Camilleri brengt als eerste media een authentieke bandopname naar buiten, waarop zowel kroongetuige Peter la Serpe als Jesse Remmers zijn te horen. De tape is afkomstig vanaf de laptop van Jesse Remmers, welke heel veel gesprekken die hij met - zoals te horen - Peter la Serpe heeft gevoerd, klaarblijkelijk heeft opgenomen.
Camilleri schrijft:
"Volgens Bondtehond – die elke zitting heeft meegemaakt – zijn deze tapes nog niet ter sprake gekomen tijdens het proces inzake de passage-liquidaties. Bijzonder, daar het totale scala aan vele uren aan bandopnames, zoals onderstaand, nogal ontlastend zijn voor de verdachte en incriminerend voor kroongetuige La Serpe".
Het klopt dat ik afgelopen week enkele passages uit -kennelijk heimelijk opgenomen- gesprekken die zich op de laptop zouden bevinden heb beluisterd. Het is volgens mij tot nu toe nog niet ter sprake gekomen in de rechtszaal tijdens zittingen in de Bunker dat er vele uren aan opnamemateriaal in bezit is van het Openbaar Ministerie. De bron van Camilleri betwijfelt dan ook of de inhoud van de laptop, vele uren aan ruw materiaal die inmiddels de 'La Serpe Tapes' zijn gedoopt, reeds in bezit is van de verdediging. "Het achterhouden van informatie lijkt een rode draad door het hele proces", aldus de bron.
(BRON: Camilleri.nl )
Bondtehond
donderdag 24 maart 2011
Het stemgeluid van Peter la Serpe
Labels:
Advocaten
,
Ali Akgün
,
De Bunker
,
Dino Soerel
,
Fred Ros
,
Jesse Remmers
,
Liquidatieproces
,
Moppie Rasnabe
,
Passage
,
Peter La Serpe
,
Pinny Song
,
Sjaak Burger
woensdag 16 maart 2011
'Dat liep hij overal te schreeuwen, dus dat was slecht voor onze reputatie'
Dinsdag trad een bijzondere getuige naar voren in het grote liquidatieproces 'Passage' in de Bunker te Osdorp. Het betrof Rob de Wit, een voormalig drugshandelaar, al jaren cliënt van Mr. Jan Hein Kuijpers en hoog op het wensenlijstje van nog te horen getuigen. Rob de Wit zou eigenlijk als anonieme bedreigde getuige F2 in het proces verschijnen, maar De Wit heeft er zelf voor gekozen onder eigen naam te verklaren omdat zijn naam toch al in de media was verschenen. De Wit woont in Tanger in Marokko met zijn gezin en was lange tijd onvindbaar voor zowel OM als verdediging. Pas nadat Rob de Wit publicaties had gelezen op internet, hij dacht 'op Bondtehond', dat zijn aanwezigheid gewenst was in de rechtszaal, heeft de getuige zich uit zichzelf gemeld bij zijn advocaat Mr. Kuijpers. Buiten het feit dat De Wit aan een straat woont zonder huisnummering reist hij veel, dus volgens De Wit zouden dat redenen kunnen zijn dat een oproep hem nooit heeft bereikt. Wel is hij natuurlijk altijd beschikbaar voor de rechtbank, aldus De Wit
Rob de Wit is onder anderen bekende van het groepje Jesse Remmers, Peter La Serpe, Richard Ebeli (rip), Ariën Kaale sr. (rip) en Rene Pouw, kortom iedereen die in Passage direct of indirect in verband is gebracht met de liquidatie van Gerrie Bethlehem. Jesse Remmers is een goede vriend van Rob de Wit De vriendschap tussen Rob de Wit en Peter La Serpe was mettertijd gegroeit. Sjaak Burger en Ali Akgün kent Rob ook, Fred Ros oppervlakkig.
La Serpe en Jesse Remmers verbleven rond 2000 veel in Spanje, maar ook wel in Marokko. Destijds deed Rob de Wit zaken met hen. Rob kende Gerrie Bethlehem zelf ook goed. 'Gerrit', zoals Rob Gerrie Bethlehem noemde, had een prachtige, enorme villa in de bergen in Spanje. Hij vond Gerrit een aardige vent en mocht hem wel. Gerrit was een goede vriend.
Voor een heleboel mensen lag dat echter anders. De Wit wist wel van conflicten waarbij Bethlehem betrokken was. Ook van het conflict tussen Jesse Remmers en Gerrit Bethlehem was Rob wel op de hoogte. Jesse had een keer de deur niet open gedaan voor Gerrit en daar was hij nogal beledigd over geweest. Gerrit sprak over veel mensen. Financieel zat hij aan de grond. Hij had wel veel pech. Zo hadden zigeuners hun kamp opgeslagen vlakbij de weg voor de villa. Klanten durften amper mee naar de villa om hem te bezichtigen toen Gerrit de villa wilde verkopen. Dat lukte Gerrit dus niet. Rob kon zich dat wel voorstellen, vertelde hij.
In 2008 sprak Rob de Wit voor het laatst met de politie. Dat was het jaar waarin zijn detentie afliep voor een coke-transport waarvoor hij in 2004 was veroordeeld. Sindsdien houd Rob de Wit zich gedeist en, zo vertelde de sympathieke vijftiger tijdens de lunchpauze, vond hij het eigenlijk wel best dat ie een paar jaartjes van het toneel was verdwenen. Nu hij opgedoken was bij het liquidatieproces namen zowel rechters, OM als raadslieden van de gelegenheid gebruik en vuurden gedurende de zitting een spervuur aan vragen op de getuige af.
(samenvatting van enkele gedeeltes uit het verhoor)
Rechter: Het kwam aan de orde dat er drugslijnen opgezet moesten worden?
Rob de Wit: Ja, maar ze waren al opgezet, er waren wat problemen. Wij kochten hasj voor een Engelse groepering. Wij probeerden commissie te maken. Richard Ebeli probeerde die handel te halen. Wij logeerden bij Bethlehem. Gerrit had een leverancier gevonden die voor minder kon leveren. Een Marokkaan en een Italiaan waren dat. Die Italiaan vertrouwde ik al helemaal niet. Men vroeg aan mij, wat denk jij? Ik zei, doe het maar beter niet, het zijn schoffies. Dat bleek later wel, want Ebeli belde in paniek op: Ze zijn geript. Ze kwamen in een villa en werden opgewacht met wapens. Ze zijn dus geript, ze zijn vastgebonden en het is afgepakt.
Rechter: Belde Ebeli toen zelf?
Rob de Wit: Nee, hij lag vastgebonden. Dat zal moeilijk gaan. Ondertussen heeft Jesse wat geregeld met die Engelsen.
Rechter: Hoe weet u dat?
Rob de Wit: Dat was gewoon bekend, mevrouw. Er was een probleem met die partij. Ebeli vertelde dat La Serpe er ook bij betrokken was. Het ging om een transport van 300 kilo hasj dat doorgestoten zou worden naar Engelsen. La Serpe zou de distributie in Holland voor zijn rekening nemen.
Rob de Wit vertelde dat ie op een gegeven moment een ontmoeting had met La Serpe in Vinkeveen aan een plas bij een duikschooltje waar je ook iets kon drinken. Ze hadden daar een gesprek, welliswaar niet over die zaak met Bethlehem, maar het kwam wel ter sprake. La Serpe vertelde Rob dat het uit de hand gelopen was. Er was paniek. Bethlehem was omgebracht. Maar, zei La Serpe tegen Rob, het probleem is opgelost. Dat was 'een geluk bij het ongeluk', 'het roze randje', want ze hadden een goede beurt gemaakt bij de Engelsen. De partij hasj hoefte nu niet meer betaald te worden.
Rechter: Waarom vertelde hij dat aan u?
Rob de Wit: Mevrouw, dat weet ik niet, sommige mensen willen gewoon hun verhaal kwijt.
Op de vraag van de rechter waarom Rob niet eerder had verteld over hetgeen hij wist in gesprekken met de politie was Rob de Wit duidelijk.
Rob: Ik ben geen informant. Als ik wetenschap heb over dingen die nog niet bekend zijn, die ga ik niet vertellen. Laten we eerlijk zijn, de politie is niet mijn beste vriend.
Rechter: Hoe haalde u er nu uit dat Peter La Serpe en Richard Ebeli betrokken waren bij de dood van Bethlehem?
Rob: Dat is niet zo moeilijk. Richard Ebeli was des duivels. Hij was zijn geld kwijt en zijn Rolex was afgepakt. Hij wilde de papieren van de villa, de auto, alles. Hij was echt des duivels, als u hem kent.... Hij zou Bethlehem wat aandoen, vermoorden, in stukken snijden. Gerrit wilde vertrekken. Richard had geëist dat ie eerst de papieren van zijn woning afstond.
Tijdens de daarop volgende verhoren door de advocaten kwamen enkele opmerkelijke puntjes naar voren.
Klaas Bruinsma
Rob de Wit verteld aan Mr. Nico Meijering dat La Serpe het boek over Klaas Bruinsma had gelezen en dat hij net als Bruinsma een organisatie wilde opzetten met verschillende divisies.
Mr. Nico Meijering: Heeft u wel eens een vuurwapen bij La Serpe gezien?
Rob de Wit: Ik durf het niet te zeggen, ik denk het eigenlijk niet.
Meijering: Heeft u er überhaupt wel es met hem over gesproken?
Rob de Wit: Oh ja, uitgebreid. Peter is niet in dit wereldje opgeklommen eigenlijk, of bekend. Voor zover ik begreep, was Peter een ouderwetse... of een nieuwerwetse bankrover was ie. Enne, die had natuurlijk die boeken van Bruinsma gelezen, en die wilde een divisie geweld opzetten en alles, een divisie transport, en een divisie dit, en een divisie dat, en een divisie stiekem, zeg maar. Dat was zijn hele grote plan.
Meijering: Dat was zijn grote plan?
Rob de Wit: Ja.
Meijering: Daar had ie het veel met u over?
Rob de Wit: Ja.
Meijering: En u zegt zelf hij had het boek van Bruinsma, of over Bruinsma gelezen?
Rob de Wit: Ja, dat nam ik aan, want precies zoals het in het boek van Bruinsma staat met verschillende divisies, en cellen, en die cel mocht niet weten wat die cel deed, en och...
Meijering: Dat is iets wat hem kennelijk ook wel fascineerde?
Rob de Wit: Ja, absoluut... absoluut.
Meijering: Dat is iets waarvan u weet dat hij dat wilde opzetten?
Rob de Wit: Dat klopt.
Meijering: En meerdere malen heeft hij dat met u besproken?
Rob de Wit: Oh ja, gedetailleerd.
Meijering: Weet u ook of daar iets van gekomen is?
Rob de Wit: Oh ja... Daar is niets van gekomen. (gelach op de tribune)
Rob de Wit: Ik geloof dat Peter, met alle respect, Peter had het voortouw genomen om die lijnen op te zetten vanaf Marokko. En wat ik alsmaar zei, en niet alleen door Peter hoor, ik wil echt niet alles op Peter schuiven, ik heb ook fouten gemaakt, iedereen maakte wel fouten, maar alles wat we deden, er kwam nooit iets van terecht. We hadden beter een coffeeshop in kunnen lopen om daar een stukkie te kopen, dan hadden we meer binnen gebracht dan toen, echt waar, het-was-echt-een-drama. (gelach op tribune)
Mr. Nico Meijering: De politie heeft dit uit uw mond opgetekend, en dat wil ik u even voorhouden. Het is iets wat u bij de politie heeft gezegd. Ik hou het u voor en dan wil ik kijken wat u hier over kunt zeggen: "Peter was altijd degene die zei dat iemand neergeschoten moest worden."
Rob de Wit: Hehehe... ja.
Meijering: Het is iets wat de politie uit uw mond heeft opgetekend. Kunt u dit toelichten? Want dit staat er wel heel bout, om het maar even zo te zeggen. Riep hij dat iedere dag, iemand moet dood, of eh...?
Rob de Wit: Neu... nee, nee, dat niet, niet iedere dag, maareh, om een voorbeeldje aan te halen, want dat illustreert mischien eh.... Op een gegeven moment is ie naar Marokko gekomen, hij was super-enthousiast. Nogmaals, alles ging verkeerd, echt de ene fiasco na de andere, maar we zouden een transport opzetten en Cor van Hout zou dan mede investeren, want hij wilde grote partijen gaan doen, enz, enz. Enne, ik denk een weekje later, of een paar dagen later is ie er weer, en het schijnt, want ik heb die hele Cor van Hout nooit gezien, ik ben ook nooit bij een bespreking geweest of wat dan ook, maar hij komt dus helemaal over de rooie heen. Hij komt dus weer naar mij toe van: Cor van Hout heeft zich teruggetrokken, maar dat kan ie zo niet maken, een woord is een woord, en hij gaat eraan, en ik heb er geen geduld meer voor, in die conterijen.
Meijering: Wanneer was dit?
Rob de Wit: Dit zal geweest zijn in 2000, mischien wel in 2001.
Meijering: 2000/2001, ok. Nou kan het een beeld zijn wat ik heb hoor, maar was Cor van Hout in die tijd niet toch al een tot de verbeelding sprekende naam in het milieu?
Rob de Wit: Absoluut. Hij zei, hij was aan komen rijden in Fuengirola, ik weet dat niet want ik zat in Marokko, en eh....
Meijering: Wie?
Rob de Wit: Oh sorry, Cor van Hout, Cor van Hout was aan komen rijden in Fuengirola, en hij had twee Mercedessen vol met bodyguards bij hem. Maar dat was toen hij (La Serpe) nog enthousiast was.
(.....)
Meijering: Goed... Ik ga nu even terug naar hetgeen u heeft gezegd over Cor van Hout. Op het moment dat hij de eerste keer bij u kwam over Cor van Hout, geloofde u toen dat het waar is wat hij zei over dat ie met Cor van Hout iets zou opzetten?
Rob de Wit: Ja, want hij beschikte ineens weer over geld, maar in redelijke hoeveelheden. Ik weet niet hoeveel, ik heb het niet geteld, maar hij was wel aan het strooien, dus hij beschikte over geld.
Meijering: En daarom geloofde u dat verhaal over Cor van Hout?
Rob de Wit: Wacht even, er zijn een paar dingetjes, ik ga nog even door. Dan was hij gedetailleerd bezig over waar ze hadden gegeten, wat ze hadden gegeten, enne... Er was nog een soort moppie wat ie had. Hij vertelde mij, natuurlijk allemaal om die overtuiging op te bouwen, eh... Cor van Hout zat altijd vol met humor en toen vertelde ie een anekdote.
Meijering: Kent u die anekdote?
Rob de Wit: Ja ja, haha. Cor.... Cor van Hout.... In Spanje heb je 'Super Cor'. Dat zijn supermarkten, allemaal.... Nee, luister nou, deze is echt leuk. Hij zit met een Marokkaan daar, en Peter zat er dan waarschijnlijk ook bij, want ik heb het verhaal van Peter, het is echt een leuk verhaal. En ik geloof ook echt dat dit gebeurt is. Die Marokkaan zegt: Weet je, ik ga een Shoarmatentje openen. Nou, zegt Cor, dat moet je heel niet doen, je moet supermarkten openen. Kijk maar, dat heb ik ook gedaan. Oh ja, zegt die Marokkaan, waar dan? Nou hier, zegt Cor, kijk maar, en wijst op 'Super Cor'. Ah, zegt die Marokkaan, dan krijg ik zeker wel een beetje korting? Sterker nog, zegt Cor, jij hoeft helemaal niet te betalen. Hier, zegt ie, en geeft die Marokkaan een servertje, dat was beschreven en met een handtekening. Die Marokkaan blijft nog een half uurtje zitten en is daarna meteen naar die supermarkt gerend en had een kar met spullen volgeladen.... En intussen zijn hun er vandoor gegaan. (hard gelach op de tribune)
Meijering: Hehehe... een prachtig verhaal. Althans, dit is hetgeen hij u vertelde? U was er niet zelf bij?
Rob de Wit Nee, nee, maar hij ken natuurlijk praten als brugman.
Meijering: Nee maar, kunt u vertellen... Was La Serpe boos?
Rob de Wit: Ja, hij was des duivels. Want het was weer een grote mogelijkheid voor ons, en hij had zich teruggetrokken, en eh... Ja, hij was er echt laaiend over. Maar ik kan niet in precieze bewoordingen vertellen wat ie allemaal zei. "En hij ging eraan." Maar ja, ik had toen al zoiets van eh tja, pfff...(schud hoofd)
Meijering: Is u achteraf nog gebleken of dit verhaal juist, of niet juist is? Dat ie daadwerkelijk met Cor van Hout heeft gezeten in Spanje?
Rob de Wit: Nee, dat is mij nooit duidelijk geworden. Ik heb er ook nooit meer navraag naar gedaan.
(later)
Meijering: Ik heb u voorgehouden dat de politie had opgetekend dat u zei dat Peter degene was die iedere dag wel riep dat 'iemand' neergeschoten moest worden, en dat is dan niet Cor van Hout alleen dan?
Rob de Wit: Nee, nee, dat...
Meijering: Wat weet u daar nog over te zeggen?
Rob van Wit: Ja kijk, u moet niet vergeten he, bij wijze van spreken, ik kom naar Nederland toe, u moet zich zich voorstellen, ik zat wel eens met Jesse en Peter in de auto en dan zaten zij ook in de auto dingen te bediscussiëren, waar ik al helemaal geen weet van heb. Ik had geen overzicht, want ik zat in Marokko. Maar dan hoorde ik bij wijze van spreken van Peter van: Hè, die kankerhond, excuseer me voor de termen, die gaat eraan, en ik pik het niet langer, maar ik wist dan niet eens over wie het dan ging. Maar ik weet natuurlijk ook voorbeelden waarbij het wel om bepaalde personen ging.
Meijering: En dat was dus ook dat hij zich op dergelijke wijze daarover uitliet?
Rob de Wit: Absoluut.
Meijering: Kunt u er nog wat over zeggen, of dat nou op u overkwam als grootspraak of... nou, dat is niet altijd helemaal serieus te nemen?
Rob de Wit: Dat is nou juist de ellende met dit....
Rechter: Dit is vragen om een mening, hè... Ik vind eigenlijk dat dit niet kan.
Meijering: Met alle respect, nou ja... Nam u het serieus? Zo wordt de vraag geherformuleerd.
Rob de Wit: Het probleem is, in het begin zou ik het niet serieus hebben genomen, maar het eerste dat mij deed kantelen, was de aanslag op Ariën Kaale. Wat ik weet....
Meijering: Oh, maar daar ga ik nu nog niks over vragen.
Rob de Wit: Oh, ok.
Later in de middag stelde de rechtbank wel enkele vragen over de aanslag op Ariën Kaale. Rob de Wit vertelde wat ie weet over deze aanslag. Het komt erop neer dat Peter La Serpe hem appart had genomen, ergens op de afsluitdijk, terwijl Jesse stond te bellen met zijn broertje, en aan Rob vertelde dat hij een andere persoon geld had gegeven om Ariën Kaale te liquideren. Die persoon had mensen ingehuurd om de aanslag te plegen. Deze persoon was René Pouw, die momenteel voortvluchtig is en afkomstig is uit de omgeving van Ariën Kaale. Pouw fungeerde als tussenpersoon tussen opdrachtgever en uitvoerders, in dit geval Peter La Serpe en twee Algerijnen. Het was om twee redenen. De eerste reden was omdat Kaale veel geld had geïnvesteerd en veel van dat geld had verloren. Kaale eiste nu dat zijn geld 'à la minuut' terugkwam. De tweede reden was dat Kaale overal 'aangeschoten' rond liep te bazuinen dat hij miljoenen was kwijgeraakt. Hij zou miljoenen hebben geïnvesteerd en er nooit iets voor terug hebben gezien.
Rob de Wit: Dat liep hij overal te schreeuwen, dus dat was slecht voor onze reputatie. En, ook niet geheel onbelangrijk, La Serpe vertelde dit omdat de aanslag mislukt was en omdat Rene Pouw uit de omgeving van Ariën Kaale kwam, dus het zou niet moeilijk zijn dit terug te koppelen naar ons. Wij konden dus repressailles verwachten. We moesten dus op onze qui vive zijn. Bizar genoeg kwam ik diezelfde dag ook Rene Pouw tegen en die vertelde mij precies hetzelfde. Hoe die aanslag in elkaar gezet was, hoe die mislukt was.
De twee Algerijnse jongens waren gaan feesten met het geld. Toen het geld op was werden ze onder druk gezet door Rene Pouw om de aanslag te plegen, die zich weer onder druk gezet voelde door La Serpe dat de opdracht uitgevoerd moest worden. Toen zijn de jongens in een vlaag van verstandsverbijstering op pad gegaan en zijn ze maar gewoon aan gaan bellen bij Ariën Kaale. Vervolgens hebben ze geprobeerd Kaale te prikken met een kruiskop-schroevendraaier.
Op de vraag van de rechter of Rob de Wit er nog met iemand anders over had gesproken, antwoordde De Wit dat hij er met Ariën Kaale zelf over had gesproken. Die kwam hij per toeval tegen in de bajes van Zoetermeer. Rob had bij iemand op cel gezeten en daar was Ariën Kaale ineens voorbij komen slenteren. Kaale had niet eens begrepen dat het om een aanslag op zijn leven ging bij hem aan de deur. Daar was Kaale pas achter gekomen toen Rob de Wit het hem daar in de bajes in Zoetermeer vertelde. Zelf had hij altijd gedacht dat het om een overval ging.
Dit is het verhaal in vogelvlucht wat betreft de aanslag op Ariën Kaale sr. Mr. Sander Janssen had verzocht in ieder geval eerst dit verhaal aan te horen van Rob de Wit en niet pas 29 Maart. Zo blijft zijn verklaring zo zuiver mogelijk. Sjaak Burger kent Rob de Wit ook, maar werd door de rechtbank verboden voor de 29e even een broodje te eten, of zo.
29 Maart is de eerstvolgende zitting. Rob de Wit is dan ook weer aanwezig.
Bondtehond
Labels:
Advocaten
,
Ali Akgün
,
De Bunker
,
Dino Soerel
,
Fred Ros
,
Jesse Remmers
,
Liquidatieproces
,
Passage
,
Peter La Serpe
,
Sjaak Burger
vrijdag 11 maart 2011
'De kernvraag is de vraag in hoeverre Endstra nu de waarheid heeft gesproken'
Donderdag, na een onderbreking van zes weken, maakte de verdediging van Dino Soerel een flink aantal onderzoekswensen kenbaar aan de rechtbank in het liquidatieproces 'Passage'. Alleen de verdachte Dino Soerel was vandaag aanwezig in de rechtszaal met aan zijn zijde Mrs. Bénédicte Ficq en Nico Meijering. Mr. Nico Meijering droeg de onderzoekswensen punt voor punt voor uit een pleitnota van de hand van confrère Leon van Kleef. (EDIT: Iemand wees mij erop dat er tijdens de zitting gezegd is dat de pleitnota door Mrs. Meijering, Ficq en Van Kleef samen is geschreven - red.) Mr. Van Kleef zelf verontschuldigde zich bij monde van Meijering aan de rechtbank over diens afwezigheid. Hij had namelijk een weekje vrij genomen in verband met carnaval in de Limburgse streek waar hij woont.
Mr. Meijering verzocht de rechtbank een extra derde ronde eventuele onderzoekswensen in te ruimen in het zittingsschema. Daarover scheen een briefwisseling te zijn geweest tussen de verdediging en het openbaar ministerie. Het is echter nog niet zeker of er nog extra onderzoekswensen zullen volgen. De verdediging benadrukt als reden hiervoor dat het Kolbak-dossier nog steeds niet in bezit is van Dino Soerel en dat het OM zich op spekglad ijs begeeft door te stellen dat zij de raadsman hebben verzocht "te proberen samen met cliënt Soerel gebruik te maken van de Kolbak-cd".
Meijering: Dat is mij niet verzocht. Bij een dergelijk verzoek zou ik meteen kenbaar hebben gemaakt dat dit gelet op het verblijf van cliënt in de EBI volstrekt onmogelijk is. Sterker nog: Ik weet zeker dat het OM van deze onmogelijkheid op de hoogte is. Het is de raadslieden zo ongeveer onmogelijk om zelfs maar hun DNA achter te laten in de EBI. Ik voel er bitter weinig voor om als jokkebrok te worden weggezet, kennelijk alleen maar om het eigen stilzitten te maskeren.
De raadsman maakt er een punt van omdat het tot onnodige vertraging leidt nu het volledige Kolbak-dossier nog niet in het bezit is gesteld van de verdediging. Het maakt het onmogelijk de onderzoekswensen vorm te geven. Daarom wil de verdediging dus een slag om de arm houden en brengt dit hen tot het verzoek een derde zittingsronde voor onderzoekswensen in te ruimen.
De verdediging verzocht nu tot het toevoegen van de volgende stukken:
(samenvatting 1e gedeelte pleitnota verdediging)
1 - Het 'Kolbak-dossier'.
De verdediging noemt drie met elkaar samenhangende verdedigingsbelangen om de rechtbank te verzoeken kennis te nemen van het totale Kolbak-dossier.
I - Waarachtigheid achterbank-uitlatingen Endstra.
Het OM heeft ervoor gekozen de Endstra-tapes als belastend tegen Soerel in te brengen. Het OM gaf aan dat 'slechts een beperkt deel van de Endstra-tapes van belang zou zijn'. De verdediging ziet dit anders, de waarachtigheid van het overige deel van de tapes kunnen wel degelijk iets zeggen over de waarachtigheid van hetgeen Endstra over Soerel heeft gezegd. Het OM wil kennelijk via Holleeder, als het gaat om verweten liquidaties en het daarmee samenhangende Art. 140 Sr-verwijt, bij Soerel uitkomen. De gedachte is -los van de houdbaarheid- overzichtelijk: hoewel uw cliënt op geen enkele wijze in relatie met Houtman en Van der Bijl is te brengen, is Holleeder dat wel en daarmee was uw cliënt bevriend, dan wel zakelijk actief. En dus... Kennelijk wil het OM die gedachte verder handen en voeten geven door middel van de Endstra-tapes en al hetgeen Endstra op de achterbank heeft gezegd over cliënt.
Nico Meijering: Voor de rechtbank dient volledig inzichtelijk te worden gemaakt wat de totale omvang van het onderzoek is geweest om de voor cliënt bezwarende elementen uit de Endstra-tapes bevestigd te krijgen: des te groter het onderzoek, des te meer zulks zegt over de uitkomst van dat onderzoek naar de waarachtigheid van die bezwarende elementen. Immers hoeveel getuigen heeft men in Kolbak gehoord en hoe omvangrijk is ook overigens het onderzoek geweest om bevestiging te krijgen van de uitspraken van Endstra dat -om maar enkele uitspraken te noemen: "Cliënt de baas is van het groepje, de groepering die zich bezig houdt met afpersingen"?; "Cliënt op kantoor van Mr.Moszkowicz Endstra zou hebben bedreigd of afgeperst"?; "Cliënt een keiharde is, waarvoor ze allemaal sidderen en beven"?; "Cliënt de geweldsman is"?; Cliënt de ongekroonde koning van de onderwereld is"?; "Cliënt gewoon de gevaarlijkste is"?; "Cliént echt de baas is"?; "Cliënt die 'die Stanley' en Mink Kok wilde 'opruimen' "?; "Holleeder 'een miljoen of 20'bij cliënt heeft 'zitten'"?; etc.
En bovenal, wat hebben die onderzoekshandelingen uiteindelijk opgeleverd als het gaat om de waarachtigheid van de negatieve uitspraken die Endstra over cliënt heeft gedaan? Vragen die enkel en alleen beantwoord kunnen worden door kennisneming van het totale Kolbak-dossier.
II - Afpersing als motief.
Bij gebrek aan motief aan de zijde van Soerel dient zulks volgens het dossier kennelijk eveneens te worden gezocht bij Holleeder. Er gaan drie theorieën de ronde:
- Er zou te weinig betaald zijn.
- Houtman en Van der Bijl zouden mogelijk praten met de politie over afpersingen.
- Deze twee zouden Holleeder wat aan willen doen - vanwege de afpersingen- en laatstgenoemde zou hen voor willen zijn.
Afpersingen als motief dus. Het is daarom van extreem groot belang om te bezien in hoeverre Soerel in het Kolbak-onderzoek in beeld is gekomen als het gaat om de onderzochte afpersingen.
III - Redenen van wetenschap Endstra.
De kernvraag is de vraag in hoeverre Endstra nu de waarheid heeft gesproken. Er zijn volgens de verdediging twee mogelijkheden denkbaar. De eerste is dat Endstra tegen beter weten in de waarheid geweld heeft aangedaan rondom Soerel. De andere mogelijkheid is dat er mankementen kleven aan de redenenen van wetenschap. Anders geformuleerd: dat de bron of bronnen van informatie Endstra onjuist heeft of hebben geïnformeerd en dat Endstra die informatie voor waar heeft aangenomen.
Endstra geeft vrijwel nooit aan wat zijn redenenen van wetenschap zijn en al zeker niet daar waar hij de hier boven aangehaalde onliners over Soerel op de achterbank loslaat.
Meijering: Er zijn echter redenen aan te nemen dat minimaal één bron -of mischien wel de enige bron- die hem onjuist omtrent cliënt heeft geïnformeerd is terug te voeren op Holleeder.
Lees hier het gedeelte uit het betoog van de verdediging waar men spreekt over 'naamsmisbruik' van de naam van Soerel door Willem Holleeder.
IV - Tot slot.
Tot slot nog een extra niet onbelangrijke reden voor toevoeging van het Kolbakdossier. Niet vergeten mag worden dat het Kolbak-onderzoek al enige tijd aan de gang was (sedert 2004 n.a.v. de geweldadige dood van Endstra)toen het "klapte" met de arrestatie van Willem Holleeder eind januari 2006. Een en ander impliceert dat het Kolbak-onderzoek volop aan de gang was ten tijde van de meest belangrijke periode als het gaat om de meest ernstige feiten waarvan cliënt verdacht wordt. Ik doel op de periode medio oktober 2005 waarin volgens de beschuldigingen van La Serpe de opdrachten tot het vermoorden van Houtman en Van der Bijl zouden zijn uitgezet.
Tot hier de samenvatting van een opmerkelijk gedeelte uit het betoog van Mr. Nico Meijering. Hier volgt nog een opsomming van de rest van de onderzoekswensen van de verdediging van Soerel. Wat opviel was dat na élk punt dit zelfde zinnetje volgde: "Volgens het voorgeleidingsdossier beschikt het OM over (een) dergelijke verklaring(en), de verdediging beschikt daar niet over en verzoekt daarom toevoeging"
2- Verklaringen afgelegd door John Mieremet.
3(a)- De bevindingen waaruit zou blijken dat sprake is geweest van frequent telefoonverkeer tussen Holleeder en Soerel.
(b)- Verklaring Ad van H.
(c)- Verklaring Nico H.
(d)- Verklaring getuige C.
4 (a)- De verklaring(en) van Alex de Boer waaruit zou blijken dat de opdracht tot liquidatie van Thomas van der Bijl gegeven werd door 'de commissaris'
(b)- De verklaring(en) van De Boer waaruit zou blijken dat hij financieel beloond zou zijn door cliënt voor de moord op Van der Bijl.
5(a)- De verklaring(en) van Habes waaruit zou blijken dat Ros gesproken zou hebben over een man die hij aanduidde met 'de commissaris' die de grootste crimineel van Nederland zou zijn.
(b)- De verklaringen van Habes waaruit zou blijken dat hij gesproken heeft over het vermeende feit dat de opdracht om Van der Bijl te vermoorden afkomstig was van 'de commissaris'.
6 - De verklaringen van Stanley Kay Esser waaraan gerefereerd wordt in het Passagedossier.
7 - De verklaring(en) van Atilla Önder waaruit zou blijken dat hij navraag had gedaan en had gehoord dat Soerel en Holleeder mensen afpersten en levensgevaarlijk waren.
8 - De verklaring(en) van Atilla Önder waaruit zou blijken dat hij Bolle Richard heeft opgezocht en gezegd heeft dat hij Holleeder en Soerel niet in zijn zaak wilde hebben en wilde worden afgeperst.
9 - De verklaring(en) van Atilla Önder waaruit zou blijken dat hij verklaard heeft dat hij Soerel een aantal keren heeft ontmoet en dat Kees Houtman tegen hem vertelde dat het groepje van Dino en Holeeder hem hebben afgeperst.
10 - De verklaring(en) van H., althans betreffende onderzoek dat gedaan is naar de verklaringen van La Serpe dat in de oude Baja opdracht zou zijn gegeven om -naast Houtman en Van der Bijl- H. te liquideren.
11 - De verklaring(en) van Thomas van der Bijl waaruit zou blijkeb dat tijdens een ontmoeting in de Baja Beach Club de opdracht (door onder meer Akgün en Soerel) is gegeven om Van der Bijl, Önder en Houtman te vermoorden.
12 - De verklaring(en)en/of (achterbank)gesprekken waaruit zou blijken dat Endstra spreekt over de Baja Beach Club in Rotterdam.
13 - De verklaring(en)en/of (achterbank)gesprekken waaruit zou blijken dat Endstra stelt dat cliënt in Suriname contacten had met Bouterse en dat Bouterse facilitair zou zijn aan de handel in soft- en harddrugs.
14 - De processen-verbaal (van tapgesprekken) waaruit zou blijken dat Soerel en Akgün met elkaar semafoneerden.
15 - Een overzicht van de periodes waarin cliënt gedetineerd heeft
gezeten.
16 - Een overzicht (zo daar enig onderzoek naar gedaan is) van reisbewegingen van cliënt.
17 - De reeds vele malen (inzake Akgün) door het OM toegezegde bevindingen betreffende (al dan niet) observatie op de Baja Beach Club.
18 - De complete OVC-gesprekken (opname vertrouwelijke communicatie)die Mink Kok heeft gevoerd met derden (w.o Linda van S. en Ed M.)
19 - De verbatim uitgewerkte verklaring van Joop G. van der Bijl.
20 - Een aantal niet ingebrachte bevindingen inzake Bethlehem.
21 - Telefoongesprek 00049 tussen een vrouw en de vriendin van Alex de Boer, Esmeralda S.
Getuigen die de verdediging van Dino Soerel wil horen:
a/ Dhr. Willem Frederik Holleeder.
b/ Dhr. Abraham Moszkowicz.
c/ en d/ De heren Ronald Essen en Ton van Dalen.
e/ Dhr. Mink Kok.
f/, g/ en h/ De heren Arjen Kaale jr., Willem Frederik L. en Aliekber Akgün.
i/ Mevr. Esther Tamara S.
j/ Mevr. Orminda Soerel.
k/ De verbalisanten die meer in het bijzonder op de hoogte zijn van het BED/Baja-onderzoek.
l/ Anonieme getuige C (die in het Kolbak-onderzoek is opgevoerd)
m/ Dhr. Joop G. van der Bijl.
n/ Dhr. Stanley Kay Esser.
o/ en p/ Dick Vrij en Hans Nijman.
Tot slot een aanvullend en voorwaardelijk verzoek tot het horen van verbalisanten T049 en T085. Dit gaat over stukken die niet zijn aangetroffen, maar er wel zouden moeten zijn. Het gaat om 10 stukken waar de verdediging eerder om heeft gevraagd. Als de stukken niet bestaan, moet het er voor gehouden worden dat de opstellers van het verbaal, naar de verdediging meent T049 en T085, in het verbaal onjuiste informatie hebben verstrekt. Dat zou ernstig zijn. In dat geval wenst de verdediging deze getuigen te horen over de reden/oorzaak van het onjuist relateren van de voor Soerel belastende feiten. Mogelijk dat de verdediging hierop een verweer ex art. 348 jo 359a Wsv. wenst te bouwen.
Bondtehond sprak vanochtend in een telefoongesprek tijdens een korte onderbreking van de zitting oud-advocaat van Willem Holleeder, Mr. Jan Hein Kuijpers. De huidige raadsman van Moppie Rasnabe wees mij erop dat hij me een aantal maanden geleden voorspelde dat indien de Endstra-tapes zouden worden toegevoegd aan het liquidatieproces als bewijsmiddel tegen Dino Soerel, en dat zat er dik in aldus Kuijpers destijds, dan zou de vertraging nog wel eens groter kunnen gaan worden dan de 7 maanden voorbereidingstijd die de verdediging van Dino Soerel op 19 oktober is toegewezen. Dit met name omdat het hele Kolbak-dossier dan waarschijnlijk zal moeten worden toegevoegd aan Passage, aldus Kuijpers. Wellicht wordt Kolbak dan nog eens dunnetjes overgedaan. Krijgt hij gelijk? Het ziet er vooralsnog wel naar uit.
Op 15 Maart gaat het proces in ieder geval verder en reageert het openbaar ministerie op de onderzoekswensen van de verdediging. Alle verdachten zullen die dag aanwezig zijn.
Bondtehond
Mr. Meijering verzocht de rechtbank een extra derde ronde eventuele onderzoekswensen in te ruimen in het zittingsschema. Daarover scheen een briefwisseling te zijn geweest tussen de verdediging en het openbaar ministerie. Het is echter nog niet zeker of er nog extra onderzoekswensen zullen volgen. De verdediging benadrukt als reden hiervoor dat het Kolbak-dossier nog steeds niet in bezit is van Dino Soerel en dat het OM zich op spekglad ijs begeeft door te stellen dat zij de raadsman hebben verzocht "te proberen samen met cliënt Soerel gebruik te maken van de Kolbak-cd".
Meijering: Dat is mij niet verzocht. Bij een dergelijk verzoek zou ik meteen kenbaar hebben gemaakt dat dit gelet op het verblijf van cliënt in de EBI volstrekt onmogelijk is. Sterker nog: Ik weet zeker dat het OM van deze onmogelijkheid op de hoogte is. Het is de raadslieden zo ongeveer onmogelijk om zelfs maar hun DNA achter te laten in de EBI. Ik voel er bitter weinig voor om als jokkebrok te worden weggezet, kennelijk alleen maar om het eigen stilzitten te maskeren.
De raadsman maakt er een punt van omdat het tot onnodige vertraging leidt nu het volledige Kolbak-dossier nog niet in het bezit is gesteld van de verdediging. Het maakt het onmogelijk de onderzoekswensen vorm te geven. Daarom wil de verdediging dus een slag om de arm houden en brengt dit hen tot het verzoek een derde zittingsronde voor onderzoekswensen in te ruimen.
De verdediging verzocht nu tot het toevoegen van de volgende stukken:
(samenvatting 1e gedeelte pleitnota verdediging)
1 - Het 'Kolbak-dossier'.
De verdediging noemt drie met elkaar samenhangende verdedigingsbelangen om de rechtbank te verzoeken kennis te nemen van het totale Kolbak-dossier.
I - Waarachtigheid achterbank-uitlatingen Endstra.
Het OM heeft ervoor gekozen de Endstra-tapes als belastend tegen Soerel in te brengen. Het OM gaf aan dat 'slechts een beperkt deel van de Endstra-tapes van belang zou zijn'. De verdediging ziet dit anders, de waarachtigheid van het overige deel van de tapes kunnen wel degelijk iets zeggen over de waarachtigheid van hetgeen Endstra over Soerel heeft gezegd. Het OM wil kennelijk via Holleeder, als het gaat om verweten liquidaties en het daarmee samenhangende Art. 140 Sr-verwijt, bij Soerel uitkomen. De gedachte is -los van de houdbaarheid- overzichtelijk: hoewel uw cliënt op geen enkele wijze in relatie met Houtman en Van der Bijl is te brengen, is Holleeder dat wel en daarmee was uw cliënt bevriend, dan wel zakelijk actief. En dus... Kennelijk wil het OM die gedachte verder handen en voeten geven door middel van de Endstra-tapes en al hetgeen Endstra op de achterbank heeft gezegd over cliënt.
Nico Meijering: Voor de rechtbank dient volledig inzichtelijk te worden gemaakt wat de totale omvang van het onderzoek is geweest om de voor cliënt bezwarende elementen uit de Endstra-tapes bevestigd te krijgen: des te groter het onderzoek, des te meer zulks zegt over de uitkomst van dat onderzoek naar de waarachtigheid van die bezwarende elementen. Immers hoeveel getuigen heeft men in Kolbak gehoord en hoe omvangrijk is ook overigens het onderzoek geweest om bevestiging te krijgen van de uitspraken van Endstra dat -om maar enkele uitspraken te noemen: "Cliënt de baas is van het groepje, de groepering die zich bezig houdt met afpersingen"?; "Cliënt op kantoor van Mr.Moszkowicz Endstra zou hebben bedreigd of afgeperst"?; "Cliënt een keiharde is, waarvoor ze allemaal sidderen en beven"?; "Cliënt de geweldsman is"?; Cliënt de ongekroonde koning van de onderwereld is"?; "Cliënt gewoon de gevaarlijkste is"?; "Cliént echt de baas is"?; "Cliënt die 'die Stanley' en Mink Kok wilde 'opruimen' "?; "Holleeder 'een miljoen of 20'bij cliënt heeft 'zitten'"?; etc.
En bovenal, wat hebben die onderzoekshandelingen uiteindelijk opgeleverd als het gaat om de waarachtigheid van de negatieve uitspraken die Endstra over cliënt heeft gedaan? Vragen die enkel en alleen beantwoord kunnen worden door kennisneming van het totale Kolbak-dossier.
II - Afpersing als motief.
Bij gebrek aan motief aan de zijde van Soerel dient zulks volgens het dossier kennelijk eveneens te worden gezocht bij Holleeder. Er gaan drie theorieën de ronde:
- Er zou te weinig betaald zijn.
- Houtman en Van der Bijl zouden mogelijk praten met de politie over afpersingen.
- Deze twee zouden Holleeder wat aan willen doen - vanwege de afpersingen- en laatstgenoemde zou hen voor willen zijn.
Afpersingen als motief dus. Het is daarom van extreem groot belang om te bezien in hoeverre Soerel in het Kolbak-onderzoek in beeld is gekomen als het gaat om de onderzochte afpersingen.
III - Redenen van wetenschap Endstra.
De kernvraag is de vraag in hoeverre Endstra nu de waarheid heeft gesproken. Er zijn volgens de verdediging twee mogelijkheden denkbaar. De eerste is dat Endstra tegen beter weten in de waarheid geweld heeft aangedaan rondom Soerel. De andere mogelijkheid is dat er mankementen kleven aan de redenenen van wetenschap. Anders geformuleerd: dat de bron of bronnen van informatie Endstra onjuist heeft of hebben geïnformeerd en dat Endstra die informatie voor waar heeft aangenomen.
Endstra geeft vrijwel nooit aan wat zijn redenenen van wetenschap zijn en al zeker niet daar waar hij de hier boven aangehaalde onliners over Soerel op de achterbank loslaat.
Meijering: Er zijn echter redenen aan te nemen dat minimaal één bron -of mischien wel de enige bron- die hem onjuist omtrent cliënt heeft geïnformeerd is terug te voeren op Holleeder.
Lees hier het gedeelte uit het betoog van de verdediging waar men spreekt over 'naamsmisbruik' van de naam van Soerel door Willem Holleeder.
IV - Tot slot.
Tot slot nog een extra niet onbelangrijke reden voor toevoeging van het Kolbakdossier. Niet vergeten mag worden dat het Kolbak-onderzoek al enige tijd aan de gang was (sedert 2004 n.a.v. de geweldadige dood van Endstra)toen het "klapte" met de arrestatie van Willem Holleeder eind januari 2006. Een en ander impliceert dat het Kolbak-onderzoek volop aan de gang was ten tijde van de meest belangrijke periode als het gaat om de meest ernstige feiten waarvan cliënt verdacht wordt. Ik doel op de periode medio oktober 2005 waarin volgens de beschuldigingen van La Serpe de opdrachten tot het vermoorden van Houtman en Van der Bijl zouden zijn uitgezet.
Tot hier de samenvatting van een opmerkelijk gedeelte uit het betoog van Mr. Nico Meijering. Hier volgt nog een opsomming van de rest van de onderzoekswensen van de verdediging van Soerel. Wat opviel was dat na élk punt dit zelfde zinnetje volgde: "Volgens het voorgeleidingsdossier beschikt het OM over (een) dergelijke verklaring(en), de verdediging beschikt daar niet over en verzoekt daarom toevoeging"
2- Verklaringen afgelegd door John Mieremet.
3(a)- De bevindingen waaruit zou blijken dat sprake is geweest van frequent telefoonverkeer tussen Holleeder en Soerel.
(b)- Verklaring Ad van H.
(c)- Verklaring Nico H.
(d)- Verklaring getuige C.
4 (a)- De verklaring(en) van Alex de Boer waaruit zou blijken dat de opdracht tot liquidatie van Thomas van der Bijl gegeven werd door 'de commissaris'
(b)- De verklaring(en) van De Boer waaruit zou blijken dat hij financieel beloond zou zijn door cliënt voor de moord op Van der Bijl.
5(a)- De verklaring(en) van Habes waaruit zou blijken dat Ros gesproken zou hebben over een man die hij aanduidde met 'de commissaris' die de grootste crimineel van Nederland zou zijn.
(b)- De verklaringen van Habes waaruit zou blijken dat hij gesproken heeft over het vermeende feit dat de opdracht om Van der Bijl te vermoorden afkomstig was van 'de commissaris'.
6 - De verklaringen van Stanley Kay Esser waaraan gerefereerd wordt in het Passagedossier.
7 - De verklaring(en) van Atilla Önder waaruit zou blijken dat hij navraag had gedaan en had gehoord dat Soerel en Holleeder mensen afpersten en levensgevaarlijk waren.
8 - De verklaring(en) van Atilla Önder waaruit zou blijken dat hij Bolle Richard heeft opgezocht en gezegd heeft dat hij Holleeder en Soerel niet in zijn zaak wilde hebben en wilde worden afgeperst.
9 - De verklaring(en) van Atilla Önder waaruit zou blijken dat hij verklaard heeft dat hij Soerel een aantal keren heeft ontmoet en dat Kees Houtman tegen hem vertelde dat het groepje van Dino en Holeeder hem hebben afgeperst.
10 - De verklaring(en) van H., althans betreffende onderzoek dat gedaan is naar de verklaringen van La Serpe dat in de oude Baja opdracht zou zijn gegeven om -naast Houtman en Van der Bijl- H. te liquideren.
11 - De verklaring(en) van Thomas van der Bijl waaruit zou blijkeb dat tijdens een ontmoeting in de Baja Beach Club de opdracht (door onder meer Akgün en Soerel) is gegeven om Van der Bijl, Önder en Houtman te vermoorden.
12 - De verklaring(en)en/of (achterbank)gesprekken waaruit zou blijken dat Endstra spreekt over de Baja Beach Club in Rotterdam.
13 - De verklaring(en)en/of (achterbank)gesprekken waaruit zou blijken dat Endstra stelt dat cliënt in Suriname contacten had met Bouterse en dat Bouterse facilitair zou zijn aan de handel in soft- en harddrugs.
14 - De processen-verbaal (van tapgesprekken) waaruit zou blijken dat Soerel en Akgün met elkaar semafoneerden.
15 - Een overzicht van de periodes waarin cliënt gedetineerd heeft
gezeten.
16 - Een overzicht (zo daar enig onderzoek naar gedaan is) van reisbewegingen van cliënt.
17 - De reeds vele malen (inzake Akgün) door het OM toegezegde bevindingen betreffende (al dan niet) observatie op de Baja Beach Club.
18 - De complete OVC-gesprekken (opname vertrouwelijke communicatie)die Mink Kok heeft gevoerd met derden (w.o Linda van S. en Ed M.)
19 - De verbatim uitgewerkte verklaring van Joop G. van der Bijl.
20 - Een aantal niet ingebrachte bevindingen inzake Bethlehem.
21 - Telefoongesprek 00049 tussen een vrouw en de vriendin van Alex de Boer, Esmeralda S.
Getuigen die de verdediging van Dino Soerel wil horen:
a/ Dhr. Willem Frederik Holleeder.
b/ Dhr. Abraham Moszkowicz.
c/ en d/ De heren Ronald Essen en Ton van Dalen.
e/ Dhr. Mink Kok.
f/, g/ en h/ De heren Arjen Kaale jr., Willem Frederik L. en Aliekber Akgün.
i/ Mevr. Esther Tamara S.
j/ Mevr. Orminda Soerel.
k/ De verbalisanten die meer in het bijzonder op de hoogte zijn van het BED/Baja-onderzoek.
l/ Anonieme getuige C (die in het Kolbak-onderzoek is opgevoerd)
m/ Dhr. Joop G. van der Bijl.
n/ Dhr. Stanley Kay Esser.
o/ en p/ Dick Vrij en Hans Nijman.
Tot slot een aanvullend en voorwaardelijk verzoek tot het horen van verbalisanten T049 en T085. Dit gaat over stukken die niet zijn aangetroffen, maar er wel zouden moeten zijn. Het gaat om 10 stukken waar de verdediging eerder om heeft gevraagd. Als de stukken niet bestaan, moet het er voor gehouden worden dat de opstellers van het verbaal, naar de verdediging meent T049 en T085, in het verbaal onjuiste informatie hebben verstrekt. Dat zou ernstig zijn. In dat geval wenst de verdediging deze getuigen te horen over de reden/oorzaak van het onjuist relateren van de voor Soerel belastende feiten. Mogelijk dat de verdediging hierop een verweer ex art. 348 jo 359a Wsv. wenst te bouwen.
Bondtehond sprak vanochtend in een telefoongesprek tijdens een korte onderbreking van de zitting oud-advocaat van Willem Holleeder, Mr. Jan Hein Kuijpers. De huidige raadsman van Moppie Rasnabe wees mij erop dat hij me een aantal maanden geleden voorspelde dat indien de Endstra-tapes zouden worden toegevoegd aan het liquidatieproces als bewijsmiddel tegen Dino Soerel, en dat zat er dik in aldus Kuijpers destijds, dan zou de vertraging nog wel eens groter kunnen gaan worden dan de 7 maanden voorbereidingstijd die de verdediging van Dino Soerel op 19 oktober is toegewezen. Dit met name omdat het hele Kolbak-dossier dan waarschijnlijk zal moeten worden toegevoegd aan Passage, aldus Kuijpers. Wellicht wordt Kolbak dan nog eens dunnetjes overgedaan. Krijgt hij gelijk? Het ziet er vooralsnog wel naar uit.
Op 15 Maart gaat het proces in ieder geval verder en reageert het openbaar ministerie op de onderzoekswensen van de verdediging. Alle verdachten zullen die dag aanwezig zijn.
Bondtehond
Labels:
Advocaten
,
Ali Akgün
,
De Bunker
,
Dino Soerel
,
Liquidatieproces
,
Peter La Serpe
,
Willem Holleeder
Abonneren op:
Reacties
(
Atom
)