woensdag 24 maart 2010

'Het OM zal naar wij verwachten met ons het naadje van de kous willen weten'

In de Bunker te Osdorp werd gisteren ingegaan op de verklaringen van Peter La Serpe, oa door het Openbaar Ministerie. Daarnaast kwamen respectievelijk de raadslieden Mr. Nico Meijering en Mr. Sander Janssen aan het woord. Mr. Nico Meijering hield als eerste een uitgebreid betoog wat zo'n 2 uur in beslag nam. Kern van de zaak was hetgeen Peter La Serpe vorige zitting dmv 4 verklaringen had aangedragen. Zijn ontevredenheid over de gang van zaken was daarin duidelijk. Vooral het OM en TGB (Team Getuige Bescherming) moesten het in zijn verklaringen ontgelden. Bij velen roept dit vragen op. Is dit een zoveelste poging zijn financiële situatie te verbeteren, zijn detentieomstandigheden, de veiligheid van zowel hemzelf als zijn familie, of wil La Serpe 'gewoon' helemaal onder zijn straf uitkomen? Vast staat dat de kroongetuige vastberaden is te vechten voor de rechten die hij denkt te hebben en/of juist zijn geschonden door TGB en/of OM. De raadslieden van de hoofdverdachten stonden tot nu toe lijnrecht tegenover de kroongetuige en zijn in hun ogen leugenachtige verklaringen. Nu echter lijken beide partijen wel (tijdelijk?) door 1 deur te kunnen, en sluiten de raadslieden zich aan bij de onderzoekswensen van Peter La Serpe.


Wat volgt zijn een aantal belangrijke punten uit het forse betoog van Mr. Nico Meijering, de raadsman van Ali Akgün. Hierin kwam bijna aan het begin naar voren dat hij zich wel kon voorstellen wat voor standpunten het OM zou innemen.
- La Serpe is teleurgesteld vanwege kennelijke misverstanden die bij hem zijn gerezen.
- Er kan niet ingegaan worden op het Getuige Bescherming Traject vanwege de veiligheid.
- De GBT-deal dient volkomen los te worden gezien van de OM-deal.
En daarom zal er volgens het OM:
- Geen gevolg moeten worden gegeven aan de geuitte onderzoekswensen en gewoon voort gegaan moeten worden.
- Gewoon gebruik gemaakt kunnen worden van alle verklaringen die tot nu toe door La Serpe zijn afgelegd.

Opvallend was dat de reactie van het OM eerder die ochtend inderdaad overeenkwam met deze voorspelde punten.
Meijering: Wat het OM vermoedelijk niet zal doen is aankondigen dat vanwege de weigering van La Serpe om verder te verklaren:
- het OM zich niet meer gehouden acht aan de toezeggingen om de helft van de 16 jaar gevangenisstraf te eisen.
- La Serpe vervolgd zal worden voor het misdrijf van artikel 192 lid 2 Sr. dat tegelijk ingevoerd is met de kroongetuigeregeling en dat uitdrukkelijk dergelijke weigering strafbaar stelt.

Het OM zal immers de onstane escalatie nog niet verder willen laten escaleren en heeft in beginsel ook nauwelijks belang bij een stevige vervolging van en confrontatie met La Serpe: zolang maar het proces tegen de andere verdachten zo rimpelloos mogelijk kan worden afgerond. Overigens ben ik met het voorgaande uitgegaan van de optie dat het OM dit keer niet de afgelopen periode na de vorige zitting heeft kunnen benutten om alsnog er uit te komen met La Serpe. Men zal het ongetwijfeld op alle mogelijke manieren geprobeerd hebben, maar het zag er toch wel ernstig uit gezien de stevige bewoordingen waarin La Serpe zijn punt heeft willen maken.

Maar zelfs al zou men er weer samen uitgekomen zijn, de verklaringen die door La Serpe vorige week zijn afgelegd, nopen tot een diepgaand onderzoek in het belang van de verdediging van de cliënten. Gelet op de inhoud van de verklaringen kan immers vastgesteld worden dat thans zich een totaal andere situatie voordoet, dan de situatie die was ontstaan in het voorjaar van vorig jaar. Het vorig jaar onstane debat is uiteindelijk gedooft in enerzijds het presenteren door het OM van een proces-verbaal van de TGB-officieren Verwiel en Maan, en anderzijds dat er niet afgegaan kon worden op signalen die in de media klonken en die erop wezen dat La Serpe een riante financiële regeling toegezegd had gekregen om zijn toekomst en veiligheid zelf te regelen. La Serpe zelf deed het zwijgen ertoe, hoewel zijn raadsman bijvoorbeeld wel al voorzichtig liet weten dat de verschillen van inzicht "niet zozeer lagen op financiële", maar meer op andere onderdelen. "Niet zozeer" dus toen, maar kennelijk dan toch wel een beetje.....

Het grote verschil met dat voorjaar is dat thans La Serpe wel uitgebreid aan het woord is geweest over onderhandelingen, terwijl zijn raadsman daaromtrent ook geen misverstanden heeft laten ontstaan. Door de verklaringen van La Serpe en hetgeen betoogd is door zijn raadsman is er thans inzicht verkregen in:
- de inhoud van die onderhandelingen.
- de momenten waarop die onderhandelingen zijn gevoerd, en
- wie die onderhandelingen hebben gevoerd.

Vanwege die inzichten kan geconcludeerd worden, zeker zolang de verklaringen van La Serpe niet door het OM weersproken/betwist worden, dat meer aannemelijk is geworden dat in strijd met een tweetal geboden, niet toelaatbare toezeggingen zijn gedaan. Gedoeld wordt op de niet toelaatbare toezegging zoals uitdrukkelijk vermeld in de Aanwijzing toezeggingen aan getuigen in strafzaken onder 4 en 8. Ik heb ze hier vet gemaakt.

Niet toelaatbare toezeggingen:
4 - het geven van financiële beloning.
8 - het treffen van getuigenbeschermingsmaatregelen, anders dan de toezegging dat de officier van justitie zal bevorderen dat zo nodig maatregelen ter bescherming van de getuigen in opdracht van het College van Procureurs-generaal op grond van het besluit getuigenbescherming zullen worden getroffen.

Daar waar in het voorjaar van 2009 reeds sterke aanwijzingen waren dat mogelijk sprake is geweest van het (verkapt) geven van een financiële beloning, kan thans op basis van hetgeen vorige week bekend is geworden, vastgesteld worden dat daartoe nog sterkere aanwijzingen in beeld zijn gekomen, terwijl er thans even sterke aanwijzingen zijn dat toezeggingen tot het treffen van getuigenbeschermingsmaatregelen zijn gedaan anders dan toegestaan. Daar komt bij dat die twee verboden toezeggingen in elkaar grijpen en elkaar versterken. Immers, de kennelijke, volgens La Serpe en zijn raadsman, bestaande financiële component van de (toegezegde) beschermingsmaatregelen, maat dat, nu volgens hen de toezeggingen ter zake zijn gedaan vóór het sluiten van de deal en het afleggen van de verklaringen, des te meer kan worden aangenomen dat zulks als een financiële beloning door La Serpe kan zijn opgevat.

De belangen van de cliënten zijn dan ook evident als het gaat om de geuitte onderzoekswensen, teneinde de spreekwoordelijke onderste steen boven te krijgen.

De raadsman kwam verder met ontzettend veel passages uit de verklaringen van La Serpe, waaruit een aantal keren blijkt dat de kroongetuige spreekt van 'een tegenprestatie'.

Meijering: Zo is daar verder het citaat waar La Serpe met zoveel woorden spreekt van een 'tegenprestatie' die van hem werd verwacht en wel dat hij zijn 'handtekening onder de OM-deal, de kluisverklaringen zou zetten en zich maximaal zou inspannen bij het getuigen ansich'. Deze tegenprestatie stond tegenover "de inzet van de Staat dat zij voor zijn veiligheid zouden zorgen en hij genoeg geld zou krijgen om een nieuwe veilige toekomst te beginnen"

Mr. Meijering: Gelet op de aangehaalde uitspraken van La Serpe en zijn raadsman van vorige week maandag en mede gelet op het feit dat tot op heden, bij het opstellen van deze pleintnota, die uitspraken niet door het OM betwist zijn, is er alle reden om de kennelijke gemaakte afspraken rondom 'genoeg geld voor La Serpe om een nieuwe veilige toekomst te beginnen'; 'een financiële toekomst' en een 'financiële deal', naast de kennelijk voortijdig gemaakte afspraken rondom toekomstige veiligheid, in volle omvang tegen het licht te houden door de gevraagde getuigen te horen en de gevraagde stukken te produceren. (hier genoemd)

De te horen betrokkene, zoals toenmalig CIE-officier Mr. Sander de Haas, was betrokken bij de OM-dealtraject en had zich derhalve verre van het TGB-traject moeten houden. Dit is niet conform de geldende regelgeving, of volgens Meijering, het is daar totaal mee in strijd. Volgens verklaringen door De Haas afgelegd bij de Rechter-Commissaris op verzoek van Mr. Sander Janssen zou hij totaal buiten de deal zijn gebleven, dit staat echter haaks op wat La Serpe er een aantal keren over heeft gezegd. Die zegt o.a 'de TGB-deal rond Kerst 2006 met CIE-officier Sander de Haas te hebben gesloten'. Het moge dus duidelijk zijn dat hier klaarheid dient te komen en dat we tot op de vierkante millimeter moeten weten hoe het zit. Slechts een van de twee, La Serpe of De Haas, kan de waarheid aan zijn zijde hebben. Volledige opheldering dient hier te komen, aldus Mr. Meijering.

Tot slot.
Meijering: Gelet op hetgeen er thans allemaal boven water is gekomen vertrouwen wij erop dat dit OM met ons de onderste steen boven zal willen hebben. Vooral ook, nu mogelijk de Amsterdamse CIE-collega De Haas zijn bevoegdheden te buiten is gegaan voor zover het betreft het zojuist aangehaalde, door Mr. De Wind benadrukte, verbod om toezeggingen te doen dat beschermingsmaatregelen getroffen zullen worden in het kader van de overeenkomst. Het OM zal naar wij verwachten met ons het naadje van de kous willen weten, zeker nu het OM volgens de wetsgeschiedenis ter terechtzitting gehouden is volledige openheid van zaken te geven met betrekking tot de feiten en omstandigheden die van belang zijn geweest voor de totstandkoming van de overeenkomst.

Uw rechtbank wordt verzocht de hiervoor geuitte verzoeken tot onderzoek toe te wijzen.

6 April gaat het proces verder.

Door Bondtehond

'Vertrouwen is goed, maar zekerheid is beter'

In het grote liquidatieproces hebben we te maken met een aantal briljante advocaten. De jonge raadsman Mr. Sander Janssen is daar een van. Samen met Mr. Paul Waarts verdedigt hij een van de hoofdverdachten,  Jesse Remmers. In de rechtszaal kenmerkt de raadsman zich dmv vlammende betogen. Iedereen is het er over eens in de wandelgangen van de bunker, Sander Janssen is een goeie. Gistermiddag, kort na de middagpauze, kwam de financiële zijde van de deal welke de kroongetuige Peter La Serpe volgens zijn verklaring zou hebben bedongen in de besproken intentieverklaring alvorens tot een deal te komen . Zo'n financiële vergoeding voor verklaringen is in de wet niet toegestaan. Geen wonder dat de raadsman van Jesse zich hierin vastbijt als een pittbull in zijn prooi en de onderste steen boven wil krijgen. Of deze vergoeding nou is om La Serpe's eigen veiligheid te regelen, of om op een tropisch eiland te kunnen gaan wonen, doet er niet zoveel toe. Maw geld is geld. Hier het samengevatte betoog van Mr. Sander Janssen:


Mr. Sander Janssen: Uiteindelijk zal het in deze zaak met name gaan om de vraag hoe Uw rechtbank de term “beloning” zoals deze genoemd wordt in de wetgeschiedenis en in de Aanwijzing waardeert. Het gaat er in deze zaak om wat nu het onderscheid is tussen die beloning enerzijds, die volgens het Openbaar Ministerie niet aan de heer La Serpe is toegezegd, en de financiële consequenties van de getuigenbescherming anderzijds. Daarover zal de rechtbank een oordeel moeten geven en ten behoeve van dat oordeel is het noodzakelijk dat de rechtbank er van op de hoogte is welke bedrag onder welke voorwaarden nu aan de heer La Serpe is toegezegd. Immers hoe kan de rechtbank een beslissing nemen over dit punt wanneer zij inhoudelijk niet op de hoogte is gesteld?

Daarbij moet worden benadrukt, dat uit de wetsgeschiedenis en uit de genoemde Aanwijzing overduidelijk blijkt dat de Officier van Justitie geacht wordt volledige openheid van zaken te geven over hetgeen aan de kroongetuige is toegezegd. Zie de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel, pagina 7, waar gesproken wordt over het moeten verstrekken van volledige openheid over de inhoud van de gemaakte afspraak. Zie ook de reactie van de Minister op de Nota naar aanleiding van het verslag, waarin staat te lezen dat er van uit werd gegaan dat “alle afspraken in detail worden vastgelegd en dat het verzwijgen van onderdelen daarvan onder omstandigheden tot niet ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie kan leiden.” Zie tot slot ook punt 7.8 van de Aanwijzing, waarin deze wetsgeschiedenis wordt bevestigd en waarin eveneens staat dat de Officier van Justitie ter terechtzitting “volledige opening van zaken met betrekking tot de feiten en omstandigheden die van belang zijn geweest voor de totstandkoming van de overeenkomst” geeft.

In het licht van deze wetsgeschiedenis is evident dat de contacten die La Serpe zegt te hebben gehad met de CIE-officier De Haas en de daarbij gemaakte afspraken transparant gemaakt moeten worden ten behoeve van het op een juiste wijze kunnen beoordelen van de tot stand gekomen overeenkomst. In zijn proces-verbaal sluit De Haas ook niet ondubbelzinnig uit dat er geen financiële zaken aan de orde zouden zijn gesteld, zoals La Serpe dat beweert. Hij sluit slechts uit dat hij een financiële overeenkomst met La Serpe heeft gesloten, maar dat is natuurlijk ook niet gebeurd. De Haas heeft de wensen van La Serpe, ook volgens zijn eigen proces-verbaal, doorgegeven aan Van der Bel (waarbij overigens niet blijkt hoe hij dat gedaan heeft of wanneer, op welke wijze, of daarbij schriftelijke stukken zijn verstrekt, etc.) en Van der Bel is vervolgens tot de schriftelijke intentieverklaring met La Serpe gekomen. Dat De Haas vervolgens niets gedaan zou hebben met de met La Serpe gemaakte afspraken is natuurlijk volstrekt ondenkbaar, waarbij vooral niet vergeten moet worden dat diezelfde De Haas ná het tot stand brengen van de intentieverklaring tussen Van der Bel en La Serpe de OM-deal met La Serpe heeft gesloten. Daarbij is het ook bepaald verbazend dat de Haas hier nooit eerder openheid van zaken over heeft gegeven, dit terwijl hij niet minder dan 4 keer uitgebreid is gehoord bij de rechter-commissaris.

Als u op die wijze de volgorde der dingen beschouwt is volstrekt helder dat de intentieverklaring van het TGB en de gesloten OM-deal niet los van elkaar gezien kunnen worden, zoals La Serpe ook steeds verklaard heeft dat deze voor hem één en hetzelfde pakket waren. Eerst is er het gesprek begin december tussen De Haas en La Serpe, waarbij De Haas volgens zijn eigen proces-verbaal overeenstemming bereikt met La Serpe over een aantal voorwaarden waaronder deze zou willen verklaren. Vervolgens wordt die informatie doorgespeeld naar Van der Bel, die op 23 januari 2007 de goedkeuring van de Minister krijgt en de afspraken neerlegt in een intentieverklaring waar La Serpe mee akkoord gaat. Daarna volgt dan de OM-deal welke door De Haas namens het Openbaar Ministerie wordt getekend en welke op 31 januari door het College van Procureurs-Generaal wordt goedgekeurd. Overigens heeft de verdediging van de heer Remmers in de stukken ook nog andere aanwijzingen gevonden dat die OM-deal wel degelijk aangevuld of gewijzigd of beïnvloed is door de intentieverklaring die met het TGB is gesloten, maar dat houd ik op dit moment nog even voor me.

In ieder geval is op basis van al het voorgaande helder, dat het door het Openbaar Ministerie steeds gemaakte onderscheid tussen de intentieverklaring waarin met La Serpe bepaalde afspraken zijn gemaakt enerzijds en de kort daarop gesloten OM-deal anderzijds, volstrekt fictief is. Het hoort onlosmakelijk bij elkaar, en zonder die intentieverklaring zou La Serpe nooit de OM-deal hebben gesloten, zoals La Serpe zelf ook telkens zegt en zoals de Officier van Justitie hier vandaag ter zitting ook erkent. Daarbij moet bedacht worden dat er in dit geval sprake was van een uitzonderlijke situatie waarin de heer La Serpe voorafgaand aan het tekenen van de OM-deal duidelijkheid en zekerheid eiste ten aanzien van de maatregelen die na afloop van zijn zaak voor hem zouden worden getroffen, en de voorwaarden waaronder hij zijn verdere leven kon inrichten. Zoals hij het vorig jaar op zitting verwoorde: “vertrouwen is goed, maar zekerheid is beter”. In dat licht is het ook niet vreemd dat La Serpe zich nu zo belazerd voelt, nu de in januari 2007 gedane toezeggingen niet worden nagekomen.

Ook voor de zaak van de heer Remmers is deze kwestie wel degelijk van belang. Immers, uw rechtbank zal in zijn algemeenheid de rechtmatigheid van het bewijsmateriaal dienen te toetsen. Dat geldt in het bijzonder voor de deal met La Serpe, welke blijkens wederom de memorie van toelichting en de literatuur, in de zaken van de verdachten die door de kroongetuige wordt beschuldigd door de rechter getoetst diengt te worden. De eventuele onrechtmatigheid van die overeenkomst tussen het Openbaar Ministerie en La Serpe als gevolg van misleiding of dwaling of wat dan ook, is dus zeker niet alleen relevant in de zaak van La Serpe, maar tevens in die van de heer Remmers en de overige medeverdachten.

Overigens ben ik van oordeel dat het wenselijk zou zijn dat La Serpe meer handen en voeten zou geven aan zijn stelling dat er financiële afspraken zijn gemaakt, en dat deze niet zijn nagekomen. Er is vandaag zeer veel gesproken over deze kwestie en in de visie van de verdediging is het evident dat er aan La Serpe bepaalde financiële toezeggingen zijn gedaan, maar het zou met het oog op het uit te voeren onderzoek wenselijk zijn wanneer La Serpe daarover nader zou willen verklaren. Hij zou in deze helderheid kunnen verschaffen, maar mogelijk dat er belangen voor hem spelen om die vooralsnog niet te geven.

Los van een eventuele verklaring van La Serpe is de verdediging van oordeel dat het navolgende onderzoek in ieder geval op korte termijn zou moeten plaatsvinden:
-Het horen van CIE-officier De Haas over de door hem gevoerde onderhandelingen in december 2006, de totstandkoming van de OM-deal en de invloed van de intentieverklaring daarop.
-Het horen van TGB-officier Van der Bel over de contacten die hij had met De Haas, de onderhandelingen met La Serpe over de intentieverklaring en de totstandkoming van die intentieverklaring in januari 2007.
-Zo nodig: het horen van de twee CIE’ers die aanwezig waren bij het gesprek tussen De Haas en La Serpe op 12 december 2006.
-Het horen van de TGB’ers aanwezig bij het bereiken van een overeenstemming over de intentieverklaring op 17 januari 2007 zoals Van der Bel dit omschrijft in zijn proces-verbaal bij punt 5.
-Het toevoegen van de intentieverklaring van het TGB van januari 2007 aan de stukken, inclusief de verdere uitwerking van die intentieverklaring zoals deze op 2 juni 2009 tot stand is gekomen en de daarbij behorende gedraginstructie. Het is evident dat deze stukken van doorslaggevend belang zijn voor een juiste beoordeling van de totstandkoming van de OM-deal, welke OM-deal aan de basis ligt van dit hele proces, en er zijn ook redelijkerwijs geen redenen te bedenken waarop die stukken niet aan het dossier toegevoegd zouden kunnen of moeten worden. Zouden daar al specifieke punten in zijn opgenomen die de veiligheid van La Serpe zouden kunnen raken, dan kan het voegen van deze stukken middels de Rechter-Commissaris plaatsvinden, die de betreffende passages dan kan verwijderen. Dank u.

Vanavond nog de samenvatting van het betoog van Mr. Nico Meijering, raadsman van Ali Akgün.

Door Bondtehond

dinsdag 23 maart 2010

'Ik ben tot de conclusie gekomen dat er maar 1 de waarheid spreekt tussen het OM en mij, en dat ben ik'

Vanmorgen droeg Officier van justitie Betty Wind namens het Openbaar Ministerie een reactie voor op de verklaring van Peter La Serpe. Hierna kon Mr. Nico Meijering, de advocaat van Ali Akgün, reageren. Ook Mr. Sander Janssen, de tweede advocaat van Jesse Remmers, reageerde op het OM, oa met een aantal verzoeken. Daar was gelukkig nog tijd voor, omdat de verklaring van het OM beperkt bleef tot een paar uur, anders had dit Donderdag gemoeten. Nadat de zitting was geopend meldde rechtbankvoorzitter Lauwaars eerst nog dat er stukken waren binnengekomen van Dhr. Van der Bel, voormalig hoofd van Team Getuige Bescherming (TGB). Mr. Jan Peter van Schaik, de advocaat van Peter La Serpe, werd in de gelegenheid gesteld deze eerst door te lezen. Na een eerste schorsing van 10 minuten kon de zitting echt beginnen. De tribune was rijkelijk gevuld, de verwachtingen hooggespannen. Wat zou het OM nu tegen de verklaring van La Serpe in kunnen bengen? Dat komt op het volgende neer:


Samengevat:
Het OM betreurt allereerst dat La Serpe de beslissing heeft genomen zijn ongenoegen in de strafzaak te ventileren. Dat kan nadelige gevolgen hebben voor zijn eigen veiligheid alsook die van anderen en kan hem in deze strafzaak niet brengen wat hij ervan hoopt. In de reactie is gezocht naar een evenwicht en is het zwaartepunt bij het belang van de veiligheid van de kroongetuige komen te liggen. Vorige week had Betty Wind al aangegeven dat het verhaal zonder meer twee kanten heeft en dat is volgens haar ook beslist het geval. Dat blijkt uit twee processen-verbaal door de huidige en de voormalige officier van justitie belast met het getuigenbescherming. Ook is er een toelichting van CIE-officier Mr. Sander de Haas over zijn rol in 2006.

La Serpe heeft het TGB als een onprofessionele organisatie neergezet, die niet voor de veiligheid van hemzelf, zijn familie en andere bedreigde getuigen kan zorgdragen. Dit beeld is onjuist en onterecht, aldus Wind. Er zijn natuurlijk ook tientallen getuigen die wel tevreden zijn onder de hoede van het TGB. Juist omdat de ontevreden personen de media opzoeken onstaat er een onjuist beeld dat het systeem niet deugd. Het is een misvatting dat de getuige een makkelijk leventje in luxe krijgt als beschermde getuige. Het doel is wel de getuige een nieuw sociaal economisch bestaan op te bouwen, maar dat is moeilijk en vergt veel van de getuige. De voorwaarden om dit te kunnen doen op een verantwoorde wijze worden geschapen door het TGB. De manier waarop, de locaties, de wijze waarop de detentie ten uitvoer wordt gelegd en de periode na detentie waarin de getuige in staat wordt gesteld een ander leven op te bouwen, dient natuurlijk geheim te blijven. Daar kan het OM dus weinig over zeggen.

Het is volgens Mr. Betty Wind begrijpelijk dat de verdachte invloed wil uitoefenen tot op detailniveau. Het is ook niet niks is je hele leven in handen van een overheidsinstantie te moeten leggen in een situatie van grote onzekerheid en onduidelijkheid over je toekomst. En het is nl een normale menselijke behoefte zelf te willen bepalen en te weten waar men aan toe is. Een vroegtijdig kijkje in de keuken kan echter nog niet gegeven worden, daar er altijd een mogelijkheid bestaat dat een getuige tussentijds afhaakt en dat dan de werkwijzen van het TGB dan op straat komen te liggen met alle risico's van dien.

Een tweede punt is dat de omstandigheden continu veranderen en dat een concreet plan pas kort voor de getuige aan een nieuw leven gaat beginnen bekend worden gemaakt. Het zou bv kunnen dat een persoon uit de hoek waarvan dreiging wordt verwacht zich in het land kan vestigen of een vakantiehuis koopt waar de bedreigde getuige zich aanvankelijk zou vestigen. In zo'n geval veranderd de hele zaak. Getuigebescherming is dus maatwerk, toegesneden op een bepaalde persoon, in een bepaalde situatie op een bepaald moment en variëert derhalve in duur en intensiteit. In het licht hiervan zou ieder moeten begrijpen dat er nog geen gedetailleerde alomvattende afspraken gemaakt konden worden. De term 'intentieverklaring' is ook niet voor niets gekozen.

Er is, anders dan de kroongtuige stelt, nooit sprake geweest van een financiële overeenstemming tussen Mr. De Haas en Peter La Serpe. Er is wel een gesprek geweest waarin La Serpe aangaf te overwegen zich terug te trekken toen hij er niet uit leek te komen in besprekingen met TGB-officier Van der Bel. Na het gesprek, waarin La Serpe aangaf een nieuw voorstel te willen doen, gaf Mr. De Haas aan dit voorstel over te zullen brengen aan TGB-officier Van der Bel. Van een financiële overeenstemming tussen De Haas en La Serpe is echter nooit sprake geweest. Uit het proces-verbaal van Mr. Van der Bel blijkt dat het om een intentieverklaring gaat en niet om een intentieovereenkomst. De verklaring is niet verdwenen. Het document is goedgekeurd door het College van procureurs-generaal en de Minister van Justitie. Het is dus nog gewoon aanwezig.

De geheimhoudersgesprekken zijn volgens Mr. Betty Wind nooit op papier uitgewerkt en zijn in opdracht van Mr. De Haas vernietigd. Daar is een proces-verbaal over opgemaakt. De wijze waarop ze zijn vernietigd en de vernietigingsbevelen zijn aan het procesdossier van La Serpe toegevoegd. Dit was in een periode in het najaar van 2006. Jesse Remmers had een keer een bedreiging geuit richting La Serpe en omdat men geen nummer van Jesse had, die in Marokko verbleef op dat moment, had men besloten de telefoon van La Serpe, die overigens beschikbaar was gesteld door de CIE, te tappen. Hierna zijn de telefoongesprekken van La Serpe niet meer getapt in het kader van strafvordering. De op 20 Februari 2007 ondertekende deal met het OM is op geen enkele wijze beïnvloed door gesprekken vanaf 2 Februari 2007. De voorgenomen overeenkomst lag nl al bij het college van procureurs-generaal en Minister van Justitie. Op 31 Januari is al ingestemd met de deal. Na die tijd is er dus sowieso niets gewijzigd.

Op geen enkele wijze zijn de geheimhoudersgesprekken bij het OM terecht gekomen. Niet bewust, maar ook niet onbewust. TGB-medewerkers beluisteren gesprekken slechts steekproefsgewijs. Er is slechts 3 keer een gedeeltelijk gesprek beluisterd door de TGB-officier vanwege een veiligheidsincident, waarvan slechts een geheimhoudersgesprek. Het had niets met onderhandelingen over de strafzaak niets van doen. Nu op geen enkele wijze is gebleken van beïnvloeding door geheimhoudersinformatie van de deal of van het straproces is er naar mening van het OM geen grond om door La Serpe in de strafzaak verzochte nadere onderzoek te doen naar zijn geheimhoudersgesprekken, aldus Mr. Betty Wind.

Over de zwaarte van het detentieregime. Op voorhand is La Serpe ingelicht dat het een zeer zware tijd zou worden. Dat het een langdurig en omvangrijk proces zou worden kon La Serpe ook zelf voorzien nu hij ten aanzien van Jesse Remmers over 13 moordzaken had gesproken en verklaringen had afgelegd over een groot aantal verdachten. Dat het een en ander met ernstige dreiging op zijn leven gepaard zou kunnen gaan, kon voor La serpe ook geen verassing zijn geweest. Dat is nou juist de reden dat hij bescherming wilde en daarvoor ook afspraken had gemaakt. Dat het zo lang zou duren en er zo vaak gehoord moest worden, kon het OM ook niet voorzien, volgens Mr. Wind. De raadsman kan dit echter wel in zijn strafmaatverweer betrekken. Er is nooit gesproken over een volledig opgeschoond strafblad. Dit kan La Serpe voorleggen aan de arbiter, ook al acht de arbiter zich onbevoegd een reeks getuigen te horen omtrent geheimhouders. Verzoeken die zich wel voor deze procedure lenen, kan La Serpe nl wel in een arbitrageprocedure voorleggen.

De conclusie is dat van door kroongetuige Peter La Serpe geuite beschuldigingen van dwaling, misleiding, bedrog, laat staan bedreiging, volgens het OM geen sprake is. Dat La Serpe ontevreden is over de wijze waarop het getuigenbeschermingstraject zich voltrekt is helder. Dat een beroep, of dwaling, of bedrog strafrechtelijk als niet-relevant gepasseerd moet worden evenzeer. Het is niet gebleken dat La Serpe in de onderhandelingsfase onfatsoenlijk of onzorgvuldig zou zijn behandeld. Daarom is het OM van oordeel dat de rechtbank de stellingen van de getuige dient te passeren en de verzoeken dienen te worden afgewezen. Voor de door La Serpe verzochte nadere onderzoek is in de strafzaak geen ruimte en aanleiding. De gronden voor voorlopige hechtenis zijn nog altijd aanwezig. Verzoek om opheffing moet ook worden afgewezen.

Tot slot deelde Officier van justitie Betty Wind nog mee dat men van het OM begrijpt dat het een zwaar traject is zo'n getuigebeschermingsprogramma wat gepaard gaat met langdurige onzekerheid en voor de gedetineerde getuige moeilijk is. Ze merkte nog wel op dat La Serpe fatsoenlijk is behandeld en adequaat wordt geïnformeerd voor zover mogelijk en verantwoord is. Nu en in de toekomst zal ook op zorgvuldige wijze voor zijn veiligheid en die van zijn familie worden zorg gedragen ook al lijkt zijn relatie met het TGB op dit moment duurzaam ontwricht.

Tot zover de verklaring van het OM bij monde van Betty Wind. Hierna kon Mr. van Schaik reageren. Deze vertelde dat Peter La Serpe twee weken denkt nodig te hebben alvorens te reageren. De kroongetuige was allerminst tevreden gesteld.
Lauwaars: U overvalt me wel een beetje. 2 Weken is wel lang.

Peter La Serpe antwoordde: Toen we net begonnen de processen-verbaal door te lezen, dacht ik dat ik de leugens wel op zou kunnen schrijven. Alle pv's bevatten leugens. Ik had net al een heel A4-tje vol. Ik wil het voor mezelf kunnen omschrijven. Mijn dossier is al zo ontzettend groot dat ik langer tijd nodig heb. Ik ben tot de conclusie gekomen dat er maar 1 de waarheid spreekt tussen het OM en mij, en dat ben ik.

Op de eerstvolgende zitting is op 6 April. Dan reageert Peter La Serpe op het OM.
Mr Nico Meijering en Mr. Sander Janssen sloten zich dus aan bij de verzoeken van La Serpe. De raadsman van Ali Akgün kwam met een zeer uitgebreid verzoek aan het OM om nadere toelichting/uitleg. Morgen kom ik daarop terug met een samenvatting daarvan.

Door Bondtehond

dinsdag 16 maart 2010

'Ik hoor u voor het eerst zeggen dat u mijnheer La Serpe nu wel kunt volgen'

De advocaat van Peter La Serpe, Mr. Jan Peter van Schaik, benadrukte gisteren dat zijn cliënt in een noodtoestand zit. En dat La Serpe beseft dat hetgeen hij nu doet, dus niet langer meer zwijgen, van grote invloed kan zijn op het verdere verloop van zijn samenwerking met justitie. Dat zij zo, maar zijn cliënt kan niet langer meer zwijgen. Hij is van mening dat zijn rechten op grove wijze zijn geschonden. Dit zou moeten leiden tot niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie. Nimmer heeft de kroongetuige toestemming gegeven de geheimhoudersinformatie te mogen gebruiken voor andere doeleinden. Het beluisteren van de geheimhoudersgesprekken zou niet van strafrechtelijke aard zijn. Het TGB (Team Getuige Bescherming) heeft bevestigd dat telefoongesprekken zijn afgeluisterd. Dat zou een van de voorwaarden zijn voor het TGB-traject. Nu echter zijn gesprekken in een andere vorm ook bij het OM terecht gekomen. La Serpe, alsook zijn raadslieden zijn daarvan nimmer op de hoogte gesteld. Dit had Mr. van Schaik begrepen van de ene raadsman van de 5 die als enige een telefoon heeft ontvangen van het TGB. Afluisteren moet dus onmiddelijk worden gestaakt. Opnemen, afluisteren, overdragen, wordt op geen enkele wijze ondersteund, aldus de reactie van de raadsman.


Gisteren las u hier al dat Peter La Serpe het helemaal gehad heeft met het OM en TGB. Het verhaal kent u dus nu wel. De 4 verklaringen die door hem werden voorgelezen stonden bol van de quotes. Deze hoorden we in een toon die we niet voor het eerst hoorden, maar wel dat dit tegen het OM en TGB was gericht. Dat dit twee onafhankelijke trajecten zijn, gelooft La Serpe absoluut niet meer. Over hoe zijn positie er na zijn detentie uit zal zien, heeft ie al evenmin vertrouwen in. Hij zou ook op geen enkele wijze zijn geïnformeerd hoe die eruit zou gaan zien. En na afloop, als de tijd erop zit? Is er electronisch huisarrest? Hoe ziet de resocialisatie eruit? Hij zit nu 20 uur per dag geheel geïsoleerd op cel. Contacten heeft ie niet. Het komt volgens Mr. van Schaik op zijn cliënt over of de geboden strafkorting teniet wordt gedaan door de zwaarte van zijn detentie. Ook over zijn strafblad is hij blijkbaar ontevreden. Hij dacht dat deze geschoond zou worden, maar in 2009 heeft hij bericht gehad dat zijn strafblad niet wordt gewist. Hij krijgt vervalste geboortebewijzen, dus in principe is hij al meteen strafbaar als hij deze zou gebruikten. Nee, er was niet veel waar Peter La Serpe wel tevreden over is. Hij voelt zich bedrogen en opzettelijk misleidt. Hier volgen wat van zijn uitspraken.

Verdere quotes van La Serpe:
- Ik ben in de hoek gezet.
- Ik heb moeten buigen of barsten.
- De OM-deal is daarmee onrechtmatig geworden.
- De wanprestatie van het TGB.
- Het passage-onderzoek is besmet.
- Het is bijna lachwekkend om te zien hoe het OM zich in bochten wringt.
- Het bleek gebakken lucht te zijn.
- Ze hebben me glashard en schaamteloos voorgelogen.
- Ik ben bereid alles op tafel te leggen.
- Er is geen enkel rechtsgeldig document om geheimhouderinformatie te gebruiken.
- Tot vandaag heb ik als een jongleur het proces overeind proberen te houden.
- Er is vals gespeeld met hoofdletters.
- 'As fruits of the poisoned tree'.
- Ik zal verschillende geheime prijs moeten geven.
- Ik wil mijn leven daarvoor in de waagschaal stellen.
- Ze rekent erop dat de kroongetuige een gijzelaar wordt van zichzelf.
- Ik voel me compleet in de maling genomen.
- Als beloning ben in bedrogen door de staat.
- Ik speel niet meer mee met dit toneel.
- Het mes snijdt nu aan twee kanten.
- Ik geloof niet meer in de goede afloop.
- Ze willen zo goedkoop mogelijk van me afkomen.

De onderste steen moet boven komen, als het La Serpe betreft. Daarvoor wil hij een rij getuigen op laten roepen. Mr. van Schaik las de lijst voor:
- Peter La serpe
- Mr. W. Boonstra - voormalig advocaat
- Mr.van der Bel - voormalig hoofd TGB.
- Dhr. Verwiel - huidige hoofd TGB.
- Mr. Hans Speijdel - eerdere advocaat.
- Team medewerkers TGB. (over het ontstaan van de deal en hun standpunt inzake misleiding en bedrog)
- Dhr Sander de Haas. CIE-officier.
- Peter van de Brenk - Teamleider CIE.
- Officier van justitie Betty Wind
- Angelo Diaz en John van der Heuvel. (over de werkwijze van het OM)

Hiernaast verzocht Mr. van Schaik de voorlopige hechtenis op te heffen, dan wel te schorsen.

Het OM wilde wel alvast een reactie geven. Deze kon kort zijn volgens officier van justitie Betty Wind: Duidelijk is dat La Serpe ontevreden is. We betreuren dat ten zeerste. We gaan er vanuit dat elke zijde 2 kanten heeft. We betreuren dat hij in zulke scherpe bewoordingen kritiek heeft geuit op personen van het TGB. Deze kunnen niet reageren. We gaan er vanuit dat de overeenkomst rechtmatig is. Bedrog is geen sprake van. Misleiding ook niet. We zijn ook beperkt om te kunnen reageren. Wij hebben afspraken met het TGB. Hij heeft nu een probleem en legt dat op het bordje van uw rechtbank, waar het niet thuis hoort. Daar is het niet het juiste forum voor. We hebben meer tijd nodig om te reageren. Hoe lang wil ik eerst met mijn collega's bespreken.

Hierna kregen nog enkele advocaten gelegenheid tot een reactie.
Mr. Sander Jansen: Zou u willen terugkomen op hetgeen in Juni ter sprake is gekomen? Er zou 1 miljoen zijn toegezegd. Nu hoor ik dat er verregaande toezeggingen zijn gedaan.
Mr. Nico Meijering: Ik zou namens Akgün en Burger willen aansluiten op de onderzoekswensen van La Serpe. Ik volg het wel als La Serpe zegt dat voor hem betreft er maar 1 deal is. Ik sluit mij niet aan bij wat het OM zegt, dat het niet op uw bord thuishoort. Me dunkt dat het dat wel hoort.
Lauwaars merkte glimlachend op: Ik hoor u voor het eerst zeggen dat u mijnheer La Serpe nu wel kunt volgen....
Mr. Jan Hein Kuijpers: Alles moet in het werk gesteld worden. Het naadje van de kous wil ik weten.

De NOS, RTL en andere media waren aanwezg met camera's. RTL had wel wat vragen voor Mr. Nico Meijering. De raadsman weigert echter de champagne al uit de kast te pakken. Hij sprak wel van 'een smeerboel' die je aan kunt zien komen. De waarheid lijkt nu boven tafel te komen. De TGB-deal kun je niet los zien van de OM-deal. Meijering: In de wet staat: Dat mag niet! Hij heeft gezegd dat er een fonds is opgericht. Dat hij een ton krijgt steeds om zijn veiligheid te garanderen. Je kunt hem niet steeds een ton geven. Dat mag niet!
RTL: Of de raadsman het zelf als een bom ziet?
Meijering: Het kan inderdaad een bom leggen. Maar ik zie het nog niet gebeuren. Ik kan niet zeggen dat het in de ene zaak wel gebeurt en in de andere niet. Ik heb wel afgeleerd om over bom te praten.....

Dinsdag 23 Maart reageert het OM uitgebreider op de verklaringen van Peter La Serpe.

Door Bondtehond

maandag 15 maart 2010

'Wederom ben ik de klokkeluider. Daar ben ik goed in'

Kroongetuige Peter La Serpe had vorige week al zijn wens kenbaar gemaakt een verklaring af te leggen voor de rechtbank in het liquidatieproces. Volgens zijn advocaat Mr. Jan Peter van Schaik zou deze verklaring mogelijk zaaksoverstijgende invloed kunnen hebben op de rest van het proces. Nou zijn we wel wat gewend van Peter La Serpe, dus zo'n aankondiging wordt in de regel niet echt meteen als schokkend ervaren. Alhoewel, er was vandaag wel weer eens wat meer media aanwezig in de bunker dan de week hiervoor. Ook alle verdachten en raadslieden waren er klaar voor. Nadat rechtbankvoorzitter Lauwaars de zitting had geopend, viel de microfoon uit, dus met een minuut of 5 zat iedereen weer in de wachtkamer. Toen het mankementje was opgelost, en iedereen weer had plaatsgenomen in de zaal en op de tribune, kon La Serpe beginnen. Echter Mr. Sander Janssen, de advocaat van Jesse Remmers, vroeg het woord om vervolgens de rechtbank te wijzen op de mogelijkheid dat La Serpe zou kunnen gaan speculeren, net als hij eens eerder deed tijdens een zitting, over wie nou mogelijk de anonieme bedreigde zou kunnen zijn. Dat zou volgens de raadsman onwenselijk zijn en verzocht de rechtbank daarin een standpunt in te nemen. Zou La Serpe zich dan toch wagen aan speculaties, zou hij moeten beseffen dat het in gevaar brengen van deze getuige(n) zijn eigen verantwoordelijkheid is. Volgens Mr. van Schaik zou La Serpe niet gaan speculeren over de anonieme getuige(n).


Peter La Serpe merkte terloops nog wel op dat het in totaal vijf verklaringen betrof. Meteen hierna, nog voor La Serpe kon beginnen, kreeg het OM het woord van Lauwaars. Officier van justitie Betty Wind vond dit het juiste moment de rechtbank te verzoeken dit onderwerp achter gesloten deuren te behandelen, echter niet alleen zonder aanwezigheid van pers en publiek, maar ook zonder verdachten en advocaten. Dit met het oog op het thema van de aangekondigde verklaring, het afluisteren van geheimhoudersinformatie die van belang zou zijn betreffende La Serpe's eigen strafzaak en zijn contacten bij het TGB (Team Getuige Bescherming). Het OM heeft een zelfstandige verantwoordelijkheid in dit de veiligheid te waarborgen, aldus Wind. Daarnaast zou de verklaring ook anderen in gevaar kunnen brengen. Een goede rechtspleging zal moeten prefaleren boven de openbaarheid. De deuren zullen moeten worden gesloten, meende ze.

Het advocaten-team kon hier op reageren en verzette zich uit alle macht tegen dit verzoek. Samengevat kwam dat op het volgende neer.

Mr. Jan Hein Kuijpers: Toen ik het zo hoorde, leek het wel of we in Rusland beland waren. In de zaak met grote Willem en kleine Willem was dit ook aan de orde. Daar werd het afgewezen. Het criterium is niet het criterium wat het wetboek stelt. Het OM wil nu een geheim proces. Ik vraag u de vordering met grootst mogelijke klem af te wijzen.

Mr. Nico Meijering: Ik ben zojuist bijna van mijn stoel gevallen dat het OM de kroongetuige zou willen horen buiten ons om en dat het alleen gedeeld wordt met u en niet met ons allen. Het raakt ons allen en zeker de verdediging. Dit kan natuurlijk niet. Het OM komt steeds verder in de knel met de kroongetuige-regeling. Je ziet allerlei punten waarmee de regeling in de knoei komt. Het kan niet anders dat het een keer aan de orde komt dat er geklaagd gaat worden over zo'n regeling. Het is 'All in the game' dat dat een keer gebeurt. Ik sluit mij aan de vordering af te wijzen.

Lauwaars ging alle raadslieden een voor een af en iedereen was het er verder mee eens dat dit verzoek diende te worden afgewezen. Betty Wind benadrukte nog dat het belang zeer groot is en dat het een afweging zou kunnen zijn in eerste instantie de zaak achter gesloten deuren te behandelen en als mocht blijken dat het toch openbaar zou kunnen dat het dan achteraf alsnog behandeld zou kunnen worden, ook al zou dit twee keer tijd kosten. Desnoods samengevat door de rechtbank.

De rechtbank trok zich terug en had een tijdje nodig zich te beraden over deze kwestie. Na ongeveer een kwartier beraad kwam zij terug en wees de rechtbank het verzoek van het OM af. Dit volgens de voorzitter omdat het OM aan de vage kant was en te speculatief om bij voorbaat te kunnen spreken van het in gevaar brengen van de veiligheid.

Vanuit het gepanserde, beschermde getuigenhokje klonk vervolgens de stem van de kroongetuige luid en duidelijk over de speakers. La Serpe las 4 van de 5 verklaringen voor, omdat hij samen met zijn raadsman had besloten dat de 4e verklaring waarschijnlijk toch te veel zou prijsgeven. Deze bewaard hij voor een later tijdstip. Het lukt niet alle 4 de verklaringen in zijn geheel te herhalen. Wel heb ik een groot aantal quotes genoteerd Daarvan zal ik er later wat benoemen. Het komt er op neer dat Peter La Serpe zich in de hoek gedrukt voelt door het OM. Hij zou zijn bedreigd, geïntimideerd, gemanipuleerd, voorgelogen en bedrogen.

In zijn zaak zijn o.a geheimhoudersgesprekken gebruikt, wat hij niet wist. Ze hebben hem nooit verteld dat dit is gebeurd. Alleen al daarom zou volgens de getergde getuige het OM niet-ontvankelijk verklaard moeten worden. Eigenlijk had ie geen goed woord over op de manier waarop handtekeningen onder verklaringen zijn gekomen, hoe met zijn veiligheid wordt omgegaan en hoe hij het OM en TGB als een ziet en niet als twee onafhankelijk van elkaar opererende instanties. Afluisteren zou voor de veiligheid zijn. Geheimhoudersinformatie is echter doorgespeeld aan het OM en weer gebruikt in zaken tegen hemzelf. Dit alles onder het mom van veiligheid.

La Serpe: Ik wist niet dat deze geheimhoudersinformatie tegen mij gebruikt werden. Ze hebben het me nooit verteld dat dit gebeurde. Mijn advocaat zou zijn geïnformeerd. Dit is een leugen !! Van de 5 advocaten die ik heb gehad, is er maar 1 bij die geïnformeerd is. Daar is geen woord Spaans bij........ Ik heb officieren en adjudantes op leugens betrapt. TGB-hoofd mevrouw Verwiel zei me, het afluisteren beslaat meerdere doelen, niet alleen de veiligheid. Mijn dank voor deze bekentenis. Het OM heeft schaamteloos tegen me gelogen. Ik zal het met opnames en geschriften aan kunnen tonen. Ik heb 5 advocaten als klankbord gebruikt en allen hebben mij gezegd dat het TGB onwettig heeft gehandeld.

Hoe de deal tot stand is gekomen, is La Serpe evenmin over te spreken. Volgens hem zijn er handtekeningen onrechtmatig onder de kluisverklaringen gekomen. Het bron-document, de intentieverklaring, lag bij het TGB en naar aanleiding daarvan is de overeenkomst gesloten. Deze is echter zoekgeraakt dus kan hij nu niet meer aantonen wat de afspraken precies inhielden. Hem is aangeraden een arbiter in te schakelen en daar heeft hij zich bij neergelegd. Deze arbiter heeft uitspraak gedaan en bleek achteraf ambtshalve niet bevoegd te zijn. Later, tijdens een zitting in de bunker weer wel. Nadien is dit weer terug getrokken. La Serpe: Dit zou niet moeten kunnen, van terugwerkende kracht iets herroepen. Een scheidsrechter fluit. Er vallen doelpunten. Na de wedstrijd zegt hij, ik ben onbevoegd, ze tellen niet meer. De tegenpartij is geïnfomeerd over onze tactiek...... Er is vals gespeeld met een hoofdletter. Alles om het liquidatieproces niet te schaden. Op advies van mijn advocaat richt ik mij nu tot uw rechtbank.

La Serpe: Ik stel ter discussie:
- Mijn handtekeningen die onrechtmatig zijn.
- De OM deal.
- De orginele bron.
- De TGB-dwaling hoe het bedrag tot stand is gekomen.
- De TGB-intentieverklaring die opzettelijk is zoekgeraakt.
- Geheimhoudersgesprekken die niet gebruikt hadden mogen worden.
- De conclusie is dat deze bij Betty Wind terecht zijn gekomen.
- De schending van het afluisteren van geheimhoudersgesprekken.
- De keuze deze te gebruiken is door bedrog door stand gekomen.

Zonder deze intentieverklaring zou de deal nooit tot stand zijn gekomen. Mijn inzet was het tekenen van de kluisverklaringen. Ik heb 23 dwalingpunten om te bewijzen dat ik bedrogen ben. Ze hebben mij glashard voorgelogen. De TGB-intentieverklaring is weg. De bron is verdwenen. De weggemaakte overeenkomst bleek gebakken lucht te zijn. Door het geheime karakter van de overeenkomst zijn ze er telkens mee weggekomen.

Ik wilde het liquideren stoppen. Maar nu voel ik mij compleet in de maling genomen. Mijn zoon is in een onveilige situatie geplaatst. Mij wilden ze in een gewone gevangenis zetten in de gewone populatie. Helaas ben ik niet vatbaar voor intimidatie. De gevolgen zijn groot. Wederom ben ik de klokkeluider. Daar ben ik goed in. Maar ik vrees de wraakzuchtige toorn van het OM. Ik ben begonnen een eind te maken aan de liquidaties. Als beloning ben ik bedrogen door de staat. Ik dacht dat ik uit het milieu zou stappen, maar ik ben regelrecht in een ander milieu terechtgekomen. Ik ben bereid mijn eigen veiligheid op te geven. Wanneer alles op de hoogte is, kunt u zelf oordelen. Ik speel niet meer mee met dit toneel. Nu verwacht ik van het OM de meest grove beledigingen. Eerder was ik Oh zo betrouwbaar. Nu zul je zien dat ik de onbetrouwbaarste sujet ben die er rondloopt. Van de media weet ik het nog niet. Daar ligt het aan wat het beste verkoopt. Ik geloof niet meer in een goede afloop.

Dit waren wel de hoofdlijnen. Morgen nog wat quotes en de reactie van het OM, rechters en advocaten.

Door Bondtehond

vrijdag 12 maart 2010

'Wat weet u nou uit eigen wetenschap over de liquidatie van Tonny van Maurik?'

Gisteren heeft u in het eerste gedeelte kunnen lezen hoe Pinny Song tijdens de zitting kritisch werd ondervraagd door rechters en OM. Hier het vervolg. Rechtbankvoorzitter Lauwaars wilde wel eens weten wat Pinny nou eigenlijk zelf wilde vertellen. Ze had zich geërgerd aan allerlei onwaarheden die in de media waren verschenen. Zij kon zich daar nooit tegen verdedigen vanwege de keuze zich steeds te beroepen op haar zwijgrecht. Nu ze had besloten in overleg met haar nieuwe advocaat, Mr. Meerman van het Kantoor Plasman - Advocaten, het stilzwijgen te verbreken, moest ze dat ook maar doen dan, aldus Lauwaars. Nadat Pinny een en ander had toegelicht, kwam er een moment waarop Lauwaars haar het woord gaf om te zeggen wat ze al min of meer in een brief aan de rechtbank scheen te hebben aangekondigd.


Lauwaars: U wilde een moment op zitting. Waar wilde u het over hebben?
Pinny: De bedreiging door Tonny, dat is niet waar. Ik zou onder de blauwe plekken zitten. Dat is ook niet waar. Ik heb zijn hele huis ingericht. Ik gaf hem ook wel eens geld. Tonny was nogal spaarderig zelf. Zelf waren we heel vrij. Hij had diverse vriendinnetjes. O.a Jacky Achtien, en ook de ex van George Plieger is ie mee gegaan. Ik vond dat niet erg. Ook dat geld en de bedreigingen klopt niet.
Lauwaars: Er gebeurt iets op 18 April.
Pinny: Ik kon dat moeilijk uitleggen. Ik zei dat ik dan naar Arnhem ging, maar dan ging ik naar hem. Ik ben om een uur of vier bij hem geweest en bleef tot 5 uur 's morgens.
Rechter: Hij was boos?
Pinny: Hij was geïrriteerd, ja. Dat geld was weg.
Rechter: Welk geld?
Pinny: Van de pillen.
Rechter: Welk geld dan?
Pinny: Er werden pillen gesmokkeld naar Zweden door een ouder echtpaar in een camper. In ene waren die mensen weg met die pillen. Al het geld zat daar in.
Rechter: Even terug naar de hoofdlijn. U dwaalt af.
Mr. Meerman nam het op voor zijn cliënt: Tonnie van Eunen en Tonny van Maurik. Dat is wel belangrijk. U kapt het nu steeds af.
Rechter: Dat is niet helemaal waar. We hebben vele zittingen gehad... Wat is het volgende punt?

Rechter: Die drie ton en die waardepapieren, hoe zit dat?
Pinny: Tonny vroeg aan mij iets. Ik ken iemand, die zit in het bankwezen. Ik zou het vragen aan hem. De papieren konden alleen bij banken onderling ingeleverd worden.
Rechter: Die zijn in beslag genomen?
Pinny: Nee, ik heb ze zelf gegeven.
Rechter: Is het nou zo dat Tonny geld aan u heeft gegeven?
Pinny: Nee, waarom? Ik kon er toch niks mee....
Rechter: Als ik u nu vertel wat Tonnie van Eunen vertelde? Het zou toch nog 30 miljoen op kunnen leveren.
Pinny: Nou, dat is niet waar. Er was niets mee te doen.
Rechter: Peter van Maurik zei dat hij ze heeft gebracht op de sportschool.
Pinny: Nou, dat is niet waar. Ik had ze al heel lang in bezit.
OM: Waarom gaf hij het aan u?
Pinny: Ik bewaarde ze wel vaker?
OM: Waarom zou hij ze aan u gegeven hebben en niet op de plek waar ze altijd bewaard werden?
Pinny: Dat weet ik niet.
OM: U had toch ook een sleutel van zijn woning?
Pinny: Ja.
OM: Waar lagen die papieren dan?
Pinny: Ik had een naaitafeltje in de gang....
OM: Zulke details hoeven we niet te weten. Waar ze eerst lagen?
Pinny: Dat weet ik niet.

Rechter: En die drie ton?
Pinny: Dat weet ik niet. Dat Jacky Achtien zoveel geld aan hem had gegeven, dat geloof ik ook niet.
Rechter: Was dit het wat u wilde zeggen?
Pinny:Er staat ook iets over dat ik zo gek ben op geld. Dat is ook wel zo, min of meer, anders was ik wel ander werk gaan doen. Maar, door Bassie & Adriaan (rechercheurs), die karakteromschrijving, dat ik bijna zou bekennen. De hoogmoed. En dat ie als het ware in me was gekropen. Ik zei, het is niet zo. Ik had heel veel rijke klanten. Ik deed SM. Daar komen rijke mensen op af. Bouwvakkers komen niet.

OM: Nou moet u toch es vertellen. De moord op u vriend, daar praat u dan niet over.
Pinny: Ik heb er niks mee te maken. Ik geloof het allemaal niet meer deze rechtszaak. Het is plakken en knippen. Allemaal leugens. Volgens mij heeft het OM uit een aantal verklaringen wat gebruikt. Ik vind het hier een politiestaat worden.
Lauwaars: Grote woorden.
Pinny: Dat dossier heb ik helemaal niet zo goed gelezen uit '94.
Rechter: Ze hadden de indruk dat u nog een klein zetje nodig had. U zou gezegd hebben: Ik kan niets verklaren, anders ben ik de volgende.
Pinny: Er was een bekende van van Eunen en Tonny, die nog werkt, daar was ik wel bang voor.

Rechter: Wat weet u nou uit eigen wetenschap over de liquidatie van Tonny van Maurik?
Pinny: Niet veel eigenlijk. Ik las in het dossier....
Rechter: Nee, niet dat. Uit eigen wetenschap?
Pinny: Nou, niet veel dus.
Rechter: Hoe kunt u dan in januari 1998 zeggen dat de broer Peter van Maurik zeker niets te maken heeft met de dood van zijn broer Tonny?
Pinny: Tja, dat is toch gewoon? Ik neem het dan gewoon op voor hem.

Rechter: Samegevat, Karin Zwager liegt, Tonnie van Eunen liegt, Mijnheer B. liegt, Geurt Roos liegt, Rick Lam liegt, u zusje liegt, iedereen liegt. Waarom blijf je dan beroepen op je zwijgrecht?
Pinny: Mijn advocaat zei, je moet je op je zwijgrecht blijven beroepen. Met alles. Ik kan me nog niet eens iets van 3 maanden geleden herinneren, laat staan iets van 17 jaar geleden.

OM: U heeft er zelf dus niet goed over nagedacht?
Pinny: U moet niet vergeten. Hem vertrouwde ik. Hij is ook te vertrouwen, maar achteraf had ik beter kunnen praten hoor ik nu ook.....

Rechter: Nog een klein puntje. U zou niet bellen met Tonny. Nou heb ik gelezen dat uw ouders u naar het ziekenhuis zouden brengen. U vond een briefje dat hij naar zaalvoetballen was. Waarom heeft u niet gebeld?
Pinny: Ik was te ziek om te bellen.

Rechter: Dank u, ik heb verder geen vragen meer.
Betty Wind merkte nog op: Weet u wat uw zuster vertelde? U zou lacherig geweest zijn en geen zieke indruk gemaakt hebben.

Lauwaars: Afsluitend. We hebben er weer lang over gesproken. Iemand nog wat?

Betty Wind: Hoe zit dat met Jesse Remmers, hoe zit dat met Nampaul de B., met Mohammed Rasnabe? Heeft u dat nou nooit eens zelf afgevraagd? Nooit eens mee bezig geweest?
Pinny: Ik was gewoon bang.
Betty Wind: Ooit eens met Moppie gesproken?
Pinny: Nee.
Betty Wind: Begrijpt u dat ik daar moeite mee heb dat te geloven?
Pinny: Tja, dat weet ik niet.
Betty Wind: Dank u wel.

Voorzitter Lauwaars wou nog wat zeggen tegen advocaat Mr. Meerman: Ben toch erg onaangenaam getroffen door de verwijten van Dhr. Meerman. We hebben de hele ochtend uitgetrokken. We hebben alle tijd genomen. Dan wil ik dit gezegd hebben. Ik ben daar erg onaangenaam door getroffen. U hoeft niet te reageren, maar ik laat niet alles passeren, ongemerkt.

Lauwaars deelde nog mede dat de planning toch weer enigzins op de schop moet. Niemand heeft garantie wat betreft de getuigen Q5, F1 en F3, dus dit schema houden we waarschijnlijk niet overeind.
Lauwaars: Ik wens iedereen een prettig rest van de dag.

Maandag de 15e gaat het proces verder.

Door Bondtehond.

donderdag 11 maart 2010

'Ik wil niets horen wat je ook niet aan de politie zou vertellen'

Pinny Song, een van de verdachten in het liquidatieproces zit al meer dan 2 jaar in voorarrest. Kortgeleden heeft zij een andere advocaat genomen, Mr. R.D. Meerman van het Kantoor Plasman - Advocaten. Deze nieuwe raadsman heeft haar aangeraden zich, in tegenstelling tot haar oude raadsman Mr. Brander, niet meer alleen te beroepen op haar zwijgrecht. Mr. Meerman denkt daar anders over. Mischien was het zelfs beter geweest vanaf het begin vragen gewoon te beantwoorden. Pinny Song had kortgeleden aangegeven dat zij nu wel wat wilde verklaren. Groot gedeelte van de dag werd daar vandaag aan besteed. OM en rechters vuurden nu voor de zoveelste keer een reeks vragen op de verdachte af. Men vroeg zich ook af waarom zij dan al die jaren bleef zwijgen. In 1993 was zij immers al verhoord en had zelfs ook enige tijd vastgezeten op verdenking van de opdracht geven voor de liquidatie op Tonny van Maurik. Dit heeft zij altijd ten stelligste ontkend. Maar waarom ze dan niet gewoon vertelde hoe zij dan dacht hoe het wel gegaan was, en waarom zij zich bleef beroepen op haar zwijgrecht, daar kon ze maar een antwoord op geven: Mijn advocaat wilde dat zo....


Aanvankelijk begon het verhoor wat stroef. Pinny kon zich blijkbaar niet veel herinneren bij de eerste vragen. Voorzitter Lauwaars merkte op een gegeven moment op dat hij het nut van deze bijeenkomst dan niet echt zag als Pinny zich voortdurend niets kon herinneren. Een tweede rechter voegde daaraan toe dat haar vragen tot nu toe niets opleverden. Het klonk bij beide rechters lichtelijk geïrriteerd. Mr. Meerman vond echter dat Pinny de vragen beantwoordde die werden gesteld. Mischien moesten de rechters maar eens vragen: Wat weet u van mijnheer Rasnabe? De rechter antwoordde: Dat heb ik dacht ik gevraagd. Het verhoor ging hierna allemaal wel wat gesmeerder. Mischien dat Pinny even een duwtje in de rug nodig had.

De familie van Pinny waren net zoals de keren hiervoor dat zij voor de rechtbank verscheen ook weer allen aanwezig. Zij steunen haar door dik en dun en geloven ook allen steevast in haar onschuld. Paul Visser, de zoon van Pinny, heeft kortgeleden ook nog een verklaring afgelegd bij de politie. Daar werd zijdelings over gesproken. Zo opende de rechter vandaag ook de zitting, met deze mededeling. Of Pinny wilde beginnen met datgeen ze nu wel wilde verklaren of met een brief die aan de rechtbank is gezonden. De keuze was dat laatste. In de brief staat dat het klopte dat Moppie wel een periode bij haar woonde. Moppie was het huis uitgezet door zijn ouders en daarom mocht hij bij Pinny wonen. Hij was een vriend van haar zonen waarmee hij samen naar voetbalwedstrijden ging. Pinny deed in die tijd ook de was voor Moppie.

Samengevat enkele passages uit het verhoor:
Rechter: Er was een vriendenclubje om u zonen heen. Mijnheer Remmers, kent u die?
Pinny: Nee, hij is wel eens met Rasnabe meegeweest, maar was niet echt een vriend van mijn zoons. Ik was er natuurlijk ook vaak niet. Moppie was al wel eens bij mij, maar Jesse niet.
Rechter: Kwam Nampaul de B. wel eens bij u?
Pinny: Nee.
Rechter: Freek Stevens?
Pinny: Nee. Hij werkte bij een tankstation.
Rechter: Niet bij een bedrijf waar uw zoon ook werkte?
Pinny: Dat was veel later.
Rechter: Kende u Rommy?
Pinny: Ja. Ik heb hem een keer gezien. Ik moest was ophalen bij de wasserij in Abcoude. Toen heb ik Henk gezien ja.
Rechter: Werd hij aan u voorgesteld?
Pinny: Ja.
Rechter: En de relatie Rasnabe - Rommy?
Pinny: Nee, weet ik niets van.
Rechter: Rasnabe was toen bij Rommy?
Pinny: Ja.
Rechter: Dus op het adres van Rommy ging u de was afgeven?
Pinny: Ja.

-Hierna kwamen de rechters op de avond van de liquidatie bij het Altea-hotel. Men vroeg zich af waarom Pinny de afspraak met Tonny afgezegd had? Volgens Pinny was er niet echt een afspraak geweest en had zij zich niet lekker gevoeld die avond. Daarom was zij niet gegaan. Pinny was die avond met haar man Tonny Visser naar het ziekenhuis gegaan. Er zou eigenlijk nog gebeld worden met Tonny van Maurik voor een definitieve afspraak. Dat is echter toen niet gebeurd. Kennelijk had Tonny in zijn beleving al wel een afspraak gehad. Pinny bleef echter volhouden dat ze geen definitieve afspraak hadden gemaakt bij het Altea-hotel. Volgens een eerdere verklaring sprak ze wel vaker af bij het Altea-hotel en een Esso-pompstation. Nu zei Pinny dat ze nou ook weer niet zo vaak afspraken. Wat er precies is gebeurd, weet ze niet.

-Er is een keer gebeld met een toestel vanaf de woonboot met een toestel waarvan het nummer eindigde op 1810. Volgens Pinny was zij dat niet. Wie het dan wel was, kon Pinny niet zeggen, maar in die tijd deed haar zusje de was voor Moppie, dus mischien was zij het. Haar zusje is volgens Pinny erg labiel en had veel psychische problemen. Het zusje van Pinny had nl verklaard dat Pinny wel degelijk had gebeld met Moppie in die tijd, maar dat liegt ze, volgens Pinny. Ze weet ook zeker dat haar zusje contact heeft gehad met Moppie over de was en het eten. De elf keer dat er vanaf de woonboot gebeld is met een toestel van Moppie waren waarschijnlijk de zonen van Pinny. En vanaf het huis van haar ouders dus haar zusje.

- Pinny werd wakker gemaakt in het ziekenhuis door haar partner Tonny Visser. Die zei: Weet je wie er doodgeschoten is? Tonny van Maurik, zei ie toen. Rechter: Hoe wist hij dat? Pinny: Dat weet ik niet. Hij had met iemand gebeld. Rechter: Het ligt toch voor de hand dat hij vertelde met wie hij belde? Pinny: Volgens mij zei hij, je moet even in de krant lezen. Partner Tonny Visser heeft in die tijd niet verteld van wie hij het nou gehoord had. Later bleek dat ene Joop K. geweest te zijn. Deze kon het zich allemaal niet meer herinneren later. Er is op die ochtend een contact van 1 minuut geweest tussen tussen toestel 1810 en de woonboot. Rechter: Je zou kunnen zeggen dat de 1810 met uw partner belt en dat die het weer aan u doorgeeft. Pinny: Dat weet ik niet. Niemand weet het meer. Rechter: Het toestel 1810 wordt op dat moment uitgepeild in Krimpen a/d IJsel. Dat is een toestel dat wordt toegeschreven aan Dhr. Henk Rommy, vanuit Maarsen en Krimpen a/d IJsel.

- Karin Zwager, een oud-collega prostituee uit de Stoofsteeg waar Pinny werkzaam was in de tijd van de liquidatie, die inmiddels overleden is, heeft een belastende verklaring afgelegd over Pinny. Volgens Pinny liegt zij dat ze aan haar gevraagd zou hebben Tonny dood te laten schieten. Geurt Roos en Rick Lam hadden het verhaal van Karin wel bevestigd, maar Pinny bleef volhouden dat ze liegt. Waarom weet ze niet. Ze had Karin vaak geholpen. Ze zat aan de coke, en Pinny gaf haar vaak geld. Op een gegeven moment werd het haar te veel. Mischien zit daar een motief om Pinny te beschuldigen, omdat ze geen geld meer kreeg. Karin begon Pinny toen te chanteren. Ze wou 25.000 gulden hebben. De rechter vond het vreemd dat Pinny daar dan niet open over is geweest tegen de politie, als ze toch niets te verbergen had. Pinny had in die tijd wel contact met Kees de buurtagent van de Wallen, maar ze had dit niet verteld omdat ze er gewoon heel erg mee zat, aldus Pinny. Karin Zwager heeft verteld dat Pinny Moppie Rasnabe heeft ingeschakeld om Tonny van Maurik dood te schieten. Allemaal onzin, zegt Pinny nu. Karin kende Moppie niet eens in die tijd. Ze had hem nooit gezien. Ook dat Pinny 10.000 gulden voor wapens zou hebben gegeven is gelogen. Karin was een heel vreemd meisje, ze had de pest aan Tonny van Maurik. Ze vond hem arrogant en vervelend. De officier van justitie merkte nog wel op dat het vreemd is dat Pinny überhaupt gevoelig is voor chantage als alles gelogen is van Karin.....


- De rechter hield Pinny stukken voor. Er was een afspraak met Tonnie van Eunen in Motel Breukelen. Er is ook een tapgesprek. Pinny verteld dan uit zichzelf: Ze zaten in de pillen. Ze brachten ze met een camper naar Zweden, een ouder echtpaar. Dat heeft een paar jaar geduurd. De winst lieten ze staan om weer te investeren. Op een gegeven moment was de hele camper weg. Ik wilde daar over praten. Dat ging niet over Tonny. Dat ging over heel wat anders. Ik kwam daar, toen liet ie een wapen zien. Hij zei ook, ik ben niet alleen gekomen. Daar was ik kwaad over.

Rechter: Wat wilde u bespreken?
Pinny: Hoe het zo gelopen was. Hoe het kon allemaal. Hij zei, ik wil niet dat je het hebt over die pillen. We hebben twee minuten gesproken. Hij zei het en vertrok weer.
Rechter: Die mijnheer B., dat was de bodyguard, zegt dat het een ontmoeting met u was en het komt er min of meer op neer dat u op een beetje jankerige toon zou hebben gezegd: Dit was nou ook weer niet de bedoeling. Mijnheer van Eunen is inmiddels overleden. De broer van mijnheer van Maurik heeft Dhr. van Eunen gesproken en zegt dat hij u afwimpelde. Hij zou gezegd hebben: Ik wil niets horen wat je ook niet aan de politie zou vertellen.
Rechter: Wat is er nou wel besproken?
Pinny: Bijna niets.
Rechter: Wat dan wel?
Pinny: Nou, bijna niets.
Rechter: Wat houd dat in? Vertel dan.
Pinny: Ik had nog heel veel pillen thuis staan. Ik wilde daar geen last mee krijgen. Hij moest ze ophalen. Hij zei toen, gooi ze maar weg. Ik zei, waarom heb je die jongen meegenomen? Als die meneer B. erbij had gezeten, had ik niet over die pillen gesproken. Dat deed ik gewoon niet als anderen erbij waren. Ik vond het gewoon raar dat ie kwam met een pistool en een vriendje wat bij de deur stond, en buiten stonden er ook nog een paar.
Rechter: De getuigen verzinnen gewoon dat er over is gesproken? Dat Van Eunen met u over de dood van Tonny van Maurik heeft gesproken?
Pinny: Ik heb het daar helemaal niet over gehad toen. Die B. zat buiten in de hal om de hoek ergens. Er is bijna niets besproken.
Lauwaars ging verder: Dat 'bijna', als er iets is gezegd, is er iets gezegd. Wat is het nou? We doen aan waarheidsvinding. Bijna niks, is toch iets. Er is wel iets besproken, maar u weet niet meer wat? U wilde zelf een moment op zitting. Waar wilde u het dan over hebben?

Morgen nog een laatste gedeelte van het verhoor.

Door Bondtehond

woensdag 10 maart 2010

'Die Jesse, Giuseppe en Ali, die ken ik allemaal niet'

Na het verhoor dinsdag op zitting door Mr. Jan Hein Kuijpers was het de beurt aan de advocaten van Jesse Remmers, Mr. Paul Waarts en Mr. Sander Jansen, de getuige Malika Nasri ook enkele vragen te stellen. Hieronder, in het tweede gedeelte, een samenvatting van enkele vragen uit dit verhoor. Dit was kort voor de middag. Tijdens de middagpauze kon Getuige Malika Nasri haar twee verklaringen lezen, die uit 1996 en ook de jongste, waarin zij beweerde dat Jesse wel aanwezig was bij een gesprek in de huiskamer van de familie Verbaan in tegenstelling tot wat ze zei in '96. 's Middags kwam Ali Akgün voor de rechtbank in De Bunker en werd zoals gewoonlijk bijgestaan door Mr. Nico Meijering. Ali had in de EBI enkele geluidsdragers beluisterd, en naar aanleiding daarvan had dat bij hem vragen opgeroepen. Er werden vier geluids-fragmenten aan de rechtbank voorgedragen. Iedereen in de rechtszaal en op de publieke tribune kon meeluisteren met een verhoor van Maria Houtman, de weduwe van de geliquideerde Kees Houtman.


De hoofd-parketwacht zette de apparatuur vast klaar, maar eerst kregen advocaten Mr. Paul Waarts en Mr. Sander Janssen van Jesse Remmers dus nog het woord.

Mr. Sander Janssen begon: Wist u van te voren dat die Joegoslaven zouden worden doodgeschoten?
Malika: Nee, dat weet ik niet.
De rechter merkte op: U hoeft daarop niet te antwoorden, als u uzelf zou belasten.
Janssen : U zou hebben gezegd: Raymond en Moppie zouden iemand gaan doodschieten. Kunt u zich dat herinneren?
Malika: Nee.
Janssen: Kunt u zich herinneren wanneer Raymond dat verteld heeft?
Malika: In die periode werd zoveel besproken. Hij deed vaak geheimzinnig.
Janssen: Als ik u zeg, dat gesprek met Raymond en Moppie is er wat besproken. Dat Raymond u bepaalde dingen heeft verteld. Kunt u zich herinneren die bewuste avond?
Malika: Daar heb ik over verteld. Maar, ik heb pijn. Als ik lang moet zitten, krijg ik steeds steken.

Voorzitter Lauwaars besloot dat het tijd voor een korte pauze was. Na deze schorsing was Malika wat bijgekomen en had ook wat minder pijn-steken van het zitten.
Lauwaars: Gaat het weer een beetje mevrouw Nasri?
Malika: Ja.
Mr. Waarts ging verder: Kunt u zich herinneren of u eerder met leden van de familie Verbaan gesproken heeft over die Joegoslaven?
Malika: Ja. Ze hadden wel verteld dat ze ze bang zouden maken.
Waarts: Bang zouden maken?
Malika: Ja.
Waarts: Waar was vader Verbaan?
Malika: Vader Verbaan werd overal buiten gehouden.
Waarts: We zitten wel even met de Agenda. Later die avond vond er een soort krijgsberaad plaats?
Malika: Ik ken het woord ja.
Mr. Waarts herhaalde zinnen uit een verklaring: Uit de gesprekken zijn senior en junior daar bij. George en Samir zouden omgebracht worden. Raymond en Moppie waren er nog niet bij. Er wordt wel gezegd dat ik nooit iets mag vertellen. Kunt u zich dat herinneren?
Malika: Flarden ja.
Waarts: Er zou al voor Raymond en Moppie kwamen over gesproken zijn.
Malika: Weet ik niet meer.
Waarts: Het zou een soort krijgsberaad zijn? Heeft u dat zo gezegd?
Malika: Ik weet wel wat het betekend.

Verderop:
Waarts: Kende u ook de broers van Jesse Remmers?
Malika: Nee, ik heb geen familie gezien.
Waarts: Zag u wel eens een ander persoon met een Indonesisch uiterlijk?
Malika: Ik woonde in een wijk met Molukse mensen. Of er meer Indonesische jongens waren? Nee.... Nee, ik dacht het niet.

Malika later, over de verschillende verklaringen: Mag ik de beide verklaringen ook lezen? Dat is mij toegezegd.
OM: Ja dat mag, het is u toegezegd, dus...
Waarts: We zouden dan wel willen dat mevrouw Nasri daar dan ook meteen een reactie op geeft.
Officier van justitie Betty Wind: Ik ben het wel eens met mijnheer Waarts, als ze nu de verklaringen leest, dat ze ook een reactie geeft hier op.
Lauwaars: Dan houden we nu maar luchpauze. We zijn 13:15 terug in de zaal.
Na de middagpauze zat iedereen klaar in de zaal en vroeg Lauwaars om een reactie op de verklaringen van Malika.
Rechter: U heeft de verklaringe gelezen. Wat is u opgevallen?
Malika: Dat de verklaringen die ik heb gegeven, dat dat zo is.
Rechter: Wijken ze nog af?
Malika: De verklaringen van '96 wijken eigenlijk niet veel af van wat ik steeds heb verklaard.
Rechter: De punten die wel afwijken, welke zijn dat?
Malika: Er zijn niet specifiek dingen naar boven gekomen.
Rechter: Blijft u erbij?
Malika: Ja.
Mr. Waarts: Blijft u bij de verklaring van vanochtend?
Rechter: Dat is wel een algemene vraag....
Malika: Ja, ik blijf erbij.
Rechter: Dit was het. We hopen dat u niet meer terug hoeft te komen.
Betty Wind: De verklaring die ze heeft gelezen in de pauze hebben we ook weer terug ingenomen. Dat wilde ik even mededelen.

Lauwaars: Bedankt mijnheer Remmers dat u zo inschikkelijk was.
Jesse Remmers geinde met Lauwaars: Ik zei, ik wil wel eventjes naar beneden..... (het werd een paar uur)
Lauwaars: Onze excuses dat het wat langer is geworden. Er is inmiddels wat klaargezet voor de audio-weergave. Mijnheer Meijering heeft wat te vertellen met zijn cliënt Ali Akgün. De verdachten uit Perugia zijn allen aanwezig. Er zijn geluidsfragmenten waarover gecorrespondeerd is.
Op de vraag met welk doel de rechtbank deze geluidsdragers zou moeten beluisteren, antwoordde Mr.Meijering dat Ali de rechtbank graag de intonatie van mevrouw Houtman wilde laten horen.
Mr. Meijering: Het is goed om op te letten van Ali, op:Welke Ali is dat? Daarna komt er een andere tekst dan daar staat. (in het proces-verbaal van de uitwerking) Voorts op: 'Allemaal', is natuurlijk dat zwikkie wat is opgepakt. Die Jesse en die Ali, en die gozer in Spanje ken ik ook niet. En op: Nu heb ik op het nieuws gehoord dat een Turk Kees heeft doodgeschoten.

Lauwaars: Zullen we dan nu gaan luisteren? Ik zie geen verzet, laten we dat maar doen dan.

Bij het eerste fragment klonk de stem van Maria Houtman en een rechercheur van de CIE luid en duidelijk over de speakers. Wat volgt zijn samenvattingen uit deze fragmenten.

Fragment 1:
Rechercheur: Wat heb je over deze zaak gehoord?
Maria Houtman: Ja, genoeg hè. Van die vent die ze nu hebben gepakt, dat hij dus Kees heeft vermoord.
Rechercheur: Welke vent?
Maria Houtman: Die Giuseppe. En nog een Turk, ene Ali. En 'Treber', dat staat toch in alle boekjes. ('Treber' is slecht hoorbaar)
Rechercheur: Welke Ali?
Maria Houtman: Weet ik niet.
Rechercheur: Hoe weet je dat?
Maria Houtman: In de krant staat dat, dus dat lees ik ook.
Rechercheur: Wat heeft u gelezen?
Maria Houtman: Nou dat. Het belangrijkste dat die Giuseppe mee heeft gedaan aan de moord op Kees. Ik vind het ook zo raar dat ze het eerder horen dan ik.
Rechercheur: Hoe bedoeld u dat?
Maria Houtman: Nou, zoals ik het zeg, dat de media het eerder weet dan ik.

Rechter: "Treber" staat toch in alle boekjes?!
Peter La Serpe klonk ineens over de speakers en hielp de rechter: 'Treber' is Fred R. Hier in de kleine ruimte is het goed hoorbaar, het is Fred R.
Advocate van het kantoor van Mr. Peter Plasman: Fred R. is mijn client en die staat niet in alle boekjes.
Rechter: Zijn we het allen over eens dat over een woord onduidelijkheid bestaat?
Ali Akgün: Ik heb Treber gehoord, geen Fred R. Mischien is dat een stopwoordje?

Fragment 2:
Rechercheur: Ik kan het me voorstellen dat je die mensen niet kent. Ken je de mensen die Kees kent?
Maria Houtman: Nee, dat zwikkie wat nu opgepakt is, ken ik allemaal niet. Die Jesse, Giuseppe en Ali, die ken ik allemaal niet. En die gozer die in Spanje is gepakt, die ken ik ook niet.

Fragment 3:
Maria Houtman: Atilla had ruzie met een Turk. Enne, hij heeft dus in de Bulldog geroepen, tegen Dino en een Turk, die Ali A. bleek dus achteraf.
Rechercheur: Hoe heb je dat gehoord?
Maria Houtman: Nou, ook van vrienden hè. Kees had dat ook verteld. Hij had die BMW aan hem gegeven. Hij zat in de rottigheid.
Rechercheur: Die Atilla?
Maria Houtman: Ja, die Atilla.
Rechercheur: Waarom zat ie in de rottigheid?
Maria Houtman: Nou, om wat ik je net vertelde.

Fragment 4:
Maria Houtman in gesprek met Dhr. Gietema. (politie-inspecteur)
Maria Houtman: We weten in ieder geval niets af of dat ze in de Hallen er over uitgelaten hebben. Nou ja, Kees zal mischien een keer gezegd hebben van: 'Ik vermoord hem terug'. Je weet niet wat Holleeder allemaal bij hem had. Het was toch wel een behoorlijke ploeg, Ze kwamen steeds met anderen. Niemand alleen. Nou heb ik ook op het nieuws gehoord dat het een Turk was die Kees heeft doodgeschoten.
("Hard geluid" - Er valt iets om, waarschijnlijk een bekertje, daarna is er een korte stilte)
Maria Houtman: Nou ja, ik heb het niet van jou gehoord. Het was op mijn verjaardag dat ik het hoorde. Ik zeg expres jij. Dat ik het niet van jou heb gehoord.
Dhr Gietema: We willen eerst graag jouw verhaal horen. Niet dat je het inkleedt.
Maria Houtman: Nee, dat is logisch. Dat is het spelletje dit.
Dhr. Gietema: Nou ja spelletje. Je kunt het een spelletje noemen.
Maria Houtman: Nou, ik ga niet op de TV hoor.
Dhr. Gietema: Jouw verklaring blijft veel waard als het van jezelf komt.
Maria Houtman: Ja, dat snap ik.

Zo ging dit laatste fragment in grote lijnen.
Mr. Nico Meijering had hierover een opmerking: Wat ik van belang vind. Mevrouw Houtman zegt na, 'die Kees heeft doodgeschoten', 'Nou ja, ik heb het niet van jou gehoord'. Tijdens dit fragment valt er ook een bekertje of blikje om. Er valt daarna een stilte.
Mr. Meijering verbond er nog geen conclusies aan, maar merkte nog wel op: Op 6 December was er nog helemaal niet bekend dat er een Turk was gearresteerd.....
(was 6 December de verjaardag van Maria Houtman? red.)

De rechters reageerden verder niet op deze opmerking van Mr. Meijering. Dit zal later in het proces gebeuren. Het is in ieder geval iets voor de rechters om te overdenken. Wel vroeg een van de rechters aan Nico Meijering of dit het was en of het hierbij als afgesloten kon worden beschouwd. Dat kon.

Dit laatste fragment klonk inderdaad een beetje vreemd. Na dit fragment hoorde je buiten de zaal ook van een aantal mensen dat het erop leek of er seintjes werden gegeven en dat het leek of het bekertje expres omgegooit werd op dit bewuste moment. Dit is op z'n minst opmerkelijk te noemen. Nu begrijp je ook beter waarom Ali en zijn raadsman nou persé wilden dat de rechtbank deze fragmenten kreeg te horen.

Tot slot liep een van de rechters nog wat agenda-punten door.
Donderdag 11 Maart komen de resterende telecomvragen aan bod. Pinny Song wil alsnog verklaren op een aantal punten.

Rechter: Mijnheer La Serpe, u zou ook nog wat te zeggen hebben?
De advocaat van La Serpe, Mr. van Schaik reageerde voor zijn cliënt: Dat is juist. Cliënt wil een verklaring afleggen. We hebben de indruk dat het zaaksoverstijgende invloed heeft.

Rechter: Dan moeten we daar rekening mee houden dat dat ook tijd in beslag neemt. Dit komt maandag de 15e aan bod.

Mr. Meijering had nog een verzoek aan de rechtbank om met zijn cliënt in de EBI samen geluidsdragers te kunnen beluisteren rondom getuige Q5.

Volgens Betty Wind hoefde dit verzoek niet via de rechtbank te lopen. Cliënt en raadsman kunnen dit desnoods ook in de Bunker doen. De EBI heeft een eigen regime. Als geluidsdragers in stilte zouden moeten worden beluisterd, kan het zijn dat de EBI bezwaar maakt, gezien het veiligheidsbelang. Volgens Wind heeft men daar rekening mee te houden.

Morgen verder.

Door Bondtehond

dinsdag 9 maart 2010

'Nee! Ik had een schop tegen mijn tanden gehad, niet tegen mijn ogen'

Na een korte onderbreking ivm de krokusvakantie is vanmorgen het liquidatieproces hervat in de bunker te Osdorp. Als eerste stond het 2e verhoor van Malika Nasri op het programma. Tijdens het eerste verhoor ter zitting was het Dhr. de Haas van de CIE opgevallen dat Malika verschillend getuigde op zitting dan zij deed in een CIE-verklaring uit 1996. Deze verklaring zou niet in de openbaarheid gekomen zijn uit allerlei veiligheidsoverwegingen. CIE-informanten moeten er nl op kunnen vertrouwen dat de veiligheid gewaarborgd blijft. Echter nu speelde er een aanzienelijk belang. Met name daarom kon deze verklaring van de planken gehaald worden, omdat er mogelijk meineed in het spel was. De raadslieden van de hoofdverdachten, Mr. Paul Waarts, Mr. Sander Janssen en Mr. Jan Hein Kuijpers, maar ook het OM, kregen elk weer een aantal minuten om vragen te stellen aan de ex-vriendin van Raymond Verbaan. Het horen van Malika ter zitting bleek geen eenvoudige opgave de laatste keer, vandaar dat er dit keer op aan werd gedrongen de getuige buiten het beschermde getuigenhokje te kunnen horen. Zo konden de advocaten de getuige in de ogen kijken en haar reacties wat beter peilen. De rechtbank stond dit toe, mits Jesse Remmers bereid was de rechtszaal even te verlaten en als er een scherm voor getuige Nassri werd geplaatst. Dit was geen probleem voor Jesse en nadat het scherm was geplaatst kon daarop het verhoor beginnen. Het OM leidde de vragen in met een korte uitleg aan de getuige.


Daarna begon de ondervraging.
OM: Mevrouw Nassri, in '95/'96 bent u gehoord, daar ligt een verslag van. Bent u ingelicht wat daar in stond?
Malika: Nee.
OM: U heeft niet gehoord wat u daar toen zei?
Malika: Nee
OM: U vertelde op een punt anders. U heeft in '96 wat anders verklaard. Ik zal u voorhouden wat u zei en vraag u om een reactie.
Malika: '96?
OM: Ja, '96. "Nog weer later kwamen Moppie en Raymond thuis. Raymond en Moppie zijn met de auto gekomen. Jesse was daar niet bij. Ze vertellen heel lacherig. Ze zijn naar een plek gereden. Jesse wachtte hen op in de bosjes. Jesse zou iemand neerschieten. Raymond vertelde dat hij de andere door het hoofd heeft geschoten. Daarna is de auto met benzine in brand gestoken." Wat is uw reactie?
Malika: Als ik dat zo verteld heb, zal het wel zo zijn. Als ik terugdenk met de gesprekken, denk ik wel dat Jesse er bij was in de huiskamer. Het is al zo lang geleden.
(Malika Nasri vertelde op zitting in September dat Jesse er wel bij was in de huiskamer)
Mr. Jan Hein Kuijpers onderbrak: Ik wil me nergens mee bemoeien. Ik weet niet of dat ze daarop is gewezen, dat meineed wel om de hoek loert.
Rechtbankvoorzitter Lauwaars: U kunt niet iets anders verklaren. Het is een delicaat punt. U zegt nu, door al die gesprekken toen kon ik me wel herinneren dat Jesse er toch wel bij was?
Malika gaf onduidelijk of met omweggetjes antwoord op vragen. Dit maakte het er niet duidelijker op. Lauwaars legde het nog maar een keer uit.
Lauwaars: Het staat vast dat u in '96 met de CIE heeft gesproken. Dat is geheim gehouden. Dat is buiten het strafproces gehouden uit veiligheids-redenen. U zegt in '96 dat Jesse er niet bij was. U zegt later dat Jesse er wel bij was. Het blijkt dat het volgens de CIE dat dit mischien van belang is en dat het niet klopt met wat u eerder zei. Dit is wel van belang voor het OM en daarom wordt het nu wel ingebracht. Hier gaat het om. Wat is nu uw antwoord?
Malika: Ik weet het niet.
Lauwaars: Wat weet u niet?
Malika: U geeft wel veel informatie. Het is een beetje langdradig.
Lauwaars: Oh, ik dacht dat het juist kort was?
De officier van justitie ging verder: In '96 zegt u dat hij er niet bij is en later zegt u dat hij er wel bij is. Wat is het nou?
Malika: Ik heb wel eerst een vraag. De verklaring in '96, dat was in Nijmegen. Dat was in het geboortejaar van mijn kind. Ik ben op het politiebureau geweest. Heb daar over Raymond verklaard. Ik heb de verklaringen gelezen.....
Lauwaars onderbrak de getuige omdat ze te ver van de kern afdwaalde: Als u onder ede verklaard, zijn er drie mogelijkheden. 1 Hij was erbij. 2 Hij was er niet bij. 3 Ik weet het niet.
Malika: Het gaat er dus niet om wat voor das hij om had. Ik heb het toen verklaard. Ik weet het gewoon niet meer.
Andere rechter: Begrijp ik het goed dat u zegt, in '96 was het verser, dus zal het wel waar zijn? Ziet u nu mijnheer Remmers staan als u nu terugdenkt?
Malika: Ik weet het niet.
Lauwaars: Het is de rechtbank niet zo helder, laten we maar een pauze nemen.
Malika: Ik twijfel er toch aan. Mag ik beide verklaringen lezen? In '96 heb ik verklaard dat hij er niet bij was en later heb ik gezegd dat hij er wel bij was?
Lauwaars: Even 10 minuten pauze.

(Pauze)

Na de pauze ging Lauwaars verder: We voelen ons een beetje schuldig dat het zo liep. Heeft u er nu nog iets over te zeggen?
Malika: Ik heb koffie gedronken en rustig zitten denken. Ik heb maar 1 conclusie, en dat is dat ik het niet meer weet.....

Hierna waren de advocaten aan de beurt vragen te stellen. Zoals gewoonlijk bij Mr.Jan Hein Kuijpers reageerde Malika Nasri vaak bijdehand op zijn vragen. Deze twee mogen elkaar niet zo, bleek al op de eerdere zitting waarbij Malika en de raadsman elkaar telkens in de haren vlogen. Dit keer temperde Mr.Kuijpers zijn manier van vragen stellen en dat had een positief effect op Malika. Ze vertelde hoe de CIE-ers aan de deur kwamen omdat de officier en de rechter haar nog een keer wilden spreken.
Kuijpers probeerde te achterhalen wat ze had verteld.
Malika: Ze kwamen bij me binnen. Het is net als in de film. Maar helaas, ik ben daar wel. Ik heb over mijn persoonlijke dingen verteld. Of ik in de Telegraaf of internet had gelezen? Het is maar goed dat het open was. Dat die verklaring er wel lag, maar dat ze die niet konden gebruiken.
Kuijpers: Wat waren dat voor vragen?
Malika: Ze hebben niet veel vragen gesteld. Ze hebben verteld wat er ging gebeuren. Glenn en Daniëlle zijn geweest en waren collega's. Het waren schuilnamen. Dat had ik begrepen. Ze hebben me gehoord bij Mac Donald.
Kuijpers: Toen ze vroegen, wat heeft u in '96 verklaard?
Malika: Ik zei dat ik me niet alles kon herinneren. Ze hebben niet inhoudelijk over de verklaringen gesproken.
Kuijpers: Weet u nog wat u in '96 heeft verklaard? Zei u, ik heb 30 verklaringen afgelegd, jongens ik heb niet inhoudelijk over de zaak gesproken? Wat ik bedoel. Op dat moment heeft ze al talloze verklaringen afgelegd. Ik was nieuwsgierig wat ze in '96 verteld heeft.
Rechter: Wat bedoeld u nou? Ik snap ook niet precies waar u heen wilt?
Kuijpers: Als zij zegt wat ze nu samenvat. En ze zegt, ik weet het allemaal niet meer. Dan zijn we snel klaar.
Malika: Van de 3 kwartier heb ik 1 kwartier met mijn kind gesproken. Die wou een DVD. Later wou ie weer melk. Dan wou ie weer een koekje.
Kuijpers: Men kwam met een boodschap. Hoe hebben ze dat ingekleed. Hoe vertelden ze het?
Malika: De RDW of zo.... Ik weet het allemaal niet meer zo goed.
Kuijpers: Ze kwamen bij u. Ze zeggen, Malika je moet nog een keer komen getuigen. Wat zeiden ze toen?
Malika: Dat ze het fijn vonden dat ik nog een keer kwam. Voor de rechter en de officier was dat nodig. Ja, wat moet ik zeggen?
Kuijpers: Mevrouw Nasri, kunt u zich herinneren waar er over is gesproken?
Malika: Of ze mijn  dingen hebben voorgekauwd? Dat is dus niet zo. Nee !

Kuijpers: Zou u zich kunnen herinneren dat u dingen heeft verklaard waardoor u nog eens moest komen?
Malika: De verklaring van toen, daarmee is het niet boven water gekomen. Ze konden niets vertellen, ook voor mjn eigen veiligheid. Ze vertelden ook dat niemand eigenlijk die gegevens ter beschikking had. Ze zeiden toen, praat er met niemand over. Malika schoot in de lach: Ha ha ha ! Daar kenne we beter om lache
dan om huile. Ha ha ha! Ik krijg de slappe lach.
Kuijpers: Beter lachen dan boos worden.
Malika: U doet het netjes hoor mijnheer Kuijpers.
Kuijpers: Ik probeer elke dag mijn leven te beteren....  
Kuijpers ging verder: In het 'blijf van mijn lijf huis' is er iemand geweest. Was hij alleen of samen?
Malika: Alleen. Ik zat in fase 1. Je had verschillende fases. Hij kwam alleen met de begeleider. Ze zei, er is een mijnheer van de politie, die wil iets met je bespreken.
Kuijpers: Er was niemand bij?
Malika geïrriteerd: Nee!  Ik had een schop tegen mijn tanden gehad, niet tegen mijn ogen....
(Ze had kort daarvoor een schop in haar gezicht gekregen van Raymond Verbaan waardoor ze een gat in haar gezicht had)

Kuijpers verderop: Kunt u uitleggen dat in die verklaring staat dat Raymond en Moppie thuiskwamen? En dat u consequent verklaard dat er geen wapens worden getoond en later wel met dat toneelstukje met Moppie en Raymond?
Malika: Wat?
Kuijpers: Mevrouw Nasri, kun je uitleggen dat in 1996 je niet verklaard over verschillende wapens en later steeds wel met Moppie en uit zijn zak een wapen, etc etc?
Malika: Dat probeerde ik uit te leggen. Dat heeft blijkbaar niet veel indruk op me gemaakt.
Kijpers: Weet u of dat gesprek in Oosterbeek....
Malika maakte de zin zelf af: ....überhapt wel heeft plaatsgevonden? Ja, ik heb gewoon een verklaring afgelegd, en die zijn gewoon getekend, 4 velletjes.
Kuijpers: Had hij een typemachine?
Malika: Nee.
Kuijpers: Met de pen?
Malika: Ja.
Kuijpers: Kon u zijn handschrift lezen? Heeft u getekend?
Malika: Dat weet ik niet precies. Ik teken niet zo gauw iets voor ik het goed heb gelezen? Iets prikkeld mijn geheugen. Er staat me iets van bij dat ik het heb laten verduidelijken.
Kuijpers: Er staat, op een gegeven moment zijn we in de huiskamer, vervolgens geeft Raymond aan dat ze iets moeten doen. Op een dag is Estrella vertrokken. Die avond in April '93 vertrekken ook Raymond, Moppie, George en Samir.
Malika: Dat weet ik niet precies.
Kuijpers: De vraag is, of u zich kunt herinneren of er een beweging is geweest. Estrella vertrekt, en Raymond, Moppie, George en Samir vertrekken.
Malika: Nee, dat kan ik mij niet herinneren.
Kuijpers: Ik heb op dit moment geen vragen meer.
Hierna waren de advocaten Waarts en Janssen van Jesse aan de beurt. Morgen een gedeelte van het verdere verhoor.

's Middags was Ali Akgün aanwezig met zijn advocaat Mr. Nico Meijering. Ali had in de EBI geluidsdragers beluisterd en naar aanleiding daarvan wilden hij en Mr. Meijering enkele gedeeltes ten gehore brengen aan de rechtbank. Ook hierover morgen meer

Door Bondtehond

zaterdag 6 maart 2010

Welkom op bondtehond.blogspot.com

Vaste Crimesite-bezoekers kennen vast wel onze rechtbankverslagen van de laatste 3 jaar. We begonnen vanuit Team-Crimesite met het volgen van spraakmakende strafrechtprocessen in September 2007 en tot op heden heb ik daar geen spijt van. Sterker nog, mijn intresse in strafrecht en alles wat daar mee samenhangt, is sinds het proces van Willem Holleeder, mijn/ons eerste wapenfeit, alleen maar groter geworden. Het grotendeels letterlijk weergeven van rechtszaken, zoals in mijn geval voornamelijk de zittingen die plaatsvinden in de Bunker te Osdorp, of ook wel in de Rechtbank aan de Parnassusweg, is een bezigheid waarbij vaak meer komt kijken dan een pen en een blocnote hanteren. Het goed kunnen luisteren, terwijl je tegelijkertijd ook alles op zal moeten schrijven, is niet altijd even eenvoudig. Daarbij ook de lichaamstaal in de zaal observeren, gaat dan soms net even ten koste van enkele regels tekst.


Het is al lang bekend dat mannen in tegenstelling tot vrouwen niet zo goed zijn in het uitvoeren van twee taken tegelijk, maw: 'je moet kunnen lullen en breien tegelijk'. Daarnaast is niet elke zitting even boeiend. Soms zijn er dodelijk saaie zittingen bij. Maar goed, het kan soms ook wel eens in no-time omslaan. Dan blijkt een verdachte, die zich voorheen maanden aan een stuk bleef beroepen op zijn zwijgrecht, of drupsgewijs wat losliet, wel degelijk te kunnen praten en wordt dan ineens schijnbaar 'out of the blue' een soort van spraakwaterval. Dit is wel eens gebeurd kort voor het einde van een procesdag, terwijl de meeste of zelfs alle journalisten al lang en breed vertrokken waren. Dat zijn interessante momenten en op zo'n moment ben je toch blij niet 'voor de files' te zijn vertrokken.

Er zijn ook van die dagen waarbij je vaker in de wachtkamer zit dan op de tribune van de rechtszaal, vanwege de ene onderbreking na de andere. Schorsingen, techniek in orde maken, bv een video-, geluid- en/of powerpoint-presentatie, overleg van de rechters, het OM, koffiepauzes, middageten, of wat voor onderbrekingen dan ook, het maakt eigenlijk niet uit, maar er zijn dagen waarbij je als toeschouwer het gevoel krijgt dat hier geen einde aan komt. Gelukkig zijn de meeste procesdagen wel intressant en boeiend tot de laatste minuut. De advocaten vechten tegen het Openbaar Ministerie en vice versa. De rechters zijn hierbij vaak letterlijk scheidsrechters. Hierbij bekruipt je soms het gevoel dat de raadslieden in de mindere positie verkeren. Oftewel dat het OM als een minder groot kwaad wordt gezien omdat zij vermeende criminelen op willen doen sluiten, dan hen die de verdachten juist voor een zeer lange vrijheidsstraffen proberen te behoeden. Simpel om het feit dat er nog steeds een mogelijkheid bestaat dat La Serpe liegt.

Die schijn van partijdigheid, met de nadruk op schijn, komt met name vaak aan de oppervlakte van het justitiële moeras wanneer een reeks verzoeken van de verdediging weer eens wordt afgewezen, meestal op verzoek van het machtige OM. Het Passage-proces duurt al lang, zeer lang, maar nu het einde langzamerhand in zicht begint te raken, kun je je best voorstellen dat de verdediging geen verzoek tot onderzoek of getuige-verhoor onbenut wil laten om zo nog wat extra gaten in de aanklachten te kunnen schieten. Als deze verzoekjes dan keer op keer worden afgewezen, vraag je toch bij jezelf wel eens serieus af of dit nu is uit tijdnood, uit desintresse, uit partijdigheid of wat de overweging dan ook is het proces een bepaalde richting uit of in te sturen. Dat zou niet zo moeten zijn.

Persoonlijk vind ik dat het OM mijlenver voorsprong heeft. Zeker als het betreft de dossierkennis. Het totale dossier besloeg vorig jaar al zo'n 250 ordners. Er waren al 257 getuigen en dertig verdachten gehoord, vijfhonderd telefoonlijnen getapt en 170.000 gesprekken opgenomen, ruim tienduizend processen-verbaal opgemaakt. Intussen zijn er getuigen bijgekomen, de F1-, de F3- en Q-getuigen, en mogelijk getuige F2. Dus hoeveel ordners zijn er intussen nog aan het toch al uit de kluiten gewassen Passage onderzoek toegevoegd? 10? 30? 75? De laat, veel te laat of helemaal (nog) niet ingebrachte dossierstukken stemt je ook al tot nadenken, zeker als je een advocaat zou zijn, vind ik het niet vreemd dat een raadsman daar licht wanhopig tot zwaar giftig over kan worden.

Laat staan wat een verdachte tussen vier EBI-muren, kogelvrij glas en in een met grote snelheden over de snelwegen voortrazende konvooien van zwaarbewaakte BMW's, Audi's en/of SUV's, bewaakt door gevaarlijk uitziende en altijd met bivakmutsen gemaskerde special forces, voor een machteloos gevoel moet hebben. (je ziet ze s'morgens soms een file op weg naar Osdorp voorbij razen in volle vaart op de vluchtstrook, of 'normaal' op de linker rijstrook met sirene en zwaailichten) Intussen hebben alle partijen te maken met een kroongetuige die met elke procesdag mondiger en geslepener lijkt te worden, als ware het een derde-jaars rechtenstudent. Je kunt je vast wel voorstellen hoe Peter La Serpe zich volgend jaar zal gedragen als hij na de eerste uitspraak "afgestudeerd is" en er mogelijk een hoger beroep zal volgen. (afkloppen) Dan is hij zo gepokt en gemazeld in de rechtszaal en ingespeeld op wat hij verwachten kan, bij welke vraag van welke raadsman, officier of rechter dan ook, dat het soms de schijn opwekt dat hij werkelijk opgeleidt is afgelopen jaren. Getuige-lessen door het OM, met een leuke afstudeer-bonus toe. Tijd had hij zat.

Dossiers heeft hij ook ter beschikking. (waarom eigenlijk? zou in geval van een combinatie kroongetuige/verdachte zo'n dossier niet juist buiten bereik van een kroongetuige moeten blijven om allerlei kennis die hij uit het dossier kan halen te voorkomen ?) Nou ja, u begrijpt mijn punt. Of dit juridisch überhaupt wel haalbaar is, ik zou het niet weten. Toch eens in de wachtkamer aan een van de advocaten vragen. Puur uit intresse, want als steekhoudend argument ben ik rijkelijk te laat....kuch.... Nee, ik blijf onpartijdig. Ik moet het nog zien allemaal. Puur uit oogpunt van een verslaggever aan de zijlijn wil ik niet de schijn wekken dat ik partij trek voor wie dan ook, maar ik denk niet dat iemand het me kwalijk zal nemen als ik mijn mening geef. Mijn mening is dat er nog diverse konijntjes uit een hoge hoed zullen worden getoverd. Dat de strijd nog niet gestreden is. Er zal nog een felle strijd losbarsten aankomende maanden. U zult daar getuige van zijn via ons gebruikelijke Crimesite-kanaal, maar sinds vandaag ook via 'Bondtehond bij het liquidatieproces'