donderdag 12 maart 2015

'Ik sla wel graag iemand in de poeier als het moet, maar ik ben geen moordenaar'

De getuigenverhoren door het Hof in het liquidatieproces Passage zetten zich gestaag voort. De een na de andere getuige maakt zijn/haar opwachting in het Justitieel Complex Schiphol i.v.m met het onderzoek naar de (on)betrouwbaarheid van kroongetuige Fred Ros. Voormalige vrienden, ex-vriendinnen, kennissen, zakenpartners, slachtoffers, je kunt het zo gek niet bedenken. Het gebeurt in zo'n hoog tempo dat ik het niet meer bij kan benen, althans niet gedetailleerd. Daarom sla ik even een aantal getuigenverhoren over, die ik op een later moment probeer in te halen, en geef ik even een getuigenverhoor voorrang dat ikzelf opmerkelijk vond: het verhoor van (zelfverklaard) crimineel George van Dijk, aka 'Sjors', die op een dodenlijst van Ros zou hebben gestaan.


George was samen met vriendin naar de extra beveiligde rechtbank gekomen en vanaf minuut één apart gehouden in een getuigenkamertje. Daar was het wachten voor hem tot het Hof hem zou binnenroepen. Contact met journalisten, ook al spreek ik George wel eens, zoals laatst tijdens een zitting die hij kwam bezoeken, is verboden door de marechaussees die voor het ordelijk verloop van iedere zitting zorgen. Veel vragen gingen vandaag ook over contact dat George van Dijk zou hebben gehad met mensen, waaronder dus journalisten. De suggestie klonk daar wel een beetje in door dat George zich mogelijk kon laten beïnvloeden door derden. Maar dat zijn bijna standaard vragen geworden tijdens ieder getuigenverhoor. Het verhaal van George is sinds hij zijn slachtofferverklaring in de Bunker te Osdorp voordroeg niet veranderd. Destijds was hij echter nog geen getuige, nu wel en kwamen er veel meer details naar buiten.

Samenvatting van verhoor:
George van Dijk had voorin de zaal plaatsgenomen en de voorzitter Mr. Ruud Veldhuisen startte het verhoor met de normale plichtplegingen.
Voorzitter: Ik zie meneer met een grote glimlach voor me zitten.
George: Mooie dag vandaag toch?
Voorz: Ja, dat zou zomaar kunnen, ik weet niet hoe de dag zich gaat ontwikkelen, maar de voortekenen zijn gunstig. U bent Van Dijk?
George Nog steeds.
Voorz: Heeft u legitimatie?
George; Ja, anders kwam ik hier niet binnen.
Voorz: U bent George van Dijk uit Hilversum, geboren in 1965. Woont u ook in Hilversum?
George: Ja.
Voorz: Heeft u een beroep?
George: Niks. Ik...
Voorz: Wat zegt u? Kunt u dichter bij de microfoon gaan zitten, dan kunnen we u beter verstaan.
George: ...Ik sta aangeschreven als crimineel, dus geen beroep.
Voozitter: U lacht?
George: Ja, ik mag lachen toch?

George legt vervolgens de belofte af zegt op vragen van de voorzitter dat hij iedereen wel kent in het liquidatieproces, zoals iedereen hem wel kent die de kranten, bladen en internetsites een beetje volgt, maar niet iedereen persoonlijk. Dino Soerel, Sjakie Burger kende hij ook. Uit de media bedoelde George, Jesse Remmers is echter een vriend van hem en Fred Ros kent hij natuurlijk ook, want dat was zo'n beetje zijn grootste plaaggeest de afgelopen jaren. Daar gaat het vandaag dan ook over.

De voorzitter wees Van Dijk er maar wel even op dat hij uit de verklaringen wel valt op te maken dat George beslist geen vriend is van Fred Ros. Het zou daarom voor Van Dijk wellicht moeilijker zijn om bij de feiten te blijven. Want ja, als je iemand een 'paashaas met grootmoed' noemt, dan zijn de voortekenen niet zo gunstig. Daarom verzocht de voorzitter Van Dijk om wel bij de feiten te blijven en het er niet mooier of slechter op te maken voor iemand, in dit geval meneer Fred Ros.

Voorzitter Mr. Ruud Veldhuisen: Heeft u zich voorbereid?
George: Nee. ik laat het maar over me heenkomen. Ik heb het niet voorbereid, alles staat op internet. Ik heb wel een boek gelezen, een spannend boek.
Raadsheer: U zegt: die namen ken ik allemaal wel, Soerel, Burger, het staat allenmaal in de media, in kranten, op websites, heeft u het proces intensief gevolgd de afgelopen jaren?
George: Nou dat niet, ik heb veel in detentie gezeten, dan kun je niks volgen.
Raadsheer: Wat heeft u zoal bekeken? U noemde sites, u noemde kranten... een boek noemde u.
George: Ja, ik lees die flauwekul van die Ros wel eens.
Rh: Die flauwekul van die Ros... en andere dingen?
George: Nou daar ben ik niet zo in geïntereseerd.
Rh: Ik had begrepen dat u zelf ook boeken heeft geschreven.
George: Ja, dat klopt. Boeken over mijn leven.
Rh: En boeken van anderen over dit proces heeft u niet gelezen?
George: Nee, niet gelezen.
Rh: En websites?
George: Ja, die volg af en toe.
Rh: Welke websites leest u?
George: Crimesite, Vlinderscrime...
Rh: Bondtehond?
George: Misdaad, Bondtehond ook ja.
Rh: Vanaf wanneer doet u dat, vanaf het begin?
George: Nou, dat doe ik niet continu hoor, dat doe ik heel af en toe.
Rh: Maar vanaf dat de zaak bij de rechtbank speelt?
George; Nou, zal maar zeggen, heel af en toe als ik hoor dat er wat over mezelf geschreven wordt, dan kijk ik wel eens. Daar waar ik eigenlijk wil dat ik door het OM ingelicht wordt met bepaalde stukken, en als dat niet gedaan wordt, ga ik ergens anders heen om het te halen.
Rh: Heeft u de afgelopen jaren over deze zaak contact gehad met anderen?
George: Nee.

Van Dijk had niemand van de verdachten gesproken, alleen Jesse een keer gegroet tijdens de zitting waar hij bij was. Hij heeft ook Greg Remmers wel eens gesproken tijdens de zitting waar een tekening van gemaakt is door rechtbanktekenaar Aloys Oosterwijk. En Martin Kok ook wel eens.

Het verhoor ging verder, nu meer over de inhoud.
Raadsheer: Als ik het goed begrepen heb, heeft u een uitgebreide verklaring afgelegd bij de politie? Dat is al langer geleden, in juni 2004, een uitgebreide verklaring afgelegd, toen bij de politie, en u heeft twee keer een verklaring afgelegd bij de rechter-commissaris, in 2005 en in 2009. Kunt u zich die verhoren nog voor de geest halen?
George: Ja, gedeeltelijk.
Rh: Weet u nog waar dat toen over ging?
George: Gedeeltelijk.
Rh: Heeft u in die verklaringen destijds volledig, open en naar waarheid verklaard?
George: Naar mijn weten wel.
Rh: Geen dingen achtergehouden, omdat u toen dacht: nou, dat laat ik nog maar even buiten beschouwing?
George: Nou nee.
Rh: Nee? Ehm, hebt u afschriften van deze verklaringen?
George: Nee, want ik heb nooit wat in handen gekregen.
Rh: Nou, daar kom ik zometeen nog wel op, volgens mij heeft u wel sommige stukken in handen gekregen...
George: Nou dan weet u meer dan mij, want ik heb helemaal niks in handen gekregen, dus. En ook mijn advocaat niet, dus ik weet ook niet.
Rh: Daar komen we straks nog wel even op terug, maar over PV's van dit verhoor daar beschikt u niet over?
George: Nee niet gezien.
Rh: U heeft ze dus ook niet kunnen nalezen?
George: Ik heb ze niet kunnen nalezen, nee.
Rh: Laten we maar eens beginnen bij dat eerste verhoor, bij de politie, 2004, toen bent u uit uzelf naar de politie gekomen hè?
George: Nee! Ik ben niet uit mezelf naar de politie gegaan. Het zijn mijn vrienden niet, dus ik zou er niet uit mezelf naar toegaan.
Rh: Nee? De indruk uit het PV bestaat namelijk dat u dat wel uit uzelf heeft gedaan.
George: Nou, ik ken me nog goed herinneren, dat er in 2003 of 2004 een politieteam bij mij aan de deur kwam, dat ik op een dodenlijst stond...
Voorzitter: De eerste zin, meneer Van Dijk, van dat proces-verbaal, als het gaat om uw verklaring is: 'Ik heb jullie inderdaad gebeld om hier te komen'...
George: Nou. dat is voorafgaande dat hun bij mij kwamen met de mededeling dat ik op een dodenlijst stond.
Voorzitter: Dat staat er.
George: Nou, dat weet ik 100% zeker. Dus ik heb hun niet uit me eigen gebeld. Ik zou niet weten waarom, als ik geen angst heb of reden om voor iemand bang te moeten zijn, zou ik niet weten waarom ik moet bellen. Dus hun zijn als eerste bij mij aan de deur geweest om me te zeggen dat ik op een dodenlijst stond.
Voorzitter: En toen heeft u gebeld.
George: Enige tijd later, nadat ze nog een paar keer waren geweest.
Rh: En toen dacht u: ik ga nu naar de politie dingen vertellen?
George: Ja, als mensen mij het leven proberen af te nemen, om wat voor reden dan ook, dan heb ik het recht om mij daar tegen te beschermen.
Rh: Dat was de reden, om u daarzelf tegen te beschermen?
George: Ja, je zou zeggen dat je jezelf daar tegen kán beschermen, maar dat is tegenwoordig niet zo, want elke verklaring wordt juist tegen je gebruikt. Aan twee kanten...
Rh: En wat was dan uw idee erachter dat ze u zouden beschermen? Hoe zag u dat voor u?
George: Van Justitie hoeft je niks te verwachten, die beschermen je niet.
Rh: Nee, maar kennelijk was dat een reden voor u om dingen te gaan vertellen.
George: Ja, dat was wel een reden om dingen te gaan vertellen ja. Als mensen jacht op mij maken, dan heb ik wel reden om mij daartegen te beschermen.
Rh: Ja, daarom mijn vraag: hoe had u dan gedacht dat de politie n.a.v uw verklaring zou kunnen helpen? Het idee daarachter?
George: Nou, hun hoeven mij niet te beschermen, dat ken ik zelf wel. Dat heb ik ook nooit verwacht van ze.

Rh: Dat snap ik niet helemaal, want u zegt eerst: 'ik praat niet met de politie, maar dit keer wel, want ik dacht ze kunnen me beschermen omdat ik word bedreigd', en nu zegt u: 'ze kunnen me niet beschermen'...
George: Nou, ik leg het nu nog één keer uit: toen is de politie bij me geweest door te zeggen dat ik op een dodenlijst stond, mijn naam is genoemd en meneer Ros is genoemd, dat hij mij ook graag dood wilde hebben en toen ben ik maar gaan verklaren over meneer.
Rh: Maar was dat omdat u boos op hem was of bang voor hem was?
George: Ik ben niet bang. Nooit in mijn hele leven.
Rh: Of omdat u boos op hem was, dat u ging vertellen wat u weet?
George: Nee, ik ben niet boos, dan zou ik dit toch uit rancune doen?
Rh: Maar dan probeer ik nog steeds te achterhalen wat dan de reden is. U kreeg een melding, er zijn bedreigingen uit de richting van Ros, zegt u, 'dat is me door de politie verteld, toen ben ik naar de politie gegaan om een boekje over Ros open te doen'. Moet ik het zo begrijpen?
George: Nou, laat ik het zo zeggen: De CIE-Amsterdam kwam toen bij mij aan de deur dat ik op een dodenlijst stond, toen hebben ze aan me gevraagd of ik enig idee had wie dat zou kunnen zijn? Toen zei ik: 'waarom zeggen jullie dat zelf niet als jullie die informatie hebben? Jullie weten toch wie het zijn? Dat ik op die dodenlijst sta en dat jullie hebben telefoons getapt van bepaalde mensen, dan weten jullie ook wie er achter mij aan jagen, dus ik hoef die naam niet te noemen. Toen is er een spelletje met me gespeeld, of ik een paar namen kon noemen die mogelijk daarachter zouden kunnen zitten en toen is de naam Fred Ros genoemd, de rechercheur heeft toen met zijn hoofd geknikt, dus ik wist toen dat hij het was. Ja, toen heb ik een verklaring tegen hem afgelegd.
Rh: Dat was mijn vraag: Waarom heeft u toen een verklaring tegen hem afgelegd?
George: Mocht dat niet dan?!
Rh: Maar mijn vraag is: Waarom heeft u dat toen gedaan? U was niet boos, niet uit rancune, waarom dan wel?
George: Ik heb een verklaring afgelegd, ik heb drie kleine kinderen, inmiddels zijn ze al wat groter, ik dacht als ik dan toch doodgeschoten moet worden, dan weten ze in elk geval met welke betrekking dat te maken heb en waarom, informatie die je misschien maar kunt hebben van één persoon, dus... dat is mijn antwoord.
Rh: Toen er geknikt werd, wist u toen al zeker dat het Ros was, of waren er meer mensen waavan u dacht: het zou wel eens uit die hoek kunnen komen?
George: Ja...ben geen lieve jongen geweest, het kon uit alle hoeken komen, maar Ros was toch wel nummer 1.

Rh: U heeft in die verklaring ook een aantal redenen genoemd waarom Ros u dan wel dood wilde hebben.
George: Ja.
Rh: Kunt u dat nog even kort noemen, die dingen waar dat mee te maken zou kunnen hebben?
George: Ja, die kan ik wel even kort noemen ja.
Rh: Gaat uw gang.
George: U kunt ze ook even voorlezen.
Rh: Nee, ik vraag het nu aan u.
George: Dat had te maken met de Katja Schuurman-zaak, de wapenvondst in de villa.
Rh: Nog andere dingen?
George: Ja, dat had te maken met de liquidatie-opdracht die ik van hem gekregen heb.
Rh: Welke liquidatie-opdracht?
George: Piet Schneider. En nog iemand anders.
Rh: Laten we beginnen met de wapens in de villa, wat weet u daarvan?
George: Nou, daar wist ik eigenlijk niks van, maar ik ben door Fred Ros gevraagd om iemand die u net genoemd heeft en pas door zijn hoofd is geschoten in Panama, het is daarom moeilijk om over die jongen te praten hier, want hij is er niet bij, maar eh... meneer Ros heeft toen aan mij gevraagd of ik ene Sjaak in Amsterdam, die jongen kon ik toen nog helemaal niet, de schuld wilde geven van die wapenvondst en hem weg wilde tippen bij de CIE. Toen heb ik gezegd dat ik daar nooit van me leven contact mee heb gehad en ook dat ik dat niet zou willen doen, ook niet voor een geldbedrag of wat dan ook en vervolgens heeft hij gevraagd of ik de schuld dan op me zou willen nemen, maar ik had net een celstraf van 17 jaar achter de rug, dus ik was blij dat ik me kinderen weer effe onder ogen was gekomen dus ik had geen trek om nog eens een tijd te gaan zitten voor meneer Ros z'n wapens.
Rh: Even terug, u zegt: 'meneer Ros heeft dat aan mij gevraagd'. In welke situatie was dat? Was meneer Ros gedetineerd? Was u gedetineerd? Hoe was dat?
George: Nou... ik weet niet meer precies hoe dat zat, maar ik heb een paar gesprekken gehad met hem op bepaalde locaties...
Rh: U weet niet meer waar?
George: Nou ja, ik weet het wel ongeveer, ik ben in de Powerzone met hem geweest, ik ben een paar keer op bezoek geweest bij hem.. dus ja.
Rh: Kende u Ros toen hij dat vroeg... kende u hem toen al.
George: Ja, ik ken Ros al een tijd.
Rh: U kwam ook uit Hilversum hè?
George: Ik ken hem al vanaf zijn jeugd.

Tot zover het verhoor, het ging hierna te snel om letterlijk te noteren. In het begin kun je het nog wel bijhouden. Het getuigenverhoor ging ook de hele dag verder, dus sowieso kwam er teveel aan bod. George van Dijk is in mijn ogen één van de duidelijkste getuigen, in vergelijking tot sommige in de reeks die reeds voorbij kwam in het JCS. Een aantal getuigen kwam nogal terughoudend over en/of hielden op cruciale punten de boot vaak af. George van Dijk, die juist van zijn hart geen moordkuil maakte en vrijuit sprak, is kennelijk niet het type mens waar de Raadsheren en/of Advocaten-generaal meteen begrip voor leken te hebben, gezien sommige vragen die zij stelden of hoe zij reageerden op antwoorden van George. De gewoontes in het milieu zijn dan ook geen dagelijkse kost voor hen en hoe George aan bepaalde wetenschap zou komen, dus de feitelijke wetenschap, daar leken zij op momenten ook nogal moeite mee te hebben om aan te nemen dat Van Dijk dingen nu eenmaal zeker weet. George van Dijk heef in mijn ogen gedurende de dag toch hard zijn best gedaan om duidelijk te maken dat hij 100% overtuigd is van het feit dat hij door Ros z'n moordplannen tegen zijn leven gericht een aantal keren door het oog van de naald is gekropen.

Een paar losse onderwerpen + quotes die nog voorbij kwamen:

Van Dijk is ervan overtuigd dat Fred Ros hoogstpersoonlijk zelf een keer een poging heeft gedaan in Kortenhoef bij een weiland om hem te liquideren. Waarom hij dat dacht? Van Dijk: Omdat het iemand met een breed postuur was met lang haar en dat had Ros destijds. Hoe het komt dat Van Dijk niet beter heeft kunnen zien of het Ros was? Van Dijk: Ja, als je wegrent voor kogels, heb je alleen maar zicht op wat er voor je is...

De opdracht die hij kreeg van Fred Ros om 600.000 te incasseren bij Piet Schneider noemde George 'een verkapte opdracht om Piet Schneider te liquideren', omdat Ros had gezegd: 'Als hij niet betaalt, dan moet je hem gewoon liquideren'. George wilde Schneider echter niet liquideren, maar heeft Piet Schneider wel benaderd om te vragen hoe dat nu zat met dat geld en Schneider zei: 'Ik laat me niet afpersen door zo'n snotneus als Ros'.  En tegen George had hij gezegd: Kijk jij zelf ook maar uit, want als je zulke opdrachten accepteert, ben je straks ook doelwit zijn van een liquidatieopdracht', in elk geval in woorden van deze strekking. Van Dijk zei zelf dat hij helemaal geen zin had om mensen dood te schieten. Van Dijk: 'Ik sla wel graag iemand in de poeier als het moet, maar ik ben geen moordenaar'.

Over de powerzone-ontmoeting is al veel geschreven. Van Dijk merkte daar over op: 'Ros had z'n eigen tot lijfwacht van Greg Remmers opgebombardeerd, maar dat was dus niet zo'. Ros had tegen Greg Remmers gezegd dat hij geen zin had om als schietschijf te dienen en met George in één auto te zitten, omdat er veel mensen wraak wilden nemen op George omdat hij vroeger iemand had vermoord. Zo kwam het dat Greg zei: George, kom maar niet bij mij in de organisatie, ga maar naar huis, naar je vrouw en kinderen. George was er niet boos over, maar wel teleurgesteld. Greg Remmers heeft echter nooit tegen Van Dijk gezegd dat Ros nu lijwacht van hem was, dat had Ros zelf gezegd. Wat dus achteraf niet zo bleek te zijn.

George is al jaren bevriend met Greg Remmers en de laatste tijd spreekt hij Greg weer regelmatig. Laatst kwamen ze elkaar tegen bij een zitting waar Ros getuigde. Over het contact met Remmers werden kritische wat vragen gesteld door de AG's, maar Van Dijk liet zich niet van de wijs brengen. Hij werd op een gegeven moment wel even geïrriteerd en merkte op tegen de AG's: 'Oh, als we een spelletje gaan spelen?... Met andere woorden, de raadsheren en AG's vroegen maar door over contact dat Van Dijk zou hebben gehad met bepaalde personen (o.a. Greg Remmers en Martin Kok) en het werd wel niet met zoveel woorden gezegd, maar daar klonk toch wel de suggestie in door dat Van Dijk daarom wellicht minder onbevooroordeeld zou zijn. Dat klinkt sowieso uit de mond van de AG's wél bevooroordeeld, omdat het OM koste wat kost Fred Ros als kroongetuige overeind willen zien te houden, dus is het zaak voor het OM om George van Dijk neer te zetten als ongeloofwaardige getuige.

Op een gegeven moment leek het even uit de hand te lopen. Advocaat-generaal Mr, Cythia de Jong en een raadsheer vroegen door over stukken met verklaringen die Van Dijk wel of niet gehad zou hebben.
Raadsheer: U zei toen nog: 'ik ben heel blij met die verklaringen, want daar staat het adres van Ros in'. Kunt u zich dat nog her...
George: Oh ja, dat zou best kunnen ja, dat ik nieuwsgierig was naar zijn adres.
Rh: Dat roep dus wel herinneringen bij u op?
George: Ja dat roept wel herinneringen op. Fred was nieuwsgierig naar mijn adres en ik naar die van hem.
AG. De Jong: En waarom was u nieuwsgierig naar zijn adres?
George: Waarom ik daar nieuwsgierig naar was?
AG: Ja?
George: Ja, dat wilde ik graag weten, graag.
AG: Wat wilde u daar dan mee doen?
George geïrriteerd: Moet u mij de woorden uit mijn mond halen, mevrouw? Iemand die mij het leven nalaat, wil ik zelf ook het leven ontnemen, dat mag u gerust van me weten. Want als hij dat nog een keer bij me aanhaald vermoord ik zijn hele rottroep!
AG: Wij hebben vandaag een aantal vragen ges...
George: Mijn kinderen zitten nog steeds in klinieken door meneer. Moet ik dat goedkeuren wat hier gebeurt? Het is één groot poppenspel.
Voorzitter: Zeg het is interessant hoor...
George: Ja, ik vind het vervelend meneer de voorzitter, om dit zo te moeten zeggen, maar ik ben, ik ben... kijk, mijn dochter van 18 die snijft zichzelf nog steeds helemaal open, voor wat meneer Ros heeft aangehaald...
Voorz: Ik zie he...
George: Hij noemt namen die totaal helemaal niet kloppen en ik laat me hier ook niet uitlokken door officieren van justitie, door niemand niet, want ik verweer me gewoon op mijn manier!
Voorz: Nou, u wordt niet aangevallen hier, ze stelt de vragen...
George: Ja, de vragen... dan moet ze de vragen eens op een andere manier stellen en niet van welles en nietus, klaar! Recht door zee. Klaar!  Iedereen wil antwoord hebben hier, dan krijgen ze antwoord ook.
Voorz: Voor er misverstanden onstaan, u wordt niet aangevallen, er worden gewoon vragen gesteld, misschien zijn ze af en toe lastig, dat kan dan wel wezen, die emotie wil ik ook wel van u aannemen, maar we moeten proberen het een beetje uit elkaar te houden, anders gaat het allemaal zo lang duren.
George: Dat begrijp ik wel.
Voorz: Dat is voor u ook niet prettig. Laten we zo maar even een kop koffie drinken, en dan...
George: Dat hoeft niet voor mij hoor.
Voorz: Maar misschien voor anderen wel. Dus we gaan zo toch even pauzeren. Ik zeg nu tegen u, toch even uw best doen en uw emoties proberen onder de duim te houden, ja? Dus we gaan gewoon vragen...
George: Voorzitter, mag ik nog één ding zeggen?
Voorz: Jawel.
George: Kijk, weet u wat het is? Het OM heeft er alles aan gedaan om mij hier te krijgen. Ze hebben er alles aan gedaan om Ros tot 30 jaar veroordeeld te krijgen. Daar hebben ze mij voor gebruikt. Ik heb als lopend schietschijfje 7 jaar rondgelopen. Er zijn aanslagen op mij gepleegd, die ik ternauwernood heb overleefd, waarvan ik 100% zeker weet dat meneer Ros erachter zit en geen enkele andere vanuit deze zaal, ja? En dat Ros mijn hele gezin stuk heeft gemaakt, met kinderen die nog steeds in therapie zitten en zichzelf nog steeds open snijden, kinderen van 15 jaar oud, omdat ze niet meer willen leven, omdat meneer Ros ze het zo moeilijk heeft gemaakt, dat nu het OM in één keer zegt dat er een hele andere wending aan de zaak zit, dat het niet klopt dat wat ooit door henzelf is aangebracht om hem veroordeeld te krijgen... en nou mag de clown meneer Van Dijk weer komen om het verhaal even anders te doen formuleren dan dat het zit... Nee, zo zit het niet, het is zoals ik het zeg: meneer Ros is degene die dit heb aangehaald en meneer Ros is degene geweest die alle opdrachten heeft verstrekt... en niemand anders.
Voorz: Ok, ik heb u nu uit laten spreken. U heeft uw punt gemaakt. We hebben het allemaal goed gehoord en het wordt ook opgeschreven, van begin tot het eind...
George: Dat weet ik.
Voorz: Dus we gaan nu weer terug naar de vragen.
George: Ik zal proberen mijn emotie in bedwang te houden, maar eh...
Voorzitter: Dat gaat u vast lukken.

Later biedt Van Dijk zijn excuses aan voor zijn ietwat emotionele uitbarsting.

George vertelde later nog iets opmerkelijks:
George: 'Ik kreeg destijds al een verkapte opdracht om een caféhouder ivm een probleem met een hasjtransport in Amsterdam te liquideren. Maar daar trapte ik niet in. Ik moest toen die sieraden ophalen. Dat was een aanbetaling om dat te doen'. George weet nu dat het om Thomas van der Bijl ging. Dat wist hij destijds nog niet. Het was een optelsom voor George. Hij kreeg van Ros dezelfde dingen aangeboden als die jongens kregen die het uiteindelijk gedaan hebben (Saro en Habes), o.a. die Audi.

En George is een keer naar Hotel De Witte Bergen gestuurd door Ros om een tas met coke, wapens en handgranaten op te halen die in een auto zou staan. Maar bij de auto aangekomen, was deze dicht en er zat geen sleutel tussen de zonneklep zoals afgesproken. Hij kreeg een briefje met een kenteken. ( 'Ros doet alles met briefjes') De tas moest ik naar een huis in de Wategraafsmeer brengen.
George: Ik ben er niet ingetrapt, maar achteraf was dit al een poging om mij te liquideren...

Rond 16:00 was het verhoor klaar en kon George gaan.

(Wilt u meer lezen over George van Dijk, kunt u (een van) z'n boeken kopen. -zie afbeelding- )

Vrijdag gaat het proces verder met het getuigenverhoor van Siem Wulfse.

Bondtehond