dinsdag 24 juni 2014

'Ik heb er in elk geval niet wakker van gelegen'

De dood van Gerrie Bethlehem heeft tijdens liquidatieproces veel stof doen opwaaien, maar tot een zaak is het, ondanks verzoeken van de verdediging de zaak Boedha toe te voegen aan het Passage-proces, nooit gekomen. Het OM heeft zich keer op keer met hand en tand verzet tegen voeging van deze speciale moordzaak. Op zich opmerkelijk, aangezien er veel over gesproken is en er sterke aanwijzingen zijn dat zowel Jesse Remmers als kroongetuige Peter La Serpe betrokken zouden zijn bij de dood van de vroeger in Spanje woonachtige hasj-handelaar. Anonieme getuigen F1 en F3 hebben daar uitgebreid over verklaard en vele zittingen gingen over deze zaak.

Hendrik Jan korterink - La Serpe - Rob de Wit - Gerrie Bethlehem

Misdaadjournalist Hendrik Jan Korterink bezocht in eerste aanleg ook nog regelmatig zittingen als deze de moeite waard waren, in zijn ogen. Na één van de pauzes maakte Bram, hoofd risicovolle zittingen van de Bunker, een proces-verbaal van bevindingen op over een gesprek dat hij opving in die pauze op de trap voor de rechtbank waar zowel Korterink als ikzelf , Bram en enkele advocaten bij aanwezig waren. Vanwege dat gesprek en hetgeen Korterink opmerkte over de inmiddels overleden getuige Rob de Wit (RIP), die hij meerdere keren had gesproken en zelfs een keer had opgezocht in Spanje, waarover Korterink o.a. een artikel over schreef in Panorama, wilde het Hof hem nu horen. Met name deze opmerking: "De Wit had tegen mij gezegd dat hij dacht dat het niet in een loods was gebeurd, maar in een huis aan de Vinkeveense plassen" , en dat Rob de Wit zijn enige bron was van die uitspraak. In eerste aanleg is Korterink daar op verzoek van officier van justitie Mr. Betty Wind reeds over gehoord als getuige. In Hoger beroep wilde het Hof hem dus wederom horen over hetgeen hij wist te vertellen over onder andere de zaak Bethlehem.

Na het begroeten en de plichtplegingen, waaronder het afleggen van de eed, kon het verhoor beginnen. Het duurde in totaal ruim twee uur. Hier een gedeelte van dat verhoor:

Voorzitter Mr. Ruud Veldhuisen: Meneer Korterink, heeft u een idee wat de aanleiding is voor uw aanwezigheid hier? Natuurlijk de oproep van het OM, maar het onderwerp?
Korterink: Ik had begrepen dat het iets te maken had met getuige Rob de Wit.
Voorzitter: Mag ik u vragen hoe u dat begrepen heeft?
Korterink: Nou dat weet ik eigenlijk niet eens. Sorry.
Voorzitter: Maakt niet uit...
Korterink: Ik kan me dat eigenlijk niet herinneren.
Voorzitter: Ik zeg u ook even dat het niet erg is als u even de tijd neemt om rustig na te denken. Als u het niet onmiddellijk weet, kan dat, maar misschien als u er even over nadenkt...
Korterink: Nou, ik denk dat iemand mij dat verteld heeft, maar ik zou niet weten hoe of wat.
Voorzitter: Nee. U noemt de naam Rob de Wit. In verband tot wat?
Korterink: Ik dacht met de moord op Gerrie Bethlehem.
Voorzitter: De moord op Gerrie Bethlehem. Klopt het dat u daar als journalist publicaties aan gewijd heeft?
Korterink: Ja, dat klopt ja.
Voorzitter: Op internet?
Korterink: Ja, op internet en in Panorama.
Voorzitter: Als we het hebben over internet, hebben we het dan over een website?
Korterink: Dan hebben we het over een eigen website: Misdaadjournalist.nl.
Voorzitter: En daar heeft u wel gepubliceerd over deze kwestie?
Korterink: Ja.

Voorzitter: Ehm... wat zijn de twee kernvragen denkt u in deze zaak?
Korterink: Nou, ik denk of La Serpe bij die schietpartij aanwezig is geweest?
Voorzitter: In het algemeen, wie zijn er strafbaar bij betrokken zijn... misschien een andere vraag: Waar is de moord gepleegd?
Korterink: Eh, nou wat ik van Rob...
Voorzitter: Nee, dat is nog niet de vraag, maar dat zou een onderwerp kunnen zijn?
Korterink: Ja.
Voorzitter: Is daar debat over... buiten de rechtszaal?
Korterink: Ja ja... ja.
Voorzitter: In de stukken hebben wij iets gelezen van uw hand, een Panorama-artikel. In conceptversie, zoals u een keer heeft voorgelegd aan de heer De Wit.
Korterink: Dat zou kunnen.
Voorzitter: U kende hem hè, meneer De Wit?
Korterink: Ja.
Voorzitter: Kende u hem eigenlijk al lang?
Korterink: Ehm, ja ik heb het nog even nagezocht, natuurlijk. Eh, de eerste keer was in oktober 2007, dacht ik. Dat was in Kamp Zeist, waar hij toen gedetineerd zat.
Voorzitter: En u heeft meermalig contact met hem gehad daarna?
Korterink: Daarna heb ik hem nog één keer in een andere gevangenis gesproken en daarna heel vaak op andere locaties.
Voorzitter: En nu begrijp ik dat u met hem in gesprek bent geweest over de zaak Gerrie Bethlehem?
Korterink: Ja, dat kwam ter sprake.
Voorzitter: En hij kon u informatie daarover verschaffen?
Korterink: Hij heeft daar gewoon iets over verteld.

Voorzitter: Wat heeft hij u daarover verteld?
Korterink: Ehm... ik zeg erbij, ik doe dit uit mijn geheugen, want dat eerste bezoek, dat was in de gevangenis en je mocht daar geen aantekeningen maken. Dus ik moet daarna een beetje afgaan op mijn geheugen en wat ik naderhand voor aantekeningen heb gemaakt. En daarbij wil ik ook nog wel even graag zeggen, dat wat ik hier nu vertel, daar is niets bij wat ik niet van De Wit zou mogen vertellen.
Voorzitter: Want?
Korterink: Nou ja, hij is natuurlijk een bron en voor een journalist is een bron tamelijk heilig, dus ik eh... heb geen vertrouwelijke informatie die interessant voor iemand is, maar als ik die zou hebben, zou ik die ook niet hier kunnen vertellen.
Voorzitter: Maar dat geldt niet voor De Wit?
Korterink: Dat geldt niet voor wat ik nu over De Wit vertel.
Voorzitter: Goed. Vertel.
Korterink: Ehm...
Voorzitter: U zei: het kost me even wat moeite omdat daar tijd overheen is gegaan en ik uit mijn geheugen moet putten...
Korterink: Nou, ik zit even te... dat eerste gesprek ging over eh.. hij vertelde daarin dat hij Remmers en Richard Ebeli in Spanje had ontmoet, dat waren zijn partners, en hij vertelde over Gerrie Bethlehem, dat die een hoogoplopend conflict had gehad met Jesse Remmers, ehm... dat ging over die villa van Bethlehem. Ik moet eerlijk zeggen, ik kende de naam Bethlehem toen amper, die zaak had destijds niet heel veel publiciteit getrokken, maar hij vertelde dat het heel slecht ging met Bethlehem en dat hij een conflict had met Engelse drugsdealers...
Voorzitter: Hij had een conflict met Engelde drugsdealers, zegt u?
Korterink: Ja... dat hij daar de schuld... verantwoordelijk werd gehouden dat die partij eh... dat die verdwenen was, eh... en dat-ie naar Nederland was gegaan om dat op te lossen, dat hij door Jesse Remmers naar een huis aan de Vinkeveense plassen was gelokt met de bedoeling dat hij daar vermoord zou worden.

Voorzitter: Door wie was hij daarheen gelokt?
Korterink: Nou, door Jesse Remmers.
Voorzitter: Oh ja...
Korterink: Maar dat was niet doorgegaan. Een week later bleek dat er toen in elk geval niks was gebeurd en dat dat in een later stadium dan wel is gebeurd, maar hoeveel tijd daar tussen heeft gezeten, dat weet ik niet. Maar dat was dus zijn verhaal, en hij vertelde dan wat er tijdens die schietpartij volgens hem zou zijn gebeurd. En dat begon ermee dan met dat conflict met dat huis. Jesse logeerde bij Gerrit Bethlehem en er was een conflict ontstaan, want Jesse was op zijn playstation of op de computer aan het spelen in dat huis en Bethlehem was buiten, die was naar buiten gegaan en toen kon-ie niet meer naar binnen. Jesse had gewoon de deur niet open gedaan, dus Bethlehem heeft met een steen of iets anders moeten inbreken in zijn eigen huis, Jesse eruit gezet en Jesse moest toen dat hele stuk teruglopen van de villa naar het strand, in elk geval naar een andere plek.
Voorzitter: In welk land was dat?
Korterink: Dat was in Spanje, in eh... Benalmadena.
Voorzitter: Waar zegt u?
Korterink: In Benalmadena... ja, je spreekt het geloof ik wel anders uit, maar zo zeggen zij dat... Ehm, ja, dat dat eigenlijk de reden zou zijn waarom Jesse die moord op Bethlehem zou hebben gepleegd, maar hij wist niet zeker of Jesse dat ook inderdaad had gedaan. Hij dacht dat dat het motief zou kunnen zijn dat Jesse dat had gedaan, dat Jesse en Ebeli samen naar Vinkeveen waren gegaan en dat daar toen de moord op Bethlehem is gepleegd en dat één van hun het volgens hem gedaan moest hebben. Of Ebeli, of Remmers.
Dat is in de kern zijn verhaal.

Voorzitter: Dat is?
Korterink: Dat is in de kern zijn verhaal, wat hij mij vertelde, De Wit.
Voorzitter: Ja...zeg en eh... heeft De Wit nog weer aan u verteld wat zijn rollen nou eigenlijk waren? Ik kan me voorstellen dat je daarin geïnteresseerd bent als je zo iemand spreekt?
Korterink: Ja, hij had contact met Jesse en hij heeft La Serpe daar toen ook ontmoet, begreep ik. Maar daar had hij volgens mij minder contact mee.
Voorzitter: Moet ik uw antwoord zo begrijpen dat u in de veronderstelling heeft verkeerd dat Jesse voor De Wit de bron was van hetgeen u van hem heeft gehoord?
Korterink: Ja, of toch via La Serpe, dat kan ik zo niet eh.... dat weet ik niet.
Voorzitter: Dat 'lokken', u gebruikte het woord lokken, hoe had dat vorm en inhoud gekregen, dat lokken van Bethlehem door Jesse naar Nederland?
Korterink: Nou, ik begreep dat Jesse had gezegd dat Bethlehem op dat en dat tijdstip naar een bepaalde locatie zou komen.
Voorzitter: Ehm... vervolgens heeft u... u hebt meer bronnen hè? Niet alleen in het algemeen, maar ook ten aanzien van deze kwestie, klopt dat, als ik dat aan u vraag?
Korterink: .....
Voorzitter: Ik zal u zeggen waarom ik u dat vraag. We hebben hier een stukje afgedrukt van uw website, tekst zal ik maar zeggen. In een artikel op 2 februari 2011 heeft u gezegd: "Volgens mijn bronnetjes is La Serpe daar niet bij geweest...". Als ik dat letterlijk neem, lijkt dat of er meer dan één bron is.
Korterink: Ja, eh...
Voorzitter: Begrijp me goed hè, ik vraag u niet een bron te onthullen.
Korterink: Ja, nee...

Voorzitter: Dit zijn de reservoirs waar ik uit geput heb, alles wat er in de krant is geschreven of wat er op internet circuleert.
Korterink: Ja... ja, het probleem is, je spreek zoveel mensen, ik zou hier niet zo kunnen zeggen wie of welke bronnen dat zouden zijn geweest... of zijn. Ik denk dat De Wit wel de belangrijkste bron is geweest voor dit.
Voorzitter: Begrijp ik. Maar het belangrijkste, u sluit niet uit dat er meerdere bronnen zijn voor dit?
Korterink: Nou, ik sluit het niet uit, maar ik kan zo niet zeggen wie die andere zouden zijn.
Voorzitter: Ehm... kunt u nog aangeven hoeveel gesprekken u met De Wit hierover gevoerd heeft, in wat voor orde van grootte ik dan moet denken?
Korterink: Ik heb een jaar na dat eerste contact, want ik heb het nog even nagekeken zoals ik al zei, maar ongeveer een jaar na dat eerste gesprek toen heb ik hem vrij uitvoerig gesproken en heb toen ook wat aantekeningen kunnen maken en heb ik van De Wit vooral dit verhaal opgetekend.
Voorzitter: Heeft u nog veel werk gemaakt van het verifiëren van zijn verhaal? Kijken of u dat kon verankeren?
Korterink: Ja, natuurlijk, je doet niet anders.
Voorzitter: Ja, ik vraag soms naar de bekende weg, maar het moet wel gevraagd worden.
Korterink: Ja.
Voorzitter: Heeft u dat hier ook gedaan?
Korterink: Ja, natuurlijk.
Voorzitter: Dan kom je misschien via een andere weg weer bij uw bronnen uit?
Korterink: Ja, er waren natuurlijk veel meer mensen die er één of andere manier bij betrokken waren en die heb ik zoveel mogelijk proberen te spreken.

Voorzitter: Nu heeft u met De Wit... uiteindelijk dacht u, ik ga een verhaal schrijven hierover, dat is journalistiek interessant en dat kon in Panorama worden afgedrukt.
Korterink: Ja.
Voorzitter: Ik heb begrepen dat u dat aan De Wit heeft voorgelegd?
Korterink: Ja.
Voorzitter: Met welk verzoek?
Korterink: Nou ja, dat soort afspraken maak je bijna altijd met mensen, als ze meewerken aan een verhaal, dan leg ik ze dat bijna altijd voor en dan kunnen ze kijken of dingen kloppen of niet.
Voorzitter: Ja, of goed is weergeven wat u met hen besproken heeft?
Korterink: Ja ja... jazeker ja.
Voorzitter: Eh... ik heb gezien dat dat contact in ieder geval ook per email heeft plaatsgevonden. U heeft dat artikel aan hem gemaild en hij heeft daar per email op gereageerd, met een Word-documentje erbij.
Korterink: Ja, dat zou kunnen, dat herinner ik mij niet eens, maar dat zou kunnen.
Voorzitter: Misschien is dat een gebruikelijke manier van werken?
Korterink: Ja.
Voorzitter: Herinnert u zich nog wat hij vond van uw concept? Of het bol stond van voorstellen te corrigeren, of opmerkingen erbij, ernaast, erboven? Misschien telefonisch?
Korterink: Nou, volgens mij... ik kan me geen enkele wijziging herinneren. Zou best kunnen dat bepaalde dingen niet helemaal klopten, maar goed, als u het concept heeft, kunt u misschien ook zien wat het uiteindelijk geworden is.
Voorzitter: Zeker, maar het gaat er even over wat er in uw hoofd eh...
Korterink: Ik kan me in elk geval niet herinneren dat we het daarover gehad hebben of dat dingen niet goed waren of dat er dingen uit moesten of dat er ergens een probleem over was.
Voorzitter: Maar u herinnert wel dat u dat concept terug heeft gekregen van hem? Herinnert u zich dat nog?
Korterink: Nou...ja, het is voor mij zo gebruikelijk om dat zo te doen, dat herinner ik me niet speciaal over die keer... maar het het is wel denkbaar.

Voorzitter: Heeft u De Wit daarna nog wel eens gesproken, bij gelegenheid waarvan hij iets gezegd heeft over dat verhaal, dat Panorama-artikel?
Korterink: Ja, ik heb hem daarna vaak gesproken, maar niet speciaal over dit artikel.
Voorzitter: Maar herinnert u zich dat hij er een keer op terug is gekomen tegen u?
Korterink: Nou, dat staat mij niet zo bij.
Voorzitter: Nee? Nu heeft De Wit als getuige wat verklaringen afgelegd. Hij heeft ook een mening gegeven. Hij zegt bijvoorbeeld: "Ons wereldje is net een oude wijven-club. Er wordt veel geroddeld".
Korterink: Dat weet ik.
Voorzitter: Slaat u daarop aan?
Korterink: Ja.
Voorzitter: Dat zou u ook wel als mening kunnen onderschrijven?
Korterink: Ja.
Voorzitter: Nu laat ik een beetje in het midden wat 'ons wereldje' is, maar als we dat eens even opvatten als het wereldje van criminelen die praten?
Korterink: Ja.
Voorzitter: Dus het maakt waarschijnlijk ook daarom dat u zoveel mogelijk probeert te verifiëren en niet op één bron af te gaan?
Korterink: Nou, dat hangt ook erg af van hoe je een bron inschat. Het probleem is natuurlijk altijd, als je niet weet... je kunt wel 3 bronnen hebben, maar waarschijnlijk weten die 3 bronnen het allemaal uit dezelfde bron...
Voorzitter: Ja... wat was uw inschatting eigenlijk in het algemeen van De Wit als bron?
Korterink: Ik schatte hem in als zeer betrouwbaar... ja.
Voorzitter: Heeft u wel eens uw hoofd gestoten, om het maar zo te zeggen, dat hij achteraf een broodje aap aan u verkocht had? Kennelijk niet, want anders zat u deze inschatting niet gemaakt, maar kunt u iets vertellen over de ervaringen met hem? Op het punt van betrouwbaarheid?
Korterink: Ehm... ja... naar mijn inschatting, ik heb natuurlijk meer mensen gesproken in het milieu die hem kenden en ook in de handel werd hij als een betrouwbaar iemand gezien. Zo schatte ik hem ook in. En ik had geen reden om aan te nemen dat hij mij dingen zou vertellen...ja, die niet klopten. Ik kan niet inschatten wat zijn belang daarbij zou zijn geweest.

Voorzitter: Is het u wel eens overkomen dat u een concept-artikel aan een bron mailt of ter hand stelt en dat u het terugkrijgt en dat er wordt gezegd: 'nou sorry, het is een lekker lezend verhaal, maar er klopt geen moer van'?
Korterink: Nee, dat komt eigenlijk nooit voor. Kijk, voor je een verhaal maakt, bespreek je wel waar het over gaat. Het is het verhaal eh... ja eh, vaak is het zo dat ze alleen de tekst krijgen waar ze zelf mee te maken hebben, ik stuur niet altijd het hele verhaal. Het gaat natuurlijk vooral om de bijdrage die ze zelf hebben geleverd, of die juist is.
Voorzitter: Dan stel ik hier nog even vast dat u hier wel het hele artikel gemaild heeft.
Korterink: Ja, dat zou kunnen.
Voorzitter: Hij vindt het eigenlijk maar niks dat verhaal, dan vat ik het zelf ruw samen, maar ik zal u zeggen wat hij verklaard heeft daarover als getuige. Hij heeft gezegd, onder meer, op 5 april 2011: 'De rode draad heeft ie, maar aan het einde rafelt hij een beetje', en dat vind hij jammer. "Dat krijg je als je veel mensen spreekt", zegt-ie. Ik houdt u nog een stukje voor: "In de loop van het verhaal, gaat Korterink helemaal de mist in. Ik heb het allemaal niet gecorrigeerd, anders was het één grote correctie geweest". Als ik u nu dit voorhoudt, wat is dan uw reactie hierop?
Korterink: Ja, nou ja, ik herinner me wel dat ik dit ook ergens had gelezen...
Voorzitter: Een zittingsverslag?
Korterink: Ja.
Voorzitter: Via internet?
Korterink: Via internet ja.
Voorzitter: Van een collega die ook een website beheerd?
Korterink: Ja.. van Bondtehond.
Voorzitter: Van de Bondtehond?
Korterink: Ja. Ehm, maar ik heb De Wit tijdens het proces, tijdens zijn getuigenverhoor, ook nog gesproken. Dus eh... ja...
Voorzitter: Maar dan kan ik me voorstellen dat je dan zegt van: 'Goh, er zit licht tussen wat je nu als indruk geeft en wat ik toen van je kreeg als reactie?' Want wat ik heb begrepen, en als u het anders ziet, hoor ik het graag, maar ik heb in de stukken gelezen dat dat mailtje is gestuurd van: hier heb je het terug, document erbij en wat wijzigingsvoorstellen in de marge, maar er is niet op een andere manier door hem aan u duidelijk gemaakt van: 'jongen, je gaat echt helemaal de mist in met dat verhaal'?
Korterink: Nee, daar herinner ik me niks van, nee.
Voorzitter: Dus, ik veronderstel maar, maar corrigeert u me maar als ik dat verkeerd zie, dat u verbaasd bent geweest toen u dat van hem hoorde? Of niet?
Korterink: Ja, ach ja, ik ben niet zo gauw meer verbaasd, hehe... Nou, ik denk dat mijn reactie was dat hij er wel belang bij zal hebben gehad om dat verhaal een beetje in twijfel te trekken. Maar, ik heb er in elk geval niet wakker van gelegen.

Voorzitter: Dan wil ik nog even een heel ander punt aansnijden. Bent u eigenlijk ooit in het bezit gesteld van foto's van de kroongetuige La Serpe?
Korterink: Ja.
Voorzitter: Gebruikt u die foto's ook wel eens?
Korterink: Ja, dat kan iedereen zien, overal waar die foto staat, staat bronvermelding bij.
Voorzitter: En hoe komt u aan die foto's?
Korterink: Dat heb ik aan degene van wie ik ze heb, beloofd om dat niet kenbaar te maken.
Voorzitter: Maar u heeft wel eens foto's aan anderen verstrekt, begrijp ik?
Korterink: Nou ja, als ze vragen of ze die mogen gebruiken, dan kan dat.
Voorzitter: Dat waren mijn vragen.

Korterink gaf later op een vraag van de AG aan, dat hij er geen gevaar in te zag de foto's te publiceren, aangezien het al vrij gauw bekend was dat La Serpe zowel een andere identiteit als een nieuw uiterlijk zou krijgen.

Tot zover het verhoor. Er is meer, maar daar kom ik later nog wel eens op terug.

Natuurlijk ging het getuigenverhoor van de misdaadjournalist nog geruime tijd voort, onder meer over het motief van Rob de Wit om Korterink te benaderen. Korterink had begrepen dat het motief het best gezocht kon worden in het zakelijke. Rob de Wit was namelijk in Marokko in bezit gekomen van de laptop van Jesse Remmers waar allerlei filmpjes, geluidsopnames en foto's op stonden. Die was weer in het bezit gekomen van een vriendin van Jesse. De gedachte was dat de inhoud wellicht interessant zou kunnen zijn voor een boek. Zo is Korterink in gesprek geraakt met Rob de Wit, die op z'n zachtst gezegd niet blij was met Jesse en La Serpe, omdat hij er o.a. nogal wat zakelijke problemen door had gekregen. Hij nam het Jesse behoorlijk kwalijk dat hij La Serpe zo in vertrouwen had kunnen nemen.

Over dat boek heb ik overigens zelf ook zo begrepen. Tijdens de zittingen in de Bunker, waarbij Rob de Wit optrad als getuige, raakte ik in de pauzes in gesprek met Rob de Wit en heb daarna ook enige tijd email- en telefonisch contact gehad met De Wit. Niet lang want Rob overleed in juli 2012 aan K. Hij heeft mij ook wat dingetjes opgestuurd, waarvan ik dacht: Tja, wat kun je ermee? Niet veel. Kennelijk dachten anderen daar anders over, want dezelfde opnames die ik destijds kreeg opgestuurd en die ik overigens weer kwijt ben geraakt nadat mijn externe harddisk crashte en enkele partities, o.a. die met de bewuste opnames, onbereikbaar werden. Ze zijn destijds door Crimesite Camilleri, die ze kennelijk ook opgestuurd had gekregen, op Youtube gezet. Waarna Peter La Serpe via zijn advocaat Jan Peter van Schaik een kort geding aanspande tegen Camilleri, die de opname daarop van de rechtbank in Den Haag van Youtube diende te verwijderen.

Een passage uit één van de opnames is me echter altijd bij gebleven en die heb ik toen een keer uitgetypt. Het bleek dat Jesse Remmers heimelijke opnames maakte van gesprekjes tussen hem en Peter La Serpe, kort nadat La Serpe Moppie Rasnabe reeds had weggetipt bij de CIE, die vervolgens werd gearresteerd op vliegveld Malaga. In één van de gesprekjes hoor je Remmers en La Serpe discussiëren over de mogelijkheid dat mensen in milieu rondom Moppie er achter dreigden te komen dat La Serpe degene was die Moppie had weggetipt.

La Serpe zegt dan tegen Remmers: Luister, aan de ene kant, het interesseert het me niks wie wat vind of waarvan, al weten ze allemaal dat ik het geweest ben, het interesseert me niks. Begrijp je? Aan de andere kant wil ik niet dat iedereen het weet. Ok, maar luister, dat begrijp je hè? Aan de ene kant interesseert het me niet, want ik heb schijt aan hun allemaal. Snap je wat ik bedoel? Ze zijn voor mij allemaal uh... stront, meer is het niet. Maar luister, aan de andere kant: Ik wil geen problemen. Logisch.

Juist over dit soort uitspraken was Rob de Wit nogal gepikeerd. Ik weet nog dat hij tegen me zei dat hij het bijzonder laf vond dat iemand een vriendschap zo kon misbruiken en zijn vriend(en) zo kon naaien door leugens te vertellen en juist zijn eigen straatje schoon te vegen over de rug van mensen die hem vertrouwden. Dat was een van de belangrijkste redenen waarom hij zich bij zijn advocaat Jan Hein Kuijpers had gemeld om te komen getuigen in Passage, aldus Rob.

Voorlopig was dit de laatste zitting. Er komt nog wel een regiezitting in het Gerechtshof aan het IJdok, als ik het goed begrepen heb, maar in september na het zomerreces gaat het Hoger beroep van het liquidatieproces Passage weer verder.

Bondtehond

zaterdag 21 juni 2014

'Dat u hulzen in uw handen heeft gehad, is voor mij een volstrekt ongeloofwaardig verhaal'

De getuigenverhoren van kroongetuige Peter La Serpe strekten zich uit over 6 dagen, waarvan twee dagdelen achter gesloten deuren. Donderdagmiddag 12 juni was het wederom de beurt aan Mr. Nico Meijering om de kroongetuige tijdens een openbare zitting aan een kritisch verhoor te onderwerpen. Op momenten stelde het Hof daarbij aanvullende vragen. Voorzitter Mr. Ruud Veldhuisen excuseerde zich daar een keer voor, maar Mr. Meijering vond dat totaal geen probleem. 'Sterker nog, graag zelfs', zei de raadsman. Dus zo geschiedde en dat leverde een paar opmerkelijke momenten op.

Foto Peter La Serpe: Hendrik Jan Korterink

Peter La Serpe zat naast zijn raadsman Mr. Jan Peter van Schaik uit Veenendaal in het gepantserde beschermde getuigenkamertje. (zie foto vorige verslag) Mr. Meijering en z'n cliënt Dino Soerel hadden midden voorin de rechtszaal plaatsgenomen, op tafel voor hen stonden twee laptops en lagen allerlei dossierstukken verspreid. Soerel assisteerde zijn raadsman soms even, min of meer.

Mr. Nico Meijering: Meneer La Serpe, ik wil graag u een paar vragen gaan stellen over de verklaringen die u heeft afgelegd en dan, voor zover daar sprake van is geweest, de gradaties van waarheid. En laat ik dan beginnen met de vraag, als we alle verklaringen bezien, van de kluisverklaringen tot de verklaringen vandaag hier bij het Gerechtshof, en dat is dus veel, want dan hebben we het ook over de verklaringen bij de rechter-commissaris, die ook wel de toetsverklaringen zijn genoemd, verklaringen waarbij de andere raadslieden u hebben ondervraagd bij de rechtbank, bij de recherche, bij de tactische recherche, het is een hele hoop geweest. Ik wil u nog een keer vragen of daar gradaties zaten in waarheid, als het ging om het beantwoorden door u van vragen?
La Serpe: Dat is de vraag?!
Meijering: Ja.
La Serpe: Dan uh.. uh.. ik ben het vanaf het moment dat u het zei al niet eens met uw vaststelling dat er gradaties van waarheid zijn. Dus ik heb nooit in die termen gedacht en de vragen zijn steeds verder en dieper en wijder geworden en ik heb steeds geprobeerd zo volledig mogelijk te antwoorden. En dat is dan vanaf het moment, zeg maar, van de RC-verklaringen. In de kluisverklaringen heb ik op enig moment voorbehouden gehad. Daar heb ik niet het achterste van mijn tong laten zien, zeg maar. De vraagstelling was ook niet heel diep toen, dat is pas later gekomen. Het werd steeds uitgebreider.
Meijering: Nee maar, je kunt dingen nog... als ik denk aan het achterste van mijn tong dan denk ik: nou, ik vertel nog niet alles, ik vertel alleen nog maar het voorste van mijn tong bij wijze van spreken, dat is één mogelijkheid. Maar de andere mogelijkheid is, dat je wel iets verklaard, maar dat je gewoon simpelweg weet dat dat niet naar waarheid is. Of dat dat aangezet is, of aangedikt is, of dat het ingevuld is, nou, dat soort dingen. Daar ziet mijn vraag op.
Voorzitter: Expres bedoelt u, hè?
Meijering: Ja... ja.
Voorzitter: Want je kunt ook iets aanzetten zonder dat je dat expres doet, maar u zegt: willens en wetens? Met het ook op het geweld aandoen van de waarheid...
Meijering: Eh... ja.
La Serpe: Ik heb in de kluisverklaringen vele malen verklaard, ik dacht met name in kluisverklaring 13 of zo, uh... dat ik daar het voorbehoud had van ja... en dacht uh, als ik uh... ik realiseerde me dat ik het risico liep, als er niet overééngekomen werd (met TGB/OM) bijvoorbeeld, dat ik dan schade aan mezelf gedaan zou hebben door die verklaringen af te leggen. Dus ja, ik heb daar dingen veranderd. Één van de dingen, heb ik ook over verklaard, is de looprichting.
Meijering: Het is natuurlijk al meer aan de orde geweest, maar kunt u zich meer dingen herinneren in die gigantische bups verklaringen van u dat u zegt, ja daarin heb ik ook de waarheid geweld aangedaan?
La Serpe: Uh... ik kan me niet herinneren.
Meijering: Ehm...ik formuleer het even als volgt: Heeft u wel eens bij de beantwoording van vragen door de diverse vragenstellers in deze zaak uw herinneringen ingevuld?
La Serpe: Wat is dat nou voor een vraag?! Niet bewust.
Meijering: Nou, ik kom er zoidadelijk wel op terug, u heeft die bewoordingen wel eens gebruikt, dat u herinneringen heeft ingevuld. Zegt dit u iets?
La Serpe: Het zegt me niets, maar als ik dat zo gezegd heb, dan is het dat ik de omgeving, de mensen die de vragen stellen, daar zelf op attent op maak. Dus... dan heb ik dat in ieder geval proberen te 'ontvullen'.
Meijering: Maar herkent u zich daar zelf in, dat u herinneringen invult?
La Serpe: Nou uh..gehehehe..herkent u zich erin? Nou, in het dossier, de afgelopen 7 jaar, ik heb heel veel gesproken, dus uh...

Voorzitter: Even voor het begrip van het Hof, misschien kunnen we eerst even verkennen wat bedoeld wordt met 'herinneringen invullen'? Ja ehm... laten we daar een vraag van maken. Kent u het begrip: invullen van herinneringen?
La Serpe: Uh... nou ja, ik heb hier aan uw Hof ook verklaringen afgelegd, waar ik op een gegeven moment wel herinneringen bij kan bovenhalen, omdat het lang geleden is en dat de tussenstappen dan meer op logica gebaseerd zijn. Dus i.p.v een echte herinnering. Maar dat heb ik ook aangegeven, althans geprobeerd, want ja, ik zei al, ik heb zoveel verklaard in de laatste 5 jaar, maar ik heb nooit bewust, dat ik daarmee bezig ben geweest.
Voorzitter: Nee, daar gaan we eerst even... dat goed begrepen wordt wat nu bedoeld wordt met het invullen van herinneringen. U zegt: "Als u me dat voorhoud, dan heb ik soms een herinnering, maar dan is er een tussenstap die ik zelf invul op basis van gezond verstand en logica?" Dat is wat u begrijpt onder...
La Serpe: Ja, dat is wat ik eronder begrijp en nu is dat natuurlijk, omdat de herinneringen veel verder weg liggen uh... ja, zou dat veel eerder aan de orde zijn dan 7 jaar geleden.
Voorzitter: Ik begrijp wat u zegt, nu is even de vraag waarin u (Meijering) niet de getuige bent: Is dat wat u bedoelt ook met het invullen van herinneringen? Of heeft u iets anders voor ogen dan de getuige onder die woorden begrijpt?

Meijering: Ja, laat ik het wat dat betreft ook ietsje concreter maken. Dan verwijs ik naar een verklaring van meneer, ik denk kluisverklaring 15, en dan citeer ik... dan wordt er gesproken over de Kalashnikov, of de Glock in de zaak van meneer Houtman, en dan zie ik hier het volgende: 'Toen ik probeerde de herinnering terug te halen, dat doe je door ze in te vullen', en dan zegt hij verderop: 'Zo ben ik ook achter de hulzen gekomen, waar die hulzen liggen'. En dat is eigenlijk wat ik u... ik was geïnspireerd door die opmerking, kunt u dat eens uitleggen? Heeft u bijvoorbeeld ook... dat is een vervolgvraag, als het mag?
Voorzitter: Eerst deze eventjes.
Meijering: Ja?
La Serpe: Oké, daar heb ik dat uh..uh.. anders bedoeld, dan dat ik dat net verwoord, zeg maar, want met die hulzen kan ik mij herinneren, dat ik op bed ben gaan liggen, in je cel heb je, ja zoveel meubilair heb je niet gehehe.. op bed ben gaan liggen en ben in mijn herinneringen proberen terug te gaan naar waar die dingen kunnen liggen. En dat doe je door na te denken: ben ik daar geweest?, heb ik daar gestaan?, dan bedenk je dingen en kijk je... probeer je te kijken, als je überhaupt wat ziet, want dingen... het is vervelend donker daar, moet ik zeggen gehehe... dan probeer je te kijken of je jezelf zo ziet en dan uh... hoop je zeg maar iets te 'restibuleren' wat de herinneringen wakker maakt, of dat uh... zo wordt dat, zoals ik het nu hoor, denk ik bedoeld.

Meijering: En weet u nog welke beelden, om bij dit voorbeeld te blijven als het gaat om die hulzen, toen is teruggekomen?
La Serpe: Nou... helemaal niet...
Meijering: Sorry?
La Serpe: Helemaal niet. Ik weet het niet meer.
Meijering: Nu komt er niets meer los?
La Serpe: Uh nee, het is te lang geleden en het is een uh..te uh... slechte herinnering.
Meijering: Hm hm...
La Serpe: Ik bedoel ook slecht kwa kwaliteit...
Raadsheer: Dat was overigens de verklaring van meneer La Serpe van 15 augustus 2007. Dat was een verklaring bij de recherche.
Meijering: Aha, een tactische verklaring. Neem me niet kwalijk. Ja.

Meijering: Ehm, er is nog een andere opmerking die ik uit uw mond heb zien opgetekend worden. En hier weet ik wel zeker wat de vindplaats is: dat is uw recherche-verklaring van 4 oktober 2007, en op de papieren pagina 14 heeft u gezegd dat u 'geneigd bent er vaak een heel verhaal van te maken'. Kunt u zich een dergelijke opmerking herinneren?
La Serpe: Ik kan mijn verklaringen per definitie niet meer herinneren, ik denk niet in verklaringen, maar als ik het op die manier gezegd heb dan uh... bedoel ik daarmee dat ik probeer zo volledig mogelijk te zijn en dan wordt het al snel een heel verhaal, omdat dingen allemaal aan elkaar vastzitten en geliëerd zijn, dus er komen... en ja, dus dan wordt het al snel een heel verhaal.
Meijering: Ja ja, op die manier bedoelt u dat. Heeft u...
AG Mr. De Jong: Zou u dan... ja, ik vind het heel vervelend om u te onderbreken hoor, maar zou u, als u een verklaring benoemd, willen zeggen of het een verbatim verklaring betreft of de...
Meijering: De papieren.
AG: Ja, maar er zijn twee soorten papieren verklaringen, je hebt de verbatim papieren verklaringen en je hebt de doorlopende verklaringen, zeg maar.
Meijering: Ik zeg, ik doe mijn best. Maar dat wordt echt... dan vraagt u denk ik teveel, maar voor zover mogelijk doe ik dat natuurlijk wel. Dit komen we misschien verderop ook nog wel tegen.

Meijering: Ehm, heel vaak hè, is door de bevragingen, door de voorzitter ook nog afgelopen week, is naar voren gekomen als er vragen gesteld worden, dat u dan wel eens hoort van, nou: ga nog eens terug in uw herinneringen en probeer dat beeld nog eens op te roepen, je herinnering terug te halen. Nou wilde ik u vragen: Heeft u bij uzelf wel eens bemerkt dat u iets heeft verklaard dat niet waar is, maar daarbij beelden bent gaan oproepen en vervolgens later bent gaan denken van: hé, ik denk echt, in alle oprechtheid dat het zo is gegaan? Heeft u dat wel eens bij...
La Serpe: Hoe kan ik dat überhaupt weten? Want dan zou ik me toch bewust moeten zijn van het feit dat het niet klopt? Ik begrijp de hele vraag niet.
Meijering: Nou ik kan... nee, maar goed, uw antwoord is voor mij al een antwoord.
Voorzitter: Maar als de vraag niet goed begrepen wordt, is dat risicovol, als het gaat om het antwoord.
Meijering: Nou, dat je jezelf erop betrapt... ik heb mezelf er bijvoorbeeld een keer op betrapt, dat was bij een familiefilm, ik kreeg een familiefilm te zien en later dacht ik er zelf bij aanwezig te zijn geweest. Dus je krijgt die beelden en die ga je overzetten. En zo zou je bijvoorbeeld ook, dat is in de wetenschap ook wel teruggekomen, dat je jezelf kunt verplaatsten, bijvoorbeeld op de Dam en dan zet ik niet mijn partner daar neer, maar dan zet ik u daar neer, en dat ga ik dan maar vaak genoeg herhalen dat u dat bent geweest en op een gegeven moment geloof je daarin. Heeft u dat wel eens bij uzelf bemerkt?
La Serpe: Meneer Meijering, uh...ik heb uh...uh, als ik uh.. in mijn herinneringen, of in de dingen die ik verteld heb in de rechtbank, dingen überhaupt tegenkom, bijvoorbeeld in de vraagstelling, waardoor ik dacht van: nou, dat zou wel eens anders kunnen zitten of misschien heb ik me daar vergist, heb ik dat altijd proberen te melden en altijd geprobeerd daar duidelijkheid in te scheppen. De theorie... of theorie, hetgeen u mij nu voorhoudt, dat eh..is eigenlijk de verklaring die op mijn laptop gevonden is, zeg maar, en dat geeft u nu in iets andere bewoordingen weer. Dat is uh... die verklaring die klopt niet.
Voorzitter: Maar de vraag is, laten we nog even daarvan wegblijven, want dat (de verklaring op de laptop) is nog niet aangestipt, maar de vraag is dat u een herinnering heeft aan iets en dat door iets anders blijkt van, nou ja: dat kan niet waar zijn. Dat je bijna schrikt van jezelf, zal ik maar zeggen. Heeft u zo'n ervaring wel eens gehad? Dat is eigenlijk de kern van de vraag. En dat heeft dus niet te maken met dat u als getuige uw best doet en dat u door het geven van context dingen duidelijk probeert te maken, maar heb je wel eens meegemaakt dat je zegt "Ik heb dit gezien" en later blijkt dat het niet waar kan zijn, terwijl je er stellig in gelooft?
La Serpe: Niet in het proces.
Voorzitter: En daarbuiten?
La Serpe: Ja, ik heb drugs gebruikt, dus ik heb wel eens een roze olifant gezien... dus.
Voorzitter: Ja..ok..maar toen wist u eigenlijk al gelijk dat die er niet was?
La Serpe: Ja, nou ja, zelfs dan weet je gelijk: dat kan niet kloppen.

Meijering: Nee ik eh... de aanleiding zit hem bij meerdere thema's die naar voren zijn gekomen, bijvoorbeeld ook het hulzen-verhaal. Ik kom daar later ook nog wel over te spreken als ik specifiek over de zaak Houtman nog vragen wil gaan stellen. Maar bijvoorbeeld het hulzen-verhaal... ehm, ik houd u maar gewoon even voor zoals wij er tegenaan kijken, daar komen de vragen uit naar voren. Dat is over: dat u hulzen in uw handen heeft gehad, is voor mij een volstrekt ongeloofwaardig verhaal. Ik hou het u even voor. Aan de andere kant, moet ik u gewoon wel eerlijk zeggen, dat zo beeldend als u dat kunt vertellen, en ook heeft verteld en ik dacht dat dat laatst ook even bij het Hof al aan de orde kwam, dan twijfel ik echt over, want ik ga dan uit van mijn perceptie dat u niet de waarheid vertelt, of u dat nou opzettelijk doet of dat u denkt dat nou echt te hebben gezien. Daar komt het uit voort mijn vraag. En wilt u daar nog op reageren? En dan nu voor wat betreft dit specifieke hulzen-verhaal.
Voorzitter: Dus de vraag is: Wilt u nog eens vertellen wat er met de hulzen is gebeurd? Want anders is het zo'n erg open vraag, laat ik maar zeggen. Zo, zo... het kan alle kanten op.
Meijering: Ja, ik kom er later aan toe, maar dat kan nu ook.
Voorzitter: Ik vind het goed. Meneer La Serpe, wilt u teruggaand naar de bron, voor zover benaderbaar voor u, vertellen wat u zich nog kunt herinneren van de hulzen op de plaats-delict Houtman?
La Serpe: (zeer diepe zucht) Uhhhm, ik kan mij niet herinneren dat ze geraapt zijn en dan moet ik zeggen, het proces en alles wat erin gezegd is, zeg maar, is van invloed op mijn huidige uh...uh...respons, zeg maar...
Voorzitter: Maar toch terug gaan naar de bron.
La Serpe: Ja nou, de bron uh... wat ik mij kan herinneren is uh... dat ik uh...de deur van uh..de auto, of het contactslot, ik weet niet meer, ik had in elk geval hulzen in mijn handen waardoor ik een handeling niet kon uitvoeren, en ik heb de hulzen aan Jes gegeven en die heeft ze voor de RAI, of zo, ergens uit de auto gegooid. En dat is, zeg maar, de de de stukjes hulzen die ik voor me zie, als ik me richt op de hulzen.
Voorzitter: Als u dit zo vertelt, vertelt dat niets over hoe de hulzen in uw handen zijn gekomen.
La Serpe: Nee, dat weet ik niet meer. Ik uh... nee...

Meijering: Nou is het ook nog eens zo, ik pak nog even op dit punt door, nou is het ook nog eens zo, ik weet niet of u dat nog weet, dan gaat misschien de AG me naar de vindplaats vragen, dat kan ik dan nu even niet vinden, maar u heeft in u eerste... of..ja, in uw kluisverklaring, heeft u aangegeven, er is toen gevraagd: Joh, wat hebben jullie met de hulzen gedaan? Dan zegt u: 'Joh, die hebben we laten liggen, want dat hebben we zelfs nog van te voren doorgesproken en de hulzen waren schoon', ik parafraseer dat even, maar kunt u zich dat herinneren, dat u dat zo verklaard heeft?
La Serpe: Ik kan me niet herinneren... ik kan verklaringen niet herinneren.
Voorzitter: Goed... Ik heb, en nu praat ik ook uit mijn herinneringen, dat is het risicovolle aan deze zaak, ik meen me te herinneren dat dat een veronderstelling van meneer is geweest, dat daarom ervoor gekozen en dat het dus niet iets is van: 'dit hebben we zo besproken', maar dat het een conclusie van u is geweest?
Meijering: Ja, dat klopt wel, zei ik het anders?
Voorzitter: Nou ja, je zou het ook zo kunnen begrijpen dat dat het gevolg is van een beredeneerde beslissing, zal ik maar zeggen, in overleg met anderen, en zo heb ik het niet helemaal begrepen.
Meijering: Nee maar, jawel, meneer heeft van te voren overlegd met Jesse Remmers, ze hebben overlegd van: wat gaan we nou met die hulzen doen? En die hebben we toen gewoon uit de machine laten lopen, daar komt het kort en goed op neer.
AG Mr. De Jong: Nee, meneer zegt: 'we hebben ons daar niet druk om gemaakt'. Dat is dan weer een volgende conclusie van u, denk ik.
Voorzitter: Nou, vooral als we gaan teruggrijpen op eerdere verklaringen, is het wel... als het even kan handig om het dan gortdroog houden.
Meijering: Ik eh... weet u, ik hou toch maar weer gewoon mijn lijn aan, denk ik.
Voorzitter: Ik weet niet wat uw lijn is?
Meijering: Nee, ik zei daarnet: ik ga even met u mee, van de lijn af...
Voorzitter: Oh ok.. ja, ja.
Meijering: Ik kom er zodadelijk wel op terug en dan pak ik dit er gewoon bij.
Voorzitter: Maar wij zijn nog aan het kijken hoor.
Meijering: Nou graag.
Voorzitter: Als we het hebben, laten we het u weten. Anders wachten we maar...

Tijdje later komt één van de raadsheren op de hulzen terug.
Raadsheer: Er was wat discussie over wat er nou precies stond over die hulzen. In de kluisverklaring, nummer 13 staat erbij, daar staat: 'Hebben jullie je druk gemaakt om de hulzen?' 'Nee, de weken daarvoor hadden wij alles doorgesproken, ook de hulzen. Wij vonden daar geen gevaar aan kleven. De hulzen uit de Kalashnikov waren nieuw uit de doos en de Glock kwam van Sjaak. Jesse had er veel vertrouwen in dat dat wapen schoon zou zijn'. Dat is het fragment waar u op doelde.
Meijering: Ja, dat is kluisverklaring 15. De vindplaats is, wordt ik net gesouffleerd (door Soerel): op pagina 80 van 98009079.
Voorzitter: Er is ook nog een ander verhoor waar er iets over hulzen is gezegd, maar... ik stel het maar vast... 24 mei 2007.
Meijering: Ja.
Voorzitter (citeert): 'Of ik de hulzen geraapt heb of niet en of Jesse die hulzen geraapt heeft of niet, het enige dat ik me echt van die hulzen kan herinneren, is dat ik ze in mijn handen had, inmijn linkerhand had toen we de auto in stapten. Ik kan me niet herinneren dat ik die hulzen geraapt heb, maar ik heb wel hulzen in mijn handen gehad. En op zich is het niet heel raar dat Jesse of ik hulzen rapen. Dat past wel bij mij als persoon en Jesse als persoon. Als ik het al geraapt heb, ik denk het wel, dat kan bijna niet anders...
La Serpe: Conclusie!
Voorzitter: Als we dit stukje voorlezen dan zien we iets wat we wel vaker gezien hebben, dat u de behoefte heeft om dingen toe te lichten en in te kaderen...
La Serpe: Ik probeerde duidelijk te zijn.
Voorzitter: Zeker, maar...
La Serpe: Nee, maar ook omdat die herinneringen zo uh... beetje vertroebeld zijn...
Voorzitter: Nee, maar wat ik hier zo voorlees, daar kan iedereen beluisteren dat u dingen toelicht en beredeneert en de vraag is: Wat weet u nou nog?
Meijering: Ja, en ik zou daar zelf nog aan willen toevoegen dat tussen die kluisverklaring, die 2 november 2006 heeft plaatsgevonden, uit mijn hoofd gezegd, en deze verklaring die de voorzitter zojuist voorhoudt, uit mei 2007, ehm... staat u bij dat u toen op de hoogte bent gesteld... op de hoogte bent gekomen dat de Kalashnikov-hulzen gevonden waren op de plaats-delict?
Voorzitter: Die waren nog niet gevonden toen.
Meijering: Ja maar mijn vraag is, of meneer dat nog bij staat?
Voorzitter: (n.t.v)
Meijering: Nee, dat geeft niet...
La Serpe Uh... nee, ik weet dat het besproken is hier en dat in de kranten dingen gestaan hebben, maar ik kan het niet meer op één punt brengen.
Meijering: Kijk, en dan kom ik weer op het punt, en dat houdt ik u voor, ehm... dat is dat u dus vrij duidelijk zegt, de oudste raadsheer heeft het u nog voorgelezen: 'Hebben jullie je druk gemaakt om de hulzen? Nee...etc... Ja, en dan komt er een toelichting die zojuist is gegeven: 'die hulzen bleven liggen' enerzijds en anderzijds, veel later, als u dan op de hoogte bent gesteld dat er geen hulzen zijn gevonden, dan komt er ineens een beeld bij u boven, dat u die hulzen in uw hand heeft gehad. En dat heeft u nooit eerder in uw kluisverklaringen verklaard.
La Serpe: (diep zuchtend) Meneer Meijering, uw eh... vertaling van hetgeen wat uh... (stopt met praten)
Voorzitter: Gaat u maar verder hoor.
La Serpe: De vertaling van hetgeen de voorzitter net voorlas, met andere woorden: 'die hulzen bleven liggen', is volgens mij niet de correcte vertaling. En verder is het zo dat in de kluisverklaringen, daar werden geen dieptevragen gesteld. Dat is met de CIE, dat is toch een beetje anders dan in de rechtbank praten, bijvoorbeeld. Daar is globaal dingen op papier gekomen. In de zaak Houtman bijvoorbeeld heb ik voorbehouden gehad en uh... o.a. de looprichting veranderd... ja, dat niet alles op papier gekomen is, lijkt me logisch.
Voorzitter: Goed, maar u heeft gereageerd op wat de raadsman u voorgehouden heeft.
Meijering: Ja hoor, dat was de bedoeling.

Tot zover het verhoor. Er zijn natuurlijk veel meer interessante zaken aan de orde gekomen en ooit kom ik daar nog wel terug. Voor nu hoop ik dat al een beetje over is gekomen hoe het getuigenverhoor met kroongetuige Peter La Serpe verliep.

De middag was op dit moment overigens nog vrij jong, maar de kroongetuige vertoonde wel reeds tekenen van vermoeidheid, klonk op momenten geïrriteerd, zuchtte regelmatig en een paar keer viel La Serpe zelfs ineens even stil. Kennelijk wachtte hij op die momenten op de aandacht van de voorzitter, die even niet zijn richting uitkeek, en hem dan verzocht maar gewoon door te gaan met praten.

Soms klonk de stem van La Serpe lijzig traag en viel het een aantal toeschouwers op de tribune, incluis mezelf, op dat La Serpe op momenten zelfs een beetje met een dubbele tong leek te praten, vergelijkbaar met iemand die onder invloed is van alcohol, maar daar kun/mag je wel van aannemen dat dit niet het geval was. Eerder valt te denken aan (wellicht tóch) een kalmerend middel. Maar dat is verder pure speculatie. Ik weet niet eens of het überhaupt wel is toegestaan, of juist niet, om onder invloed van kalmerende medicatie te getuigen. Het was me al een keer eerder opgevallen vorige week. En toen werd daar tijdens de zitting door Mr. Ficq toevallig (of juist niet omdat het dus niet alleen mij was opgevallen) een vraag over gesteld. Wellicht was het toch enkel de vermoeidheid die soms toesloeg, maar dit leek anders. Het viel gewoon op, meer kan, wil en zal ik er ook niet over zeggen.

De geestelijke toestand van La Serpe gaat de raadsheren, AG's en verdediging aan, niet mij. De indruk die ik van hem had afgelopen dagen was sowieso wisselend. Die laat ik nu in het midden. Gelukkig hoef ik ook geen beslissingen te nemen. Het lijkt me een bijzonder moeilijke opgave aan de ene kant, aan de andere kant kreeg ik toch wel de indruk dat de raadsheren van het Hof niet alles voor zoete koek slikken wat de kroongetuige allemaal te berde bracht afgelopen dagen. En uiteindelijk gaat het daar om. Hoger beroep wordt niet voor niets ingesteld, zal ik maar zeggen.

Voor maandag 23 juni is misdaadjournalist Hendrik Jan Korterink opgeroepen als getuige.

Bondtehond

woensdag 18 juni 2014

'Dit viel niet altijd in goede aarde bij het Hof kreeg ik de indruk'

Er is in het liquidatieproces Passage in eerste aanleg vele dagen besteed aan de getuigenverhoren van kroongetuige Peter La Serpe door zowel de rechtbank, openbaar ministerie en de advocaten van de verdachten. Je kunt wel zeggen dat er sprake was van een goede samenwerking tussen de advocaten en dat die het beste waarneembaar was tussen Mrs. Nico Meijering en Sander Janssen. Waarbij Mr. Janssen zich richtte op de nieuwe kroongetuigen-regeling, de OM- en TGB-deals en de toetsing daarvan. Zoals gezegd zullen vragen daarover straks aan de orde komen bij de rechter-commissaris.


Tussen de raadslieden van het kantoor van Meijering bestaat natuurlijk altijd al een nauwe samenwerking, beter kun je nog zeggen dat de leden van het zogenaamde 'liquidatiekantoor' samen als hecht team heeft optreden namens hun 3 cliënten Dino Soerel, Ali Akgün en Sjaak Burger in de Bunker te Osdorp. Mrs. Meijering, Van Kleef, Ficq en Van der Werf hebben alle vier opgetreden namens deze 3 cliënten. Verhoren van La Serpe werden echter grotendeels door Mr. Nico Meijering voor zijn rekening genomen. Ik weet niet of daar nu een specifieke afgesproken tactiek achter stak, maar het valt niet te ontkennen dat Mr. Meijering vaak de leidinggevende rol kreeg toebedeeld en die taak ook met verve op zich nam. Zo ook weer in Hoger beroep.

Tijdens de getuigenverhoren van La Serpe tijdens de afgelopen twee weken hield het Hof met name 'het voortbouwende karakter' van de verhoren in de gaten. M.a.w. is het niet de bedoeling om weer precies dezelfde vragen te stellen die reeds tijdens de eerste aanleg aan de orde zijn geweest. Soms ontkom je daar natuurlijk niet aan, maar het is vooral ook fijn dat je als toeschouwer niet bij ieder vraag een lichtje van herkenning gaat branden. Het is voor de verdediging van belang dat het Hof een goede indruk krijgt van hun bevindingen tijdens de eerste aanleg. En ik moet zeggen dat ik donderdagmiddag sterk het gevoel had dat Mr. Meijering er erg goed in slaagde om, afgewisseld door de raadsheren van het Hof die tussendoor het stellen van de vragen overnamen ('graag zelfs', aldus Meijering), mogelijke leugens, tegenstrijdigheden en andere manco's bloot te leggen. Anders gezegd: La Serpe zei zich totaal niet meer met het dossier bezig te hebben gehouden sinds de uitspraak en wilde nu spontaan en 'uit de bron' getuigen (uit zichzelf), maar kon zich toch vaak niet meer herinneren wat hij nu had verklaard. Soms zelfs niet meer óf hij bepaalde dingen überhaupt wel had verklaard. De oplossing was dan vaak er maar weer eens één van zijn mantra's in te gooien: Ik kan met niet herinneren dat ik daar over verklaard heb. Maar als ik dat verklaard heb, blijf ik daarbij'.

Dit viel niet altijd in goede aarde bij het Hof kreeg ik de indruk. En ook niet bij mezelf. Maar ja, wie ben ik? Ik durf echter wel te zeggen dat ik intussen als burger en rechtbankverslaggever de meeste verhoren van La Serpe op openbare zittingen heb meegemaakt en ik er verder geen belang bij heb om nu kritiek op de kroongetuige of OM te hebben of iets dergelijk, maar ik mag denk wel zeggen dat het mij af en toe sterk verbaasde dat de kroongetuige op momenten toch behoorlijk slecht uit de verf kwam tijdens de belangrijke zittingsdagen in Hoger beroep. Natuurlijk, aan het mondje van La Serpe zal het niet liggen, hij is mondig genoeg en heeft een bepaalde routine en handigheid gekregen in het pareren van lastige vragen sinds de aanvang van het proces. Maar een getuige moet denk van goede huize komen, wil hij ontkomen aan de routine en handigheid in het bovenhalen van ongerijmdheden in verklaringen door ervaren raadsheren als van dit Hof en een advocaat als Mr. Nico Meijering.

Er is ook zeer veel gebeurd in eerste aanleg waarvan je je als toeschouwer al dikwijls afvroeg: Hoe is het mogelijk dat het rechtssysteem akkoord heeft kunnen gaan met sommige gebeurtenissen en bekroop me onwillekeurig toch regelmatig het gevoel lichtelijk tot zwaar in de maling te worden genomen. Feitelijk was dat ook zo, dat heeft de kroongetuige zelf ook meermaals toegegeven, alleen werden daar andere benamingen aan gegeven. Ik zou tenminste niet weten hoe je anders dubieuze zaken als 'het inbouwen van zekerheidjes', de 'weglatingen', het op zijn laptop gevonden manuscript van zijn eigen boek 'De Doomgetuige', een verweer van 27 A4-tjes, zijn zogenaamde '11 herinneringen' ( lees HIER en HIER ) etc. allemaal moet noemen? Om nog maar te zwijgen van al hetgeen aan je zicht wordt ontrokken door de vermeende scheiding van trajecten, het geheime TGB-traject en het traject van het zaaks-OM. Het ondeelbare OM blijkt hier toch wél deelbaar kennelijk, terwijl La Serpe zegt dat het in zijn ogen één pot nat is, die twee gescheiden delen binnen hetzelfde openbaar ministerie. Geen wonder dat je als toeschouwer de kluts af en toe een beetje kwijt raakt en niet meer precies weet wat nu waar is of niet waar.

Dat creatieve draaien met waarheden binnen een proces waar de belangen zo enorm groot zijn, kun je daar als Hof wel mee akkoord gaan? That's the Question. In eerste aanleg, nu en helemaal straks aan het einde. Het zal duidelijk zijn dat de verdediging vond/vindt van niet en dat de raadslieden weer alles uit de kast trekken om de volgens hun vele ongerijmdheden en (gerechtelijke) misstanden aan te tonen. Een kroongetuige moet natuurlijk allereerst gewoon naar waarheid en zonder voorbehoud verklaren en niet allerlei spelletjes spelen die in het milieu kennelijk ook gespeeld worden. "Schaken doe je maar in je eigen tijd", zou je graag eens willen horen zeggen door raadsheren die met de verdediging net zo goed op zoek zijn naar de juiste beslissing aan het einde. Maar goed, zo werkt het spel kennelijk niet, maar je mag wel hopen dat men ook niet pikt dat La Serpe in zijn allesoverheersende, opmerkelijke spel de verdachten als pionnetjes ziet om zijn doel te bereiken en hen op ongeoorloofde wijze zeer langdurige tot levenslange gevangenisstraffen kan bezorgen. En het OM zou dat wellicht ook niet moeten willen. Zeker niet nu er met zo'n nieuwe kroon-getuigenregeling ongetwijfeld jurisprudentie geschreven gaat worden die van groot belang zijn in toekomstige strafrecht-processen.

Maar ja, nogmaals: ik heb geen rechtenstudie afgerond en moet het puur en alleen doen met de informatie en hetgeen ik zie, hoor en meemaak(te) tijdens de openbare zittingen van het liquidatie-proces. Daarnaast zijn er natuurlijk ook ontzettend veel dingen waar je als toeschouwer geen zicht op hebt gekregen. Simpelweg omdat het Passage-dossier bestaat uit vele honderden ordners met verklaringen, tapgesprekken, afbeeldingen, foto's en technische bevindingen, maar ook het geheim gehouden TGB-traject en (verklaringen van) anonieme bedreigde getuigen. Ongetwijfeld ben ik nog zaken vergeten in dit onmetelijk grote proces en zal er nog veel gaan gebeuren. Wel heb ik de strijd van de verdediging van redelijk dichtbij mee mogen maken en ontzettend veel mensen leren kennen tijdens Passage, zowel de officials als de wat minder direct bij het proces betrokken mensen, variërend van getuigen tot familieleden en/of vrienden van verdachten, maar ook van slachtoffers en nabestaanden. Erg leuk was het om rechtbankvoorzitter Mr. Frits Lauwaars even te hebben gesproken, maar ook officier van justitie Mr. Michiel van IJzendoorn en politiewoordvoerder Ellie Lust tijdens de uitreiking van de Jacques van Veen Persprijs aan misdaadverslaggever Paul Vugts van Het Parool.

Om niet verder af te dwalen van het Hoger beroep zal ik deze week twee verslagen kort achter elkaar schrijven. Dit eerste deel laat ik meteen opvolgen door een tweede deel, meer met samengevat verhoor, omdat hetgeen ik hierboven schreef toch het beste opgevolgd kan worden door dat deel van het verhoor waarvan ik donderdagmiddag getuige van ben geweest en waarvan ik vond dat de verdediging, met tussendoor aangevuld met vragen door het Hof, het beste tot zijn recht kwam. U zult, gezien de boven-staande tekst, begrijpen dat ik een deel van het verhoor van La Serpe door Mr. Meijering heb uitgekozen om samen te vatten, omdat dit getuigenverhoor voor mij eruit sprong tijdens de afgelopen 6 verhoordagen. Speelt ook mee dat ik gedeeltes van dit verhoor redelijk compleet heb kunnen noteren. Morgen deel twee.

Sowieso vond ik donderdag en vrijdag interessantere procesdagen omdat donderdag weer eens wat bekende mensen op de publieke tribune zaten. Onder andere de vader van Jesse Remmers, de beruchte en immer sympathieke Greg Remmers, kwam zijn zoon groeten in het JCS vanaf de tribune boven. Wat overigens niet meteen lukte, maar na een seintje in de eerstvolgende pauze door z'n advocaat Mr. Sander Janssen, keek Jesse eindelijk omhoog bij het verlaten van de zaal en zwaaide enthousiast lachend terug naar zijn vader. En vrijdag zag ik voor het eerst sinds het 'Briard'-proces, waar ik enkele zittingen van bijwoonde en na zijn vrijlating na de uitspraak in dat proces, de eveneens beruchte Donald Groen verschijnen op de publieke tribune van het JCS. Kennelijk omdat hij zijn raadsman Nico Meijering even wilde spreken in de pauze. Donald zag er goed uit, had al een goede tint voor iemand die net 3 jaar vast heeft gezeten en kwam relaxed over. Ik dacht uit enige woorden die ik met hem wisselde te kunnen opmaken dat hij op zich redelijk tevreden was met de Briard-uitspraak. Drie jaar, in plaats van de geëiste tien jaar, is in principe ook een heel mooi resultaat voor hem en zijn advocaat Nico Meijering. Niettemin vernam ik gistermiddag van Meijering dat maandag jl. zowel het OM als Donald Groen toch in Hoger beroep zijn gegaan.

Morgen (mogelijk vrijdag) dus een samengevat getuigenverhoor van La Serpe door Meijering.

Bondtehond

maandag 16 juni 2014

'Als ik weet dat Jesse me dood wil hebben, ja met alle respect, maar dan schiet ik hem dood'

De 6-daagse verhoor-marathon van kroongetuige Peter La Serpe is vrijdagmiddag jl. beëindigd, voor zover dat tijdens de openbare zittingen betreft. Om 14:45 sloot het Hof nl. de deuren voor publiek en journalisten omdat Mr. Nico Meijering zoals eerder reeds aangekondigd nog vragen wilde stellen omtrent de anonieme beschermde getuigen F1, F3 en NN1-Hollowpoint. Later zullen er nog verhoren plaatsvinden bij de rechter-commissaris over de gang van zaken m.b.t. het TGB-traject, de OM-deal en de TGB-deal, in het bijzonder voornamelijk over de financiële aspecten. Welke toezeggingen zijn er gedaan en welke afspraken zijn er uiteindelijk gemaakt? De verdediging wil toetsen of deze mogelijk ontoelaatbaar waren/zijn.


Een aantal procesdagen tegelijk samenvatten in één verslag is bijna onmogelijk. Er is eenvoudigweg teveel besproken. Wil natuurlijk niet zeggen dat er over afgelopen week niet een aantal opmerkelijke momenten te vermelden zijn. Een aantal momenten zal ik proberen te reproduceren. Ik moet zeggen dat de verhoren van de kroongetuige vaak in een nogal vlot tempo ging. Peter La Serpe zelf praat sowieso vaak 20 woorden in een dozijn en dat regelmatig in een sneltreinvaart. Alhoewel me donderdag opviel dat er momenten waren dat het zelfs leek of de kroongetuige soms met een dubbele tong sprak en ook trager in zijn woordenstroom. Het zal toeval geweest zijn, maar Mr. Bénédicte Ficq, die donderdag ook even aanwezig was in het JCS, stelde precies daar één van haar vragen over in de zaken van zowel Dino Soerel, Ali Akgün en Sjaak Burger. Het was de verdediging namelijk ook opgevallen dat La Serpe nu relaxter leek dan tijdens het proces in eerste aanleg.

De vraag die Mr. Ficq stelde, luidde: Mijn vraag is of u misschien medicatie, kalmerende medicatie gebruikt op dit moment?
La Serpe: Nee.
Mr. Ficq: Niet? Ehm, ik heb een vraag die ik van belang vind. Bent u ooit in de aanloop naar de getuigenregeling toe door een psycholoog, dan wel psychiater onderzocht, in het kader van óf het TGB-traject, óf de kroongetuigenregeling?
La Serpe: Daar geef ik geen...
Voorzitter Mr. Veldhuisen: Voor u antwoord geeft, merk ik dat het OM iets wil opmerken.
AG Mr. Posthumus: Ja, wij willen dat het beantwoorden van deze vraag wordt belet, omdat dit raakt aan het TGB-traject en het uitgebreid aan de orde is geweest bij de RC in het verhoor van Verwiel.
Mr. Ficq: Ja, maar ik ben hier een getuige aan het horen...
AG Mr. De Jong: En die vragen staan al in de stukken die door Mr. Janssen zijn ingebracht en ten aanzien van die stukken is beslist door het Hof dat die binnen het kabinet van de RC aan de orde zullen moeten komen en dat volgens de vastgestelde juridische kaders die vragen dus even mee zal moeten worden gewacht tot die dán aan La Serpe kunnen worden gesteld, ook wat het OM bereft. Dus wij vragen beletting van de vragen.
(Mr. Ficq mocht van het Hof het belang toelichten)
Mr. Ficq: Nou ja, ik vind... kijk, er wordt een enorme scheiding aangebracht en die wordt ook strak aangebracht tussen het TGB- en de strafzaak, dat is op zich natuurlijk ook terecht, maar dat betekent niet dat vragen die het TGB-traject kunnen raken niet van belang zouden kunnen zijn voor de strafzaak en dat is natuurlijk ook terecht en ik denk dat de beantwoording van deze vraag direct zeer ingrijpend zou kunnen zijn voor de beoordeling van een aantal 348 / 350-kwesties. Dus ik vraag u de vragen toe te staan.
Voorzitter Mr. Veldhuisen: Dat is uw onderbouwing van de stelling dat de vragen beantwoord zouden moeten worden?
Mr. Ficq: Ja, zeker.
Voorzitter Mr. Veldhuisen: Goed, dan betrekken wij dat bij de afweging.

Het Hof ging in de pauze in beraad of de vragen moesten worden beantwoord. Het Hof overweegt dat TGB-officier van justitie Mr. Verwiel als getuige is gehoord en vragen heeft beantwoord bij de rechter-commissaris en dat door haar enige informatie is verstrekt waaruit kan worden afgeleid dat er in het beschermingstraject enige onderzoek heeft plaatsgehad. Er is gescreend en er is ook een psycholoog bij betrokken geweest. De inhoud daarvan zag niet toe op de inhoud van verklaringen of de betrouwbaarheid van de persoon, omdat dat aan het tactische-OM zou zijn. De beslissing van het Hof luidde dat de aangewezen partij om die vragen te beantwoorden de Staat is en omdat Mr. Verwiel onder die noemer er reeds iets over heeft gezegd in het TGB-traject, is het Hof van mening en van oordeel dat vragen ivm de aan dat traject verbonden belangen niet voor beantwoording in aanmerking komen en dienen te worden belet.

Voorzitter Mr. Veldhuisen: Dus kort en goed, meneer La Serpe, de aan u gestelde vragen, de beantwoording daarvan, worden belet.

De middag werd besteed aan vragen door de verdediging. Daar kom nog op terug in een ander verslag. Er werden door het OM donderdag ook vragen gesteld, onder meer over Scientology en bepaalde Scientology-begrippen die voorbij kwamen tijdens het verhoor van La Serpe.

Scientology : het clearen van de overts = soort van biechten
Mr. Posthumus: We hebben het eerder eens gehad over het 'clearen van overts'. Heeft u wel eens uw overts gecleared bij Jesse?
La Serpe: Mijn overts bij Jesse?!
Mr. Posthumus: Ja?
La Serpe: Zo werkt dat niet. Ik heb mijn overts en Jesse heeft zijn overts.
Mr. Posthumus: Ja ok, maar heeft u die ten opzichte van elkaar uh.. ja... heeft u die uitgesproken? Om het maar in de Katholieke termen te gebruiken, maar heeft u... bent u bij elkaar te biecht gegaan?
La Serpe: Eh... nee. Nou, Jesse enigszins bij mij natuurlijk, maar uh.. nee. Jesse kan dat ook niet. Hij weet niet uh... hij heeft tijdens het proces voor het eerst gehoord dat het onderhevig is aan strakke regels. Dat is tijd, plaats, vorm en gebeurtenis.

La Serpe: U moet... kijk, omdat het in het in religieuze hoek, in Katholieke hoek zeg maar, nu enigszins gebracht wordt, de biecht, ook in het Katholicisme, uh.. laat ik het daar een beetje uittrekken, het is gewoon een heel exacte... uh..uh.. een exact iets... u moet het zo zien: als uh.. als iemand een zwaar delict heeft gepleegd heeft, laten we zeggen als je een moord gepleegd hebt en hij komt op het politiebureau... uh..uh..iedere rechercheur kan wel uh.. uh.. die kan er wel over getuigen denk ik, dat in het verhoor door rechercheurs dat mensen verward zijn en dan op een gegeven moment dan breken ze, zeg maar, en dan vertellen ze alles eerlijk en oprecht en dan zijn ze volledig opgelucht. Nou, en dat is eigenlijk precies hetzelfde principe wat er gebeurt met het clearen van overts. En dat is dan niet religieus, want op het politiebureau ben je niet zo met religie bezig, maar daar gebeurt hetzelfde.
Mr. Posthumus: Ja ok, maar nu begrijp ik het zo dat eh.. als aanhangers van Scientology dat doen, dan heeft degene tegenover je, dus degene die dat kan afnemen, die heeft dan de verplichting om dat voor zich te houden?

La Serpe: Absoluut.. het is uh.. kijk het is een uh.. zoals ze in het Katholicisme zeggen uh.. het is uh.. tussen die persoon, die cliënt, of hoe je dat ook wil zeggen en tussen aanhalingstekens "God". Op het politiebureau is natuurlijk anders, want daar wordt het wel bekend, maar uh.. in Scientolgy is het, of uh, of uh.. in de officiële vorm laten we zeggen, is het tussen een 'Minister' en de "PC', de Pre-Clear, zo noemen ze dat. En uh.. dat is confidential, absoluut. Dat heeft verder niet zoveel te maken met hetgeen de persoon hoort, maar met hetgeen wat de persoon die gecleared wordt, de overts gecleared wordt, dat uh.. dat die daarvan verlicht wordt.
Mr. Posthumus: En is het wel eens voorgekomen dat tussen u en Jesse, dat Jesse de Minister was en u de PC?
La Serpe: Nooit.. ghehe.. de verhouding tussen mij en Jesse op het gebied van Scientology is ook niet op die manier.
Tot zover over Scientology.

Wat het Hof opviel, was dat La Serpe regelmatig zeer uitgebreide antwoorden gaf, ver afweek van de vraag, en dan de vraag zelf niet meer beantwoordde.

Voorzitter: Meneer La Serpe, weet u nog wat de vraag was die aan u gesteld is?
La Serpe: Nu niet meer... sorry... jaaa...
Voorzitter: De vraag was of Jesse Remmers zich naar Marokko had laten uitschrijven?
La Serpe: Uh...
Voorzitter: En dan vertelt u een heel verhaal wat in elk geval ik niet meer in verband kan brengen met de vraag.
La Serpe: Ja ok, ja ik eh... ja sorry.
Voorzitter: Nu moet u nog maar eens goed naar de vraag luisteren.
La Serpe: Het antwoord is: nee.

Tijdens het getuigenverhoor van Peter La Serpe door alles procespartijen waren er een aantal opmerkelijke momenten waarvan je als toehorende buitenstaander mogelijk denkt: Dit klinkt best wel ongeloofwaardig, ik ben erg benieuwd hoe La Serpe zich hieruit redt? (een bijna paradoxale situatie die hij schetst) En hoe kijkt het Hof hier nu tegenaan? Dit was zo'n moment op donderdag 5 juni:

AG Mr. Posthumus: Op enig moment in 2006 heeft u Moppie weggetipt bij de CIE. U heeft toen ook verteld onder welke naam hij in Spanje verbleef. Hoe wist u die naam eigenlijk?
(Raymond Mark Nurton)
La Serpe: Nou, daar zal Moppie wel blij over zijn dat hij dat hoort. Ik heb ooit gelezen dat-ie niet wist hoe dat ging. Toen daar in het huis in Madrid, daar kwam ik met een hele grote Mercedes. Wat is het, een 500 of zo? Alleen die had een Nederlands kenteken en omdat Moppie gezocht werd in Nederland, wilde hij liever niet dat er auto's met een Nederlands kenteken voor de deur stonden. Dus die auto heb ik een paar kilometer daar vandaan achter een groot winkelcentrum neergezet en Moppie is me toen komen halen. Hij reed in een soort Jeep. Maar iedere keer als ik even wegging, naar een winkel of telefoons halen of zo, dan nam ik zijn auto mee en zijn paspoort lag erin. Dus, ik dacht dat het verstandig was om die naam te noteren. Ik kijk ook vooruit.

AG Mr. Posthumus: En u heeft tegen Jesse gezegd dat u Moppie had weggetipt?
La Serpe: Uh... ja.
AG Mr. Posthumus: Waarom heeft u dat gedaan?
La Serpe: Uh, daar was een reden voor. Jesse kwam volstrekt onverwacht op een locatie, een huis van Moppie. Ik weet niet meer precies waarom, maar eh... ik kreeg in ieder geval de indruk... oh ja, hij zei: Ga je met me mee? Volstrekt onverwacht zei hij: Ga je met me mee? En ik voelde een beetje nattigheid, want het was de dag erna zelfs. En toen zijn we ergens heen gereden om even met iemand te gaan praten, zeg maar, en toen hij uitstapte, keek ik constant in de spiegel of er niemand aan kwam om mij te liquideren, gehehe... En ik zat ook na te denken hoe ik hier mee om moest gaan en dacht dat het relatief veiliger was vanuit die situatie bezien om er met Jesse over te praten. Kijk uh... Moppie was opofferbaar voor mij, niet alleen voor mij, maar ook voor Jesse. Uh... ik zag daar minder gevaar in. Kijk, ik heb daar reeds eerder een verklaring over afgelegd, Jesse en ik hadden een soort relatie dat wij relatief eerlijk met elkaar waren. Dus bijvoorbeeld met de CIE, dat praten met de CIE, ja... dat is iets heel aparts natuurlijk. Twee mensen uit het milieu die praten met elkaar over de CIE... uh, ja op die manier eigenlijk. Bijvoorbeeld uh... Jesse denkt hetzelfde als mij en dat soort dingen, laat ik het zo zeggen. Emoties van uh..uh... zoals van: 'ik praat niet met de politie!' Ja toen ik 18 was, maar dat is niet uh..uh.. de politie is gewoon een partij..uh..uh.. een speler in het veld...

AG Mr. Posthumus: Ja, ja, dat zei u gisteren ook, maar dan snap ik niet... ja, u bent.. u voelt zich niet helemaal op uw gemak die dag met Jesse en dan besluit u om hem te zeggen dat u Moppie heeft weggetipt en dat geeft u dan een rustiger gevoel?!
La Serpe: Absoluut. Kijk, op het moment dat Jesse weet, want ik was onzeker daarover, van hoe verhoudt zich dat, iemand is aan het praten en ik was in de spiegel aan het kijken, op het moment dat ik tegen Jesse zeg: Luister, ik heb hem weggetipt, geeft hij een reactie. Dan praten we daarover en dan weet ik hoe hij daarover denkt, of wat hij zegt, en u moet zich voorstellen, dit was dezelfde dag of de dag ervoor dat ik naar Engeland zou vertrekken. Snap je? Dus ik had al een escape, zeg maar. Snap je? Op het moment dat ik niets tegen Jesse zeg en ik weet niet of Jesse iets weet en hij heeft geen reactie gegeven, ja dat uh... dan ben je in volstrekte onzekerheid natuurlijk, over of hij wel of niets weet.
Voorzitter Mr. Veldhuisen: Maar u heeft eerder over Moppie gezegd dat hij als een vis in het milieu is en dat hij barst van de contacten en dat hij daarom de ideale kroongetuige zou zijn. En als iemand overloopt van de contacten, waarom zou er dan meteen aan u gedacht worden?
La Serpe: Aan mij gedacht?

Voorzitter Mr. Veldhuisen: Ja, als het gaat om wegtippen?
La Serpe: Ja wat u nu zegt klopt, maar dat is niet het volledige beeld. Moppie, dat laatste jaar dat hij op de vlucht was, heeft hij zo ontzettend veel schulden gemaakt, dat mensen uh..uh.. omdat hij steeds bleef lenen en omdat het moeite kostte, omdat hij ook contacten heeft, om nee te zeggen, dat mensen zelfs overwogen om hem te liquideren. Dus gewoon om daar vanaf te zijn. Moppie is niet gewoon een grote jongen. Best wel een slimme jongen eigenlijk in het milieu, hij weet er goed tussen te zitten, hier wat de pakken, daar wat te pakken, zonder daadwerkelijk schuldig te zijn. Maar dat stond een beetje los van de relatie die ik met Jesse had.

Voorzitter Mr. Veldhuisen: Ik stel deze vraag in de context van de advocaat-generaal: Waarom u aan Jesse moest vertellen dat ú hem heeft weggetipt?
La Serpe: Omdat, ik wil niet geliquideerd worden door Jes natuurlijk. Op het moment dat ik niet weet wat er in Jes speelt, wat er in hem omgaat... Jesse is best wel een gevaarlijke jongen als je hem tegen hebt. Dus dan weet ik ook niet of hij eraan komt. Iedere keer als hij bij mij aan de deur komt, ik wil graag weten wat er in hem omgaat. En omdat wij altijd redelijk vrij spraken, zeg maar, over de CIE of met de politie praten, over dat soort dingen zeg maar, leek het mij verstandig erover te praten. En dan te kijken wat zijn reactie is. Zodat ik in ieder geval beter dingen aan zie komen, laat ik het zo zeggen. Als Jesse een besluit neem, dat is in mijn gedachte altijd zo, als Jesse een besluit neemt om mij dood te schieten op enig moment, dat is wel eens door mijn hoofd heen gegaan, dan uh... ben ik liever op de hoogte dat hij eraan komt. En dat kan ik alleen maar doen door het open te gooien, in mijn hoofd hè... Ja, het is een ingewikkeld proces.
Raadsheer: Ja, ik begrijp het nog niet helemaal...
La Serpe: Ja, ik zie uh... ik merk het.

Raadsheer: Misschien ligt het aan mij, maar eh.. als ik u goed begrijp was u daar op dat moment bang dat u geliquideerd zou worden 'omdat Jesse misschien vermoedde dat ik Moppie had weggetipt', en dan snap ik niet zo goed hoe dan uw verklaring dat u hem inderdaad had weggetipt uw angst op dat moment kon wegnemen? Want dan zou ik zeggen, ja, als je bang bent dat je geliquideerd wordt omdat-ie iets vermoed, dan wordt die angst misschien alleen maar groter als je dat dan ook bevestigt? Maar misschien is dat te simpel gedacht?
La Serpe: Ik begrijp het nu iets beter. Het is iets groter dan dit. Moppie is uh... heeft uh... is in Marbella al heel lang en er zijn ook mensen om Moppie heen. Als Jes weet, en ik weet niet dat hij het weet, maar hij weet het van welke kant dan ook, omdat Moppie uh... van Moppie's vrienden of wat dan ook, dan kan er ook zoiets zijn uh... dat heb ik toen niet zo bedacht hoor, maar nu het gevraagd wordt, probeer ik het te verklaren, dat andere mensen uh... van hem verwachten, omdat ik een vriend van hem ben uiteraard, dat hij verantwoordelijkheid neemt voor hetgeen er gebeurd is. Ik uh...
Voorzitter Mr. Veldhuisen: Ik onderbreek u even. Want u gebruikt heel veel woorden en u probeert iets uit te leggen, maar het wordt voor mij alleen maar moeilijker. Probeer het nog één keer, maar dan zo scherp mogelijk.
La Serpe: Uuhh....

Voorzitter Mr. Veldhuisen: Er is dus angst aan uw kant, dat Jesse u ervan verdenkt dat u getipt hebt, zelfs zo erg dat u in uw achteruitkijkspiegel kijkt, zal ik maar zeggen, en dan legt u ons uit dat dan vertellen aan Jesse dat u dat gedaan heeft, dat dempt de risico's, begreep ik?
La Serpe: Uh ja. Ja, ik begrijp hoe tegenstrijdig het klinkt, maar het komt door het soort relatie die Jesse en ik hebben. We hebben vaker over met politie praten, of CIE of dat soort dingen, hebben wij gesproken. Op het moment dat ik het open gooi, laat ik het zo zeggen, dan zie ik zijn reactie ook. Dan uh, dan uh, dan uh... ik uh... ja, ik zit er zo over te praten en nu ik terugga naar het moment dat ik het heb verteld zeg maar, zijn eerste reactie was: Wat heb je gekregen? Jesse is een hele rationele jongen wat dat betreft en die denkt niet in emoties op die manier...

Voorzitter Mr. Veldhuisen: Ja, maar het gaat me nu even niet om Jesse, het gaat me om u en angst en uw veronderstellingen waar u ons deel van had gemaakt.
La Serpe: Ja, maar daar is Jesse natuurlijk heel belangrijk voor, want het is juist Jesse's persoonlijkheid die mij dat soort besluiten laat nemen. Want ik weet dat Jesse... het is beter om de waarheid te zeggen en erover te praten dan iets geheim te houden waar hij achter komt dat je iets geheim hebt gehouden. Dat is aanzienlijk gevaarlijker... In mijn ogen.
Voorzitter Mr. Veldhuisen: Maar u zei toch: Ik stond op het punt naar Engeland te gaan, dus ik had niet zoveel te vrezen?

La Serpe: Ja, natuurlijk wel, maar dat wil niet zeggen dat Jesse volledig uit mijn leven is natuurlijk op het moment dat ik naar Engeland ga.
Voorzitter Mr. Veldhuisen: Ongetwijfeld, maar u noemde het net wel als een factor waardoor u..
La Serpe: Een vlucht-factor, ja... ja, ik had een vluchtweg, ja. Ja, een vreemde relatie. Ik weet niet zo goed hoe ik dat echt duidelijk kan maken.
Voorzitter Mr. Veldhuisen: Gaat u verder met uw vragen, advocaat-generaal.
AG Mr. Posthumus: Nog even over dit thema, deze vraag ook. Is het dan zo dat u liever... ja...
La Serpe: Ik ga liever de confrontatie aan.
AG Mr. Posthumus: Ja, liever de confrontatie aan, maar u heeft ook liever de zekerheid te weten of Jesse wel of niet iets weet en hoe hij van iets vindt, dan dat u denkt van, ja: weet hij het nu wel of weet hij het nou niet, wat zou ie gaan doen?
La Serpe: Uiteraard, want ik kan ook naar Jesse reageren. En daar bedoel ik mee: Als ik weet dat Jesse me dood wil hebben, ja, met alles respect, maar dan schiet ik hem dood... Ik zeg het nu even heel grof, maar dat zijn dingen die door je hoofd heen gaan natuurlijk.

Hoe het Hof tegenover deze uitleg van kroongetuige La Serpe staat, is koffiedik kijken. Krijg daar nog niet echt hoogte van. Er zijn wel een aantal momenten geweest afgelopen week dat La Serpe in de problemen kwam en het Hof zich lichtelijk leek te irriteren aan de wijze waarop de kroongetuige zich dan kennelijk met achteloos gemak weer eens bediende van een van zijn, door de verdediging zo genoemde, 'mantra's'. Met name op momenten wanneer hij zijn eigen verklaringen niet meer kon herinneren.

Veelgehoorde mantra: 'Ik kan met niet herinneren dat ik daar over verklaard heb. Maar als ik dat verklaard heb, blijf ik daarbij'.

Later deze week volgt nog een verslag. Ik haal dan wat momenten terug uit getuigenverhoren door de verdediging.

Bondtehond

zaterdag 14 juni 2014

Verslag zitting Hoger beroep Passage uitgesteld

Wegens een opgelopen verkoudheid, hoogstwaarschijnlijk door de airco op de tribune van het Justitieel Complex Schiphol, stel ik het uitwerken van aantekeningen eventjes uit. Een zittingsverslag volgt wel zo spoedig mogelijk. Heb even wat minder puf nu om te schrijven. Graag uw begrip daarvoor. Het getuigenverhoor van kroongetuige Peter La Serpe door het Hof, maar vooral door de verdediging, heeft zeker een aantal interessante momenten opgeleverd. Aankomende week kom ik daar zeker nog op terug. Dank u wel.




Voor een seintje volg Bondtehond op Twitter :  HIER

Of abonneer op RSS-feeds : HIER

Bondtehond

woensdag 11 juni 2014

'In de kern zit daar dus het belangrijkste meningsverschil tussen verdediging en OM'

Het Hoger beroep van het Passage-proces is bezig aan een belangrijke fase, het verhoor van kroongetuige Peter La Serpe door het Hof en de advocaten. De raadslieden van alle verdachten zijn nu aan zet. Afgelopen vrijdag vond een groot gedeelte van de verhoren echter plaats achter gesloten deuren. Besprekingen tussen het Hof en de verdediging over de anonieme beschermde getuigen F1, F3 en NN1-Hollowpoint werden afgeschermd voor de pers. Vrijdag was ik niet aanwezig vanwege andere verplichtingen. Dus veel kon ik over die dag niet vertellen. Mr. Peter Plasman is wel bezig geweest voor Fred Ros.


De raadslieden van Dino Soerel, Ali Akgün en Sjaak Burger, Mrs. Nico Meijering en Marnix van der Werf en die van Jesse Remmers, Mrs. Sander Janssen en Robert Malewicz wisselden elkaar af met het stellen van vragen. Op het programma stond eigenlijk het verhoor van Peter La Serpe door de verdediging van Jesse Remmers. Mr. Sander Janssen had een hele vragenreeks klaar-liggen die voornamelijk toezien op de getuigenbescherming. Het verliep echter allemaal iets anders. Vrijdag is er nl. een stuk ingebracht door Mrs. Janssen en Meijering van 3 pagina's. Het Hof voegt dat stuk toe aan alle strafzaken, aldus voorzitter Mr. Ruud Veldhuisen. Het OM reageerde daar dinsdag op middels een schriftelijke reactie die advocaat-generaal (AG) Mr. Cynthia de Jong voordroeg.

Het stuk van vrijdag is volgens de voorzitter een opmaat richting vraagstelling over de getuigenbescherming en de contouren daarvan. De getuigenbescherming heeft in Passage in eerste aanleg vorm en inhoud gekregen en zal in Hoger beroep net als toen een punt van verweer vormen. Er is door de rechtbank op beslist en naar verwachting zal daar ook door het Hof op worden beslist. Het OM en TGB-OM dat zou bestaan uit gescheiden trajecten is volgens de verdediging helemaal niet zo gescheiden, iets wat kroongetuige Peter La Serpe zelf ook meerdere keren heeft beweerd tijdens de vele incidenten waarbij hij het Passage-proces als podium gebruikte om zijn onderhandelingspositie met OM + TGB te versterken.

De verdediging is van mening dat het OM zich vaak heeft verscholen achter het geheimhoudingstraject. Antwoorden op vragen werden zeer vaak belet onder het mom van: dit moet geheim blijven, want het valt onder het geheime TGB-traject. Om moedeloos van te worden soms. Hoe krijg je als verdediging een vinger achter gemaakte (financiële) toezeggingen en/of afspraken, mogelijk zelfs ontoelaatbare, als ogenschijnlijk zelfs simpele vraagjes niet mogen worden beantwoord? Dat blijft natuurlijk een zeer moeilijk punt. Mr. dr. Sander Janssen (en ook Mr. Nico Meijering) heeft daar uitgebreid over gepleit in eerste aanleg. Hij is ook niet voor niets gepromoveerd tot doctor met zijn proefschrift 'De kroongetuige in het Nederlandse strafproces'.

Het Hof opende dinsdag de zitting in afwezigheid van de kroongetuige om eerst een en ander te kunnen bespreken. De raadsheren vroegen zich af of het zinvol is om al over de tweede of derde vraag te struikelen en daarom buiten aanwezigheid van La Serpe de grenzen te bepalen en er bij stil te staan hoe de contouren ongeveer zouden kunnen zijn. Het Hof kan die contouren dan wellicht aangeven op voorhand, n.a.v. wat de verdediging en het OM inbrengt, wat dan zou kunnen bijdragen aan het ordelijk verloop van het horen van de kroongetuige, gaf het Hof aan.

Het OM reageerde zoals gezegd dus op het ingebrachte stuk van 3 pagina's. Het stuk van de verdediging ging over de vraagstelling en de door het Hof te bepalen maatstaven. M.a.w. hoe de verdediging graag zou willen zien hoe het Hof daarmee om zou kunnen gaan. In de reactie liet het OM opnieuw doorklinken dat kroongetuige Peter La Serpe zich voor diens eigen veiligheid aan de kroongetuigen-overeenkomst dient te houden. Hij heeft zich verplicht geheimhouding te betrachten en mag dus geen vragen beantwoorden die het beschermingstraject raken. Dan gaat het met name over de inhoud van de beschermingsafspraken, de totstandkoming en de uitvoering daarvan.

Schending van die geheimhouding, zo benadrukt AG De Jong nog maar eens, kan ingrijpende gevolgen hebben voor La Serpe., die ook moeilijk zijn te overzien voor hem. Maar ook los van deze schriftelijk overeengekomen geheimhoudingsplicht brengt de zorgplicht van de Staat met zich dat vragen die de persoonlijke veiligheid van La Serpe en van één of meer van zijn naasten kunnen raken, dat die vragen dienen te worden belet op de voet van Art. 293. Sv. En dat is het geval indien La Serpe door hem afgelegde vragen in een levensbedreigende situatie is, of zou kunnen komen te verkeren. Om redenen van algemeen belang, maar ook van de Staatsveiligheid, vulde de AG aan, moet ook al die informatie geheim blijven die La Serpe te weten is gekomen over het reilen en zeilen van het TGB. Ook die vragen moeten volgens het OM worden belet. Ook over het 3-pagina stuk, waar ik overigens de inhoud niet van ken, mag La Serpe niet bevestigen of hij daar dingen in herkend. Dat zou al informatie prijsgeven over de werkwijze van het TGB. In het stuk zou vertrouwelijke informatie staan, ook ten aanzien van anderen, en enige opmerkingen daarover zou al schadelijk voor de veiligheid kunnen zijn. 'Dat is ons standpunt ten aanzien van de vragen die zouden kunnen worden gesteld', aldus het OM. Tot slot gaf Mr. Cynthia de Jong aan: vragen die er nog wél zijn, moeten worden beantwoord door de aangewezen TGB-officier Mr. Marjolein Verwiel bij de rechter-commissaris.

Hierop reageerde Mr. Sander Janssen: De verdediging ziet het getuigenbeschermingstraject dus helemaal niet zoals het Openbaar Ministerie, die het als twee gescheiden trajecten ziet. Sterker nog: In de kern zit daar dus het belangrijkste meningsverschil tussen OM en verdediging. En ook tussen OM en La Serpe, omdat La Serpe zelf ook steeds naar voren heeft gebracht het als een 'package-deal' te zien. En nog los van de beleving van La Serpe, kan niet in alle redelijkheid worden volgehouden dat het twee losstaande trajecten zijn geweest. Mr. Janssen wees het Hof op de volgorde waarop ze zijn gesloten: eerst de getuigen-beschermingsovereenkomst, daarna pas de OM-deal, de betrokkenheid van meneer De Haas die in beide trajecten een prominente rol speelde en het verloop van die overeenkomsten in het algemeen, volgend op de verregaande onderhandelingen in de jaren na het sluiten van die twee eerste overeenkomsten, zoals de intentieverklaring van januari 2007 en de OM-deal in februari 2007.

Janssen: Één traject dus en de rechtmatigheid van dat traject is nu juist zeer nadrukkelijk onderwerp van discussie. Dat had het Hof ook in de regiebeslissing zo benoemd en dat is iets waar nog uitvoerig over zal worden gesproken en waar de verdediging ook zeker verweren op zal gaan voeren. Dus dat is de context waarbinnen de verdediging vragen wil gaan stellen, over de met hem gemaakte afspraken en vooral wat hem in de voorliggende jaren in het vooruitzicht is gesteld door het OM.

Mr. Janssen benadrukte nog eens voor het Hof: concrete beschermingsmaatregelen interesseert hem niks, bijvoorbeeld waar de kroongetuige verblijft, dus hoe en waar en op welke wijze La Serpe beschermd wordt/gaat worden, daar wil hij geen vragen over stellen, omdat hij zich realiseert dat dat afstuit op zijn "nieuwsgierigheid" als het gaat om de belangen van het TGB-traject. Het gaat hem wel om een breder verband van gedane toezeggingen en gemaakte afspraken over financiën bv. Welke financiële afspraken zijn daarmee in verband gemaakt? Het OM zegt dan wel: aan de hand van de bedragen kun je iets zeggen over genomen beschermingsmaatregelen, maar dat betwist Janssen en verzet hij zich nadrukkelijk tegen, omdat: hoe zou hij iets moeten raden of bevroeden als hij weet: 'La Serpe krijgt 300.000 euro'. Dan ga je echt niet raden: 'Aha, La Serpe krijgt 3 ton, dus dan gaat hij daar en daarheen, of op die en die manier beveiligd worden'. Maar dat is wel een te gratuit blokkade in ogen van de verdediging die steeds door het OM wordt opgeworpen, aldus Janssen. Hij verzocht het Hof daarom op voorhand daar niet in mee te gaan. Kort en goed meent Janssen dat er voortgang kan vinden met het horen van de kroongetuige.

Mr. Nico Meijering gaf een aanvullende reactie: Het punt waar het om gaat en waarvoor u zojuist het woord heeft gegeven, hetgeen Mr. Janssen zojuist naar voren heeft gebracht, daar sluit ik mij graag bij aan. De vragen van Mr. Janssen ga ik mij achter scharen in de zaken van Soerel, Akgün en Burger. Als er discussie over is, zou ik het op prijs stellen als u dan ook de verdediging hier zou willen vragen daaraan deel te nemen. En dan nog aanvullend op hetgeen Mr. Janssen heeft gezegd: Voorzitter, waar het kort en goed wat ons betreft op neerkomt is dat het van het allergrootste belang is dat onderzocht zal gaan worden door uw Gerechtshof dat het beschermingstraject, de beschermingsdeal, niet een vrijplaats is geworden in deze zaak van ontoelaatbare toezeggingen. En als we alleen al kijken naar wat ontoelaatbaar is, dan gaat het natuurlijk om financiële toezeggingen. De wetgever heeft daar jarenlang over gedebatteerd met z'n allen, wat niet mag: er mag geen financiële toezegging komen. En wat wij hier dus zien gebeuren in deze zaak, is dat er zodanig financiële toezeggingen zijn geweest, niet alleen op het gebied van bescherming, maar ook op het gebied van levensonderhoud, dat wij zeggen dat is ontoelaatbaar. Dat is eigenlijk gedaan onder de vlag van bescherming, tot datgeen wat de wetgever nou juist uitdrukkelijk verboden heeft en wat ook ongelukken zou kunnen veroorzaken, namelijk dat de betrokken verdachten vanwege die toezeggingen bereid is de waarheid geweld aan te gaan doen.

Ik hoor ook het Openbaar Ministerie de staatsveiligheid in stelling brengen in deze zaak, daar wil ik nog het volgende over zeggen: In de eerste plaats hebben wij moeten vaststellen dat ook in de discussie rondom de weglatingen, waar we volgende maand nog wel iets over zullen gaan zeggen in het kader van de oriënterende gesprekken, dat het keer op keer is geweest dat onder de vlag van veiligheid, zaaksinhoudelijke, extreem, zeer relevante mededelingen, gedaan door zowel La Serpe alsook door de verhoorders, buiten de dossiers zijn gelaten. Daar heeft de rechtbank zich over uitgelaten, wij zullen t.z.t. ook uw Hof vragen zich daar over uit te laten over hoe dat destijds is gelopen, aangezien wij menen zijn dat dat minstens in strijd is met de behoorlijke procesorde en dat dat ook consequenties zal moeten hebben voor een der verweren die we zullen laten klinken, hier ook in deze aanleg.

En wat wij vrezen, is dat hetzelfde wel eens zou kunnen gebeuren, ook hier weer, dat onder het mom van veiligheid ontoelaatbare toezeggingen zijn gedaan, prestaties van de overheid zijn toegezegd en dat dat van u en ons zal moeten worden weggehouden. En daarbij wordt ook vaak een angstbeeld opgeworpen, zoals het ook is gebeurd met de weglatingen, zowel in de kluisverklaringen en wat ons betreft nog steeds aan de gang is, ook in de oriënterende gesprekken. Wat betreft de kluisverklaringen hebben we het gezien dat het zelfs ook nog de kaart is gespeeld dat zelfs de rechter-commissaris gevaar zou kunnen lopen, mocht de rechter-commissaris onderzoek zou instellen naar die weglatingen. U heeft het allemaal kunnen lezen in de stukken.

Er is wat ons betreft geen enkel argument denkbaar, waarom niet de verdediging en uw Gerechtshof zou mogen weten, zou móeten weten, want daar gaat het natuurlijk om, welke bedragen er aan La Serpe zijn toegezegd, zeker als het gaat om zijn levensonderhoud. Ehm... hij mocht een bedrijf opstarten, wat we uit de stukken hebben kunnen opmaken. Het is meer dan aannemelijk geworden dat dat aan de orde is. Dat zijn financiële prestaties die niets, maar dan ook niets, met zijn veiligheid van doen hebben. Dat kan het OM dan willen volhouden, maar er is wat ons betreft geen enkel zinnig argument denkbaar. En we hebben ook al, tijdens de ondervraging door uw voorzitter vorige week dinsdag, gezien dat u dat aan de orde liet komen en dat is nog verder verwijderd. Bijvoorbeeld de 3 miljoen die hij wilde hebben... wanneer was het, in 2004? Ik weet het niet meer. En meneer La Serpe heeft daar ook op geantwoord dat hem 1,5 miljoen wel iets leek. Nou, in het verlengde daarvan kan dit allemaal worden gezien.

En als we het dan toch hebben, als dan toch met 'Staatsveiligheid' en dat soort grote argumenten als het belang van de Staat wordt geschermd, dan zou ik het ook willen omkeren, dan zou ik hier willen naar voren brengen, dat het in belang van de Staat is, misschien wel wat betreft de Staatsveiligheid, dat in deze zaak inzichtelijk wordt wat de financiële prestaties zijn geweest waar de overheid zich aan gebonden heeft richting meneer La Serpe. Dat u daar ook een oordeel over kunt geven, dat u ook hopelijk in onze visie zult zeggen: dat is onrechtmatig, dat is onacceptabel als we kijken naar de rechtsgeschiedenis, en dat dat ook een signaal geeft naar potentiële mensen die inderdaad voor de schijn willen gaan en die zich vrij achten misdaden te plegen en dan misschien wel denken: Ja, nou ja, daarna kan ik toch naar de Staat rennen en de meest geweldige prestaties krijgen. En ook dat denk ik nou juist dat dat voorkomen zou moeten worden en daarom zal die transparantie moeten worden betracht die wij graag betracht zouden willen zien, maar ook dat de vragen die daarop zien, dat die niet zouden moeten worden belet. Dank u wel.

Voorzitter Mr. Veldhuisen: Ehm... Mr. Plasman, zou u iets naar voren willen brengen?

Mr. Peter Plasman: Ik wil wel één punt naar voren brengen en dat is dat sinds het begin van deze strafzaak één van de kernpunten in deze strafzaak op tafel ligt en dat uw Hof nu gaat beslissen of het OM Carte Blanche krijgt bij het aangaan van deals met kroongetuigen. En voor de rest: bij de argumenten, waarom u die beslissing niet zou moeten nemen ten nadele van de verdediging, sluit ik mij aan bij wat er al gezegd is.

Voorzitter Mr. Veldhuisen: Dat is uw duiding bij hetgeen er al naar voren is gebracht?
Mr. Plasman: Ja.

De overige raadslieden sloten zich ook aan. Alleen Mr. Marnix van der Werf wilde tot slot nog wat zeggen.
Mr. Van der Werf: Een enkele aanvulling, meneer de voorzitter. Ik kan mij helemaal vinden in wat Mrs, Meijering, Janssen en Plasman hierover gezegd hebben. In eerste aanleg ontstond in ieder geval bij mij de indruk dat in ieder geval het OM de overeenkomst met La Serpe als een volle voorhang wilde gebruiken om iedere toetsing onmogelijk te maken. Wij hopen dat uw Hof dat niet doet en heel in concreto vaststelt welke vragen wel en welke niet beantwoord moeten worden. Twee aanvullende opmerkingen: De AG Mr. Posthumus sprak in een aanvulling over de zorgplicht van de Staat, ten opzichte van beschermde getuigen nu en in de toekomst. Dat lijkt mij een correcte opmerking, alleen die zorgplicht van de Staat strekt zich natuurlijk ook uit over de belangen van de verdachten zoals die hier nu vandaag zitten. En over processen waarin dit soort situaties voorkomen in de toekomst, namelijk dat ook de getuigenbeschermingspoot van zo'n zaak correct wordt uitgevoerd en dat daarop toetsing mogelijk moet zijn voor zover dat niet concreet aan de veiligheidsrisico's raakt. Laatste aanvullende opmerking: Het OM legt sterk de nadruk op de geheimhoudingsplicht die meneer La Serpe heeft afgesproken. Ik denk niet dat er iemand is, geen rechter en geen andere overheidsinstantie die meneer La Serpe in de toekomst kwalijk kan nemen dat hij die geheimhoudingsplicht op bepaalde punten heeft geschonden, als hij hier op uw bevel van het Hof, op verzoek van de advocaten of vordering van het OM antwoord op vragen moet geven. Dus ik denk niet dat meneer La Serpe zich daar zorgen over hoeft te maken en dat betekent dat uw Hof zich over dat punt denk ik ook al teveel zorgen hoeft te maken. Dat was hem. Dank u.


Het Hof onderbrak de zitting hierna om hierover in beraad te gaan. De bode deelde later mede dat dit beraad verlengt werd tot na de middagpauze omdat het Hof kennelijk meer tijd nodig had.

Na de middagpauze maakte het Hof de beslissing bekend: (samengevat, aangezien de voorzitter de beslissing behoorlijk snel voorlas in voor mij nogal juridisch taalgebruik, dus ik kon dit maar gedeeltelijk -in niet zulke juridische bewoordingen- bijhouden...)

Wat ik in grote lijnen begreep:
- Kroongetuige Peter La Serpe zal niet worden gehoord over getuigenbescherming op zitting, maar bij de rechter-commissaris.
- Het Hof ziet wel dat dit nodig is, na hetgeen de verdediging heeft aangedragen tijdens het Passage-proces in eerste aanleg.

Het Hof heeft de verdachten en hun raadslieden, en ook de AG's, in de gelegenheid gesteld om voor het verhoor van La Serpe als getuige hun standpunten kenbaar te maken over aan getuigenbescherming-gerelateerde onderwerpen, waarover La Serpe vragen zou moeten beantwoorden. De AG's hebben hun standpunt onderbouwd dat vragen daarover door de verdediging zouden moeten worden belet. Het standpunt van de verdediging komt er in de kern op neer dat er sprake is van één traject. Het onderscheid tussen de OM-deal en de beschermingsovereenkomst is een kunstmatige, wat meebrengt dat toetsing van rechtmatigheid aan de zittingsrechter wordt onthouden. Voor de getuige is het één package-deal. Één van de raadslieden verwoordde het als volgt: Heeft het OM 'carte blanche'?

Het Hof overweegt als volgt: Het Hof staat niet voor rechtsopvat-tingen te duiden stellingen over de inhoud en de gang van zaken rond de getuigen-beschermingsafspraken. Er zal door het Hof na het debat door partijen worden beslist en zal ook de vraag of er sprake is van een manco of weeffout in de zaak van de heer Remmers door het Hof worden beantwoord. Dat is waar het Hof nu 'niet' voor staat

Het Hof staat wél voor beantwoording van de vraag welke bronnen voorliggen waar het gaat om het ter tafel kunnen brengen van feiten en omstandigheden binnen het bestek van de door de verdediging in aangekondigde vragen die hiertoe strekken zicht te krijgen op de door met La Serpe gemaakte afspraken en aan hem gedane toezeggingen.

Er moeten wél inlichtingen op tafel komen, van La Serpe of de Staat, maar het Hof wijst de Staat aan als meest aangewezen bron als het gaat om verstrekken van inlichtingen. Het Hof stelt vast dat er, gezien het buitengewoon dynamische verloop van de verhoren van La Serpe in eerste aanleg, noodzaak is dat ook La Serpe wordt bevraagd. Daarmee is echter niet het verhoor ter terechtzitting aangewezen. Verhoor binnen de beslotenheid van het kabinet van de rechter-commissaris ligt daarom in de rede, gelijk zoals ook een vertegenwoordiger van de Staat (Marjolein Verwiel van TGB) reeds bij de RC is gehoord. Het is de rechter-commissaris, die wel bevoegd is, en niet aan het Hof, dat niet bevoegd is, om vragen te stellen om getuigenbescherming en daaraan te relateren toezeggingen en afspraken op zijn merites te kunnen beoordelen. In het bijzonder op het punt of door de getuige te beantwoorden vragen ter kennis kunnen komen van procesdeelnemers. Het Hof is van oordeel dat bij die stand van zaken het verhoor van La Serpe over al hetgeen raakt aan getuigenbescherming en in dat kader aan hem is toegezegd en met hem is afgesproken onder de RC dient te worden gehouden. Voorts draagt het Hof nader verhoor op van TGB-officier van justitie Mr. Marjolein Verwiel. Dat verhoor dient te worden gehouden nadat La Serpe is gehoord, met inachtneming van hetgeen hiervoor door het Hof is overwogen en beslist. Het Hof zal de zaken dus naar de RC verwijzen.  Dit was de beslissing.

De verder middag werd besteed aan verdere ondervraging van Peter La Serpe door Mr. Nico Meijering, omdat Mr. Sander Janssen zich had voorbereid op vragen aan La Serpe, wat dus niet doorging, gezien bovenstaande beslissing. Donderdag gaat Mr. Meijering nog enige tijd verder en zal daarna ook de verdediging van Jesse Remmers verder aan bod komen.

Bondtehond


128 pagina's
verschenen mei 2014
paperback € 9,95
BESTEL HIER