woensdag 30 maart 2011

'Het OM verzet zich tegen toevoeging van het totale Kolbakdossier'

Het Openbaar Ministerie reageerde dinsdag op de onderzoeks- wensen die de verdediging van Dino Soerel op 10 Maart heeft geformuleerd. Daarbij verzochten de raadslieden van Soerel om extra stukken toe te voegen, genummerd van 1 tot en met 21, en een reeks getuigen te horen, genummerd a tot en met p. Het OM hield bij deze bespreking dezelfde nummering aan.



Hier volgt een samenvatting van de reactie van het OM.

Officier van Justitie Michiel van IJzendoorn:
(1) Het OM verzet zich tegen toevoeging van het totale Kolbakdossier.

De achterbank gesprekken die Willem Endstra had met de CIE zijn toegevoegd aan het Passagedossier in het deeldossier 'criminele organisatie'. In de visie van het OM zijn de gesprekken van betekenis voor het aan Soerel ten laste gelegde leiding geven c.q. deelnemen aan een criminele organisatie. Het zou niet logisch zijn deze gesprekken te willen gebruiken in de dossiers Kees Houtman en Thomas van der Bijl, omdat de moorden op Houtman en Van der Bijl pas na de dood van Willem Endstra plaatsvonden. De achterbank- gesprekken zijn dus van weinig betekenis voor het bewijs in de zaken Agenda en Perugia. Voor wat betreft de 140 Sr. verdenkingen zijn de achterbankgesprekken van betekenis voor het bewijs van de positie van Soerel in de organisatie. De verklaringen van Endstra geven steun aan datgene wat La Serpe heeft verklaard met betrekking tot de dominante positie van Soerel in de organisatie. Ook plaatst Endstra Soerel nadrukkelijk in de hoek van de geweldplegers. Daarnaast heeft Endstra gesproken over de mogelijkheid van de organisatie om op de hoogte te zijn van lopende rechercheonderzoeken. Dat laatste gegeven, gecombineerd met datgene wat uit het Vancouver-onderzoek aan het Passagedossier is toegevoegd, is naar ons oordeel eveneens van betekenis voor het bewijs van de positie in de criminele organisatie.

De raadsman van Dino Soerel veronderstelt dat de gesprekken kennelijk zijn toegevoegd om een brug te kunnen slaan tussen Holleeder en Soerel. Hij meent ook dat de gesprekken zijn toegevoegd om een motief in de sfeer van afpersingen bij Soerel te kunnen bewijzen. Die gedachte is onjuist.

Het Kolbak-onderzoek ziet op de resultaten van het onderzoek naar afpersingen in de onroerend goed wereld. Soerel is niet vervolgd voor zaken uit het Kolbakdossier. Vast staat dat er op dit moment geen sprake is van in rechte bewezen betrokkenheid van Soerel bij deze afpersingen of bij het zogenaamde 'kantoorincident', de bedreiging van Willem Endstra in het kantoor van Moszkowicz. Dit brengt met zich mee dat het niet van belang is om verder te bezien in hoeverre Soerel wel of niet in beeld is gekomen voor afpersingen of bedreigingen uit het Kolbakdossier.

De stelling dat het gehele dossier Kolbak van belang is voor de door de rechtbank te maken beoordeling in Passage gaat niet op. Dit onderzoek ziet ook niet alleen op de afpersing van Endstra en Houtman, maar ook op die van Friedländer en Wijsmuller en op een aantal gevallen van bedreiging, mishandeling en witwassen. Niet valt in te zien wel belang die zaken hebben voor Passage. Ook de redenering dat de rechtbank het totale dossier Kolbak moet kennen om te kunnen vaststellen of de achterbankgesprekken op waarheid berusten, klopt niet. In dit verband kan worden verwezen naar de overwegingen van het Hof en de Hoge Raad in de zaak Holleeder over de beoordeling van die gesprekken; ze kunnen ten dele waar, onwaar of niet te beoordelen zijn, terwijl bepaalde belastende passages toch voor bewijs bruikbaar zijn.

In het licht van het voorgaande gaat het niet aan de rechtbank en dit proces op te zadelen met het hele dossier Kolbak. Als het dossier ook integraal onderwerp van onderzoek zou worden, is zonder meer te verwachten dat er op basis van dat dossier weer tal van nadere onderzoekswensen te bedenken zijn. Dit scenario zou naar onze reële inschatting maken dat we -zeg een jaar- nog geen stap verder zijn in dit proces dan we nu zijn.

Op grond van het voorgaande blijven wij bij ons standpunt: het verzoek tot het integraal voegen van het dossier Kolbak moet worden afgewezen.

Verwijzend naar de overwegingen van het Hof en de Hoge Raad in Kolbak kan gesteld worden dat -willen delen van de achterbankgesprekken bruikbaar zijn voor het bewijs, aan de verdachte voldoende compensatie moet worden geboden voor het feit dat Endstra zelf niet meer als getuige gehoord kan worden. Die gelegenheid willen wij de verdediging ook bieden, maar niet door het hele afpersingsonderzoek Kolbak nog een dunnetjes over te doen. Wel door bijvoorbeeld in te stemmen met het horen van getuigen die iets kunnen zeggen over de verhouding tussen Holleeder en Soerel en de gestelde samenwerking, maar dan in de context van de tenlastelegging in dit proces Passage.

Officier van justitie Betty Wind nam het vanaf hier over.

OvJ Betty Wind:
(2) Voeging -eventuele overige- verklaringen John Mieremet.

Door de verdediging van Soerel is verzocht om verklaringen van Mieremet, voor zover aanwezig en voor zover niet in het Kolbakdossier opgenomen. De reden zou zijn gelegen in de mogelijkheid dat Mieremet daarin -wellicht- wat heeft verteld over afpersingen. Soerel ontkent dat hij daarbij betrokken is. Ook bij de beoordeling van dit verzoek moet voorop gesteld worden dat Soerel niet vervolgd wordt voor afpersing(en). Ook staat vast dat Soerel niet voor een afpersing zoals genoemd in het Telegraaf artikel is veroordeeld. Alleen al deze twee feiten maken dat er geen reden is om over te gaan tot toevoeging aan het Passagedossier van de gevraagde verklaringen van Mieremet, zo deze al zouden bestaan en voor de Nederlandse overheid beschikbaar zouden zijn. De door Mieremet in een interview met een journalist geschetste werkwijze ziet op een werkwijze bij afpersingen en op een periode van vóór de zomer van 2002 en het ziet op een werkwijze tussen Klepper, Mieremet en Holleeder. Daarmee ligt hetgeen hij zou kunnen hebben verklaard zo ver van de tenlastelegging dat er geen rechtens te respecteren belang is voor Soerel bij toewijzing van dit verzoek. Voor het overige is de onderbouwing van het verzoek zodanig onbepaald dat daar niet op in valt te gaan.

(3a) De bevindingen waaruit blijkt van frequent telefoonverkeer tussen Holleeder en Soerel.
(a tm d zijn allen genoemd in document 000710)
In het dossier Passage is opgenomen een proces-verbaal van bevindngen van de teamleider van de Nationale Recherche dat gaat over de relatie en contacten tussen onder meer Holleeder en Soerel. Daarin is opgenomen dat uit telefoontaps in andere onderzoeken is gebleken dat er sprake was van frequent telefoonverkeer tussen Holleeder en Soerel. Het gaat om taps uit de onderzoeken Domino en Calkta5. Deze tapgesprekken kunnen worden toegevoegd aan het dossier.

(3b) De verklaring van Ad van Hout

In datzelfde proces-verbaal van bevindingen wordt melding gemaakt van een verklaring van Ad van Hout. Het gaat om een verklaring van Van Hout in het onderzoek 'Plein' (liquidatie Gijs van Dam) waarin Van Hout zegt dat Richard Geisterfer en Dino Soerel voor Holleeder werken. Er is toestemming gevraagd aan de Haarlemse officier van justitie voor het verkrijgen van de volledige verklaring.

(3c) De verklaringen van Nico H.

H. is meerdere keren gehoord in andere onderzoeken. De verklaringen kunnen worden toegevoegd aan het dossier.

(3d) De verklaring van anonieme getuige C.

De rechter-commissaris is niet tot het oordeel gekomen dat getuige C een betrouwbare getuige is. Om die reden heeft het OM in Kolbak geen gebruik gemaakt van de verklaring van C. In navolging daarvan zullen wij van die verklaring ook geen gebruik maken. (En daarmee ook niet van die ene belastende zin die in document 710 is opgenomen.) We gaan ervan uit dat de rechtbank naar aanleiding van deze toelichting deze zin ook buiten beschouwing zal laten, waarmee het belang van de verdediging bij toewijzing van dit verzoek vervalt en moet worden afgewezen.

(4a t/m 5b) De verklaringen van De Boer en Habes.

De verklaringen van De Boer en Habes bevinden zich al vanaf het begin in het dossier.

(6) De verklaringen van Stanley Karel Esser.

Ook alle verklaringen van Stanley Karel (Kay) Esser zitten al in het Passagedossier. Alles wat deze getuige zegt, wordt opgenomen en puntsgewijs onder elkaar gezet in plaats van een weergave in doorlopende zinnen. Een ander proces-verbaal van deze verhoren is er dus niet.

(7 t/m 9) De verklaringen van Atilla Önder.

Ook deze verklaringen zijn toegevoegd aan het dossier.

(10) De verklaring van Hilligers indien beschikbaar.

Natuurlijk wilde de recherche Hilligers ook graag horen over het gegeven dat ook hij op een liquidatielijst zou staan, maar daar is het helaas niet van gekomen. Hilligers was absoluut niet bereid tot het maken van een afspraak en het afleggen van een verklaring. Hij is tot op heden dan ook niet gehoord in deze zaak.

(11) De verklaring van Thomas van der Bijl.

Alle door Van der Bijl afgelegde verklaringen zijn lang geleden toegevoegd aan het dossier.

(12 en 13) De verklaring van Endstra waarin hij spreekt over de BBC en Bouterse.

Alle achterbankgesprekken zitten al in het dossier. De Bouterse-vermelding staat op pagina 24 van het tiende achterbankgesprek.

(14) De pv's van tapgesprekken waaruit blijkt dat Soerel en Akgün met elkaar semafoneerden.

Er zijn reeds een aantal tapgesprekken toegevoegd. Een extra gesprek waaruit dit semafoonverkeer concreet blijkt, zal zo spoedig mogelijk aan het dossier worden toegevoegd.

(15) Een overzicht van de periodes waarin Soerel gedetineerd heeft gezeten.

Dit verzoek wordt onderbouwd met de stelling dat dit overzicht van belang zou zijn i.v.m. de verklaring van Endstra dat Soerel betrokken was bij de pillenperiode van rond 1992 en dat hij zou behoren tot de kring van Jan Femer, Stanley Hillis en Mink Kok. Nog los van het feit dat Endstra nu juist zegt dat Soerel destijds een wat mindere god was en pas de laatste jaren is gestegen, zodat de onderbouwing niet juist is, moet dit verzoek worden afgewezen. Niet valt in te zien wat de relatie van het jaar 1992 en de genoemde personen is met de tenlastegelegde feiten.

(16) Een overzicht naar de reisbewegingen van Soerel.

Dit onderzoek wordt gevraagd vanwege een CIE verbaal waarin wordt gesteld dat Soerel in oktober 2006 naar Turkije en terug is gereisd. Deze reis wordt door Soerel betwist. De informatie staat in een CIE verbaal. Daarmee hoort u ons niet zeggen dat het dús waar is en dit CIE verbaal zal ook niet in belastende zin tegen Soerel worden gebruikt. Of Soerel wel of niet naar Turkije is gereisd, doet volstrekt niet ter zake in het licht van de tenlastelegging. Een relevant belang ontbreekt.

(17) Observatie Holleeder/BBC

Al behandeld

(18) De OVC-gesprekken tussen Mink Kok met Linda Van S. en Ed M.

Van het OVC-gesprek van Mink Kok met zijn vriendin Linda bevindt zich in het dossier een (relevant) gedeelte dat gaat over een lek bij de recherche en over 'wie in welk kamp zit'. Er bestaat geen bezwaar tegen verstrekking zodat dit verzoek kan worden toegewezen. Het volledige OVC-gesprek tussen Kok en Ed M. bevindt zich, anders dan de raadsman aanneemt, wel geruime tijd in het dossier. Voor zover het verzoek ziet op alle OVC-gesprekken van Kok met derden moet het verzoek bij gebrek aan onderbouwing worden afgewezen.

(19) Een letterlijke uitwerking van het verhoor van J.G. van der Bijl.

Een zakelijke weergave van de verklaring van J.G. (Jopie) van der Bijl zit al in het dossier. Aan het verzoek om dit verhoor letterlijk uit te werken kan worden tegemoet gekomen. Er wordt aan gewerkt.

(20) Een aantal niet ingebrachte bevindingen inzake Bethlehem. (zie onder pleitnota)

Ik zal dit verzoek aan het einde bespreken.

(21) Tapgesprek Esmeralda S.

Dit tapgesprek waaraan de vriendin bvan Alex de Boer deelneemt en gaat over een TV-uitzending over Holleeder heeft de raadsman niet kunnen vinden. Het zit wel in het dossier, te weten in ht dossier 'Perugia' als bijlage.

GETUIGEN

We hebben geen bezwaar tegen het horen van getuigen:
Willem Holleeder, Esther S., Orminda Soerel, Joop van der Bijl en Stanley Karel Esser.

Omdat we het wel noodzakelijk vinden hier en daar een kanttekening te maken zal ik alle gevraagde
getuigen in de volgorde van de pleitnota bespreken.

Lees hier een gedeelte van de reactie (pleitnota) van het Openbaar Ministerie.

Officier van justitie mevr. Betty Wind gaat aan het einde van de pleitnota in op verzoek nr 20 van de verdediging van Soerel. (betreffende een aantal niet ingebrachte bevindingen inzake Bethlehem)

's Middags kwam getuige Rob de Wit weer getuigen in de Bunker. Later nog een samenvatting van het getuigenverhoor van De Wit.

Bij 'De Misdaadjournalist' Hendrik Jan Korterink, die ook aanwezig was alvast een voorproefje.

Dinsdag 5 April gaat het proces verder.



Bondtehond

donderdag 24 maart 2011

Het stemgeluid van Peter la Serpe

Camilleri brengt als eerste media een authentieke bandopname naar buiten, waarop zowel kroongetuige Peter la Serpe als Jesse Remmers zijn te horen. De tape is afkomstig vanaf de laptop van Jesse Remmers, welke heel veel gesprekken die hij met - zoals te horen - Peter la Serpe heeft gevoerd, klaarblijkelijk heeft opgenomen.


Camilleri schrijft:
"Volgens Bondtehond – die elke zitting heeft meegemaakt – zijn deze tapes nog niet ter sprake gekomen tijdens het proces inzake de passage-liquidaties. Bijzonder, daar het totale scala aan vele uren aan bandopnames, zoals onderstaand, nogal ontlastend zijn voor de verdachte en incriminerend voor kroongetuige La Serpe".




Het klopt dat ik afgelopen week enkele passages uit -kennelijk heimelijk opgenomen- gesprekken die zich op de laptop zouden bevinden heb beluisterd. Het is volgens mij tot nu toe nog niet ter sprake gekomen in de rechtszaal tijdens zittingen in de Bunker dat er vele uren aan opnamemateriaal in bezit is van het Openbaar Ministerie. De bron van Camilleri betwijfelt dan ook of de inhoud van de laptop, vele uren aan ruw materiaal die inmiddels de 'La Serpe Tapes' zijn gedoopt, reeds in bezit is van de verdediging. "Het achterhouden van informatie lijkt een rode draad door het hele proces", aldus de bron.

(BRON: Camilleri.nl )

Bondtehond

woensdag 16 maart 2011

'Dat liep hij overal te schreeuwen, dus dat was slecht voor onze reputatie'

Dinsdag trad een bijzondere getuige naar voren in het grote liquidatieproces 'Passage' in de Bunker te Osdorp. Het betrof Rob de Wit, een voormalig drugshandelaar, al jaren cliënt van Mr. Jan Hein Kuijpers en hoog op het wensenlijstje van nog te horen getuigen. Rob de Wit zou eigenlijk als anonieme bedreigde getuige F2 in het proces verschijnen, maar De Wit heeft er zelf voor gekozen onder eigen naam te verklaren omdat zijn naam toch al in de media was verschenen. De Wit woont in Tanger in Marokko met zijn gezin en was lange tijd onvindbaar voor zowel OM als verdediging. Pas nadat Rob de Wit publicaties had gelezen op internet, hij dacht 'op Bondtehond', dat zijn aanwezigheid gewenst was in de rechtszaal, heeft de getuige zich uit zichzelf gemeld bij zijn advocaat Mr. Kuijpers. Buiten het feit dat De Wit aan een straat woont zonder huisnummering reist hij veel, dus volgens De Wit zouden dat redenen kunnen zijn dat een oproep hem nooit heeft bereikt. Wel is hij natuurlijk altijd beschikbaar voor de rechtbank, aldus De Wit


Rob de Wit is onder anderen bekende van het groepje Jesse Remmers, Peter La Serpe, Richard Ebeli (rip), Ariën Kaale sr. (rip) en Rene Pouw, kortom iedereen die in Passage direct of indirect in verband is gebracht met de liquidatie van Gerrie Bethlehem. Jesse Remmers is een goede vriend van Rob de Wit De vriendschap tussen Rob de Wit en Peter La Serpe was mettertijd gegroeit. Sjaak Burger en Ali Akgün kent Rob ook, Fred Ros oppervlakkig.

La Serpe en Jesse Remmers verbleven rond 2000 veel in Spanje, maar ook wel in Marokko. Destijds deed Rob de Wit zaken met hen. Rob kende Gerrie Bethlehem zelf ook goed. 'Gerrit', zoals Rob Gerrie Bethlehem noemde, had een prachtige, enorme villa in de bergen in Spanje. Hij vond Gerrit een aardige vent en mocht hem wel. Gerrit was een goede vriend.

Voor een heleboel mensen lag dat echter anders. De Wit wist wel van conflicten waarbij Bethlehem betrokken was. Ook van het conflict tussen Jesse Remmers en Gerrit Bethlehem was Rob wel op de hoogte. Jesse had een keer de deur niet open gedaan voor Gerrit en daar was hij nogal beledigd over geweest. Gerrit sprak over veel mensen. Financieel zat hij aan de grond. Hij had wel veel pech. Zo hadden zigeuners hun kamp opgeslagen vlakbij de weg voor de villa. Klanten durften amper mee naar de villa om hem te bezichtigen toen Gerrit de villa wilde verkopen. Dat lukte Gerrit dus niet. Rob kon zich dat wel voorstellen, vertelde hij.

In 2008 sprak Rob de Wit voor het laatst met de politie. Dat was het jaar waarin zijn detentie afliep voor een coke-transport waarvoor hij in 2004 was veroordeeld. Sindsdien houd Rob de Wit zich gedeist en, zo vertelde de sympathieke vijftiger tijdens de lunchpauze, vond hij het eigenlijk wel best dat ie een paar jaartjes van het toneel was verdwenen. Nu hij opgedoken was bij het liquidatieproces namen zowel rechters, OM als raadslieden van de gelegenheid gebruik en vuurden gedurende de zitting een spervuur aan vragen op de getuige af.

(samenvatting van enkele gedeeltes uit het verhoor)
Rechter: Het kwam aan de orde dat er drugslijnen opgezet moesten worden?
Rob de Wit: Ja, maar ze waren al opgezet, er waren wat problemen. Wij kochten hasj voor een Engelse groepering. Wij probeerden commissie te maken. Richard Ebeli probeerde die handel te halen. Wij logeerden bij Bethlehem. Gerrit had een leverancier gevonden die voor minder kon leveren. Een Marokkaan en een Italiaan waren dat. Die Italiaan vertrouwde ik al helemaal niet. Men vroeg aan mij, wat denk jij? Ik zei, doe het maar beter niet, het zijn schoffies. Dat bleek later wel, want Ebeli belde in paniek op: Ze zijn geript. Ze kwamen in een villa en werden opgewacht met wapens. Ze zijn dus geript, ze zijn vastgebonden en het is afgepakt.
Rechter: Belde Ebeli toen zelf?
Rob de Wit: Nee, hij lag vastgebonden. Dat zal moeilijk gaan. Ondertussen heeft Jesse wat geregeld met die Engelsen.
Rechter: Hoe weet u dat?
Rob de Wit: Dat was gewoon bekend, mevrouw. Er was een probleem met die partij. Ebeli vertelde dat La Serpe er ook bij betrokken was. Het ging om een transport van 300 kilo hasj dat doorgestoten zou worden naar Engelsen. La Serpe zou de distributie in Holland voor zijn rekening nemen.

Rob de Wit vertelde dat ie op een gegeven moment een ontmoeting had met La Serpe in Vinkeveen aan een plas bij een duikschooltje waar je ook iets kon drinken. Ze hadden daar een gesprek, welliswaar niet over die zaak met Bethlehem, maar het kwam wel ter sprake. La Serpe vertelde Rob dat het uit de hand gelopen was. Er was paniek. Bethlehem was omgebracht. Maar, zei La Serpe tegen Rob, het probleem is opgelost. Dat was 'een geluk bij het ongeluk', 'het roze randje', want ze hadden een goede beurt gemaakt bij de Engelsen. De partij hasj hoefte nu niet meer betaald te worden.
Rechter: Waarom vertelde hij dat aan u?
Rob de Wit: Mevrouw, dat weet ik niet, sommige mensen willen gewoon hun verhaal kwijt.

Op de vraag van de rechter waarom Rob niet eerder had verteld over hetgeen hij wist in gesprekken met de politie was Rob de Wit duidelijk.
Rob: Ik ben geen informant. Als ik wetenschap heb over dingen die nog niet bekend zijn, die ga ik niet vertellen. Laten we eerlijk zijn, de politie is niet mijn beste vriend.

Rechter: Hoe haalde u er nu uit dat Peter La Serpe en Richard Ebeli betrokken waren bij de dood van Bethlehem?
Rob: Dat is niet zo moeilijk. Richard Ebeli was des duivels. Hij was zijn geld kwijt en zijn Rolex was afgepakt. Hij wilde de papieren van de villa, de auto, alles. Hij was echt des duivels, als u hem kent.... Hij zou Bethlehem wat aandoen, vermoorden, in stukken snijden. Gerrit wilde vertrekken. Richard had geëist dat ie eerst de papieren van zijn woning afstond.

Tijdens de daarop volgende verhoren door de advocaten kwamen enkele opmerkelijke puntjes naar voren.

Klaas Bruinsma
Rob de Wit verteld aan Mr. Nico Meijering dat La Serpe het boek over Klaas Bruinsma had gelezen en dat hij net als Bruinsma een organisatie wilde opzetten met verschillende divisies.
Mr. Nico Meijering: Heeft u wel eens een vuurwapen bij La Serpe gezien?
Rob de Wit: Ik durf het niet te zeggen, ik denk het eigenlijk niet.
Meijering: Heeft u er überhaupt wel es met hem over gesproken?
Rob de Wit: Oh ja, uitgebreid. Peter is niet in dit wereldje opgeklommen eigenlijk, of bekend. Voor zover ik begreep, was Peter een ouderwetse... of een nieuwerwetse bankrover was ie. Enne, die had natuurlijk die boeken van Bruinsma gelezen, en die wilde een divisie geweld opzetten en alles, een divisie transport, en een divisie dit, en een divisie dat, en een divisie stiekem, zeg maar. Dat was zijn hele grote plan.
Meijering: Dat was zijn grote plan?
Rob de Wit: Ja.
Meijering: Daar had ie het veel met u over?
Rob de Wit: Ja.
Meijering: En u zegt zelf hij had het boek van Bruinsma, of over Bruinsma gelezen?
Rob de Wit: Ja, dat nam ik aan, want precies zoals het in het boek van Bruinsma staat met verschillende divisies, en cellen, en die cel mocht niet weten wat die cel deed, en och...
Meijering: Dat is iets wat hem kennelijk ook wel fascineerde?
Rob de Wit: Ja, absoluut... absoluut.
Meijering: Dat is iets waarvan u weet dat hij dat wilde opzetten?
Rob de Wit: Dat klopt.
Meijering: En meerdere malen heeft hij dat met u besproken?
Rob de Wit: Oh ja, gedetailleerd.
Meijering: Weet u ook of daar iets van gekomen is?
Rob de Wit: Oh ja... Daar is niets van gekomen. (gelach op de tribune)

Rob de Wit: Ik geloof dat Peter, met alle respect, Peter had het voortouw genomen om die lijnen op te zetten vanaf Marokko. En wat ik alsmaar zei, en niet alleen door Peter hoor, ik wil echt niet alles op Peter schuiven, ik heb ook fouten gemaakt, iedereen maakte wel fouten, maar alles wat we deden, er kwam nooit iets van terecht. We hadden beter een coffeeshop in kunnen lopen om daar een stukkie te kopen, dan hadden we meer binnen gebracht dan toen, echt waar, het-was-echt-een-drama. (gelach op tribune)

Mr. Nico Meijering: De politie heeft dit uit uw mond opgetekend, en dat wil ik u even voorhouden. Het is iets wat u bij de politie heeft gezegd. Ik hou het u voor en dan wil ik kijken wat u hier over kunt zeggen: "Peter was altijd degene die zei dat iemand neergeschoten moest worden."
Rob de Wit: Hehehe... ja.
Meijering: Het is iets wat de politie uit uw mond heeft opgetekend. Kunt u dit toelichten? Want dit staat er wel heel bout, om het maar even zo te zeggen. Riep hij dat iedere dag, iemand moet dood, of eh...?
Rob de Wit: Neu... nee, nee, dat niet, niet iedere dag, maareh, om een voorbeeldje aan te halen, want dat illustreert mischien eh.... Op een gegeven moment is ie naar Marokko gekomen, hij was super-enthousiast. Nogmaals, alles ging verkeerd, echt de ene fiasco na de andere, maar we zouden een transport opzetten en Cor van Hout zou dan mede investeren, want hij wilde grote partijen gaan doen, enz, enz. Enne, ik denk een weekje later, of een paar dagen later is ie er weer, en het schijnt, want ik heb die hele Cor van Hout nooit gezien, ik ben ook nooit bij een bespreking geweest of wat dan ook, maar hij komt dus helemaal over de rooie heen. Hij komt dus weer naar mij toe van: Cor van Hout heeft zich teruggetrokken, maar dat kan ie zo niet maken, een woord is een woord, en hij gaat eraan, en ik heb er geen geduld meer voor, in die conterijen.
Meijering: Wanneer was dit?
Rob de Wit: Dit zal geweest zijn in 2000, mischien wel in 2001.
Meijering: 2000/2001, ok. Nou kan het een beeld zijn wat ik heb hoor, maar was Cor van Hout in die tijd niet toch al een tot de verbeelding sprekende naam in het milieu?
Rob de Wit: Absoluut. Hij zei, hij was aan komen rijden in Fuengirola, ik weet dat niet want ik zat in Marokko, en eh....
Meijering: Wie?
Rob de Wit: Oh sorry, Cor van Hout, Cor van Hout was aan komen rijden in Fuengirola, en hij had twee Mercedessen vol met bodyguards bij hem. Maar dat was toen hij (La Serpe) nog enthousiast was.

(.....)

Meijering: Goed... Ik ga nu even terug naar hetgeen u heeft gezegd over Cor van Hout. Op het moment dat hij de eerste keer bij u kwam over Cor van Hout, geloofde u toen dat het waar is wat hij zei over dat ie met Cor van Hout iets zou opzetten?
Rob de Wit: Ja, want hij beschikte ineens weer over geld, maar in redelijke hoeveelheden. Ik weet niet hoeveel, ik heb het niet geteld, maar hij was wel aan het strooien, dus hij beschikte over geld.
Meijering: En daarom geloofde u dat verhaal over Cor van Hout?
Rob de Wit: Wacht even, er zijn een paar dingetjes, ik ga nog even door. Dan was hij gedetailleerd bezig over waar ze hadden gegeten, wat ze hadden gegeten, enne... Er was nog een soort moppie wat ie had. Hij vertelde mij, natuurlijk allemaal om die overtuiging op te bouwen, eh... Cor van Hout zat altijd vol met humor en toen vertelde ie een anekdote.
Meijering: Kent u die anekdote?

Rob de Wit: Ja ja, haha. Cor.... Cor van Hout.... In Spanje heb je 'Super Cor'. Dat zijn supermarkten, allemaal.... Nee, luister nou, deze is echt leuk. Hij zit met een Marokkaan daar, en Peter zat er dan waarschijnlijk ook bij, want ik heb het verhaal van Peter, het is echt een leuk verhaal. En ik geloof ook echt dat dit gebeurt is. Die Marokkaan zegt: Weet je, ik ga een Shoarmatentje openen. Nou, zegt Cor, dat moet je heel niet doen, je moet supermarkten openen. Kijk maar, dat heb ik ook gedaan. Oh ja, zegt die Marokkaan, waar dan? Nou hier, zegt Cor, kijk maar, en wijst op 'Super Cor'. Ah, zegt die Marokkaan, dan krijg ik zeker wel een beetje korting? Sterker nog, zegt Cor, jij hoeft helemaal niet te betalen. Hier, zegt ie, en geeft die Marokkaan een servertje, dat was beschreven en met een handtekening. Die Marokkaan blijft nog een half uurtje zitten en is daarna meteen naar die supermarkt gerend en had een kar met spullen volgeladen.... En intussen zijn hun er vandoor gegaan. (hard gelach op de tribune)

Meijering: Hehehe... een prachtig verhaal. Althans, dit is hetgeen hij u vertelde? U was er niet zelf bij?
Rob de Wit Nee, nee, maar hij ken natuurlijk praten als brugman.
Meijering: Nee maar, kunt u vertellen...  Was La Serpe boos?
Rob de Wit: Ja, hij was des duivels. Want het was weer een grote mogelijkheid voor ons, en hij had zich teruggetrokken, en eh...  Ja, hij was er echt laaiend over. Maar ik kan niet in precieze bewoordingen vertellen wat ie allemaal zei. "En hij ging eraan." Maar ja, ik had toen al zoiets van eh tja, pfff...(schud hoofd)
Meijering: Is u achteraf nog gebleken of dit verhaal juist, of niet juist is? Dat ie daadwerkelijk met Cor van Hout heeft gezeten in Spanje?
Rob de Wit: Nee, dat is mij nooit duidelijk geworden. Ik heb er ook nooit meer navraag naar gedaan.

(later)
Meijering: Ik heb u voorgehouden dat de politie had opgetekend dat u zei dat Peter degene was die iedere dag wel riep dat 'iemand' neergeschoten moest worden, en dat is dan niet Cor van Hout alleen dan?
Rob de Wit: Nee, nee, dat...
Meijering: Wat weet u daar nog over te zeggen?
Rob van Wit: Ja kijk, u moet niet vergeten he, bij wijze van spreken, ik kom naar Nederland toe, u moet zich zich voorstellen, ik zat wel eens met Jesse en Peter in de auto en dan zaten zij ook in de auto dingen te bediscussiëren, waar ik al helemaal geen weet van heb. Ik had geen overzicht, want ik zat in Marokko. Maar dan hoorde ik bij wijze van spreken van Peter van:  Hè, die kankerhond, excuseer me voor de termen, die gaat eraan, en ik pik het niet langer, maar ik wist dan niet eens over wie het dan ging. Maar ik weet natuurlijk ook voorbeelden waarbij het wel om bepaalde personen ging.
Meijering: En dat was dus ook dat hij zich op dergelijke wijze daarover uitliet?
Rob de Wit: Absoluut.
Meijering: Kunt u er nog wat over zeggen, of dat nou op u overkwam als grootspraak of... nou, dat is niet altijd helemaal serieus te nemen?
Rob de Wit: Dat is nou juist de ellende met dit....
Rechter: Dit is vragen om een mening, hè... Ik vind eigenlijk dat dit niet kan.
Meijering: Met alle respect, nou ja...  Nam u het serieus? Zo wordt de vraag geherformuleerd.
Rob de Wit: Het probleem is, in het begin zou ik het niet serieus hebben genomen, maar het eerste dat mij deed kantelen, was de aanslag op Ariën Kaale. Wat ik weet....
Meijering: Oh, maar daar ga ik nu nog niks over vragen.
Rob de Wit: Oh, ok.

Later in de middag stelde de rechtbank wel enkele vragen over de aanslag op Ariën Kaale. Rob de Wit vertelde wat ie weet over deze aanslag. Het komt erop neer dat Peter La Serpe hem appart had genomen, ergens op de afsluitdijk, terwijl Jesse stond te bellen met zijn broertje, en aan Rob vertelde dat hij een andere persoon geld had gegeven om Ariën Kaale te liquideren. Die persoon had mensen ingehuurd om de aanslag te plegen. Deze persoon was René Pouw, die momenteel voortvluchtig is en afkomstig is uit de omgeving van Ariën Kaale. Pouw fungeerde als tussenpersoon tussen opdrachtgever en uitvoerders, in dit geval Peter La Serpe en twee Algerijnen. Het was om twee redenen. De eerste reden was omdat Kaale veel geld had geïnvesteerd en veel van dat geld had verloren. Kaale eiste nu dat zijn geld 'à la minuut' terugkwam. De tweede reden was dat Kaale overal 'aangeschoten' rond liep te bazuinen dat hij miljoenen was kwijgeraakt. Hij zou miljoenen hebben geïnvesteerd en er nooit iets voor terug hebben gezien.

Rob de Wit: Dat liep hij overal te schreeuwen, dus dat was slecht voor onze reputatie. En, ook niet geheel onbelangrijk, La Serpe vertelde dit omdat de aanslag mislukt was en omdat Rene Pouw uit de omgeving van Ariën Kaale kwam, dus het zou niet moeilijk zijn dit terug te koppelen naar ons. Wij konden dus repressailles verwachten. We moesten dus op onze qui vive zijn. Bizar genoeg kwam ik diezelfde dag ook Rene Pouw tegen en die vertelde mij precies hetzelfde. Hoe die aanslag in elkaar gezet was, hoe die mislukt was.

De twee Algerijnse jongens waren gaan feesten met het geld. Toen het geld op was werden ze onder druk gezet door Rene Pouw om de aanslag te plegen, die zich weer onder druk gezet voelde door La Serpe dat de opdracht uitgevoerd moest worden. Toen zijn de jongens in een vlaag van verstandsverbijstering op pad gegaan en zijn ze maar gewoon aan gaan bellen bij Ariën Kaale. Vervolgens hebben ze geprobeerd Kaale te prikken met een kruiskop-schroevendraaier.

Op de vraag van de rechter of Rob de Wit er nog met iemand anders over had gesproken, antwoordde De Wit dat hij er met Ariën Kaale zelf over had gesproken. Die kwam hij per toeval tegen in de bajes van Zoetermeer. Rob had bij iemand op cel gezeten en daar was Ariën Kaale ineens voorbij komen slenteren. Kaale had niet eens begrepen dat het om een aanslag op zijn leven ging bij hem aan de deur. Daar was Kaale pas achter gekomen toen Rob de Wit het hem daar in de bajes in Zoetermeer vertelde. Zelf had hij altijd gedacht dat het om een overval ging.

Dit is het verhaal in vogelvlucht wat betreft de aanslag op Ariën Kaale sr. Mr. Sander Janssen had verzocht in ieder geval eerst dit verhaal aan te horen van Rob de Wit en niet pas 29 Maart. Zo blijft zijn verklaring zo zuiver mogelijk. Sjaak Burger kent Rob de Wit ook, maar werd door de rechtbank verboden voor de 29e even een broodje te eten, of zo.

29 Maart is de eerstvolgende zitting. Rob de Wit is dan ook weer aanwezig.

Bondtehond