vrijdag 11 november 2011

'Ik ben er langzamerhand maar een beetje laconiek en droog over'

Het liquidatieproces kende de afgelopen jaren reeds vele incidenten rondom de kroongetuige Peter La Serpe. Rechtbank- voorzitter Mr. Frits Lauwaars noemde deze incidenten stuk voor stuk: 'Het incident La Serpe'. Donderdag vond welgeteld het 6e (!) incident La Serpe plaats in de Bunker in Osdorp waarbij de kroongetuige weer de prominentste hoofdrol bekleedde in deze gerechtelijke soap die 'Passage' heet. Het einde van het liquidatie- proces lijkt nog lang niet in zicht en de patstelling waarin het proces terecht was gekomen is per slot van rekening geëindigd in een voorlopige climax waarbij de advocaat van La Serpe de verdediging van zijn cliënt nu heeft neergelegd.


La Serpe, zo zei hij zelf, voelt zich zo gemuilkorfd door het TGB (Team Getuigen Bescherming), dat hij samen met zijn advocaat Mr. Jan Peter van Schaik de conclusie heeft moeten trekken dat hij niet in staat is zijn eigen strafrechtelijke verdediging op een eerlijke manier te kunnen voeren. De beslissing is genomen op advies van zijn civiele advocaat Richard Korver. Het houdt in dat de kroongetuige afscheid neemt van zijn reeds derde advocaat in het strafproces Passage.

De beslissing van Mr. Van Schaik werd door de advocaat zelf medegedeeld na een kleine pauze. Kort daarvoor had de rechtbank de raadsman en zijn cliënt La Serpe laten weten hun twee verzoeken, 1/ het verzoek tot opheffing voorlopige hechtenis en 2/ het verzoek om de strafzaak van La Serpe af te splitsen en achter gesloten deuren verder te behandelen,  af te wijzen. De bedoeling van dit tweede verzoek was om zo het volledige verweer van 27 A4'tjes te kunnen voeren achter gesloten deuren zodat de door het TGB verboden punten ook aan de orde zouden kunnen komen.

De ruimte die La Serpe werd geboden om zijn verweer gewoon te kunnen voeren was volgens officier van justitie Mr. Betty Wind al zo groot dat het OM sowieso niets voelde voor een afsplitsing. Volgens Wind stond La Serpe weinig in de weg. De twee punten waarover hij niet mag spreken betreffen:
A/opnames van gesprekken met TGB-officieren waarover La Serpe beschikt, die gemaakt zijn tijdens de aanloop naar de getuigenbeschermingsdeal.
B/ongeveer één pagina van de 27 A4'tjes die gaan over een aanverwante van La Serpe waarover hij uit veiligheidsoverwegingen niet mag praten.

De civiele advocaat Mr. Korver raadde echter ten strengste af de geboden ruimte ook daadwerkelijk te pakken. La Serpe bleef dus bij zijn standpunt en vindt de geboden ruimte niet genoeg aangezien hij zijn volledige verweer wil kunnen voeren in de volledige context die hij bedoelde met zijn volledige verweer van 27 pagina's.

Mr. Van Schaik voelde er ook niet veel voor om achteraf in een situatie te komen waarbij het TGB gaat bepalen of La Serpe binnen de marges is gebleven die zij heeft gesteld. Dat was namelijk gezegd, dat de TGB in een marginale toetsing zou bezien of La Serpe binnen de marges zou zijn gebleven. Kortom, in overleg met de civiele advocaat Mr. Korver is besloten: Het risico is te groot.

De verdediging van de andere Passage-verdachten zou een afsplitsing en behandeling achter gesloten deuren ook niet acceptabel vinden, deelde Mr. Nico Meijering de rechtbank eerder deze middag mede.

De reden is natuurlijk simpel: Wat voor mogelijk verweer kun je als verdediging van de andere verdachten nog voeren tegen iets dat achter voor hen gesloten deuren heeft plaatsgevonden?

Opvallend was dat volgens La Serpe een andere partij, welke precies maakte hij niet duidelijk, maar niemand van het zaaks-OM of het TGB, hem dringend had geadviseerd gewoon verder te gaan met getuigen. De advocaat van La Serpe bevestigde dit. Gezegd zou zijn dat wanneer La Serpe zich braaf zou gedragen en als goede getuige zou getuigen hij de beschermingsdeal zou krijgen en volgend jaar juni vrijkomt. Dit is natuurlijk opmerkelijk, omdat de rechtbank ten alle tijde het laatste woord heeft over de strafmaat van La Serpe en niet een andere partij. Te denken valt wellicht aan een hooggeplaatst persoon binnen het openbaar ministerie, maar dat deze voor zijn/haar beurt praat lijkt wel duidelijk. Wie wilde La Serpe dus niet zeggen. 'Is het überhaupt wel waar?', hoorde ik een advocaat terloops opmerken.

Mr. Lauwaars deed uitspraak dat de verzoeken werden afgewezen met de volgende woorden: 'Het duurde iets langer. Maar de rechtbank had veel te overwegen, zoals u wel begrijpt. We komen met de volgende beslissing over beide verzoeken. Beide verzoeken worden afgewezen. De opheffing wordt afgewezen omdat natuurlijk de ernstige bezwaren er nog steeds zijn en 67a lid 3 niet aan de orde is. En het andere verzoek, betreffende de afsplitsing van de zaak, dat is een onbegaanbare weg, zeg ik maar in niet-juridische termen, wegens de verwevenheid met de andere zaken. Ik denk dat dat ook niet toegelicht hoeft te worden. En het behandelen van die zaak achter gesloten deuren is ook geen aanleiding voor om dat te doen. Dus dat waren de beslissingen op de verzoeken.'

Vervolgens legde de voorzitter uit dat na deze beslissing nog wel is blijven hangen de zaaksoverschrijdende aspecten die La Serpe steeds noemde. Daar kun je niet zomaar overheen stappen en gezien het feit dat het openbaar ministerie ook al aangaf dat die zaaksoverschrijdende aspecten er zijn, wilde de rechtbank in ieder geval een begin maken met het ondervragen van de kroongetuige over dit onderwerp, met name in het belang van de strafzaken van de overige verdachten. De rechtbank had er tijdens de middagpauze over nagedacht hoe dat nou het beste te doen zonder daar veel nutteloze tijd aan te verliezen. De rechtbank was tot deze oplossing gekomen.

Mr. Lauwaars: Als mijnheer La Serpe maar verklaard als getuige in de andere zaken, over de zaken waarover hij eigenlijk in zijn eigen zaak had willen verklaren, en als getuige moet je naar waarheid verklaren, dan zien we wel hoe ver we komen. En dat doen we dan op die manier, zou ik willen voorstellen aan de advocaten, om te kijken wat de substantie is en de omvang van verweren die mogelijk op basis van de door La Serpe te melden feiten te voeren zijn. Nou ja, daar we hebben geen idee van. Mijnheer La Serpe heeft gezegd dat het heftig was. Nou ja, u was er allen bij. Ik heb echter geen idee of het echt zo is, we hebben wel enkele voorzetten gehad daartoe, maar daar kun je nou niet direct aan afmeten, dus we zullen hem eerst maar eens daarover willen ondervragen op dat punt, en ook door de raadslieden die het aangaat en ook door het openbaar ministerie natuurlijk, laten ondervragen.

Het leek de voorzitter niet van te voren helemaal uitgesloten dat La Serpe op de vragen antwoord zou willen geven. Want hij herinnerde zich dat toen zijn collega La Serpe vroeg of als hij achter gesloten deuren zou hebben meegedeeld waar hij zijn niet-ontvankelijkheidsverzoek op zou willen baseren, of het dan een bezwaar was, voor zover het in de andere zaken van belang was, om dat in te brengen wat mijnheer Van Schaik zei, dat dat buiten zijn verantwoordelijkheid viel, (mocht de informatie waar hem verboden is over te praten op een andere manier toch naar buiten zou komen), zodat dat dan maar moest gebeuren. Zo had Lauwaars het tenminste begrepen. Mr. Lauwaars: 'Dus we zullen we zien waar dat toe leidt'.

De stem van Peter La Serpe klonk over de speakers: Kan ik hier een korte reactie op geven?
Mr. Lauwaars: Ja.
La Serpe: Ik eh.... Het is hartstikke mooi dat u zegt dat ik gehoord kan worden over mijn strafrechtelijke verdediging, maar ik zie dat toch echt anders... Mijn strafrechtelijke verdediging, ik kan u nu alvast zeggen dat ik, behalve over de drie genoemde herinneringen die ik aangebracht heb, en die via Betty Wind, zeg maar de zaal ingekomen zijn, over de rest geen enkele mededeling meer doe. En dat doe ik niet, omdat het niet in mijn strafrechtelijk belang meer is om dat te doen.
Mr, Lauwaars: Ja, dat kan wel zijn, mijnheer La Serpe, dat zien we dan wel. Ik ben er langzamerhand maar een beetje laconiek en droog over. U heeft zelf bij alles geroepen dat het zaaksoverschrijdend was, en daar dienen wij in het belang van de andere zaken van de andere verdachten dan maar voor uit te staan. En ik heb u vanmorgen al gezegd, dat risico had u mee kunnen wegen, en nu staat u ervoor. Ik zou u als getuige willen beëdigen en dan horen we het wel of u antwoordt op onze vragen, of niet. Maar uw standpunt is onjuist, kan ik u wel zeggen.

De voorzitter klonk dit keer strenger dan anders tegen La Serpe, en als ik me niet vergis, bespeurde ik zelfs enige boosheid of irritatie. Anders gezegd, met deze ontevreden, om zich heen schoppende, veeleisende en kennelijk niets en niemand ontziende kroongetuige, heeft de voorzitter het nu ook wel eventjes gehad, al blijft de voorzitter ten alle tijde keurig netjes. Daarvoor respect.

De incidenten met La Serpe hebben keer op keer voor stevig oponthoud gezorgd en de bommetjes waar La Serpe mee kwam, bleken soms enkel losse flodders te zijn. Daarmee zette de kroongetuige niet alleen de verdediging van de andere verdachten meerdere keren op een dwaalspoor, maar leek dit niet op z'n minst vaak ook tot doel te hebben andere partijen dwars te zitten en/of te treiteren. Een zelfingenomen, treiterige manier van praten, dondersgoed wetende dat hij als kroongetuige waar veel van afhangt een bepaalde macht kan uitoefenen, zolang hij de wettelijke kaders maar niet over gaat, zijn de meeste procesbezoekers al bijna gewend aan geraakt.

Er zijn al verschillende sterke staaltjes aan blufpoker van La Serpe voorbij gekomen in de rechtszaal, maar het gevoel dat de kroongetuige ooit zijn hand een keer overspeeld wordt ook steeds sterker gevoeld. Hij zal zich er toch wel van bewust zijn dat je niet oneindig kunt komen met kreten als 'zaaksoverschrijdend' en zeggen 'er zeker van zijn te dat niet-ontvankelijkheid in de koker zit' als de rechtbank maar zou weten wat zich allemaal wel/niet heeft afgespeeld in de aanloop tot zijn deal?

Maar goed, het standpunt van La Serpe blijft onveranderd.  Hij voelde zich nu hard aangepakt en zelfs geslachtofferd door de rechtbank, zei hij tijdens het verhoor dat volgde. Dit na de opmerking van Mr. Lauwaars dat de kroongetuige La Serpe nu maar 'dood op de mat blijft liggen', terwijl hij eerder wel steeds een vechthouding aannam met de term 'zaaksoverschrijdend' en best wel kon weten dat dergelijke uitspraken gevolgen zouden hebben. De verdediging van de andere verdachten zal namelijk ongetwijfeld uitleg eisen over al die zaaksoverschrijdende punten waar La Serpe mee kwam steeds, en nu zij dat doet, geeft de kroongetuige geen krimp meer. Dit vindt de kroongetuige niet correct, en de term zaaksoverschrijdend had La Serpe enkel gebruikt omdat hij zich al twee jaar een roepende in de woestijn voelt en dacht dat dit dan wél de juiste uitwerking zou hebben. Hij vindt dat het TGB hem nu onder druk blijft zetten, door te dreigen dat de beschermingsovereenkomst opgezegd wordt.

Na de opmerking van Lauwaars voelde La Serpe enige weerstand om überhaupt nog antwoord te geven op vragen, zei de kroongetuige behoorlijk opgefokt. La Serpe gaf aan dat hetgeen hij zou kunnen zeggen niet in zijn strafrechtelijk belang zou zijn. De rechters probeerden hem daarop wat te kalmeren en te verhoren over de punten waar hij wel wat over kon zeggen zonder zijn beschermingsovereenkomst in gevaar te brengen. Dat verhoor ging ongeveer door tot 16:30. (Kom ik nog op terug.)

Hoe het straks verder moet? Who knows? Gaat La Serpe op zoek naar een andere advocaat, of neemt hij het advies van de rechtbank ter harte er nog maar eens rustig over na te denken, alles op een rijtje te zetten en mocht hij terug willen komen op zijn besluit (en/of dat van zijn raadsman) zou de rechtbank daar wel mee kunnen leven.

Alles beter dan wederom een grote vertraging lijkt mij persoonlijk, maar goed, je hebt het niet voor het zeggen. De positie van La Serpe is momenteel in ieder geval allesbehalve te benijden.

De verhoren van La Serpe worden aangehouden tot maandag 14 november.

Bondtehond

PS: Wegens ziekte was ik helaas verhinderd de vorige twee zittingen bij te wonen.  Excuses daarvoor aan mijn vaste lezers. Dank u.

vrijdag 4 november 2011

'Cliënt verbiedt mij het verweer te voeren'

Kroongetuige Peter La Serpe en zijn advocaat Mr. Jan Peter van Schaik gaven tijdens de zitting van donderdag zoveel mogelijk duidelijkheid over de herinneringen van La Serpe. Rechtbank- voorzitter Mr. Frits Lauwaars leidde de zitting in met een korte samenvatting over wat er zoal gaande is. Er loopt op dit moment veel door elkaar in Passage, aldus Lauwaars. Vandaag staat op het programma: Het incident La Serpe. De voorzitter sprak over het 5e incident met Peter La Serpe.


De heer van Schaik gaf aan dat hij een verweer wilde voeren. Dat zou moeten kunnen omdat dat te maken had met beschermings- maatregelen. Alles is verstuurd naar mevrouw Verwiel van het TGB (Team Getuigen Bescherming) met de vraag of zij preciezer kon kijken waarover gesproken mocht worden. Dat heeft ze gedaan.

Het OM vindt dat La Serpe zijn verweer zou moeten kunnen voeren. Twee elementen, oa geluidsopnamen, vielen onder de punten waar niet over gesproken kon worden. Het risico zou dan voor eigen rekening zijn. Mr. Van Schaik zou het er nog met de civiele advocaat over hebben waar wél over gesproken kon worden.

De voorzitter gaf het woord aan La Serpe en zijn raadsman.
Peter La Serpe: 'Ik zou willen beginnen. Ik ben het niet eens met u inleiding. U zei het 5e incident. Het is het 1e incident dat nog steeds niet is opgelost.'

Allereerst ging La Serpe in op een vraag die de voorzitter tijdens een eerdere zitting stelde aan de kroongetuige: Hoe het inbouwen van 'zekerheidjes' in La Serpe's verklaringen in zijn voordeel zouden kunnen werken als hij af zou wijken van wat daadwerkelijk was voorgevallen?

La Serpe (samengevat): Ik heb al eens eerder verklaard dat het nogal naief is om te veronderstellen dat verwacht wordt dat iemand in mijn positie, zoals 5 jaar geleden, vanaf het begin het achterste van zijn tong laat zien. Ik ken niet al mijn overwegingen meer, maar wil nog wel de meest voor de hand liggende benadrukken waarom ik op punten ben afgeweken. Van mij werd verwacht dat ik zou gaan verklaren waardoor ik volledig controle zou kwijt raken over hetgeen ik vertelde. Stel dat er geen deal gesloten zou zijn met de staat, zou de staat nog wel beschikken over mijn kluisverklaringen. Het feit dat deze in de kluis zouden moeten blijven, overtuigde mij er niet van dat dit ook daadwerkelijk zou gebeuren, Hoe zou men omgaan met de wetenschap dat er mensen op de lijst stonden die op korte termijn geliquideerd zouden worden? Ik heb er rekening mee gehouden dat de inhoud van mijn verklaringen op andere wijze tegen mijn zou kunnen worden gebruikt. Ook is het zo dat de verhorende rechercheurs mijn bekentenissen hebben gehoord. Dat zijn dezelfde rechercheurs die in het milieu dezelfde moorden pogen op te lossen. Om dan te geloven dat deze rechercheurs zich niet laten leiden door hetgeen zij hebben aangehoord is nogal naief.

Ik leefde in de veronderstelling dat als ik afweek en zij zouden met foute gegevens door rechercheren dat dan de discrepantie tussen wat ik had verteld en wat zij zouden vinden bij hun onderzoek alleen maar groter zou worden. Door op bepaalde punten af te wijken heb ik gepoogd nog enige controle te houden over hetgeen ik verklaarde voor het geval het ooit tegen mij gebruikt zou worden als wij niet overeen kwamen.

Vervolgens ging de kroongetuige in op de herinneringen en zijn verklaring van 27 A4'tjes. Hij had de rechtbank en de verdediging beloofd daar donderdag op terug te komen. Het was hem vorige week duidelijk geworden hoe groot het belang voor de verdediging is, maar ook voor de rechtbank om duidelijkheid te verkrijgen over zijn gedane uitspraken en dan met name met betrekking tot het zaaksoverschrijdende karakter ervan. Hij had na overleg met beide advocaten besloten om de rechtbank en de verdediging zoveel mogelijk tegemoet te komen. De zaken die hij in acht moet nemen en die beperkend werken, zijn het verbod van het TGB om over TGB-gerelateerde zaken te spreken, hijzelf en derden in relatie tot TGB waar ook een spreekverbod voor is afgegeven en zijn eigen belangen in de strafzaak.

Peter La Serpe: Ik ben vanaf september 2006 begonnen met het documenteren van wat is voorgevallen en ik ben begin dit jaar begonnen met het doornemen van deze aantekeningen. In deze aantekeningen ben ik de door mij genoemde 3 herinneringen tegengekomen. Het waren geen herinneringen over strafbare feiten, maar aantekeningen die ik heb gemaakt op de dag dat ze zich voordeden. Veel van de aantekeningen zijn TGB-gerelateerd, bijvoorbeeld over de deal, of hebben een persoonlijk karakter doordat het korte memo's aan mezelf zijn. Na het doorlezen van mijn aantekeningen heb ik een advocaat gevraagd deze voor mij te bewaren zonder zich op de hoogte te stellen van de inhoud.

Met mijn opmerking over meineed van verschillende overheidsmensen heb ik de inhoud van de eerste 3 herinneringen bedoeld. Ik vond dit zaaksoverschrijdend en realiseerde mij dat het relevant kon zijn voor de waarheidsvinding. Ik heb mijn verklaringen naar waarheid afgelegd en vanuit mijn eigen geheugen. De voorgevallen zaken zijn wel gebeurd, maar hebben geen invloed gehad op hetgeen ik heb verklaard. Vervolgens is er een hoop lawaai ontstaan door de door mij genoemde 8 andere herinneringen en de lijst met krachttermen over de inhoud daarvan. Ook hier zal ik, met inachtneming van alle partijen en belangen, zoveel mogelijk openheid over betrachten.

Herinnering 1 tm 3 leest u HIER

Herinnering 4: In de periode dat ik door de CIE was ondergebracht, november 2006 tot febriari 2007, heb ik iedere week tegen de verveling hasj gekocht in de coffeeshop, voor de gehele week. Deze periode volgde op de periode waarin ik de kluisverklaringen heb afgelegd. Tot begin oktober ben ik ervan uitgegaan dat dit onder het verbod in de OM-deal viel waar staat dat ik niet over de totstandkoming van de OM-deal mag praten. Dat veranderde pas toen Mr. Betty Wind begin oktober liet weten dat ik over deze periode vrij mag praten. Ik ben er toendertijd niet op aangesproken. In deze ondergebrachte periode sprak ik met TGB en ben tot de intentieovereenkomst gekomen. Dit is wel altijd onderwerp van gesprek geweest met mijn civiele advocaat. Ik zie dit als mogelijk zaaksoverschrijdend en heb met mijn opmerkingen dat ik op ontoelaatbare wijze door de CIE ben bewogen om kroongetuige te worden, dit bedoeld.

Herinnering 5: In diezelfde periode heb ik iedere week tegen de verveling een fles Whisky gekocht. Deze periode volgde op de periode waarin ik de kluisverklaringen heb afgelegd. Tot begin oktober ben ik ervan uitgegaan dat dit onder het verbod in de OM-deal viel waar staat dat ik niet over de totstandkoming van de OM-deal mag praten. Dat veranderde pas toen Mr. Betty Wind begin oktober liet weten dat ik over deze periode vrij mag praten. Ik ben er toendertijd niet op aangesproken. In deze ondergebrachte periode sprak ik met TGB en ben tot de intentieovereenkomst gekomen. Ik kan en mag hier verder niet teveel over zeggen omdat dit over de inhoud zou gaan, maar ik kan wel zeggen dat dit wel altijd onderwerp van gesprek is geweest met mijn civiele advocaat. Ik zie dit als mogelijk zaaksoverschrijdend en heb met mijn opmerkingen dat ik op ontoelaatbare wijze door de CIE ben bewogen om kroongetuige te worden, dit bedoeld.

Herinnering 6: Over de verklaring over Holleeder heb ik met Sander de Haas de afspraak gemaakt om dit achter te houden. Officier Wind heeft in haar schrijven, ik dacht op 10 oktober, terecht opgemerkt dat de met een magistraat gemaakte afspraak betrekking had op Sander de Haas en de Holleeder-verklaring. Ik realiseerde mij dat die ter zake doende was en in de voortgang van het proces heb ik beter begrepen dat ook deze verklaring relevant zou kunnen zijn voor de waarheidsvinding. Ik vond dit zaaksoverschrijdend en in dat kader heb ik melding gemaakt van de door mij gemaakte afspraak met een magistraat en dat bedoeld met de verwijzing ernaar.

Herinnering 7: Net na mijn aanhouding hoorde ik van mijn toenmalige strafrechtadvocaat dat hij met de CIE op stap is geweest. Hij heeft mij ook verteld dat hij op deze stapavond in café 'The Corner' is geweest. Dit is het café van Ruud H., één van de mensen op de liquidatielijst. Naar aanleiding hiervan heb ik afstand genomen van mijn voormalige strafrechtadvocaat. Ik vond dit zaaksoverschrijdend en vraag mij af wanneer deze relatie is ontstaan en/of , en in welke mate, er invloed op hem is uitgeoefend om mij te bewegen te verklaren en/of om mij te bewegen kroongetuige te worden. Hij was immers ook mijn civiel advocaat. Ik heb hieraan gerefereerd met mijn opmerking over het bewust achterhouden van relevante informatie over de totstandkoming van kluisverklaringen door overheidsmedewerkers en mogelijk beïnvloeding van mijn strafrechtadvocaat om mij te bewegen mijzelf en anderen te belasten.

Herinnering 8: Mijn voormalige civiele advocaat heeft vanaf 26 april 2010 tot 2 juli 2010 contact gehad met iemand die mij, door middel van mijn civiel advocaat, toezeggingen heeft gedaan om mij te bewegen door te gaan met getuigen. Hierover heb ik al een opmerking gemaakt in beschuldigende zin naar Betty Wind. De door mij op officier Wind gebruikte overval-techniek heb ik opgepikt van Mrs. Sander Janssen en Nico Meijering, die dit verschillende keren op mij hebben toegepast. Ik wist dat mijn voormalig civiel advocaat contact had met verondersteld iemand van het OM. Ik wist niet wie, maar ben gaan strepen met de gevens die ik had. Dit contact heeft gezegd dat ik Sander de Haas moest sparen in de rechtbank, dat ik niet moest wraken en geen nieuwe verzoeken moest indienen.

Verder zei dit contact dat mijn wensen geen probleem waren en de TGB-deal zou worden als ik door zou gaan met getuigen. Op instigatie van dit contact en de gedane toezeggingen heb ik mijn beslissingen in de rechtbank aangepast. Ik voelde me hierdoor aangestuurd. Nadat ik tot de conclusie ben gekomen dat ook deze toezeggingen niet werden waargemaakt ben ik nagegaan wie dit contact zou kunnen zijn. Ik hield voor mogelijk dat Mr. Betty Wind dit contact was. Mijn voormalig civiele advocaat wilde niet zeggen wie de persoon was waar hij contact mee had en wie de toezeggingen had gedaan. Om deze reden heb ik afstand genomen van deze civiele advocaat, omdat hij mijn belang niet voorop had staan. Op dit moment overweeg ik om hem te dagvaarden om hem te dwingen de naam bekend te maken.


Herinnering 9: Mijn opmerkingen over aansturing van de tactische verhoren bij de politie en in de rechtbank zijn ook gebaseerd op de vele toezeggingen die aan mij vanaf april 2007 tot nu zijn gedaan, maar die niet zijn waargemaakt. Ik heb verschillende malen het bijltje erbij neer willen gooien waarna mij valse toezeggingen zijn gedaan, door een partij waar ik niet over mag praten, om mij weer aan het getuigen te krijgen. Daardoor hebben zij invloed gehad op mijn vrije wil om door te gaan met getuigen. Als laatste wil ik zeggen dat ik de term zaaksoverschrijdend ook heb gebruikt omdat ik het gevoel heb dat al mijn grieven aan dovemansoren zijn gericht. Door de term zaaksoverschrijdend te gebruiken wist ik dat Mr. Meijering en anderen ervoor zouden zorgen dat mijn woorden wel zouden worden gehoord.

Ik heb het gevoel dat mijn rechten worden geofferd voor het algemeen belang zoals ik zelfs nu nog steeds geen eigen gekozen verdediging kan voeren. Ik word gedwongen mijn verdediging te voeren met een gemuilkorfde advocaat, daar heb ik niet voor getekend. Ik dacht dat het kader van de wet het speelveld was waar men zich aan moest houden, maar naar nu blijkt, geldt de wet niet voor de wijze waarop het openbaar ministerie met getuigen omgaat.

Als men van mijn als getuige afgelegde belastende verklaringen wil profiteren, dan zou men toch op z'n minst mijn recht mijzelf te mogen verdedigen moeten respecteren. Ik begrijp hier werkelijk niets van.

De andere herinneringen of delen van mijn verklaring die ik niet heb toegevoegd zijn niet zaaksoverschrijdend of niet in mijn strafrechtelijk belang om zonder de TGB-context te vertellen, of gedeeltelijk of volledig TGB-gerelateerd.


Ik begrijp dat hetgeen ik vertel de nodige reacties teweg zal brengen, maar het is niet anders. Ik heb geprobeerd om voor alle partijen zoveel mogelijk duidelijkheid te creëren en tegemoet te komen aan de belangen van de verdediging van de andere verdachten. Ik denk dat ik met deze verklaring duidelijk heb gemaakt wat ik als zaaksoverschrijdend heb gezien en waarom ik die krachttermen heb gebruikt om dit aan te geven.  Dank u wel, Peter La Serpe

Vervolgens droeg La Serpe's raadsman Mr. Jan Peter van Schaik een pleitnota voor. De raadsman betoogte dat het onmogelijk is deze zaak te voldoen zonder in een levensbedreigende situatie te komen. Het 'duivelse dilemma', zoals hij het steeds heeft genoemd, is nog steeds niet veranderd volgens de advocaat.

Mr. Van Schaik: De strafrechtelijke verdediging van La Serpe is volledig afhankelijk van TGB-gerelateerde punten. TGB-officier Mr.Verwiel heeft laten weten dat La Serpe vrij is in het verweer, maar dat dit wat haar betreft geheel op eigen risico is. Dit is een schijnsituatie. Voeren van het verweer leidt namelijk tot een zeer levensbedreigende situatie. De beschermingsovereenkomst kan namelijk opgeheven worden, met alle gevolgen van dien. Cliënt kan niet gemotiveerd reageren. Cliënt verbiedt mij het verweer te voeren. Dit stelt mij voor het duivelse dilemma. Kan ik zijn belangen nog wel naar behoren behartigen? Ik denk van niet.

Mr. Van Schaik stelde als uiterste middel voor om maar een zitting achter gesloten deuren te houden waar La Serpe zijn verweer zou kunnen voeren.

De raadsman deed vervolgens ook nog een ander opmerkelijk verzoek: Zo'n 8 maanden voordat de (halve) strafmaat van La Serper sowieso zal aflopen, verzocht de raadsman de voorlopige hechtenis van zijn cliënt op te heffen. Daarbij zou de rechtbank volgens Van Schaik rekening moeten houden met het zwaartst mogelijke detentieregime dat La Serpe zou ondergaan, zonder bezoek, geen ander contact met de buitenwereld, disproportionele toestanden, de vermoeiende transporten en het schenden van geheimhoudersinformatie. (Later gaf hij aan dit verzoek aan te willen houden tot een later moment.)

De raadsman meent tot slot dat hij de verdediging voor zijn cliënt niet goed meer kan voeren als hij het niet over de TGB-zaken mag hebben.
Mr. Van Schaik: Ik zal als advocaat het volledige palet naar voren moeten kunnen brengen. Het totale verweer van 27 pagina's.

La Serpe merkte aansluitend nog op: Voor mij is het doodsimpel, ik wil gewoon mijn strafrechtelijk verweer kunnen voeren. Ik kan me voorstellen dat het verweer van 27 kantjes door de TGB gelezen, kan leiden dat de andere zaken niet meer gevoerd kunnen worden.Doelt de kroongetuige hier nou op niet-ontvankelijkheid van het OM? Heftige uitspraak. La Serpe lijkt opnieuw met vuur te spelen.

De volledige inhoud van de 27 kantjes en de inhoud van de geheime opnames wil iedere procesdeelnemer inmiddels natuurlijk heel erg graag weten. Ik neem aan de rechters ook....  toch?
*
Mr. Betty Wind reageerde namens het OM. Het OM vond het hele betoog min of meer een herhaling van zetten.

De 2 genoemde punten waar La Serpe niet over zou mogen spreken betreft:
Punt 1 : Opnames door La Serpe van gesprekken met TGB-officieren.
Punt 2 : Is onbekend, maar Verwiel heeft dat wel aan Van Schaik laten weten.

Mr. Wind: Het zijn slechts 2 aspecten en klinkt niet als een heel groot deel van het verweer.

Stelling La Serpe: TGB- + OM-traject(en) zijn één. Rechtbank heeft destijds uitspraak gedaan dat La Serpe het wel zo kan voelen, maar dat dat dan nog niet zo is. De gesloten deuren situatie: Het OM voelt daar helemaal niets voor.
De opmerking dat La Serpe in een levensbedreigende situatie zou kunnen komen, wilde Mr. Wind nuanceren. Allereerst heeft de staat een zorgplicht en al zou de beschermingovereenkomst komen te vervallen, laat de staat La Serpe echt niet zomaar de straat op lopen als schietschijf van het milieu. La Serpe zou echter wel kans lopen dat de invulling van het traject er heel anders uit zou kunnen komen te zien.

La Serpe zelf trok deze laatste opmerking in het belachelijke. Hij gaf als voorbeeld dat hij best veilig zou zijn 'in een gat in de grond in de Sahel', echter zo heeft ie zijn leven na het liquidatieproces niet voorgesteld. Het enige voordeel zou zijn dat de jongens hier hem daar niet zo gauw zouden komen zoeken.

Het is absoluut moeilijk voor hem, zo zegt Peter. Men moet vooral beseffen dat zijn hele leven hierna weg is. Dat hij de overeenkomst kwijt zou raken, is dus absoluut geen optie.

Het laatste woord is hier nog niet over gesproken.

Maandag gaat het proces verder.

Bondtehond

woensdag 2 november 2011

'De gehele waarheid, en niets dan de waarheid'

Officier van justitie Mr. Betty Wind beantwoordde dinsdag in een voorgedragen stuk allereerst de vragen die de verdediging tijdens de vorige zitting stelde aan het openbaar ministerie in verband met het Holleeder-incident. Het OM wil het geschetste beeld dat dit zaaks-OM op een ongeoorloofde manier informatie heeft achtergehouden nuanceren, aldus Wind. Er waren volgens haar zeer goede redenen het zo te doen als het nu is gegaan. Alles wat La Serpe verklaarde was alleen bekend bij CIE-officier Mr. Sander de Haas. De openbaring van La Serpe dat er nog verklaringen in de kluis lagen over Holleeder was dus ook nieuw voor het zaaks-OM.


Mr.Wind (samengevat): De situatie is dat kroongetuige Peter La Serpe tot voor kort niet het achterste van zijn tong heeft laten zien. De beslissing om de Holleeder-verklaringen in de kluis te laten is destijds niet gedeeld met het zaaks-OM. Daar was goede reden voor. La Serpe weigerde namelijk toestemming te geven zijn kluisverklaringen te gebruiken omdat hij bang was dat zijn familie wat zou overkomen. Het was daarom onethisch om La Serpe ook over Holleeder te laten praten. Besloten is toen de verklaringen in de kluis te laten, met de hoop dat La Serpe op een later moment wel bereid zou zijn deze te laten openbaren. Dat moment is nu dus kortgeleden aangebroken. Het oordeel van het OM was dat het niet in de weg stond van de waarheidsvinding.

De kluisverklaringen kwamen op een moment dat onderzoeken muurvast zaten, terwijl de schreeuw vanuit de maatschappij om liquidaties op te lossen steeds harder doorklonk. Tegen al die onderwereld-liquidaties bleek al jaren geen kruid tegen gewassen. Juist op dat moment kwam Peter La Serpe. Hij verklaarde over een reeks liquidaties die tot nu toe onoplosbaar leken te zijn. Er moesten afspraken worden gemaakt, de zogenaamde kroongetuigendeal. Zorgvuldigheid was echter geboden. Zonder die deal kon men de verklaringen van La Serpe niet gebruiken. Toen rond die tijd van de CIE-besprekingen voetbalvoorzitter Nedim Imaç werd geliquideerd, bleek dat zijn getuigenissen zeer serieus genomen konden worden. Men besloot de eisen van de toekomstige kroongetuige in te willigen. De Holleeder-verklaringen werden voorlopig veilig weggelegd.

Mr. Betty Wind: Het OM is zeer zorgvuldig te werk gegaan.

Hier beginnen veel mensen de draad echter kwijt te raken. En daar zijn mensen bij die regelmatig het proces bijwonen. Laat staan mensen die nooit zittingen bijwonen en niet precies weten hoe het eraan toe kan gaan in de rechtszaal tijdens het liquidatieproces 'Passage'.

Werd er niet gezegd dat het OM niet op de hoogte was van de Holleeder-verklaringen? De beslissing om deze in de kluis te laten lag bij deze ene meneer: CIE-officier Mr. Sander de Haas. Mr.Wind eerder: 'De vraag stond destijds centraal of het weglaten van relevante informatie over Holleeder het sluiten van een deal met een kroongetuige in de weg zou staan. Het antwoord was: Nee. Het was wel relevante informatie in verband met Holleeder, maar geen informatie die voor de verdachten die nu terecht staan ontlastend was. Eerder juist belastend. In dat opzicht was het Holleeder-deel niet essentieel. Omdat het overgrote deel wel betrouwbaar wordt geacht door het OM, onderschrijft men het verbaal van de heer De Haas.'

'Het OM onderschrijft het verhaal van De Haas.' Dat klinkt heel mooi. De vraag die dan wel meteen opdoemt, is deze: De bewering die het OM bij hoog en laag volhoudt, dat het OM-traject, het TGB-traject en het CIE-traject volledig gescheiden trajecten zijn, hoe verhoudt zich dat tot de mededeling dat het OM niet op de hoogte zou zijn geweest van de afspraak tussen La Serpe en CIE-officier De Haas, maar deze beslissing wel volledig 'onderschrijft'.

Met andere woorden: Gelooft u het, gelooft de verdediging het. In de wachtkamer van de bunker was in elk geval niemand te vinden die dit verhaal nog gelooft. Zelfs La Serpe geloofde er geen sikkepit van dat de gescheiden trajecten ook daadwerkelijk zo gescheiden zijn dat de verschillende officieren van justitie van de verschillende trajecten niet van elkaar zouden weten wat zij onafhankelijk van elkaar beslissen. Een Mr. De Haas beslist dus zonder dat het zaaks-OM daar weet van heeft dat verklaringen die mogelijk zouden kunnen bijdragen het allerhoogste doel van het OM te bereiken, nl de veroordeling van dé opdrachtgever(s) van al die liquidaties in de onderwereld, maar even in de kluis blijft tot het wel uitkomt die verklaringen tegen een mogelijke kandidaat te gebruiken? Hoe naief kunnen wij nog zijn in de ogen van het openbaar ministerie?

Laten we eens terugkijken op een groot deel van al die zitingen waarbij de discussie tussen het OM en hun eigen kroongetuige over wel- of geen-gescheiden trajecten steeds weer oplaaide. 


In willekeurige volgorde:

La Serpe 1 , La Serpe 2 , La Serpe 3 , La Serpe 4


La Serpe ALa Serpe B , La Serpe C , La Serpe D

Je kunt de kroongetuige, die tegelijkertijd ook nog "gewoon" verdachte is, niet kwalijk nemen dat ie niet meer gelooft dat er nog wel eerlijk spel gespeeld wordt, met als inzet onder andere zijn leven en dat van zijn familieleden. Wat dat betreft zag je dat de verdediging en hun grootste rivaal wel op één lijn zitten. La Serpe zegt al langer dat er één groot schijnproces afspeelt onder zijn ogen, en hij is daar zelf de hoofdpersoon in, maar dan als speelbal die het verboden wordt zijn troeven uit te spelen op straffe van opheffing van de beschermingsovereenkomst. Hoe ethisch is dat van het magistratelijk OM?

Nou ja, je kunt er lang en breed over discussiëren, maar de voorspelling dat het OM in samenspraak met voormalig CIE-officier De Haas zoef zoef een verklaring in elkaar hebben gezet waar bijna geen speld tussen te krijgen zou zijn, is wel uitgekomen.

's Middags kwam de oud CIE-officier het zelf vertellen. Een van de eerste vragen van Mr. Nico Meijering was dan ook niet vreemd.

Mr. Meijering: Mijnheer De Haas, vanochtend heeft het openbaar ministerie een stuk voorgedragen. Kende u dat stuk al?
Mr. De Haas: De eindversie kende ik niet, ik heb wel afgelopen dagen input daarvoor geleverd.
Mr. Meijering: Ehm... mijn vraag is eigenlijk: Bent u het eens met het stuk en wat daar allemaal in staat? Heeft u het gehoord, of heeft u het gelezen? Ik denk wel dat u het gehoord heeft, want het is net voorgedragen. Heeft u gehoord wat er net is voorgedragen?
Mr. De Haas: Ik heb alleen de laatste 5 minuten gehoord.
Mr. Meijering: Oh, dus u weet eigenlijk nog niet goed wat erin staat?
Mr. De Haas: Ja, ik heb input geleverd en ik heb een vergaande conceptversie gezien. En daar kon ik mij in vinden.
Mr. Meijering: Dat is bijna al de vraag die u daarmee heeft beantwoord, maar u heeft niet toevoegingen of aanbevelingen of verbeteringen op dat stuk, waar u de conceptversie van heeft gezien?
Mr. De Haas: Nou eh, ik had niet de behoefte om daar spontaan iets aan toe te voegen.
Mr. Meijering: Nou, het gaat niet zo zeer om uw behoeftes hoor. Het gaat eventjes gewoon puur om of u iets weet waarvan u zegt dat moet wel volledig. Maar ik begrijp dat dat niet zo is?
Mr. De Haas: Nou, dan moet ik het even helemaal lezen.
Rechter: Dat is mischien een beetje moeilijk, mijnheer Meijering, als mijnheer De Haas aangeeft dat hij het stuk nog niet helemaal onder ogen heeft gehad, dat u dan vraagt om toevoegingen.
Mr. Meijering: Nee, nou ja, dan moet dat nog komen.
Rechter: Nou ja, het is op zich een goede vraag, gaat u nog even door.
Mr. Meijering: Het openbaar ministerie heeft overigens....
Mr. Betty Wind onderbrak de raadsman: Mag ik even wat opmerken? Ehm... mijn collega De Haas is hier toegewezen als getuige, vorige week is dat besproken, om bij de rechtbank te vertellen over de gang van zaken. Meningen en visies van getuigen zijn in dat opzicht wat lastig. Ik zou dus willen pleiten dat de vraagstelling gaat over de feitelijke gang van zaken, primair over het verweer wat wij hier vanmorgen hebben verwoord, als over standpunten binnen het één en ondeelbare OM.   (.........)

Tot zover. Ik blijf even hangen bij deze eerste, maar zeker niet de laatste, interruptie van Mr. Betty Wind. Begrijpt u het nog, begrijp ik het nog. Hier raakt waarschijnlijk nog een grotere groep lezers, overige mezelf incluis, verder van het padje af. Die gescheiden trajecten waarover men het steeds heeft, worden hier ineens weer 'één en ondeelbaar' genoemd. Mischien moeten we binnenkort eens uitleg gaan vragen bij de verdediging. Het antwoord zal wellicht eenvoudig zijn, maar op dit moment snap ik er zelf wat dit punt betreft ook niet echt veel meer van.

Vraagstuk: De 3 trajecten (CIE, TGB en Zaaks-OM) zijn gescheiden, maar het OM is wel één en ondeelbaar, legt ú dat nou eens uit mijnheer de rechter....
(Kan ook komen door een soort van najaarsgriepje waar driekwart van de mensen die ik sprak afgelopen week last van schijnen te hebben en waardoor je hersenen toch al niet optimaal functioneren, maar ik denk eerder dat het bijna niet te begrijpen valt als je geen rechten hebt gestudeerd. Niet voor La Serpe, niet voor het grooste gedeelte van de toeschouwers op de tribune, wellicht kunnen de advocaten er nog wel een draad aan vastknopen. Dat mag je tenminste hopen.)

Mr. Nico Meijering deed er dinsdagmiddag in elk geval alles aan om de onderste steen boven te krijgen en probeerde Mr. De Haas verder door te zagen over het Holleeder-incident. Dat ging maar moeizaam. Aan Meijering lag het niet, de raadsman van Dino Soerel is nl een meester in het formuleren van goede vragen. De redelijk voorspelbare antwoorden, of mischien eerder nog het beletten van vragen van Mr. Meijering aan Mr. De Haas door de rechtbank, maakte deze zitting tot een van die zittingen die echt het uiterste van je geduld vergen.

De raadsman had maar liefst 36 momenten genoteerd waarop La Serpe de waarheid geweld aan deed in verband met Holleeder de afgelopen jaren op zitting of in verklaringen. Alle 36 momenten voorhouden mocht echter niet van de vrouwelijke rechter Mr. Tarlavski. De raadsman moest alle 36 momenten maar als beantwoord beschouwen met hetzelfde antwoord dat Mr. De Haas gaf toen Mr. Meijering het eerste moment aansneed: La Serpe is op basis van de deal niet verplicht over Holleeder te verklaren. Wat La Serpe te verklaren heeft, moet naar waarheid zijn. De algemene verplichting was: De gehele waarheid, en niets dan de waarheid.

Maar ja, wat nou als La Serpe die waarheid niet spreekt? En dat 4 jaar lang? Ben je dan als verdediging niet vreselijk op het verkeerde been gezet al die tijd? Kennelijk mocht La Serpe de waarheid wel geweld aandoen waar het de verdediging betrof. En heeft het OM, dat erbij zat afgelopen jaren, haar mond gewoon gehouden. Oh nee, het openbaar ministerie wist het niet.... zeggen de officieren van justitie.

8 November komt de heer De Haas nog een keer. Mr. Nico Meijering was (nog lang) niet klaar met zijn vragen.

Morgen verder. Mr. Van Schaik en Peter La Serpe zullen als het goed is openheid van zaken geven mbt de 11 herinneringen van La Serpe.

Bondtehond