zodanig zijn dat de misstanden zoveel mogelijk verborgen dienen te blijven. Dat geeft bij de verdediging steeds weer een onverteerbare onzekerheid dat deze mechanismen al lang en breed hun werk elders in dit proces hebben gedaan en nog steeds doen, maar dat de verdediging daar geen enkele grip op kan krijgen: wat is er immers nog meer verborgen?

Mr. Meijering: We staan aan de vooravond van sluiting van de onderzoeksfase. Anders gezegd: uw rechtbank heeft aangegeven dat we langzamerhand dit gigaproces moeten gaan afronden en dat dadelijk alleen nog met het noodzakelijkheidscriterium de verzoeken zullen worden beoordeeld. Inhoudelijke verzoeken hebben wij nauwelijks meer. Het onderzoek zal zich ons inziens in hoofdzaak weer dienen te richten op gesignaleerde krachten:

-Krachten die er voor gezorgd hebben dat het Baja-BED-thema zo lang mogelijk onder de pet kon blijven.
-Krachten die kennelijk voort blijven gaan om getuigen met oneigenlijke middelen te bewegen om verklaringen af te leggen. Verklaringen waar aldus per definitie vraagtekens bij moeten worden geplaatst.
en
-Krachten die er voor zorgen dat hoe dan ook La Serpe niet vervolgd mag worden voor de geweldadige dood van Bethlehem.

Meijering: De verzoeken die wij thans doen zijn uiteraard gebaseerd op de stand der dingen ten tijde van het opstellen van deze pleitnota. Zo is nog ongewis wat er aan ontwikkelingen zal voortkomen uit "onthullingen" van La Serpe van vorige week dinsdag 6 september jl. waarin hij zich in weinig gunstige zin uitliet over de Hollowpointgetuige (NN1) en de F-getuigen. Ondertussen heeft uw rechtbank vorige week donderdag een aantal getuigen toegewezen op verzoek van het OM, welk verzoek weer was ingegeven door genoemde "onthullingen".

Een gaaf voorbeeld van de wijze waarop La Serpe in essentie zo veel mogelijk de regie houdt en in ieder geval het doen en laten van het OM regisseert. (.....) Lees hier verder

Diverse verzoeken
-Toevoegen ontbrekende verklaring Ad van Hout (Broer Cor van Hout) waar kennelijk sprake van is.
-De verdediging verzoekt de rechtbank het OM op te dragen alsnog antwoord te geven op de vraag of er nog andere (BOB) onderzoeken zijn uitgevoerd of nog steeds lopen. Volgens de verdediging had dit allang moeten gebeuren en de tijd begint te dringen.

II BED-Baja
Zeer uitgebreid wordt door Mr. Meijering ingegaan op het Baja-BED thema.
De verdediging van Soerel, Akgün en Burger wenst te horen op zitting: getuige T055, getuige dhr. Gietema (onderzoeksleider Passage)en de verbalisant T051 of T054. Tevens wordt gevraagd om toevoeging van stukken die T055 heeft aangeleverd aan Dhr. Gietema op basis waarvan dhr. Gietema zijn Baja-BED proces-verbaal van 26 mei jl. heeft opgemaakt.

De verdediging wil de onderste steen boven krijgen wat betreft, de door Gietema zo genoemde, 'begripsverwarring' rond de BBC (Baja Beach Club).

Mr. Meijering: Simpelweg gaat het hier om de vraag wanneer de recherche en het OM op de hoogte zijn geraakt van het feit dat La Serpe van meet af aan over BED heeft gesproken terwijl de andere getuigen in deze (Mevrouw Maria Houtman, dhr. Fred Teeven en getuige Q5) het over Baja Beach Club hebben gehad. Het juridische belang ligt daar waar het OM tot oktober 2010 de bezwarenconstructies tegen met name cliënt Akgün en Soerel telkens heeft opgetuigd aan de hand van de stelling dat 'alle' getuigen het hier telkens over de BBC hebben gehad. Indien men al eerder zou hebben geweten dat zulks niet het geval is geweest, zou het OM, met het oog op een te voeren verweer in deze, mogelijk in strijd met enig beginsel van behoorlijke procesorde hebben gehandeld. Diverse aanwijzingen dat men dit reeds veel eerder heeft geweten zijn terug te vinden in het door ons geformuleerde verzoek om deze getuige en dhr. Gietema te horen.

Meijering vraagt zich af: Waarom was dit al niet met zoveel woorden ons en vooral uw rechtbank duidelijk gemaakt? Allemaal redenen om (destijds) de betrokken verbalisanten te horen. De hier toegewezen getuigen zijn inmiddels gehoord en de conclusie van de verdediging naar aanleiding van die verhoren is dat de betrokken verbalisanten kennelijk nog steeds niet van zins zijn geweest om daadwerkelijk de feiten die hier achter schuil gaan op tafel neer te leggen. Het is daarom dat het van belang is dat opnieuw, maar thans onder ede, deze getuigen bij uw rechtbank zullen moeten worden gehoord.

Hoewel de inhoud ons inziens reeds voldoende grond opleveren om dit verzoek toe te wijzen zal ik desalniettemin enkele 'highlights' er uit lichten waaruit zonneklaar blijkt dat de verbalisanten bepaald nog niet het achterste van hun tong hebben getoond.

Lees : Getuige T055

III La Serpe en Bethlehem
Het volgende thema betreft het gegeven dat La Serpe ondanks de reeks getuigen die tegen de kroongetuige verklaren, (getuigen: F1, F3, Rob de Wit, Peter 'Peerke' S., Hollowpoint-getuige NN1 en Jesse Remmers, die zich hiermee zelfs aangeeft bij de liquidatie van Gerrie Bethlehem aanwezig te zijn geweest) -nog steeds maar- niet vervolgd wordt voor de zaak Bethlehem. Dit is bijna niet uit te leggen aan vaste Passage-toeschouwers en -geïntresseerden, laat staan aan een leek op gebied van strafrecht. De rest van de pleitnota van Mr. Meijering gaat met name daar over.

Mr. Nico Meijering: 'De verdediging wenst nog nader onderzoek te kunnen doen naar de krachten die koste wat kost willen verhinderen dat La Serpe wordt vervolgd voor Bethlehem. Tevens willen wij een te herhalen oproep doen om tot vervolging over te gaan. Wij hebben reeds op de vorige zitting kenbaar gemaakt dat het niet langer bestaanbaar kan zijn dat het OM blijft stil zitten in deze. Het OM heeft het vervolgingsmonopolie.

Totale afhankelijk van het OM. Afhankelijk als het gaat om het onmetelijke belang om de zaak Bethlehem voorgelegd te krijgen aan uw rechtbank. En zolang dat niet gebeurt, wordt dat belang achtergesteld bij het kennelijke belang aan de zijde van het OM om de vervolging van cliënten met "sucses", met een veroordeling te kunnen afronden.

Zolang het OM La Serpe niet in deze gaat vervolgen, wordt de verdediging afgehouden van uw integrale beoordeling van de vraag of La Serpe hier schuldig is en of hij aldus zich tevens schuldig heeft gemaakt aan het lelijkste wat een kroongetuige ook maar kan doen: het wijzen naar een ander terwijl hij het zelf gedaan heeft. En daar nog eens een ruime beloning voor opstrijken. De nachtmerrie van de wetgever die in de voorbije rechtsgeschiedenis al met horten en stoten uiteindelijk overstag is gegaan.

En daarmee wordt de verdediging tevens afgehouden van een mogelijke ultieme consequentie: uitsluiting van het door deze kroongetuige aangereikte bewijs. Zo niet vanwege redenen van rechtmatigheid, dan toch wel vanwege ongeloofwaardigheid. Immers, wie in staat is gebleken niet naar zich zelf maar voor een beloning naar andere te wijzen, is in staat om over alles te liegen voor een beloning. Maar het OM wil niet. En dat begint zo langzamerhand krampachtige vormen aan te nemen.'

Volgens het OM zou de verdediging 'schaakspelletjes' spelen ten nadele van La Serpe en de politie die aan zuivere waarheidsvinding doet.
Meijering: Die moet u vooral even onthouden voor de rest van dit betoog.

Op 23 mei zegt het OM: Wat wij met name willen betogen is dat uw rechtbank niet - onder het mom van het aan de kaak stellen van de rol van La Serpe- terecht moet komen in het ter zitting van het Passage-proces proberen een zaak die niet ten laste is gelegd op te lossen. Daarmee is noch het Passage-proces, noch het belang van de zuivere waarheidsvinding gediend.

Meijering: Dat is ons inmiddels meer dan duidelijk geworden: uw rechtbank mag inderdaad niet van het OM tot een oordeel komen over de rol die La Serpe in de zaak Bethlehem heeft gehad: daarmee "is noch het Passage-proces, noch het belang van de zuivere waarheidsvinding gediend."
Meijering: Voorzitter, wat een lef! Wat een lef om uw rechtbank op dergelijke wijze te declasseren. Waarom zou uw rechtbank daartoe niet in staat zijn? Waarom zou daarmee dit proces noch de waarheidsvinding gediend zijn? Mischien moet het OM dat nog eens uitleggen. Maar ik blijf hier nog even bij de veel door het OM met de mond beleden zuivere waarheidsvinding.

De raadsman gaat vervolgens in op de getuigenis van Peter 'Peerke' S. over de ontmoeting die hij had met La Serpe, Richard Ebeli en Jesse Remmers bij het zogenaamde "Kop & Schotel" (AC restaurant Lage Weide) maar vooral op de bevindingen van rechercheurs daarover na een nader verhoor van Peerke S. en onderzoek naar de telecom- (taps), print- en peilbaken-gegevens.

Het OM kwam tijdens de zitting van 7 juni jl. tot een ver gaande conclusie en deed daarmee een poging getuige Peerke S. in verlegenheid te brengen, aldus Meijering. Mr. Betty Wind hield S. voor dat het OM onderzoek had gedaan. Ze wilde S. confronteren met stukken.
OM op zitting: Uit tapgesprekken van getuige S. blijkt dat er een veelheid aan afspraken heeft plaatsgevonden op verschillende locaties, maar dat er niet één afspraak uit is op te maken die de verklaring van de getuige ondersteunt.

Meijering maakte echter met sucses bezwaar tegen het voorhouden van stukken die de verdediging en de rechtbank niet hebben kunnen controleren. Het OM liet het er niet bij zitten: S. moest en zou geconfronteerd worden met bevindingen uit het oude dossier (KTZ30 - een onderzoek dat in 2002 liep naar Peerke S.) S. wordt uitgenodigd om tapgesprekken uit maart/april 2002 in relatie tot de afspraak met Remmers door te nemen. De verdediging mocht daar niet bij aanwezig zijn, omdat het OM (daar gaan we weer) 'dit verhoor wilde laten plaatsvinden in het opsporingsonderzoek in de zaak Bethlehem.' Verder moest het verhoor in 'alle rust'.

Verbalisanten T055 en collega komen naderhand met een conclusie: De ontmoeting kan wel haast niet hebben plaatsgevonden. Wij denken van niet.
Mr. Meijering: Wat we zien is dat T055 en zijn collega een tijdslijn voor die avond trachten te maken en de stellige conclusie aan verbinden dat er geen aanwijzingen zijn gevonden voor het plaats hebben van de veelbesproken ontmoeting bij het AC-restaurant Lage Weide te Utrecht.

Mr. Nico Meijering liet het er echter ook niet bij zitten en is zelfs de route als omschreven in de conclusie zelf gaan rijden. Wat hem namelijk opviel was dat verbalisanten volledig voorbij gaan aan de periode liggend tussen 21:33 en 22:14 uur. In de conclusie staat namelijk: de telefoon van S. om straalt 21:33 een zendmast aan in Maarssen. Hierna is S. om 22:14 in de omgeving van zendmast De Meern, Meerndijk, alwaar S. een afspraak zou hebben gehad met vermoedelijk Adnan G.

Meijering heeft het stuk zelf dus gereden en deed daar, zich keurig houdend aan de snelheidslimieten, 8 minuten over. Als je dat iets ruimer neemt, inclusief arriveren en in- en uitstappen, hou je dus precies een tussentijd van een half uur over.

Meijering: De vraag die bij de verbalisanten ongetwijfeld is opgekomen, is wat er in die tussentijd van zeker een half uur zou kunnen zijn gebeurd. Een vraag die de verbalisanten kennelijk niet in dit verbaal hebben willen stellen. En dat is heel voorzichtig uitgedrukt uiterst opmerkelijk. Want de vraag die deze ervaren rechercheurs zich toch kennelijk gesteld hebben, is de vraag of S. al dan niet voldoende tijd gehad heeft om stil te staan en vervolgens een ontmoeting te hebben.

En dan wordt het des te meer opmerkelijk nu de verbalisanten ook toch wisten dat er tussen 21:33 en 22:14 in totaal 8 keer wordt ingebeld naar twee getapte nummers van S., maar er in geen van deze gevallen een verbinding tot stand kwam. Anders gezegd: Peerke nam niet op.

Meijering: Dan zou er wel eens iets anders aan de hand kunnen zijn. Een afspraak mischien tijdens welke afspraak S. even niet gestoord wil worden. Of bijvoorbeeld als gewoonte heeft zijn telefoon even in de auto te laten. Waarom vermeldt T055 en collega deze mogelijkheid niet hardop in het verbaal?

Tot zover. Er zijn echter nog veel meer vragen die de verdediging wil stellen aan T055 en collega. Maar ook wil de verdediging S. nogmaals op zitting horen.

Meijering aan het einde van zijn betoog: Ik resumeer hier in het kort wat hier aan de hand is: (Lees HIER)


De rechtbank deed na een uur beraad meteen uitspraak. Op één verzoek na werden alle verzoeken afgewezen: Verbalisant T055 moet uitleggen waarom hij Peerke S. niet heeft voorgehouden de periode waarvan Mr. Meijering heeft aangetoond dat S. in de buurt van AC Restaurant Lage Weide was, waar die bespreking plaatsvond.

Donderdag 29 september gaat het proces verder met de inhoudelijke behandeling van de zaak Soerel.

Bondtehond 

vrijdag 16 september 2011

'De verdediging zal bezwaar maken'

De nieuwe getuige van het openbaar ministerie waar al enige weken sprake van is, blijkt geen kroongetuige te zijn. De geruchten spraken wel steeds over een kroongetuige, echter deze man of vrouw gaat gewoon onder naam en op zitting verklaren. Daarbij gaat het om zo'n anderhalf A4-tje tekst per zaak, met name de '93-liquidaties van de Joegoslaven Djordje Ilic en Selim Hadziselimovic bij de Ouderkerkerplas, van diamantair en drugshandelaar Henie Shamel en Anne de Witte in Antwerpen en die van sportschoolhouder Tonny van Maurik bij het Altea Hotel in Amsterdam. Officier van justitie Mr. Betty Wind vertelde de aanwezigen dat het OM rond is met de besprekingen die zijn gevoerd over de voorwaarden waarop de getuige bereid is te getuigen.


Mr. Wind vroeg de rechtbank twee dagen beschikbaar te stellen om de getuige op zitting te horen. Het liefst met enkele dagen ertussen en met een ingelaste leespauze bij aanvang van de eerste dag om de stukken te kunnen bestuderen. Het gaat dus niet om een kroongetuige, maar om een getuige volgens Art. 226g lid 4 Sv

Mr. Betty Wind: Er moeten wel beschermingsmaatregelen getroffen worden. De getuige zal op naam verklaren, dus niet anoniem. Het gaat overigens niet om een getuige die een zak geld krijgt. Dit beeld zou niet terecht zijn. Het gaat om een getuige die bijvoorbeeld strafkorting of teruggave van in beslag genomen goederen zou kunnen krijgen.

Rechtbankvoorzitter Lauwaars vroeg het OM waarom er een leespauze zou moeten worden ingevoerd en de stukken niet gewoon worden verstrekt.
Mr. Wind: Als we de stukken eerder zouden verstrekken, zou al duidelijk kunnen worden om wie het gaat. Dat willen we nog niet. Het kan ook nog niet.

De raadsman van Jesse Remmers, Mr. Sander Janssen, maakte als eerste bezwaar en gaf te kennen onder geen enkele voorwaarde akkoord te zullen gaan. Er zijn nog teveel vragen. Hoe verhoud zich dit tot de andere zaken? Hoe verhoud zich dit tot de media? Et cetera.
Mr. Janssen: Het zou allemaal niet zo heel belangrijk zijn wat deze getuige heeft te vertellen, maar er zou wel degelijk onderzoek moeten plaatsvinden. Er moet minimaal één week tussen zitten, en een week zónder zittingen.
Mr. Lauwaars: Het is natuurlijk zo dat niets zo fataal is dat u niet meer zou kunnen reageren.
Mr. Janssen resoluut: De verdediging zal bezwaar maken.
Mr. Nico Meijering: De heer Janssen maakt bezwaar tegen de handelswijze die het OM voorstelt. Ik sluit mij aan bij de heer Mr. Janssen. Het zou zo kunnen zijn dat de getuige iets zegt over La Serpe. Dat zou wat over diens betrouwbaarheid kunnen zeggen. In zoverre raakt het onze cliënt. Er zou een patroon in kunnen zitten. Er is dan ook overleg nodig met onze cliënt.

De overige raadslieden sloten zich hier eveneens bij aan. Er werd over en weer nog wat gediscussiëerd, onder meer over de juridische aspecten. Hierna reageerde het OM op de gehoorde bezwaren.

Mr. Betty Wind:
Het gaat om de '93-zaken. Het raakt Soerel, Burger en Akgün niet. Je ziet de raadslieden die erbuiten staan het langste aan het woord zijn. Mr. Janssen wil langer voorbreiding. Ik wil u in herinnering roepen, op maandagochtend, de leverancier van de Hollow-points. Geen enkele voorbereidingstijd. Wij hebben dat geslikt. De raadslieden die daar mee kwamen, willen zich nu wel kunnen voorbereiden. Het gaat om anderhalf A4-tje per '93-zaak. Er wordt nogal gespeculeerd. U kunt daar helemaal niets mee. De verdediging wordt geen strobreed in de weg gelegd. U mag aannemen dat we met iedereen rekening houden. Het hoeft natuurlijk niet op één dag. Wij stellen ook voor twee dagen met een pauze ertussen. De verdediging hoeft niet bang te zijn dat men te kort komt. Het gaat met name om afspraken die vallen binnen de normale bevoegdheden van een officier van justitie.

*
Tijdens de zitting achter gesloten deuren vorige week is kennelijk afgesproken dat de verdediging op onderzoekswensen terug zou komen. Mr. Nico Meijering gaf aan daarvoor zo'n twee uur nodig te hebben. De raadsman had eerder gezegd dat de deuren niet gesloten hoefte te worden wat hem betreft, echter Mr. Meijering kwam daar op terug naar aanleiding van een brief die het OM aan de procespartijen had gestuurd. Mr. Meijering gaf aan dat de status van de anonieme bedreigde getuige een groot goed is en beschermd dient te worden. Gisteren zou zijn gebleken 'dat het OM dat aan de laars lapt'.
Mr. Meijering: Als zij dit doorpakt komt de identiteit van F1 en F3 op straat te liggen.
Mr. Lauwaars: Wat bedoeld u?
Mr. Meijering: De namen worden dan bekend.
Mr. Lauwaars richting OM: Wat vindt u van de gesloten deuren?
Mr. Wind: Het is een groot goed, de gesloten deuren. Gezien wat er is voorgevallen vorige keer, lijkt het me raadzaam inderdaad de deuren gesloten te houden.

De voorzitter vroeg ook de raadsman van Peter La Serpe, Mr. Jan Peter van Schaik om zijn mening. De raadsman sloot zich aan bij het OM en de heer Meijering.

De rechtbank trok zich terug voor een kort beraad en besloot vervolgens de zitting voort te zetten achter gesloten deuren. Besproken zou worden de problematiek rond F1 en F3, en hetgeen La Serpe over deze anonieme getuigen vertelde tijdens de vorige besloten zitting. Het OM had naar aanleiding van opmerkingen van La Serpe gevraagd om getuigen F1 + F3, NN1 (Hollowpoint-leverancier) en Marion G. ter zitting nog nader te kunnen horen. Ook wilde men La Serpe nog horen. De raadslieden van Soerel, Akgün en Burger hadden verzocht getuige Q5 te horen.

Na enkele uren en een middagpauze werd de publieke tribune weer opengesteld voor pers en publiek. Rechtbankvoorzitter Mr. Lauwaars las een tussenbeslissing voor die de rechtbank inmiddels klaar had gekregen.

De voorzitter ging nogal vlot door de beslissing heen, maar voor zover ik kon meeschrijven en nogal kort samengevat kwam de uitspraak op het volgende neer:
-Het horen van La Serpe is op dit moment afgewezen. De rechtbank ziet geen juridisch aanknopingspunt.
- Getuigen F1 + F3, NN1 en Marion G. op zitting horen door het OM is niet mogelijk. De rechtbank verwijst deze getuigen terug naar de rechter-commissaris, naar aanleiding van de opmerkingen van La Serpe en verzoekt haar oordeel over de betrouwbaarheid opnieuw te bezien. Ondanks verzet van de verdediging oordeelde de rechtbank dat de getuigen daar moeten worden gehoord, weliswaar niet zoals het openbaar ministerie had verzocht op zitting, maar dus bij de rechter-commissaris.
-Het horen van getuige Q5 door de verdediging werd afgewezen door de rechtbank.

Tot slot verzocht Mr. Nico Meijering de rechtbank zijn betoog, dat zo'n twee uur zou gaan duren, te verschuiven naar maandag 19 september, meteen om 9:30 bij aanvang van de zitting. Hij zag het niet zo zitten alvast een begin te maken en pas na het weekend verder te gaan met het tweede gedeelte. Iedereen was ook behoorlijk moe.

De aanvang van inhoudelijke behandeling van de zaak Soerel die op 26 september stond gepland, is nu opgeschoven naar donderdag 29 en vrijdag 30 september, met uitloopmogelijkeid naar 3 en 4 oktober. Op donderdag komt het moordlijsten-verhaal aan de orde, vrijdag behandeld men de zaken Perugia, Agenda en Art. 140 (criminele organisatie). Alle verdachten worden opgeroepen om aanwezig te zijn.

De '93-verdachten staan nu gepland voor 11 en 13 oktober.

Volgende week zijn er drie zittingsdagen ingeruimd. Maandag 19 september gaat het Passage-proces verder.

Bondtehond

vrijdag 9 september 2011

Vrijspraak in het ‘boterhamzak-mysterie’

Een mooie uitspraak gisteren voor advocaat Jan Hein Kuijpers van advocatenkantoor Kuijpers & Van der Biezen . Van een eis van 10 jaar naar niks. Een rol hierin was weggelegd voor forensisch adviseur Ruben Poppelaars, tevens columnist op deze site.

Misdaadjournalist Hendrik Jan Korterink schrijft er het volgende over op zijn website:
Het gerechtshof in Amsterdam deed gisteren een belangrijke uitspraak over DNA als bewijsmateriaal, die waarschijnlijk heel wat gevolgen zal hebben. Het gaat over de zaak die in het boek ‘Op dood spoor’ van forensisch adviseur Ruben Poppelaars wordt behandeld in het hoofdstuk ‘het mysterieuze boterhammenzakje’.


Donderdagavond acht uur. In een huiskamer Maarssen ligt vader Ben op de bank te slapen, Jordi (18) en Roy (15) zitten televisie te kijken, moeder Ineke is boven aan het strijken. Jordi zit in een rolstoel, vanwege een ongelukje met voetballen.

De bel gaat, Roy doet open. Meteen duwt een man met een bivakmuts hem aan de kant en loopt naar de woonkamer. Voor de bank staat de man stil en schiet koelbloedig de slapende Ben neer. Jordi springt uit zijn rolstoel en begint met de dader te worstelen. Hij prikt de dader in zijn oog. De gemaskerde man blijft schieten en raakt Jordi in zijn schouder. Die voelt er niets van en vecht door.

Net voordat de man zich weet los te wringen, trekt Jordi een deel van zijn bivakmuts omhoog. Veel tijd om naar het gezicht te kijken heeft Jordi niet. De man draait zich meteen om en vlucht. De paniek in huis is groot. Ben leeft nog. Zijn vrouw belt de politie, hij wordt met een ambulance afgevoerd naar het ziekenhuis.

Jordi vertelt de politieagente dat hij tijdens de worsteling de dader in het oog heeft geprikt. De agente begrijpt dat er mogelijk DNA van de dader aan de vingers van Jordi zit en besluit een boterhammenzakje om de hand van Jordi te binden. Zo kan een eventueel DNA-spoor op de hand van Jordi niet weggeveegd worden en kunnen er ook geen nieuwe sporen op zijn hand ontstaan. Een forensisch assistent wordt opgeroepen om de sporen veilig te stellen.

Het NFI vindt twee volledige DNA-profielen. Het ene is van Jordi zelf, het andere kan van de dader afkomstig zijn. Er rolt een match uit met een man zonder vaste verblijfplaats die staat ingeschreven bij een daklozencentrum in Delft. In het boek van Poppelaars wordt hij Remond genoemd, zijn echte naam is Daniël M.

Remond wordt gearresteerd. Zijn signalement komt overeen met de beschrijving die Jordi heeft gegeven: een grote man met een grote neus, met een bobbel erop. Maar bij een zogenaamde Oslo-confrontatie herkent Jordi de man niet.

Op verzoek van de advocaat van Remond, Jan-Hein Kuijpers, onderzoekt Ruben Poppelaars wat er gebeurd kan zijn met het DNA-spoor: hoe komt dat van een zwerver in Delft terecht in Maarssen bij iemand waar geen enkele relatie mee is?

Een van de eerste vragen is: waar kwam het boterhammenzakje vandaan? Het kan zijn dat er al materiaal op het zakje zat voordat het om de hand van Jordi is gedaan. Vreemd genoeg staat er in het proces-verbaal niets over waar dit zakje vandaan is gekomen. Bij navraag zegt de agente dat ze het van Ineke heeft gekregen, maar die zegt dat de agente het zelf bij zich had en zij weet niet meer waar ze het vandaan had.

Lees verder bij de Misdaadjournalist

Bondtehond