vrijdag 4 juni 2010

Hoe moeten Forensisch Onderzoekers zich op de plaats delict gedragen?

Ruben Poppelaars van 'Poppelaars & de Jongh - Forensic Consultancy' schrijft elke maand een intressante en informatieve column over zijn professie, forensisch onderzoek. In mijn eerste artikel 'Forensisch adviesbureau gat in de markt' stelde Ruben zich aan ons voor. In het tweede artikel, een verslag van de rechtszaak 'De Kastmoord te Nuth', las u dat Ruben de advocaat adviseerde, waarop prompt vrijspraak volgde voor de tweede en dus onschuldige hoofdverdachte, na aanvankelijk tot 10 jaar te zijn veroordeeld. Vervolgens kon u hier de tweede column van Ruben Poppelaars lezen. Vandaag de derde column in de serie van Ruben m.b.t forensisch opsporing/onderzoek/advies. Hij schrijft: In mijn vorige column zijn fouten van de technische recherche behandeld in één specifieke zaak. Het is helaas niet zeldzaam dat er fouten worden gemaakt door de technische recherche waardoor sporen niet verder onderzocht kunnen worden of dat de resultaten niet gebruikt kunnen worden. Deze kennis is bij veel juristen ook wel aanwezig.


Doordat juristen niet forensisch technisch opgeleid zijn is het voor hen heel lastig te achterhalen of er fouten door de technische recherche zijn gemaakt, wat de fouten inhouden en wat het gevolg van deze fouten is.

Om de jurist van enige kennis te voorzien betreffende het forensisch technisch onderzoek is er verschillende literatuur geschreven door verschillende deskundigen over verschillende deskundigheden. Echter is er geen literatuur over hoe de technische recherche nu precies te werk dient te gaan. Wel wordt in het boek 'De essenties van forensisch biologisch onderzoek' van drs. A.J. Meulenbroek kort maar duidelijk ingegaan op de principes achter verschillende testen die op de plaats delict gebruikt worden om een indicatie te krijgen over wat voor soort biologisch spoor het gaat. Op basis van deze uitleg kan echter het werk van de technische recherche niet gecontroleerd worden, wat overigens ook niet de bedoeling is van dit boek.

Om uitgebreidere informatie te verkrijgen over de gedane onderzoeken op de plaats delict kan men de FT-normen/FO-normen (forensisch technische normen/forensische opsporingsnormen) nagaan, zoals ook in dit boek beschreven wordt. Maar wat is een FT-norm/FO-norm nu precies?

Een FT-norm/FO-norm beschrijft “een standaard werkwijze bij het onderzoeken en veiligstellen van forensische sporen en sporendragers. Deze standaard werkwijze beschrijft handelingen die kritisch zijn voor de integriteit van het spoor en de kwaliteit van het forensisch vervolgonderzoek”.

Kortom, de FT-normen/FO-normen zijn de protocollen van de technische recherche.

Vanaf nu zullen de normen aangeduid worden als FO-normen aangezien de FT-normen de verouderde variant is, die momenteel verbeterd worden tot FO-normen.

Voor een groot aantal handelingen zijn deze FO-normen ontwikkeld. Zo bestaan er op de volgende gebieden verschillende FO-normen:



De leden van de technische recherche zijn verplicht zich aan de FO-normen te houden, tenzij het niet anders kan. In dat geval moet in het proces verbaal aangegeven worden dat niet volgens de FO-norm gehandeld is en hoe wel te werk gegaan is.


In een proces verbaal van technisch onderzoek staat in veel gevallen kort vermeld dat men zich tijdens het technisch onderzoek aan de geldende FO-normen heeft gehouden. De juristen moeten hier simpelweg maar vanuit gaan. Nu is de advocatuur van huis uit niet heel sterk van vertrouwen in de leden van de politie. Het is voor een advocaat daarom van groot belang te weten aan welke uitgevoerde onderzoeken FO-normen zijn gebonden en of de onderzoekers zich hier ook aan hebben gehouden. Een simpele vermelding dat men zich aan alle geldende FO-normen heeft gehouden volstaat hier niet bij. Om voor de advocaat van de verdachte een indicatie te krijgen of de technische recherche zich aan alle voor het onderzoek relevante FO-normen heeft gehouden, zou hij in een proces verbaal van technisch onderzoek terug moeten lezen wat de technische recherche heeft gedaan zodat zij zich aan de FO-normen houden. Na het lezen van dit proces verbaal zou de advocaat nog het verzoek kunnen doen om de technische recherche te verhoren om inhoudelijke vragen te stellen omtrent het uitgevoerde onderzoek op de plaats delict.

Maar dan moet de advocaat wel de beschikking hebben over deze FO-normen, zodat hij zich er in kan verdiepen, waardoor hij de kwaliteit van het onderzoek goed kan testen. De FO-normen zijn op internet beschikbaar, namelijk op Politie Kennis Net, wat alleen toegankelijk is voor leden van de politie. De advocatuur heeft daardoor alleen maar de kans de FO-normen in te zien als hij ze opvraagt bij de officier van justitie, of zo nodig, na verzoek bij de rechtbank.

Het controleren van de technische recherche door advocaten is van groot belang aangezien fouten bij de technische recherche niet zeldzaam zijn. Het is daardoor onbegrijpelijk dat de advocaten niet te allen tijde de FO-normen in kunnen zien. Openbaarheid van de FO-normen voor advocaten zorgt voor een integer forensisch onderzoek. Dit zou bijvoorbeeld gerealiseerd kunnen worden door deze normen op de website van de Orde van Advocaten te plaatsen, waarin advocaten in dienen te loggen om informatie te downloaden.
(Ruben Poppelaars - Poppelaars & de Jongh - Forensic Consultancy)

Bondtehond