Greg Remmers is woedend op maandblad de Quote. Vandaag werd dat duidelijk in het Hoger Beroep te Amsterdam waarin Greg Remmers, bijgestaan door zijn advocaat Sjoerd van Berge Henegouwen, zich verweerde tegen de ontneming van ruim € 4,7 miljoen euro. In het blad wordt Greg Remmers afgeschilderd op plaats 10 van de meest vermogende Nederlandse criminelen met een vermeend vermogen van minstens €10 miljoen euro. Het antwoord op directe vragen aan het Openbaar Ministerie door Sjoerd van Berge Henegouwen of deze op enige wijze de Quote zou hebben geïnformeerd was overduidelijk: het Openbaar Ministerie stelt dit niet te hebben gedaan en verondersteld een hoop natte vingerwerk van de Quote.
Om zich te verschonen van het door de Quote tendentieus gestelde, kondigde Greg Remmers ter zitting aan een kort geding tegen de Quote aan te spannen. Bondtehond heeft daarover correspondentie inmiddels onder ogen gezien. Greg Remmers: “Als het maar enigszins waar zou zijn wat de Quote schrijft in hun november editie van 2010 zou het Openbaar Ministerie gelijk kunnen krijgen en zou ik kansloos zijn in mijn verweer. Uit het dossier blijkt heel iets anders. Ik hoop niet dat het hof aanstoot neemt aan hetgeen de Quote uit haar duim zuigt.”
Inmiddels heeft de Quote toegegeven een afbeelding van Greg Remmers onrechtmatig gebruikt te hebben van misdaadsite Camilleri.nl. Een schikking over deze schending is de Quote niet op ingegaan, terwijl de huidige jurisprudentie inmiddels vergelijkbare schadeloosstelling kent van meer dan € 25.000 euro per geval. Het hoogste bedrag dat ooit voor dit soort smaadschrift is toegekend, was in de zaak van de “klusjesman” versus Maurice de Hond in de Deventer-moordzaak. Camilleri.nl beheerd alle rechten van de foto’s , audio en video van de familie Remmers.
Bondtehond
woensdag 3 november 2010
maandag 25 oktober 2010
Dino Soerel: “John van den Heuvel doet waarheid ernstig geweld aan”
Dino Soerel heeft vanmorgen via zijn advocaten middels het volgende persbericht laten weten dat hij zich ernstig benadeeld voelt in zijn procespositie in het Passage-proces. Dit naar aanleiding van de ontkenning door misdaadverslaggever John van den Heuvel van De Telegraaf dat hij Dino Soerel via zijn toenmalige raadsman getipt zou hebben voor een mogelijk op handen zijnde arrestatie. Soerel geeft aan dit ten zeerste te betreuren.
In het Passage proces heeft Soerel ter zitting van 19 oktober jl. n.a.v. vragen van de rechtbank kenbaar gemaakt dat de aanleiding voor het feit dat hij eind 2006 is ‘weggebleven’ niets met Passage van doen heeft gehad. De aanleiding was immers dat de journalist John van den Heuvel Soerel via zijn toenmalige advocaat had laten weten over serieuze informatie te beschikken dat Soerel zou worden aangehouden in verband met enkele ‘oude drugszaken’, en dat (mede) daarom Van den Heuvel Soerel wilde interviewen.
In een reactie¹ heeft Van den Heuvel kenbaar gemaakt dat “áls het al zo zou zijn geweest” dat hem vooraf dergelijke informatie zou hebben bereikt, hij “dat natuurlijk nooit” zou hebben doorgeven.
Soerel laat weten dat Van den Heuvel met deze reactie “de waarheid ernstig geweld aan doet”. Soerel betreurt dat ten zeerste aangezien daarmee zijn procespositie benadeeld wordt. Niet alleen in het Passage-proces, maar ook in het kader van reeds jaren in publicaties van Van den Heuvel aangehaalde verdachtmakingen dat Soerel over “corrupte contacten bij de Amsterdamse politie” zou beschikken. Zo liet Van den Heuvel deze vermeende corrupte contacten nog terugkomen in zijn artikel in De Telegraaf van 19 november 2006² dat verscheen na de weigering van Soerel om het gevraagde interview te geven. In dat artikel schrijft Van den Heuvel dat Soerel i.v.m. vervolging voor een oude heroïnezaak “getipt (werd) over zijn op handen zijnde arrestatie en (op) de vlucht (..) sloeg”.
Soerel werd inderdaad (via zijn toenmalige raadsman ) getipt door Van den Heuvel. (Mr. Bram Moszkowicz - Red.)
***
Meijering Van Kleef Ficq & Van der Werf Advocaten
Amsterdam, 25 oktober 2010
¹# o.m. Telegraaf-TV d.d. 19 oktober jl.
²# “De ‘STILLE VENNOTEN’ van Holleeder”.
Zie o.m. in dat artikel: Van Dino S. is bekend dat hij jarenlang over uitstekende corrupte contacten bij de Amsterdamse politie beschikte. Vermoedelijk nam hij de 'platte' dienders over van zijn vriend Jan Femer, die in 2000 op de Haarlemmerdijk werd geliquideerd. Toen duidelijk werd dat het Holleeder-onderzoek onvoldoende bewijs tegen Dino S. opleverde, gooide justitie het over een andere boeg. Alle andere zaken waarmee S. in het verleden in verband werd gebracht, zijn opnieuw onderzocht.
Het spitwerk had succes. Volgens het openbaar ministerie kan S. worden vervolgd vanwege zijn betrokkenheid bij de smokkel van ruim tachtig kilo heroine naar Engeland. Dat het transport al een paar jaar geleden plaatsvond, maakt voor justitie niets uit. Als S. schuldig wordt bevonden, verdwijnt hij minstens acht jaar achter de tralies.
Maar voorlopig zijn de 'stille vennoten' van Holleeder nog op vrije voeten. Dino werd getipt over zijn ophanden zijnde arrestatie en sloeg op de vlucht. Vermoedelijk verblijft hij in het buitenland.
---------------------------------------------------------------------------------
Aldus het persbericht van heden ochtend.
Bondtehond
-----------------------------Persbericht -----------------------------------
In het Passage proces heeft Soerel ter zitting van 19 oktober jl. n.a.v. vragen van de rechtbank kenbaar gemaakt dat de aanleiding voor het feit dat hij eind 2006 is ‘weggebleven’ niets met Passage van doen heeft gehad. De aanleiding was immers dat de journalist John van den Heuvel Soerel via zijn toenmalige advocaat had laten weten over serieuze informatie te beschikken dat Soerel zou worden aangehouden in verband met enkele ‘oude drugszaken’, en dat (mede) daarom Van den Heuvel Soerel wilde interviewen.
In een reactie¹ heeft Van den Heuvel kenbaar gemaakt dat “áls het al zo zou zijn geweest” dat hem vooraf dergelijke informatie zou hebben bereikt, hij “dat natuurlijk nooit” zou hebben doorgeven.
Soerel laat weten dat Van den Heuvel met deze reactie “de waarheid ernstig geweld aan doet”. Soerel betreurt dat ten zeerste aangezien daarmee zijn procespositie benadeeld wordt. Niet alleen in het Passage-proces, maar ook in het kader van reeds jaren in publicaties van Van den Heuvel aangehaalde verdachtmakingen dat Soerel over “corrupte contacten bij de Amsterdamse politie” zou beschikken. Zo liet Van den Heuvel deze vermeende corrupte contacten nog terugkomen in zijn artikel in De Telegraaf van 19 november 2006² dat verscheen na de weigering van Soerel om het gevraagde interview te geven. In dat artikel schrijft Van den Heuvel dat Soerel i.v.m. vervolging voor een oude heroïnezaak “getipt (werd) over zijn op handen zijnde arrestatie en (op) de vlucht (..) sloeg”.
Soerel werd inderdaad (via zijn toenmalige raadsman ) getipt door Van den Heuvel. (Mr. Bram Moszkowicz - Red.)
***
Meijering Van Kleef Ficq & Van der Werf Advocaten
Amsterdam, 25 oktober 2010
¹# o.m. Telegraaf-TV d.d. 19 oktober jl.
²# “De ‘STILLE VENNOTEN’ van Holleeder”.
Zie o.m. in dat artikel: Van Dino S. is bekend dat hij jarenlang over uitstekende corrupte contacten bij de Amsterdamse politie beschikte. Vermoedelijk nam hij de 'platte' dienders over van zijn vriend Jan Femer, die in 2000 op de Haarlemmerdijk werd geliquideerd. Toen duidelijk werd dat het Holleeder-onderzoek onvoldoende bewijs tegen Dino S. opleverde, gooide justitie het over een andere boeg. Alle andere zaken waarmee S. in het verleden in verband werd gebracht, zijn opnieuw onderzocht.
Het spitwerk had succes. Volgens het openbaar ministerie kan S. worden vervolgd vanwege zijn betrokkenheid bij de smokkel van ruim tachtig kilo heroine naar Engeland. Dat het transport al een paar jaar geleden plaatsvond, maakt voor justitie niets uit. Als S. schuldig wordt bevonden, verdwijnt hij minstens acht jaar achter de tralies.
Maar voorlopig zijn de 'stille vennoten' van Holleeder nog op vrije voeten. Dino werd getipt over zijn ophanden zijnde arrestatie en sloeg op de vlucht. Vermoedelijk verblijft hij in het buitenland.
---------------------------------------------------------------------------------
Aldus het persbericht van heden ochtend.
Bondtehond
Labels:
Advocaten
,
Dino Soerel
,
John van den Heuvel
,
Liquidatieproces
,
Passage
vrijdag 22 oktober 2010
'De rol van Holleeder ga ik niet op in'
De advocaten in het liquidatieproces zagen de bui al hangen voor hun cliënten toen bleek dat het openbaar ministerie Dino Soerel na zijn arrestatie wilde toevoegen aan dit toch al langdurige onderwereldproces. Hoeveel vertraging zou het ditmaal opleveren? Zeven maanden in ieder geval, naar het zich nu laat aanzien. En dit terwijl de verdachten al meer dan drie en een half jaar in voorlopige hechtenis zitten. Hoeveel langer kan dit nog gaan duren? Het uitstel van zeven maanden voor Soerel en verdediging om zijn zaak voor te bereiden, roept in ieder geval steeds meer vragen op. Op een terechte vraag van Mr. Jan Hein Kuijpers wilde het OM geen antwoord geven, nl op de vraag: 'Zit er wellicht een mogelijkheid in dat ook Dhr. Holleeder en ook Dhr. Rommy op een later tijdstip aan het proces worden toegevoegd?'
Met andere woorden, wat heeft het OM nog meer voor "verrassingen" in petto?
OvJ Michiel van IJzendoorn: De rol van Holleeder ga ik niet op in.
Mr. Jan Hein Kuijpers: Het gaat niet om de rol van Dhr. Holleeder, maar mocht deze later ook nog worden toegevoegd, voorzie ik nog meer enorme vertragingen. De vraag is of er een patroon in zit om het proces zo lang mogelijk te laten duren?
OvJ IJzendoorn: Ik ga er niet op in.
Lauwaars: Het zij zo.
Mr. Jan Hein Kuijpers had afgelopen maandag reeds een verzoek, primair tot opheffing voorlopige hechtenis/(eventueel schorsing om het procesverloop te garanderen) en subsidiair afsplitising van de '93-zaken ('Tanta' - De Barbecuemoorden), voor cliënt Moppie Rasnabe ingediend, en voorspelde buiten de rechtszaal al dat er meerdere verzoeken zouden volgen. Hij kreeg gelijk.
Mr. Sander Janssen, de raadsman van Jesse Remmers, kwam vanmorgen evenals Mr. Jan Hein Kuijpers met het verzoek enkele zaken uit 1993 (Tanta, Opa en Cobra) de af te splitsen van Passage. De voorlopige hechtenis van Jesse Remmers is mede gebaseerd op deze oudere feiten. De redelijke termijn zou voor deze zaken dus al veel eerder dan 12 februari 2007, het moment waarop Jesse Remmers is gearresteerd in Marokko, zijn aangevangen.
(samenvatting)
Mr. Sander Janssen: Vast staat, dat Jesse Remmers al in 1994 heeft vastgezeten in de zaak Opa. Vast staat ook, dat hij reeds op 2 juni 1994 als verdachte is gehoord in de zaak Cobra. Of en in hoeverre hij toen eveneens op de hoogte is gebracht van de verdenkingen jegens hem in het onderzoek Tanta, was op deze korte termijn niet met zekerheid te achterhalen, maar duidelijk is wel dat met het verhoor in de zaak Cobra de redelijke termijn in die laatste zaak in ieder geval op 2 juni 1994 is aangevangen.
Naar het oordeel van de verdediging dient op grond van het tijdsverloop sinds de aanhouding van de heer Remmers reeds gesteld te worden dat er sprake is van een aanzienlijke overschrijding van de redelijke termijn, een overschrijding welke niet uitsluitend verklaard kan worden op grond van de complexiteit van de zaak.
Nu de verklaringen van de kroongetuige La Serpe in ieder geval in de 1993-zaken ook nauwelijks enige rol van betekenis spelen, nu voor de beoordeling van die zaken de positie van de heer La Serpe als kroongetuige eveneens van aanzienlijk minder groot belang is dan in de latere zaken, nu de redelijke termijn in die zaken op een ongekende wijze wordt geschonden, en nu de heer Remmers onder andere op grond van die zaken al vanaf diens aanhouding in februari 2007 in voorlopige hechtenis verblijft, verzoekt de verdediging Uw Rechtbank in lijn met het verzoek van de advocaat van de medeverdachte Rasnabe deze oude 1993-zaken af te splitsen van de grotere zaak Passage en deze inhoudelijk te gaan afdoen.
De verdediging merkt daar met het oog op de efficiency nog over op, dat door middel van afsplitsing van deze zaken het mogelijk wordt de zittingstijd die voor het onderzoek in deze zaak gereserveerd was en welke zich het naar laat aanzien als gevolg van de verwikkelingen rond Soerel 7 maanden lang ongebruikt lijkt te blijven, alsnog op een efficiënte wijze kan worden aangewend om de oude zaken af te handelen.
Mr. Janssen wees op verschillende jurisprudentie. Volgens de raadsman is er in de oudere zaken sprake van een zodanig omvangrijke overschrijding van de redelijke termijn, dat compensatie daarvoor niet langer kan worden uitgesteld tot een door de Rechtbank te bepalen straf. De raadsman verzoekt dan ook een verdere schending van art. 6 EVRM te voorkomen c.q. de voortdurende schending van art. 6 EVRM (deels) te beëindigen en de voorlopige hechtenis voor zo ver deze is gebaseerd op die oude '93-feiten op te heffen.
Duidelijk is dat Jesse Remmers en zijn verdediging bijzonder ongelukkig zijn met de verdere vertraging. Ze zijn van oordeel dat ook in de recentere zaken sprake is van een schending van de redelijke termijn, welke als gevolg van de beslissing Soerel toe te voegen alleen maar in ernst zal toenemen. Wat de recentere feiten betreft, verzocht de verdediging met het oog op de door de Rechtbank in de zaak Soerel genomen beslissing en de daarbij gegeven motivering niet om afsplitsing.
Lees hier de volledige pleitnota.
Het OM reageerde op de verzoeken. (samenvatting)
Volgens OvJ Michiel van IJzendoorn is er geen sprake van overschrijding van de redelijke termijn. Er is nauwelijks een complexere zaak dan deze voorgelegd in de Nederlandse strafrechtpleging. En je zult maar van doen hebben met een verdachte die er tot nu toe het zwijgen toe doet. Op niets heeft de verdachte willen antwoorden. Er is door de verdachte geen bijdrage geleverd om het proces te bespoedigen. Er zijn vele gerechtvaardigde, dan wel ongerechtvaardigde onderzoekswensen geweest. Dit heeft op z'n minst vertragende invloed gehad op de voortgang van het proces. Het gaat om moorden, buitegewoon ernstige feiten. Het OM is van mening dat er geen sprake is van overschrijding van de redelijke termijn. Mr. Sander Janssen merkte op dat door de perikelen van La Serpe met de dienst getuigenbescherming over diens veiligheid ook sprake is van extra vertraging die is onstaan, maar het is wat kort door de bocht om dat nu op het bordje van het zaaks-openbaar ministerie te schuiven. De problemen van La Serpe met het TGB heeft bepaald geen invloed gehad op het tijdsverloop van de zaak van Dhr Remmers. Derhalve verzoekt het OM de verzoeken af te wijzen, aldus Mr. Michiel IJzendoorn.
De uitspraak op de verzoeken is op Donderdag 4 November.
De advocaat van Pinny Song, Mr. Rob Meerman deed vanmiddag ook een verzoek tot opheffing voorlopige hechtenis van zijn cliënte. Zij zit reeds 3,5 jaar in voorarrest in HvB Nieuwegein. De zaak van Pinny Song is reeds inhoudelijk behandeld en er hoeven geen onderzoeken meer te worden gedaan. De raadsman is van mening dat de zaak van Pinny Song geen samenhang heeft met de zaken van Remmers en Rasnabe, die worden verdacht van meerdere liquidaties. Daarom verzoekt ook Mr. Meerman de zaak af te splitsen en de voorlopige hechtenis van zijn cliënte op te heffen.
Ook op dit verzoek volgt Donderdag 4 november uitspraak.
Er was sprake van een brief van het Landelijk Parket aan Peter La Serpe.
OvJ Betty Wind: Wij denken dat de brief zeer duidelijk is. Er is ons ter ore gekomen dat er gesprekken zijn met La Serpe over eventuele verdere samenwerking met La serpe. Deze gesprekken zijn vooralsnog positief. We hopen dat dit wat koude uit de lucht neemt en dat dit een voorbode is op het goed communiceren.
Mr. Jan Peter van Schaik: Ik heb behoefte dit met cliënt te bespreken.
Mr. Sander Janssen verzocht een kopie te ontvangen van de brief omdat de verdediging graag inzage heeft in wat hen te wachten staat ivm toekomstige samenwerking tussen Peter La Serpe en het TGB en/of OM. Volgens OvJ Betty Wind is het zo dat niet alle correspondentie toegevoegd wordt aan het Passage-dossier en dat deze brief ook zo'n brief is. Er staat ook 'Vertrouwelijk' op, aldus Wind.
's Morgens had ik andere verplichtingen, waardoor ik helaas het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis van Ali Akgün door raadsman Mr. Nico Meijering mistte. Gelukkig was Crimesite hoofdredacteur Wim van de Pol wel ter plekke en kon het volgende verslag optekenen: Nachtclub hoofdrol in moordzaak
Bondtehond
Met andere woorden, wat heeft het OM nog meer voor "verrassingen" in petto?
OvJ Michiel van IJzendoorn: De rol van Holleeder ga ik niet op in.
Mr. Jan Hein Kuijpers: Het gaat niet om de rol van Dhr. Holleeder, maar mocht deze later ook nog worden toegevoegd, voorzie ik nog meer enorme vertragingen. De vraag is of er een patroon in zit om het proces zo lang mogelijk te laten duren?
OvJ IJzendoorn: Ik ga er niet op in.
Lauwaars: Het zij zo.
Mr. Jan Hein Kuijpers had afgelopen maandag reeds een verzoek, primair tot opheffing voorlopige hechtenis/(eventueel schorsing om het procesverloop te garanderen) en subsidiair afsplitising van de '93-zaken ('Tanta' - De Barbecuemoorden), voor cliënt Moppie Rasnabe ingediend, en voorspelde buiten de rechtszaal al dat er meerdere verzoeken zouden volgen. Hij kreeg gelijk.
Mr. Sander Janssen, de raadsman van Jesse Remmers, kwam vanmorgen evenals Mr. Jan Hein Kuijpers met het verzoek enkele zaken uit 1993 (Tanta, Opa en Cobra) de af te splitsen van Passage. De voorlopige hechtenis van Jesse Remmers is mede gebaseerd op deze oudere feiten. De redelijke termijn zou voor deze zaken dus al veel eerder dan 12 februari 2007, het moment waarop Jesse Remmers is gearresteerd in Marokko, zijn aangevangen.
(samenvatting)
Mr. Sander Janssen: Vast staat, dat Jesse Remmers al in 1994 heeft vastgezeten in de zaak Opa. Vast staat ook, dat hij reeds op 2 juni 1994 als verdachte is gehoord in de zaak Cobra. Of en in hoeverre hij toen eveneens op de hoogte is gebracht van de verdenkingen jegens hem in het onderzoek Tanta, was op deze korte termijn niet met zekerheid te achterhalen, maar duidelijk is wel dat met het verhoor in de zaak Cobra de redelijke termijn in die laatste zaak in ieder geval op 2 juni 1994 is aangevangen.
Naar het oordeel van de verdediging dient op grond van het tijdsverloop sinds de aanhouding van de heer Remmers reeds gesteld te worden dat er sprake is van een aanzienlijke overschrijding van de redelijke termijn, een overschrijding welke niet uitsluitend verklaard kan worden op grond van de complexiteit van de zaak.
Nu de verklaringen van de kroongetuige La Serpe in ieder geval in de 1993-zaken ook nauwelijks enige rol van betekenis spelen, nu voor de beoordeling van die zaken de positie van de heer La Serpe als kroongetuige eveneens van aanzienlijk minder groot belang is dan in de latere zaken, nu de redelijke termijn in die zaken op een ongekende wijze wordt geschonden, en nu de heer Remmers onder andere op grond van die zaken al vanaf diens aanhouding in februari 2007 in voorlopige hechtenis verblijft, verzoekt de verdediging Uw Rechtbank in lijn met het verzoek van de advocaat van de medeverdachte Rasnabe deze oude 1993-zaken af te splitsen van de grotere zaak Passage en deze inhoudelijk te gaan afdoen.
De verdediging merkt daar met het oog op de efficiency nog over op, dat door middel van afsplitsing van deze zaken het mogelijk wordt de zittingstijd die voor het onderzoek in deze zaak gereserveerd was en welke zich het naar laat aanzien als gevolg van de verwikkelingen rond Soerel 7 maanden lang ongebruikt lijkt te blijven, alsnog op een efficiënte wijze kan worden aangewend om de oude zaken af te handelen.
Mr. Janssen wees op verschillende jurisprudentie. Volgens de raadsman is er in de oudere zaken sprake van een zodanig omvangrijke overschrijding van de redelijke termijn, dat compensatie daarvoor niet langer kan worden uitgesteld tot een door de Rechtbank te bepalen straf. De raadsman verzoekt dan ook een verdere schending van art. 6 EVRM te voorkomen c.q. de voortdurende schending van art. 6 EVRM (deels) te beëindigen en de voorlopige hechtenis voor zo ver deze is gebaseerd op die oude '93-feiten op te heffen.
Duidelijk is dat Jesse Remmers en zijn verdediging bijzonder ongelukkig zijn met de verdere vertraging. Ze zijn van oordeel dat ook in de recentere zaken sprake is van een schending van de redelijke termijn, welke als gevolg van de beslissing Soerel toe te voegen alleen maar in ernst zal toenemen. Wat de recentere feiten betreft, verzocht de verdediging met het oog op de door de Rechtbank in de zaak Soerel genomen beslissing en de daarbij gegeven motivering niet om afsplitsing.
Lees hier de volledige pleitnota.
Het OM reageerde op de verzoeken. (samenvatting)
Volgens OvJ Michiel van IJzendoorn is er geen sprake van overschrijding van de redelijke termijn. Er is nauwelijks een complexere zaak dan deze voorgelegd in de Nederlandse strafrechtpleging. En je zult maar van doen hebben met een verdachte die er tot nu toe het zwijgen toe doet. Op niets heeft de verdachte willen antwoorden. Er is door de verdachte geen bijdrage geleverd om het proces te bespoedigen. Er zijn vele gerechtvaardigde, dan wel ongerechtvaardigde onderzoekswensen geweest. Dit heeft op z'n minst vertragende invloed gehad op de voortgang van het proces. Het gaat om moorden, buitegewoon ernstige feiten. Het OM is van mening dat er geen sprake is van overschrijding van de redelijke termijn. Mr. Sander Janssen merkte op dat door de perikelen van La Serpe met de dienst getuigenbescherming over diens veiligheid ook sprake is van extra vertraging die is onstaan, maar het is wat kort door de bocht om dat nu op het bordje van het zaaks-openbaar ministerie te schuiven. De problemen van La Serpe met het TGB heeft bepaald geen invloed gehad op het tijdsverloop van de zaak van Dhr Remmers. Derhalve verzoekt het OM de verzoeken af te wijzen, aldus Mr. Michiel IJzendoorn.
De uitspraak op de verzoeken is op Donderdag 4 November.
De advocaat van Pinny Song, Mr. Rob Meerman deed vanmiddag ook een verzoek tot opheffing voorlopige hechtenis van zijn cliënte. Zij zit reeds 3,5 jaar in voorarrest in HvB Nieuwegein. De zaak van Pinny Song is reeds inhoudelijk behandeld en er hoeven geen onderzoeken meer te worden gedaan. De raadsman is van mening dat de zaak van Pinny Song geen samenhang heeft met de zaken van Remmers en Rasnabe, die worden verdacht van meerdere liquidaties. Daarom verzoekt ook Mr. Meerman de zaak af te splitsen en de voorlopige hechtenis van zijn cliënte op te heffen.
Ook op dit verzoek volgt Donderdag 4 november uitspraak.
Er was sprake van een brief van het Landelijk Parket aan Peter La Serpe.
OvJ Betty Wind: Wij denken dat de brief zeer duidelijk is. Er is ons ter ore gekomen dat er gesprekken zijn met La Serpe over eventuele verdere samenwerking met La serpe. Deze gesprekken zijn vooralsnog positief. We hopen dat dit wat koude uit de lucht neemt en dat dit een voorbode is op het goed communiceren.
Mr. Jan Peter van Schaik: Ik heb behoefte dit met cliënt te bespreken.
Mr. Sander Janssen verzocht een kopie te ontvangen van de brief omdat de verdediging graag inzage heeft in wat hen te wachten staat ivm toekomstige samenwerking tussen Peter La Serpe en het TGB en/of OM. Volgens OvJ Betty Wind is het zo dat niet alle correspondentie toegevoegd wordt aan het Passage-dossier en dat deze brief ook zo'n brief is. Er staat ook 'Vertrouwelijk' op, aldus Wind.
's Morgens had ik andere verplichtingen, waardoor ik helaas het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis van Ali Akgün door raadsman Mr. Nico Meijering mistte. Gelukkig was Crimesite hoofdredacteur Wim van de Pol wel ter plekke en kon het volgende verslag optekenen: Nachtclub hoofdrol in moordzaak
Bondtehond
Labels:
Advocaten
,
De Bunker
,
Dino Soerel
,
Jesse Remmers
,
Liquidatieproces
,
Moppie Rasnabe
,
Passage
,
Peter La Serpe
,
Willem Holleeder
Abonneren op:
Posts
(
Atom
)