zondag 4 september 2011

Harley-bijeenkomst Amsterdam vreedzaam verlopen protest

Het Harley-protest dat zondagmiddag plaatsvond op het Waterlooplein ging er zeer vreedzaam aan toe. Honderden ruig ogende motorfanaten op hun ronkende motoren maakten er weer eens een waar spektakel van. Het hele Waterlooplein stond van voor naar achter vol met motoren van verschillende merken en types, maar toch voornamelijk met Harley Davidson's. Clubleden uit heel Nederland schudden de hand of omarmden elkaar broederlijk. Het is alleen jammer dat deze bijeenkomst om minder leuke reden georganiseerd moest worden. Kennelijk blijven politie en justitie de vermeende ruzie tussen Hells Angels en Satudarah, die steeds met nadruk ontkend wordt door woordvoerders van beide motorclubs, aangrijpen om paniek te zaaien.


Inmiddels heeft men een klimaat weten te scheppen waarin de geruchtenmachine keihard blijft draaien. Er hoeft maar iets te gebeuren of de tapgesprekken en aanwijzingen dat er iets broeit in motorland vliegen je om de oren. Toverwoord: Oorlog. Je zou bijna zeggen: Laat eens horen dan die zogenaamde tapgesprekken.... Maar goed, zo werkt het dan weer niet. De oproep die Hells Angels-president Unu afgelopen week deed op Feniksmc.nl spreekt echter boekdelen. (Onder Good to know) Feilloos weet hij te omschrijven waar de schoen wringt, bij hem en de vele motor-enthousiastelingen in Nederland die het rigoureus afgelasten van Harley-dagen meer dan zat zijn.


Bondtehond heeft wat foto's gemaakt van het vreedzame Harley-protest. De eerste beelden schoot ik reeds op de A2 richting Amsterdam vanuit de auto. Op weg naar Amsterdam centrum zag ik toevallig drie leden van motorclub Satudarah afslaan richting Shell-tankstation Ruwiel bij Breukelen. Op de parkeerplaats stonden reeds meer dan honderd Satudarah-leden te wachten op hun clubgenoten.


De rest, met name de politieblokkade, heb ik niet meegemaakt. Dat kreeg ik echter al gauw te horen op het Waterlooplein voor tattooshop Inkrowd Tattoos, waar Unu normaalgesproken werkt. Hij bleek nogal pissig te zijn omdat de hele colone van Satudarah intussen door de ME was staande gehouden voor de Utrechtsebrug. Houd het dan nooit op?

Later bleek dat er toch een twintigtal Satudarah-leden waren doorgelaten, die hun tocht richting Waterlooplein konden voortzetten. Helaas was ik daar niet meer bij om dat vast te leggen. De ontvangst bleek allerhartelijkst te zijn verlopen en tekenen van ruzie, laat staan oorlog, waren op geen pleinen of straten te bekennen. Wellicht dat de geruchtenmachine en paniekzaaierij nu eens tot stilstand komt en politie en justitie inzien dat het rigoureuze afgelasten van Harley-dagen onnodig vele enthousiaste motorfanaten treft.

Bondtehond

maandag 29 augustus 2011

Misdaadjournalist op tijdelijke locatie

Het welbekende weblog van 'De Misdaadjournalist' Hendrik Jan Korterink is momenteel even niet bereikbaar wegens een grote verhuizing van alle weblogs bij web-log.nl. U kunt inmiddels wel terecht op deze tijdelijke locatie: www.ilkie.nl. Het is even niet anders. Zulke grote verhuizingen van een groot aantal websites nemen meestal wel wat tijd in beslag.



Hendrik Jan Korterink schrijft er zelf over:

Als het een beetje meezit, komt dit vandaag (maandag) online. Met een noodgreep. Zoals de meesten wel zullen hebben ontdekt was ik vanaf woensdagmorgen tien uur ‘uit de lucht’.
Er was aangekondigd dat web-log.nl (waar mijn misdaadjournalist.nl onder draaide) zou overstappen op een ander systeem. Dat zou ‘s nachts gebeuren, er zou wel wat veranderen, maar er is geen moment sprake van geweest dat de site niet meer bereikbaar zou zijn.

Dus wel.
Vanaf het begin van misdaadjournalist.nl, in februari 2006, ben ik niet één dag onbereikbaar geweest en is er zelden een dag geweest dat ik de site niet ververste. En nu zomaar vijf dagen: gewoon weg. Als ik daar ook maar enig vermoeden van had gehad had ik eerder maatregelen getroffen, was ik al veel eerder overgestapt op iets heel anders.

Ik vind het ook onvoorstelbaar dat zoiets kan, Sanoma (van web-log) heeft de situatie totaal verkeerd ingeschat. Het eind van de ellende is nog niet in zicht en de benadeelden worden maar mondjesmaat op de hoogte gehouden van wat er aan de hand is. Amateurisme ten top, maar dat zie je vaak als uitgevers zich op internet begeven: het mag allemaal niks kosten.


Ze zouden moord en brand schreeuwen als een van hun tijdschriften een week niet zou verschijnen, maar nu een hele actuele dienst eruit ligt hoor je niks. Jammer dat nu.nl niet onder web-log draait, dat had misschien iets gescheeld.


Hoe dan ook, eerst maar eens zien of dit een beetje gaat werken. (HJK)

Bondtehond

donderdag 18 augustus 2011

'Meer delict gerelateerde informatie in een vingerspoor?'

Ruben Poppelaars, van Poppelaars & De Jongh - Forensic Consultancy, het forensisch adviesbureau dat is gehuisvest in advocatenkantoor Kuijpers & Van der Biezen in Den Bosch, heeft na een break van enkele maanden de pen weer opgepakt. Zoals ik u vertelde in mijn laatste artikel voor het zomerreces van de Passage-rechtbank heeft Ruben afgelopen jaar hard gewerkt aan zijn boek 'Op dood spoor'. De vaste lezers van dit blog hoef ik vast niet te vertellen dat het altijd weer interessant is wat hij ons weet te vertellen over forensische opsporingstechnieken. Dit maal reageert Ruben op een artikel over vingerafdrukken dat onlangs verscheen op de website van BBC News.    Bondtehond


Ruben Poppelaars: Enkele dagen geleden las ik het artikel “Fingerprint breaktrough offers new forensic evidence” over een ontwikkeling in het onderzoek van vingersporen. Tot op de dag van vandaag wordt bij het onderzoek aan vingersporen alleen gekeken naar het patroon van de papillairlijnen (de lijnen op je vingers). Als van een vingerspoor het patroon van de papillairlijnen op 12 zogenaamde dactyloscopische punten gelijk is aan dat van de verdachte en er geen verschillen worden aangetroffen, dan wordt geconcludeerd dat dit vingerspoor afkomstig is van de verdachte. Een papillairlijnenpatroon blijkt namelijk uniek te zijn (ik vind deze conclusie persoonlijk te ver gaan, nu dit naar mijn mening alleen gezegd kan worden als alle papillairlijnpatronen van alle mensen op de wereld bekend zijn, wat natuurlijk niet het geval is).

Dit zorgt ervoor dat de identificerende waarde van een “match” in dactyloscopisch onderzoek (vingersporenonderzoek) groter is dan een match bij DNA-onderzoek, waarbij de conclusie niet sterker kan zijn dan “de kans dat een willekeurig persoon dezelfde DNA-kenmerken heeft als die in het spoor is kleiner dan één op één miljard”. De kans dat er DNA van iemand wordt gevonden is echter een stuk groter dan dat een volledig vingerspoor van iemand wordt gevonden. De plaats van aantreffen van DNA zorgt er tevens voor dat dit vaak een hogere incriminerende waarde heeft dan een vingerspoor, waardoor DNA-onderzoek in het forensisch onderzoek van grotere waarde blijkt dan dactyloscopisch onderzoek.

In het artikel zegt de onderzoeker dat het ontwikkelde onderzoek meer informatie over een misdrijf zal kunnen verschaffen dan DNA-onderzoek. Met het nieuwe onderzoek kunnen namelijk stoffen zoals drugs, glijmiddel (van een condoom) of explosieven in een vingerspoor gedetecteerd worden. Naar verwachting kan het onderzoek over ongeveer drie jaar in gebruik worden genomen.

Dit onderzoek kan van grote waarde worden in het forensisch onderzoek. Het kan veel zeggen over de omstandigheden waaronder het vingerspoor is achtergelaten en het kan iets zeggen over de toestand van de persoon toen hij het vingerspoor achterliet. Als op een tafel waarop een vrouw is verkracht door een man welke een condoom omdeed een vingerspoor wordt gevonden waarin glijmiddel wordt aangetroffen, is dit een sterke aanwijzing dat dit vingerspoor afkomstig is van de dader. Ook het vinden van drugs in een delict gerelateerd vingerspoor kan informatie geven over de omstandigheden van het delict en over de persoon van de verdachte. Voor het objectieve forensisch onderzoek zal dit onderzoek dus een grote meerwaarde hebben.

Echter is forensisch onderzoek niet alleen maar objectief, maar vaak ook subjectief. In iedere zaak zullen onderzoekers keuzes moeten maken over welke sporen wel en welke niet veiliggesteld worden en/of verder onderzocht worden. Ook zie ik met enkele regelmaat dat sporen die de forensisch onderzoekers (van de politie) relevant achten zeer uitgebreid behandeld worden en de sporen die zij niet relevant achten nauwelijks of niet. Daardoor worden deze ook vaak nauwelijks of niet behandeld tijdens het onderzoek ter terechtzitting. Dit kan ervoor zorgen dat de tunnelvisie van forensisch onderzoekers over wordt genomen door de juristen ter terechtzitting. Dit nieuwe onderzoek zal meer tunnelvisie tot gevolg hebben wat de kans vergroot dat relevante sporen over het hoofd gezien worden en verkeerde conclusies getrokken zullen worden.

Als bijvoorbeeld op een plaats delict van een zedenmisdrijf een vingerspoor gevonden wordt waarin sporen van glijmiddel zitten, is dit een sterke aanwijzing dat dit spoor delict gerelateerd is. Echter, dit is niet zeker. Misschien is het wel afkomstig van een persoon die eerder op die plek vrijwillige seks heeft gehad. Het onderzoek geeft namelijk resultaat bij onderzoek aan sporen tot 10 dagen oud. Het vinden van dit dactyloscopisch spoor zal de donor waarschijnlijk wel verdachte maken en andere sporen zullen minder aandacht krijgen in het onderzoek. Hierdoor kunnen sporen verloren gaan, die achteraf bezien cruciaal waren voor de waarheidsvinding.

Ook het aantreffen van sporen van drugs in een vingerspoor kan gemakkelijk tot tunnelvisie leiden. Het aantreffen van bijvoorbeeld cocaïne in een vingerspoor van een bepaald persoon kan ertoe leiden dat die persoon verdacht wordt van druggerelateerde criminaliteit. Maar die verdenking op basis van dit vingerspoor kan heel goed onterecht zijn. Wederom is onbekend hoe oud het vingerspoor is. Het spoor kan zijn veroorzaakt doordat de persoon cocaïne heeft gebruikt. Maar onbekend is in dat geval hoeveel tijd er zat tussen de inname van cocaïne door de donor van het vingerspoor en het achterlaten van het vingerspoor. De cocaïnesporen zullen namelijk tot enkele dagen na inname in het lichaam aangetroffen kunnen worden.

Het nieuwe onderzoek stelt alleen maar vast dàt er sporen van cocaïne in het vingerspoor zitten. Hoeveel cocaïne er in het spoor zit, kan hiermee niet onderzocht worden. Zo is het mogelijk dat de donor van het vingerspoor enkele dagen voor het achterlaten van het vingerspoor cocaïne heeft gebruikt. Ook is het mogelijk dat de donor helemaal geen cocaïne heeft gebruikt, maar het wel op zijn handen heeft gehad. Misschien heeft iemand wel met zijn handen in de coke gehangen nadat hij zijn handen op het toilet van de discotheek had gewassen. Uiteindelijk zal de conclusie van een positief resultaat zijn dat er sporen van cocaïne in het vingerspoor aangetroffen zijn, maar over waar het vandaan komt valt oneindig te speculeren. Concluderen dat het gerelateerd is aan druggerelateerde criminaliteit zal in ieder geval niet mogelijk zijn.

Dat men sporen van explosieven kan aantonen klinkt wederom veelbelovend en dat kan het ook zeer zeker zijn. Maar over welke sporen wordt dan precies gesproken? Explosieven bestaan vaak uit verschillende componenten en die componenten kunnen ook in andere stoffen voorkomen. Bovendien zullen sporen van explosieven ook op een later moment op een vingerspoor terecht kunnen komen. Een vingerspoor met sporen van explosieven op een plaats delict waar een explosie is geweest, zal niet veel mensen verwonderen. Ook hier lijkt mij dat men voorzichtig zal moeten zijn met conclusies trekken.

Al met al lijkt me deze ontwikkeling in het dactyloscopisch onderzoek belangrijk en zeer nuttig voor het forensisch onderzoek. Het vergroot de kans op tunnelvisie van forensisch onderzoekers naar mijn mening wel aanzienlijk. Gelukkig zal het nog drie jaar duren voordat de methode gebruikt kan worden. In die tijd zal er vermoedelijk genoeg literatuur verschijnen om deze vorm van tunnelvisie te voorkomen.
Ruben Poppelaars