woensdag 8 juni 2011

'Is toen de naam van de kroongetuige gevallen?'

Peter 'Peerke' S. is via Hells Angel Willem Pijpker bij Mr. Nico Meijering terecht gekomen. Mr. Meijering had vanwege zijn beroepsgeheim gevraagd aan Pijpker of hij diens naam mocht noemen. Daar had Pijpker geen bezwaar tegen gemaakt. Vandaar dat we nu precies weten hoe Peerke S. op het kantoor van Mr. Meijering terecht is gekomen. Meijering heeft dit in een brief aan de rechtbank kenbaar gemaakt.


De twee mannen hadden in gezelschap ergens een broodje zitten eten en zo kwam het gesprek op het feit dat de aangifte tegen Peter La Serpe niet-ontvankelijk was verklaard. Dat had Peerke S. op Crimesite gelezen. Dit was de tweede keer dat La Serpe kennelijk niet voor de moord op Bethlehem vervolgd zou worden, waardoor Peerke S. vanwege zijn wetenschap zich daar toch enigzins ongemakkelijk bij begon te voelen en erover sprak met mensen, waaronder Willem Pijpker. De Hells Angel adviseerde Peerke S. vervolgens contact op te nemen met het kantoor van Mr. Nico Meijering. Vervolgens is Pijpker voor Peerke S. uit gereden en heeft de Brabander de weg gewezen en voorgesteld aan Mr. Meijering.

Al tijdens de eerste 10 minuten besloot de advocaat op kantoor dat dit toch wel belangrijke informatie was en vroeg aan Peerke S. of hij een geluids-opname mocht maken. Dat mocht van Peerke S. en zodoende komt het dat hij nu voor de tweede keer op zitting in de Bunker was. Nu om zijn verhaal uitgebreider toe te lichten. De eerste keer was daar te weinig tijd voor omdat Mr. Jan Peter van Schaik na een uur al weg moest.

De rechter begon rond 11 uur met de ondervraging, kort nadat ook Dino Soerel inmiddels de rechtszaal was binnengebracht. Soerel zwaaide even snel naar zijn vrienden en familieleden, waarna eerst Jesse Remmers, terwijl Peerke S. nog in de wachtkamer zat, werd ondervraagd. Zo konden de twee in ieder geval niet door elkaar van informatie worden voorzien, of onwillekeurig toch enigzins door de ander worden beïnvloed.

(Wegens plaatsgebrek alleen een verslag van het verhoor van Peerke S. door de rechters)

Rechter: Mijnheer S., de ontmoeting, had u daar herinnering aan?
Peerke: Nee.
Rechter: U had een afspraak met de heer Remmers?
Peerke: Ja.
Rechter: Waar was dat?
Peerke: Parkeerplaats.
Rechter: Met de auto?
Peerke: Ja.
Rechter: Heeft u herinnering aan of de heer Remmers aankwam?
Peerke: Nee, ik weet zelfs niet meer met welke auto ik was.
Rechter: Hoe ging dat? Kwam de heer Remmers aanlopen of rijden?
Peerke: (2e keer) Nee, ik weet zelfs niet meer met welke auto ik was.
Rechter: Weet u nog hoe de heer Remmers kwam?
Peerke: Nee, daar heb ik geen herinnering aan.
Rechter: Wat deed u?
Peerke: We zijn een stukje gaan lopen.
Rechter: Was u met Remmers en anderen? Een derde persoon?
Peerke: Dat weet ik niet meer precies. Ik dacht van wel.
Rechter: U zei dat u er geen herinnering aan had?
Peerke: Klopt. Het enige was dat de derde iets kleiner was.
Rechter: Kende u die derde persoon? Deed u zaken met hem?
Peerke: Nee.
Rechter: Heeft u zich voorgesteld?
Peerke: Ik kan het me echt niet herinneren.
Rechter: Heeft u hem eerder gezien?
Peerke: Ik weet het niet.
Rechter: Sluit u het niet uit?
Peerke: Nee, ik sluit het niet uit.
Rechter: Vroeg u iets aan hem?
Peerke: Nee, dat is onbeleefd.
Rechter. Onbeleefd?
Peerke: Ja.
Rechter: U zegt de derde persoon kende ik niet. En de heer Remmers? Kunt u daar iets over vertellen?
Peerke: Remmers wel ja. Ik heb ze wel eens eerder samen gezien. (Remmers + La Serpe -red)
Rechter: Richard Ebeli, kent u die?
Peerke: Nee.
Rechter: Een Richard Ebeli kent u dus niet?
Peerke: Nee, ik weet niet wie die 'Ebelieng' is. Laat maar een foto zien.

Rechter: Ja maar, u weet niets over een wietplantage en een sleutel?
Peerke: Als ik het wist, had ik me beroepen op mijn zwijgrecht.
Rechter: U moet antwoorden.
Peerke: Ik ken hem niet.
Rechter: U had op Crimesite gelezen. U volgt het wel es op Crimesite, zei u?
Peerke: Ja.
Rechter: U kent hem niet zegt u?
Peerke: Als u me tien foto's laat zien....
Rechter: De naam zegt u niets. Ebeli zegt u niets?
Peerke: Ik ben niet goed in namen.
Rechter: De kleine man met de krulletjes, heeft u niet later nog gezien?
Peerke: Nee.

Rechter: En de wat langere man? (La Serpe -red)
Peerke: Nee.
Rechter: Ze waren iets te laat?
Peerke: Ja, klopt.
Rechter: Toen heeft u lopen vissen?
Peerke: Ja.
Rechter: Wat vertelde ze?
Peerke: Dat er een lijk in het water was gegooit.
Rechter: Is dat zo gezegd?
Peerke: Ja.
Rechter: Details?
Peerke: Dat ie in plastic was gewikkeld en iets over een Rolex. Dat die was afgedaan of juist niet.
Rechter: Wie vertelde dat?
Peerke: Ik denk in samenspraak.
Rechter: Als u het weet, moet u het zeggen.
Peerke: Jawel.
Rechter: Dat was met dat groepje?
Peerke: Ja.
Rechter: U zegt dat was met dat groepje van drie. Wie zei dat?
Peerke: Wie het precies heeft gezegd, weet ik niet meer.
Rechter: Dat weet u niet meer. U heeft behoorlijk veel details verteld. Rolex, dozen, wietkwekerij, etc. etc. Alles is besproken?
Peerke: Ja.

Rechter: Werd dat verteld aan iemand anders, of aan u?
Peerke: Aan mij.
Rechter: Was dat omdat ze te laat waren?
Peerke: Ja, ik weet het niet. Ik had het liever niet geweten.
Rechter: Bent u niet naar de politie gegaan?
Peerke: Nee. Waarom?
Rechter: Waarom bent u hier dan?
Peerke: Ik wil dat het recht geschiedt.
Rechter: Ja, maar....
Peerke: Nou, er is twee keer gevraagd om vervolging en dat is afgewezen. Ik ben zonder verklaringen veroordeeld.
Rechter: Begrijp ik het nou goed dat de heer La Serpe vervolgd moet woorden?
Peerke: Ja.
Rechter: En de heer Remmers?
Peerke: Daar ga ik niet over.
Rechter: U heeft een hekel aan justitie?
Peerke: Ja.
Rechter: U heeft ten onrechte vast gezeten?
Peerke: Ja, dat kun je wel stellen.
Rechter: Dat is niet de reden dat u hier zit?
Peerke: Niet echt.
Rechter: Wat dan? U bent niet op verzoek?
Peerke: Ik ben geen hoer. Ik ben uit vrije wil. Niemand heeft het me gevraagd.
Rechter: U volgt het op internet en u denkt dan ga ik me melden om het recht te zetten?
Peerke: Ja.
Rechter: En de foto van La Serpe zag u in een blad?
Peerke: Ja.
Rechter: Waar heeft u voor vastgezeten.
Peerke: Onschuldig.
Rechter: Ja, maar kunt u zeggen waarvoor?
Peerke: XTC.
Rechter: Wanneer zag u voor het eerst de foto? Dat moet een bijzonder moment geweest zijn?
Peerke: Dat weet ik niet meer precies.

(2 vragen gemist) :-(
Peerke: Als je me in de Arena neerzet met 10.000, pik ik hem er zo uit.
Rechter: Ja, maar u zag het in een blad?
Peerke: Ja.
Rechter: De foto cirkuleert wel. U kunt hem ook ergens anders hebben gezien.
Peerke: Ik zag hem in een blad.
Rechter: U heeft erover gesproken de kwestie?
Peerke: Nee.
Rechter: Ik heb een verslag van de heer Meijering. Dat was de heer Pijpker. Pijpker is nu bekend.

Mr. Nico Meijering: Ik heb met oog op mijn beroepsgeheim gevraagd aan de heer Pijpker of ik zijn naam mocht noemen.

Rechter: Weet hij dat u hier zit?
Peerke: Dat gaat hem niets aan.
Rechter: Nee, maar u komt met de heer Pijpker naar kantoor. Wat heeft u gezegd?
Peerke: Nee, niks.
Rechter: U komt hem een half jaar daarna tegen en u besluit om samen naar het kantoor te gaan?
Peerke: Ja.

Rechter: Heeft u met de heer Remmers nog over gesproken?
Peerke: Ja, het lijk was boven water gekomen en toen hebben we het er nog even over gehad.
Rechter: Wanneer was dat?
Peerke: Kan kort daarna zijn geweest.
Rechter: Kort nadat het lijk was gevonden?
Peerke: Ja.
Rechter: U had een afspraak met de heer Remmers. Kunt u nog zeggen waarom?
Peerke: Nee, dat kan ik niet zeggen.
Rechter: De derde persoon herkende u. Kunt u nog zeggen hoe u die heeft leren kennen?
Peerke: Samen met de heer Remmers.
Rechter: Wanneer?
Peerke: Kort voor die tijd.
Rechter: U kende de derde persoon?
Peerke: Dat zegt u. U zegt Ebeli.
Rechter: U heeft Ebeli leren kennen via Remmers? Is hij aan u voorgesteld?
Peerke: Zou kunnen, maar minimaal.
Rechter: Heeft u het gevoel dat hij geïntroduceerd is bij u?
Peerke: Zou kunnen.
Rechter: Kunt u nog even terug gaan? Er was een lijk in het kanaal gegooit. Was dat dezelfde dag gebeurd?
Peerke: Ja, zo kwam het op mij over.
Rechter: Hoe kwam dat ter sprake?
Peerke: Zo is het verteld aan me.
Rechter: Nadat er over de loods is verteld?
Peerke: Ja.
Rechter: Er waren geen anderen bij?
Peerke: Het zou kunnen zijn dat er mensen weg zijn gegaan, maar in mijn herinneringen waren het drie personen.
Rechter: De heer Remmers zegt dat u een afspraak had met de heer Ebeli.
Peerke: Zou kunnen.
Rechter: Dat is een beetje lastig. U zegt dat u afgesproken had met de heer Remmers.
Peerke: Ik heb de tapgesprekken aan de heer Meijering gegeven.
Rechter: Ik hou u maar voor dat de heer Remmers wat anders verklaard.
Peerke: Ik weet niet precies wat er is verteld.
Rechter: Ik wil u erop wijzen dat u zegt dat u een gesprek had met de heer Remmers.
 
Mr. Waarts: Volgens mij verklaarde hij dat hij dacht dat hij met de heer Remmers had afgesproken.
Rechter: We kunnen het teruglezen in het verslag van de zitting.
Peerke: U brengt me onder twijfel.
Rechter: Nou ja, ik hou u maar voor dat u eerst heel stellig bent en nu weer dingen afzwakt.
Peerke: Nou ja, ik weet zeker dat hij er was.
Rechter: U heeft iets voorbij horen komen over een sleutel. Heeft u iets opgevangen? Wat voor gesprek was dat?
Peerke: We hebben er met z'n vieren gestaan. Wat voor gesprek over een sleutel? Dat weet ik niet precies.
Rechter: Dat u wegloopt. Weet u dat nog precies?
Peerke: Nee.

Rechter richting Jesse Remmers: Wilt u nog iets zeggen?
Jesse Remmers: Mijnheer S. verklaard kennelijk wel naar eer en geweten naar waarheid, maar mischien zijn zijn herinneringen niet helemaal correct?
Rechter: We proberen de vraagstelling af te krijgen.  
 
Hierna konden de andere procesdeelnemers vragen stellen.
Officier van justitie Mr. Hans Oppe beet de spits af.
 
Mr.Oppe vroeg over het moment waarop Peerke S. op het kantoor van Mr. Meijering kwam.
Mr. Hans Oppe: Op pagina 1 staat (van het verslag van Mr. Meijering -red): Cliënt werd 10 minuten na binnenkomst ondervraagd.  U komt binnen met Pijpker. Hoe ging dat?
Peerke: Ik nam koffie, en heb even gewacht. Meijering zei: Dit is zo belangrijk, ik pak even opname-apparatuur. We zaten met z'n drieën.
Mr.Oppe: Is toen de naam van de kroongetuige gevallen?
Peerke: Dat zou best kunnen.
Mr.Oppe: Kent u La Serpe? De namen La Serpe en Bethlehem vallen. Verteld u een wat er in die 10 minuten is plaatsgevonden?
Peerke: Ik vertelde dat ik wist wie Bethlehem dood had geschoten.
Mr.Oppe: En toen heeft Meijering La Serpe en Bethlehem genoemd?
Peerke: Nee, nee, nee, nee, ik ben zelf gekomen met die namen!
Mr.Oppe cynisch: U had geen zaken-contacten met Soerel. U heeft een drankje gedronken en gebowld?
Peerke cynisch terug: U heeft het precies goed. U kunt dat zo integraal neerzetten.

Mr.Betty Wind: U bent geen fan van justitie. U zei dat u de zaak wilde helpen oplossen. Wilt u op een later moment eventueel bij de politie nog vragen komen beantwoorden?
Peerke grappend: U kunt mij altijd bellen! 24 Uur per dag!
Mr.Wind: We weten dat er op uw woning is geschoten. Heeft dat iets te maken met dit proces of dat u hier nu zit?
Peerke: Nee! Niet dat ik weet. Ik weet niet wie er achter die schietpartij zit. 
Mr. Wind: We hebben gekeken naar de taps uit het oude onderzoek en de dagen dat u verteld. U belt een slag in de rondte. U wordt een tijd getapt en we kunnen niet één gesprek linken aan u.
Mr. Meijering: Ho, ho, ho! Ik hoor dat het nu over stukken gaat die nog niet ingebracht zijn. Voorzitter, ik wil dat u opdraagt de stukken eerst te overhandigen.

De rechter verbood Mr. Wind verder te gaan met stukken die ook de rechtbank nog niet heeft.

Mr.Nico Meijering maakte later ook bezwaar tegen het plan van het OM om Peerke S. wellicht op een later tijdstip buiten de verdediging om bij de politie te ondervragen. De advocaat wil daar dan bij aanwezig zijn.

Er komt waarschijnlijk een Foslo-confrontatie met de foto's van kroongetuige. De verdediging heeft de beschikking over een fors aantal foto's van Peter La Serpe. De bedoeling is natuurlijk dat Peerke S. de foto van La Serpe tussen een aantal foto's van andere personen weet aan te wijzen.

Er werden gedurende de zitting veel meer vragen gesteld, ook aan Jesse Remmers. Het voorval bij AC-restaurant Lage Weide houdt de gemoederen nog wel even bezig.

Donderdag gaat men echter eerst verder met de overige zaken. Op de planning staat nu de zaak Bethlehem en de Art.140 dossier.

Bondtehond