maandag 10 september 2012

'Het moet een keertje ophouden'

Het liquidatieproces zou maandag hervat worden met de repliek van het OM op de pleidooien die kort voor het zomerreces door de verdediging zijn gehouden in de Bunker te Osdorp. Helaas is er wederom vertraging ontstaan. Het OM vroeg namelijk uitstel tot 24 september. Officier van justitie Mr. Betty Wind zei 'dat er iets op het pad van het OM is gekomen' en 'de afgelopen tijd te zijn geconfronteerd met het feit dat er mogelijk nieuwe informatie beschikbaar komt die van wezenlijk belang zou kunnen zijn voor de waarheidsvinding en voor de beoordeling van de door de rechtbank te beantwoorden vragen van art. 348 en art. 350 sv'. Volgens Mr. Wind zou de uitkomst van deze ontwikkelingen bepalend kunnen zijn voor de inhoud van de repliek.  
 

Rechtbankvoorzitter Mr. Frits Lauwaars gaf nadat hij iedere aanwezige in de zaal eerst welkom had geheten aan dat de rechtbank een brief had ontvangen van het OM die nogal abstract was opgesteld. Het OM zou daar gerust wel redenen voor hebben en dat met opzet en doordacht gedaan hebben, aldus Lauwaars, maar de rechtbank wilde wel wat meer duidelijkheid van het OM waar dit nu over ging. Mr. Betty Wind bleef er echter bij dat het OM in deze fase nog geen informatie kan prijsgeven, zelfs kwa formulering een slag om de arm zou moeten houden en dat uit beraad bij het OM is gekomen dat deze ontwikkeling eerst nog nader aandacht vraagt en onderzoek behoeft. 'Één en ander is nog niet helemaal uitgekristalliseerd', zei de officier van justitie. De resultaten kunnen, zo formuleerde ze nogmaals voorzichtig, 'mogelijk' bepalend zijn voor de inhoud van de repliek en voor de door de rechtbank te nemen beslissingen.

Volgens Mr. Wind heeft het OM tijdens een beraad binnen het OM uiteraard de criteria in acht genomen die de rechtbank eerder heeft geformuleerd in de tussenbeslissing van 13 december. "Dat is voor ons een heilig toetsingskader", zo zei ze.

Hoe dan ook, het verzoek bracht nogal wat teweeg bij de verdediging en alle raadslieden maakten dan ook bezwaar tegen uitstel van de repliek en de zekere vertraging die dit opnieuw op zal gaan leveren. De meeste advocaten waren maandag aanwezig, ik telde er sowieso al negen bij aanvang van de zitting. Mr. Sander Janssen, de advocaat van de tevens aanwezige Jesse Remmers, had reeds per brief zijn bezwaar kenbaar gemaakt aan de rechtbank. Mr. Lauwaars verwees als eerste naar die brief.

Mr. Betty Wind reageerde ook op de brief van Mr. Janssen van afgelopen donderdagavond. Janssen had daarin gesteld dat naar zijn oordeel door de rechtbank slechts in zeer uitzonderlijke gevallen zou moeten worden ingestemd met het geheel achterwege blijven van de aanvang van de repliek en dat naar zijn idee in ieder geval een aanvang zou moeten worden gemaakt met de repliek op het gevoerde ontvankelijkheidsverweer.

Officier van justitie Mr. Wind: Dat standpunt kunnen wij niet delen. Los van dat oordelen voor de rechtbank aan de hand van de speculaties die Mr. Janssen in zijn brief opneemt over waar het allemaal over zou gaan weinig zin heeft, kunnen en willen wij ook niet beginnen met een deel van de repliek. De gevoerde verweren grijpen volledig in elkaar. Het één raakt het ander. Wij vinden het van groot belang om onze repliek als één consistent geheel te voeren. Zo zijn de pleidooien ook gevoerd en zo moet de repliek ook worden gevoerd. Repliek is ook de laatste termijn voor het OM en moet niet worden verknipt door een eventueel debat over nog los liggende onderwerpen waarvan de inhoud bepalend kan zijn voor de inhoud van die repliek.

OvJ Mr. Wind lichtte het verzoek om uitstel hierna verder toe.

Mr. Wind: Inhoudelijk kan ik u dus niet meer zeggen dan dat in onze brief staat. Het komt er feitelijk op neer dat een magistratelijk OM op dit moment niet anders kan en dat we eigenlijk zeggen: We kunnen op dit moment vanwege alle in het geding zijnde belangen niet zeggen waar het precies om gaat, maar rechtbank vertrouwt u ons dat het gaat om iets dat tijd en aandacht moet hebben, dat het OM de door de rechtbank geformuleerde criteria in acht neemt en als uitgangspunt neemt en ook heeft voor de belangen van alle procespartijen.

En rechtbank, verleent u ons alstublieft het gevraagde uitstel. Zouden wij u meer opening van zaken geven dan ik u nu geef, dan heeft dat voordelen, want uw nieuwsgierigheid wordt bevredigd. Iedereen kan meedenken over wat voor consequenties dit heeft voor de planning. Het zou als nadeel hebben dat wij andere belangen, die eigelijk nog hoger in het vaandel bij een ieder zou moeten staan, zouden schenden. Ik herhaal nog maar eens: Een magistratelijk OM kan op dit moment eigenlijk niet anders dan hoe wij het nu doen. Er is iets belangrijks, geeft u ons daarvoor de tijd en dan gaan wij op 24 september allemaal toelichten wat hier speelt.

Het verwachtingsmanagement wat we met u willen delen: We verwachten op 24 september een toelichting op dit alles te kunnen geven. En dan ook volledig. Dan willen we ook alle partijen informeren. Wij verwachten ook meteen op die zitting het onderwerp bij de kop te kunnen pakken, daar meteen meer verder te kunnen. We moeten er ook rekening mee houden dat die ene dag niet voldoende zal zijn voor het behandelen van dit onderwerp als u iedereen daar zijn zegje over laat doen. Onze verwachting is dat de 4 zittingsdagen die nu ingepland zijn voor dupliek, en dat zijn zoals het nu is 24 en 27 september en 1 en 4 oktober, dat dat voldoende zou moeten zijn om het onderwerp te behandelen en ook af te behandelen, als ik dat zo mag zeggen.

Nu weten we ook dat het OM soms wat optimistisch is geweest in de planning en daarom zouden wij voor willen stellen om daar ook nog twee uitloopdagen bij te plannen. Dan is de volgende vraag: Als het onderwerp dan uitbehandeld is, wanneer kan het OM dan repliceren? Het is in ieder geval niet zo dat wij niet hard willen werken om dat zo snel mogelijk voor elkaar te krijgen, maar de uitkomst van dit alles kan ook nog bepalend zijn voor de inhoud van onze repliek en dat betekent dat we wel even nodig hebben om de laatste puntjes op de i te zetten. Dus dan zouden wij willen voorstellen om ons na de dagen die wij vragen de rechtbank in te plannen ons 2 weken de tijd te gunnen om onze repliek volledig te schrijven en dan de repliek in te plannen.

Als de rechtbank behoefte zou hebben aan nog meer onzekerheid-dagen in te plannen dan zouden we die mischien over twee weken kunnen plaatsen. Een klein beetje tijd om onze repliek af te ronden, dat bestaat natuurlijk voor het grootste deel wel, hebben wij wel echt nodig. En twee weken lijkt zeker niet ruim, maar zeker wel voldoende te zijn. Dat is kort en goed onze toelichting. Dank u wel.

Vervolgens ging de voorzitter de hele rij aanwezige raadslieden af, te beginnen bij Mrs. Janssen en Nico Meijering die vooraan zaten naast hun cliënten Jesse Remmers en Dino Soerel. Alle advocaten maakten bezwaar op ieder z'n eigen kenmerkende wijze. Een aantal raadslieden bracht zeer plausibel klinkende argumenten naar voren in een poging de rechtbank te bewegen deze zoveelste vertraging van het reeds jaren voortdurende Passageproces te voorkomen.

Enkele argumenten of opmerkingen van Mrs Janssen en Meijering, zonder volledig te (kunnen) zijn:

Mr. Sander Janssen had reeds per brief geprotesteerd en lichtte zijn brief nu toe voor de rechtbank.

Mr. Janssen (Jesse Remmers): Kan het kloppen dat het OM zegt dat alle informatie die het OM nu zegt te hebben alle facetten van de repliek gaat raken op een zodanige wijze dat ze daar nu niet mee kunnen beginnen? En ik zal u eerlijk zeggen, dat gaat er bij mij eenvoudigweg gewoon niet in. Omdat, en dat weet u ook, er een heel pak aan verweren is gevoerd, om het maar eventjes heel plat te zeggen, die op een veelheid van thema's zien. Ik heb net specifiek genoemd de ontvankelijkheidsverweren die er naar voren zijn gebracht, waar het de overeenkomst met de heer La Serpe betreft.

Ik kan mij met alle goede gemoeden niet voorstellen dat het OM tot een paar dagen geleden vrijwel gereed was om te kunnen gaan reageren op al die verweren en dat er toen informatie kwam die zó zwaarwegend is en zo allesbepalend is dat dat een aanvang van die repliek in de weg zou moeten staan. En met name kan ik mij dus moeilijk voorstellen en met name omdat het OM daar geen reactie op wil geven, dat die nieuwe informatie iets zou zeggen hoe die wetsgeschiedenis gezien zou moeten worden, hoe die interpretatie van die bepalingen moet zijn en hoe de vragen beantwoord moeten worden die ik uw rechtbank heb voorgelegd. Ik kan me niet voorstellen dat de informatie daarop ziet en ik geloof dus niet dat het inderdaad zo is dat die informatie van het OM het onmogelijk maakt om niet nu al met een deel van de repliek te kunnen beginnen.

En wat het OM zegt, we kunnen het niet uit elkaar knippen want zo waren de pleidooien ook niet. Ja, zo waren de pleidooien wél. Dat waren ook redelijk op zichzelf staande onderwerpen waarin de eerste twee dagen de ontvankelijkheid aan de orde is geweest, vervolgens de zaaksdossier afzonderlijk van elkaar werden behandeld, dus ik zie werkelijk niet in, met oog op de planning die gemaakt is en met alle mits en maaren die daar in afgelopen jaren bij zijn geweest, dat het OM nu niet zou kunnen beginnen met een deel daarvan. Zou het nu zo zijn dat het alle zaaksdossier betreft en alle invalshoeken in die zaaksdossier, dan denk ik dat het OM als gezegd wel degelijk kan beginnen met de formele kant van de zaken en de gevoerde ontvankelijkheids- verweren, in ieder geval het juridische deel daarvan.

Dat zou als voordeel hebben dat we de komende tijd die wel in vrijgehouden wel kunnen benutten en al zou er op 24 september gezegd worden, 'Oh nee, we hebben toch uiteindelijk niks', dat we dan niet al die tjd volledig kwijt zijn en daarop voortbordurend begrijp ik ook echt niet, dat als er inderdaad geen informatie uitkomt 24 september, dat men niet op die dag kan beginnen met de repliek? Die repliek is toch klaar op dit moment? Die was toch gewoon gereed neem ik aan, enkele dagen geleden met de planning die er was? Daar hebben ze twee maanden de tijd voor gehad en ja, als er een zomervakantie tussendoor komt, ze zitten vast niet met z'n vijfen allemaal tegelijk te schrijven, met alle ondersteuning die het openbaar ministerie heeft, dus ik verzet me tegen het verzoek van het OM.

Ik heb geschreven in de brief, en dat is natuurlijk ook zo, het staat het OM vrij om alles uit te zoeken wat ze belangrijk vinden, laat ze dat vooral ook doen, maar om nu in deze fase van het proces met alles wat er gebeurd is te zeggen nu gaan we twee weken op onze handen zitten, dan krijgen we iets te horen of niet en dan gaan we weer twee weken minimaal op onze handen zitten, dat lijkt mij volstrekt onterecht en ook niet gerechtvaardigd door de omstandigheden die de officier naar voren brengt. Dank u wel.

Mr. Lauwaars: Dank u wel mijnheer Janssen. Ik denk dat ik er verstandiger aan doe alle advocaten even aan het woord te laten en u daar op te laten repliceren. Mijnheer Meijering...

Mr. Meijering: Ja, goeiemorgen. Ehm... het verzet van onze kant is ook groot. Ik kan u twee dingen uit onze raadkamer klappen. Het eerste is dat er wat weddenschappen op ons kantoor zijn gewonnen omdat de voorspelling was: of donderdag, of vrijdag gaat er weer iets nieuws komen, vanuit het openbaar ministerie. Nou, we hebben het dus mogen meemaken dat dat inderdaad het geval is. En een ander punt wat ik u ook nog kan aangeven, is dat de verdediging voor de periode van de requisitoiren geconfronteerd is met een nieuwe getuige betreffende Bethlehem en betreffende de rol van de heer La Serpe daarbij. We hebben daar toen ernstig over gesproken en ook op de wip gezeten, gaan we dit nu inbrengen of niet. Maar wij wisten ons simpelweg al geruime tijd geconfronteerd met het verscherpte noodzaakscriterium zoals dat door uw rechtbank al geruime tijd geleden in aangelegd. In geloof in April is dat al geweest.

En toen hebben wij ook met elkaar gesproken en gezegd, ja wij kunnen dit doen, het is van belang voor de waarheidsvinding, maar het is ook voor een deel niet meer dan een aspect. En gelet op nogmaals dat criterium en de wijze waarop uw rechtbank zich ook altijd heeft opgesteld daarin, behoorlijk rechtlijnig en hard en consequent daar ook in, zagen wij ook wel met elkaar van ja dat gaan wij nu niet redden. We moeten daar niet mee gaan aankomen in dit stadium, want ik zie ook vaak, ik zag dat vanmorgen ook nog even op internet, dat dit proces al vanaf 2009 loopt. Nee, dit proces loopt al sinds 2007. In april 2007 zijn de eerste arrestaties verricht. En de eerste zitting hebben we geloof ik bij u gehad in ik geloof juli 2007. Dus dat is al 5 jaar.

Wat gaat er nu gebeuren? En dat is één ding wat ik al sowieso niet heb begrepen, op de vraag zojuist van de jongste rechter, van ja: 'Als u nou niet over 2 weken met informatie komt, kunt u dan niet requireren?' Nou, daar begrijp ik inderdaad ook even helemaal niks van, want het antwoord was inderdaad: 'Nee, dan kunnen wij niet requireren'. Dan denk ik: Hebben we hier met iets anders van doen? Vraagt het OM hier eigenlijk niet om uitstel? Want dat is eigenlijk wat er aan de hand is, want als we zien hoe vaag die brief is opgesteld, als we zien hoe niet-concreet vandaag ook weer die toelichting is, afgezet nogmaals tegen nogmaals het criterium wat u moet kunnen afwegen, dan moeten we het er voor houden dat het helemaal nog niet zeker is dat er ook daadwerkelijk iets aan informatie gaat komen.

Er ligt dus kennelijk iets van informatie, dat is dan toevallig de afgelopen dagen of de afgelopen weken naar voren gekomen en dat wil men nader uitzoeken, en men kan dus, daar moeten wij mee rekenen, tot de slotsom komen over twee weken, dat het niets is. Maar dan moet er toch gerequireerd kunnen worden? Dus hier begrijp ik even helemaal niets van. Dan kan er nog steeds niet gerequireerd worden, moeten we daaruit opmaken. Dan hebben we het over iets anders. We hebben dan te maken met een openbaar ministerie dat u meer tijd vraagt om te kunnen, en dat klonk ook al een beetje door, we hebben hard gewerkt, de vakantie kwam er doorheen, er is een hoop op ons afgekomen en hoewel we ons best hebben gedaan, is het dan kennelijk niet gelukt.

Dus ik zou wel graag willen dat het openbaar ministerie zich daar heel duidelijk over uitspreekt. Want dan haak ik ook even aan bij wat Mr. Janssen zojuist heeft aangegeven. En overigens voorzitter, wij hebben geen brief gestuurd. Nou die brief die hing al in de steigers om het maar zo te zeggen, afgelopen donderdag, maar we kregen toen van u het bericht van, nou we gaan... want we vreesden even dat er een beslissing zou komen dat er inderdaad twee weken gewacht zou worden, maar toen we dat bericht van u zagen van: 'Nou we gaan er wel degelijk over praten', toen hebben we ons kruit ook droog gehouden voor vandaag, maar Mr. Janssen geeft het ook al even aan, als we alleen al kijken naar het kantoor Hamer van Mr. Janssen en Mr. Malewicz en ons kantoor, dan hebben we een kleine 2200, 2300 pagina's aan argumenten hebben we neergelegd.

Wat ik nu ook weer bespeur bij het openbaar ministerie, van ja, nou het is allemaal zoveel, daar zijn we allemaal poeh... het is allemaal zoveel, en dat is een beetje onze schuld, maar het zijn allemaal thema's die allang en breed bekend waren en dat die ook lang en breed aan de orde kwamen en het zijn ook allemaal thema's die het OM ook zelf heeft aangestipt in het requisitoir in de eerste termijn. En waar dus ook over nagedacht is. Er zaten in die zin niet nieuwe dingen bij en er zijn geen nieuwe dingen van onze kant gekomen. Het is wel juridisch belicht, het is op feiten gericht, dat is wat we gedaan hebben. Nou, als we dan kijken naar die talloze thema's die voorbij zijn gekomen met principiële thema's, maar ook hele feitelijke thema's die al dan niet in elkaars verlengde lagen. Er zijn de '93-zaken als ik denk aan de andere advocaten. En mijn cliënten worden nog verdacht van witwassen en verdacht van criminele organisatie. We weten het natuurlijk allemaal. Het zijn zóveel thema's en het openbaar ministerie gaat dan nu ineens zeggen: 'Wij kunnen helemaal niet requireren en de komende 4 weken kunnen we dat niet'. Dat is onbegrijpelijk. En dat niet nader gemotiveerd dan: 'Vertrouwt u ons'...

We hebben nog niet zolang geleden gezien dat er ook een verzoek kwam aan uw rechtbank in de zaak van mijn cliënten waarbij de rechter-commissaris gevraagd werd om nadere informatie te geven omtrent Q5, zeg ik maar even kortweg. U weet precies, nou daar konden wij het openbaar ministerie ook in vertrouwen, dat men daar iets wilde onderzoeken dat van belang was voor de te nemen beslissingen door uw rechtbank. Maar u heeft het afgewezen. En waarom heeft u het afgewezen? Omdat u weer dat verscherpte criterium nam, omdat u de periode nam waarin we zaten, de fase waarin we zitten, en u vervolgens heeft gezegd, van ja, dat gaat hem dus niet worden.

En nu gaat het openbaar ministerie u een verzoek doen, niet geconcretiseerd. Totaal niet! Waar gaat dit over? En dat heeft niks met speculeren te maken. Gaat het nu over één van de witwaszaken? Gaat het over wat er aan paspoorten is gevonden bij mijn cliënt? Om maar even hele kleine dingen te noemen. Of gaat het over meneer La Serpe? Zit het openbaar ministerie op de wip? Heb ze nu toch zoiets van, ja dat is toch wel een beetje... als waar is wat wij nu weten, dan gaan wij La Serpe terugtrekken? Want ook dat, spreekt u zich daar maar over uit. Gaat het over zoiets principieels, spreekt u zich er maar over uit.

Dan heeft u nog niets... ik praat nu natuurlijk tegen het openbaar ministerie, maar ik praat altijd tegen u, spreekt het openbaar ministerie zich er maar over uit. Gaat het over zoiets? Want dan... dat kan de waarheidsvinding, het onderzoek dat het openbaar ministerie, de tijd dat het OM nu vraagt totaal niet raken als het OM zegt: 'Ja, het gaat inderdaad over La Serpe. Er is iets aan de hand ja'. Dan kunnen wij geen kant nog op om dat onderzoek op de één of andere manier te gaan dwarsbomen... maar dan hebben we iets concreets. Want dan weten we in ieder geval, ja, laten we eerlijk zijn, het gaat wel over iets dat deze zaak in de kern raakt.

Maar dan nog, dan nog heb je de '93-zaken en al die andere thema's die aan de orde zijn gekomen. En dan heb je nog steeds de Holleeder-weglatingen. Die staan daar los van. Laat je, openbaar ministerie, daar maar over uit. Begin vanmiddag maar. Of begin wat mij betreft maar straks om half twaalf. Men heeft alle tijd gehad en men moet nu niet zonder enige concretisering anders dan 'alstublieft gelooft u ons'. Ik verplaats het ook weer eens naar ons. U moet zich voorstellen dat wij naar u toe zouden komen van ja 'alstublieft gelooft u ons'... Ik sta hier, maar wij kunnen dat natuurlijk niet meer vragen. Dat kan niet meer. En u gelooft ons wel. Dat is vaak genoeg gebleken, maar op basis daarvan kunt u in dit stadium, kunt u het niet meer doen, want we zitten aan die eindronde.

We zitten aan die eindfase. Een hele fase van repliek, een hele fase van dupliek wordt weggeslagen. Wat gaat dit voor nader onderzoek opleveren? Niet geconcretiseerd... Komen we dan in maart terecht? Komen we dan in juli terecht? Het moet een keertje ophouden. Onze cliënten die vertrouwen daar ook op, dat het een keertje gaat ophouden. Dat vertrouwen hebben we ook van u gekregen, dat het een keertje gaat ophouden. En zonder enige nadere concretisering mag het openbaar ministerie dit uitstel niet hebben. En al helemaal niet mag men uitstel hebben om alvast te beginnen met die thema's waar men al lang en breed mee kan beginnen. Dat is mijn eerste reactie. Dank u wel.

Mrs. Van der Werf (Sjaak Burger), Kuijpers (Mohammed Rasnabe), Franken: (Pinny Song), Tuinenburg (Freek S.), Hagenaars (Siegfried Saez) en Van Schaik (Peter La Serpe) kwamen eveneens kort aan het woord en verzetten zich allen tegen het verzoek van het openbaar minsterie. Ook werden er enkele vragen gesteld.

De belangrijkste vragen waren wel: 'Is de informatie belastend, dan wel ontlastend?' en: 'Betreft de informatie alle zaken of bv alleen de '93-zaken of de meer recentere zaken?'

Het OM gaf daar nogal vage antwoorden op. Het kwam er op neer dat het OM geen verdere vragen kon beantwoorden zonder inhoudelijk te worden, en dat wilde men koste wat kost voorkomen. Wel kon Mr. Wind de rechtbank verzekeren dat de suggestie dat het OM maar wat deed om zo tijd te rekken omdat het OM nog niet klaar zou zijn met de repliek, gezien de enorme grootte van de pleidooien, op niets gestoeld is en dus ook niet waar is. Het klopt wel volgens Wind dat het OM de rechtbank, de advocaten en ook de verdachten vraagt vertrouwen te hebben dat het om iets belangrijks gaat en dat het niet anders kan. Maar de 24e is wat het OM betreft het afreken-moment.

Mr. Wind: Dan mag u ons afrekenen op wat wij u hier vandaag vragen en betogen. De 24e zijn wij voornemens inzage te geven, volledig in wat er speelt. Dat is wat ander dan wat Mr. Kuijpers suggereert, dat dan de informatie komt. Dat moet zich nog uitkristalliseren. Maar hoe dan ook, zullen wij de 24e een toelichting geven op wat er speelt. (etc...)

De rechtbank besloot hierover in beraad te gaan rond het middaguur. Na het beraad van ruim een half uur gaf voorzitter Lauwaars het verlossende woord, voor het OM wel te verstaan.

Mr. Lauwaars: De beslissing van de rechtbank is om u het gevraagde uitstel te verlenen. U heeft onze bezwaren en zeg maar alle dingen die we hebben verzonnen en die de advocatuur heeft aangevoerd allemaal ons ter harte genomen. De rechtbank vindt dat we er in het belang van een eerlijk proces maar op moet vertrouwen dat u dat goed heeft doorgesproken en ingeschat, dat dat absoluut nodig is om dat uitstel te verlenen en alles wat dat met zich meebrengt. Dat is de beslissing van de rechtbank. Het brengt nogal wat met zich mee aan wijzigingen in het rooster met name. Ik zou iedereen willen verzoeken in ieder geval de volgende dagen vast te houden.

Rechter: Ja houdt u zich vast. Het is zo dat de Bunker in september grotendeels bezet is voor de Rotterdamse zaak, maar de volgende dagen willen we reserveren: De 24e, de 27e, dan 1 en 4 oktober, dan 9 + 11 oktober, dan 16, 18 en 19 oktober, dan 23 + 25 oktober, dan 29 oktober + 1 + 2 november, dan 5 + 8 + 9 november, en 12 november.

Mr. Lauwaars: Nou, dan roep ik iedereen op tot de 24e.
Het is niet anders....

Bondtehond

dinsdag 17 juli 2012

'Hier mag La Serpe niet mee wegkomen'

Op de laatste procesdag van het liquidatieproces Passage voor het zomerreces zette Mr. Nico Meijering nog eens uiteen waarom het openbaar ministerie niet-ontvankelijk zou moeten worden verklaard. Maandag deed Meijering dat aan de hand van een vijfde en tevens afrondend pleidooi, in combinatie met een presentatie genaamd:'Plaats Delict Houtman'. Volgens de raadsman van Dino Soerel en Ali Akgün heeft kroongetuige Peter La Serpe ronduit gelogen over de gebeurtenissen op de avond van de moord op Kees Houtman. Niet Jesse Remmers zou Houtman hebben geliquideerd met de Glock, maar kroongetuige La Serpe zelf.


Maar voordat Mr. Meijering tot deze stelling komt, legt de raadsman uit dat de thema's Bethlehem en plaats delict Houtman (na nu PD-H) over de betrouwbaarheid van La Serpe gaat en daarmee raakt het aan het bewijs dat tegen zijn cliënten in stelling is gebracht. Tegelijkertijd zeggen deze thema's veel over de wijze waarop het OM in Passage staat. Want ook in de zaak Houtman zien we volgens Mr. Meijering, wat de verklaringen van La Serpe inzake PD-H betreft, het OM een weinig realistisch standpunt innemen: het standpunt dat er op neer komt dat wat La Serpe verklaard heeft overtuigend voor waar kan worden aangenomen.

Mr. Meijering: Net zoals in de zaak Bethlehem -maar uiteraard ook overigens in de zaken waarin hij cliënten belast heeft- een onhoudbaar standpunt.

Meijering heeft het reeds vaker gezegd: de zaak Houtman is vanwege de PD en de door de kroongetuige verklaarde betrokkenheid bij die liquidatie de enige zaak waarin La Serpe kan worden afgerekend aan de hand van harde objectieve feiten. Hij heeft het dan in de eerste plaats over sporen die zijn achtergelaten: met name hulzen en inschoten. Verder zijn daar nog objectieve getuigen die getuige zijn geweest van de liquidatie. Een enkele stond als het ware op de eerste rang. Deze getuigen hoeven niet ieder detail even scherp te hebben meegekregen, maar het zijn voor zeker, Meijering noemt het maar, onafhankelijke getuigen. Ze kunnen door het OM niet weggezet worden in het zogenoemde "kamp Remmers".

Mr. Nico Meijering: Wat ook te denken van het feit dat Maria en dochter Houtman belangwekkende verklaringen hebben afgelegd, terwijl die getuigen al helemaal niet in een dergelijk vermeend kamp thuis horen. Overigens kreeg ik van confrère Janssen mee dat hij al behoorlijk aandacht heeft besteed aan de PD-H. Ik zal daar zeker ook naar gaan verwijzen.

Het eerste dat ik hierna zal doen ik aangeven wat min of meer in confesso is. Vervolgens zal ik de verklaringen van La Serpe bespreken en die gaan afzetten tegen sporen en tegen verklaringen van andere getuigen. Niet in de laatste plaats zal uiteraard ook aan de orde komen de vele wisselingen in de verklaringen van La Serpe — vooral ook als hij geconfronteerd wordt met sporen die niet samengaan met zijn verklaringen.

Ik zal niet alle wisselingen in de verklaringen van La Serpe in deze kunnen bespreken. Dat zou veel te ver voeren. Zo kunnen we bijvoorbeeld zien dat La Serpe in zijn verklaringen wat betreft bijvoorbeeld de plaats waar hij met de Kalashnikov zou hebben geschoten steeds verder opschuift naar de plek waar uiteindelijk in oktober 2007 de hulzen in de tuin van de overbuurvrouw Scholten zijn aangetroffen. Dat opschuiven in zijn verklaringen spreekt uiteraard voor zich.

Verder kunnen we onmogelijk al zijn opschuiven en onsamenhangend verklaren bespreken als het gaat om het thema hulzen. Zeker de moeite waard om nog eens naar te kijken aangezien het fascineert hoe hij meent te kunnen wegkomen en hoe je als lezer bijna weer gaat denken dat hij daadwerkelijk in zijn eigen verhalen gelooft.

Uiteindelijk zal er ter beoordeling van uw rechtbank een drietal mogelijkheden overblijven:
1) La Serpe heeft naar waarheid gesproken en aldus met de Amstel-Kalashnikov geschoten;
2) La Serpe heeft gelogen en is in het geheel niet op de PD geweest t.t.v. de liquidatie van Houtman;
en
3) La Serpe heeft gelogen aangezien hij zelf Houtman met een pistool vermoord heeft en kennelijk een ander persoon de Kalashnikov gehanteerd heeft.

Mr. Meijering: lk wil wel aannemen dat La Serpe betrokken is geweest. Maar ook hier teken ik direct weer aan: aannemelijkheid staat bepaald niet gelijk aan zekerheid. Het grote probleem is nu juist namelijk dat -zoals we zullen zien- La Serpe er op de meest cruciale onderdelen van zijn verklaringen volstrekt naast de harde feiten heeft gezeten.

Om dit aan te tonen besprak Mr. Meijering hetgeen La Serpe over de Houtman-liquidatie en de PD-H heeft verklaard. Uit kluisverklaringen, de verklaringen daarna en verhoormomenten van La Serpe op zitting haalde de raadsman zinnen en zinsdelen naar voren en wees de rechtbank op allerlei onvolkomenheden die hij heeft gesignaleerd. Vele momenten waarvan de raadsman zegt dat ze absoluut niet overeenkomen met de feiten en de gevonden sporen liet de raadsman de revue passeren.

Meijering's assistent Juriaan de Vries liet intussen een PowerPoint Presentatie afspelen op de videoschermen in de rechtszaal van de Bunker. Dat de raadsman de verklaringen van La Serpe minutieus heeft uitgeplozen door de jaren heen was al wel duidelijk, echter in combinatie met beeldmateriaal laat Meijering in zijn pleidooi niets te raden over en weet hij de verklaringen tot op het bot te fileren en vermeende bewijzen als het ware één voor één te neutraliseren.

[Overigens, voor ik verderga met deze samenvatting van het pleidooi van Meijering wil ik even terugkomen op dit artikel over de gebruikte Kalashnikov van februari 2011. Om niet al teveel in herhaling te vallen, kun je zonder meer spreken van vele overeenkomsten met het pleidooi van Meijering gisteren. Door de loop der (Passage-)jaren heen heeft de verdediging natuurlijk reeds vele zittingen besteed aan het onderbouwen van stellingen die tegenspreken wat de kroongetuige beweert over de zaak Houtman. Vandaar een verwijzing naar dat artikel. - red.]

Enkele opmerkelijke verschillen in de verklaringen van La Serpe met de feitelijke gang van zaken en/of wat getuigen verklaarden, zal ik hieronder weergeven. Het is echter maar een fractie van hetgeen Meijering in zijn pleidooi aanstipt. In essentie wordt door het OM enkel en alleen een drietal feitelijkheden aangevoerd ter ondersteuning van het verhaal van La Serpe, aldus Meijering.

Eerste: Het verhaal van het kerkje.
(La Serpe reed naar eigen zeggen op een raam af waar mensen achter stonden. Later blijkt dat het geen huis maar een Kerkje is waar ie op af reed. Kon dus niet- red.) Janssen is hier bij pleidooi al op ingegaan. Meijering verwijst naar zijn pleidooi van 12 februari 2009 en het hetgeen Janssen daarover vorige week betoogd heeft.

Tweede: De Kalashnikov die uit De Amstel is gevist.
-Het OM leunt zwaar op dat gegeven om de betrouwbaarheid van La Serpe te onderstrepen. Het is zelfs gebruikt als ijkpunt voor de deal, om het groene licht te krijgen voor een deal, volgens Mr. De Haas naar eigen zeggen bij de rechter-commissaris, echter De Haas was vergeten dat de Kalashnikov op 20 maart 2007 werd opgedregd uit De Amstel en de deal al was gesloten op 20 februari 2007. Dat er een Kalashnikov op aanwijzen van La Serpe uit de Amstel wordt gevist zegt in het geheel niets doorslaggevends over daderkennis van La Serpe, aangezien La Serpe de tas óók kan hebben weggegooid zonder dat hij betrokkenheid heeft gehad.

Derde: La Serpe zou gezegd hebben dat Houtman 'kankerlijers of iets in die geest' zou hebben geroepen.
-La Serpe vraagt (24 mei 2007) aan een tactische rechercheur of Houtman niet toch terug heeft geschoten. Dat is natuurlijk op zich al een opmerkelijke vraag voor iemand die terplaatse was. Het illustreert volgens Meijering goed dat La Serpe het boek 'De oorlog in de Amsterdamse onderwereld' van Paul Vugts en Bart Middelburg heeft gelezen. (12 oktover 2006 in de winkel) Daar staat deze zin in: "Houtman zou vier of vijf keer hebben teruggeschoten, roepend: 'Deze zijn voor jullie, vuile kankerkoppen!'" In de verbatim uitgewerkte verhoren, was die vraag van La Serpe en een bevestigend antwoord overigens weggelaten.
Mr. Meijering: Nog geen drie weken later zou La Serpe een verklaring afleggen, dus La Serpe kennende is het niet al te moeilijk te bedenken dat hij dat boek voor zeker heeft gelezen.

*
Veel van hetgeen La Serpe verklaarde bleek gewoonweg onmogelijk. Of als je er goed over nadacht soms zelfs lachwekkend. Maar wat de politiemannen hem ook voorhouden, La Serpe blijft volharden in zijn beweringen. Soms kan het gewoon niet en dat drijft de politie soms zelfs tot wanhopig.

Enkele opmerkelijkheden uit zijn verklaringen (samengevat):

-La Serpe verklaart 6 a 7 maal met Jesse Remmers tevergeefs in vol ornaat achter een heg te hebben zitten wachten tot het slachtoffer Kees Houtman naar buiten zou komen. De verdediging vindt dat zeer onwaarschijnlijk.
Meijering: Stelt u eens voor dat ze daar 6 a 7 keer in vol ornaat zouden hebben gezeten. De kans om betrapt te worden, zou gigantisch zijn geweest. Wat zou er gebeurd zijn als een hond hen had opgemerkt? Met een Kalashnikov op je knieën onder je jas, op de hurken, 20 minuten tot een uur. Ziet u het voor u? Heeft u wel een geprobeerd op uw hurken te zitten langer dan enkele minuten?

-Op het moment dat er nog geen hulzen uit een Kalashnikov waren gevonden, hield La Serpe vol dat hij de hulzen had geraapt en aan Jesse had gegeven. Hoeveel hulzen Peter? Ik denk een stuk of 15. Hij roept het uit als de verbalisant opmerkt dat daar geen tijd voor was: "Ik heb ze absoluut overgegeven aan Jesse!" Verbalisant: Er is geen huls gevonden. La Serpe: Ja weet je wat het is, ga dan nog maar even zoeken...

-La Serpe vertelde dat Jesse Remmers de hulzen onderweg op de A10 uit het raam gooide. Later, als politiemensen met hem de route narijden blijkt precies op die plaats de boel afgegraven te zijn, dus de hulzen blijven onvindbaar. Zijn geheugen laat hem in de steek.

-Later wordt weer Serpiaans geantwoord op de vraag of ie dan mischien een hulzenzakje gebruikt heeft: 'Als er een hulzenzakje gebruikt is, kan dat wel door mij gebruikt zijn, dat kan maar zo. Ik had wel iets in mijn handen waardoor ik de auto niet kon starten.'
Mr. Meijering zei hierover reeds in februari 2009: Zie je 't voor je? In zijn ene hand hulzen en in de andere hand een Kalashnikov, en La Serpe kan de auto niet starten. Er werd wat schamperig gelachen op de tribune.

-Om het verhaal van La Serpe te onderbouwen fabriceerde de recherche zelf een hulzenzakje.(foto onder)
Mr. Meijering: Ik moet zeggen dat het wel héél erg ver ging daar waar de recherche nog zelfs een hulzenvanger geknutseld heeft om de Amstel-Kalashnikov (dia 27). Alles voor de waarheidsvinding, maar dit was wel heel erg veel meedenken met gesuggereerde onmogelijkheden.


-Later worden er toch 6 hulzen gevonden in de struiken van een tuin. La Serpe weet dat zijn gok om de hulzen mee te nemen niet klopte. Hij wist niet dat er later toch hulzen gevonden werden. Volgens Meijering verwijzen die 6 hulzen het La Serpe-verhaal naar het land der fabelen.

-De looproute waar La Serpe over verklaart, klopt niet met wat getuigen daarover verklaren. Verklaringen van overburen van de familie Houtman en de getuigenissen van Maria en Gillian Houtman spreken eigenlijk voor zich. Kroongetuige La Serpe zegt uit de tuin te zijn gekomen van de buren van Kees Houtman, maar Maria Houtman en dochter Gillian en ook twee overburen spreken over de schutters die vanaf de andere kant komen. Maria Houtman ziet de schutters zelfs voorbij haar raam lopen van rechts naar links. Peter La Serpe zegt van links te zijn gekomen.

Het gaat om een viertal getuigen die over de looproute verklaren:
  • de getuige Scholten die aan de linkeroverzijde (nr. 8) van de familie Houtman woonde; geen zicht heeft gehad op de schutters maar wel lichtflitsen heeft gezien aan de zijkant (steegzijde) van het huis en zelfs nog even zicht heeft gehad op Kees Houtman;
  • Maria en Gillian Houtman die vanuit de keuken zicht hadden op de schutters;
  • De getuige van Gelder die rechts aan de overkant woonde (nr. 6) en die heel goed zicht had op zowel de steeg als de Doblo.
Hier ziet u de tekeningen gemaakt door La Serpe (foto 7, 8, 9 + 10) en de tekening gemaakt door getuigen Maria Houtman, Gillian Houtman en Van Gelder, een van de overburen (foto 13, 14, 15 + 16).

Mr. Meijering stelt: Er is een voor de hand liggende reden om de verklaringen van Maria Houtman als geloofwaardig te kwalificeren: ze heeft hier namelijk wel overwegend consistent verklaard. Bovendien gelden hier mogelijke motieven om het OM ter wille te zijn - met belastende verklaringen tegen de verdachten die het OM op het oog heeft - in het geheel niet. Het gaat hier om droge feiten: waar liepen de schutters; waar kwamen zij vandaan en waar gingen zij naar toe.

Het is bijna waar wat ik zeg, want ondanks dat, is zij toch nog een beetje La Serpe gaan napraten zoals we nog zullen zien. Maar dus niet wat betreft de looproute waarover La Serpe verklaard had. Het aantal verklaringen waarin zij over de looproute van de schutters heeft verklaard heeft Janssen keurig op een rij gezet en resulteerde in de telkens uit die verklaringen terug te halen kern en wel dat de schutters: vanuit de woning gezien van rechts naar links, voor de woning langs zijn gelopen.
Ook in latere verhoren blijft mevrouw Houtman consequent stellen dat zij de schutters rennend heeft zien schieten en dat zij tussen de Doblo en de Mercedes en haar huis door zijn gerend, voor het keukenraam langs.

Hoe dan ook, het is de tegenovergestelde richting van wat La Serpe beweert.

-Over de Kalashnikov is dus al veel gezegd. De houten kolf dat een metalen inklapbare beugel bleek te zijn. Het automatische schieten volgens La Serpe dat onmogelijk bleek te zijn omdat de aangetroffen exemplaar alleen semi-automatisch kan worden afgeschoten; De hulzen die op een plek zijn gevonden waar ze onmogelijk terecht kunnen komen als La Serpe heeft geschoten van waar hij zegt te hebben geschoten; (foto 25 + 26) La Serpe zegt op de hoek te hebben gestaan. De hulzen zouden de kant op vliegen (5-7 meter) van de zwarte pijltjes. De Hulzen zijn gevonden in de tuin, vlak voor de knik in de heg vanaf de lantaarnpaal in de steeg. Ook wel "het laantje" genoemd door de familie Houtman. In wezen onmogelijk. Etc.

De verhorende verbalisanten hebben zelf ook zo hun twijfels bij de verklaring van de kroongetuige:

Verbalisant:
Maar als we al die zaken op een rijtje zetten, zijn er dus een aantal zaken die er op wijzen dat jij onvoldoende kennis draagt over de aangetroffen AK en lijkt het er op dat jij die helemaal niet gehanteerd hebt bij de liquidatie op Kees Houtman.

Alles op een rijtje gezet door Meijering zegt de raadsman daarover: Als je de verklaringen van La Serpe over de Kalashnikov op een rijtje zet, kun je maar tot één conclusie komen en dat is dat La Serpe een fantast is.

Meijering houdt het heel wel voor mogelijk dat La Serpe zijn eigen rol kleiner heeft willen maken en zelf de Glock-45 heeft gehanteerd om Kees Houtman te liquideren. Teneinde zijn deal te krijgen heeft de kroongetuige de moord in de schoenen van Jesse Remmers willen schuiven. Als hij niet zoveel fouten zou hebben gemaakt, simpelweg omdat hij in z'n geheel niet aanwezig was op de PD-H, in elk geval ten tijde van de liquidatie, zou hij daar wellicht nog in geslaagd zijn ook. 
Meijering: Hier mag La Serpe niet mee wegkomen.

Tussenconclusie:
Resumerend vroeg Mr. Nico Meijering:
Primair: het OM niet-ontvankelijk te verklaren.
Subsidiair: zijn cliënten vrij te spreken.

De niet-ontvankelijkheid is bepleit op grond van een reeks vormverzuimen. Deze zijn voor een groot deel reeds aan de orde gekomen in vorige verslagen op Bondtehond. Waar de verdediging zwaar aan tilde waren de Holleeder-weglatingen en het feit dat het OM toestond La Serpe 4 jaar lang te zwijgen over Willem Holleeder. Wat volgens de verdediging gewoonweg niet te geloven blijft, is de situatie dat anno 2012 een Openbaar Ministerie een van de vermeend meest grote moordenaars zomaar zou laten lopen, terwijl er volgens datzelfde OM een panklare zaak tegen hem zou liggen, en tegelijkertijd iemand voor dezelfde moorden wel werd vervolgd terwijl er aanzienelijk minder bewijs tegen ligt.

Helemaal te gek voor woorden vond de verdediging het feit dat men vanwege naar de media lekkende Haagse OM-ers en later van de Amsterdamse Hoofdofficier van justitie datgene moesten horen waarnaar zowel door de verdediging als de rechtbank naar was gevraagd: precies wat het dossier en de Haagse OM-ers eigenlijk al hadden laten weten: de zaak tegen Holleeder is niet rond. Met zoveel woorden heeft de hoofdofficier dit laten weten, evenals hij heeft laten weten dat het onderzoek (nog) loopt en het allemaal net iets te gecompliceerd qua bewijspositie is.

Meijering liet vervolgens een fragment zien uit deze aflevering van Nieuwsuur. Zie onder aan dit artikel. Het bedoelde fragment is van minuut 6:28 tot en met 7:30.

Mr. Meijering: Dit standpunt had het zaaks-OM uw rechtbank en ons niet mogen onthouden. Zeker niet nu daar uitdrukkelijk meermalen naar gevraagd was.

Dit standpunt betekent immers niet meer en niet minder dan dat het OM – vanwege het feit dat het Passagedossier in de zaken Houtman en Van der Bijl evident minder bewijs tegen cliënten bevat – evenzeer meent dat "de zaak" tegen clienten niet rond is.

Het is uit den boze om dit te verzwijgen – zeker gelet op alle besproken Passageomstandigheden. Kennelijk hebben ongekende krachten gespeeld om de zaken tegen cliënten tot het bittere eind door te zetten. Krachten die u en wij van het OM kennelijk niet mogen kennen.

Vormverzuim:
Het aan uw rechtbank en ons onthouden van dit standpunt van het OM dient mede bij te dragen tot de primair bepleite niet-ontvankelijkheid.

Het is bitter illustratief voor het feit dat de waarheid in het Passageproces voor wat het OM betreft verworden is tot een relatief begrip.

Dit pleidooi strekt niet alleen tot het vrijuit laten gaan van cliënten en het doen wegnemen van alle ten onrechte tegen hen geuite kapitale beschuldigingen.

Mijn betoog is evenzeer een pleidooi voor een zuiver strafproces.

Naar ik hoop zal zulks, zowel naar het OM als naar La Serpe, krachtig doorklinken in uw eindvonnis.

Raadsman


*
Tot slot wenste Meijering de rechtbank en alle andere aanwezigen een prettige vakantie en gaf aan dat hij graag wilde vertrekken vanwege andere verplichtingen, zo zei de raadsman. Rechtbankvoorzitter Mr. Frits Lauwaars liet Meijering echter niet gaan voor hij de raadsman complimenteerde.

Mr. Lauwaars: Meneer Meijering gaat u alstublieft nog even zitten. Ik vind het altijd een wat ceremonieel moment, moet ik zeggen. Niet alleen omdat het zomervakantie is, maar ook omdat we de laatste ronde van het debat hebben afgerond. Dan voel ik altijd als voorzitter behoefte om iets te zeggen. We hebben natuurlijk allemaal, en dan spreek ik namens de hele rechtbank, met enige huivering gekeken naar de dagen voor het requisitoir en ook naar het pleidooi, met name die dagen wisten we niet hoe we die door moesten komen, maar we hebben in alle opzichten op de punt van onze stoel gezeten hoe geboeid we waren, dat zeg ik uit naam van al mijn collega's.

Het heeft mij zelf verbaasd, ik loop al wat langer mee en ik dacht, nou ik hoop dat ik die dagen allemaal maar doorkom, maar het was in wezen allemaal heel erg boeiend en een debat op hoog niveau. Daarbij heeft het OM natuurlijk het nadeel dat het een voorschot moet geven op het debat en de verdediging heeft aan alle kanten de standpunten van het OM gefileerd en onderuit gehaald.

Het debat is nog niet klaar, dus dat moet allemaal nog verder afgerond worden, we zijn dan ook heel erg benieuwd of de kwaliteit van het debat zich voortzet naar de repliek, daar vertrouwen we uiteraard op en we geloven ook dat dat gebeurt, en dan krijgen we nog de dupliek, ik voelde toch voor u vertrekt behoefde daar iets over te zeggen.

We hebben uiterst geboeid geluisterd en dat geldt ook voor de andere advocaten, naast Mr. Janssen ook de andere advocaten die we tot nu toe allemaal gehoord hebben, we hebben uiterst geboeid naar de zeer hoge kwaliteit van het debat geluisterd, en we hopen dat dat voortgezet wordt in de tweede termijn. Dat was wat ik wilde zeggen. En dan wens ik u nog een buitegewoon prettige vakantie. Nou vakantie, dat weet ik niet, maar eh... hehehe.

Mr. Meijering: Dank u wel. U ook. En tot na de zomer.

*

Er volgen nog verslagen over eerdere zittingen. Ik loop iets achter.

Bondtehond

___________________________________________


zondag 15 juli 2012

'Met de dobbelsteen van de geschiedenis is het gemakkelijk werpen'

Dinsdag 10 juli was het de beurt aan de advocaten van Nan Paul de B. en Siegfried Saez in de Bunker te Osdorp en droegen de raadslieden,  respectievelijk Mrs. Van Gaalen en Silvis, hun pleidooi voor. Daarbij verwezen beide raadslieden enkele keren naar delen uit de de pleidooien van hun collega-strafpleiters Mrs. Janssen en Meijering, die niet-ontvankelijkheid van het OM bepleitten. Dit onder meer om de rechtbank dubbele betogen en dus tijd te besparen. Het ging in beide gevallen om zaken uit 1993. In de ochtend was eerst Mr. Menno van Gaalen aan het woord.


Pleisooi Mr. Menno van Gaalen inzake Nan Paul de B. (Eis: 8 jaar)
Nan Paul de B. is de neef van Jesse Remmers en zou betrokken zijn bij de liquidatie van Tonnie van Maurik, oftwel deeldossier 'Opa'. Van Nan Paul is er op de PD (plaats-delict) een sigarettenpeuk gevonden met zijn DNA, na pas veel later bleek. De liquidatie heeft nl in 1993 plaatsgevonden en in die tijd waren er nog geen forensische opsporingsmogelijkheden op het gebied van DNA.

Mr. Menno van Gaalen was alleen op komen dagen, zonder cliënt Nan Paul de B. De raadsman bestreed de vermeende bewijzen in de zaak tegen zijn cliënt, die naast Jesse Remmers, Moppie Rasnabe, Pinny Song en Freek S. verdacht wordt van betrokkenheid bij de moord op Tonny van Maurik. Sterker nog, het zou volgens het requisitoir van het OM onomstotelijk vaststaan dat De B. één van de twee schutters is geweest. Dit onder meer op basis van een gevonden foto waarop De B. staat met lang haar, en dat getuige de Wit iemand had gezien met zijn haar in een paardestaart.

Mr. Van Gaalen is niet zo overtuigd dat bij een Oslo-confrontatie in 1993 zijn cliënt zou hebben aangewezen als de man met de paardestaart. Er is onduidelijkheid over de lichaamslengte in vergelijking tot de lichaamslengte van Jesse Remmers en de man met de paardestaart zou net zo goed Moppie Rasnabe geweest kunnen zijn, die ook in beeld kwam als verdachte en in die tijd ook zijn haar in een paardestaart zou hebben gedragen.

De bewijzen zijn volgens Mr. Van Gaalen sowieso niet zo sterk als het OM stelt. De raadsman ging uitgebreid in op de sigarettenpeuk met DNA, de telecomgegevens en een briefje dat is gevonden in de woning van De B., een foto waarop De B. staat met lang haar en getuige De Wit die verklaarde over de avond van de liquidatie. De 2 compositietekening die zijn gemaakt op aanwijzingen van getuige De Wit lijken volgens het OM op de foto van Nan Paul de B. die later is gevonden bij een huiszoeking.

Over dat (ongedateerde) briefje dat gevonden is, kun je veel zeggen, echter niet met zekerheid dat Nan Paul de B. het heeft over een moord zoals het OM meent af te kunnen leiden als hij schrijft over een deal met justitie en een halve strafeis van 6 jaar. Nan Paul zou in gewetensnood verkeren volgens het OM, echter De B. is ook ooit betrokken geweest bij een overval op een geldloper en zou net zo goed door dat delict in gewetensnood kunnen zijn gekomen.

Mr. Van Gaalen: Het OM kan makkelijk praten dat twaalf jaar voor een overval op een geldloper "geen passende eis of straf zou zijn", maar daarmee baseert het zich op ambtshalve informatie die cliënt niet heeft, al was het maar omdat cliënt dat ambt niet bekleed. Wie weet dat een overval doorgaans bestraft wordt onder art. 312 Sr, pakt een wetboek en leest vervolgens dat de strafbedreiging 12 jaar is. De toegangkelijkheid van rechtspraak.nl is pas van de laatste jaren, net als allehande andere websites, zoals Crimesite, Bondtehond, de huiscourant van dit Passage-proces.

Nan Paul schrijft overigens "helft straf uitzitten 6 jaar", waaruit je niet kunt afleiden of hij bedoeld 6 jaar als de helft van 12 jaar, of dat hij bedoeld 6 jaar als volledige straf waarvan de helft 3 jaar zou zijn. Het OM neemt aan het eerste, echter volgens Van Gaalen heeft dat niets van doen met waarheidsvinding.

Kroongetuige Peter La Serpe heeft het wel over 'het neefje van Jesse' in relatie tot een liquidatie, maar er moet volgens Van Gaalen wel een aantal aannames worden gedaan om van dat neefje zijn cliënt De B. te maken. Veel concreter plaatst La Serpe Jesse Remmers en Freek S. in de rol van uitvoerders, echter voor Freek S. wordt vrijspraak geëist door het OM, terwijl er aanzienelijk meer bewijs lijkt te zijn tegen S. dan tegen De B. Zo zou de telefoon van Freek S. gebruikt zijn en die is uitgepeild in de buurt van de PD bij het Altea Hotel in Amsterdam. Uit de telecomdata is de betrokkenheid van De B. evenmin af te leiden, laat staan dat de telecomdata kunnen bijdragen aan de omstandigheid dat 'onomstotelijk' kan worden vastgesteld dat De B. één van de schutters is.

Getuige De Wit
Mr. Van Gaalen: Het bewijs tegen de B. leunt voornamelijk op de opgetekende waarnemingen van getuige De Wit, waarnemeningen op basis waarvan die de Wit eerder twee volstrekt onschuldige mannen aanwees als daders van een liquidatie. (Bij de Oslo-confrontatie wees getuige De Wit verkeerde personen aan - red.) Terwijl De Wit Remmers niet aanwijst, meent het OM dat De Wit De B. wel zou hebben aangewezen als het hem in 1993 was gevraagd, en alle tegennatuurlijkheid van die aanname wordt verlicht met de opmerking "het is niet onze en dus ook niet uw fout, dat De B. in 1993 nog geen verdachte was.

Met de dobbelsteen van de geschiedenis is het gemakkelijk werpen. Het is echter wel uw fout als twintig jaar na dato, op basis van een onduidelijk tekeningetje en een vage theorie, een onschuldig man wordt veroordeeld. Die onschuldige man is Nan Paul de B., en ik verzoek u hem vrij te spreken bij gebrek aan wettig en overtuigend bewijs.


Pleidooi Mr. P.J. Silvis inzake Siegfried Saez. (Eis: levenslang)
Siegfried Saez is de Antilliaan die een van de schutters zou zijn geweest bij de dubbele liquidatie van Henie Shamel en Anne de Witte in Antwerpen, oftwel deeldossier 'Cobra'. Volgens het OM genoemd naar Zwarte Cobra of Henk Rommy, de mogelijke opdrachtgever, althans als je het requisitoir van het OM zou volgen. Saez is al 66 jaar en tevens de oudste verdachte. Hij is in 2009 reeds veroordeeld tot 17 jaar voor de liquidatie van 'Ukkie de Pool' op een parkeerplaats bij een wegrestaurant aan de A4.

Omdat de rechtbank, in verband met dubbele, lange pleidooien, er geen probleem mee heeft dat de verdediging terzake niet-ontvankelijkheid verwezen wordt naar hetgeen hierover door Mr. Janssen is opgemerkt, sluit Mr. Silvis zich ook aan bij de niet-ontvankelijkheidsverweer van Mrs. Sander Janssen.

In de zaak van Siegfried Saez is gebruik gemaak van bewijs dat afkomstig is uit oude gerechtelijke vooronderzoeken. Mr. Silvis vraagt om bewijsuisluiting, onder meer vanwege aantoonbare grote onzorgvuldigheden bij het overdragen van het dossier. Genoemde onderzoeken zijn: ASA, De Schie en Parthenon. In onderzoek Parthenon gebruikte tapverslagen zijn in dat onderzoek onrechtmatig beoordeeld en zoals Mr. Kuijpers reeds eerder betoogde, dat de tapgesprekken die via een Belgisch onderzoek zouden zijn 'witgewassen', en in het kader van 'Fruits of the Poisoined Tree' dienen te worden uitgesloten van bewijs, daar sluit Mr. Silvis zich bij aan.

Ook de CIE-verbalen die zich in het Cobra-dossier bevinden dienen volgens Silvis te worden uitgesloten van bewijs, omdat de anonieme getuigen niet gehoord kunnen worden, daar de rechtbank ongetwijfeld het horen van deze getuigen af zal wijzen omdat het belang van strafvordering bij niet bekendmaking van de informant zwaarder zal wegen dan het belang van de verdediging, aldus Mr. Silvis.

Het oude materiaal uit België
Anders dan dat het om 'negers' gaat en dat ze groot waren is niet gebleken uit de stukken van de Belgische autoriteiten. Saez is een Antilliaan en is licht gekleurd, naar mening van Silvis valt Saez niet in de categorie 'neger', immers dan denkt de advocaat aan een behoorlijk donkere huid. Er wordt steevast over grote negers gesproken. Later is door het ASA-team nog een poging gedaan om met een fotomap waar Saez prominent in voorkwam te confronteren met getuigen, echter de daders treffen ze niet aan. Een getuige spreekt over: Twee zwarte mensen..... Ik kan enkel zeggen dat zij zeer groot waren. (Siegfried Saez is echter allebehalve groot, eerder zeer klein, zoals hij in de Bunker-rechtszaal verscheen) De term lange, zwarte neger lijkt eerder van toepassing op Henk Rommy en dat is toch eerder een persoon waar Henie Shamel mee zou hebben afgesproken.

Telecom
Uit de telecomgegevens denkt het OM bewijs te destilleren, echter volgens Mr. Silvis is in het geheel niet aan te tonen wie bewuste semafoon of telefoon in handen had op de avond van de moord in Antwerpen. Saez en Kenny Rampenburg (R.I.P) worden zo'n beetje neergezet als Siamese tweeling, maar de veronderstelling dat Saez en Rampenburg samen naar Antwerpen zouden zijn afgereisd, blijkt volgens Silvis uit de telecomgegevens niet.

Getuigen
De reeks getuigen die vervolgens de revue passeren in het pleidooi van Mr. Silvis zijn o.a. Lesley V. , Peter La Serpe, Ricnald B. Leonardo 'Coby' K., Renzo M., Huib N. en last but not least Harry W.

Kroongetuige Peter La Serpe levert geen bruikbaar bewijs op, volgens Mr. Silvis. Immers, La Serpe verklaart dat er van beide kanten op de slachtoffers in de auto is geschoten. Dit blijkt niet te kloppen. Er zijn 3 hulzen aangetroffen en 2 kogels veiliggesteld uit hetzelfde wapen. Het is dus onwaarschijnlijk dat er met twee wapens is geschoten. Er zijn twee kogelinslagen in de vooruit van de gele Mercedes van Henie Shamel aangetroffen en het glas van het zijportier was verbrijzeld, maar het staat niet vast dat dit door kogel in- of uit-slagen is gebeurd. Mogelijk is het hoofd van het slachtoffer de oorzaak van verbrijzeling. Het OM heeft ook aangegeven uit te gaan van 1 schutter. Verder heeft La Serpe aangegeven het dossier te hebben gelezen dat hij van Jesse Remmers ter beschikking had gekregen.

Ik zal getuige Harry W. er nog uit pikken tot aan de eindconclusie van Mr. Silvis:

Harry W.
Mr. Silvis: Naast wat er door de andere raadslieden reeds over deze met zijn geweten bezwaarde getuige is gezegd, heeft in de zaak van client te gelden dat er van het favoriete programma van deze getuige, Peter R de Vries, een gehele uitzending is gegaan over client. (los van de door Mr. Kuijpers onderzochte hoeveelheid uitzendingen de gehele passage zaak rakend) Client heeft vervolgens de moeite genomen om naar de zitting te komen opdat deze fantast kan zien over wie hij een leugenachtige verklaring aflegt, en den herkent de getuige.

Vreemd aan de verklaringen van Harry W. is voorts dat hij middels een veronderstelde moraliteit bij Rasnabe in een kort scenario weergeeft waarom hij zich zo goed herinnert dat de zaak Antwerpen besproken werd. ( ook al nam hij het niet serieus ) Hij zegt 'Rasnabe waarschuwt mij voor Rommy'. Die zou dan in de ogen van Moppie iets verwerpelijks doen, anders hoef je niet te waarschuwen, maar dan zou Rasnabe daama zeggen 'ik heb dat smerige klusje mede opgeknapt'. Naar de bescheiden mening van de verdediging klopt daar iets niet of je vind het fout en je bent er niet trots op, dus niet vertellen of je bent er trots op ziet er niks fout in en vertelt het maar dan zonder het waarschuwende element. Het lijkt dat het verhaal is ontsproten aan de fantasia van een man die juist nu zo bezig is met de hogere moraal.

Dit lijkt een denkfout die Harry W. vaker maakt hij is uit het wereldje gestapt wil er niks meer mee te maken hebben, maar de politie vraagt wel over zijn betrokkenheid bij een liquidatie en 4050 kg ? en daar weet hij van, ondanks zijn morale bezwaren. Er is zelfs een mythe om hem heen ontstaan die jaren na dato nog de uitlokkers van een moord in zijn richting brengt.

Wanneer hij uitgenodigd wordt om bij de politie te komen praten over een liquidatie, geeft hij op vragen van de verdediging aan dat er om hem een mythe is ontstaan. Kennelijk raakt dat de betrouwbaarheid van hem niet, en is daar voor Harry W. de kous mee af. En dan heeft Harry W. niet eens de pech gehad dat info over de aan hem gelinkte liquidatie in zijn favoriete programma breed wordt uitgemeten met een uitzending vol fabels en roddels over zaken waarvoor zelfs vrijspraken zijn gevolgd. Dat Justitie deze man een podium gunt in een zaak die al jaren in alle media breed wordt uitgemeten, en die geholpen zou zijn met waarheidsvinding is te betreuren.

Maar ook hier heeft te gelden; In geen van deze getuigenverklaringen worden relevante details genoemd die alleen van de dader afkomstig zouden kunnen zijn.

Bijvoorbeeld "er is drie keer geschoten met een pistool van het Merk FEG waarvan de originele loop is vervangen". Overigens is dit onderzoeksgegeven al op 14 juli 1993 bekend maar zie ik dit nergens terug in de ondervraging van getuigen. Bijvoorbeeld aan M. had Kenny Rampenburg een vuurwapen waar de loop van vervangen was. Of is dit wel gevraagd en was het antwoord negatief. Het Gerechtelijk Laboratorium heeft niet voor niets een foto van zo'n wapen bij het rapport gevoegd.

Eigenlijk is er sinds de twee eerdere sepot/kennisgevingen niet verdere vervolging niets relevants bijgekomen. La Serpe zijn verklaring sluit niet aan bij hetgeen er feitelijk gebeurd is en buitendien weet hij niet meer van wie hij zijn wetenschap heeft dossier of Remmers. Resteert Harry W. maar ook dit is een van horen zeggen verklaring die geen enkele inhoudelijke meerwaarde kent.

Afsluitend ken gezegd worden dat dit dossier slechts bestaat uit van horen zeggen verklaringen die opgeleukt zijn met in dezelfde teneur gepresenteerd, geïnterpreteerd, besmet telecom materiaal.

Van of de jaren zeventig is de naam van client door justitie, de media, maar ook in het milieu aan diverse ernstige misdrijven gekoppeld. In veel gevallen ten onrechte, maar soms kwam het client niet slecht uit dat hij hierdoor een bepaalde reputatie verkreeg. In sommige gevallen werd in het bijzijn van client voor een incasso gedreigd met Siegfried Saez, wanneer hij zich dan bekend maakte en aangaf van niets te weten, kon er tenminste nog gelachen worden. Die tijd van lachen is met de verdenking, het voorarrest en de eis in deze zaak wel voorbij.

(Ander bekend en gelijksoortig verhaaltje: Siegfried Saez liep eens met luchten in een Huis van Bewaring voorbij een groepje gedetineerden, waarvan één stond op te scheppen dat ie Siegfried Saez zo goed kende en dat Saez 'levensgevaarlijk' zou zijn. Siegfried ging bij het groepje staan en de gedetineerde vertelde verder, terwijl Siegfried Saez dus voor hem stond... Met andere woorden: Zo zie je hoe er gemakkelijk een soort mythe rondom Siegfried Saez onstaat als zou hij een levensgevaarlijk figuur zijn en dat gaat al gauw z'n eigen leven leiden. - red.)

Mr. Silvis: Het door Mr. Jan Hein Kuijpers aangehaalde vonnis van de rechtbank Rotterdam in de zaak van Mink Kok BB0065 geeft m.i. goed weer dat indien er zoals in casu niet in het begin van een zaak emstige aanwijzingen zijn, en er nimmer enige ooggetuige is, men de later ontstane roddels soms naar aanleiding van door justitie of de media ( Peter R de Vries voor de getuige Harry W.) niet moet verheffen tot waarheden die kunnen dienen tot bewijs.

Conclusie: VRIJSPRAAK

Tot slot vroeg de Mr. Silvis onmiddelijke invrijheidstelling voor zijn cliënt Siegfried Saez, wat betreft onderzoek Cobra. Dit onder meer omdat Saez terug wil vallen in het arrest van zijn andere zaak waarvoor hij is veroordeeld. De rechtbank ging daartoe in beraad en wees dit verzoek af. Toelichten deed de rechtbank deze beslissing niet, omdat 'het nog onderwerp is van debat'.

*
Ik loop door omstandigheden één verslag achter, met name het pleidooi van Mrs. Janssen en Malewicz inzake cliënt Jesse Remmers van donderdag 12 juli. Daar zal ik later nog op terugkomen.

Maandag 16 juli zal Mr. Nico Meijering zijn pleidooi afsluiten en daarmee is tevens het liquidatieproces Passage aangeland op de laatste dag voor het zomerreces.

Bondtehond