vrijdag 14 maart 2014

'Dadelijk lig je misschien zelf nog onder de groene zoden'

In het Justitieel Complex te Schiphol stonden donderdag twee getuigen op de rol die zouden worden gehoord in de zaak 'Tanta', oftwel de zogenaamde barbecuemoorden. Er kwam echter maar één getuige opdagen, de 46-jarige Peter K. uit Den Haag. Mevrouw Estrella Verbaan jr., de zus van de overleden Raymond Verbaan, is niet verschenen. Zij zal toch moeten komen van het Hof en wordt daarom binnenkort opgehaald met een bevel medebrenging. Peter K. was per taxi gebracht omdat hij op krukken liep vanwege enkele operaties aan zijn knie na een scooterongeluk. Voor die tijd was K. metselaar en stucadoor. Momenteel heeft hij vanwege dit ongeluk geen sollicitatieplicht.


Na de inleiding en de uitleg die voorzitter Mr. Ruud Veldhuisen aan iedere getuige geeft, dat ze goed moeten nadenken voor zij vragen beantwoorden over wat zij hebben gezien, gehoord en meegemaakt, begon het verhoor. Slordige aantwoorden die hij niet zeker weet, heeft het Hof niets aan, dus de voorzitter vroeg of de heer K. begreep wat hij zojuist had uitgelegd. Dat begreep de getuige. Om dat te benadrukken neemt het Hof de eed of de belofte af. De heer Peter K. koos voor de belofte omdat hij niet gelovig is opgevoed.

De heer Peter K. kwam een stuk stabieler en beleefder over dan enkele vorige getuigen. Hij kon behoorlijk goed onder woorden brengen wat hij had meegemaakt in 1993. Destijds was hij bevriend met Raymond Verbaan en kwamen hij en Raymond regelmatig bij elkaar over de vloer. Beide jongemannen gebruikten toen drugs, met name heroïne. Ze deden samen wel eens dingen om aan geld te komen voor harddrugs. Hun vriendschap begon ongeveer in 1984, toen Peter rond de 17 was. In het begin pleegden ze alleen nog maar strafbare feitjes om geld te hebben om leuke dingen te kunnen doen. Zo begon het met de drugs eigenlijk, zei K.. Met het geld werd uitgegaan, later gegokt, toen kwam er ook coke in het spel en door de coke begonnen ze later ook met heroïne.

Hij was wel in aanraking geweest met justitie vroeger, maar echt zware misdrijven had K. niet gepleegd. Niet zo zwaar als hij op de papieren van zijn oproeping had gelezen. Met zulke zware misdrijven en zoveel had hij nooit wat te maken gehad. Daarom kwam hij liever ook niet meer getuigen, want zo zei hij: 'Dadelijk lig je misschien zelf nog onder de groene zoden'. Maar ja, zei hij, de politie was het hem komen vertellen in het ziekenhuis waar hij op dat moment was, en gedaan alsof er heel wat aan de hand was volgens hem, waardoor mensen toch raar naar hem hadden gekeken. En hij móest komen getuigen.

De getuige was op zitting op verzoek van de verdediging van Jesse Remmers. Mr. Robert Maliwicz kreeg daarom als eerste gelegenheid om vragen te stellen.

(samengevat)
Mr. Malewicz: Meneer K., u zei net: Ik herinner me nog waar het hier in deze zaak over gaat, tenminste u wist meteen waar het om ging. U heeft eerder bij de politie verklaringen afgelegd. Kunt u zich die verhoren nog herinneren?
K.: Ja, gedeeltelijk wel.
Mr. Malewicz: Weet u welk verhaal u aan hen verteld hebt?
K.: Ja, in grote lijnen weet ik dat wel en kan ik dat zo herhalen.
Mr. Malewicz: Ok, zou u in grote lijnen kunnen herhalen wat u de politie heeft verteld over deze zaak?
K.: Ehm... uh... Ik ging vroeger om met Raymond Verbaan. In die tijd gebruikten we allebij harddrugs en op een gegeven moment kwam hij bij mij altijd thuis en ik kwam bij hem altijd thuis, ja we gingen gewoon met elkaar om, we gebruikten. Mijn vriendin wist ervan, die was er niet blij mee. Zijn moeder was er ook niet blij mee. Maar ja, als je jong bent, ben je eigenwijs. Op een gegeven moment kwam-ie een keer naar me toe, bij me thuis, en we stonden op het balkon een blowtje te roken en toen zegt-ie: 'Peter ik mot je wat vertelle'. Ik zeg: 'Mot je wat vertelle? Wat is er aan de hand dan?' Ja, en toen kwam het verhaal deruit dat hij twee Joego's had afgeschoten, ja en dat hij die later in de brand heeft gestoken om het bewijs te verdoezelen en ehm... ja, de auto heeft hij samen met hun half uit die auto, heeft-ie die auto in de fik gestoken en istie weggegaan.

Enne...ik vroeg: ja, waarom hebbie dat gedaan dan? Je kunt toch niet zomaar mensen af gaan schieten? Ja, maar der bleek iets met z'n zus aan de hand te zijn, met heroïne waar hij van had gesnoept en teveel mix van had gemaakt. En toen kwam-ie met het verhaal: Ja, ze wilden mijn zusje wat aan doen... Ik zeg: Oh? Ja, zegt-ie, ze denken dat zij die drugs versneden heeft, maar ja, dat heb ik gedaan, want ja, wij gebruikten dat. Dus ik zeg: Dat had je nooit moeten doen. Hij zei: Maar ja en mijn zusje dan? Zij is me alles. Dus ja, dat is het dus in grote lijnen zo beschreven. En ik wist ook niet wat ik er mee aan moest, dus ik heb het maar gelaten, maar ja, het vreet toch aan je... dus ja eh... toen werd ik een keer gehoord door de politie en toen zeg ik: Er zit me heel iets dwars, waar ik al jaren mee loop en toen heb ik dat aan de politie verteld.

En toen bleek al dat er al een onderzoek liep naar meneer Verbaan en dat er meerdere getuigen al hadden verklaard. Dus dat ik niet de enigste was, dus ik denk ja eh... kijk alleen mijn woord is niet genoeg, maar als er ook andere mensen hetzelfde vertellen dan sta je in ieder geval niet alleen, weet je wel? En later kreeg ik te horen dat Johnny Thoolen ook een verklaring had afgelegd en ook nog een jongen, een donkere jongen die heette Sjacko, zijn achternaam weet ik niet meer, maareh, die hadden ook blijkbaar bij de politie verklaard. Dus eh, hij had het dan blijkbaar tegen meerdere mensen gezegd. Dus eh, ik zit daar en ik ging al heel lang niet meer met Raymond om, want ik wist wel dat zijn vader de ziekte van Parkinson had, maar ja, zolang ik met hem omging was hij altijd goed, alleen toen hoorde ik over hem, ja, hij heb ook die ziekte en toen is het heel snel begrafwaarts met hem gegaan. Maar al die tijd heb ik geen contact meer met hem gehad.

Voorzitter: Ik rem u hier even af. Dit is in grote lijnen het verhaal wat u toen heeft verteld? Dat was de vraag van de raadsman.
K.: Ja.
Mr. Malewicz: Dan gaan we er nu even op inzoomen. Weet u nog waar u dit verhaal voor het eerst hoorde?
K.: Ja uh, op een balkon.
Mr. Malewicz: Kwam hij daar spontaan mee?
K.: Ja, hij woonde zowat bij ons, hij bleef heel vaak slapen, hij at vaak bij ons. Naar mijn weten was dat in de Stuvesantstraat. Zelf had hij een huis in de Maysstraat, vlak bij zijn moeder. Maar naar wat ik weet, was het op mijn balkon in de Stuyvesantstraat. Daar hadden we een groot balkon en daar waren we een paffie aan het roken en toen vertelde hij met dat uit het niets. Misschien zat hij er ook mee...

Mr. Malewicz: Toen hij spontaan met dat verhaal kwam, had u er toen al iets over gezien, op journaal, in de krant?
K.: Nee, hij liet het me zelf zien, een foto in de krant.
Mr. Malewicz: U had er zelf nog niets over gezien?
K.: Nee.
Mr. Malewicz: Wat liet hij precies zien? Wat stond er op die foto, weet u dat nog?
K.: Uhm... Dat het op de A1 was gebeurd, zij hij. Welke richting weet ik niet meer. En een Opeltje, welk type weet ik niet meer, een klein Opeltje. Je zag lichaamsdelen en een hoofd liggen op straat. En je kon zien dat het in de fik gestoken was.

Mr. Malewicz: Heeft hij aan u verteld hoe het nou precies was gegaan?
K.: Ja, hij had tegen mij gezegd dat ze zijn zus wilden pakken, want eh... die jongens wilden zijn zus wat aandoen en daaqrop heeft hij gereageerd, van: 'We gaan een klus doen' en dan verdienen we een goeie klapper, enne...
Mr. Malewicz: Tegen wie zei hij dat?
K.: Dat heeft-ie tegen me gezegd.
Mr. Malewicz: Maar tegen wie zei hij: We gaan een klus doen. ?
K.: Tegen die Joegoslaven.
Mr. Malewicz: Ok, en waarom zei hij dat?
K.: Omdat hij van ze af wou.
Mr. Malewicz: Ja ok, maar dan ga je toch geen klus met ze doen?
K.: De insteek was, we gaan een klus doen, maar met andere woorden: Hij lokte ze gewoon mee om ze dood te maken.

Mr. Malewicz: Ok, dat was dus goed?
K.: Ja, tegenover hun wel, maar hij heeft tegenover mij gezegd dat het over zijn zus ging en hun hadden een hele hechte familieband, hij zou alles doen voor zijn zusje, want ja dat is hem alles.
Mr. Malewicz: Hij lokte ze mee. Vanaf waar?
K.: Oh, dat zou ik niet weten. Ik denk vanaf Den Haag. Richting Arnhem, kan dat? Ja hij zei: Ik moest kiezen tussen hun en mijn zus. Ja, en mijn zus is belangrijker. Want terwijl die jongens... dat vertelde hij ook... ze zeiden ook: 'Why why why, wat is er?' In het Engels dan, want ze konden niet zo goed Nederlands: 'Why Raymond, why why?' En toen heeft ie, wat ie tegen mij heeft gezegd, met twee wapens hebtie op ze geschoten...
Mr. Malewicz: Weet u nog waar ze dat zeiden?
K.: Ja, in de auto, toen-ie een pistool op ze richtte.
En waar was de auto toen?
K.: Op de A1.

Voorzitter: Even inzoomen op een antwoord. U zei net dat ze zeiden: 'Why why why', in de auto. Is dat een conclusie van u, of heeft Raymond dat verteld?
K.: Ja, ééntje zat achterin, toen-ie z'n wapens pakte en begon te schieten, toen zeiden die Joegoslaven: 'Why? Why? Waarom Raymond?' Zoals het bij mij overkwam en zoals Raymond het tegen mij gezegd heb, ging het om zijn zus, want die jongens woonden bij Raymond tijdelijk in, die had hij leren kennen in de bajes, in een half-open kamp, de naam schiet me zo wel te binnen, in Heerhugowaard geloof ik. En toen heb-ie ze meegenomen en hebben ze een aantal klussen gedaan, ook ergens een kilo heroïne gepakt, maa ja, Raymond zat zelf zwaar aan de heroïne en zo is dat... En hun dachten dat Estrella wat met die heroïne had gedaan.
Voorzitter: Maar u herinnert zich dus dat Raymond vertelde dat die Joegoslaven in de auto zaten toen het gebeurde?
K.: Ja, en die ene wilde eruit kruipen, want ja er wordt een pistool op je gericht, maar ze lagen half in de auto en half buiten de auto.
Voorzitter: Dat heeft hij toen aan u verteld?
K.: Ja. En dat zie je ook op de foto.
Voorzitter: Ja, daarom vraag ik het ook. Heeft u dat gezien op de foto, of herinnert u zich nog precies dat Raymond dat vertelde? Dat is moelijk hè, om dat onderscheid te maken?
K.: Zooo...mamma mia.
Voorzitter: Ja, dat is wat ik zojuist bedoelde. Denkt u eens goed na, kunt u uit elkaar houden wat u heeft geconcludeerd toen u de foto's zag, toen of later, en wat Raymond op dat balkonnetje heeft gezegd? Kunt u dat nog uit elkaar rafelen, of is dat één geheel geworden?
K.: Ja, het is zo lang geleden, ja, ik weet hier geen antwoord op dan.
Voorzitter: Nee, ik kan me dat heel goed voorstellen.
K.: Sorry eh...
Voorzitter: Nee, u hoeft geen sorry te zeggen. 
K.: Ik probeer alles te helpen, maar ja, misschien heb ik...
Voorzitter: Het loopt een beetje door elkaar begrijp ik.
K.: Ja, omdat ik die foto zag, heb ik misschien die conclusie getrokken.

Mr. Malewicz: Heeft Raymond verteld of hij ze daar naartoe heeft gereden, of was hij daar al, of op een andere wijze, kwamen die Joegoslaven daar zelf naartoe? Heeft hij iets verteld over het verplaatsten vanuit Den Haag naar die plek bij de A1?
K.: Nou ja, hij heeft tegen mij gezegd: 'Ik heb ze gewoon meegelokt om van hun af te komen'. En hij is daar zelf met ze naartoe gereden met die Opel. 
Mr. Malewicz: Zaten die Joegoslaven toen bij hem in de auto?
K.: Ja, want ze zouden samen een kus gaan doen. Een goede klus. En ja, die jongens waren ook jong en deden ook de gekste dingen, dus de klik tussen die drie was snel gemaakt. Ze mochten bij Raymond verblijven, een paar maandjes, en hij heeft dat misschien verkeerd geïnterpreteerd, maar hij had het erover dat ze zijn zus wilden pakken.

Mr. Malewicz: U vertelde ook dat u er wetenschap van heeft dat ze in de fik werden gestoken, weet u hoe dat is gebeurd?
K.: Ja, met benzine denk ik. Hij had het over 'overgoten', dan neem ik aan dat dat met benzine is. 
Mr. Malewicz: En hoe kwam hij aan die benzine, heeft hij dat verteld?
K.: Eh... nee. Dat heeft hij me niet verteld, maar je kunt niemand in de fik steken met water dus eh... ja, logisch is het dan dat het benzine is. Want ja, hij wilde alle bewijs verdoezelen. En ja, op een vingertopje na zijn die jongens geïdentificeerd. Dus...
Mr. Malewicz: Weet u of er anderen bij betrokken waren? Heeft hij dat verteld?
K.: Nee, dat heeft hij niet verteld. Hij heeft me daar niks over gezegd, maar ik weet dat het gezin Verbaan alles voor elkaar deed. Ik heb toen gezegd (bij een eerder verhoor bij de RC) dat het misschien zijn moeder was die misschien meereed, want ja, ik moet je eerlijk bekennen, als wij een inbraak hadden gedaan op een school of weet ik veel wat en er moest wat vervoerd worden, dan belden we gewoon zijn moeder op en die kwam ons dan gewoon halen. Dus dat was ook weer mijn eigen conclusie. Ik weet niet of dat zo is.
Mr. Malewicz: Hij heeft u dat niet verteld?
K.: Nee, nee.

Mr. Malewicz: Is er iets aan u verteld over wapens? Over het gebruik van wapens, zo ja, wat?
K.: Ja, Raymond was altijd al gek op wapens.
Mr. Malewicz: Kon hij er goed mee omgaan?
K.: Ja, hij wist ze wel te demonteren. En eh... ik ken hem al van wat jonger en toen had-ie ook altijd wapens, een FN of een Browning, of ja... Maar wat hij vertelde met die Joegoslaven, wat ik me herinner met die Joegoslaven, was het een 765 en een 9 millimeter. Die 9 mm was volgens mij een 38-special en die andere was volgens mij of een Browning, maar dat durf ik niet met zekerheid te zeggen, dat was een 765.
Mr. Malewicz: En die heeft hij allebei gebruikt? Had hij er één reserve, of...?
K.: Nee, hij had allebei de magazijnen, wat ik weet, leegeschoten.
Voorzitter: Dat weet u omdat hij dat gezegd heeft aan u?
K.: Ja. En toen heeft hij de benzine gepakt, dus ik neem aan dat dat achterin stond, want hij zei ook: het was helemaal stil, het was midden in de nacht en er was geen kip op de weg en hij zat maar in zijn hoofd: hoe krijg ik mijn zus hier eh... je hoe zeg je dat? Die jongens willen mijn zus pakken omdat eh... maar hij had zelf met die heroïne gerommeld en daar kwamen ze achter, dus hij moest een manier bedenken om zijn zus te houden en ja, hun waren voor hem blijkbaar toch geen belangrijke mensen genoeg. Dus hij heeft de keuze zelf gemaakt. Wanneer hij die keuze gemaakt heeft, dat weet ik niet.
Mr. Malewicz: Heeft hij iets verteld over hoe hij terug is gegaan naar Den Haag?
K.: Nee, daar staat me niets van bij. Hij is gewoon teruggekomen naar Den Haag en gedaan of er niks aan de hand was. Pas na een paar dagen kwam hij naar me toe en zegt-ie: 'Ik moet je wat vertelle'.

Tot zover.

K. vertelt nog breeduit over zijn vriendschap met Raymond Verbaan in de jaren '80/'90. Raymond was een jongen die vroeger groot was, omdat hij altijd trainde in zijn schuurtje, en als je hommeles had, kon je bij Raymond aankloppen in de buurt, want dan knapte die het wel effe op. Zo een naam had Raymond in de buurt. Hij genoot een zeker aanzien in de buurt, volgens K.. Door zijn heroïneverslaving deed Raymond wel gekke dingen. Als hij ziek was van onthoudingsverschijnselen ging Raymond gerust naar Amsterdam, rookte hij wat heroïne tot hij beter was en ripte hij vervolgens die dealer met een aardappelschilmesje.

Het was geen agessieve jongen ofzo, maar kennelijk was hij wel gek genoeg om iemand te vermoorden, aldus K.. Hij was wel in staat om uit zijn auto te stappen, als iemand niet snel genoeg aan de kant ging met zijn auto om diegene uit de auto te trekken in elkaar te slaan en zelf die auto aan de kant te zetten. Hij deed allerlei dingen: drugshandel, heroïne, xtc-pillen, van alles eigenlijk. Later ging Raymond steeds meer met zwaardere dingen bezig. K. heeft op een gegeven moment een keer bij Raymond aan de deur gestaan, maar toen zei Raymond dat K. niet meer welkom was omdat Raymond toen clean was en K. nog gebruikte volgens hem. Daarna zijn ze elkaar min of meer uit het oog verloren.

Over de moorden is hij wel duidelijk. Eerst kon hij overigens niet geloven dat Raymond die moorden had gepleegd, maar toen Raymond die foto liet zien wel. Op de vraag van de voorzitter waarom hij het pas geloofde na het zien van die foto, antwoordde K. dat hij het type autootje herkende, een Opeltje die toen populair waren 'omdat die types makkelijk te pakken waren'. Hij en Raymond hadden dat autootje kort daarvoor nog gebruikt voor een klusje. Er werden door hun wel vaker zulke Opeltjes gestolen met een 'pikketrekker', oftewel een slotentrekker, op een pleintje in de buurt waar ze verdekt geparkeerd stonden om klusjes te doen. Deze herkende hij gelijk, volgens K.. Wat de kleur was, vroeg de voorzitter? Groen, dacht K., maar dat wist hij niet meer zeker.

Zelf is Peter K. in 1994 naar de Emiliehoeve gegaan en is hij afgekickt. Daarna heeft hij nog wel een terugval gehad van een paar jaar, maar nu gaat het inmiddels al jaren wel goed met hem en is hij zo goed als clean. Met enige medicatie redt hij zich en leeft hij nu verder een normaal leven.

Over Jesse en/of Moppie heeft Raymond het niet gehad. In zijn beleving heeft Ramond de twee Joego's alleen doodgeschoten en niemand anders. Daar kon K. geen zinnig woord over zeggen, merkte hij een keer op.

Op 7 april gaat het onderzoek verder. Op de rol staan Lesley Verkaart en Henk Rommy, maar aangezien het Hof er nog geen zicht op heeft of Rommy zal verschijnen, staan nu voor die dag de verhoren van Lesley Verkaart en Estrella Verbaan jr. gepland.

Bondtehond