vrijdag 3 september 2010

Wrakingsverzoek drugsbaron Greg Remmers in Hof Prinsengracht te Amsterdam

Vanmorgen diende in de wrakingskamer van het Hof aan de Prinsengracht te Amsterdam het wrakingsverzoek tegen het Hof in de ontnemings- procedure van veronderstelde drugsbaron Greg Remmers. Mr. Sjoerd van Berge Henegouwen, advocaat gespecialiseerd in ontnemingsprocedures, trad op als raadsman van 'Chester Gregory Remmers'. Mr.Van Berge Henegouwen heeft het verzoek ingediend, nadat een verzoek om een aantal getuigen te kunnen horen door de rechters was afgewezen. Het Openbaar Ministerie stelt dat het verzoek tot het horen van de getuigen niet op tijd is ingeleverd, wat advocaat Sjoerd van Berge Henegouwen bestrijdt. Het hof ging mee met het OM en was ook niet gevoelig voor ‘bewijzen’ van de verdediging waaruit zou blijken dat het verzoek ‘wel’ op tijd was. “Het hof laat zich belazeren”, beweerde de advocaat eerder.


Mr. Van Berge Henegouwen: De vice-president van het hof Mr. J.D.L.Nuits was in de jaren negentig als advocaat-generaal (aanklager) betrokken en speelde een prominente rol bij de bijzondere opsporingsmethodes waarbij burgerinfiltranten waren betrokken(IRT-affaire) bij zaken rond de groepen van onder anderen Willem Holleeder en Greg Remmers. Hij is een van de mensen die achter een aantal mensen die tot dat netwerk zouden behoren aanging. Hij hoort nu een pas op de plaats te maken. Je moet op z'n minst op z'n qui vive zijn waar het betreft waar de heer Nijs betrokken is bij het onderzoek van de Hollandse netwerken.


De zaak draait om het terugbetalen van vijf miljoen euro aan crimineel verkregen geld aan de staat. De vordering betreft een drugszaak uit de jaren negentig. Remmers is in het verleden meerdere keren veroordeeld wegens softdrugszaken.

Mr. Van Berge Henegouwen droeg vervolgens voor uit een pleitnota:
'Cliënt heeft geen vertrouwen meer dat hij in onderhavige ontnemingsprocedure tegenover onpartijdige raadsheren plaats mag nemen. Cliënt stelt dat deze raadsheren minst genomen de schijn van vooringenomenheid op zich hebben geladen. De vrees hiervoor is objectief gerechtvaardigd.'


Lees hier de volledige pleitnota: Wat is er aan de hand? (PDF)

Na dit betoog kon Greg Remmers een reactie geven voor de wrakingskamer. Dat deed hij ook.
Greg Remmers: Ik zal kort zijn. In '99 ben ik veroordeeld in de zaak 'Speed'. Van de 22 zaken ben ik van 18 vrijgesproken. Ik word in de media steeds geassocieerd met harddrugs, terwijl ik daar niets mee van doen heb. We hadden 250 verzoeken tot onderzoek, waarvan er maar 7 zijn toegewezen. Kan daar niet op doorgaan. Snap niet dat het Hof de fabeltjes van het OM wel gelooft en niet de griffier. Daarom geloof ik niet meer in de onpartijdigheid van het Hof.

Vervolgens verdedigde Mr. Nuis, de rechter van het Hof, zich.
(samengevat)

Mr. Nuis: De rechters hebben te beslissen over wraking, griffiers hebben geen beslissingen te nemen. Naar mijn mening hoort het wrakingsverzoek niet te worden ontvangen. De raadsman heeft brieven gestuurd naar de advocaat-generaal van het Hof. Om misverstanden te voorkomen, het Hof is niets gevraagd. De beslissing van het Hof, daar mag de raadsman het niet mee eens zijn, maar men heeft rustig de uitspraak af te wachten en dan staat het rechtsmiddel cassatie ter mogelijkheid.

Tot 1994 was ik advocaat-generaal bij het Hof in Den Haag. Ben nimmer door commissie van Traa betrokken bij enig onderzoek. Heb altijd professionele distantie bewaard. Er is geen enkele aanwijzing dat ik betrokken ben geweest bij het onderzoek naar de Hollandse netwerken. De raadsman maakt een denkfout. Ik werk reeds 11 jaar bij dit Hof. Het betreft opvolgende functies. Er is concreet ook niets gebleken van vooringenomenheid. Het onderzoek en de vervolging van de verdachte viel eerst onder Kennemerland en Den Haag, later is het een Amsterdams onderzoek geworden. Het betrof onderzoek naar XTC-laboratoriums, waarbij men ambitie had met allerlei toeters en bellen dat alles mocht. Betreffende de brief: Wij achten aannemelijk dat de verdediging in 2008 de brief niet op tijd heeft verzonden. De brief van de griffier zit er ook niet bij....   Dank u.

Laatste woord Greg Remmers: In eerste aanleg kom ik in de rechtszaal. Ik zie niemand. Er zat niemand in de zaal. Hoe kan ik dan mijn onschuld bewijzen en dat dit helemaal verkeerd is? Dat kan ik dan niet aantonen. Dit kan ik niet begrijpen....

De wrakingskamer buigt zich aankomende tijd over het wrakingsverzoek. Over 14 dagen, op dinsdag 21 September, doet het Hof uitspraak.

Bondtehond

woensdag 1 september 2010

Waarschijnlijkheidsuitspraken over ontstaan sporen

Vandaag weer een interessant onderwerp in de reeks maandelijkse columns van mijn gastschrijver, forensisch adviseur Ruben Poppelaars van forensisch adviesbureau Poppelaars & De Jongh:

Ruben schrijft: Het forensisch onderzoek bestaat niet alleen uit het veiligstellen en het onderzoeken van biologische, chemische en fysische sporen. Ook de interpretatie van de sporen met behulp van de vindplaats en de onderzoeksresultaten is een erg belangrijk deel van het forensisch onderzoek. Deze interpretatie wordt in de praktijk gemaakt door de juristen. De officier van justitie heeft haar interpretatie, de advocaat de zijne en de rechters beslissen welke interpretatie de juiste is.


De forensisch onderzoekers assisteren bij het interpreteren van de sporen door aan te geven of een interpretatie die door de jurist is gemaakt, mogelijk of onmogelijk is. Als deze mogelijk is kan de forensisch onderzoeker een waarschijnlijkheidsuitspraak doen over deze interpretatie.

Sinds enige tijd gebruiken de forensisch onderzoekers van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) een bepaald statistisch model, het zogenaamde Bayesiaans model, om deze waarschijnlijkheidsuitspraak te kunnen maken. Door middel van het Bayesiaans model berekent de forensisch onderzoeker de kans dat een bepaald voorval zich heeft voorgedaan, gegeven de onderzoeksresultaten. Deze berekening maakt de forensisch onderzoeker twee keer. De ene keer betreft het “bepaald voorval” het scenario van het OM, de andere keer is het bepaalde voorval het scenario van de verdediging.

Deze berekening wordt bijvoorbeeld gedaan als er een DNA-spoor gevonden wordt. De forensisch onderzoeker onderzoekt het DNA-spoor teneinde een DNA-profiel te verkrijgen. Als hij dit heeft verkregen kan hij het profiel vervolgens vergelijken met het DNA-profiel van de verdachte. Als scenario van het OM kan dan genomen worden dat het DNA-spoor afkomstig is van de verdachte, het scenario van de verdediging zal dan zijn dat het DNA-spoor niet afkomstig is van de verdachte. Afhankelijk van hoe “compleet” het DNA-profiel is dat wordt gegenereerd uit het DNA-spoor heeft dit profiel een bepaalde zeldzaamheid. Als een volledig DNA-profiel overeenkomt met het DNA-profiel van de verdachte zal uit de berekening van de forensisch onderzoeker komen dat het scenario van het OM meer dan een miljard keer waarschijnlijker is dan het scenario van de verdediging. Wanneer het DNA-profiel uit het spoor minder compleet is, zal deze waarschijnlijkheid minder groot zijn. Deze berekening is in grote mate objectief. Van een dusdanige berekening kan daarom vanuit gegaan worden dat deze klopt.

Minder objectief wordt het wanneer er bijvoorbeeld een krassporenvergelijking wordt gedaan bij bijvoorbeeld munitieonderzoek. Bij het verschieten van munitie zullen er krassporen op de hulzen ontstaan. Wanneer er twee hulzen worden gevonden kunnen de krassporen op de hulzen vergeleken worden om te achterhalen of deze met hetzelfde of verschillende vuurwapens zijn verschoten. Het resultaat van dit onderzoek wordt bepaald door de kennis en ervaring van de forensisch onderzoeker. Een conclusie zou daardoor kunnen zijn dat het veel waarschijnlijker is dat twee hulzen zijn verschoten met hetzelfde vuurwapen dan dat er twee verschillende vuurwapens zijn gebruikt om de hulzen te verschieten. Ondanks het feit dat deze conclusie een stuk subjectiever is, kan over het algemeen wel van dit resultaat uitgegaan worden en zal men merken dat wanneer verschillende deskundigen het onderzoek uitvoeren zij allen, in vrijwel alle gevallen, dezelfde conclusie trekken.

Nu betwist de advocaat niet altijd dat een biologisch spoor afkomstig is van zijn cliënt of dat twee hulzen verschoten zijn met één wapen. In het zogenoemde Meer en Vaart-verweer betwist de verdediging niet dat een spoor afkomstig is van zijn cliënt, maar wel dat het is veroorzaakt door het plegen van het delict. In dit geval zullen de scenario’s betreffende de afkomst van het spoor van het OM als de verdediging hetzelfde zijn. De scenario’s over het ontstaan daarvan zijn echter verschillend.

De kansverhouding die de forensisch onderzoekers berekenen zoals hierboven is weergegeven heeft daardoor weinig toegevoegde waarde.

Wanneer een Meer en Vaart-verweer wordt gevoerd wordt de forensisch onderzoeker regelmatig gevraagd om een berekening van de kansverhouding te maken tussen het scenario van het OM en de verdediging. Dit wordt dan ook regelmatig door de deskundige gedaan.

Bijvoorbeeld: Op een plaats delict van een schietincident wordt een vuurwapen aangetroffen waarop het DNA van dhr. X wordt gevonden. Het OM heeft het scenario dat dhr. X geschoten heeft en onderbouwt dit met het feit dat zijn DNA op het vuurwapen is aangetroffen. Dhr. X daarentegen zegt dat het vuurwapen van hem was maar dat het een week voor het schietincident gestolen is. Dat er geen DNA van iemand anders op het vuurwapen is gevonden is daarbij heel makkelijk te verklaren doordat de dader handschoenen droeg als hij het vuurwapen vastpakte.

Kan hierbij een waarschijnlijkheidsberekening gemaakt worden van welk scenario waarschijnlijker is?

Ik denk het niet. Welk scenario waarschijnlijker is, is namelijk van een aantal factoren afhankelijk. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld hoe vaak dhr. X het vuurwapen in zijn handen heeft gehad voordat deze gestolen zou zijn, of dhr. X een persoon is die gemakkelijk zijn DNA achterlaat - doordat hij bijvoorbeeld veel zweet of veel huidschilfers achter laat -, hoe lang dhr. X het vuurwapen al in zijn bezit had, hoe vaak degene die het vuurwapen heeft gestolen dit in zijn handen heeft gehad, waar de dief het vuurwapen heeft bewaard tot het schietincident, of de dief nieuwe handschoenen droeg, of handschoenen die hij al jaren in zijn bezit heeft.

Deze factoren spelen een rol in de waarschijnlijkheid van de scenario’s, maar kunnen niet betrokken worden omdat ze onbekend zijn. Daarom zal er ook geen waarschijnlijkheidsberekening gemaakt kunnen worden. Het is daarom niet aan de forensisch onderzoeker te beoordelen hoe waarschijnlijk de scenario’s zijn, maar aan de rechters.

Dit is een volledig fictief voorbeeld en het is heel goed mogelijk dat het NFI in een zaak als deze aan zal geven dat zij geen kansberekening kunnen maken. Mijn ervaring leert echter dat het niet zeldzaam is dat zij een waarschijnlijkheidsuitspraak doen terwijl belangrijke onbekende factoren niet in deze uitspraak zijn meegewogen.

Het NFI is van plan verder te gaan met hun waarschijnlijkheidsuitspraken door verschillende sporen te combineren bij het doen van waarschijnlijkheidsuitspraken over verschillende scenario’s. Dit brengt echter met zich mee dat ook hier veel factoren een rol zullen spelen die niet bekend zijn. Hier zal ik in mijn volgende column verder op ingaan.

Wat ik met dit betoog duidelijk wil maken is dat waarschijnlijkheidsuitspraken van forensisch onderzoekers lang niet altijd verantwoord zijn. Het is daarom ook zaak dat advocaten die te maken krijgen met dusdanige waarschijnlijkheidsuitspraken hier diep op ingaan. Een dusdanige waarschijnlijkheidsuitspraak kan namelijk veel effect hebben op het vonnis en naar mijn mening de waarheidsvinding ernstig nadelig beïnvloeden.
( Door Ruben Poppelaars )


Bondtehond

zaterdag 28 augustus 2010

Dino Soerel gearresteerd in appartement aan de Rozengracht te Amsterdam

Vermeend onderwereldkopstuk Dino Soerel, door Willem Endstra genoemd als 'Koning van de onderwereld' en handlanger van Willem Holleeder, is gisteravond om 21:10 gearresteerd in een appartement aan de Rozengracht, hoek Lijnbaansgracht. Een zwaar bewapend arrestatieteam deed een inval waarbij rookgranaten werden ingezet en drie keer werd geschoten. Ook vloog er constant een politie-helikopter boven het appartement tijdens de inval.



Zoals gewoonlijk was AT5-foto/video-journalist Frank Buis ter plaatse en schoot de volgende beelden (Copyrights Frank Buis - Met dank aan B101)




De Nationale Recherche heeft zich enkele weken intensief beziggehouden met het onderzoek voor men tot actie overging. Het onderzoek kwam voort uit een tip die enige tijd geleden bij de politie is binnengekomen en na analyse zeer betrouwbaar bleek te zijn, aldus Jan Boersma, chef opsporing van de Nationale Recherche. Het pand waar Soerel zich zou bevinden is vervolgens onder observatie gesteld.

De bovenetages waren volgens Boersma echt ingericht als schuilplaats. Dino Soerel (49) had de vierde en vijfde verdieping van het pand in gebruik, waarbij op de vijfde een zolderkamertje in gebruik was als fitnessruimte. De zolder heeft een toegangsdeur tot een dakterras, dat weer in verbinding staat met daken van omliggende panden. Op deze manier kon er eventueel over het dak gevlucht worden.

De grondig voorbereidde arrestatie is overigens zonder problemen verlopen. Toen het zwaarbewapende arrestatieteam de woning binnenviel, gaf Soerel zich direct over. De politie arresteerde twee mogelijke handlangers. Een van de arrestaties vond op straat plaats.

In de woning zijn geen wapens gevonden. De politie vond wel meerdere valse paspoorten met de foto van Soerel. Verder werd vermommingsmateriaal gevonden, waaronder een grote hoeveelheid brillen. De politie neemt aan dat Soerel vermomd met hoed en zonnebril het pand verliet.

Dino Soerel wordt niet vastgehouden op een politiebureau, maar op een geheime locatie, aldus Soerel's advocate Mr. Bénédicte Ficq. De basis voor zijn arrestatie is het bevel tot gevangenneming dat de rechtbank Haarlem heeft afgegeven in het kader van de drugszaak "Zuil", waarin Soerel is veroordeeld tot 8 jaar cel. In die zaak hebben zowel de advocaat van Soerel als het Openbaar Ministerie hoger beroep aangetekend.

UPDATE:
Ficq heeft Soerel zaterdag samen met haar kantoorgenoot Nico Meijering langdurig gesproken. Over de inhoud van dit gesprek wenste zij geen mededelingen te doen.
Het is vooralsnog onduidelijk welke status Soerel heeft of zal krijgen in het grootscheepse liquidatieonderzoek Passage, dat momenteel in Amsterdam onder de rechter is. ''Soerel is niet offcieel verdachte in die zaak'', aldus Ficq. ''Dat is mij niet bekendgemaakt.''

Gaan we Dino Soerel binnenkort ook zien in de rechtszaal van de Bunker tijdens het grote liquidatieproces? En welke gevolgen zal de arrestatie hebben voor de verdere verloop van het Passage-proces? U kunt het allemaal volgen op deze website:

'Bondtehond bij het Liquidatieproces'.


Bondtehond