maandag 1 februari 2010

'La Serpe volgens getuigen F1 en F3 bij meerdere levensdelicten betrokken'

De belangrijke mededeling die donderdag al werd aangekondigd, heeft mischien minder impact dan diverse media verwachtten, maar zou wel een heel ander licht kunnen werpen met betrekking tot de betrouwbaarheid van de kroongetuige, Peter La Serpe. De raadslieden van de hoofdverdachten in het grote liquidatieproces meldden vanmorgen nl dat er twee verzoeken liggen bij de rechter-commissaris om twee nieuwe getuigen in het proces te brengen. Onder codenaam F1 en F3 zouden deze getuigen over La Serpe kunnen verklaren dat de kroongetuige mogelijk bij meerdere levensdelicten betrokken was. Lauwaars vroeg of de raadslieden wilden beginnen met die aangekondigde mededeling of met het afronden van de vragen. Mr. Sander Janssen, de advocaat van Jesse Remmers, besloot te beginnen met het afronden van de vragen mbt het artikel 140 - dossier. Toen bleek dat de advocaat na enkele vragen toch min of meer de aangekonigde mededeling deed, was het OM daar op zijn lichtst gezegd 'not amused' over. Dit kwam de advocaat dan ook op een verwijt van zowel Lauwaars als ook het OM te staan.


Na de afronding van de laatste vragen legde advocaat Mr. Nico Meijering uit dat het advocatenteam de voor-mededeling had gedaan om deze procesdag niet verloren te laten gaan. Er was nl. sprake van dat reeds afgelopen week het art.-140 dossier afgesloten zou worden. Er waren ook niet veel vragen meer en op de vragen was afgelopen week al een voorzetje genomen. Meijering droeg voor uit een pleitnota, maar eerst had Mr. Janssen nog wat vragen over een loods.

Mr. Sander Janssen: De loods van Charles de Groot hadden we het over in het kader van het zaaksdossier. Kunt u zich dat herinneren?
Peter La Serpe: Jawel.
Janssen: Van wie is die loods?
La Serpe: Ik heb het daar niet over gehad. (het OM schudde ook nee)
Janssen: Wist u dat?
La Serpe: U zegt het net.
Janssen: In de kluisverklaringen zegt u: Er is een loods van Sjarl de Groot gebruikt. Heeft u kennis met andere loodsen in relatie tot levensdelicten?
La Serpe: Ik wil me verschonen.
Janssen: Hangt het niet samen met eventuele levensdelicten dat u in een loods bent geweest?
La Serpe: Ik weet niet waar u het over hebt.
Janssen: Eerder is geen enkel levensdelict door u gepleegd?
La Serpe: Dat klopt.
Janssen: U heeft één dood persoon meegemaakt. Uw schoonvader.
La Serpe: Ja, mijn schoonvader, ja.
Janssen: Er is iemand die zegt dat u iemand heeft doodgeschoten in een loods. Kunt u daar op reageren?
La Serpe: Onzin !
Janssen: U zou een ring zijn verloren met het wegmaken van een lijk?
La Serpe: Dat is onzin! Ik heb geen ander levensdelict gepleegd dan Houtman.
Janssen: U blijft erbij dat u geen delicten heeft besproken die buiten de overeenkomst zijn gebleven?
La Serpe: Ja!
Janssen: We hebben contact met personen die verklaren dat hij betrokken is bij een levensdelict. U zei al, ik heb niets met de CIE besproken. Heeft u niet gesproken over het wegwerken van lichamen?
La Serpe: Nee, daar heb ik niet over gesproken, het is ook niet zo.
Janssen: Wat zegt u over dat personen dit over u zeggen?
La Serpe: Klinklare onzin!
Janssen: Deze getuigen zeggen dat u niet de waarheid heeft gezegd. Wilt u ergens op informatie terugkomen?
La Serpe: Welke informatie? U bent de tegenpartij.
Op dit moment liet Lauwaars blijken er niet zo van gediend te zijn dat de raadsman eerst zei niet op de belangrijke mededeling in te gaan en dat nu toch deed middels enkele vragen.

Janssen verklaarde zich nader: We hebben 2 verzoeken liggen bij de RC over het inbrengen van 2 anonieme bedreigde getuigen. Mijnheer Meijering heeft de papieren.

Mr. Nico Meijering ging hierna verder: Allereerst wilde de advocaat niet onvermeld laten dat de verdediging zich enigszins heeft gestoord aan de in de media opgedoken suggestie dat zij gesteld zouden hebben vandaag met 'een verrassing' te komen. Dit had de verdediging nimmer gesteld en evenmin dat deze mededeling 'het proces volledig op zijn kop zou zetten'. Zoals gezegd had deze mededeling ten doel deze procesdag niet te verliezen. Wel vond men het van belang de kroongetuige La Serpe 'fris van lever' te laten reageren op de belangrijkste bevindingen die de verdediging afgelopen periode heeft gedaan en die op extreem gespannen voet staan met hetgeen wat La Serpe van meet af aan altijd heeft bezworen.

De belangen van de cliënten in dit reeds 3 jaar durende giga-proces zijn gelet op de ernstige beschuldigingen onmetelijk. Die belangen zijn in overwegende mate afhankelijk van de wijze waarop de waarheid gezocht wordt en de wijze waarop de resultaten van die zoektocht gepresenteerd worden, als die resultaten al gepresenteerd worden. Iedereen zal er van doordrongen zijn dat het kernbewijs geleverd is en wordt door de kroongetuige La Serpe. Ik geloof niet dat we overdrijven indien we stellen dat zonder de verklaringen van La Serpe er weinig vlees aan het vervolgingsbot overblijft, aldus de raadsman.

Meijering: Het zijn nu juist die verklaringen van La Serpe en de wijze waarop het OM de resultaten van de waarheidsvinding rondom deze kroongetuige - al dan niet- gepresenteerd heeft, die o.i de voorbije jaren de toets der kritiek niet hebben kunnen weerstaan. Zo was daar La Serpe die of zichzelf is gaan tegenspreken, of anderzins wisselend, totaal anders, of in strijd met de feiten is gaan verklaren. Maar daar was en is ook de presentatie door het OM van deze kroongetuige en de verklaringen die hij heeft afgelegd. Ik doel dan niet alleen op de vele incidenten variërend van het in het geheel niet of te laat inbrengen van stukken, tot en met de onvolledige verbatim verklaringen van La serpe, het kennelijke gestuurd zijn van deze getuige en de wijze waarop wij daaromtrent al dan niet geïnformeerd zijn. Ik doel ook op het feit dat het OM ondanks het voorgaande tot op de dag van vandaag is blijven volhouden dat La Serpe een betrouwbare getuige is die recht overeind zou blijven staan. En het zij nog maar eens gezegd dat La Serpe zijn spel meer en meer is gaan beheersen. Ik roep alleen reeds nog eens in herinnering de verpletterende stelligheid waarmee hij ter zitting de getuige Peter R. de Vries verbaal te lijf ging.

Los van het 'één getuige is geen getuige - vraagstuk', draait het strafproces en het lot van cliënten om de betrouwbaarheid van de kroongetuige; de wijze waarop, en de bereidheid van het OM om de waarheidvinding rondom deze kroongetuige te presenteren. En zoals bekend staan OM en verdediging hier tot op heden lijnrecht tegenover elkaar. Meest recent was daar vorige week nog het debat rondom het al dan niet toevoegen van onderliggende zaakdossiers voor zover La Serpe in die zaken verklaringen had afgelegd. Of kwam daar nog eens het debat voorbij betreffende de keus die het OM gemaakt heeft in de zaken waarvoor La Serpe wel en waarvoor hij niet vervolgd wordt.

Waar partijen het wel over eens lijken te zijn is het gegeven dat La Serpe gehouden is om niet alleen naar waarheid, maar ook naar volledige waarheid te verklaren omtrent zijn wetenschap van liquidaties en al helemaal van de liquidatiezaken die aan de orde zijn gebracht in de kluisverklaringen. Hij mag het voor anderen niet lelijker maken, net zomin hij het voor zichzelf mooier mag maken. Zo bent u bekend met het standpunt van de verdediging dat zulks bijvoorbeeld wel eens aan de orde zou kunnen zijn in de zaak Houtman. Of hij is er in het geheel niet bij geweest en maakt hij het voor de andere verdachten lelijker, of hij maakt het mooier voor zichzelf en is er wel bij geweest maar heeft zelf het vuistvuurwapen, de mogelijke Glock, gehanteerd door eigenhandig Houtman te vermoorden.

De verdediging heeft tezamen met de raadslieden van Jesse Remmers zojuist een tweetal verzoeken ex artikel 226a Sv. laten bezorgen bij de rechter-commissaris. De verzoeken betreffen een tweetal anonieme, o.i bedreigde, getuigen die ieder voor zich afzonderlijk uit eigen wetenschap kunnen verklaren omtrent La Serpe en zijn betrokkenheid bij een of meer levensdelicten. Hun verklaringen raken direct aan de onbetrouwbaarheid van La Serpe, welke onbetrouwbaarheid zich gelet op de inhoud van hun verklaringen niet alleen beperkt tot de kennelijke onwaarheden die hij rondom zijn betrokkenheid bij liquidaties gedebiteerd heeft.

Gelet op
- het grote verdedigingsbelang om de kroongetuige vandaag fris van lever onder ede te laten reageren;
- het grote belang van alle procesdeelnemers om de betrouwbaarheid van de kroongetuige ten volle te toetsen:
- het processtadium waarin alle procesdeelnemers verkeren;
alsmede
- het gegeven dat onze verzoeken inzake deze anonieme getuige als zaaksoverschrijdend dienen te worden beoordeeld;
achten wij het aangewezen kort te duiden wat deze getuigen kunnen verklaren.
Naast genoemd verdedigingsbelang dienen immers ook alle procesdeelnemers in staat te worden gesteld een inschatting te kunnen maken van het nadere verloop van het Passage-proces.
De getuigen, die wij duiden als de getuigen F1 en F3, kunnen beiden en ieder voor zich afzonderlijk onder meer verklaren dat:
- zij weten dat La Serpe in het strafproces op onderdelen niet de waarheid heeft gesproken;
- zij, los van elkaar, direct van La Serpe vernomen hebben dat La Serpe een man in 2001 of in 2002 in een loods heeft doodgeschoten en dat Jesse Remmers toen niet durfde of wilde schieten;
- zij, los van elkaar, direct van La Serpe vernomen hebben dat La Serpe na een liquidatie een ring zou hebben verloren bij het wegwerken van sporen;
- zij op basis van hetgeen zij, los van elkaar, direct van La Serpe hebben vernomen, weten dat hetgeen La Serpe rondom Peter R. de Vries heeft verklaard niet strookt met de waarheid.

Een aantal factoren brengt ons nog tot de volgende verzoeken gericht aan uw rechtbank en het Openbaar Ministerie.

Aan de rechtbank.
Gelet op,
- de grote verdedigingsbelangen;
- het zittingsschema;
- het feit dat uw rechtbank dit schema vandaag aan de orde wilde stellen;
- de te verwachten impact op mogelijk nader onderzoekswensen van zowel verdediging als Openbaar Ministerie;
wordt uw rechtbank verzocht ruimhartig extra zittingen in te plannen.
Hierbij tekenen wij nog aan dat de verdediging nog doende is een derde mogelijk anonieme getuige, vooralsnog geduid als F2, aan te brengen.

Aan het Openbaar Ministerie.
Gelet op,
- het feit dat het OM zonder meer met de verdediging belang zou moeten hechten aan de vraag of de kroongetuige nu op (essentiële) onderdelen al dan niet de waarheid heeft gesproken;
- het feit dat ieder te vermijden procesvertraging ook daadwerkelijk moet worden vermeden;
- de proceshouding die het OM heeft ingenomen met de betrekking tot de anonieme bedreigde getuige Q5;
- overigens de verschillen die te zien zijn tussen hetgeen de getuige Q5 enerzijds en de getuigen F1 en F3 anderzijds kunnen verklaren;
wordt het OM verzocht om
- in overweging te nemen zich niet (processueel) te verzetten tegeb bedoelde twee verzoeken ex. artikel 226a Sv van de verdediging.
- nu reeds de bestaande weigering bepaalde zaaksdossiers te voegen te heroverwegen.

Na deze verzoeken had de rechtbank grote behoefte 'even bij te komen'.
Rechtbankvoorzitter Lauwaars vond na de pauze dat 'de rails voor wat betreft de F-getuigen maar naar de RC moet lopen over hoe het F-en debat  zal plaatsvinden'.

La Serpe wist te melden dat hij dacht te weten wie een van de F-getuigen is. Hij heeft nl ooit eens een ring verloren en daar zou hij met ene Marion G., een ex-vriendin,. als enige over hebben gesproken. Mr. van Schaik, de advocaat van La Serpe, diende meteen een verzoek in de F-getuigen bij de rechter-commissaris te horen.

De afsluitende vragen waren niet schokkend, maar op de vraag van Mr. Janssen waarom Dino Soerel niet met La Serpe sprak, gaf de kroongetuige dit antwoord:
In de periode dat Jesse onderzocht werd, bleef Dino low-profile door het leven gaan, waardoor hij niet te veel zou opvallen bij de politie.

En op de vraag: Heeft u van Jesse gehoord dat Holleeder betrokken was bij enige zaak uit het dossier?, antwoordde La Serpe: Laat ik het zo formuleren. Door de zaken die Jesse mij heeft verteld is mijn overtuiging dat Holleeder bij minstens één zaak betrokken is.
Meijering: Welke is dat?
La Serpe: Cor van Hout natuurlijk.....

Kort hierop werd het proces voor vandaag afgesloten.
Donderdag gaat het verder met deeldossier Indiana, over de poging tot liquidatie van Russel Jones die zich ook wel 'Tony Vaz' noemt, aan het IJsbaanpad.

Door Bondtehond

vrijdag 29 januari 2010

'In een boevenclub, wat je zeker niet gaat zeggen, is waar je je geld neerlegt'

Tijdens de verhoren van Peter La Serpe door het advocaten-team viel op dat La Serpe zich nogal recalcitrant opstelt. Op ogenschijnlijk eenvoudige vragen verschuilt hij zich achter zijn verschoningsrecht. Daarover ontstond dan ook een flinke discussie. Vooral bij advocaat Mr. Nico Meijering klinkt de kroongetuige alsof het gezworen vijanden zijn. Nou is Meijering ook vaak wel op z'n scherpst als hij met La Serpe in discussie gaat en steekt nooit onder stoelen of banken La Serpe een enorme fantast te vinden. Dit voelt de kroongetuige ook wel aan natuurlijk, en schiet daardoor meestal in een rol waarbij hij ook alle mogelijkheden uit de kast te trekt die hem voorhanden zijn Meijering het zo moeilijk mogelijk te maken. Verschillende keren, en niet alleen bij Mr. Meijering, beriep La Serpe zich gistermiddag op zijn verschoningsrecht. Dit tot ongenoegen van niet alleen de advocaten, maar een enkele keer probeerden ook de rechters en zelf het OM La Serpe te bewegen toch maar antwoord te geven. Daarbij benadrukte de kroongetuige nog maar eens d.m.v beeldspraak dat hij het OM net zo goed nog als een groep hongerige haaien te zien die zouden kunnen bijten. Advocaat Mr. Sander Janssen van Jesse Remmers probeerde uit de kroongetuige te krijgen sinds waarneer en hoe hij nou wist dat zijn cliënt Gerrie 'de Budha' Bethlehem zou hebben geliquideerd.


Foto's: Arnold Pels (l) en Gerrie Bethlehem (r)  Bron: Misdaadjournalist

Mr. Sander Janssen: Ik wil het nog over deeldossier Budha hebben.
La Serpe: Wat is Budha?
Janssen: Bethlehem. U heeft verklaringen afgelegd ivm Bethlehem.
La Serpe: Met betrekking tot liquidaties?
Janssen: Jesse werd het huis uitgezet van Bethlehem.
La Serpe: Toen ik in de trein stapte, zag ik De Metro of Spits. Daar stond in dat iemand in Loenen a/d Vecht was gevonden.
Janssen: De krant die u toen las, was die van die dag?
La Serpe: Ze lagen op het station.
Janssen: Dat is belangrijk, omdat we zo aan tijdsbepaling kunnen doen. Lag ie in de trein?
La Serpe: Dat weet ik niet meer, ergens op het station. Ik hoorde vooraf dat hij uit huis was gezet bij Bethlehem, dus toen hij het vertelde, dat had een persoonlijk tintje.
Janssen: Hoe kwam het gesprek op Bethlehem?
La Serpe: Daarover wil ik me verschonen.
Lauwaars: Het was een vraag.
Janssen: Het ging om een partijtje Hasj van 130 kilo en u zou wel eens veroordeeld kunnen worden.
La Serpe: Kan best, maar ik zeg er niks over.
Janssen: De naam Bethlehem werd genoemd.
La Serpe: Ik heb van Jesse nooit de naam Bethlehem gehoord. Ik heb van Jes gehoord dat dat dezelfde persoon was die hem ooit uit huis had gezet.

Verder weigerde La Serpe echter wat over de periode van deze zaak en de 130 kilo te zeggen. Kennelijk is de kroongetuige bang zichzelf te belasten. Volgens het OM vallen deze zaken echter niet onder het onderzoek naar de criminele organisatie (art 140).
Eerder had La Serpe ook geweigerd hier wat over te zeggen op de zitting. Mr. Janssen noemt het echter puur fictief dat La Serpe ooit zou worden veroordeeld voor hasj-handel. De raadsman probeerde dan ook met alle macht La Serpe te bewegen tot antwoorden.
Janssen: De criminele organisatie gaat over een periode waarin Bethlehem en Pels gepleegd zijn. Ik vind het van groot belang hier duidelijkheid in de krijgen.
OM: De verdediging wil nog niet begrijpen dat we voor de vervolging de personen Dino Soerel, Ali Akgün, Fred Ros, Sjaak Burger en Jesse Remmers op het oog hebben.
Janssen: Kunt u dan aangeven wat u aan bewijsmiddelen wilt inbrengen over de liquidatie op Bethlehem? Wat is de waarde van uw bewering, als u zegt we rekenen de criminele organisatie niet aan? Waar kan de verdediging op rekenen? Dat is voor de zaak Bethlehem belangrijk.
OM: Wij rekenen Bethlehem en Pels niet tot de criminele organisatie.
Lauwaars: Dat is de rechtbank ook niet geheel duidelijk.
OM: De organisatie had niet tot oogmerk het plegen van deze liquidaties. De verwarring is dat Jesse wel verdacht wordt van deze liquidaties. U moet het zo zien dat Jesse tot een organisatie behoorde, maar dat deze organisatie niet deze liquidaties heeft laten plegen.
Janssen: De rest van de organisatie zou dus niet voor Pels en Bethlehem verantwoordelijk zijn. In dat opzicht zou dus Jesse, La Serpe, en ik noem maar wat, Danny Kuiters, wel tot een andere organisatie behoren?

Mr. Nico Meijering stak zijn vinger op en kreeg het woord.
Lauwaars: Mijnheer Meijering, u steekt uw vinger op?
Meijering: Ik zit met een discussie die in een andere setting heeft plaatsgevonden. De betrouwbaarheid van mijnheer La Serpe speelt nog wel. De toetsing van Dhr. La Serpe is nog wel belangrijk. Ik zou van het OM wel een uitspraak willen ontlokken. Nou ja, wij gaan La Serpe niet vervolgen voor die 130 kilo.
Lauwaars: Ik begrijp nog steeds niet waarom dit nou zo vreselijk belangrijk is.
Meijering: We vinden het belangrijk mijnheer La Serpe te kunnen toetsen op betrouwbaarheid.
Lauwaars: Voor zover het de betrouwbaarheid van La Serpe betreft kun je natuurlijk niet tot het oneindige doorvragen.
Meijering: Oneindig is natuurlijk niet ter sprake. La Serpe duikt nogal eens weg achter het verschoningrecht. Hij heeft spannende verhalen over Navy Seals etc etc, maar als we dan concrete vragen hebben, antwoordt hij niet.

Janssen vervolgens: U spreekt over een loods waar Bethlehem vermoord zou zijn. Wat kunt u over die loods vertellen? Wat voor loods was het?
La Serpe: Weet ik niet.
Janssen: Hoe groot?
La Serpe: Zou het niet weten.
Janssen: Op een gegeven moment kwam Bethlehem ter sprake. Was dat voor de Spits of na de Spits?
La Serpe: Daar wil ik niet over praten.
Janssen: U leest in de krant over iemand die vermoord is. Er is een foto van een hoofd.
La Serpe: Niet zomaar een hoofd
Janssen: Waar kwamen die foto's vandaan?
La Serpe: Heb ik niet gevraagd. Ik vroeg of hij (Jesse) wel goed bij zijn hoofd was. Ze stonden op zo'n kaartje van een digitale camera.
Janssen: Dat impliceert dat het reeds onder Justitie was.
OM: U neemt aan dat het uit het water kwam dat lijk.
Janssen: Het had een opgeblazen hoofd?
La Serpe: Ja, een bolle kop.
Janssen: Hoe wist u dat die uit het water kwam?
La Serpe: Omdat het een opgeblazen kop was.
Rechter: Was het een lelijke foto?
La Serpe: Het was een lijk. Ik wou zeggen, het bewoog niet meer, maar het was een foto. (gelach op de tribune)

Even later probeerde Mr. Meijering weer een gesprek met de kroongetuige op gang te brengen, maar zoals al eerder gezegd,  dat ging nogal moeizaam.
Meijering: Het gaat over de periode 1 Januari 2001 tot 1 Januari 2008 waarin u actief bent geweest. Ros, Remmers, Burgers, Soerel, u, op een of andere manier zou u zich bewegen op het terrein van moorden/liquidaties.
Rechter: Dat weet hij.
La Serpe: Ja, nu wel. Niet in die strakke kaders zoals u stelt.
Meijering: De periode is 7 a 8 jaar. Kunt u nu feiten of omstandigheden voor de geest halen dat deze organisatie kenmerkt?
La Serpe: Dat is zo'n algemene vraag. Daar antwoord ik op, ik hou me aan de afgelegde verklaringen.
Meijering: Wat waren de favoriete wapens?
La Serpe: Ik begin met Jesse, Uzi, Glock en verder alles wat voorhanden is.
Meijering: Kunt u iets vertellen over, hoe komen we eraan, hoe komen we eraf? Kunt u iets over La Serpe vertellen?
La Serpe: La Serpe niet.
Meijering: Jesse?
La Serpe: Wat wilt u weten?
Meijering: Dit was de gewoonte om aan een wapen te komen of om het weer kwijt te raken. Wat weet u daarover?
La Serpe: Uw vraag is zo breed.
Meijering: Bijvoorbeeld, dat het wapen gloedje-nieuw was, of dat het geplet moest worden?
La Serpe: Uw vraag kan ik niet beantwoorden. Uw vraag is betrokken op Jesse en mij, daar kan ik dus niets over zeggen. Ik zou mezelf belasten. Als u alleen over Jesse vraagt, wil ik met alle liefde antwoorden.

Het OM viel La Serpe bij: De overeenkomst komt overeen dat La Serpe vragen beantwoordt over individuele personen. Wat hij al verteld heeft is in de voorgenomen eis meegenomen. Hij heeft er al over verteld. Hij heeft verschoningsrecht wat betreft criminele organisatie. Als hij verklaard zou hij zich mogelijk belasten.
Rechter: Het is wel onwenselijk dat dit onbesproken blijft.
Meijering: U heeft zelf al verklaard over criminele organisatie.
OM: De overeenkomst is gesloten op basis van de kluisverklaringen. Als achteraf zou blijken dat La Serpe de leider zou zijn, heeft hij een probleem.
In dit geval kan hij echter wel antwoorden.
La Serpe: Ik ben het er niet mee eens. Als ik de garantie zou krijgen dat ik niet voor zaken in de toekomst die eventueel nog boven water zouden komen, veroordeeld kan worden, wil ik wel verklaren.
Rechter: De officier zegt dat u daar niet bang voor hoeft te zijn.
La Serpe: Stel dat er een andere officier, in een andere zaak, ineens komt met beschuldigingen en hij gebruikt hetgeen ik nu verklaar. Met alle respect, ik ben niet bereid mijn verschoningsrecht op te geven.
Rechter richting OM: Een vrijwaring, kunt u niet geven?
OM: Een vrijwaring voor eventuele toekomstige zaken kan ik natuurlijk niet geven.
La Serpe: In de loop van de tijd is mij gebleken dat ik op een eilandje zit. Als ik mijn voet in het water steek, door dingen te verklaren, kan de officier bijten.  Daar neem ik nul risico in. Ik blijf bij alles wat ik verklaard heb... Alle pogingen ten spijt, La Serpe was dus niet bereid over zijn rol te praten.


Even later ging de vraag over geld:
Meijering: Geld. Hoe gingen jullie met geld om?
La Serpe: Wat bedoeld u?
Meijering: We zijn een boevenclub. Ga je dan anders met geld om?
La Serpe: In een boevenclub, wat je zeker niet gaat zeggen, is waar je je geld neerlegt...   (gelach op de tribune)

Weer later:
Meijering: U bent gebrouilleerd geraakt met Jesse Remmers. Als u die periode duidt, wanneer had u geen contact met Jesse?
La Serpe: Als ik er een jaar naast zit...
Meijering: Mijnheer La Serpe, ik zal u helpen. Dat was nadat Jesse ontsnapt was. (Dec 2004)
La Serpe: Uh..vanaf 2002 kwam ik af en toe naar Wilnis en Amsterdam.
Meijering: Ik begreep dat u gebrouilleerd was??
La Serpe: Uuh ja...
Meijering: Wat was de reden?
La Serpe: Jesse heeft een opnamevermogen van teleurstelling waar ik gefrustreerd van werd. We begonnen met grote aspiraties,  maar na 2 jaar kwam ik erachter dat het een comedy-capers verhaal was.
Meijering: Was er nog een specifieke reden waar de clash door ontstond?
La Serpe: Er waren vele momenten.
Meijering: Één specifieke reden?
La Serpe: Ik kan het mij niet herinneren.
Lauwaars: Een druppel die de emmer deed overlopen?
La Serpe: Is dat zo belangrijk dan?
Lauwaars richting Meijering: Heeft het een algemeen belang?
Meijering: Volmondig JA !

Aan het einde van de middag was Iedereen eigenlijk wel moe. De zitting werd gesloten. Mr. Nico Meijering deelde nog mede dat zijn cliënt Ali Akgün maandag niet komt vanwege de rouwperiode van 40 dagen, waar inmiddels al 20 dagen van om zijn.

Maandag dus verder. We zijn benieuwd wat de belangrijke mededeling is die gisteren werd aangekondigd door het advocaten-team.

Door Bondtehond

donderdag 28 januari 2010

'Ja, Jesse is een fijne jongen, maar hij schiet alleen iedereen dood'

Na de korte onderbreking afgelopen week, i.v.m. het wrakingsverzoek uit het kamp van de verdediging, ging het liquidatieproces vanmorgen verder alsof er niets gebeurd was. Eerder werden de opdrachten en de structuur besproken, vandaag de professionaliteit van de organisatie in het kader van artikel 140. Rechtbankvoorzitter Lauwaars opende de zitting, maar eerst excuseerde Fred Ros zich voor zijn kledingkeuze. Hij was nl weer overgeplaatst. Fred Ros ziet er normaal gesproken netjes gekleed uit, echter vandaag had hij een joggingpak aan. Na dit excuus te hebben geaccepteerd, vervolgde Lauwaars zijn verhaal. Lauwaars: Uit relaas van de verdachten en getuigen troffen de verdachten maatregelen om niet ontdekt te worden. Men praatte alleen 1 op 1, plakte stickers op telefoons, gebruikte semafoons en allerlei codes. Ook verzorgden de verdachten elkaar door middel van het regelen van onderdak, auto's, de vrouwen die geld kregen en advocaten die voor elkaar werden betaald. Dit gebeurde binnen een groep die in wisselende samenstelling met elkaar werkten. Ali Akgün had als bijnaam 'chemische reactie' en Dino Soerel 'de commissaris'. Jesse Remmers had meestal contact met Ali Akgün, Fred Ros met Dino Soerel.


De bijnaam voor Jesse Remmers was 'Volkswagen', maar ook de code 'Superwoman' was gebruikelijk. Er werd gecommuniceerd via SMS waarbij een cijfer een locatie aangaf, b.v. 1 voor restaurant Ping, en een tijdstip altijd met 2 uur erbij geteld of eraf getrokken, ook in afgesproken code werd doorgegeven.
Lauwaars las passages voor uit verklaringen van getuigen, zoals van Alex de Boer. Alex had verschillende instructies gehad van Fred Ros. Zo had hij twee maal een telefoon gekregen waarop al voorgeprogrammeerde nummers stonden. Ten tijde van de liquidatie van Thomas van der Bijl moest hij de batterij uit de telefoon halen. Na de liquidatie mocht er een tijd niet gebeld worden. De telefoons moesten na de liquidatie weggegooid worden. Hij had begepen dat Dino Soerel de commissaris was en Esther S. de commissarin. Ros en de Boer hadden tot 3 April 2006 zo'n 245 keer telefonisch contact gehad. Uit een tapgesprek bleek dat Ros Alex de Boer ook controleerde. Zo hoorde men Fred Ros in een getapt gesprek de Boer toebijten: Waarom neem je op terwijl je bezig bent? Dit was tegen de instructies.

Dwight Saro, veroordeeld voor de liquidatie op Thomas van der Bijl, bevestigde Alex de Boer. Hij had ook een voorgeprogrammeerde telefoon gekregen. Hij zei: Fred deed nooit wat met de telefoon. Ik mocht de telefoon nooit opnemen. Het verhaal van Saro werd bevestigd door Remy Habes, de tweede dader van de liquidatie op Thomas van der Bijl. Francis K. de ex van Jesse Remmers, vertelde soortgelijke details: Jesse had verschillende telefoons en haalde de batterijen eruit omdat je volgens hem anders afgeluisterd kon worden. E-mailen mocht alleen vanuit het internetcafé, wat 'het kantoor' werd genoemd. Naar kantoor komen, betekende e-mail checken. Francis K. zou overspannen geworden zijn van het idee steeds afgeluisterd te worden. Kennelijk had Lydia van der H. er ook moeite mee, aangezien ze antwoordde, in een gesprek waarin Fred Ros om uitleg vraagt over wat er gevraagd wordt via de telefoon: Ik vind het moeilijk om zo te praten over de telefoon met wat ik wel en wat ik niet mag zeggen. In een getapt gesprek zegt Fred Ros tegen ene W.: Je denkt toch niet dat ik het Imei-nummer op zolder leg. We maken allemaal wel es fouten, maar ik niet.


Er worden nogal wat telefoons aangetroffen bij verschillende personen. Bij Winston K. die op dat moment in de gepanserde BMW reed die ooit Holleeder toebehoorde vond de politie 8 semafoons, een aantal telefoons met gekleurde ronde stickers en diverse prepaid pakketten. Bij Ali Akgün zijn ouders in de berging vond de politie een fors bedrag cash-geld, 3 mobiele telefoons met groene stickers. In zijn BMW worden 9 mobiele telefoons, 10 buzzers, prepaid-pakketten, een zwart tasje, een Turkse creditcard, een rijbewijs en geld aangetroffen. Twee van de telefoons waren slechts van Ali, aldus Ali. De batterijen waren eruit en ook op deze telefoons zaten rode en groene stickers. Eén telefoon was voorgeprogrammeerd. Bij ene K. zijn ook telefoons met dezelfde stickers en telefoonkaarten gevonden. Aannemelijk wordt geacht dat deze K. en Ali tot hetzelfde netwerk behoren.

Bij Sjaak Burger werden bij een verkeerscontrole briefjes met wapens aangetroffen. Bij huiszoeking daarna vond de politie 7 mobiele telefoons een Walther P22, kogelwerende vesten in blauw en zwart. Ook werden lijsten aangetroffen met nummers van politie-eenheden in Powerflush. In een auto van Sjaak liggen 4 telefoons, 3 semafoons, 7 telefoonnummers met codes, powerflush met codes, kentekens en notities. Twee notities trekken aandacht: 'Telefoon schoon?  NEE !' en 'wapens aangetroffen + (een adres)' (dit was het adres van ene B., eerder aangehouden voor een wapenvondst/handel) Bij Gilbert Rommy werden draadloze camera's gevonden, 8 portofoons, vermommingsatributen en prepaidpakketten. Bij Lydia van der H., een vriendin van Fred Ros, vond men een wapen thuis en de foto waarop zij staat samen met Holleeder en Esther S. (zie foto)

Het versluierde taalgebruik. Wat volgt zijn gebruikte termen die als versluierd taalgebruik worden gezien. Van sommige had de politie een idee gekregen wat deze termen betekenden: T-shirts (=Coke), CD's, 'Ik ben heet' of  'Ik heb koorts'(= als de politie in de buurt was), groente (= cocaïne), broekhoest (=geld), Chinees (= Soepi Soepi, een Chinees in Amsterdam) Grote Kop (= ?) die halve gare (= La Serpe) die Engelse (= ?), die Ouwe (= Greg Remmers), Vink (=Vinkenslag), Amstel (=Amstelveen), Brada (= broer van Jesse).

Jesse Remmers belt op een gegeven moment Sjaak Burger op en ze proberen wat af te spreken. Soepi Soepi zegt Sjaak, en: 'Ik heb een hete lepel sambal in mijn strotje'  Sjaak heeft nl Broekhoest nodig. Een andere keer belt Jesse Sjaak weer op. Sjaak zegt: Nou, ik heb een afspraak richting beneden. Jesse antwoord: Je kunt toch effe naar het postkantoor? Ik heb die ouwe en Brada gezien. Sjaak antwoord: Broekhoest, heeft die ouwe dat gegeven? Jesse: Dit is van die zuurstokjes en limonade en 'Let him spin around'  Fred Ros belt Jesse een keer en zegt : Ik word er een beetje moe en geïrriteerd van. Jesse: Hoezo? Waarom? Fred: Weet je wat het is. Hij kan het niet aan die Psycho.....  (gaat waarschijnlijk over Alex de Boer die bedankte voor de liquidatie op Thomas van der Bijl)

In een OVC-gesprek (opnamen vertrouwelijke communicatie) tussen Fred Ros en z'n moeder zegt Fred: Kijk, ik ga niks over anderen zeggen. Siem Wulfse had 3 x 500 euro van Jesse gekregen. Ik zeg 1500 euro ?! Ja, zei ik, Jesse is een fijne jongen. De beste van de familie. Die kun je echt het beste hebben. Waarop de moeder van Fred antwoord: Ja, Jesse is een fijne jongen. Maar hij schiet alleen iedereen dood.... In een ander OVC-gesprek over de vader van Ali Akgün ivm 'een spaarregeling' zou volgens Ros 'van de 88 pas 50 betaald zijn'. Er moet nog 133 betaald worden. En: Wulfse moet nu naar Dicky. Hij moet nu echt langs Plasman. Die moet betaald worden want die begint nu ook te zeuren aan mijn hoofd. De vader van Ali moet hierheen komen. Nu heb ik het nodig. Ik moet mijn moeder wat geven.

Ali Akgün die zelf niet aanwezig was omdat hij een dierbare heeft verloren en daarom in een rouwperiode van 40 dagen zit, liet weten via zijn raadsman Mr. Nico Meijering 'het een absurde gedachte te vinden' dat Ali z'n vader voor zou komen in het artikel 140-onderzoek. Hij vraagt via Meijering aan het OM:  Zou het OM kunnen antwoorden of mijn vader is onderzocht? De rechter vroeg hierop aan Fred Ros: Zou u wat kunnen zeggen hierover, mijnheer Ros?  Fred Ros: Ik beroep mij op mijn zwijgrecht.

's Middags kon Peter La Serpe verhoord worden door het advocaten-team. Morgen een samenvatting daarvan op Crimesite. In de loop van de middag hadden Mr Nico Meijering en Mr Sander Janssen een mededeling voor de rechtbank. Zij kondigden alvast aan dat ze maandag met een zeer belangrijke mededeling komen, wat grote gevolgen gaat hebben voor de verdere verloop van het proces. We zijn benieuwd wat deze mededeling inhoudt. Zo ook de rechtbank, echter het lukte deze niet de raadslieden een voorschotje te ontlokken. We zullen dus geduld moeten hebben tot maandag.


Zoals gezegd, morgen op Crimesite een samenvatting van de ondervragingen van La Serpe.


Door Bondtehond