zaterdag 29 oktober 2011

'Er is zo langzamerhand een schijnproces onstaan!'

Het Holleeder-incident. De Holleeder-verklaringen van Peter La Serpe die bewust buiten het liquidatieproces zijn gehouden hebben al evenzoveel stof doen opwaaien als de 11 herinneringen van kroongetuige Peter La Serpe. Rechtbankvoorzitter Mr. Lauwaars vertelde dat er een proces-verbaal van CIE-officier Sander de Haas was binnengekomen waarin hij uitlegt dat destijds besloten is de verklaringen die La Serpe had afgelegd over Willem Holleeder buiten het Passage-proces te houden. Het embargo van La Serpe op het openbaar maken van de belastende verklaringen is kortgeleden pas opgeheven. De veiligheidsoverwegingen waarop dit embargo was gebaseerd gelden inmiddels kennelijk niet meer voor La Serpe. Op zich al een vreemd gegeven. Holleeder zat afgelopen 5 jaar namelijk gedetineerd, terwijl Dino Soerel nog in vrijheid was, en Ali Akgün en Sjaak Burger al waren onslagen uit voorlopige hechtenis.


Mr. Meijering: Hoe kan dat door ons begrepen worden nu Holleeder in detentie was en onze cliënten buiten liepen? Ik deel de vreugde mede dat onze cliënten kennelijk niet zo gevaarlijk zijn. Kan het OM dit uitleggen? Waarom moet dit vermeende veiligheidsgegeven boven de waarheid gaan?

De verdediging van Soerel, dinsdag bestaande uit de 3 top-advocaten Mrs. Nico Meijering, Leon van Kleef en Bénédicte Ficq, had daar nog veel meer treffende vragen over. (zie onder) Liefst had de verdediging deze vragen rechtstreeks aan de heer De Haas gesteld. Mr. Nico Meijering verzocht 's ochtends de CIE-officier rechtstreeks vragen te kunnen stellen, echter na de middagpauze bleek dat De Haas niet in de gelegenheid was om naar de Bunker in Osdorp te komen. Volgens Mr. Betty Wind omdat hij nu een andere baan heeft en het daar erg druk mee zou hebben. Er was wel overleg geweest met De Haas. Mr. Betty Wind moest van de rechtbank een datum geven waarop De Haas dan wel in de rechtbank zou kunnen verschijnen, maar uiterlijk 1 of 3 november. 1 november komt De Haas nu naar de bunker in Osdorp.

De verdediging ging in kort beraad over de vraag of zij tijdens deze zitting al vragen aan het OM, in plaats van aan de heer De Haas, zouden stellen over deze kwestie. Besloten werd dat te doen. Dat verliep echter niet van een leien dakje.

Rechtbankvoorzitter Mr. Lauwaars irriteerde zich op een gegeven moment terecht aan het vooruitschuiven van bijna alle vragen die aan het OM gesteld werden door de verdediging. Een van de rechters gaf al eerder die ochtend aan met een cynische klank in haar stem dat het toch niet zo moeilijk voor de officieren van justitie was bepaalde vragen te beantwoorden. Ze merkte op: 'Anders zou ik het zelfs nog wel voor u kunnen doen.' Maar nee, de officieren bleven er op staan dat men eerst een beraad wilde houden voor er vragen beantwoord konden worden.

De officieren wilden liefst schriftelijk antwoorden, want, zo zei Betty Wind: 'We hechten er wel aan dat zorgvuldig te doen.' Spontaan antwoorden op vragen deed het OM dus maar sporadisch. Gezucht en gesteun klonk steeds meer door op de tribune, wat vandaag extra opviel omdat deze bomvol zat, oa met een klas VMBOers, meer pers dan anders, zelfs de NOS was aanwezig. Als er wel antwoorden werden gegeven, klonken die vaak zo omslachtig en ver af van de kern, dat zowel rechters als verdediging merkbaar geïrriteerd raakten.

Het OM droeg wel het verbaal van CIE-officier Mr. Sander de Haas voor. De schriftelijke reactie was geen uitgebreidde, volgens officier van justitie Mr. Betty Wind. De vraag stond centraal of het weglaten van relevante informatie over Holleeder het sluiten van een deal met een kroongetuige in de weg zou staan. Het antwoord was: Nee. Het was wel relevante informatie in verband met Holleeder, maar geen informatie die voor de verdachten die nu terecht staan belastend, dan wel ontlastend was. In dat opzicht was het Holleeder-deel niet essentieel. En verder was het beeld dat La Serpe over zijn eigen aandeel in de strafbare feiten volledig open heeft verklaard. Omdat het overgrote deel wel betrouwbaar wordt geacht door het OM, onderschrijft men het verbaal van de heer De Haas.

De uitleg van De Haas was daarentegen voor de verdediging allerminst bevredigend en Mr. Nico Meijering merkte op dat hij het gevoel kreeg dat we over een kwartier alweer naar huis zouden kunnen gaan nadat het OM zei er de voorkeur aan te geven de vragen op een uitloopdag te beantwoorden.

De advocaten van Soerel hadden dus eerder al aangegeven een reeks vragen te willen afvuren op het OM over deze kwestie. Meijering: Cliënt loopt ook over van de vragen.

Voorzitter Mr. Lauwaars was het ermee eens dat de verdediging de vragen zou stellen.
Mr. Lauwaars: We stellen voor dat u het voortouw neemt en de gelegenheid krijgt vragen te stellen. Wij kunnen dan nog vragen wat er blijft liggen.

Mr. Nico Meijering begon aan zijn vragenlijstje. De eerste vraag van de raadsman was: Vindt dit zaaks-OM deze zaak ook belangrijk en waarom vindt zij dit belangrijk?

De antwoorden van het OM kwamen echter maar moeizaam op gang.
Ovj Mr. Hans Oppe: We willen minimaal even overleg over uw vragen hebben....

Zelfs Mr. Lauwaars, die niet vaak wanhopig klinkt, verloor nu duidelijk zijn geduld: Ik grijp nu even in! Als we over elke vraag over zo'n belangrijk onderwerp op deze manier steggelend blijven omgaan, dan begrijp ik werkelijk niet in dit proces waar we mee bezig zijn. De rechtbank zou deze vraag zelf nog wel kunnen beantwoorden. Waarom moet u overleggen waarom dit zo belangrijk is? Ik zou het zo kunnen. Deze irritatie moet mij van het hart.

Op een later moment loopt de temperatuur op tot een kookpunt. De paar vragen die dan wel beantwoord werden door het OM gaven niet het bevredigende resultaat voor de andere procespartijen. Nu vaststond dat Mr. De Haas op 1 november wordt verwacht in de rechtbank, stond de verdediging erop dat er niet eerst een overleg plaats zou gaan vinden in de tussentijd, tussen het zaaks-OM en de (voormalig) CIE-officier De Haas. Volgens het OM zou het echter al te gek zijn dat er geen overleg zou mogen plaatsvinden.

(De veelgehoorde suggestie van bezoekers in de wachtkamer van de bunker was dat het OM nu alles op alles zou zetten voor 1 november eventuele valkuilen dicht te timmeren in samenspraak met de (oud) CIE-officier De Haas en de top van het openbaar ministerie.)

Mr. Meijering kon zijn irritatie ook niet meer onderdrukken: Weet u waarom ze overleg willen? Omdat het één groot mijnenveld is! Ik zou willen dat u het OM opdraagt geen overleg vooraf te hebben.

Iets later:
Mr. Meijering: Ik vraag opheffing in de zaak Soerel. Ja... ik zie u wel lachen. Cliënt is uitgebreid gehoord. Wat gepasseerd is afgelopen weken heeft de temperatuur hoog op doen lopen. Wat betreft het kookpunt loopt de pan nu over. Cliënt weet niet meer in wat voor proces hij terecht is gekomen. Ik denk dat wij straks een half uur nodig hebben om een verzoek te doen. Niet in de laatste plaats om wat La Serpe heeft verteld. Er is zo langzamerhand een schijnproces onstaan!

Het ging zo een tijdje over en weer, maar de vragen werden wel gesteld. Hier volgt de rauwe tekst van de snel genoteerde vragen. (Mogelijk wijken ze enigzins af van de precieze tekst van de verdediging.)

De meeste antwoorden, voor zover die werden gegeven door het OM, moet ik u op dit moment helaas grotendeels onthouden. Het OM zal binnenkort schriftelijk reageren met haar antwoorden.

*
Vragen Mrs. Meijering, Van Kleef en Ficq:
-Begrijpen wij uit opmerking van het OM hedenochtend dat het zaaks-OM het standpunt inneemt dat op basis van de deal Peter La Serpe niet gehouden was de waarheid over de liquidaties te vertellen als het ging om de positie van Holleeder?
Het antwoord van het OM is: Ja, toelichting volgt.

-Kan het OM aanwijzen in het contract waar de 'ja' op gebaseerd is in het contract?

-Hoe ziet het OM een en ander als het gaat om: De kennelijke positie van Willem Holleeder in relatie met Ali. Immers ontbreekt ook Akgün in het contract. Vindt het OM derhalve dat Peter La Serpe ook niet de waarheid heeft hoeven verklaren over Akgün?

-Hoe verhoudt een en ander zich met in contract een aantal verdachten op naam, en de opmerking 'en anderen'?

-Is gedurende de 4,5 jaar op enig moment opgekomen om deze Holleeder-passages uit de kluis te halen, met name sinds Soerel is aangehouden en ook toen Soerel zijn verdediging relateerde aan de positie van Holleeder?

-Kan dit OM beantwoorden, waarom niet in contract is opgenomen dat Peter La Serpe over een aantal personen niet de waarheid hoefde te vertellen?

-Wat kan het OM zeggen over de instructies die La Serpe van De Haas heeft meegekregen in het verloop van het proces indien er vragen over Holleeder kwamen?

OM: De Haas heeft ons meegedeeld dat hij La Serpe niet heeft geïnstrueerd over hoe te verklaren, indien er vragen over Holleeder zouden komen. Hij moest naar waarheid verklaren


-Er zijn veel delen in dossier waar Holleeder voorkomt. De vraag is reeds op 18 juni 2007 gesteld. De vraag of Holleeder op enige manier met de zaak van doen had. Hoe is dit tussen De Haas en La Serpe besproken. Is u dat bekend?

-Er zijn geen instructies door De haas aan La Serpe geggeven?

Opmerking Peter La Serpe: Het laatste stukje van De Haas, over 22 november. Dat was op de dag dat ik correcties aanbracht op de kluisverklaringen. Wat ik over Holleeder zei was een snelle samenvatting. Ik heb gezegd dat ik dat niet in de rechtbank wilde verklaren en er zijn geen vragen over gesteld, geen diepte interview en geen instructies. La Serpe: 'Ik heb De Haas instructies geggeven het niet te melden. Nou ja, intructies... ik zei: Ik ga dat niet zeggen.'

-Hoe ziet het OM het incident met de Holleeder-passages, het feit dat het OM dit in het contract vindt passen en anderzijds de strafvordelijke verplichting die La Serpe heeft de waarheid en niets dan de waarheid te vertellen?

-Hoe kijkt het OM aan tegen het feit dat we 23 vindplaatsen waarbij om Holleeder heen wordt gegaan, cq gelogen over de positie van Holleeder. Verzwegen en gelogen?

-Hoe ziet het OM het in relatie tot een mogelijke meineed?

-Hoe ziet het OM dat in relatie tot art 190 a/b sr.?

-Kent dit zitings-OM het TGB-contract?

-Wordt in het TGB-contract gerefereerd aan bepaalde verdachten en niet naar anderen?

-Eén na laatste alinea, pagina 2. Overleg 22 nov 2006. Peter La Serpe gaf aan in strijd met de waarheid qua van Hout + Jesse en contact Holleeder Vraag: Begrijpt het OM dit nog?
Op 22 nov volgens De Haas verhaal Cor van Hout niet klopt. In dossier diverse vindplaatsen tot 3 weken geleden door La Serpe volgehouden.

-Hoe zit dit nu? Heeft De Haas dit inmiddels uitgelegd?

-Is bij de besprekingen met De Haas voor gekomen Q5. Is vanwege feit dat Holleeder-passages buiten beeld moesten blijven een situatie ontstaan, waarbij Q5 nader diende te worden bezien?
Of zich iets dergelijks heeft voorgedaan?

-Wat vindt dit zaaks-OM enerzijds van het Holleeder-incident en anderzijds de totstandkoming van de deal dat met kleine vissen grote vissen gevangen moeten worden?

OM: Het gaat niet om grote of kleine vissen, maar om een hele school vissen en een reeks van liquidaties die opgelost, dan wel voorkomen konden worden.

-Vindt het OM of De Haas deel uitmaakt van het zaaks-OM?

-Voelt dit OM zich verantwoordelijk voor hetgeen Peter La Serpe met De Haas heeft afgesproken?

-Voelt dit OM zich verantwoordelijk voor het kluisverklaringen-traject zoals door De Haas afgelopen?

OM: Nee. De Haas was destijds CIE-officier, met eigen verantwoordelijkheden en eigen verplichtingen die losstaan van het zaaks-OM.

-De Haas bespreekt een en ander met de parketleiding, met wie? De wit? Of van Straelen, of andere OM-leden?

-Is een en ander aan de CTC (Centrale Toetsings-Commissie) voorgelegd?

-Is het voorgelegd aan het College Procureurs generaal?

-Is een en ander gecommuniceerd met Landelijk Parket, qua Kolbak?

-Hoe kan het OM rijmen dat De Haas vanwege veiligheidsredenen kennelijk accoord ging met
buiten verklaring laten van Holleeder enerzijds en anderzijds dat wel over cliënten en anderen kon worden verklaard?

-Hoe kan dit veiligheidstechnisch begrepen worden? Vooral omdat Holleeder op dat moment gedetineerd zat en Ali en Dino op vrije voeten waren.

-Welke veiligheidsmonitor heeft een en ander meegedeeld?

-Kan hetOM uitleggen waarom het vermeende veiligheid boven de waarheidsvinding moest gaan?

-Waarom ging OM accoord met veiligheidsargument, dus Holleeder mocht niet belast worden,
maar dat Peter La Serpe Holleeder wel mocht belasten qua Cor van Hout?

-Kan het OM duidelijk maken waarom het veiligheidsrisico nu geen rol meer speelt?

-Is er sprake van nog meer verklaringen die in de kluis liggen en die over Holleeder gaan?

-Is er nog sprake van andere verklaringen over betrokkenheid van Holleeder?

-Zijn er nog andere bevindingen buiten het dossier gehouden, in relatie tot achtergehouden verklaringen van Peter La Serpe?

-Zijn er nog andere weglatingen in de verklaringen van Peter La Serpe die slaan op andere verdachten?

-Is er een relatie tussen weglaten Holleeder-passages en anderzijds dat in de 140-verdenking nooit hardop Holleeder is opgenomen?

-Hoe kijkt het OM aan tegen bewijspositie tegen Holleeder in 140 qua 'en anderen'?
OM: Daar kan het OM niet op ingaan, omdat Holleeder hier niet terecht staat. Wel wordt hetgeen nu bekend is over Holleeder van belang geacht in de bewijsvoering mbt de andere verdachten.


-Verschillende verzoeken om de weglatingen bij de rechter-commissaris te laten nakijken.
Het OM heeft toen het standpunt ingenomen dat zelfs de veiligheid van de RC in het geding kan zijn.
Is er een relatie tussen die mededeling en de Holleeder-weglatingen? Zo neen, graag andersinds uitleggen?

-Door verdediging altijd gezegd dat weglatingen inhoudelijke verklaringen betrof.
OM toen: Weglatingen waren onderhandelingen, veiligheid en prive. Neemt het OM dit standpunt nog steeds in?

-Hoe kan dit, terwijl het inhoudelijke passages betrof?

-Wat zijn de redenen geweest om de passages weg te houden?

-Had de keuze met beperkte levensverwachting van Holleeder te maken. Strijd met Landelijk Parket?

-Is er naar aanleiding van het naar buiten komen van stukken nader onderzoek uitgezet door kwaliteits-Officier van justitie of de Rijksrecherche

Vragen Mr. Sander Janssen:

-Is deze kwestie aan de rechter-commissaris voorgelegd bij toetsen rechtmatigheid

-Zo neen, wel besproken?

-Is er recent een terugkoppelijng geweest met andere OM over de beslissingsmodellen zoals toen gehanteerd?

-Is er nu in de afgelopen vier jaar een moment geweest dat bij De Haas of enig OM-lid dit ter sprake is geweest. Bijvoorbeeld de aanhouding van Soerel en de 9 maanden uitstel. Ook toen is nooit gesproken over de vraag of er nog meer was.

-Is de verklaring van La Serpe in het licht van de door hem afgelegde verklaringen getoetst?

-Hoe vaak is De Haas aanwezig, direkt of op de achtergrond, geweest op zitting of rechter-commissaris-verhoor La Serpe?

Opmerking Mr. Frits Lauwaars: Raar dat het OM zelf geen standpunt inneemt, maar zich laat dwingen door vragen.

Mr.Betty Wind: We hebben deze vragen nu beantwoord in een vrij kort tijdsbestek. We zouden op een later moment uitgebreider willen antwoorden op de overige gestelde vragen, bij voorkeur tijdens een zitting op een later tijdstip.

Op dinsdag 1 november gaat het proces verder. De grote vraag is: Hoe redden het OM en De Haas zich uit dit door Mr. Meijering zo genoemde "mijnenveld"?

Bondtehond

woensdag 26 oktober 2011

'Pietje, is dat toevallig Holleeder?'

De Passage-zitting van dinsdag werd gezien als een van de belangrijkste zittingen van de afgelopen 2,5 jaar, zo niet de belangrijkste, aldus Mr. Nico Meijering. De tribune zat dit keer dan ook bomvol verwachtingsvolle procesbezoekers. Teleurstellend was het daarom dat Peter La Serpe met zijn raadsman Mr. Jan Peter van Schaik er nog niet aan toe waren gekomen om dinsdag verder in te gaan op de 8 herinneringen waarover La Serpe vertelde tijdens de zitting van 11 oktober. De 3 reeds genoemde herinneringen tijdens die zitting werden door de kroongetuige zaaksoverschrijdend genoemd. De hartekreet van Mr. Meijering die daarop volgde, werd door de rechtbank beaamd en de voorzitter besloot de behandeling van de 11 herinneringen op te schuiven naar een apparte behandeldag: 25 oktober. Peter La Serpe had dus eigenlijk dinsdag openheid van zaken zullen geven.


Mr. Van Schaik meldde echter dat TGB-officier Mr. Marjolein Verwiel pas korgeleden een fax had gestuurd waarin zij heeft aangegeven over welk gedeelte van 27 A4'tjes van La Serpe zou mogen praten. Volgens La Serpe is op dat stuk van 27 pagina's zijn hele strafrechtelijke verweer gebaseerd. Mr. Verwiel zou La Serpe in die fax hebben laten weten dat hij over 18 pagina's niet mag praten op zitting. En dat is een probleem voor de kroongetuige, aangezien volgens hem nu de hele context wegvalt. En als de context wegvalt is het niet meer in zijn strafrechtelijk belang de rest wel te noemen, aldus La Serpe.

Het probleem voor La Serpe is nu dus niet het gedeelte waar hij wel over mag praten, maar het gedeelte waarover hij gedwongen wordt te zwijgen. Het gevaar voor La Serpe zit hem hierin dat wanneer hij de TGB-afspraken zou schenden, de getuigenbeschermings-deal ontbonden zou kunnen worden. Als hij de punten namelijk wel zou noemen zou het TGB de beschermingsovereenkomst kunnen opzeggen. Dat lijkt hem voor zijn familie en hemzelf een erg onwenselijke situatie, zei hij al op 11 oktober.

Mr. Lauwaars: U zegt eigenlijk: Ik mag zoveel niet zeggen, dat hetgeen ik niet mag vertellen niet in het juiste licht geplaatst kan worden? Het is dan zinloos. Zeg ik het zo goed?
Peter La Serpe: Precies! Het is in ieder geval niet mijn bedoeling alleen over dat kleine gedeelte te praten.

Mr. Lauwaars: Ik roep dan wel bij u in herinnering dat zodra mevrouw Verwiel gespecificeerd zou hebben, ook op verzoek van het OM en de rechtbank, waar u wel over mag praten, dat het aan u en uw raadsman zou zijn of u het risico wil nemen. En daar moet u nog over praten met uw civiele advocaat, begrijp ik het zo goed?
Mr. Van Schaik reageerde: Dat is correct, mijnheer de voorzitter, we hebben destijds gevraagd om duidelijkheid, die duidelijkheid is wat ons betreft niet gegeven. We zullen dus eerst moeten overleggen met de civiele advocaat. En dat gaat niet zo snel. Dat heeft tijd nodig. Juist vanwege de risico's die hier aan kleven voor cliënt maakt het dat er een uitvoerig overleg met de civiele advocaat zal moeten plaatsvinden om te bezien hoe nu verder in deze procedure voor wat betreft de verdediging van cliënt.

Mr. Lauwaars: Ok, dan wachten we rustig af tot u dat overleg met uw civiele advocaat heeft gehad. De risico-afweging is een delicate. Het is zo'n catch 22, waar het proces vol van zit, dat moet mij even van het hart. Dan moeten we maar afwachten tot u het sein geeft dat u weet wat u wilt, en daar dan een dag voor uitrekken. Maar, en dan kijk ik even naar de verdediging en de andere verdachten, we hebben nog een catch 22. Want al zou u zeggen ik neem het risico niet in verband met de getuigenbescherming, dan zullen de andere verdachten en hun advocaat toch wel openbaring willen hebben van alle dingen die u op uw lever heeft, om de doodeenvoudige reden omdat u heeft gezegd dat ze zaaksoverschrijdend zijn. Nou, dat is ons niet ontgaan, zogezegd. En de advocaten van de verdachten ook niet. Dat was ons wel duidelijk. Dan komen we in dat vaarwater en dat is uitermate moeilijk. Dus ook al besluit mijnheer La Serpe dat verweer niet te voeren, omdat u anders de getuigenbescherming opblaast, ik zeg het maar zo eenvoudig mogelijk, zult u toch een en ander moeten vertellen in het belang van de andere verdachten. Dat zal toch aan de orde moeten komen, dus ik wil graag dat u dat erbij betrekt.

De voorzitter stond erop dat er op korte termijn verder op ingegaan kan worden, liefst op 1 of 3 november. Mr. Van Schaik 'opteerde' voor 3 november. De afspraak is nu dat op 3 november verder wordt gegaan met dit belangrijke onderwerp en dat La Serpe en zijn raadsman duidelijkheid geven.
Officier van justitie Mr. Betty Wind merkte op dat Mr. Verwiel in haar fax het heeft over geluidsopnamen en een paar punten waar zij geen mededelingen over kon doen.
Mr. Wind: Dat klinkt niet als 18 pagina's. En hoe zit het met de 11 herinneringen? La Serpe laat het OM, de rechtbank en ook de overige procesdeelnemers nu zitten en daar worden wij nu eigenlijk wel wanhopig van. We willen dan ook, wat mij betreft, dat u de 3e uitlegt waarom het volgens u 18 pagina's van de 27 zijn waarover u niet zou mogen praten. Zo lezen wij de brief namelijk niet.

Peter La Serpe reageerde. Hij vindt het te gek voor woorden dat zijn strafrechtelijk verweer wordt bepaald door TGB-officier Verwiel. Hij had gevraagd de pagina's te specificeren, om niet die beschermingsovereenkomst kwijt te raken. Dat heeft zij niet gedaan. Het is volgens hem nu zo'n beetje fifty/fifty wat hij weg zou moeten laten. Het ene deel is OM-gerelateerd, het andere TGB-gerelateerd. Zijn verzoek om een fax van 2 juli in te trekken, die 8 van de 11 herinneringen onder embargo plaatsen, die weer deel uitmaken van zijn verweer, schenden volgens hem zijn rechten om zichzelf te kunnen verdedigen. Volgens La Serpe is er iets bedacht: 'Leg je klachten maar bij de TGB-officier neer.' De TGB-officier bepaald nu wat hij in zijn strafrechtelijk verweer mag gebruiken, en dat is heel vreemd natuurlijk, aldus de kroongetuige. Het is prima, maar het is een afweging die hij met zijn strafrechtadvocaat zal moeten maken in overleg met de civiele advocaat om te kijken wat de consequenties zijn.

Volgens Mr. Lauwaars is dit niet een goede interpretatie van La Serpe, want zowel het OM als TGB hebben La Serpe best wel ruimte geboden.

La Serpe: De 27 A4'tjes zijn mijn hele strafrechtelijke verdediging. Als ik, om het maar even heel simpel neer te zetten, een relatie tussen Jantje en Pietje duidelijk wil maken, en ik wil dat aan de rechtbank duidelijk maken en de TGB-officier zegt dat ik niet over Pietje mag praten, dan kan ik wel over Jantje praten zoveel ik wil, maar dan zal ik nooit die relatie duidelijk kunnen maken. Mijn strafrechtelijke verdediging is juist die relatie duidelijk maken. Als ik niet over Pietje mag praten, is het niet meer in mijn strafrechtelijk belang om alleen over Jantje te praten. Maar mocht het zo zijn dat wij geen verweer gaan voeren, zal ik in elk geval zoveel mogelijk tegemoet komen aan de wensen van alle partijen.

Mr. Nico Meijering droog: Pietje, is dat toevallig Holleeder? (hard gelach op tribune) Ik vraag het maar even voor de zekerheid....

Mr. Lauwaars: Nou nee, ik denk het niet. Ik denk dat Jantje het zaaks-OM is, en Pietje het getuigen beschermings-OM. Zo had ik het in elk geval begrepen... zo zie je maar.

Mr. Meijering: Nee maar, het is in ieder geval goed te merken dat iedereen wanhopig is. Ik heb hier de brief van 19 oktober van de TGB-officier. Ik heb de brief intussen gelezen. Snel, want ik moet natuurlijk scannen, maar ik lees niets over 6 van de 8 punten.

Rechter: Op pagina 2 bovenaan. Het gaat over 8 punten, waarvan La Serpe het over 2 punten kan hebben.

Mr. Meijering: Ok, 3 zijn er al, 8 punten zijn nog steeds aan de orde. En daarvan begrijp ik nu dat er over een aantal punten al gesproken zou mogen worden...

La Serpe onderbrak de raadsman: Dat is niet waar. Ik begrijp nu de verwarring. Die reactie van Marjolein Verwiel gaat niet over die punten. Het gaat over mijn hele verklaring. Het gaat over 5 deelzaken. Het is nu zo door de rechtbank geinterpreteerd dat er over 2 punten van de 8 gesproken kan worden en de rest niet. Maar het gaat over mijn hele verklaring. Daarvan zegt Verwiel: 'Deelzaken zijn bij mij bekend' En dat gaat niet over die punten zoals de rechtbank dat geïnterpreteerd heeft, dus niet 'over twee punten mag je niet praten en over de rest wel', maar het gaat over mijn hele verklaring. Van één deelzaak weet ik dat het op z'n minst al 5 pagina's betreft.

Het rode lampje van Mr. Nico Meijering op zijn microfoon ging branden.

Mr. Lauwaars beëindigde echter de discussie: Mijnheer Meijering, ik stel voor de hele discussie te verschuiven naar 3 november.

Peter La Serpe: Mag ik tot slot ook nogmaals opmerken dat het wel mijn hele strafrechtelijke verdediging betreft. Ik hoor mensen nu zeggen 'kunnen', maar er is een verschil tussen 'kunnen' en 'willen'. Het is wel mijn strafrechtelijke verdediging en het moet wel mijn strafrechtelijk belang dienen.

Morgen volgt deel II van de zitting van dinsdag 25 oktober, met een verslag over het door rechtbankvoorzitter Mr. Frits Lauwaars zo genoemde 'Holleeder-incident' dat 's middags aan de orde kwam.
Met een overzicht van de vragen die de verdediging aan het Openbaar Ministerie voorlegde.


Bondtehond

maandag 24 oktober 2011

'Heeft u meer gelezen op Crimesite?'

Vandaag is het getuigenverhoor van getuige Harry W. door de verdediging voortgezet. De getuige die vorige week al verklaarde over de '93-zaken was maandag, in tegenselling tot vorige twee zittingen, nu wel naar de rechtbank gekomen met een advocaat. Deze advocaat nam echter niet naast zijn cliënt W. plaats in de gepanserde getuigencabine, maar keek mee via een speciale verbinding vanuit een andere ruimte in de Bunker, aldus officier van justitie Mr. Betty Wind. Een nogal ongewone gang van zaken dus. Als reden had de advocaat opgegeven dat het bijstaan van een getuige als deze in het milieu niet erg gewaardeerd wordt.


Tevens deelde zij mede dat het openbaar ministerie een rechtshulpverzoek heeft gedaan om Henk Rommy te horen op zitting. Henk Rommy had echter al laten weten vanuit zijn Amerikaanse cel dat hij daar niet aan mee wenst te werken. Dat zal dus niet gebeuren, aldus officier van justitie Mr. Nanette van Ditshuyzen.

Een aantal raadslieden, waaronder Mr. Silvis (Siegfried Saez) en Mr. Nilessen (de tweede advocaat van Moppie Rasnabe) hadden begrepen dat Rommy juist graag zou komen om W. enkele vragen te stellen. Het stond immers op Crimesite, aangezien Rommy daar een vaste rubriek heeft en dat afgelopen week nog schreef vanuit zijn cel. Volgens officier van justitie Mr. Van Ditshuijzen kan dat allemaal wel zijn, dat een verdachte blogt, maar zal iedereen het nu moeten doen met de officiële stukken die er nu zijn.

De advocaten zaten er klaar voor en het verhoor kon beginnen. De rechtbank besloot het zo te doen dat eerst de advocaten van de '93- verdachten vandaag aan de beurt zouden komen. Vorige keer was dat Mr. Sander Janssen, de raadsman van Jesse Remmers. Vandaag kon Mr. Stijn Franken, de raadsman van Pinny Song, die zelf overigens niet aanwezig was, beginnen.

Wel wilde Mr. Janssen eerst nog even weten of het OM de raadslieden vandaag weer zou beletten allerlei vragen te stellen zoals bij het eerste en tweede verhoor? Mr. Wind deelde mede dat getuige W. intussen al is gehoord over die zaken waarover hij vorige keer niet ondervraagd mocht worden, dus zou de verdachte vandaag gewoon mogen antwoorden. De stukken volgen nog.

Mr. Stijn Franken was vandaag samen met confrère Mr. Chrisje Zuur. Op rustige toon, zoals we gewend zijn van Mr. Franken, ondervroeg hij getuige W. De raadsman probeerde te achterhalen op welke wijze de getuige zich had voorbereid op de zittingen. Of W. de kluisverklaringen had doorgelezen voor de zittingen? W. zei van niet. Of, waar en hoe vaak hij de heren De Haas (zaaksofficier) en Zwinkels (TGB-officier) had gesproken voor de verhoren ter zitting op 11 en 13 oktober, en of hij inhoudelijk had gesproken met de heren? W. dacht twee keer, maar wist niet meer waar en wat er precies besproken is.

Of de heer W. op internet, bv op Crimesite, had gelezen? W. had geen internet waar hij verbleef. Of W. bladen of kranten had gelezen? Nee, dat had W. niet. Of W. het had besproken met anderen? Nee, dat niet. Zelfs de zitting van vandaag had W. niet besproken met zijn advocaat, 'alleen gezellig een kopje koffie gedronken' vanmorgen voor aanvang van de zitting. En met Brenk en Schaap, de twee politiemensen, hoe vaak had W. die gesproken? W. dacht 2 keer. En andere politiemensen? Jawel, dat wel, maar W. wist de namen niet meer. Het waren niet de mensen bij wie hij de kluisverklaringen had afgelegd.

(samgevat gedeelte van het verhoor)
Mr. Stijn Franken: Heeft u over andere zaken verklaringen afgelegd, behalve de drugszaak en passage?
Getuige W.: Nee.
Mr. Franken: Heeft u in de tijd met Rommy duidelijk gekregen wanneer Rommy onzin vertelde of de waarheid?
W.: Nou nee, dat kan ik niet weten natuurlijk. Dat IRT-verhaal wist ik wel. (Rommy zou een keer aan Greg Remmers verteld hebben dat W. met het IRT te maken had.)
Mr. Franken: Heeft u later uitgezocht of onzin of waarheid was?
W.: Nou nee.
Mr. Franken: De verhalen over liquidaties, daar heeft u over gezegd dat het grotendeels onzin was. Klopt dat?
W.: Dat weet ik.
Mr. Franken: U heeft er niets mee gedaan?
W.: Nee.
Mr. Franken: Toen u de kluisverklaringen aflegde, was dat alles wat u wist of heeft u informatie achtergehouden?
W.: Nou nee, ik heb niks achtergehouden.
Mr. Franken: Heeft u de verklaringen nagelezen?
W.: Ik ga er wel vanuit.
Mr. Franken: Is alles op papier terechtgekomen?
W.: Ja, dat denk ik wel.
Mr. Franken: Was er niets dat u wist, maar niet vertelde?
W.: Nee.
Mr. Franken: Mag ik concluderen dat alles wat u wist op papier is terechtgekomen?
W.: Dat wel ja.
Mr. Franken: U zei dat u ook nadien wat heeft gelezen. U zei oa op Crimesite. Heeft u ook andere bronnen gebruikt?
W.: Nee.

Mr. Franken: U heeft zich verdiept op Crimesite. U zei: 'Ik heb in de breedste zin gelezen'. Wat bedoelde u?
W.: Dat is summier wat heb doorgelezen.
Mr. Franken: Wat heeft u gelezen over de sportschoolhouder?
W.: Ik weet niet eens dat het een sportschoolhouder betrof.
Mr. Franken: Heeft u meer gelezen op Crimesite?
W.: Nou ja, ik begreep toen beter waarom Moppie zo paranoia op de woonboot heen en weer liep.
Mr. Franken: U zou ook verklaringen hebben afgelegd: 'Moppie en de zoon van Greg Remmers zouden als taak het liquideren van mensen hebben'?
W.: Nou, ik trok die conclusie omdat de vader van Jesse wilde dat er goed voor zijn zoon gezorgd werd in de gevangenis.
Mr. Franken: De tijd dat u met Rommy optrok. Ik heb begrepen dat u concludeerde dat Moppie en de zoon van Greg Remmers de sportschoolhouder hadden geliquideerd.
W.: Na hun verhalen heb ik dat aangenomen.
Mr. Franken: Dat heeft u aangenomen terwijl u nog niet wist of dit op waarheid was gebaseerd?
W.: Ja, dat zou je zo kunnen zeggen.

Opvallend was volgens Mr. Franken dat W. in zijn kluisverklaring niet gezegd heeft dat de opdracht van de liquidatie op de Amsterdamse sportschoolhouder van een prostituée zou komen, en ook niet dat daar 80.000 gulden voor betaald zou zijn. Later heeft W. dat namelijk wel verteld op zitting.
Mr. Franken: Kunt u uitleggen waarom die onderdelen niet in de kluisverklaring zijn terechtgekomen? Heeft u het op Crimesite gelezen?
W.: Nee, ik wist het al. Het is verteld in de auto......

Mr. Franken had enkele artikelen afkomstig van Crimesite (en Bondtehond) uitgeprint. De rechter vroeg of deze stukken aan het dossier konden worden toegevoegd. Dat kon, echter Mrs. Franken en Zuur besloten in de pauze dat het verstandiger is de stukken nog niet toe te voegen. Wellicht op een later moment wel.

Vervolgens was het de beurt aan de raadsman van Siegfried Saez en de twee raadslieden van Moppie Rasnabe. Daar kom ik later deze week zeker nog op terug met een verslag van die verhoren.

Wim van de Pol van Crimesite schreef hier reeds over: Een innige band met Rommy.

De verhoren waren nog niet klaar. Ook Mrs. Meijering en Van der Werf hebben nog een aantal vragen in petto. De rechtbank besloot dus dat W. op 7 november nog een keer terug moet komen. Alle raadslieden kunnen vervolgens nog verzoeken tot nader onderzoek indienen.

1 November wordt nog een behandeldag en 3 november een eventuele uitloopdag. Over het schema buigt de rechtbank zich nog. Verwacht wordt dat na deze dagen het proces weer aardig op schema ligt.

Morgen wordt een belangrijke dag. Dan gaat het liquidatieproces verder met Peter La Serpe en zijn raadsman Mr. Jan Peter van Schaik over 'de Holleeder-verklaring'.

Mr. Nico Meijering kondigde aan dat hij dinsdag vragen wil stellen aan het openbaar ministerie. De Holleeder-passages, de 8 herinneringen van La Serpe en de toevoegingen. Hij heeft het laten indalen bij cliënt Dino Soerel en wil het daar morgen uitgebreid over hebben.

Mr. Meijering richting rechtbank: Het is nogal breed. Overval ik u er niet mee?
Rechter: Nee.

Bondtehond