woensdag 8 juni 2011

'Is toen de naam van de kroongetuige gevallen?'

Peter 'Peerke' S. is via Hells Angel Willem Pijpker bij Mr. Nico Meijering terecht gekomen. Mr. Meijering had vanwege zijn beroepsgeheim gevraagd aan Pijpker of hij diens naam mocht noemen. Daar had Pijpker geen bezwaar tegen gemaakt. Vandaar dat we nu precies weten hoe Peerke S. op het kantoor van Mr. Meijering terecht is gekomen. Meijering heeft dit in een brief aan de rechtbank kenbaar gemaakt.


De twee mannen hadden in gezelschap ergens een broodje zitten eten en zo kwam het gesprek op het feit dat de aangifte tegen Peter La Serpe niet-ontvankelijk was verklaard. Dat had Peerke S. op Crimesite gelezen. Dit was de tweede keer dat La Serpe kennelijk niet voor de moord op Bethlehem vervolgd zou worden, waardoor Peerke S. vanwege zijn wetenschap zich daar toch enigzins ongemakkelijk bij begon te voelen en erover sprak met mensen, waaronder Willem Pijpker. De Hells Angel adviseerde Peerke S. vervolgens contact op te nemen met het kantoor van Mr. Nico Meijering. Vervolgens is Pijpker voor Peerke S. uit gereden en heeft de Brabander de weg gewezen en voorgesteld aan Mr. Meijering.

Al tijdens de eerste 10 minuten besloot de advocaat op kantoor dat dit toch wel belangrijke informatie was en vroeg aan Peerke S. of hij een geluids-opname mocht maken. Dat mocht van Peerke S. en zodoende komt het dat hij nu voor de tweede keer op zitting in de Bunker was. Nu om zijn verhaal uitgebreider toe te lichten. De eerste keer was daar te weinig tijd voor omdat Mr. Jan Peter van Schaik na een uur al weg moest.

De rechter begon rond 11 uur met de ondervraging, kort nadat ook Dino Soerel inmiddels de rechtszaal was binnengebracht. Soerel zwaaide even snel naar zijn vrienden en familieleden, waarna eerst Jesse Remmers, terwijl Peerke S. nog in de wachtkamer zat, werd ondervraagd. Zo konden de twee in ieder geval niet door elkaar van informatie worden voorzien, of onwillekeurig toch enigzins door de ander worden beïnvloed.

(Wegens plaatsgebrek alleen een verslag van het verhoor van Peerke S. door de rechters)

Rechter: Mijnheer S., de ontmoeting, had u daar herinnering aan?
Peerke: Nee.
Rechter: U had een afspraak met de heer Remmers?
Peerke: Ja.
Rechter: Waar was dat?
Peerke: Parkeerplaats.
Rechter: Met de auto?
Peerke: Ja.
Rechter: Heeft u herinnering aan of de heer Remmers aankwam?
Peerke: Nee, ik weet zelfs niet meer met welke auto ik was.
Rechter: Hoe ging dat? Kwam de heer Remmers aanlopen of rijden?
Peerke: (2e keer) Nee, ik weet zelfs niet meer met welke auto ik was.
Rechter: Weet u nog hoe de heer Remmers kwam?
Peerke: Nee, daar heb ik geen herinnering aan.
Rechter: Wat deed u?
Peerke: We zijn een stukje gaan lopen.
Rechter: Was u met Remmers en anderen? Een derde persoon?
Peerke: Dat weet ik niet meer precies. Ik dacht van wel.
Rechter: U zei dat u er geen herinnering aan had?
Peerke: Klopt. Het enige was dat de derde iets kleiner was.
Rechter: Kende u die derde persoon? Deed u zaken met hem?
Peerke: Nee.
Rechter: Heeft u zich voorgesteld?
Peerke: Ik kan het me echt niet herinneren.
Rechter: Heeft u hem eerder gezien?
Peerke: Ik weet het niet.
Rechter: Sluit u het niet uit?
Peerke: Nee, ik sluit het niet uit.
Rechter: Vroeg u iets aan hem?
Peerke: Nee, dat is onbeleefd.
Rechter. Onbeleefd?
Peerke: Ja.
Rechter: U zegt de derde persoon kende ik niet. En de heer Remmers? Kunt u daar iets over vertellen?
Peerke: Remmers wel ja. Ik heb ze wel eens eerder samen gezien. (Remmers + La Serpe -red)
Rechter: Richard Ebeli, kent u die?
Peerke: Nee.
Rechter: Een Richard Ebeli kent u dus niet?
Peerke: Nee, ik weet niet wie die 'Ebelieng' is. Laat maar een foto zien.

Rechter: Ja maar, u weet niets over een wietplantage en een sleutel?
Peerke: Als ik het wist, had ik me beroepen op mijn zwijgrecht.
Rechter: U moet antwoorden.
Peerke: Ik ken hem niet.
Rechter: U had op Crimesite gelezen. U volgt het wel es op Crimesite, zei u?
Peerke: Ja.
Rechter: U kent hem niet zegt u?
Peerke: Als u me tien foto's laat zien....
Rechter: De naam zegt u niets. Ebeli zegt u niets?
Peerke: Ik ben niet goed in namen.
Rechter: De kleine man met de krulletjes, heeft u niet later nog gezien?
Peerke: Nee.

Rechter: En de wat langere man? (La Serpe -red)
Peerke: Nee.
Rechter: Ze waren iets te laat?
Peerke: Ja, klopt.
Rechter: Toen heeft u lopen vissen?
Peerke: Ja.
Rechter: Wat vertelde ze?
Peerke: Dat er een lijk in het water was gegooit.
Rechter: Is dat zo gezegd?
Peerke: Ja.
Rechter: Details?
Peerke: Dat ie in plastic was gewikkeld en iets over een Rolex. Dat die was afgedaan of juist niet.
Rechter: Wie vertelde dat?
Peerke: Ik denk in samenspraak.
Rechter: Als u het weet, moet u het zeggen.
Peerke: Jawel.
Rechter: Dat was met dat groepje?
Peerke: Ja.
Rechter: U zegt dat was met dat groepje van drie. Wie zei dat?
Peerke: Wie het precies heeft gezegd, weet ik niet meer.
Rechter: Dat weet u niet meer. U heeft behoorlijk veel details verteld. Rolex, dozen, wietkwekerij, etc. etc. Alles is besproken?
Peerke: Ja.

Rechter: Werd dat verteld aan iemand anders, of aan u?
Peerke: Aan mij.
Rechter: Was dat omdat ze te laat waren?
Peerke: Ja, ik weet het niet. Ik had het liever niet geweten.
Rechter: Bent u niet naar de politie gegaan?
Peerke: Nee. Waarom?
Rechter: Waarom bent u hier dan?
Peerke: Ik wil dat het recht geschiedt.
Rechter: Ja, maar....
Peerke: Nou, er is twee keer gevraagd om vervolging en dat is afgewezen. Ik ben zonder verklaringen veroordeeld.
Rechter: Begrijp ik het nou goed dat de heer La Serpe vervolgd moet woorden?
Peerke: Ja.
Rechter: En de heer Remmers?
Peerke: Daar ga ik niet over.
Rechter: U heeft een hekel aan justitie?
Peerke: Ja.
Rechter: U heeft ten onrechte vast gezeten?
Peerke: Ja, dat kun je wel stellen.
Rechter: Dat is niet de reden dat u hier zit?
Peerke: Niet echt.
Rechter: Wat dan? U bent niet op verzoek?
Peerke: Ik ben geen hoer. Ik ben uit vrije wil. Niemand heeft het me gevraagd.
Rechter: U volgt het op internet en u denkt dan ga ik me melden om het recht te zetten?
Peerke: Ja.
Rechter: En de foto van La Serpe zag u in een blad?
Peerke: Ja.
Rechter: Waar heeft u voor vastgezeten.
Peerke: Onschuldig.
Rechter: Ja, maar kunt u zeggen waarvoor?
Peerke: XTC.
Rechter: Wanneer zag u voor het eerst de foto? Dat moet een bijzonder moment geweest zijn?
Peerke: Dat weet ik niet meer precies.

(2 vragen gemist) :-(
Peerke: Als je me in de Arena neerzet met 10.000, pik ik hem er zo uit.
Rechter: Ja, maar u zag het in een blad?
Peerke: Ja.
Rechter: De foto cirkuleert wel. U kunt hem ook ergens anders hebben gezien.
Peerke: Ik zag hem in een blad.
Rechter: U heeft erover gesproken de kwestie?
Peerke: Nee.
Rechter: Ik heb een verslag van de heer Meijering. Dat was de heer Pijpker. Pijpker is nu bekend.

Mr. Nico Meijering: Ik heb met oog op mijn beroepsgeheim gevraagd aan de heer Pijpker of ik zijn naam mocht noemen.

Rechter: Weet hij dat u hier zit?
Peerke: Dat gaat hem niets aan.
Rechter: Nee, maar u komt met de heer Pijpker naar kantoor. Wat heeft u gezegd?
Peerke: Nee, niks.
Rechter: U komt hem een half jaar daarna tegen en u besluit om samen naar het kantoor te gaan?
Peerke: Ja.

Rechter: Heeft u met de heer Remmers nog over gesproken?
Peerke: Ja, het lijk was boven water gekomen en toen hebben we het er nog even over gehad.
Rechter: Wanneer was dat?
Peerke: Kan kort daarna zijn geweest.
Rechter: Kort nadat het lijk was gevonden?
Peerke: Ja.
Rechter: U had een afspraak met de heer Remmers. Kunt u nog zeggen waarom?
Peerke: Nee, dat kan ik niet zeggen.
Rechter: De derde persoon herkende u. Kunt u nog zeggen hoe u die heeft leren kennen?
Peerke: Samen met de heer Remmers.
Rechter: Wanneer?
Peerke: Kort voor die tijd.
Rechter: U kende de derde persoon?
Peerke: Dat zegt u. U zegt Ebeli.
Rechter: U heeft Ebeli leren kennen via Remmers? Is hij aan u voorgesteld?
Peerke: Zou kunnen, maar minimaal.
Rechter: Heeft u het gevoel dat hij geïntroduceerd is bij u?
Peerke: Zou kunnen.
Rechter: Kunt u nog even terug gaan? Er was een lijk in het kanaal gegooit. Was dat dezelfde dag gebeurd?
Peerke: Ja, zo kwam het op mij over.
Rechter: Hoe kwam dat ter sprake?
Peerke: Zo is het verteld aan me.
Rechter: Nadat er over de loods is verteld?
Peerke: Ja.
Rechter: Er waren geen anderen bij?
Peerke: Het zou kunnen zijn dat er mensen weg zijn gegaan, maar in mijn herinneringen waren het drie personen.
Rechter: De heer Remmers zegt dat u een afspraak had met de heer Ebeli.
Peerke: Zou kunnen.
Rechter: Dat is een beetje lastig. U zegt dat u afgesproken had met de heer Remmers.
Peerke: Ik heb de tapgesprekken aan de heer Meijering gegeven.
Rechter: Ik hou u maar voor dat de heer Remmers wat anders verklaard.
Peerke: Ik weet niet precies wat er is verteld.
Rechter: Ik wil u erop wijzen dat u zegt dat u een gesprek had met de heer Remmers.
 
Mr. Waarts: Volgens mij verklaarde hij dat hij dacht dat hij met de heer Remmers had afgesproken.
Rechter: We kunnen het teruglezen in het verslag van de zitting.
Peerke: U brengt me onder twijfel.
Rechter: Nou ja, ik hou u maar voor dat u eerst heel stellig bent en nu weer dingen afzwakt.
Peerke: Nou ja, ik weet zeker dat hij er was.
Rechter: U heeft iets voorbij horen komen over een sleutel. Heeft u iets opgevangen? Wat voor gesprek was dat?
Peerke: We hebben er met z'n vieren gestaan. Wat voor gesprek over een sleutel? Dat weet ik niet precies.
Rechter: Dat u wegloopt. Weet u dat nog precies?
Peerke: Nee.

Rechter richting Jesse Remmers: Wilt u nog iets zeggen?
Jesse Remmers: Mijnheer S. verklaard kennelijk wel naar eer en geweten naar waarheid, maar mischien zijn zijn herinneringen niet helemaal correct?
Rechter: We proberen de vraagstelling af te krijgen.  
 
Hierna konden de andere procesdeelnemers vragen stellen.
Officier van justitie Mr. Hans Oppe beet de spits af.
 
Mr.Oppe vroeg over het moment waarop Peerke S. op het kantoor van Mr. Meijering kwam.
Mr. Hans Oppe: Op pagina 1 staat (van het verslag van Mr. Meijering -red): Cliënt werd 10 minuten na binnenkomst ondervraagd.  U komt binnen met Pijpker. Hoe ging dat?
Peerke: Ik nam koffie, en heb even gewacht. Meijering zei: Dit is zo belangrijk, ik pak even opname-apparatuur. We zaten met z'n drieën.
Mr.Oppe: Is toen de naam van de kroongetuige gevallen?
Peerke: Dat zou best kunnen.
Mr.Oppe: Kent u La Serpe? De namen La Serpe en Bethlehem vallen. Verteld u een wat er in die 10 minuten is plaatsgevonden?
Peerke: Ik vertelde dat ik wist wie Bethlehem dood had geschoten.
Mr.Oppe: En toen heeft Meijering La Serpe en Bethlehem genoemd?
Peerke: Nee, nee, nee, nee, ik ben zelf gekomen met die namen!
Mr.Oppe cynisch: U had geen zaken-contacten met Soerel. U heeft een drankje gedronken en gebowld?
Peerke cynisch terug: U heeft het precies goed. U kunt dat zo integraal neerzetten.

Mr.Betty Wind: U bent geen fan van justitie. U zei dat u de zaak wilde helpen oplossen. Wilt u op een later moment eventueel bij de politie nog vragen komen beantwoorden?
Peerke grappend: U kunt mij altijd bellen! 24 Uur per dag!
Mr.Wind: We weten dat er op uw woning is geschoten. Heeft dat iets te maken met dit proces of dat u hier nu zit?
Peerke: Nee! Niet dat ik weet. Ik weet niet wie er achter die schietpartij zit. 
Mr. Wind: We hebben gekeken naar de taps uit het oude onderzoek en de dagen dat u verteld. U belt een slag in de rondte. U wordt een tijd getapt en we kunnen niet één gesprek linken aan u.
Mr. Meijering: Ho, ho, ho! Ik hoor dat het nu over stukken gaat die nog niet ingebracht zijn. Voorzitter, ik wil dat u opdraagt de stukken eerst te overhandigen.

De rechter verbood Mr. Wind verder te gaan met stukken die ook de rechtbank nog niet heeft.

Mr.Nico Meijering maakte later ook bezwaar tegen het plan van het OM om Peerke S. wellicht op een later tijdstip buiten de verdediging om bij de politie te ondervragen. De advocaat wil daar dan bij aanwezig zijn.

Er komt waarschijnlijk een Foslo-confrontatie met de foto's van kroongetuige. De verdediging heeft de beschikking over een fors aantal foto's van Peter La Serpe. De bedoeling is natuurlijk dat Peerke S. de foto van La Serpe tussen een aantal foto's van andere personen weet aan te wijzen.

Er werden gedurende de zitting veel meer vragen gesteld, ook aan Jesse Remmers. Het voorval bij AC-restaurant Lage Weide houdt de gemoederen nog wel even bezig.

Donderdag gaat men echter eerst verder met de overige zaken. Op de planning staat nu de zaak Bethlehem en de Art.140 dossier.

Bondtehond

dinsdag 7 juni 2011

'Laten we niet komen met vervelende benamingen als 'loktefefoontje'

Na lange tijd afwezig te zijn geweest, was verdachte Mevr. Chai Pin 'Pinny' Song weer eens aanwezig in de Bunker te Osdorp. Dit maal geflankeerd door haar twee nieuwe advocaten, Mr. Stein Franken en Mr. Chrisje Zuur van kantoor Franken, Zuur, Van Baarlen, Van Kampen, Advocaten. We kennen dit team onder meer als de advocaten van Willem Holleeder in zijn Hoger Beroep. De reden waarom Pinny Song opnieuw van advocaat heeft gewisseld, werden verder geen mededelingen over gedaan. De raadslieden deden tijdens hun eerste zitting in de zaak van Pinny Song meteen een verzoek tot opheffing voorlopige hechtenis.

                                      
Pinny Song verblijft intussen (totaal) al meer dan 3 jaar in voorlopige hechtenis op verdenking van uitlokking van de moord op Tonny van Maurik, de Amsterdamse sportschoolhouder die op 19 april 1993 bij het Altea-hotel werd geliquideerd in zijn Fort Escort. Dit terwijl zij in de jaren '90 al eerder was gearresteerd, echter weer in vrijheid werd gesteld en in '97 een kennisgeving van niet verdere vervolging kreeg.

Song kwam destijds als verdachte in beeld door de verklaring van ene Karin Swager, een inmiddels overleden oud collega prostituee van Pinny. Deze verklaarde dat zij door Pinny Song gevraagd zou zijn of zij iemand wist die Tonny van Maurik dood kon schieten. Als tweede pijler waarop de verdenkingen zijn gebaseerd, is het telecommunicatie-onderzoek, waaruit contacten tussen Song en Van Maurik zijn afgeleid, alsmede met telefoonnummers die toegeschreven werden aan Moppie Rasnabe, Jesse Remmers en Freek Stevens.

Pas in 2008, zo'n 10 jaar later dus, wordt het onderzoek heropend op basis van de verklaringen van Peter La Serpe. De kroongetuige in Passage noemde de naam van Pinny Song echter niet. Hij had juist van Jesse Remmers begrepen dat Henk Rommy degene is geweest die opdracht tot liquidatie van Van Maurik had gegeven. Het OM heeft tot op heden groot gewicht toegekend aan de verklaringen van La Serpe. Dat maakt het vreemd dat het OM een ontlastende verklaring nu toch als belastend kenmerkt. Pinny Song komt namelijk opnieuw als verdachte in beeld. Ditmaal in het nieuwe onderzoek Opa.

In de jaren '90 had men door onbekende oorzaak, zo wordt in het huidige dossier gesteld, geen onderzoek gedaan naar of analyse verricht van de zogenoemde printlijsten van telecommunicatie. Daaruit zou nu blijken dat twee mobiele telefoons - die zouden zijn gebruikt door Remmers, Rasnabe en/of Stevens - rondom de liquidatie in de buurt van de plaats delict waren en frequent contact met elkaar hadden. Daarnaast zou uit printgegevens blijken dat Pinny Song contact heeft gehad met de telefoon van Remmers en/of Rasnabe, rondom het moment dat zij op 19 april 1993 met Van Maurik zou hebben afgesproken elkaar die avond te ontmoeten bij het Altea-hotel.

Er bevindt zich veel meer materiaal in het dossier. Er zijn verklaringen afgelegd over mogelijke motieven. Er is onder meer gesproken over de slechte wijze waarop Pinny Song door Van Maurik zou zijn behandeld. En er is een financieel motief gesuggereerd, dat verband houdt met waardepapieren. Voor de ernstige bezwaren kunnen de verklaringen geen betekenis hebben. De verdediging was verheugd te lezen in het dossier dat het OM zich op hetzelfde stanpunt heeft gesteld. Over de verklaringen van getuigen K. en Van H. heeft de officier van justitie opgemerkt dat deze slechts hun eigen ideeën verwoorden en niet uit wetenschap verklaren. Daar kan het OM niet zoveel mee is er toen gezegd op zitting. Het lijkt de verdediging van Song dat dit evenzeer moet gelden voor de andere verklaringen die speculeren over de rol van Pinny Song.

Volgens de raadslieden van Song is er bar weinig veranderd ten opzichte van de situatie in de jaren '90 en spreekt daar haar verbazing over uit. Een contact tussen een telefoon die aan Remmers en/of Rasnabe wordt toegeschreven op de dag van de liquidatie. Dat is het wel zo'n beetje. Of dat gesprek daadwerkelijk betrekking heeft op het ten laste gelegde feit kan niet meer dan speculatie zijn. De inhoud van het gesprek is immers niet bekend.

De voorlopige hechtenis van Pinny Song, zoals gezegd in totaal meer dan 3 jaar, is gebaseerd op één grond: die van de geschokte rehtsorde. Voor het laatst is er een verzoek gedaan op 21 oktober 2010. Dit verzoek is afgewezen omdat er naar oordeel van de rechtbank op dat moment geen sprake van schending van het recht op een redelijke termijn was. Thans, ruim een half jaar later, zijn er goede redenen om daar anders over te denken. De rechtbank overwoog dat volgens de bestendige jurisprudentie het bestaan van ernstige bezwaren en gronden kritischer moet worden beoordeeld naarmate het voorarrest langer duurt. Uit die jurisprudentie volgt bovendien dat de toepassing van voorarrest een strikte uitzondering moet zijn, en dat het harde uitgangspunt is dat een verdachte in vrijheid de berechting moet kunnen afwachten.

Mr. Stijn Franken ging vervolgens in op verschillende jurisprudentie. Onder andere verwijst Mr. Franken in dit verband expliciet op de uitspraak van het EHRM (Europees Hof voor de Rechten van de Mens) in de zaak Letellier. Mevrouw Letellier zat drie jaar in voorarrest op verdenking van uitlokking van moord op haat tweede echtgenoot. Het EHRM oordeelde dat de voorlopige hechtenis van bijna drie jaar een schending van Art. 5 EVRM (Europees verdrag voor de rechten van de mens) opleverde. De paralellen met de zaak van Pinny Song zijn duidelijk. Ook zij wordt beschuldigd van uitlokking tot moord, en zij zit inmiddels ook drie jaar in voorarrest.

Mr. Stijn Franken: Het zal niet verbazen dat ik me dan ook op de uitspraak in de zaak Letellier baseer, als ik uitspreek dat Art. 5 lid 3 EVRM wordt geschonden indien de voorlopige hechtenis van Pinny Song niet wordt opgeheven. Ik werk dat hieronder uit.
(Lees hier die 'uitwerking')

Rechtbankvoorzitter Mr. Lauwaars vroeg of het OM meteen kon reageren. Dat kon omdat de verdediging de pleitnota beschikbaar had gesteld aan het OM.

OvJ Mr. Hans Oppe nam de reactie voor zijn rekening. (een aantal opvallende punten en uitspraken samengevat):
- Het Hof heeft een interessant arrest gelezen: De-auditu verklaringen kunnen als nieuwe bezwaren worden aangemerkt. De verklaringen van La Serpe spelen ook in dit deelonderzoek. La Serpe neemt aan dat de opdracht door Rommy is gegeven. De waarde ligt ergens anders. Met de nieuwe printlijstgegevens kunnen drie zaken uit 1993 worden gekoppeld. Mevrouw Song belt 5 minuten met 'toestel 1810'. Deze gegevens kunnen als novem worden aangenomen. Song heeft uitgebreidt gesproken met AT's (autotelefoons). De AT's kunnen worden toegekend aan Remmers, Rasnabe en/of Stevens. Ze zijn kort rondom de liquidatie bij het Altea-hotel.
- Een telefoontje met Van Maurik wordt 'loktelefoontje' genoemd.
- De verklaring van Karin Swager wordt nog eens aangehaald. Song zou Swager ook verteld hebben dat ze Moppie Rasnabe benaderd had omdat ze nog wat tegoed had van Moppie.
- Over de redelijke termijn: Passage is uitermate complex en zeer omvangrijk. Het tijdsverloop is te wijten aan laakbaar gedragingen van de verdediging, waardoor het proces langer duurt dan verwacht.
- Het OM vindt de verklaring die Pinny Song op zitting gaf ongeloofwaardig. Song heeft zich lange tijd op haar zwijgrecht beroepen. Ze doet er in die zin nu ook weer het zwijgen toe. Dat doet de zaak er niet eenvoudiger op maken.
- Van het OM hoeft niet verwacht te worden dat er telkens nieuwe ernstige bezwaren worden benoemd.

Kortom: De conclusie van het OM is dat de verzoeken moeten worden afgewezen.

Mr. Lauwaars gaf nog het woord aan de verdediging.
Mr. Stijn Franken (punten samengevat): 
-We kunnen onbevangen kijken en oprecht verbaast zijn over het betoog van het OM. Het kan toch niet zo zijn dat een ontlastende verklaring van La Serpe als bezwarend wordt gebruikt, als bezwaar om Song vast te houden?!
-De inhoud van het gesprek (met Van Maurik -red.) is simpelweg onbekend. Laten we niet komen met vervelende benamingen als 'loktelefoontje'.
- Door u rechtbank is gezegd: Van verlenging in verband met Soerel is nog geen sprake. Dat is inmiddels wel anders. (Soerel keeg 7 maanden verlenging -red.). Dank u.

Op 16 juni doet de rechtbank uitspraak.

(Morgenmiddag een verslag van het 2e verhoor van getuige Peter 'Peerke' S.)

Bondtehond

maandag 6 juni 2011

Kort geding Peter La Serpe vs misdaadsite Camilleri

Vandaag was ik bij het kort geding te Den Haag wat door de advocaat Mr. Jan Peter van Schaik namens Kroongetuige Peter La Serpe was aangespannen tegen misdaadsite Camilleri. Ondanks dat ik iets later dan de aanvang van 12:00 kwam aanzetten, kon ik een aardig beeld krijgen van een toch wel bijzonder schouwspel. Misdaadsite Camilleri liet zich bijstaan door een autoriteit op het gebied van het mediarecht, Mr. Mathijs Resink van het Amsterdamse advocatenkantoor Kalff-Katz, bekend van hun grote schare clientèle onder de bekende Nederlanders. Vanzelfsprekend was Peter La Serpe niet ter zitting aanwezig. De hoofdredacteur van Camilleri met heuse Siciliaanse roots, Vito Tieke, alsmede een juridische adviseur van de Camilleri redactie, wel.

Mr. Mathijs Resink - La Serpe - Mr. Jan Peter van Schaik

Peter La Serpe: Mr. Jan Peter van Schaik
Allereerst was het woord aan Mr. Jan Peter van Schaik. Onder verwijzing naar de dagvaarding en kleine wijziging van eis, herhaalde hij namens zijn cliënt de standpunten. Het leven van Peter La Serpe en zijn familie, zou door het afleggen van verklaringen in het Passage proces (in de volksmond: het Liquidatieproces) gevaar lopen. Daarom heeft Peter La Serpe de status van "bedreigde getuige" en is hij opgenomen in een "getuigenbeschermingsprogramma". Mede daarom is Peter La Serpe gedetineerd op een veilige geheime plaats. Omdat Peter La Serpe een "bedreigde getuige" is, zou het van groot belang zijn dat zijn persoonlijke gegevens in verband met zijn identiteit, waaronder met name zijn uiterlijk niet publiekelijk bekend of verspreid worden. Volgens Mr. Jan Peter van Schaik zou elke media die ongebalkte foto's van Peter La Serpe hebben gepubliceerd, dit materiaal op zijn sommaties hebben verwijderd.

Op 15 maart 2011 zou Camilleri een foto van Peter La Serpe zonder balk hebben gepubliceerd. Daarnaast op 24 maart 2011 een geluidsfragment waarop Peter La Serpe was te horen. Op 29 maart 2011 stuurde Mr. Jan Peter van Schaik een brief naar Camilleri om deze foto en audio te verwijderen, waaraan Camilleri in ieder geval op 5 april 2011 gehoor aan heeft gegeven. Volgens Mr. Jan Peter van Schaik heeft Camilleri altijd professioneel gecorrespondeerd en ontving hij zelfs op 6 april in het kader van "hoor en wederhoor" de tekst van het artikel: "Advocaat beschermt kroongetuige als kroonjuweel".

Op 7 april heeft Camilleri het bewuste artikel gepubliceerd, voorzien van het commentaar van Mr. Jan Peter van Schaik. Camilleri had daarbij een screen van de uitzending van Pauw & Witteman geplaatst, waarin Peter La Serpe zonder balk te zien is. Dit laatste was tegen het zere been van Peter La Serpe, waardoor Mr. Jan Peter van Schaik zich genoodzaakt achtte Camilleri aldus te dagvaarden. Een andere foto die ergens op Camilleri “embedded” van Crimesite had gestaan, was doordat Crimesite deze door ene Letterman op 20 mei 2011 (15:01 uur) op verzoek van Mr. Jan Peter van Schaik verwijderd inderdaad niet meer te zien op Camilleri.

Mr. Jan Peter van Schaik resumeerde zijn eisen. Louter omdat Peter La Serpe en zijn familie gevaar zou lopen bij ongebalkte afbeeldingen van zijn portret, wil Mr. Jan Peter van Schaik dat het Camilleri verboden wordt ooit foto’s zonder balk cq. geluidsmateriaal van zijn cliënt te openbaren. Dit op straffe van een dwangsom van € 5.000 per dag. Ook dient op straffe van een dwangsom van € 5.000 per dag zolang daar geen gehoor aan wordt gegeven, de drie zoekmachines Google, MSN en Ilse door Camilleri worden aangeschreven de foto’s van Peter La Serpe uit hun zoekindexen te verwijderen. Door geleden- en te lijden schade dient Camilleri een voorschot van € 10.000 op een toekomstige schadevergoeding te betalen inzake de extra kosten die Peter La Serpe ooit moet maken om zich extra te beschermen voor zijn veiligheid. Omdat Camilleri schuldig zou zijn aan de beschadigde identiteit van Peter La Serpe, horen de proceskosten ook bij Camilleri.

Camilleri: Mr. Mathijs Resink
De advocaat van Camilleri had wat langer nodig dan zijn confrère Mr. Jan Peter van Schaik. Middels een lijvige pleitnota met 58 aandachtspunten, begon hij met: “De vandaag aan u voorgelegde kwestie is principieel van aard. Kern van de zaak is immers of op de website Camilleri fotografische afbeeldingen mogen worden getoond, waarop – zij het met moeite – het vermeende portret van Peter La Serpe te zien is. Peter La Serpe meent dat dit niet mag en beroept zich daarbij onder andere op zijn privacybelang. Camilleri is van oordeel dat in het kader van de vrijheid van meningsuiting openbaarmaking van dergelijke afbeeldingen geoorloofd moet worden geacht. Een klassieke botsing dus van twee grondrechten.”

Mr. Mathijs Resink achtte het kenmerk van het kort geding, het zogenoemde spoedeisende belang, geheel niet aan de orde. In een brief van 29 maart 2011 zou de advocaat van Peter La Serpe aan Camilleri hebben geschreven: "Voor de publicatie van de foto op uw website op 24 maart 2011 was er geen beeldmateriaal c.q. waren er geen foto’s van cliënt gepubliceerd zonder zwarte balk." Volgens Mr. Mathijs Resink pertinent onwaar. Sinds 12 maart 2009 zou het beeldmateriaal van Peter La Serpe die hij van Camilleri verwijderd wenst te zien gewoon voor een ieder beschikbaar via het Internet. Het zou hier gaan om fragmenten uit een uitzending van Pauw en Witteman van 12 maart 2009. Dezelfde uitzending waarvan Camilleri een screenshot heeft gemaakt. Peter La Serpe zou Camilleri een verwijt maken over zijn afbeelding die wellicht door miljoenen mensen inmiddels via Pauw en Witteman zijn gezien. Peter La Serpe had daarom volgende de advocaat zijn pijlen op Pauw en Witteman moeten richtten, en niet op Camilleri.

Dat een ongebalkte foto van Peter La Serpe zijn veiligheid zou schaden noemt de advocaat van Camilleri rondweg naïef: “Voor zover eiser nu van oordeel is dat zijn veiligheid door de publicatie op de website van Camilleri in gevaar wordt gebracht, moet de conclusie zijn dat Peter La Serpe nogal naïef lijkt te zijn. Peter La Serpe kan niet serieus menen dat zijn ‘vijanden’ al die jaren hebben stil gezeten. Dat Peter La Serpe geen vrienden heeft gemaakt, is evident. Deze personen echter zijn natuurlijk al lang bekend met de identiteit van Peter La Serpe. Op de eerste plaats omdat Peter La Serpe jaren lang in de zelfde kringen heeft verkeerd, en velen tegen wie hij nu getuigt kent. Op de tweede plaats zijn er vele andere foto’s van eiser beschikbaar. Foto’s die zijn veronderstelde ‘vijanden’ natuurlijk ook in hun bezit zullen hebben. Tenslotte, moet het er toch voor gehouden worden dat al diegenen die Peter La Serpe mogelijk iets aan zouden willen doen, al lang over de op het internet circulerende beelden van Peter La Serpe beschikken.”

Opvallend was de vraagstelling van Mr. Mathijs Resink of Peter La Serpe nog wel dezelfde persoon is als op de gewraakte afbeelding: Is Peter La Serpe inmiddels niet door plastische chirurgie veranderd? Evenzo opvallend was dat ook mijn site in het betoog van Mr. Mathijs Resink voorbij kwam: “Dat het bovendien maatschappelijk nuttig en wenselijk kan zijn dat afbeeldingen van Peter La Serpe gepubliceerd worden, moge blijken uit het volgende. Op maandag 23 mei 2011 vond er weer een zitting plaats in het proces waar Peter La Serpe als Kroongetuige fungeert. De moord op de heer Gerrie Betlehem stond centraal. Tijdens deze zitting is door Mr. Nico Meijering onverwacht een nieuwe getuige opgevoerd. Deze getuige heeft verklaard over de moord op Betlehem en in het bijzonder over de rol die Peter La Serpe daarbij gespeeld zou hebben.

Een actieve rol volgens deze getuige, hetgeen door Peter La Serpe zelf nooit naar voren was gebracht. Volgens deze getuige zou Peter La Serpe Betlehem hebben doodgeschoten. Indien deze getuige de waarheid spreekt, dan dreigt de grondslag onder de afspraak die Peter La Serpe met Justitie heeft gemaakt weg te vallen. Zo’n afspraak mag immers slechts gemaakt worden, indien een Kroongetuige ‘schoon schip’ maakt en volledig inzicht geeft in alle door hem gepleegde strafbare feiten. Ik haal dit aan, omdat deze getuige ‘Peerke S.’ Peter La Serpe als zijnde Peter La Serpe herkende door publicatie van zijn afbeelding in Panorama of Nieuwe Revu. Een verslag van de zitting is te vinden op http://bondtehond.blogspot.com. Indien geen afbeeldingen van Peter La Serpe zouden zijn gepubliceerd, zou deze getuige zich nimmer hebben gemeld.”

Wat betreft de door Peter La Serpe van Camilleri geëiste bedragen was Mr. Mathijs Resink eveneens uitgebreid: “Peter La Serpe vordert maar liefst € 10.000 als voorschot op geleden en nog te lijden schade. Een geldvordering is in kort geding alleen toewijsbaar, indien voldoende aannemelijk is dat de vordering in een eventuele bodemprocedure zal worden toegewezen en indien van de eisende partij niet gevergd kan worden dat hij de afloop van die procedure afwacht. Op geen enkele wijze is de schade van Peter La Serpe gesubstantieerd. Camilleri moet dus maar gissen waaruit deze schade zou bestaan. Ook staat op geen enkele wijze vast dat, voor zover Peter La Serpe schade zou leiden, deze schade in causaal verband staat met de publicatie van de gewraakte afbeeldingen. Het enkele feit dat Peter La Serpe in de toekomst mogelijk veiligheidsmaatregelen zal moeten nemen en bekostigen staat geheel los van de publicatie van deze afbeeldingen. Deze kosten zou eiser sowieso moeten maken. Bovendien is op geen enkele wijze aangetoond dat dergelijke kosten daadwerkelijk voor rekening van Peter La Serpe komen, nu het immers de Nederlandse Staat is die op kosten van de maatschappij de veiligheid van eiser garandeert.”

De voorzieningenrechter
De president van de Haagse rechtbank deed nog een poging door de advocaten op de gang te laten overleggen, tot een compromis te komen. Ondanks dat dit soort rechtspraak duidelijk niet iets was voor strafpleiter Mr. Jan Peter van Schaik, wilde deze van geen kant wijken en bleef dan maar bij Mr. Mathijs Resink bij de journalistieke principiële standpunten van Camilleri. Met een voorschot op de uitspraak dat in ieder geval een schadevergoeding voor Peter La Serpe er niet in zou zitten en dat de president het behoorlijk wat heisa vond voor een door Camilleri bewust vervaagde en inmiddels op 5 juni 2011 verwijderende screenshot van een 2 jaar oude – en nog altijd voor een ieder online beschikbare (min 3:53) - uitzending van Pauw en Witteman, sloot deze voorzieningenrechter de zitting. Uitspraak op vrijdag 17 juni 2011.

De redactie van Camilleri wil geen commentaar geven over dit kortgeding, maar stelt de uitspraak vol vertrouwen tegemoet te zien. Men verwijst naar Mr. Mathijs Resink, waarmee is afgesproken dat hij als behandelende advocaat eventuele vragen over deze kwestie zal beantwoorden.

Bondtehond